Hinrgscto Oourant FEUILLETON. BIJVOEGSEL VAM DB TAM Maandag 26 October 1896, no. 253. Middelburg 24 October. Brieven uit het Vijfde District. n. 22 Oct. '96. 'tWas Maandagmorgen. Jaiat had ik mg klaargemaakt om mjjn huis te verlaten, ten einde met den trein van 9 uur 47 (Green- wichtjjd) naar de markt in Hulst te vertrek ken, toen mgn vriend Klaas Kraai juichende binnen kwam stormen. »Hoera! Hoera!" riep hg. «Ze krjjgen hom niet, wjj houden hem hier. Kjjk maar, 'fc atoat in de krant, dat valt jou ook tegen, Blauw." «Wie krggen hem niet", vroeg ik, «en wat valt mg tegen «Wel, de burgemeester van Zaamslag heeft verlof om tot 1 Maart 1897 hier te wonen. Dat had gjj niet gedaoht, is 't wel »Mis Kraai", zei ik, »ik heb daaromtrent mgn gedachte niet geuit; ik heb alleen in mgn eersten brief in de Midd. Courant de vraag geopperd, wat de regeering thans doen zou, en nu weet ik het." «Nu zie je toch wel, dat de regeering hart heeft voor ons", antwoordde Kraai; «ze bezorgt ons op die manier een aardig habesje voor den hoofdeljjken omslag en dan wat hg nog hier verteert. De regeering meent het goed met ons." «Ja, dat zie je aan de rolbrug", merkte ik op. Wegwas-ie; je kunt sommigen lui hier niet erger het land opjagen, dan door eventjes te spreken over de heerljjke rolbrug. Sommigen beginnen je dan een hoekje open te doen over de zorgen van de regeering voor Terneuzen, dat het je wee om het harte wordt; anderen zwellen op als een pad en loopen kwaad weg tot die laatste soort behoort mgn vriend Kraai. Ik had dan ook nauweljjks het woord «rolbrug" over de lippen, of hg vloog nog gauwer de deur uit dan hg er in gekomen was. In zjjn drift liet hg de courant liggen en ik zag daarin dat ook aan den burgemeester van Bosohkapelle en Stoppeldgk verlof verleend was om tot 1 November 1897 te Hulst te wonen. Over deze zaken nadenkende, kwam ik in Hulst; en een der eersten, die ik daar ont moette, was mgn viend Gjjs Brik, landbouwer te Stoppeldijk. Na de gebruikelijke begroeting en informatie naar den welstand der weder- zjjdsche familie, zei ik »Wel Brik, jelui bur gemeester gaat zoo in Hulst wonen." »Ja" was zgn antwoord, «dat is een sohandaal. Eerst vragen 2jj aan den raad, wat die er van denkt en nu onze raad met vier tegen twee stemmen besloot om te antwoorden, dat ze er niet inkwamen, nu krjjgt de burge meester toch verlof. Waarvoor vragen ze het dan aan den raad, als ze er zich toch niet aan storen Ik wou dat ze maar deden wat laatst in de Terneuzentche Courant stond ik wou dat ze ons maar aan België verkochten." «Stil Brik, pas op, je bent wel in het vrjje Nederland, maar je kunt daarom toch wel te veel neggen. Weet je wat je doet Kom Woensdag avond met je vrouw bg mg; mgn vrouw verjaart dan, er komen nog een paar vrienden, dan kunnen wg thuis op ons gemak er eens over praten. Mgn zoon Piet, die in Amsterdam voor advocaat studeert, is dan ook bg ons en die zal ons wel op de hoogte helpen met de wet". Brik nam de uitnoodiging met plezier aan. Ik wou dat ik het nooit begonnen was, want die Woensdag avond is een nagel aan mgn doodkist. En dat door mgn eigen zoon! OUDERWETSCHE LUÏDJES. Uit het Duitsch. VAM IIL.SE FEiAPAN. Als de tuinboonen goedkoop worden en met hun geur de lucht vervullen; wanneer er karren vol met aardbeien en kersen door de straten rjjdenals stegen en binnenplaatsen vol zonnennevel zgn, en de streep schaduw op het trottroir zóo smal is dat men er niet meer in kan loopen, dan is er in de lange Neustadter Nieuwstraat geen koeler plekje dan de komenjjkelder der «Gebroeders Frits en Johan Becker", zooals op het witte schild met roode letters, boven de trap vermeld staat. LangB de smalle uitgesleten treden valt nog wel een brutale zonnestraal, die in de schuinsstaande botervaten kjjkt naar de zuiver gele boter, vol minachting langs de gedroogde witte boonen en groene erwten heen gljjdt, om over de bolronde, roode kazen te dansen en ten slotte mjjnheer Moor, den grooten zwarten kater, die ineen gedoken op een matten stoel zit, in den neus te kittelen, zoodat hg gedurig met zgn poot daar langs moet strjjken, om niet te niezen, 't geen niet met zgn deftigheid zou strooken. Maar de neus van mgnheer Moor is de grens ver* 't Was Woensdag avond. Omdat het geen kroonjaar was, had ik slechts mgn beste vrienden met hunne vrouwen gevraagd. Enkelen waren door omstandigheden verhinderd, toch was het gezelschap groot genoeg om pleitier te hebben. Er warenKlaas Kraai en zgn vrouw, Ggs Brik met zgn wederhelftver volgens mgn onderagent voor Buikerbieten te Zaamslag, Bram Kaas, eveneens met zgn vrouw, en ten slotte mgn geheele huisgezinmgn vrouw, drie zoons, Piet, die voor advocaat leert, Hein, die op de Hoogere Burgerschool is te Middelburg, en Kees, die hier op een kantoor is om den handel te leerendan mgn twee dochters Anna en Koos, beiden nog dis ponibel, en ten slotte ikzelf. Graag had ik er den burgemeester van Zaamslag ook bg ge had, maar deze was op reis. De dames voegden zich bg elkaaren ook de heeren hielden het gesprek meer onderling, hoewel later de vrouwen er af en toe ook een woord tussohen voegden. Ggs Brik was al gauw aan 't woord en noemde het nog eens een schandaal. «Onze burgemeester woont nu al drie jaar te Boschkapelle en nu gaat hg te Hulst wonen. De raad te Boschkapelle heeft hem met algemeene stemmen verlof gegeven, na dat bjj beloofd heeft, dat, al woont hjj in Hulst hg toch, zoolang hg burgemeester van Bosoh kapelle en Stoppeldgk is, jaarljjka in de ge meentekas van Boschkapelle evenveel zal storten als thans zgn hoofdei jjke omslag be draagt. Toen dacht de raadnn sIb wg de centen maar krggen, dan is het ons goed. De last voor de ingezetenen om, als ze den bur gemeester moeten spreken, naar Hulst te moe ten gaan, heeft hen niet weerhouden tot het verleenen van verlof. Bg ons in Stoppeldgk weigerde de raad met vier stemmen tegen twee om verlof te verleenen, maar't gaf niets, bg kreeg toch toestemming. Maar 't is geen wonder, wg zgn hier toch half Belgsch. De spoorljjnen zgn voor een groot deel Belgsch; de tram, die nu gelegd zal worden van Hulst naar Walsoorden, wordt door een Belgisch ka pitalist gelegd. Ons vee veikoopen wg naar België, onze granen gaan grootendeels naar België, onze suikerpeeën evenzooals wg aan België behoorden, dan zouden de zaken wel beter gaanik zeg dat L. S. te A. in de Terneuzentche courant geljjk heeft, ik wou dat zjj ons aan België verkochten, dan zou de burgemeester in de gemeente wonen, dan had de gemeente er gemak van. En nu sturen ze ons van die burgemeesters uit Holland, die niets van onze gewoonten en gebruiken ken nen, en die ze ook nooit zullen leeren ken nen, want, öf ze wonen buiten de gemeente, öf ze zgn van de twaalf maanden er dertien op reis". «Dat kan niet" zei mgn zoon Kees «want dertien van twaalf dat gaat niet" Ik wierp hem een bestraffenden blik toe en gebood hem te zwjjgen als oudere menschen spraken. «Jongeheer", antwoordde Brik gebelgd, «joageheer, jjj zult het in den handel nooit ver brengen, als jjj van twaalf geen dertien kunt maken; en daarenboven was het maar bg manier van spreken." «Jawel", zei Bram Kaas, «maar als er nu toch geen woning voor den burgemeester is, zooals bg jullie, dan heeft de regeering toch gelgk dat ze hem verlof geven. «Wat? Geen woning?" barstte Brik los. «Geen woning dat ie dan een woning bouwe. Wel sakkerju, ik vraag maar zgn de ge meenten er voor de heeren om burgemeester te kunnen spelen, of zgn de burgemeesters er om de gemeenten te besturen En om een gemeente goed te besturen, moet je ze ken nen, en om ze te leeren kennen, moet je er wonen, en als je denkt dat je er geen woning kunt krggen, dan moet je, als je het wel meent met zoo'n gemeente, niet solliciteeren voor het burgemeesterschap. Maar waarom nemen ze zoo'n baantje op een boerennegorij, zooals ze ons op zgn fatsoenlijkst noemen, aan Alleen maar omdat ze niets anders krggen kunnenen als ze dan een jaar of wat burgemeester geweest zgn, dan hebben ze geleerd wat ze niet doen moeten om de boel in de war te schoppen, en wat ze wel doen moeten volgens Rjjks-, Provinciale- en Ge meentewetten. Dan hebben ze het klappen van de zweep in de administratie beet, en der gaat de zon nooit. Daar achter is koelte, schaduw, aangename schemering. Te midden van die schaduw, aohter de wit geschuurde toonbank, met de blinkende ko peren schalen en de soherp geslepen messen, rechts een ZwitBersche kaas ,met groote gaten, links een doorregen zjjde spek, als de steun pilaar van het rjjk, bomen de vriendelgke gezichten der gebroeders Johan en Frits Beo- ker te voorschjjn, als een paar volle manen, of als de twee regeerende vorsten in deze wereld van voedzame, smakeljjke voorwerpen. Op dezen warmen Zaterdagmorgen was het hoofd, van den heer Frits alleen zichtbaar achter de toonbank en die keek af en toe van zgn oourant op naar buiten, waarbg tel kens zgn vleezige hand over de flnweelen huid van mgnheer Moor streek en hem ach ter de ooren krabde. Eindelgk kwam er iemand. Een groote breede gestalte, zóo forsch dat het een onmogelijkheid scheen om haar door den lagen ingang te wringen, volbracht dit wonder echter zeer handig en stapte heel voorzichtig de trap af, en den winkel in. De welgedane heer achter de toonbank bracht gekscherend de hand aan zgn pet en riep vroolgk uit: «Ach, ziedaar, mgnheer Johan Becker! uw dienaar". De jongere broeder, die er precies uitzag als de oudere, in een langen spiegel gezien, strekte de hand over de toonbank heen en zjj begroetten elkaar alsof ze elkaar in lang hard gaan ze naar een grootere gemeente. Juist als ze geleerd hebben hoe de zaken staan, en als de gemeente er plezier van zou kunnen krggen, dan poetsen ze hem, en dan heb je kans, dat ze weer een nieuweling sturen, en dan begint het spel weer van voren af aan." Ik begon een beetje verlegen te worden over die socialistische taal, toen, naar ik op dat oogenblik geloofde tot mgn geluk maar naar ik later merkte tot mgn ongeluk, mgn zoon Piet opstond en zeide«Pa, ik vraag het woord". Trots, dat mgn jongen zulke goede manie ren had, zei ik «Kees, neem een voorbeeld aan je broer, traoht dien na te volgen, dan zal je het ver brengenen nu geef ik het woord aan Piet." «Mgne Heeren" aldus begon bg, «laat mg trachten u een weinig op de hoogte te bren gen van den toestand. Daar ik begreep, dat deze zaak hier heden avond ter Bprake zou komen, heb ik van morgen op de markt eenige informatiën ingewonnen hg een paar Zaamslagsche raadsleden en heb ik ook nog bjj andere ingezetenen dier gemeente inlich tingen gevraagd". (Hier knikte Bram Kaas heel vertrouwelijk.) «Zgn mgne inlichtingen juist, en ik heb geen redenen om daaraan te twjjfelen, dan heeft zioh de zaak aldus toege dragen." Hier hield h|j even op, dronk een slok wjjn, humde een paar maal en vervolgde «Den 14den Februari 1896 kwam bg den gemeenteraad een verzoek in van den burge meester, natuurljjk overeenkomstig de tweede alinea van art. 74 der gemeentewet, door bemiddeling van Gedeputeerde staten, om voor zes maanden in Terneuzen te mogen wonen» omdat te Zaamslag voor hem geen huis beschik baar was. De gemeenteraad, hoewel den wensch uitsprekende dat het hoofd der ge meente binnen de grenzen woonde, adviseerde goedgunstig op dit verzoek, opdat de burge meester tjjd zou hebben naar een geschikte woning om te zien. Het verlof werd verleend tot 1 Sept. 1896. Den eersten September was al voorbjj, en nog woonde de burgemeester niet te Zaamslag. Dat in dien tusschentjjd de verstandhouding tusschen den burgemeester en den gemeente raad niet rooskleurig was, behoef ik u niette herinneren. In de raadsvergadering van 8 September kwam nogmaals een schrjjven in van den burgemeester om weder voor zeB maanden in Terneuzen te mogen wonen, omdat adressant te vergeefs getracht had te Zaam slag een huis te krggen. De gemeenteraad weigerde met vjjf stemmen tegen een om in dit verlof te bewilligen. In het antwoord van den raad aan Ged. staten kwamen de navol gende zinsneden voor: *dat de raad toen [den léden Februari) het door den burgemeester gevraagde verlof toe stemde, opdat de burgemeester tjjd zou hebben naar een woning om te zien dat de raad zeker weet dat de burgemeester zich van een woning heeft kunnen voorzien', dat de raad sedert het eerste verzoek vaster versterkt is in zijn overtuiging, dat het voor een goeden gang van zaken dringend nood zakelijk is, dat de burgemeester in de ge meente woont." Wederom nam Piet een slokje wjjn. Hg las het laatste gedeelte zjjner rede voor uit het Terneuzens Volksblad. Mjju hart zwol van vadertrots, ik zag mgn zoon al als minister. «Mgne heeren", vervolgde hjj, «vergunt mg thans u het tweede lid van artikel 74 der gemeentewet voor te lezen Hiervan kan, dat wil zeggen van het hebben van zgn, des burgemeesters, vaste woonplaats binnen de gemeente, is het in het belang der gemeente noodig, door ons, de gedeputeerde staten, die het gevoelen van den raad inwinnen, gehoord, ontheffing worden verleend." «Ik maak er u opmerkzaam op, dat er staatis het in het belang der gemeente noodig en dat er niet staat, is het in het belang des burgemeesters noodig. Met deze opmerking is reeds dadeljjk de meening weerlegd, dat aan den burgemeester van Zaamslag, tegen het belang der gemeente in, verlof is verleend want, gg weet het reeds, ondanks de weigering van den raad, kreeg bg toch wederom verlof tot 1 Maart 1897. De burgemeester beriep er zioh op, dat hjj geen huis kon krggen, en de raad weersprak dit ten stelligste. Des burge niet gezien haddenJohan was een half uur uit geweest. Hg veegde zgn voorhoofd af en opende voorzichtig een papieren zak, dien hg in den arm hield en die een bloemruiker bevatte, welke hg voor zgn tweelingszuater van de markt gehaald had, zooals hg sedert jaren eiken Zaterdagmorgen deed. «Mooie heliotropen, niet waar, Frits Maar deze roode klok, met de bruine aderen, die ken ik niet. Misschien weet Hansje wat het is. Is zjj binnen?" Hg wees op de kleine, gele deur, die naar de kamer achter den winkel leidde. «Neen Hansje is boven en Rika ook. Ik heb al gezegd, dat zjj beneden moesten komen bg die hitte een kelder is warm in den winter en koel in den zomer! Maar het kon niet vanwege de palingsoep." Hjj smakte met de lippen en voegde er als een deskun dige bjj «palingsoep is wat lekkers." Johan glimlachte en knikte. «Nu, ik kom dadelgk terug." «Groet de dames", riep de ander hem na; «zeg dat zjj zich niet moeten vervelen en dat de balletjes niet zoo hard mogen zgn als den laatsten keer, en zeg aan Rika dat Het Spook van Bodenburg nu toch heelemaal te voorsohjjn is gekomen, en dat ik het op de nummers heb gelegd." Daarop gaf Frits mgnheer Moor een schgfje worst; want Johan had vergeten hem te «troelen en zulk een verwaarloozing behoefde meesters eenigste motief, althans voor zoover de raad er over kon oordeelen uit de sohrifte- ljjke aanvrage, was door den raad weerlegd, en tevens sprak de raad als zgn vaste overtuiging uit, dat het belang der gemeente vorderde, dat den burgemeester geen verlof werd verleend. En toch werd het verleend. Waarom? 'tls natuurljjk te flauw om er over te spreken, dat dit verlof zou zgn verleend om Terneuzen te bevoordeelen." Klaas Kraai werd rood en wilde iets zeggen, doch een wenk van mg weerhield hem. «Neen, mgne heeren, zou die reden niet een geheel andere kunnen zgn?" Wederom nam Piet een slok wjjn, keek triomfante!gk rond, en bemerkte de groote spanning op onze aangezichten men had een speld kunnen hooren vallen; zelfs de dames luisterden. «Een der raadsleden vertelde mg, dat hg persoonljjk en vele landbouwers en andere ingezetenen met hem liever den burgemeester niet te veel in de gemeente zagen. Onder vroegere burgemeesters toch was er al tjjd een oog dichtgedaan, als de boeren suikerbieten aan den weg legden, of hunne wagens lieten staan. En thans was door den veldwachter bg verschillende personen aangezegd, dat dit met meer mocht gebeuren, daar anders proces verbaal zou volgen. «Wellicht," en thans glom Piet's gezicht van geestdrift, «wellicht wist de regeering dit» en heeft zjj het belang der gemeente willen bevorderen, door den burgemeester buiten de grenspalen te houden, althans hem niet te noodzaken er dageljjks binnen te wonen." Een luid applaus volgde. Ik werd echter wit van kwaadheid en met moeite bracht ik uit«DonderBche jongen, zie jg de regeering voor gek aanezel, zotskap, denk jg dat, als de regeering om die reden den burgemeester verlof verleende, ze hem dan niet zouden doen ophoepelen Piet stond verbluft. Kees zeide echter «ik moet een voorbeeld nemen aan mgn broer, trachten dien na te volgen, dan zal ik het ver brengen." Njjdig riep ik hem toe«Hou je mond, uilskuiken." Toen zei mgn zoon Piet: «Pa, nu beleedigt u zioh zeiven." De gal sloeg mg in het bloed sterren en vonken dansten mg voor de oogen en met een vuistslag op de tafel riep ik uit: «Marsch, alle drie naar bed." 't Plezier van den avond was weg. En zelf nu nog, Donderdagavond, terwjjlikditsohrjjf, jaagt het schaamrood rug over de wangen. Onmogeljjk kan ik thans voldoen aan mgn belofte, in mgn eersten brief gedaan, om te melden waardoor de burgemeester zioh zoo impopulair heeft gemaakt. Tot later, als mgn bloed bedaarder vloeit. JAN BLAUW. P. S. Anders waren mgn jongens de net heid en degeljjkheid in persoon, maar den vorigen avond waB het alsof in hen een boo ze geest gevaren was. 1 I J S H. Vrjjdag bevatte de N. R. Ct. een telegram van zjjn lndischen correspondent, betreffende Atjeh en Lombok. Het was eohter door een zinsnede onduide- ljjk geworden en daarom maakten wg hiervan geen melding, ook in de meening dat, zooals meermalen, van offioieele zjjde die berichten ons wel spoedig zonden bereiken. In dat telegram werd o. a. gemeld, dat Woensdag twee bataljons over Djerir naar Pieng en Moeloe uitgerukt waren, tengevolge van een kritieken toestand. Thans is weer geseind, dat de excursie was uitgesteld, wogenB overstrooming der Atjeh- rivier. Het jongste verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 6 tot en met 12 dezer, bevat wederom meerendeels bekende feiten. De toestand in de IV en VI Moekims bleef gunstigvoortdurend keeren lieden in hunne kampongs terug en begeven zich weder aan den sawaharbeid. Deze en de IX Moekims werden door patrouilles bezocht, waarbg nu en dan verdaohte personen werden gevat. Verschillende hoofden onderwierpen zioh, terwjjl anderen, die zich aanboden, werd ge- een kater van de familie Becker iioh niet te laten welgevallen. Johan hield heimeljjk lachend de schel aan de deur der gemeenschappelijke woning op de eerste verdieping vast en sloop ongehoord en ongezien langs de keuken naar het kleine woonvertrek, dat, met zjjne gebloemde gor- djjnen, de hooge vensterbanken en lederen armstoelen, een stukje uit de vorige eeuw geleek. Een roode Chineesche vaas stond klaar op het mooi ingelegde werktafeltje dqt was de vaste plaats voor den ruiker en Johan begon terstond de bloemen te Bchikken wist hoe Hansje ze het liefste had; de rozen in het midden en de fuchsia's over den rand. Hg was eohter nog niet half gereed toen de deur open ging en Hansje, die even een draadje kwam halen om de soepgroenten bg elkaar te binden, met een vreugdekreet naar hem toe liep. «Johan! Zjjt gjj hier!" Een beetje verlegen, dat hg verrast werd bg zgn verrassing, liet Johan zich kussen en streelen. Zgn zuster was bjjna even groot als hg en had dezelfde uitdrukking van vreedzame opgewektheid op het gelaat, die men anders alleen bg onschuldige kinderen, of bg grjjsaards, die de wereld reeds over wonnen hebben, vindt. Intusschen had zuster Rika zich verbaasd dat Hansje niet terug kwam. Kort en dik, in ,en paavsch katoen japonnetje, dat slechts tot last eerst de wapenen in te leveren. Er wer den heel wat vuurwapenen en ammunitie achterhaald. De weersgesteldheid kenmerkte zich door zuidwesten winden, af en toe viel er regen. De gezondheidstoestand bleef stationnair. KERKNIEUWS Naar de Nieuwe Zondagsbode meldt is door kerkvoogden en notabelen der Ned. herv. kerk te Middelburg aan den ontvanger der kerkeljjke fondsen laBt gegeven tot uitbe taling van de op den ligger voorkomende gemeente-toelage (voor de vacature S. Z.) aan den ring Middelburg. Door het kieBoollege aldaar zgn alle 14 af tredende ouderlingen en diakenen herkozen. Een eigenaardig maar niet erg broederlijk en cbrigteiyk genot vnn dr Knyper. Over de synode der Gereformeerde kerken, te Middelburg gehouden, schrgft in het jongste nommer van De Wekker de redaoteur, de heer J. Wisse Gz., predikant bg de Christeljjk Gereformeerde kerk te 's Gravenhage, op eigen aardige wjjze o. a. het volgende En wat we gaarne gelooven is ditals ds Bos beweert, dat «het niet geheel zonder ge vaar was met deze professoren (te Middelburg) van gedachten te verschillen en dat uit te sprekenwant het kostte hun geene moeite, en 't was vooral Knyper, zoo 't scheen, een genot den tegenspreker er in te laten vliegen en over hem de algemeene lachlust op te wekken." Uit dit laatste kan wellicht veilig worden afgeleid, dat nog wel een enkel lid dier Synode met zeer bezwaard gemoed te Middelburg verkeerde, maar wien de moed ontbrak, om het gevaar tot voorwerp van algemeene be spotting gemaakt te worden, het wjjzer oor deelde maar te zwjjgen bjj de gedaohte tegen de advoeaterjj van die mannen is een gewoon mensch tooh niet opgewassen. Uit een en ander laat zich verklaren, hoe in kerk B «alles ésn jubel was" over den af loop dezer Synode. En wel het zonderlingste van al is dit, dat zelfs een man sIb ds. Bos, om wien men on getwijfeld ook in z'n vuistje gelachen heeft, dat die man zoo «Koest" was, dat ook die ds. Bos meêjubelt 't Is alles harteljjk Of het waar is voor God en waar is voor mensohen, is wat anders. Kunst en Letteren. Van den uitgever J. B. Wolters te Groningen ontvingen wjj ter aankondiging het derde en vierde deeltje van Twaalf kinder liederen voor éene stem met gemakkelijke piano-begeleiding, door M. H. van 't Krujjs. Wat wjj over de vorige deeltjes schreven, zouden wg ook nu in hoofdzaak kunnen herhalen. Het zgn eenvoudige, melodieuse liedjes, gecomponeerd op de, bjj de jeugd zoo bekende gediohtjes van Honingh en Louwerse. Ook deze bundeltjes zullen zeker voor de jeugd een welkome gast zgn. De uitgever zorgde, zooals altjjd, voor een netten duideijjken druk. Op verlangen van het Russische keizer paar is te Darmstadt voor H.H. M.M. opge voerd de opera Die Inkasöhne van onzen landgenoot Willem de Haan die indertjjd piano-onder wjjzer van prinses Alix van Hessen, de tegenwoordige Czarina, is geweest. RECHTSZAKEN. Voor de rechtbank te Arnhem stond Donderdag terecht .zekere J. L. L., oud 58 jaar, beklaagd van verduistering. Als agent der firma Kakebeeke te Middelburg zou hjj een aantal balen tarwebloem, welke aan genoemde firma in eigendom toebehoorden, voor f 750,^voor eigen rekening buiten weten der firma heb ben verkocht en het daarvan afkomstige geld niet aan de firma hebben verantwoord, veel minder afgedragen, De beklaagde, die een gunstig voorkomen had, net gekleed en in vorm en manieren een heer was, erkende meel uit het magazjjn ver kocht te hebben, maar daartoe gerechtigd te zgn goweeBt als zelf bg de firma geld te goed hebbende. aan hare enkels reikte, met een grooten witten keukenschort voor, verscheen zjj ook aan de deur en bedreigde de in de bloemen verdiepte tweelingen met een blinkenden schuimspaan. «Neen, maar kinderen, dat is geen ma nier van doen", begon zjj. Zjj noemde deze twee altjjd kinderen, want zij waB de twee lingzuster tan Frits en tien jaar oudor dan de anderen. Zjj bleef midden in een volzin steken en luisterde. Buiten klonk een draaiorgel. Alle verstoordheid was van haar blozend, rond gelaat verdwenen. «Luistert toch eens, kin deren, is dat niet uit Martha en zjj begon met een hooge stem mee te zingen«Ach, zo o o lief, a ach zo o trouw totdat een hevig gesis in de keuken en een sterke geur van overkokende kruiden- azjjn haar met grooten haast deed wegstormen. De jongere tweelingen volgden haar op den voet om mee te jammeren, indien er een ongeluk gebeurd ware. Maar het was nog goed afgeloopen en Johan begaf zioh weer naar den koelen kelder, om de klanten te bedienen. Over twee uur zou de palingsoep hen allen vereenigen; en welk Hamburgsch gemoed beseft niet hoe big dit vooruitzioht voor de familie Beoker was Versohe peren waren er wel is waar nog niet, maar Frits had een heerljjk soort van gedroogde ontdekt en de paling was ditmaal bjjzonder dik. (Wvrdt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 5