MIDDELBURGSCHE COURANT.
1896
W oensdag
4 November.
N°. 261,
139s Jaargang.
Des© courant verschijnt d a g 11 ij k smot uitzondering va* Zos- oi Feestdagen.
Prj)*, per kwartaal, aoowel voor Middelburg als voor alle plaataeB in Nederland franco p-m 2.-
Afzonderlyk© *ummera koste* 5 ce*t,
VlicrniiM etcv
Middelburg 3 Nov. 8 u. vm, 46 gr., m. 12 u.
51 gr., av. 4 u. 40 F. "Ver*, tam. kr. O. wind.
Advertentie* voor het eerstvolgend
nummer moetea dei middags vösr óéss
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertertië*20 ee*t per regel. Geboorte- dood- e* alle andere .^milieberiehte* en
Dankbetuigingen va* 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 oeat per regel;
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdverteatiS* bjj abonnement op voordeelige
voorwaarde*. Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekome*.
i|SStSB>
Te TerneuzenM. db Jonge; te Rotterdam
Nijgh van Dixmab.
De gemeente-financiën.
V.
(Slot).
Ken tegenvoorstel en slotwoord.
Onze lezers bemerken, dat er in de nieuwe
wetsvoordracht niet heel veel is, hetwelk ons
bevallen kan. Hebben wij gemeend, onom
wonden ons oordeel te moeten uitspreken,
wij begrijpen, dat wij daarmede de verplich
ting op off genomen hebben om te zeggen,
wat wij dan wel zouden wenachen.
Het liefst zouden wij dan terugkeer
hebben gewenscht tot het stelsel, dat reeds
den ontwerper der gemeentewet voorgestaan
heeft, namelijk de overdracht van de per-
soneele belasting aan de gemeenten. De
wet van 1865, die aan de gemeenten vier
vijfden van die belasting afstond, was een
overgangsmaatregel. Dat deze gedeeltelijke
afstand geen gelukkige greep is geweest,
heeft Thorbecke zelf gezegd. Maar hij kon
destijds niet doen, wat hij wilde. Geven
wij nog even het woord aan Prof. Oppen-
heim (bladz. 79):
„Men weet wat noopte af te zien van het
denkbeeld, het geheele personeel door de
gemeente-besturen als gemeente-belasting te
laten regelen. Het was de census. Men
had geene directe belasting, die men voor
de kiesbevoegdheid kon stellen in de plaats
van het personeel.
„Komt het te eeniger tijd tot nieuwe her
ziening van het plaatselijk belastingstelsel,
dan zal ongetwijfeld terugkeer plaatsvinden
tot het heilzaam beginsel van afscheiding,
zooveel mogelijk, van lands- en gemeente
belasting. Op tweeërlei wijs kan dit ge
schieden: het Rijk kan het personeel weder
geheel aan zich trekkenhet kan het ge
heel overdragen aan de gemeente-besturen
om het te organiseeren als gemeente-belas
ting. Dit laatste stelde het kabinet van
1865 zich als einddoel voor. Daar alge
meen erkend wordt, dat de plaatselijke
regeling van het personeel door den aard
dezer belasting wordt aanbevolen, mag men
hopen, dat de losmaking van het verband zich
zal openbaren in afstand aan de gemeenten
van deze rijks-belasting."
En verder (bladz. 272):
„Is aan de bereiking van dit einddoel
gepraejudicieerd door de wet van 26 Juli
1885 (Staatsblad no 169), die de uitkeering
aan de gemeenten uit de opbrengst der per-
soneele belasting voor de naaste toekomst
heeft gefixeerddeze rijksbelasting als het
ware beeft bestemd tot een fonds, waaruit
aan de gemeenten eene va6te uitkeering
wordt gedaan Ik zie de zaak zoo niet in
Al is door de wet van 1885 het personeel
feitelijk tot de rijksmiddelen teruggekeerd,
die wet heeft geene andere strekking gehad
of willen hebben dan tempering der bezwa
ren, aan de, te kwader ure tot stand ge
brachte, samenkoppeling van rijks- en ge-
meente-finsnciëu verknocht."
Het behoeft weinig betoog, dat reeds door
dezen maatregel alleen heel wat gemeenten
fioancieel geholpen zouden zijn. Voor Ter-
neuzen byv. bedraagt thans de hoofdsom
der personeel© belasting ongeveer f 13.160; de
gemeente ontvangt van bet Rijk als vaste
uitkeer ing f 9083, dus ongeveer f 4080 min
der, maar moet nu een subsidie van f 2625
voor de kosten van het lager onderwijs heb
ben om er te kunnen komen. Kreeg zij de
geheele personeele belasting, dan kon zij
dat rijkssubsidie missen. Voor Middel
burg en V1 i s s i n g e n, die thans var
het Rijk resp. f 58.078 en f 23.612 ontvan
gen, bedraagt de personeele belasting in
hoofdsom resp. f 65.839 en f 38.212.
Groote of zich snel uitbreidende gemeen
ten, als bijv. Amsterdam, Terneuzen
of V1 i a s i n g e n, zouden in de duidelijk
waarneembare objecten eener belasting
den geest van het personeel eene ieder jaai
aangroeiende bron van inkomsten tot be
strijding hunner steeds stijgende uitgaven
vinden. De moeilijkheid voorde gemeente
besturen, die de heer Van Dunné in de
»ln de meening va* het gouvernement is
deze wet voorbereiding om het personeel later
als gemeente-belasting te tien regelen," sprak
Thorbecke in de zitting der 2e kamer van
jaar
vergadering van den Raad van Middel
burg van 21 October jl. deed uitkomen,
de directe belastingen behoorlijk te
regelen, waar zij niet over de gegevens be
schikken, die de, rijksambtenaren bobben,-
bestaat hierbij niet; de door de personeele
belasting te treffen voorwerpen kunnen aan
de waarneming niet ontsnappen.
Edoch zal die afstand nu nogkuD-
nen plaats hebben De nieuwe kieswet
koppelt alweder het kiesrecht aan de rijks
belastingen, en waarschijnlijk zal wel de
personeele belasting het grootste contingent
kiezers leveren. Nu in de eerste jaren
op herziening van het kiesrecht geen uit
zicht bestaat, begrijpen we, dat het afstaan
van een der grondslagen daarvan door het
Rijk niet wel doenlijk zal zijn. Hetzelfde
resultaat is echter te verkrijgen, wanneer het
Rijk de opbrengst der personeele belasting
aan de gemeenten uitkeert. Het is waar
dat men dan terugkeert tot de nadeelen van
het vóór 1885 geldende stelsel, die de wet
van dat jaar tot fixeering van hei vier
vijfde wilde ontloopen. Maar daartegenover
staan, zooals uit de boven aangehaalde cijfers
blijkt, voor de gemeenten zoo groote voor-
deelen, dat wij deswegens de minder ge-
samenkoppeling van rijks-
s- financiën op den koop toe wel
willen meenemen.
In de eerste plaats weDSchen wij dus, dat
het Rijk de opbrengst der personeele belas
ting aan de gemeenten nitkeeren zal.
Natuurlijk kan met dien afstand alleen
niet worden volstaan. Wij zeggen het alwe
der Prof. Oppenheim (blz. 80) na: „Zullen
de personen, die alléén vast eigendom in de
bezitten en di© door den bloei
en de uitbreiding der gemeente zoo ruim
gebaat worden, bijdragen in billijke verhou
ding tot de andere ingezetenen en tot hun
belang, dan is uitbreiding van zakelijke
belastingen vereischte. Door verhooging van
het getal opcenten op de grondbelasting
van die der gebouwde eigendommen in de
eerste plaats is deze te verkrijgen."
Die verhooging wordt, wij deden het reeds
uitkomen, ook door ons noodig geacht.
Daarnaast kan dan de inkomstenbelasting
of hoofdelijke omslag, herzien met het oog
op den aanslag van loreusen, in stand blijven,
Behoud dus van de drie soorten van be
lastingen, zakelijke, verterings- en inkomsten
belasting, die, zooals wij in den aanvang
onzer opstellen deden opmerken, naar het
gevoelen van erkende deskundigen behooren
te worden gehandhaafd.
Daarnevens zouden wij nog eene wijzi
ging in de gemeentewet wenschen, en wel
schrapping van den regel, vervat in art. 254.
Dit artikel wil, dat kaai-, haven-, weg
marktgelden en dergelijke niet tot een hooger
bedrag geheven worden, dan noodig is te
achten om den betaler, naar evenredigheid
van het gebruik of genot, dat hij heeft, in
de kosten van aanleg, onderhoud of verstrek
king van het door hem gebruikte of genotene
te doen dragen.
Terecht merkt de tegenwoordige regeering
op, dat het onmogelijk is te bepalen of het
aandeel van een betaler in evenredigheid
staat tot het gebruik of genot, dat hij heeft.
Zij wil daaTom de Tedaetie verduidelijken
door te bepalen, dat de hier bedoelde rech
ten en loonen tot geen hooger bedrag worden
goedgekeurd, dan vereischt wordt tot dekking
van de ten laste der gemeente komende
kosten van die werken of inrichtingen of
van werken of inrichtingen, welke in recht-
streeksch verband daarmede aangelegd en
onderhonden zijn of worden en waarvoor
geene andere, afzonderlijke heffing geschiedt,
Deze redactiewijziging is ongetwijfeld eene
verbetering, maar het systeem der wet blijft
er door behouden: de havengelden mogen
niet meer opbrengen dan de haven kost, de
tolgelden niet meer dan de weg kost enz.
Waarom zouden wij willen vragen. Stel,
dat eene gemeente eene haven aanlegthet
havengeld, op een matig bedrag bepaald,
blijkt zooveel op te breDgen, dat de kosten
van onderhoud, van rente en aflossing der
voor den aanleg aangegane leening en van
inning daaruit kunnen bestreden worden.
Hoe matig bet bedrag nu ook zijn moge, en
hoezeer de schipperij er nooit eenig bezwaar
tegen geopperd hebbe, toch zal men het
recht mpeten verminderen, zoodra de leasing
is afgelost, want dan zou de opbrengst meer
zijn dan de uitgaven voor de haven. Waarom
mag nu dat billijke recht iu dit geval niet
in stand gehouden worden
Ook ingezetenen uit andere gemeenten
profiteeren van de haven. En tegen te hooge
opdrijving der rechten kan altijd nog de
koninklijke goedkeuring waken. Bovendien
zal, als de rechten te hoog worden, de schip
perij wel een anderen uitweg zoeken. Het
eigenbelang zal de gemeente nopen, de rech
ten niet op te drijven.
Een ander voorbeeld. Eene dorpsgemeente
heeft eene druk bezochte kermis. Zij wil
matig staangeld heffen, waartegen de
kramers volstrekt geen bezwaar hebben,
want zij verdienen op de kermis goed geld.
Maar de gemeente heeft geene andere
onkosten voor de kermis dan het verteer
van eeuige veldwachters, die de politie ver
sterken en het staangeld, hoe matig ook
berekend, zou die kosten overschrijden. Ergo,
de gemeente mag geen staangeld heffen.
Nog een voorbeeld. In den laatsten tijd
wordt in verscheidene gemeenten ingeschre
ven voor de beste staanplaatsen bij de kermis.
De opbrengst der staangelden wordt daar
door verhoogd. Het is onze overtuiging,
dat daardoor in strijd wordt gehandeld met
de wet, en dat alleen door de toepassinf
van een kunstmiddeltje de bedoelde inschrij
ving kan plaats hebben. Maar welk bezwaar
is er, haar bij de wet te sanctionneeren, nu
blijkt, dat de houders van teuten en kramen
er volstrekt geen bezwaar in zien en bereid
zijn het hoogere recht te betalen
Wij houden het voor zeker, dat op
aangegeven wijze reeds heel wat gemeenten
zouden geholpen zijn.
Vraagt men of door ons voorstei aan den
nood van alle gemeenten een eind zou gemaakt
zijn, dan antwoorden wij ontkennend. H
het is eene onmogelijkheid, een stelsel te
verzinneD zoo, dat alle gemeenten daardoor
onder alle omstandigheden uit den brand
zullen zijn gered. Wij noemden boven reeds
enkele feiten, die aanleiding kunnen geven
tot achteruitgang van den financiëelen toe
stand eener gemeente onderhoud van wegen
pensionneering veldwachter, uitbreiding peti
tie-personeel, vermindering van landpacht of
van opbrengst van vuilnis. Wij zouden er
eene menigte andere kunnen bijvoegenuit
breiding van onderwijs, vermeerdering van
armenzorg, vernieuwing van bestrating, aan
leg van een telefoon, bouw van een gemeente
buis, aanstelling van een geneesheer, van
een veearts enz. enz., en last not least
vermindering der middelen van bestaan (men
denke aan I e r s ek e,waar eenige jaren geleden
de achteruitgang der oestercultunr noodzaakte,
den hoofd elyken omslag met een paar duizend
gulden te verlagen, terwijl de gemeente
bovendien een belangrijke bate wegens ver
huring van bergplaatsen vaE pannen moest
derven.
By het best geregelde stelsel behoeft zich
maar een dezer omstandigheden voor te doen
en het financieel evenwicht kan verbroken
zijn. Maar is het dan ook noodzakelijk, dat
het Rijk op al die omstandigheden rekene
en altijd voor alles bijspringe? Het is
waar, dat het Rijk aan de gemeenten (eigen
lijk meer aan de gemeentebesturen) lasten
oplegt, maar is men in de gemeenten zelf
ook niet meer-eischend geworden Wanneer
de gemeentenaren goede straten verlangen,
het genot willen hebben van een telefoon
die het Rijk voor het grootste deel aanlegt,
een muziekgezelschap in stand willen houden
door eene bijdrage uit de gemeentekas,
straatverlichting wenschen, een eigen dokter
in hun midden willen hebben en dergelijke
meer, moet dan het Rijk de kosten daarvan
dragen, of moeten de gemeentenaren dan
zelf maar iets dieper in de beurs tasten
Wil men nu voor een enkelen tak van,
gemeentezorg nog bepaalde hulp toezeg
zooals het Rijk reeds deed voor het onder
wijs, ons goed. Daar kan aanleiding voor
zijn, o. a. misschien reeds dadelijk ten
opzichte der armenzorg. Maar dat men dan
een vasten regel stelle, gebaseerd niet, zo
de regeering wil, op een gedeelte der in
komsten van een enkel dienstjaarmaar op de
uitgaven voor dien bepaalden tak van dienst
vopr elk jaar aftonderlijk.
Wanneer wij nn nagaan, dat het Btelsel
der Regeering:
1°. ie omslachtig
2°. rekent met één dienstjaar, en wel
alleen met de inkomsten
3°. berust op verschillende „stelposten"
4®. leidt tot onbillijke uitkomsten;
dan meenen wij het door ons aanbevolen
voorstel, dat zeer zeker eenvoudiger is,
de gemelde fouten vermijdt en bovendien
ligt in de „historische lijn", boven dat der
regeering te mogen aanbevelen.
H. J. G. H.
Middelburg 3 November.
Onder de vereenigingen of besturen, die
adheasie verleenden aan het meergenoemde
adreB betrekkelfjk het onderzoek naa»- bet
vaderschap, ingediend door het »Comité tot
verbetering van den Maatschappeljjken en den
Rechtstoestand der vrouw in Nederland" be
hoort ook de timmerlieden vereeniging Help u
nelf te V1 i s s i n g e n.
Er zjjn tot dusver ingekomen 240 ljjsten
met 10.499 handteekeningen.
Het bovenstaande ontleen en wjj aan Belang
en Recht, waarvan thans het tweede nommer
is versohenen.
Naar aanleiding van deze mededeeling
zonden wjj willen vragen, of het nu niet op
den weg ligt van hen die de beweging om
trent het onderzoek naar bet vaderschap
steunen, vooral van de rechtsgeleerden onder
hen, om in een wetsontwerp hunne ideeëo
neer te leggen, hoe aan hun verlangen te
voldoen is.
Men zou dan zeker handelen in den geest
der voorstanders van die beweging en stellig
een meer practisch resnltaat in da h^nd weikeu
Er zou dan tevens kunnen blgken, in hoe
ver de uitvoering van het gewensohte moge-
lpk is.
OIÏ STAD EN PROVINCIE
Morgen, (Woensdag) en Donderdag wordt,
zooals onze lezers uit eene dezer dagen opge
nomen advertentie bekend kan zjjn, in een
der bovenzalen van de sociëteit St. Joris al
hier een bazaar gehouden van voorwerpen,
vervaardigd door de Dames-Werksters van
de alg. Ned. Vrouwenvereenjging Tesselschade
die wjj vermoeden dat wel druk zal bezocht
worden door de vrouwen in onze omgeving.
Een paar dagen terug hebben wjj kor telg k
uiteengezet, welk een goed doel met deze zoo
nu en dan eens gehouden wordende bazaart
wordt beoogd, zoodat wjj dat kunnen nalaten
en nu alleen nog eens de dames willen op
wekken er eenige inkoopen te doen.
Een heden genomen vluchtig kjjkje gaf om
i wetenschap, dat daar veel wordt uitgestald,
dat óf als sieraad in salon- of huiskamer öf
ten gebruike op de dames werk- en Bohrjjf-
tafel een plaatsje vinden kan.
Als leek kunnen wjj al dat dameswerk niet
beoordeelen, doch wet kunnen wjj yerzekeren,
dat er heel wat keurigs en kleurigs is op het
gebied van handwerkjes, zoo naai-, brei-, bor
duur- als kunstnaaldwerk, op kunstgebied als
schilder-, gebrand hont- en leder en wat ver
der onder vrouwen-arbeid te rekenen valt.
De dames, die bet bestuur der afdeeiing
Middelburg en Vlissingen vormen,
zyn druk bezig dit alleB smaakvol uit te stallen
en op zjjn voordeeligst te doen uitkomen, zoo
dat ook de tentoonstelling reeds de aandacht
verdient.
Wanneer wjj er ten slotte nog even op wjj-
zen, dat men hier niet te doen heeft meteen
fancy-fair, maar de voorwerpen tot winkelprij
zen verkrijgbaar zyn en men zelfs artikelen
vindt van enkele centen, meenen wjj weerlegd
te hebben het bezwaar van menigeen, die voor
te groofcen aanval op haar portemonnaie
vreest.
Bljjkens het jaarverslag van de »Kwart-
gulden-vereeniging voor Heide-ontginning"
werden in 1895 de belangen dier vereeniging
in 45 steden en dorpen van Nederland bevor
derd door de bestuurderessen van 27 kring-
comité's en 18 correspondentschappen. Aan
giften en jaarljjksohe bjjdragen werd (na af
trek van onkosten) de som van f 4008.141/»
ontvangen, terwijl het ledental steeg van 4196
op 6604. De vooruitgang in de bestaande
kring-comité's mag zeker bevredigend
noemd worden.
Die stichtingen zyn voltooid en een vierde
is in wording.
Het kring comité t© Middelburg be
stuurd door de dames De Liefde-Cramer, Loojjen-
Yerster en M. Boutdrez, telt 47 leden en gaf
37.75 «Is jaatljjksche bjjdrage.
Gedurende de maand October werden
door het centraal bureau van de telephoo*
alhier 3230 aansluitingen tot stand ge-
braoht; te Vlissingen 2401.
Bjj een Zondag te Rotterdam gehouden
schermwedstr jjd, uitgeschreven door de scherm-
vereeniging Sint Michael, werd de zilveren
medaille behaald door den heer A. de Voogd,
instructeur der echermvereeniging Pro Patria
alhier.
Bjj de administratie der directe belastin
gen, invoerrechten en accjjnzen zjjn, met in
gang van den len November 1896, bevorderd:
tot kommies der le klasse de kommiezen der
2e klasse L. Hölzenspies te S t. Maarten s-
d jj k en G. L. Versluis te Middelburg*
en tot kommies der 3a klasse de kommiecen
der 4e klasse A. J. W. Korff te Aarden
burg, H. Eeuning te St. Jansteenen
M. Hogenslein te Sas van Gent.
Nog deze week of a. 8. Zondag wordt
4e te Glasgow van nieuwe wielen voorziene
mailboot Koningin Regentes van de maat
schappij Zeeland te Vlissingen terug
verwacht.
Daar, zooals bekend, de drie nieuwe nacht
booten dezelfde verbetering zullen ondergaan
en de Prins Hendrik reeds tot dat doel te
Glasgow geweest is, valt het gemakktljjk uit
te rekenen, dat nu de Koningin Wilhelmina
nog aan de beurt ie.
Tot de passagiers, die heden f Dinsdag) met
den trein van ruim twaalf uur te Vlissin
gen aankwamen, om met de als dagboot
dienstdoende nachtboot Prinses Marie de reis
naar Engeland te vervolgen, behoorde het uit
ongeveer 80 balletdanseressen beBtaand ge-
zelBchap Kix&lfy.
Het aan de Hollandsche scheepvaart-maat-
acbappjj toebehoorend stoomschip Minister
Tak van Poortvliet, dat heden van Huil te
ViiBsingen moet aankomen, zal, naar men ons
meldt, slechts eene reis tusachen Vlissingen
Queeriboro' Pier maken, 'l^er verdere oprui
ming üer vele goederen, te'Vlissingen aange
bracht, zal een ander stoomschip door de maat-
sch&ppjj Zeeland gecharterd worden.
Maandagavond vergaderde te Goes de
liberale kiesvereeniging Goes. De voorzitter,
de bjjeenkomst openende, stelde in 't licht,
dat de behandeling van het concept-program
der Liberale Unie hoofdschotel zon zjjn.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester toonde aan, dat de vereeniging
ten minste niet achteruit gaat; het kwade
slot wordt gaandeweg minder.
In het bestuur zyn twee vacaturen, terwijl
de heer J. M. Eakubeeke periodiek moet af
treden. Laatstgenoemde heer werd met op
één na, algemeene stemmen herkozen. Aan
het slot der bjjeenkomst deelde hg onder toe
juiching der vergaderden mede, dat bjj de
benoeming aannam. De vacature-Van Weel
werd aangevuld door de verkiezing van den
heer J. J. Ramondt, terwjjl, na eindelooze
stemmingen, de heer C. Risseeuw werd aange
wezen om in de v&cature-Stigter te voorzien.
Overgaande tot de bespreking van de ont-
werp-besluiten der Unie stelde een lid voors
eerst de afgevaardigden naar de algemeene
vergadering te benoemen en deze vervolgens
carte blanche te verleenen. Daartegen ver
zette zich evenwel het bestuur, omdat het ee*
motie omtrent deze materie had ontworpen.
Natuurlijker wjjze verlangde niemand det
aanwezigen voorlezing van het program der
Unie, omdat men dit bekend mag onderstellen.
Maar de motie Deze sprak o. a. van vrees
voor beperkte keuze van candidaten om de
uitgebreidheid van het programma. Men zoo
willen dat niet het hervormings-program, maar
wel het program van aotie Shibboleth zcu zyn
voor eventueele candidaten.
Het bestuur was van meening, dat in het
hervormings-program zaken worden verlangd,
die in geen jaren bjj de kamer in behandeling
zullen komen. Vooral werd er op gewezen
hoe afkeurenswaardig het is, onmiddelljjk weer
de verkiezings-kwe8tie »op te rakelen". Als
het tegenwoordige geslacht het program va*
actie er door zou zouden onze kinds
kinderen wel voor het bereiken van het her
vormingsplan willen zorgen.
Deze motie, waarvan hier niet de woorden,
maar wel de geest is weergegeven, werd met
meerderheid van stemmen aangenomen.
De kieBvereeniging zal op 'de algemeene
vergadering vertegenwoordigd worden door
een paar leden, die zich daartoe bjj het bestuur
bereid zullen verklaren.
ONDERWIJS
Op de voordraobt voor onderwjjeeres aan
school te Vlissingen zyn geplaatst de,
dames H. Jacobson te 's-Gravenhage, J. J
Andrieaaen te Iereeke en A, C. Deurloo ty
Serposkejrke.