MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 258. 139" Jaargang. 1896 Zaterdag 31 October. De gemeente-flnanciën. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen: PrQs, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p*, f Afzonderlijke summers kosten 5 cent. ffkcraonctef. Middelburg 30 Oot. 8 u. vm, 43 gr., m. 12 u. 48 gr., »v. 4 u. 44 gr. F. Verw. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór óém uur aan het bureau besorgd z$n> AdverteatiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per rege!( Groote letters naar de plaats die zij innemen, Advertentiën bfj abonnement op voordeelige ▼oorwaarden. Proapeotussen daarvan zyn gratis aan het bureau te bekomen. Ageatea. Te Terneuzen: M. de Jonge; te Rotterdam Nxjgh van Ditmas. II. Het regeerlngoontwerp. De regeering wenscht in hare voordracht de uitkeering van eene zekere som door het Rijk aan de gemeenten te behouden. Zij, wil die echter niet, als vóór 1885, afhan kelijk stellen van de opbrengst eener rijks belasting, en evenmin, als nü. dat jaar, be palen op een cijfer, op de opbrengst dier be lasting gebaseerd, maar zij neemt twee ge heel andere factoren aan als uitgangspunten barer berekening. Bij de mededeeling daar van zullen wij tevens de cijfers overnemen- die door de regeeriag betreffende Middel, burg en Vlissingen zijn opgegeven.*) In de eerste plaats dan wil de regeering aan de gemeenten eene vergoeding geven voor de uitgaven, die zij in het algemeen belang hebben te doen. De klacht, dat een deel der werkzaamheden, door de gemeen tebesturen of hare ambtenaren gedaan, al leen strekt tot uitvoering van rykswetten, is niet nieuw. Breken met het stelsel om in de kosten van sommige in het algemeen be lang noodige zaken door de gemeenten te doen voorzien, verdient geen aanbeveling. Wilde men die kosten ten laste van den Staat brengenwilde men tot centralisatie op groote schaal overgaan, de kosten zouden aanzienlijk stijgen en in menig opzicht zou met meer kosten minder effect verkregen worden dan thans, nu de gemeenten uit den aard beter met plaatselijke omstandigheden rekening kunnen houden dan het Rijk. Moet dus het bestaande stelsel behouden blijven, tevens moet erkend worden, dat de gemeenten als agenten van het rijksgezag aanspraak hebben op vergoeding voor de ten behoeve van dat gezag verrichte werk zaamheden. Daar volgens de regeering ale regel is aan te nemen, dat in groote ge meenten de kosten van hetgeen de gemeente in het algemeen belang te doen heeft betrek- kelijk van meer beteekenis zijn dan in klei nere, zoo neemt het wetsontwerp drie klas sen aan, en wordt voorgesteld uit te keeren aan gemeenten: met niet meer dan 5000 inwoners, f 0,50 voor iederen inwoner met meer dan 5000 en niet meer dan 20.000 inwoners, f 2500 benevens f 1 voor iederen inwoner boven 5000; met meer dan 20.000 inwoners, f 17.500 benevens f 1,50 voor iederen inwoner boven 20.000. De berekening wordt gemaakt naar het zielental op 1 Januari 1896. Zoo staat al thans in het wetsontwerp. Maar in deD toelichtenden staat vinden we het zielental van Middelburg en Vlissingen vermeld als 18173 en 15590, dat is de bevol king op 1 Januari 1895. Naar dit zielental bedraagt de eerste factor van berekening der regeering resp. f 15.673 en f 13.090. Is deze berekening zeer eenvoudig, meer gecompliceerd is die van den tweeden door de regeering aangenomen factor. Die tweede factor is gegrond op de stelling, dat de uitkeering van het Rijk rekening dient te houden met de omstandig heid, dat de gemeente van een deel barer inwoners geen persoonlijke directe belasting kan vorderen, omdat hun inkomen geacht wordt, die betaling niet toe te laten. De Staat bereikt die menschen toch, daar hij accijnzen heft. Maar nu hij aan de gemeente die accijnsheffing verboden heeft, is het bil lijk, dat hij als het ware voor die menschen de directe belasting betaalt, die de gemeente niet van hen heffen kan. Hoe nu wenscht de regeering het bedrag daarvan te bepalen Twee vragen zijn daartoe te beantwoor denHoe de som te bepalen, waarin het Ryk een aandeel moet dragen Naar welken maatstaf is dat aandeel te bepalen Om de eerste som te weten te komen, vraagt de regeering, hoeveel in de gemeente zou moeten zijn opgebracht in het jaar 1896, Sommige opgaven zjjn reeds vermeld in het overzient, opgenomen in het nnmmer van 28 September jl. van deze courant. Met het oog op het ingewikkelde van het ontwerp zullen onze lezers ons wel niet euvel duiden, wanneer wjj tot verduidelijking enkele dier fijpgBven herhalen. indien de Staat geene uitkeering had gedaan. Zij telt dus samen a de zuivere inkomsten der gemeente uit hoofdelijken omslag (Middelburg f 98.700; Vlissingen f 35.300); belasting op -voorwerpen van verbruik, voor zoover die is toegestaan (Vlissin gen t 50.S02) opcenten op de personeele belasting (M i ri de 1 b u rg f36.419,V1 i s s ingen f16.783); hetgeen door baar is omgeslagen aan belasting in natura, herleid tot geld naar de daarvoor bepaalde sommen of dagloonen de vaste som, vervangende het vier vijfde gedeelte der rijks personeele belasting, waarover de gemeente heeft kunnen beschik ken krachtens de wet van 26 Juli 1885, Stbl. no 169, (Middelburg f 58.078, Vlissingen f 23.613); d de uit 'sRijks kas verleende: onderstand in de kosten harer huishouding subsidie in de gewone kosten van het lager onderwijs. De aldus berekende som (voor Mid delburg f 193.197, voor V li ss in gen f 126.498) stelt volgens de regeering het bedrag voor, dat in de gemeente aan per soonlijke belastingen over 1896 zou moeten zijn opgebracht, hadde de Staat geene bij dragen verleend. Een gedeelte dezer som zal de gemeente naar de ontworpen regeling reeds van het Rijk genieten naar de grootte harer bevolking. Voor dit gedeelte, de het eerst hierboven berekende factor, is geen belasting noodig; in dat bedrag heeft dus het Rijk ook geen aandeel van niet-betalenden bij te dragen. De eerste factor moet dus van de alsboven berekende som worden afgetrokken. (Voor Middelburg blijft er dan f 193.197 min f 15.673 f 177 524, voor V1 i s s i n- gen f 126.498 min f 13.090 f 113.408) Hoe nu te bepalen, welk aandeel daarin ten laste zou moeten komen van hen, die de gemeente met hare belastingen niet be reiken kan Daartoe is het allereerst noodig de grens te trekken tnsschen hen, die gerekend kun nen worden de bedoelde gemeente-belastingen te kunnen opbrengen, en de overigen. Voor deze grens neemt het wetsontwerp aan die, welke voor de personeele belasting is ge trokken in de wet van 16 April 1896 (Stbl. no 72). Wie door den rijkswetgever zijn geoordeeld vrij te moeten blijven van per soneele belasting, ofschoon de aanslagen tot laag cijfer dalen, moeten door hem evenzeer buiten staat worden geacht aan de gemeente directe belasting op te brengen. Wie dus eene woning bewoont met eene huurwaarde van minder dan f 75 te M i d- de 1 b nrg of van f87.50te Vlissingen en derhalve niet in de personeele belasting bijdraagt, moet geacht worden ook geen directe gemeente-belasting te knnnen betalen. Voor hem zal het Rijk dit doen. Maar hoe groot is het aantal van hen en hoeveel moet het Rijk voor hen geven Wel, zeggen de ministers, het aandeel, dat zij zouden moeten betalen in het bedrag, dat de gemeente noodig heeft, staat tot dat gebeele bedrag in dezelfde verhouding, als waarin de som der huurwaarden van hunne woningen staat tot de som der huurwaarden van alle woningen in de gemeente. Moet dan dé huurwaarde van alle wo ningen in de gemeente, waarvoor geen per soneele belasting betaald wordt, geschat worden Neen, zegt de regeering. Ik neem aan, dat ieder perceel door vier personen wordt bewoond. Deel ik dus het getal in woners der gemeente door vier, dan heb ik het totale getal woningen in die gemeente; trek ik van het aldus verkregen cijfer het getal der voor de personeele belasting aan geslagen woningen af, dan krijg ik het getal der onbelaste woningen. De huurwaarde van elke dier onbelaste woningen stel ik op vier vijfde van de hoogste huurwaarde, waarbij de personeele belasting niet wordt geheven (voor Middelburg dus op f 60voor Vlissingen op f 70)dan is het totaal dier huurwaarden natuurlijk gemakkelijk gevonden. Op deze wijze berekenen de ministers, dat de som der huurwaarden van de onbelaste woningen te Middelburg 22, te Vlissingen 24 pet. van de som der huurwaarden van alle woningen bedraagt, zoodat resp, 22 n 24 pet. van de door die gemeenten benoo- digde som zou moeten worden betaald door het Rijk (voor Middelburg wordt dit pet. van f 177.524 of f 39.055, voor Vlissingen 24 pet. van f 113.408 of f 27.218). De aldus verkregen som is dan eindelijk «e tweede factor van de mfivéterieele bere kening. De eerste en de tweede factor worden nu samengeteld (voor Middelburg krijgt men dan f 54.728, voor Vlissingen f 40.308), de uitkomst gedeeld door het getal zielen op 1 Januari 1896 (1895 vol gens den toelichtenden staat der regeering), en het aldus verkregen quotient stelt daD eindelijk voor de som, die aan elke gemeente voor eiken inwoner zal worden uitgekeerd (voor M i d d e 1 b u r g f 3.01, voor Vlis singen f 2.585). Deze uitkeering nn heeft men voor ieder dienstjaar te vermenigvuldigen met het g< inwoners op 1 Januari van dat dienstjaar om het cijfer te krijgen, dat aan de ge meente voor dat jaar zal worden nitgekeerd. >e lezer, die ons tot hiertoe gevolgd beeft, moet nog even geduld hebben; we zijn er nog niet. Voor sommige gemeenten moet bij den eersten en den tweeden factor nog een derde gevoegd worden. In die gemeenten, waar gemiddeld over de jaren 1894, 1895 en 1896 de gewone kosten der armenzorg meer bedragen hebben dan 15 ten honderd van het verschil tnsschen hare gewone in komsten en die kosten, wordt dat meerdere eerst afgetrokken van het bedrag, waarin het Ryk zal hebben te betalen, vóór dat wordt nagegaan, hoeveel het aandeel van het Rijk zal bedragen. Als dit dan daarna geschied en dus de tweede factor volgens bovenstaande berekening bepaald is, dan wordt bij den eersten en den tweeden fac tor weder dat meerdere, dus een derde factor» eteld, en eindelijk de aldus verkregen som gedeeld door het getal zielen op 1 Januari 1896 om de uitkeering per inwoner te verkrijgen. De op bovenomschreven wijze berekende uitkeering zal voor enkele gemeenten minder bedragen dan de vaste som, vervangende het vier vijfde der personeele belasting, -welke die gemeenten thans ontvangen krachtens de wet van 26 Jnli 1885 (Stbl. no 169). Zoo zou Middelburg volgens de nieuwe bere kening krijgen f 55.586, terwijl de gemeente thans geniet f 58.087. Terecht erkent de regeering, dat daaruit bezwaren zouden kunnen voortvloeien, weshslve zij voorstelt, de nieuwe uitkeering piet te doen dalen be neden het thans gegeven cijfer. Behalve de regeling dezer jaarlijkscbe uit keering bevat het ingediende ontwerp eenige nadere voorschriften voor de heffing van plaatselijke belastingen. Wij zagen reeds, dat de gemeentewet bevoegdheid geeft, resp. 40 en 10 opeenten t© heffen op de hoofdsommen der grond belasting op gebouwde en ongebouwde eigendommen. Het ontwerp geeft bevoegd heid, in beide categorieën ten hoogste twintig buitengewone opcenten te heffen maar aangezien de bedoeling is, daarmede de uitwonende eigenaren te treffen, voegt het er terstond bij, dat hij, die in eene gemeente wegens hoofdverblijf voor den hoofdelijken omslag is aangeslagen, vermin dering daarvan kan krijgen voor het bedrag, dat hij wegens in die gemeente gelegen eigendommen aan buitengewone opcenten moet betalen. Is men voor opcenten op de personeele belasting tot dusver gebonden aan den regel, dat minstens 40 en 10 opcenten op de grondbelasting worden geheven, benevens een hoofdelijke omslag, waarvan het bedrag ten minste gelijk sta aan dat der te heffen opcenten, die regel zal vervallen. In de heffing der opcenten op de personeele be lasting zullen de gemeenten vrij zijn. Willen zij er echter meer dan 50 heffen, dan blijft de heffing tot dit bedrag beperkt voor hen, voor wie de belastbare opbrengst niet te boven gaat het dubbel van de hoogste huur waarde, waarvoor geen personeele belasting berekend wordt, terwijl zij daarna geleide lijk stijgt, doch zóo, dat het volle getal bereikt wordt uiterlijk bij de aanslagen van hen, voor vie de belastbare huurwaarde hej vijfvoud der bedoelde som bedraagt. Te Middelburg bijv. bedraagt deze som f 75. Naar men weet worden daar 70 opcenten op het personeel geheven. Welnu, voor hen, die wonen in perceelen met f 150 of minder huurwaarde, zal het getal opcenten niet booger dan 50 mogen zijnvoor hen die aangeslagen zijn voor hnnrwaarden vaD f 375 en meer zal het 70 mogen bedragen voor de daartusschen gelegenen zal de verordening het moeten vaststellen. Verder bevat het ontwerp eene zeer be- ugryke bepaling in zake den hoofdelijken omslaghet bedrag der aanslagen moet percentsgewijs gelijkelijk worden berekend over het totaal van het inkomen of de ver tering of, bij indeeling in klassen, over het aanvangscijfer of het middencijfer der klasse, een en ander na aftrek van een bij de belastingverordening te bepalen, voor alle aanslagen op gelijken voet berekend, bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud. Progres sieve heffing wordt hierdoor verboden: van elk inkomen, zoowel van dat van f 500 als van dat van f 5000, mag een gelijk bedrag, bijv. f 300 of f 400, worden afgetrokken; van het overblijvende wordt een voor allen gelijk percentage berekend. Voorts geeft het ontwerp aan de gemeen ten verlof, in den hoofdelijken omslag de zoogenaamde forensen" aan te slaan, in dien zin, dat hij, die gedurende meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of zijn gezin eene gemeubelde woning of een kantoor of andere inrichting tot persoonlijke uitoefening van eene betrekking, beroep of bedrijf beschikbaar houdt, of hij, die in een belastingjaar op meer dan 90 dagen aan wezig is tot uitoefening van een beroep of bedrijf in een kantoor, winkel, werkplaats of andere vaste inrichting of tot vervulling eener dienstbetrekking, voor vier twaalfde gedeelten van den aanslag over een vol jaar in den omslag moet bijdragen. Nog opent het ontwerp de gelegenheid tot belasting van gebouwde eigendommen, die aan de openbare straten of wegen der gemeente belenden (straatgeld) en van ge bouwde eigendommen en hunne aanhoorig- heden, die gelegen zijn in bepaalde afdee- lingen der gemeente, terwijl het ten slotte de vaststelling van tarieven voor het gebruik of genot van andere inrichtingen dan de in art. 238 der gemeentewet genoemde wegen, kanalen, havens enz. (men denke aan gasfa briek en waterleiding) aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderwerpt. Wij hebben gemeend, eene uitvoerige uit eenzetting te mogen geven van het voorstel der regeering, vooreerst omdat het hier onderweip geldt, waarvoor de belangstelling uit den aard der zaak niet gering kan zijn, maar ten andere tot recht begrip van eenige bedenkingen, die wij tegen het ontwerp heb ben en die wij in een volgend artikel wenschen uiteen te zetten. Middelburg 30 October. By kon. besluit is de luitenant-kolonel L. Zegers VeeokenB, van den staf der artillerie, toegevoegd aan den directeur der artillerie-inrichtingen, op pensioen gesteld ad f 1800 'sjaars; zyn benoemd by het -napen der art-., by het korps rydende art. tot luit.-kolonel de majoor C. de Wit, comm. van het korpsby het 2de reg. vest. art., tot kapitein de eerste-luit. J. H. C. Sluiter, van het korps ryd.-art. gedetacheerd by het 3de reg. vesting-art.by het 3de reg. cest.-art., tot eerste-luit. de tweede-luit. A. H, da Koning, van het korps, gedetacheerd by de werkplaatsen voor draagbare wapenen; zyn benoemd by bet wapen der Koninklyke marechaussee, by de 2e divisie, tot luit.-kolo nel de majoor jhr J. A. Boreel de Maureg- nault, comm. dier divisieby de 4a divisie, tot majoor en comm. dier divisie, de kapitein F. V. Quadekker, van die divisie ia de Oost-Indische ambtenaar met verlof, G. A. ter Linden, laatstelijk eerste-machinist by de gouvern.-marine in N. 1., op zyn ver zoek, wegens phyaieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen ia de met verlof in Europa aanwezige le-luit. der inf. van het leger in N. I. S. L. Swaab, ter zake van lichaamsgebreken, het gevolg tm verwonding in don strjjd bekomes, eer vol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Door de arr.-rechtbank te Haarlem is, ter vervulling van de vacature van kantonrechter te Zaandam, opgemaakt de navolgende alpha- betische lyst van aanbeveling: jhr. nxr. W. H. Hoeufft, griffier by het kan tongerecht te Zierikzeemr. B. J Rasob, en mr. P. H. Smits, substituut-griffiers by do ar>. --'èchtbanxeu te Haarlem en 's Hertogen- boech. Men deelt aan Eet Vaderland mede, dat tot het comité ter exploratie van Boven Suriname, behalve de heeren De Gelder, Lely, Jansen en Strubea, nog behooren de heeren L. D. I. L. de Ram, lid der Tweede kamer, en L. P. de Stoppelaar, oud-luitenant t/z la kl. der kon. marine, secretaris. Het hoofdbestuur der Vereeniging voor Vrou wenkiesrecht heeft H. M. de konmgin-weduwe- egentes verzocht by de Tweede kamer geen wet aanhangig te maken speciaal betrekking hebbende op het huwelyk der koningin, maar liever door een wetsontwerp te willen bevor deren de herziening van het burg. wetboek in dien zin, dat de koningin der Nederlanden kan huwen als iedere andere Nederlandscha vrouw, zonder aan hare waardigheid als mensoh en aan hare zelfstandigheid te kort te doen* orr STAD EN PROVINCIE Tegen 17 November a. s. is benoemd tot arbeider aan het station te MiddelburgJ. Berkhout te 's Graven hage. Men schryft ons uit Vlissingen: De herrie, door voor de militie lotende jon gelieden teweeggebracht, Iykt tegenwoordig niet veel meer op die van vroegere jaren. Men mag nu nog eens een paar opgewonden lote- lingen ontmoeten, die wat meer drank gebruik ten dan hun dienstig was, 't zy uitblydschap dat ze een nummer trokken dat hen van 1fc soldaatje Bpelen ontsloeg of uit spyt dat ze niet zoo gelukkig waren, en al vaBt maar den volke kond doen dat ze »gane naar de kamp van Zys!"; van vecht- en sngpartyen boort hoort men zoo niet meer. Doch wat er niet veel beter op geworden is, is het vloeken en vuile taal uitslaan. Om uit te maken wie 't van elkaar winnen, de boeren- of burgermans jongens, zou men tyd moeten hebben hen na te gaan, maar wat wy in de gauwigheid waarnamen was, dat de jongelui van buiten al aardig van die vuile gewoonten gebruik maakten. Laat men toch maar niet zeggen, dat men in de kazerne vloeken leert. Daar schermen gtwoonlyk nog veel menschen mêemeer waar is eohter, dat men 't by het betrekken van dat gebouw, reeds lang kent. Naar men ons uit Vlissingen meldt is heden morgen aldaar met verlies van klui verboom enz. binnengesleept, door het Belgisch stoomschip Adolf Dappe, de Vlissingsobe loodsschoener no. 13, schipper Naerebout. Tnsschen beide vaartuigen heeft in zee eene aanvaring plaats gehad. In sommige bladen doet het bericht da ronde, dat te Vlissingen een smid van de trap dood gevallen was. Naar men ons meldde was de val volstrekt niet de oorzaak van zyn dood. De man was al lang lydende en werd door een beroerte getroffen; hy gleed slechts enkele treden uit. Daar dit binnensbuis ge beurde, was er geen aanleiding om daarvan melding te maken. Woensdag spoelden aan het strand te B o r s s e 1 e voor den Van Citers-polder twee paardenlyken aan. Een der verdachten van den diefstal van ganzen te. I e r s e k e is wêer op vrye voeten gesteld. De ander is een bekende van de justitie. De ganzen zyn gedeeltelyk wel terugge vonden, maar niet, zcoals gemeld, in de wo ningen van de verdachten. Woensdag werd brand ontdekt in een bergplaats van steenkolen te Zierikzee. Door spoedige hulp wist men het vuur, dat door broeiing ontstaan was, te beteugelen zonder dat de brandweer gealameerd behoefde te worden. Alleen bet hoofd der brandweer en enkele brandmeesters waren tegenwoordig, In bet pakhuis bevonden zich ongeveer 4000 hectoliters kolen, die er thans uitgewerkt wor den. Alles was verzekerd. Door kerkvoogden en notabelen der Ned, Herv. kerk te Sr. Maartensdykis be sloten de personeele toelage voor den te be roepen predikant te brengen van f 500 op f661. Het predikantstraktement bedraagt nu f 2000, behalve genot eener vrye woning met 2 tuinen en vrydom vau alle belastingen met uitzon dering van die op bet vermogen. Volgens de Hoilasdsche bladen vertrok Donderdag,de justitie uit Zierikzee, vergejsety

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1