MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 221. 139° Jaargang. Vrijdag 18 September. 1896 Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland frasoo 2^ Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Vhenoaeter. Middelburg 17 Sept. 8 u. vm, 63 gr., m. 12 c. 70 gr., av. A o. 65 gr. F. Verw. Z. W. wind. Advertenties voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór ééw uur aan het bureau bezorgd sjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en - Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regelj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. A*en te*. Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. tak NiEÜWENHUIJZEK. Middelburg 17 September. DE TROONREDE. Wjj kunnen het ditmaal, n.t vermelding van hetgeen de Standaard, de Arnh. Crt. en de Zutph. Crt. omtrent een paragraaf opmerken, met aanhalingen der meeningen van de pers over die rede gerust laten bp hetgeen wjj in ons vorig nommer daaromtrent meedeelden. De gevoelens komen vrjj wel overeen en nieuwe gezichtspunten zjjn er niet geopend. Alleen bovengenoemde bladen maken over de Atjeb-paragraven in die rede opmerkingen die vermelding waard zjjn. Een dier paragraven kon, om haar vorm, ook onze instemming niet verwerven. Niet dat wjj den strjjders het woord van lof niet gunden, maar het was toch niet anders dan te verwachten en een staaltje van plicht dat die mannen werden herdacht. Maar men had dat kunnen doen in andere woorden, meer een natie betamende, die uit noodzakeljjkheid een menschonteerend werk verricht. De Standaard zegt dan ook »Hinder1jjk is in deze Troonrede alleen de tweede phrase over Atjeh. De regeering roemt, dat we aan de Atje- hers »de macht onzer wapenen op gevoelige wjjze hebben doen ondervinden." Zoo nu spreekt geen Christen-natie. In een legercommandant draagt men zulk een geforceerden stjjl. Ook in een opgewon den persartikel kan zulk een taal er mee door. Maar niet in een stuk, dat men op de lippen der Regentes legt, en in naam van een jonge Koningin laat uitspreken; vooral niet na de booze geruchten van begane wreedheden, die van overzee kwamen. Dat men verraad en afval straftkan rechtvaardig zjjn. »Zjjn overmacht op gevoelige wjjze doen ondervinden" is de taal van den gewel denaar." Het groote nut van de bewuste paragraaf is wel, zooals de Arnh. Crt opmerkt, dat zjj aanleiding geeft tot het houden van eer gedachtenwisseling over de jongste voorvallen op Atjeh, waarbjj van de regeering eindeljjk de mededeeling kan worden gevraagd van de politiek, tegenwoordig op Sumatra's Noordkust, gevolgd, en van de daarvan gekoesterde ver wachtingen en aanvankelijke uitkomsten. Met 't oog op den bloedigen strjjd, die se dert ongeveer een halfjaar bjj vernieuwing op Samatra's noordpunt wordt gevoerd en ten aanzien waarvan velen met bezorgdheid zich afvragen, wat er het einde van zal zjjn, be vatten deze zinsneden volgens de Zutph. Crt in één opzicht misschien te veel, maar in algemeen voor de bevrediging der rechtmatige belangstelling in de toekomst van Nederlandscb- Indië ontegenzeggelijk te weinig. Te veel in de onvoorwaardelijke hulde aan de heldhaftigheid van het leger, omdat meer dan éénmaal berichten uit vertrouwbare bron daden van ruwheid en onmenscheljjkheid hebben ge meld, welke onvereenigbaar zjjn met de ridder lijkheid, waarmede door een beschaafde natie de oorlog moet worden gevoerd. En te weinig vooral, nu de regeering geheel het zwjjgen bewaart over hetgeen er groeien moet uit den heropenden oorlogstoestand in Atjeh, die ten duidelijkste aan het licht brengt, hoever wjj daar nog van de pacificatie des lands en de onderwerping der bevolking verwjjderd zjjn. Rij wielbelaatinip. Met belangstelling zullen zeker duizenden kennis genomen hebben van de voordracht, door den minister van financiën ingediend, om een belasting van f 3 te heffen voor een rjjwiel. Zooals dit voorstel luidt, verdient het zeker ondersteuning, omdat het te betalen bedrag niet hoog is en zjj, die het voertuig gebruiken voor hun werk,"ambachts- en handwerkslieden, kosteloos een kaart kunnen krjjgen om zich van hunne woning te begeven naar de plaats waar zjj gewoonlijk werken. Het wordt dus eene belasting op eene -weeldeartikel. Was vroeger een idee geopperd om dio heffing als een onderdeel der personeele be lasting te regelen, daarvan heeft de minister af gezien, wjjl dit moeilijkheden zon opleveren. Men moest dan zoo zegt hjj in zjjne memorie van toelichting den houder of bezitter aanslaan, wat bg een rjjwiel veel moeiljjker is na te gaan, dan bg een paard, dat een stal heeft. Men zou dan iemand die meer dan één rjjwiel heeft, bjjv. een oud en een nieuw, voor beide moeten laten betalen zonder behoorljjke reden. Alleen door toe zicht op straat kan men contröle laten oefenen pn heeft dan herkenningsteekenen noodig, die1 veel omslag, oponthoud en kosten veroorzaken, met onzeker succes. Men komt dan tot een zakelyke belasting, maar moet daarvan weer afwjjken, als het rjjwiel, waarvoor al betaald is, aan een ander wordt overgedragen. Veel eenvoudiger acht de minister het feit,; dat iemand op den openbaren weg wielrjjdt,: te belasten. Men heeft dan enkel te doen met den persoon die rjjdt, onverschillig wie de houder is. Het kan gebeuren, dat de eeii het bewjjs gebruikt, dat aan een ander is af gegeven. De minister gelooft echter dat als de wielrjjderskaart o. a. den ouderdom van den rechthebbende vermeld (hg eischt niet het photographisch portret 1) de misbruiken gering zullen zjjn. De ambtenaren, met het toezicht belast, zullen de wielrjjdere mogen gelasten stil te staan, maar dat zal gewoon- ljjk geschieden bjj haltplaatsen en dergeljjke. De minister acht zjjn stelsel ook veel eenvou diger en minder hinderljjk dan een accjjns op rjjwielen, waarvoor merken noodig zouden zjjn en een hooge heffing. In verband met het voorgestelde bedrag van f 3 zegt de minister «Zjj, die kostbare rjjwielen gebruiken en die na niet langen tjjd verwisselen tegen andere, bjjv. van nieuwe vinding of verbeterde con structie, toonen voldoende, dat betaling van een redeljjk hoog bedrag aan belasting hen weinig zou deren. Doch er zjjn ook anderen, wier aantal niet gering is, die zich met een goedkoop, meest tweedehands, rjjwiel behel pen en van wie in billjjkheid slechts eene matige belasting kan worden gevorderd. Het maken van onderscheid naar de kwa liteit of de vorm der rjjwielen, zou op onover- komeljjke, practische bezwaren afstuiten. Evenzeer zou het even lastig en soms on- mogeljjk zjjn te onderscheiden of het rjjwiel reeds een zekeren tjjd in gebruik is en gere kend moet worden in de tweede hand te zjjn gekomen. Daartoe zouden de lotsverwisBelin- gen van het toestel, dat eens in het eene gedeelte van het land wordt gebruikt, dan weder in het andere of ook in het buitenland, moeten worden nagegaan. Men zal toestem men, dat dit grooten last en daarbjj veel on zekerheid zou opleveren. Beter wordt al dergeljjke omslag, die ten slotte nog heel wat geld zou kosten, vermeden door de belasting te stellen op een uniform bedrag, dat zich door gematigdheid kenmerkt.' De heer mr J. H. L. Haffmans, van wiens overig den wjj in ons vorig nommer melding maakten, was 70 jaar oud. Zjjn eigenaardige schrjjf- en spreektrant, de openhartigheid, waarvan hg, zelfs tegenover zjjne partjjgenooten, bljjk gaf, stempelden hem tot een figuur, die in de Tweede kamer en in de pers zeker wel gemist zal worden. Zjjn politiek had, zegt het Vad. dan ook, dit met die van Bismarck gemeen, dat zjj zeldzaam openhartig was, al ging zjj niet uit van bgzonder hooge staatkundige beginselen en al deed zjj geen beroep op de nobelste aspiratiën des menschen. De Katholieke kerk was hem no. 1, zjjn geliefd Limburg no 2, voorts zwoer hjj bjj protectie en de rest was hem Wurst, om in zjjn gemeen zame taal te spreken. Zjjn redevoeringen hadden in den goeden ouden tjjd soms een succès de fou rirehjj bezat veel gezond verstand en een goede dosis humor, en uit de combinatie van deze eigenschappen konden speeches geboren worden, die te midden van een ernstig debat een allergrappigst effect hadden. Wanneer klassieke herinneringen hem niet in toom hielden, overschreed vaak zjjn scherts de grenzen der platheid, maar bjj wjjlen waren zjjn zetten werkeljjk geestig. Doch dit is histoire ancienne, evenals de storm in een glas water, door hem gewekt, toen hjj, nogal door een bevriend ministerie, niet werd herbenoemd als kantonrechter te Venlo, in de richtige vervulling van welke betrekking zjj» kamerlidmaatschap hem hinderde. Sinds dien tjjd zocht hjj zjjn troost in zjjv wekeljjkschen journalistieken arbeid voor bet Venloosch Weekblad, dat hjj week op week van een artikeltje voorzag, dat altjjd met graagte door vriend en vjjand gelezen werd. Een tjjdlang was hjj president der katholieke kamerclub, maar niet voor zjjn genoegen. Ter slotte liep hjj weg: «de jongeren weten tegen woordig alles beter," zuchtte hg in zjjn V. W. Nu moeten de jongeren het voortaan zonder »den oude" doen. Bjj kon. besluit is tegen 1 Nov.: de schout-bjj-nacht jhr T. E. de Brauw eer vol ontheven van de betrekking van directeur en commandant der marine te Hellevoetsluis, tevens commandant der Stelling van de monden der Maas en van het Haringvlietis deze en de vice-admiraal C. E. Uhlenbeck, op hun verzoek, onder dankbetuiging op pensioen gesteld; en wel eerstgenoemde op f 3825 en de laatste op f 3910 's jaars zjjn bevorderd: tot vice-admiraal deschout- bjj-nacbt C. ten Bosch; tot schout-bjj-nacht de kapiteins ter zee J. C. Commjjs, F. J. Stok- huyzen en H. Quispel is de schout-bjj-naoht J. C. Commjjs, op pensioen gesteld ad f 2150 's jaarsen is de betrekking van directeur en comman dant .der marine, te AL.rt«voQt«luiB, teve^e» com mandant der Stelling van de monden aer Maas en van het Haringvliet, opgedragen aan den schout-bjj-nacht H. Quispel. De Staatscourant van heden, Donderdag 17 Sept., bevat de afkondiging der kieswet. Zjj komt voor in Staatsblad no 154. In het, in ons vorig nommer opgenomen stuk over afschaffing van den suikeraccjjns, uitgaande van de Nederlandsch-Indische Maat schappij van Nijverheid en Landbouw, komt eene ernstige vergissing voor. Men heeft den heer De Beaufort (Amsterdam) woorden doen spreken, die hg niet gesproken heeft. De vierde alinea van onder af had moeten eindigen met het woord «zestigen" en «met de volgende woorden" moet dan ver vallen. Wat verder voorkomt in de volgende twee alinea's behoort niet tusschen aanhalingstee- kens te staan, want het drukt de meening uit van de afdeeling zelve. In Oost-Indië heeft zich het ongehoorde feit voorgedaan, dat de spoorweg naar Paja- combo, begroot op 2 millioen, is voltooid voor 14 ton, dus voor 70 van de begrooting. Daar is dus geld over, maar voor een andere belangrjjke zaak in Indië komt geld te kort. Te Makassar heet zekere heer Weber in bet bezit te zjjn van een onfeilbaar middel tegen de vreeseljjke beri-beri. De waarnemende assistent-resident voor de politie stelde den heer W. in de gelegenheid zjjn kuur op een twintigtal dwangarbeiders toe te passen, met het gevolg, dat binnen de drie weken twaalf der patiënten radicaal wa ren genezen. De Makassaarsche Crt. deelt mede, dat het den heer Weber aan het noodige geld ont breekt, om zjjn behandeling verder voort te zettenEn dat in een tjjd, waarin de troepen op Atjeh, vooral de Madureezen van het 7e, zoo vreeseljjk door de beri-beri worden geplaagd, dat men ze door anderen moet vervangen. ATJEH. Tegenover O. v, B., wiens opmerking wjj uit het Utr. Dbld. overnamen, neemt de gep. luitenant-kolonel Hoog er den handschoen op voor generaal Vetter, wat betreft zjjne hou ding tegenover Toekoe Oemar. «Generaal Vetter was zoo scbrjjft de heer Hoojjer in de N. R. Crt beleefd tegen Toe koe Tjoet Toengkoep en Toekoe Banta, zoo als het behoort voor den eersten persoon na den gouverneur-generaal, tegenover de wettige hoofden van een honderdduizendste deel van het uitgestrekte eilandenrjjk, waarvan hjj de geheele krjjgsmacht beveelt. Maar ook niet meer dan dat, omdat hjj ten volle begreep, dat zjj slechts uit vrees of winstbejag onze zjjde hielden en onder hun eigen landslieden weinig te vertellen hadden. Doch het streed tegen zjjn fiksch, uit éen stuk gehouwen, oud Hollandsch soldatenkarakter, moeka manis te spelen, een zoet mondje te trekken tegen een kerel, die eerst als rooverhoofdman de Westkust had afgeloopen, die zich door goede hu wel jj ken in de hoogte had gewerkt, daar na zjjn eigen landgenooten had trachten te verraden door onze zjjde te kiezen en toen dat niet gelukte ons op onze beurt bedroog en toeliet, dat zjjn volk onze matrozen neer sloeg, die hem aan land roeiden, alleen omdat hjj door een zeerob wat hardhandig was te recht gewezen bjj het bevuilen van het dek van ons oorlogsschip; die vervolgens de Hok Canton afliep, omdat de kapitein van die koop- vaardjjboot, met wien hjj onderhandelde over zjjn peper, wellicht in het hoofd kon krjjgec met zjjn stuk of wat schepelingen hem en zjjn goed gewapende volgelingen gevangen te nemen om den prjjs te verdienen, die door ons op zjjn kop was gestelddie daarna, toen zjjn peperhandel verhinderd werd, opnieuw ons kwam verzoeken om aanneming zjjner onderwerping, en die eindelijk aan het hoofd van een bende rapaille, door onze troepen ge steund en met ons geld in den zak, optrok tegen zjjn eigen geloofs- en landgenooten, met wie bjj vroeger had aangezeten aan groote kandoeri-feesten, die het bestrjjden van de gehate Kafirs voorafgingen. En toen generaal Vetter dan Toekoe Oemar zou bezoeken, deed hg dat met niet meer en liefst nog minder omslag, dan hg de beide wettige hoofden had gedaan en hjj toonde hem tevens hoog te staan in karakter en niet dupe te wezen van een sluwen Atjeher met nette manieren, door hem met zjjn groote, strenge bruine oogen recht in de diep liggende, door opiumschuiven geel beloopen zwarte kjjkers te zien en te zeggen «Ik ken je opperbest, Toekoe Oemar; vroeger heb ik met je gevoch ten, Toekoe Oemar." Gaat eens vragen, mjjne landgenooten, aan onzen mannen op Atjeh, die daar strjjden e» ljjden en gewond worden en sterven, of het geen weerklank vond in hun 'eenvoudig nol-' datenhart, toen hun generaal toonde walging te hebben van een kerel, dien een rechtgeaard Mohammedaansch Atjeher een schurk zal noemen, en gaat dan ter zelfder tjjd eens na wat ons verder heeft gebracht, het cajoleeren van een onverzadeljjken landverrader, die onze rjjkBdaalders als rjjstkorrels verslond, of het betoon van meesterschap, dat, mits krachtig volgehouden, de bevolking van geheel Noord- Sumatra aan onze voeten brengen zal." Aldus eindigt de heer Hoojjer zjjn pleidooi. Het is te hopen dat zjjn voorspelling waar heid worden zal. Den 2en Augustus is aan pastoor Verbraak het geschenk overhandigd, hem door het Indisch leger vereerd. Ruim 2000 personen waren tegenwoordig,toen de commissie,met den overste Veeren aan 't hoofd, den hooggeachten gees- teljjke het geschenk aanbood. «Leve pastoor Verbraakweerklonk het alom, nadat de overste geëindigd had; en het gejuich werd tot in den Kraton en in enkele voorwerken gehoord. «Toen daarop weer stilte in de zaal heersohte, uam ik het woord, zoo luidt een verslag, door den jubilaris in een persoonljjk schrgven aan een zjjner vrienden gedaan en be dankte luit.-kol. Veeren voor zjjn harteljjke, gevoelvolle woorden, vervolgens allendie hadden bjjgedragen om mjj dat huldebljjk, die sierljjke geschenken aan te bieden be wonderde tevens de kieschheid van de leden der commissie, om eerst in beraadslaging te hebben willen treden met Z. D. H. mo»seig neur Staal en pastoor Wenneker, omtrent de keuze dier geschenken voegde er bjj, dat ik dat huldebljjk, die geschenken des te meer waardeer, wjjl ze mg geschonken zjjn door christenen van verschillende richtingen en niet- christenen, door Mohamedanen en heidenen, mannen, die toebahooren aan een leger, waar van ik sedert 1874 zooveel bewjjzen van moed, beleid, trouw, dapperheid, doodsverachting heb mogen bewonderen een leger, dat tot voorbeeld van zoo menig leger in Europa mag dienen een leger, welks helden daden mjj telkens aanspoorden tot trouwe plichtsbetrachting een leger, dat terecht de trots is en steeds moge zjjn van HH. MM. onze geëerbiedigde Koninginnen. Moge God steeds onze wapenen big ven zege nen 1 Wat kan ik beter doen, zoo eindigde ik, dan u allen uit te noodigen, vooral nu wjj heden het geboortefeest van H. M. de konin gin-weduwe-regentes vieren, met een daverend applaus driewerf uit te roepen «Leve onze vorstinnen 1" En andermaal weerklonk in zaal en heinde en ver de juichkreet dezer 2000 mannen. Veihooglng Watentaatsbegrooting voor 1896. Dit voorstel tot verhooging waarvan in 'tkort reeds melding is gemaakt dient om in beginsel te doen uitmaken, dat het inter communale telefoonnet van rjjkswege zal ge ëxploiteerd worden. De minister van waterstaat, handel en njj- verheid bepaalt zich thans tot het aanvragen van gelden, welke vereischt worden om de noodige verbindingen te maken tot aansluiting van de bestaande intercommunale ljjnen aan de rjjkstelegraafkantoren, ter plaatse waar thans communale netten met het intercommu nale net aangesloten zjjn. Bjj de begrooting van 1897 zal dan te re kenen zjjn op de uitkeering aan de Nederl. Bell-telefoon Maatschappjj, wegens de over name van het net. Waarscbjjnljjk zal, bg aanneming van dit ontwerp, de exploitatie door het rjjk met 1 April 1897 kunnen aanvangen. De intercommunale aansluitingen, welke naar den tegenwoordigen stand van zaken in het volgende jaar zjjn over te nemen, zjjn die tusschen Amsterdam, Arnhem, Amersfoort, Bussum, Baarn, Dordrecht, VGravenhage, Groningen, Haarlem, Hilversum, Leiden, (ir aanleg), Maassluis, Ngmegen, Rotterdam, Schie dam, Utrecht, Ylaardingen, IJmuiden, (in aar- leg), Zaandam en Zand voort. De som, aan de Bell Telephoon Maatsch. op 1 April 1897 te betalen, wordt geraamd op f 214.000. De exploitatiekosten door het rjjk worden geraamd op f 56.600, zoodat van de geraamde opbrengst in 1897 ad f 74.739 ruim f 18.000 zal overschieten. Bjj het wetsvoorstel is een ontwerp-besluit gevoegd tot regeling van de voorwaarden tot overname van het net der N. B. T. M. en tot regeling van de rjjkuexploitatie. Buiheraecij na. De minister van financiën heeft eene nota ingezonden naar aanleiding van het voorloopig verslag der Tweede kamer over het ontwerp, houdende bepalingen omtrent den accjjns op de suiker, om nadere inlichtingen te verstrek ken omtrent het bedrag der jaarljjkBche con- aumtio vav< suiker en de toeneming daarvan in de laatste jar na. Nader betoogt bij waar.» om elke berekening omtrent de oonsumtie van suiker onbetrouwbaar is en uit hot in een jaar betaald accjjasbedrag en uit de over- ponden niet iB af te leiden, hoeveel suiker in dat jaar voor de binnenlandsche markt is afgeleverd. Al wordt de onjuistheid geringer als men de berekeningen maakt over 4 jaren, toch bljjft het onder de bestaande heffing altjjd mogeljjk, dat in een vierjarig tjjdvak belang rjjke hoeveelheden suiker in consumtie zjjn ge bracht, waarvan de accjjns eerstin het volgend vierjarig tjjdvak is betaald. Wjjzigt men de bg het voorl. verslag bedoelde berekeningen, door ook de overponden van de rsffinaderjjen en de betalingen der Rotterd. raffinaderjj in aanmerking te nemen, dan komt men tot het resultaat dat het jaarljjksch verbruik van suiker in bet tjjdvak 1887/88 1890/91 gemiddeld zou hebben bedragen 40.834.400 kilogram en van 1891/92—94/95 44.286.600 en dat in den laatsten tjjd het ver bruik per zak toenam met gemiddeld 863.000 kilogram. Het verbruik zou dan hebben be dragen in 1895/96 46.444.000 kilogram of 9.557 kilogram per hoofd der bevolking op 1 Januari 1896. Een geljjksoortige berekening is gemaakt over de vierjarige tjjdvakken 1886/87—1889/90 en 1890/91-1893/94. Men komt dan tot een toeneming van het verbrnik per jaar met 989.000 kilogram. De verschuiving van een jaar in de rekening g8eft een verschil van 126.000 kilogram, nl. meerder verbruik dan in het geljjke latere tgdvak. Een nieuwe waarschuwing dus om voorzich tig te zjjn met het trekken van conclusiën uit cjjfers. Kolonisatie naar West-Indië. Het rapport van de in 1892 in het leven geroepen commissie, om te onderzoeken en te adviseeren of kolonisatie van Europeanen, speciaal van Nederlandsche landbouwers, naar Suriname, ook uit een koloniaal oogpunt, ge- wenscht iB, aan welke eiscben behoort te wor den voldaan en welke steun behoort te worden verleend, is dit jaar ingediend. De eindconclusie welke de commissie in haar rapport heeft neergelegd is als volgt Ot kolonisatie van Earopeanen, speciaal van Nederlandsche landbouwers in Suriname uitvoerbaar is, zal, naar de meening der commissie, nog lang eene open vraag zjjn, waarop noch de wetenschap, noch de geschie denis van reeds genomen proeven een beslis send antwoord zal vermogen te geven, eene vraag dus waarop alleen nieuwe proefde» ming kan antwoorden. Waar evenwel menschenlevens op het spel kunnen staan en waar vast staat, dat tot dus verre nagenoeg alle genomen proeven in meerdere of mindere mate mislukt zjjn en tal van menschenlevens gekost hebben, daar past de uiterste omzichtigheid. «Geen massale overbrenging dus van Neder landsche landbouwers naar dit geweBt, maar een bescheiden en met alle voorzorgen voor bereide geleideproef met een klein getal ge zonde, krachtige en arbeidzame boerengezin nen, eene proef, niet door eene particuliere maatschappjj, maar van staatswege genomen. Men kwam tot de conclusie, dat de proef moet genomen worden met een twintigtal gezinnen. Hebben deze eenigen tjjd b. r. een jaar in Suriname het landbouwbedrjjf uitge oefend en bljjkt hun gezondheidstoestand goed, dan k*n een tweede groep wee? van een twintig gezinnen volgen, en zoo vervolgens. Gaat het dozen kolonisten goed, dan zullen zjj familieleden en vrienden in het moederland aanmoedigen om hun voorbeeld te volgen en zich in Suriname te komen vestigen zoodoende zou na verloop van tjjd een, zjj het ook be scheiden, stroom van landverhuizers zjjn weg naar Suriname vinden, waarbjj leiding en toe zicht van staatswege steeds wenscheljjk zou den bljjven. ÏJIY STAD EK PROVINCIE Bjj kon. besluit zjjn, zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer is vermeld, benoemd tot djjfcgr&af voor het waterschap St.Maartensdijk A. Kloet Mi, en totdjjkgraaf voor den polder Ooster-Zwake S. Paul. Heden morgen werd te Vlissingen in een der wachtlokalen, in tegenwoordigheid van ambtenaren en het aan den wal zjjnde loodepersoneel, benevens van den heer Benier, Belg. consnl aldaar, door den inspecteur over

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1