Hildttiuftt Coram
FEUILLETON.
De heer Von Muller.
BIJVOEGSEL
VAX Dl
▼A*
Maandag 7 September 1896, no. 211.
Middelburg 5 September.
Openbare slachthnlien.
Ia de heden middag alhier gehouden al
ge meene vergadering van de Nederlandsche
Vereeniging voor Gemeentebelangen, waarvan
het verslag in het hoofdblad voorkomt, werd
door den heer G. E. O. M. Raupp, burgemees
ter te Roermond, eene verhandeling gehouden,
over het nut van openbare slachthuizen.
De spreker begon met er op te wjj zen, dat
tot de onderwerpen, welke in den laatsten
tjjd op de agenda's van meerdere gemeente
raden voorkomen, de stichting van openbare
slachthuizen behoort.
Zeer zeker zeide hg zullen de rap
porten, uitgebracht omtrent de keuring van
vee en vleeBcb, in 1891 door de plaatselijke
gezondheidscommissie te Roermond en in 1894
door het hoofdbestuur der tot bevorde
ring van veeartsenijkunde in Nederland, er
veel toe hebben bjjgedragen om de belangstel
ling voor openbare slachthuizen eenigszins op
te wekken en het uit een hygiënisch oogpunt
zoo actueel onderwerp aan de orde te stellen.
In die rapporten worden o. m. de gevolgen
van onvoldoende of slechte keuringen in de
vormen der daaruit ontstane ziekten geschetst.
Talrgk zjjn de aangehaalde gevallen van
vergiftiging door gebruik van slecht vleesch en
niemand kan zeggen, hoe menigmaal ziekten
van het dier op den mensch werden overge
bracht, vooral de tuberculose, waaraan gemid
deld meer dan 50 van het rundvee ljjdende
wordt bevonden en welke ziekte bjj mensch
en dier dezelfde is.
Genoemd hoofdbestuur kwam bg dat onder
zoek tot treurige en beschamende ervaringen.
In de provincie Zeeland b. v. bestaan in
42 gemeenten in 't geheel geene voorschriften
omtrent de vleeschkeuringin de 67 overige
is de keuring slechtB op papier meer of min
geregeld, in slechts eene gemeente wordt de
keuring voldoende geoordeeld.
De keuringsdienst is er opgedragen aan 10
veeartsen, 4 empiristen en 1 geneesheer, en
wordt wgders verricht door 1 onbevoegd em
pirist, 11 slachters, 2 ambtenaren der belas
tingen, 5 winkeliers, 3 herbergiers, 3 schoen
makers, 1 koster, 1 brievengaarder, 1 smid,
1 arbeide*, 1 barbier, 1 timmarman, 1 mars
kramer, 2 commissionairs en door een tiental
politieagenten. Vrjjwel dezelfde} verhoudingen
treft men aan in het overige deel des lands.
Van de 1123 gemeenten zgn er 447 zonder
voorsohrifen omtrent de keuring en in slechts
15 gemeenten kan de keuring voldoende wor
den genoemd.
Om kort te gaan, uit het rapport big kt, dat
de keuring van vee en vleesch hier te lande
nagenoeg overal nog zeer veel te wenschen
overlaat, doordien die keuring öf in 't geheel
niet bestaat öf onvoldoende is ingericht, öf
is opgedragen aan personen die daartoe alle
geschiktheid missen.
ImmerB in een onzer groote steden, in 't
rapport met name genoemd, bljjkt het rnoge-
ljjk dat, door nalatigheid in zake vleeschkeu
ring, het vleesch van ziek en gestorven vee
den ingezetenen als lekkere beetjes wordt
voorgezet Dit had soms zelfs plaats nadat het
vleesch der gestorven dieren een chemisch
proces had ondergaan, waardoor de onoogeljjke
hoogroode kleur daaraan ontnomen werd en
waarna het verjongd was en als kalfsvleesoh
wordt toegediend.
Kan het nu wel bevreemding wekken
vroeg spreker indien het in de meeste ge
meenten met de vleeschkeuring niet beter, zoo
mogeljjk nog slechter gesteld is?
Hen, die van de resultaten van bedoeld onder
zoek meer wenschen te vernemen, verwjjst de
BOMAX
van ERNST WICHERT.
Uit het Duitsch.
VI.
»Maar laat ons er geheel van afzien.
Juist omdat graaf Benno eenmaal zeker is van
zgn familie-bezitting, komt zgn aanzoek mg
zoo bedenkelijk voor. Wanneer hg vrjj kon
kiezen, zou hg in eigen kring jonge dames
genoeg vinden. Maar hg kan niet vrg kiezen
en daarom ziet hg naar een vrouw uit, die
bem waarschijnlijk uit den nood moet helpen
en in staat stellen een leven voort te zetten,
waardoor hg in moeilijkheden gekomen is",
>Gg ziet alles te donker in", zei mevroww
Ton Miiller, wel een weinig geschrikt. Het
spreekt van zelf dat het vermogen van Renate in
aanmerking komt. Graaf Benno moet als gehuwd
officier volgens zgn Btand kunnen leven, en zal
ook later als eigenaar van Trumpen en Dörpfeld
verlangen over een ruim inkomen te beschikken.
Maar ik heb nooit iets verontrustends over
hem gehoord en gg verplicht u tot niets, wat
gg niet gaarne vrjjwillig xooi uwe dochter
doet".
»Gg moogt zeggen wat gg wilt er zit
iets achter en ik wil mga eenige dochter niet
ongelukkig maken".
heer Raupp naar het bg de uitgevers-firma J.
L. Bejjers te Utrecht verkrijgbaar rapport.
Tengevolge van den uitslag van het onder
zoek is het genoemde hoofdbestuur o. a. tot
de navolgende drie conclusiën gekomen
I. Met het oog op het algemeen welzjjn,
speciaal op de volksgezondheid, is het nood
zakelijk, dat in Nederland van Rijkswege
keuring worde ingevoerd van alle slachtvee
en van vleesch.
II. De oprichting van algemeene slacht
huizen, met verplichting aldaar te slachten,
ia in alle gemeenten met meer dan 5000 7000
inwoners noodig.
III. Voor kleinere gemeenten kunnen abat
toirs zooveel mogelgk in het centrum van een
kring worden aangebracht, of wel, het te slach
ten vee moet naar naaatbjjliggende abattoirs
worden vervoerd.
Wat de eerstgenoemde conclusie betreft, is
de heer Raupp ook de meening toegedaan, dat
hg wel in het geheele rjjk de keuring van
vleesch door veeartsen, of, waar deze niet aan
wezig zgn, door personen, voor dien dienst op
geleid, verplichtend moest worden gesteld.
Reeds is dit in de meeste landen van Europa
het geval.
In dezen geest is de vleeschkeuring wette-
ljjk geregeld, o. a. in Baden in 1878 en in
België in 1890. De aldaar getroffen regelin
gen komen den heer Raupp voor ook voor ons
land zeer aanbevelingswaardig te zgn.Eene zoo
danige wetbelgke regeling zou ten gevolge heb
ben, dat het vrjjwel onmogelgk zou worden voor
de gezondheid schadelgk vleesch van gestorven
of van ziek en in nood geslacht vee in com-
sumtie te brengendat tal van jongelieden
zich als veearts zouden bekwamen, doordien
die betrekking alsdan betere financieele voor
uitzichten zou aanbieden en mitsdien de keu
ring meer aan volkomen bekwame personen
kon worden opgedragen, en dat in heb gebrek
aan veeartsenjj kundige hulp ten plattelande
tevens eene aanmerkelijke verbetering zou
worden gebraoht, hetgeen ook aan de land
bouwers en veehouders zoude ten goede komen.
Later hoopte de heer Raupp te kunnen
aantoonen hoe gewenscht het is, zooveel moge
lgk openbare slachthuizen op te richten en
de particuliere slachtergen te sluiten. De
meening dat het in alle gemeenten met 5000 a
7000 inwoners noodig zou zgn, dat dergelgke
inrichtingen worden daargesteld, deelt de
heer Raup evenwel niet. Ten plattelande
toch, alwaar'het vleeschverbruik betrekkelijk
zeer gering is, en de bevolking zich in hoofd
zaak bepaalt tot het gebruik van een weinig
vleesch van zelf gefokte en geslachte varkens,
zoude een slachthuis met het oog op het ge
ringe aantal slachtingen geen reden van be
staan hebben. Niet het aantal inwoners der
gemeente, doch het aantal slachtingen moet
in casu ten grondslag liggen aan de beslissing
op de vraag of in eene gemeente de oprichting
van een openbaar slachthuis noodig is en
mogelgk, zonder dat die inrichting te groote
financieele offers eiacht.
Met de gegevens, welke den heer Raupp ten
dienste stonden heeft hg een becgfering ge
maakt en daarbjj als uitkomst gekregen dat
in de steden met circa 10.000 inwoners ge
middeld voldoende vleesch geconsumeerd wordt,
om, bg eene heffing van een slacht- en keur
loon van een cent per kilo vleeschgewicht,
schoon aan den haak, voldoendo ontvangsten
te erlangen, om daaruit, naast amortisatie en
rente van het in normale omstandigheden voor
de stichting van een slachthuis noodig kapitaal,
de exploitatiekosten te kunnen dekken. En
ook in sommige gemeenten met minder dan
10.000 inwoners zullen goedkoope slachthuizen
zonder koelhuis kunnen opgericht worden, zon
der financieele offers van de gemeente te eischen.
De op de derde plaats genoemde conclusie
kan met het oog op de bepalingen der Hinder
wet niet aanvaard worden, althans niet zon
der wijziging der wet.
Art. 4 sub. 2 der hinderwet veroorlooft wel
den gemeenteraden om eene bepaalde plaats
in de gemeente aan te wgzen voor het oprich
ten, hebben of gebruiken o. a. van slachterijen,
met verbod om elders in de gemeente dat
bedrjjf uit te oefenen, doch de bevoegdheid om
daartoe aan te wgzen eene plaats buiten de ge
meente, kan aan opgenoemde wetsbepaling niet
ontleend worden. Eene gemeenschappelijke
regeling als waarvan in art. 121 der gemeeu-
>Maar zjj zelf moet immers het beslis
sende woord spreken als gg maar toestaat
dat zjj het spreekt". Zjj ging naast hem zitten
en sloeg haar arm om hem heen. >Wees toch
verstandig, lieve man, en schik a in de om
standigheden", ging zjj voort, zjjn wang stree-
lende. »Gjj hebt nu eenmaal een vroaw, die
tot die kringen behoort, waarvan gg door uwe
geboorte uitgesloten zjjt, en kunt het haar
niet kwaljjk nemen dat zg gaarne daarin wil
verkeerende koning heeft u van adel ver
klaard goed, dat brengt u iets naderbjj
maar de klove is nog altgd groot. Gg hebt
zelf de overtuiging dat het woordje von voor
uwen burgerlijken naam niet voldoende is.
En nu komt men u onverwacht tegemoet. De
afstammeling van een der oudste en aanzien
lijkste geslachten vraagt de hand uwer doch
ter, geen lid van een zjj tak, die in verval
geraakt is, maar de eigen zoon van een krach
tig bloeiend geslacht. Wanneer er dus sprake
kan zgn van een offer, van een groot offer zoo
gjj wilt, dan hebt gg de voldoening datgjj
het voor een groot doel brengt. Wat uwe
vrouw met de grootste liefde en zorg Blechts
gebrekkig doen kan, dat brengt uwe dochter
van zelf tot standdoor uwe kleinkinderen
wordt gg verwant met een grafelijk huis, waar
mede sedert eeuwen alle eerste families ver
bintenissen door huwelijken gezocht hebben.
Hoe kunt ge nog aarzelen Neen, oudje,
hier komt de gewone voorzichtigheid, van den
goeden huisvader niet te pas. Er moet iets
gewaagd worden. Geef mg volmacht om te
tewet de rede is, kan dus in deze niet worden
getroffen.
De oprichting van gemeenschappelijke slacht
huizen voor kleinere gemeenten ware zeker
gewensoht; het wilde spreker echter toeschij
nen dat in de meeste gevallen hiertegen prac-
tische bezwaren zullen bestaan.
Intusschen kunnen, naar des heeren Raupp's
meening, de kleine gemeenten ook zonder open
baar slachthuiB de keuring vrg voldoende
regelen.
Dat kan nameljjk geschieden door verorde
ningen in bet leven te roepen, waarbg vleesch
keuring verplichtend is gesteld en die keuring
op te dragen liefst aao een veearts of genees
heer of bg gebreke hiervan aan iemand, die'
althans eenige opleiding heeft gehad. Het,
keuren van vleesch van zieke of in nood ge-
slaohte dieren zou echter steeds aan een veearts
moeten worden opgedragen. Voor zoodanige
verordening verdient de Concept-Verordening
van de Veeartsengkundige Vereeniging te
worden aanbevolen als leiddraad.
Zulk een keuringsdienst zal door de meeste
gemeentebesturen kannen worden ingesteld,
zonder belangrgke financieele offers van de
gemeente, indien van elk geslacht stuk vee
een door belanghebbenden te betalen, matig
keurloon wordt geheven
Daarna gaf de heer Raupp een beknopt
overzicht van een slachthuis, ingericht naar de
eischen der hedendaagsche wetenschap, en
trachtte hg in verband daarmede het nut dezer
inrichtingen aan te toonen.
Het slachthuis, dat te Roermond zal worden
opgericht, diende den heer Raupp tot model.
Daar zal ingericht worden een slachthuis
waarin het rundvee gedood, opgehangen en
van de ingewanden ontdaan wordt, en een ge-
ljjke slachtruimte zich bevindt voor de varkens.
Daarbg komen een koelhuis om het vleesch
langen tjjd goed te kunnen houden, een broei-
inrichting waarin de varkens van de haren
ontdaan worden, een darmwasscherg, stallen
tot opstalling der dieren, ruimte tot plaat
sing van stoomketel, Btoom-, koel-, jjs- en
dynamomachines, pompen en steenkolen-re
servoirs, waarin warm en koud water opge
pompt wordt. Verder nog een sterilisator en
een lokaal om gesteriliseerd vleesoh te ver-
koopen.
Bovendien zgn voor Roermond nog ont
worpen een slachtlokaal en stal voor ziek vee,
een slachtlokaal en stal voor paarden, een
localiteit tot plaatsing van een toestel tot
vernietiging van gestorven en ziek vee, niet
voor consumtie geschikt, een afwatering kla-
ringstoestel, een stal voor de paarden en
honden, waarmede de slagers hun vleesch af-
en aanvoeren en eindeljjk eene woning voor
den directeur-keurmeester en machinist of
opzichter.
Na deze uiteenzetting wees de heer Raupp
erop, dat door de oprichting van een openbaar
slachthuis, gepaard gaande met het opleggen
der verplichting aan de slagers om aldaar te
slachten, de particuliere slachtergen met den
bekenden hinder voor de buren en de schade
lijke gevolgen voor bodem, lucht en water
verdwjjnen, zoodat hg tot de conclusie kwam
dat het wenschelgk is om, waar mogelgk
openbare slachthuizen op te richten.
Hieraan voegde de heer Raupp nog toe dat
de ondervinding, overal elders opgedaan, leert,
dat bjj het bezit van een slachthuis, de kwa
liteit van het geslaohte vleesch verbetert,
zonder dat de vleeschprjjzen stjjgen, en dat,
zelfs bjj een zeer laag tarief voor keur- en slacht-
loon, het slachthuis voldoende rente afwerpt.
Is dat te Amsterdam en Rotterdam reeds het
geval, bg eene heffing van ca. cent per
kilo vleeschgewicht, schoon aan den haak, te
Roermond zal, volgens daaromtrent opgemaakte
begrooting, het Blachthuis voldoende rendeeren
bg eene heffing van 1 cent per kilo. Alsdan kan
aldaar een slachthuis ver ryzen dat aan alle
eischen der hedendaagsche wetenschap voldoet.
Zekerder dan voor een slachthuis kunnen de gel
delijke uitkomsten eener onderneming niet aan
getoond worden. Weet men bg de daarstelling
van gasfabriek, waterleiding, telefoon enz. niet,
welke nering deze inrichtingen zullen ver
krijgen, hier Btaat de omvang van het bedrgf
zoo goed als vast, aangezien men het aantal
voor de bevolking noodige slachtingen kent,
deze met de vermeerdering der bevolking
handelen en gjj zult zien dat gg ook ditmaal
het best geraden zult zgn".
Zjj tikte hem op de wang en gaf hem een
kus. Tegen dergelgke liefkoozingen was hg
niet bestand en weldra klonk het dan ook,
zooals altgd»Doe wat gg wilt, kindlief'.
Nu vond zg het noodig zelf te erkennen
dat men in dergelgke zaken niet overgld moet
handelen. »Gg zoudt mg kunnen verwgten
dat ik u iets afgebedeld had, maar het is mg
alleen te doen om u te overtuigen", zei zg.
»Dat weet ik wel als men het van
dien kant beschouwtdan hebt gg gelgk
en als Renate zooals gg zegt
Zjj hielp hem opstaan, legde haar arm in
den zjjnen en ging met hem door de salons
naar de slaapvertrekken.
»Morgen, manlief, morgen. Ik zal met
Renate spreken als gg dat liever hebt."
De knecht en kamenier stonden gereed om
mgnheer en mevrouw bg het ontkleeden te
helpen en dus was het gesprek uit.
VII.
Renate doet bet niet, dacht de heer Von Miiller
des anderen daags toen hg aan het ontbjjt
kwam. Hg had uren lang wakker gelegenen
alles overwogen. Zgn eerste indruk was de
juiste, zei hg bjj zich zelf, maar hg vreesde
zich in de oogen zgner vrouw belacheljjk te
maken als hg daar weer op terug kwam. Zg
had geen begrip van zgn koopmansbeschou-
wingen en haalde medelijdend de schouders
[zullen toenemen en de uitgaven voor rente
en aflossing, tengevolge der jaarljjksohe schuld
delging, verminderen.
Nog beval de spreker hen, die zich voor
8lachthuizenbouw interesseeren, ten zeerste
aan kennis te maken met het in 1894 door
Oahoff uitgegeven werk Schlaehthöfe fur kleine
und mittélgrosse Stüdtebenevens Bau, Ein-
richtung und Betrieb von offentlicher Schlacht-
höfen van dr Oscar Swarz. In deze werken
vindt men een volledig overzicht van het
bedrgf, nauwkeurige berekeningen van atioh-
tingskosten enz.
Moge zoo besloot de heer Ranpp ds toene
mende belangstelling, welke bg de gemeente
besturen meer en meer is waar te nemen in
al wat de volksgezondheid betreft, er spoedig
toe leiden dat, overal waar zulks mogelgk is,
openbare slachthuizen kerrjjzen l
Moge de minister, aan wiens beleid wjj, voor
een groot deel, de wet danken, waarvan de
techniek zoo even in deze vergadering is be
sproken, aan de wetgevende macht weldra een
ontwerp van wet aanbieden, waarbg vleesch
keuring over het geheele rjjk verplichtend
wordt gesteld!
Eene verrassing
heeft de behandeling der kieswet in ons
Hoogerhuis toch nog opgeleverd.
Maar laat ons, vóór wjj die meedeelen, het
Vrgdag gesprokene zooveel mogelgk in 't kort
op den voet volgen.
Het bekende verschil tusschen de Takkianen
en anti-Takkianen openbaarde zich ook toen,
den tweeden dag van het kiesrecht-debat.
Met nog een derden dag zal heden de be
handeling wel afloopen.
De heeren mr E. Fokker en A. C. Wertheim
stonden in deze tegenover de heeren Van Lier
en Fransen van de Putte, maar kwamen toch
hierin overeen, dat zg alle vier hun stem aan
bet ontwerp zouden geven.
De heer Wertheim bracht hulde aan den
heer Tak van Poortvliet, wists kiesrecht-ont
werp hjj généreus en ruim noemde.
Hg, zoowel als de heer Fokker meenden dan
ook dat de minister Van Houten verder had
moeten gaan, maar beiden plaatsten zich op
het, thans o. i. ook eenig juiste standpunt
zjj aanvaarden wat op dit oogenblik te ver
krijgen is, wat een gevolg mag heeten van de
jongste politieke geschiedenis, ergo het huidige
ontwerp als eene noodzakelijkheid.
Een nationale wet kan het werk van den
minister Van Houten niet zgnde kiesrecht
kwestie geraakt daardoor niet van de baan,
en de aandrang nR&r meerdere uitbreiding zal
bljjven bestaan.
Bewonderaars van het ontwerp toonden zich
de heeren Van Lier en Fransen van de Putte.
Laatstgenoemde, die eens den raad gaf den
werkman liever een stembiljet dan een steen
in handen te geven, was vol lof over den
arbeid van den minister Van Houten. En dit
verwonderde ons daarom, wjjl juist zjjne vroe
gere bewering grond gaf voor het vermoeden,
dat hg meerdere uitbreiding zou wenschen om
zooveel mogelgk allen werklieden een wettig
middel in handen te geven om voor hunne belan
gen op te komen. Hg meent echter, dat na
aanneming van het ontwerp-Van Houten de
vertegenwoordiging het geheele volk zal om
vatten. De gezeten werkman zal dan zgn
entrée doen en voor zgn eigen belangen kun
nen opkomen. Buitengewone dingen verwacht
de heer Putte wel niet van de aanneming,
maar hij acht het verstandig en staatkundig
het goed te keuren.
Tusschen die beide categorieën had men nog
kalme voorstanders van het ontwerp, zooals
de heer Van Weideren baron Rengers, die
vertrouwen stelde in het volk en daarom het
kiesrecht wilde geven aan den gezeten werk
man, niet den zwaaienden werkman, maar den
kalmen, njjveren arbeider. Het wetsontwerp
moge een niet in alle opzichten fraai gebouw
zgn, de grondslagen zgn goed en een ruim,
goed gebouw kan daarop worden opgetrokken.
Besliste tegenstanders van het voorstel waren
de katholieke en anti-revolutionnaire leden,
die weer de bekende bezwaren lieten hooren.
De eersten waren niet tevreden, omdat daarin
stemplicht ontbrak en meervoudig kiesrecht
daarin niet voorkomten de tweede
De houding der aristocratische anti-revolu-
er over op; daarentegen verlangde zg, dat hg
zich zou dwingen tot inzichten, die hg niet kon
deelen, hoe goed hg de hoofdtrekken van den
aristooratischen catechismus indertjjd ook van
buiten had geleerd.
Hg had soms weemoedige dagen, waarin hg
twjjfelde of bg ooit een man naar het hart
zgner vrouw zou worden. Zg had het al
zoover gebracht, dat hg baar als een hooger
wezen beschouwde, waardoor hg zich moest
laten beheerschen en hjj had al lang moeten
weten dat, als de eerste stap gedaan is, men
zich te vergeefB tegen den tweeden verzet. Hg
troostte zich eohter met de gedachte, dat Renate
heel verstandig was. Intusschen scheen Wen-
deline geheel te vergeten, dat de zaak nog eens
besproken moest worden en hg zei alleen tot
Renate: »Gjj behaalt groote overwinningen,
kindwordt maar niet al te jjdel 1" Zg be
greep niet wat hg bedoelde en hjj verwees
haar naar haar moeder: »Mama heeft wat
met u te bespreken luister goed en ant
woord verstandig."
Mama moest zich echter eerst nog eenige
uren met Dagobert bezighouden. Later, als
papa de courant gelezen had en bg het raam
zat om naar de werklieden te kgken, mocht
de kleine jongen naar hem toegaan en hem
allerlei vragen doen, die met de noodige om
zichtigheid moesten beantwoord worden, daar
hg gewoonlijk al door juffrouw Annette inge
licht was. Van dien tjjd maakte mevrouw
Wendeline gebruik om Renate op te zoeken
in den tuin, waar zg zat te teekenen,
tionnairen in de Eerste Kamer verwondert ons.
Hoe, een baron Schimmelpenninck van der
Oye schaart zich aan de zjjde van dr Kuyper
en de zjjnen, en gaat niet mee met jhr mr
A. F. de Savornin Lohman! Hg stelde er prgs
op te verklaren, ook namens zjjne vrienden,
dat door hen rekening is gehouden met de
eischen der Grondwet, de politieke omstan
digheden, de positie die de Eerste kamer in
neemt en de anti-revolutionnaire beginselen.
Zjj laten zich niet weerhouden door hetgeen
de anti-revolutionnaire party zoude wenschen
maar onder de vigeerende Grondwet niet kan
verkrjjgen, maar zouden bereid zgn zioh neer
te leggen, wanneer aan de eischen der Grond
wet was voldaan en het ontwerp overigens
geen overwegende bezwaren had. Hoewel ge
neigd tot eene nieuwe kiesrechtuitbreiding
over te gaan, moet hg en de zjjnen tegen het
ontwerp stemmen, omdat daarin gemist wordt
het Btemrecht van gezinshoofden en omdat in
dit ontwerp het kiesrecht voor Prov. staten en
gemeenteraden, zoo geheel afwjjkende van dat
voor de Staten-generaal, wordt opgenomen.
Ook Het Vad. is verbaasd over deze ver
klaring en uit zich daarover als volgt:
Liet de houding der meeste sprekers zioh
voorzien, had die althans niets verrassends, wel
wekte eenige verwondering het manifest, dat
namens de anti-revolutionaire leden werd voor-
geleten door den heer Schimmelpenninck,
maar dat bljjkbaar gevloeid is uit de pen van
een staatsman met subtieler ondersoheidings-
gave en met verder reikende eerzucht. De hee
ren zouden tegenstemmen. Dit bracht nu wel
de wet niet in gevaar, want hun getalsterkte
is gering, maar deze onthouding zou dan toch
aan de wet het karakter van te zgn een na
tionale wet nog in sterkere mate ontnemen,
dan na de stemming in de Tweede Kamer kon
gezegd worden. Werd tot nog toe beweerd, dat
zjj is het logische product van de stembusover
winning van 1894, zelfs dit wordt ontkend
door het woord en de stem van de antirevolu
tionaire leden in de EerBte Kamer, die daarin
onvoldoende rekening zagen gehouden met
de beginselen van de anti-revolutionnairen,
die mede de overwinning hadden bevochten.
Het manifest was allerhandigst ineengezet
hier een aai aan Kuyper, daar een handreiking
aan Lohman, dan weer een zgstoot tegen
Lohman en vervolgens een klap aan Kuyper.
De heer Schimmelpenninck, een krjjgsman,
maar de zachtmoedigheid zelve, las het zóo
alleronschuldigst voor en een ander liep heen
en weder, als iemand die ongerust is, of het
ei wel goed gelegd zal worden.
Naar de eigenljjke bedoeling van dit mani
fest kan men slechts gissen. Het schjjnt, dat
men heeft willen toonen, dat de anti-revolu
tionaire deputatie in deze kamer het over de
ware anti-revolutionaire beginselen eenB is en
dat deze in 't partjjgetwist der Tweede zjjn
zoek geraakt. En dan, dat de staatslieden,
die de eenheid der party weder kunnen her
stellen, hier zitten en niet aan de andere
zjjde van het Binnenhof.
Heden is de minister aan het woord en daar
voor verwjjzen wjj naar de Laatste berichten.
Bedryfibelastlng,
In een dezer dagen verschenen aflevering
der bescheiden betreffende de geldmiddelen
komt de eerBte volledige statistiek der bedrijfs
belasting over het dienstjaar 1894/95 voor.
De juiste opbrengst was f 4.878.451.48 over
229.895 aanslagen. Overeenkomstig de aangitte
geschiedden 66.091 aanslagen, met afwgking
daarvan 36.307 -, ambtshalve aanslagen waren
er 121.347 voor biljet I en 5717 volgens biljet
II. De colleges van zetters behandelden 124.73S
aanslagen, de commissie van aanslag 184.729.
Amsterdam bracht op f 1.455.634.38 '/3 (36.845
aanslagen), Rotterdam f 607.776.22V» (16,875),
Den Haag f 523.298.88 (15.977),* Utrecht
f 136.156.41Vj (6383), Groningen f 69.845.04l/3
(4237), Haarlem f 97.194.31 Vj (41121/.), Arnhem
f 96.395.14 (4078). Aangeslagen waren 797
naamlooze vennootschappen voor f 990.037.271/»
45 commanditaire op aandeelen voor f34.506.25,
62 coöperatieve vereenigingen voor f 10.825,
140 sociëteiten voor f 3502.23andere belas
tingplichtige vereenigingen 33 voor f 3462.50,
onderlinge verzekering-mpjjen, 4 voor f 1342.50.
In Zeeland was de juiste opbrengst
f 97343.36 met 9163 artikelen.
Zg vond haar aan het einde van den berceau
bezig een schets daarvan te maken. Mevrouw
Von Miiller, die zelf beel goed teekende, be
keek haar werk en zei»Gjj zet te veel op
touw, kind."
»Gjj weet nog niet eens wat ik in mjjn
schild voer, mama. Gisteren was het eensklaps
alsof ik een ontdekking deedboe dikwjjls ik
dezen berceau ook gezien heb, nog nooit was
de lust in mg opgekomen om hem te teekenen.
Gisteren bg de ondergaande zon zag ik er eens
klaps een schilderij in, waarop licht en
schaduw duideljjk afgebakend waren. En dan
dat perspectief als in een droomHier in het
midden moesten een paar figuurtjes staan. Zg
moeten van ons af wandelen. Geziohten wil
ik niet teekenen. Zg moesten hier uit de
schaduw in dit roodachtig licht komen. Zou
dat niet aardig zgn
»Gg denkt aan u en aan graaf Benno,"
zei mevrouw met een veelbeteekenend lachje.
>Wel mogelgk; maar natuurlgk vrjje
fantasie. Het speet mg wel dat ik ons niet
op dertig pas afstand kan gadeslaan om het
effect te zien."
»Hoe vindt gg graaf Benno?"
»0, hg is een knappe man, heeft aange
name vormen, en praat aardig."
>Niet waar?"
»Hjj aohynt echter moeite te hebben om
met mg op te schieten," zei Renate lachend.
>Het is tooh vleiend voor u dat hg zich
moeite geeft."
»Het is zeker heel vriendeljjb, maar som-