Hildttiuftt Coram FEUILLETON. De heer Von Muller. BIJVOEGSEL VAX Dl ▼A* Maandag 7 September 1896, no. 211. Middelburg 5 September. Openbare slachthnlien. Ia de heden middag alhier gehouden al ge meene vergadering van de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen, waarvan het verslag in het hoofdblad voorkomt, werd door den heer G. E. O. M. Raupp, burgemees ter te Roermond, eene verhandeling gehouden, over het nut van openbare slachthuizen. De spreker begon met er op te wjj zen, dat tot de onderwerpen, welke in den laatsten tjjd op de agenda's van meerdere gemeente raden voorkomen, de stichting van openbare slachthuizen behoort. Zeer zeker zeide hg zullen de rap porten, uitgebracht omtrent de keuring van vee en vleeBcb, in 1891 door de plaatselijke gezondheidscommissie te Roermond en in 1894 door het hoofdbestuur der tot bevorde ring van veeartsenijkunde in Nederland, er veel toe hebben bjjgedragen om de belangstel ling voor openbare slachthuizen eenigszins op te wekken en het uit een hygiënisch oogpunt zoo actueel onderwerp aan de orde te stellen. In die rapporten worden o. m. de gevolgen van onvoldoende of slechte keuringen in de vormen der daaruit ontstane ziekten geschetst. Talrgk zjjn de aangehaalde gevallen van vergiftiging door gebruik van slecht vleesch en niemand kan zeggen, hoe menigmaal ziekten van het dier op den mensch werden overge bracht, vooral de tuberculose, waaraan gemid deld meer dan 50 van het rundvee ljjdende wordt bevonden en welke ziekte bjj mensch en dier dezelfde is. Genoemd hoofdbestuur kwam bg dat onder zoek tot treurige en beschamende ervaringen. In de provincie Zeeland b. v. bestaan in 42 gemeenten in 't geheel geene voorschriften omtrent de vleeschkeuringin de 67 overige is de keuring slechtB op papier meer of min geregeld, in slechts eene gemeente wordt de keuring voldoende geoordeeld. De keuringsdienst is er opgedragen aan 10 veeartsen, 4 empiristen en 1 geneesheer, en wordt wgders verricht door 1 onbevoegd em pirist, 11 slachters, 2 ambtenaren der belas tingen, 5 winkeliers, 3 herbergiers, 3 schoen makers, 1 koster, 1 brievengaarder, 1 smid, 1 arbeide*, 1 barbier, 1 timmarman, 1 mars kramer, 2 commissionairs en door een tiental politieagenten. Vrjjwel dezelfde} verhoudingen treft men aan in het overige deel des lands. Van de 1123 gemeenten zgn er 447 zonder voorsohrifen omtrent de keuring en in slechts 15 gemeenten kan de keuring voldoende wor den genoemd. Om kort te gaan, uit het rapport big kt, dat de keuring van vee en vleesch hier te lande nagenoeg overal nog zeer veel te wenschen overlaat, doordien die keuring öf in 't geheel niet bestaat öf onvoldoende is ingericht, öf is opgedragen aan personen die daartoe alle geschiktheid missen. ImmerB in een onzer groote steden, in 't rapport met name genoemd, bljjkt het rnoge- ljjk dat, door nalatigheid in zake vleeschkeu ring, het vleesch van ziek en gestorven vee den ingezetenen als lekkere beetjes wordt voorgezet Dit had soms zelfs plaats nadat het vleesch der gestorven dieren een chemisch proces had ondergaan, waardoor de onoogeljjke hoogroode kleur daaraan ontnomen werd en waarna het verjongd was en als kalfsvleesoh wordt toegediend. Kan het nu wel bevreemding wekken vroeg spreker indien het in de meeste ge meenten met de vleeschkeuring niet beter, zoo mogeljjk nog slechter gesteld is? Hen, die van de resultaten van bedoeld onder zoek meer wenschen te vernemen, verwjjst de BOMAX van ERNST WICHERT. Uit het Duitsch. VI. »Maar laat ons er geheel van afzien. Juist omdat graaf Benno eenmaal zeker is van zgn familie-bezitting, komt zgn aanzoek mg zoo bedenkelijk voor. Wanneer hg vrjj kon kiezen, zou hg in eigen kring jonge dames genoeg vinden. Maar hg kan niet vrg kiezen en daarom ziet hg naar een vrouw uit, die bem waarschijnlijk uit den nood moet helpen en in staat stellen een leven voort te zetten, waardoor hg in moeilijkheden gekomen is", >Gg ziet alles te donker in", zei mevroww Ton Miiller, wel een weinig geschrikt. Het spreekt van zelf dat het vermogen van Renate in aanmerking komt. Graaf Benno moet als gehuwd officier volgens zgn Btand kunnen leven, en zal ook later als eigenaar van Trumpen en Dörpfeld verlangen over een ruim inkomen te beschikken. Maar ik heb nooit iets verontrustends over hem gehoord en gg verplicht u tot niets, wat gg niet gaarne vrjjwillig xooi uwe dochter doet". »Gg moogt zeggen wat gg wilt er zit iets achter en ik wil mga eenige dochter niet ongelukkig maken". heer Raupp naar het bg de uitgevers-firma J. L. Bejjers te Utrecht verkrijgbaar rapport. Tengevolge van den uitslag van het onder zoek is het genoemde hoofdbestuur o. a. tot de navolgende drie conclusiën gekomen I. Met het oog op het algemeen welzjjn, speciaal op de volksgezondheid, is het nood zakelijk, dat in Nederland van Rijkswege keuring worde ingevoerd van alle slachtvee en van vleesch. II. De oprichting van algemeene slacht huizen, met verplichting aldaar te slachten, ia in alle gemeenten met meer dan 5000 7000 inwoners noodig. III. Voor kleinere gemeenten kunnen abat toirs zooveel mogelgk in het centrum van een kring worden aangebracht, of wel, het te slach ten vee moet naar naaatbjjliggende abattoirs worden vervoerd. Wat de eerstgenoemde conclusie betreft, is de heer Raupp ook de meening toegedaan, dat hg wel in het geheele rjjk de keuring van vleesch door veeartsen, of, waar deze niet aan wezig zgn, door personen, voor dien dienst op geleid, verplichtend moest worden gesteld. Reeds is dit in de meeste landen van Europa het geval. In dezen geest is de vleeschkeuring wette- ljjk geregeld, o. a. in Baden in 1878 en in België in 1890. De aldaar getroffen regelin gen komen den heer Raupp voor ook voor ons land zeer aanbevelingswaardig te zgn.Eene zoo danige wetbelgke regeling zou ten gevolge heb ben, dat het vrjjwel onmogelgk zou worden voor de gezondheid schadelgk vleesch van gestorven of van ziek en in nood geslacht vee in com- sumtie te brengendat tal van jongelieden zich als veearts zouden bekwamen, doordien die betrekking alsdan betere financieele voor uitzichten zou aanbieden en mitsdien de keu ring meer aan volkomen bekwame personen kon worden opgedragen, en dat in heb gebrek aan veeartsenjj kundige hulp ten plattelande tevens eene aanmerkelijke verbetering zou worden gebraoht, hetgeen ook aan de land bouwers en veehouders zoude ten goede komen. Later hoopte de heer Raupp te kunnen aantoonen hoe gewenscht het is, zooveel moge lgk openbare slachthuizen op te richten en de particuliere slachtergen te sluiten. De meening dat het in alle gemeenten met 5000 a 7000 inwoners noodig zou zgn, dat dergelgke inrichtingen worden daargesteld, deelt de heer Raup evenwel niet. Ten plattelande toch, alwaar'het vleeschverbruik betrekkelijk zeer gering is, en de bevolking zich in hoofd zaak bepaalt tot het gebruik van een weinig vleesch van zelf gefokte en geslachte varkens, zoude een slachthuis met het oog op het ge ringe aantal slachtingen geen reden van be staan hebben. Niet het aantal inwoners der gemeente, doch het aantal slachtingen moet in casu ten grondslag liggen aan de beslissing op de vraag of in eene gemeente de oprichting van een openbaar slachthuis noodig is en mogelgk, zonder dat die inrichting te groote financieele offers eiacht. Met de gegevens, welke den heer Raupp ten dienste stonden heeft hg een becgfering ge maakt en daarbjj als uitkomst gekregen dat in de steden met circa 10.000 inwoners ge middeld voldoende vleesch geconsumeerd wordt, om, bg eene heffing van een slacht- en keur loon van een cent per kilo vleeschgewicht, schoon aan den haak, voldoendo ontvangsten te erlangen, om daaruit, naast amortisatie en rente van het in normale omstandigheden voor de stichting van een slachthuis noodig kapitaal, de exploitatiekosten te kunnen dekken. En ook in sommige gemeenten met minder dan 10.000 inwoners zullen goedkoope slachthuizen zonder koelhuis kunnen opgericht worden, zon der financieele offers van de gemeente te eischen. De op de derde plaats genoemde conclusie kan met het oog op de bepalingen der Hinder wet niet aanvaard worden, althans niet zon der wijziging der wet. Art. 4 sub. 2 der hinderwet veroorlooft wel den gemeenteraden om eene bepaalde plaats in de gemeente aan te wgzen voor het oprich ten, hebben of gebruiken o. a. van slachterijen, met verbod om elders in de gemeente dat bedrjjf uit te oefenen, doch de bevoegdheid om daartoe aan te wgzen eene plaats buiten de ge meente, kan aan opgenoemde wetsbepaling niet ontleend worden. Eene gemeenschappelijke regeling als waarvan in art. 121 der gemeeu- >Maar zjj zelf moet immers het beslis sende woord spreken als gg maar toestaat dat zjj het spreekt". Zjj ging naast hem zitten en sloeg haar arm om hem heen. >Wees toch verstandig, lieve man, en schik a in de om standigheden", ging zjj voort, zjjn wang stree- lende. »Gjj hebt nu eenmaal een vroaw, die tot die kringen behoort, waarvan gg door uwe geboorte uitgesloten zjjt, en kunt het haar niet kwaljjk nemen dat zg gaarne daarin wil verkeerende koning heeft u van adel ver klaard goed, dat brengt u iets naderbjj maar de klove is nog altgd groot. Gg hebt zelf de overtuiging dat het woordje von voor uwen burgerlijken naam niet voldoende is. En nu komt men u onverwacht tegemoet. De afstammeling van een der oudste en aanzien lijkste geslachten vraagt de hand uwer doch ter, geen lid van een zjj tak, die in verval geraakt is, maar de eigen zoon van een krach tig bloeiend geslacht. Wanneer er dus sprake kan zgn van een offer, van een groot offer zoo gjj wilt, dan hebt gg de voldoening datgjj het voor een groot doel brengt. Wat uwe vrouw met de grootste liefde en zorg Blechts gebrekkig doen kan, dat brengt uwe dochter van zelf tot standdoor uwe kleinkinderen wordt gg verwant met een grafelijk huis, waar mede sedert eeuwen alle eerste families ver bintenissen door huwelijken gezocht hebben. Hoe kunt ge nog aarzelen Neen, oudje, hier komt de gewone voorzichtigheid, van den goeden huisvader niet te pas. Er moet iets gewaagd worden. Geef mg volmacht om te tewet de rede is, kan dus in deze niet worden getroffen. De oprichting van gemeenschappelijke slacht huizen voor kleinere gemeenten ware zeker gewensoht; het wilde spreker echter toeschij nen dat in de meeste gevallen hiertegen prac- tische bezwaren zullen bestaan. Intusschen kunnen, naar des heeren Raupp's meening, de kleine gemeenten ook zonder open baar slachthuiB de keuring vrg voldoende regelen. Dat kan nameljjk geschieden door verorde ningen in bet leven te roepen, waarbg vleesch keuring verplichtend is gesteld en die keuring op te dragen liefst aao een veearts of genees heer of bg gebreke hiervan aan iemand, die' althans eenige opleiding heeft gehad. Het, keuren van vleesch van zieke of in nood ge- slaohte dieren zou echter steeds aan een veearts moeten worden opgedragen. Voor zoodanige verordening verdient de Concept-Verordening van de Veeartsengkundige Vereeniging te worden aanbevolen als leiddraad. Zulk een keuringsdienst zal door de meeste gemeentebesturen kannen worden ingesteld, zonder belangrgke financieele offers van de gemeente, indien van elk geslacht stuk vee een door belanghebbenden te betalen, matig keurloon wordt geheven Daarna gaf de heer Raupp een beknopt overzicht van een slachthuis, ingericht naar de eischen der hedendaagsche wetenschap, en trachtte hg in verband daarmede het nut dezer inrichtingen aan te toonen. Het slachthuis, dat te Roermond zal worden opgericht, diende den heer Raupp tot model. Daar zal ingericht worden een slachthuis waarin het rundvee gedood, opgehangen en van de ingewanden ontdaan wordt, en een ge- ljjke slachtruimte zich bevindt voor de varkens. Daarbg komen een koelhuis om het vleesch langen tjjd goed te kunnen houden, een broei- inrichting waarin de varkens van de haren ontdaan worden, een darmwasscherg, stallen tot opstalling der dieren, ruimte tot plaat sing van stoomketel, Btoom-, koel-, jjs- en dynamomachines, pompen en steenkolen-re servoirs, waarin warm en koud water opge pompt wordt. Verder nog een sterilisator en een lokaal om gesteriliseerd vleesoh te ver- koopen. Bovendien zgn voor Roermond nog ont worpen een slachtlokaal en stal voor ziek vee, een slachtlokaal en stal voor paarden, een localiteit tot plaatsing van een toestel tot vernietiging van gestorven en ziek vee, niet voor consumtie geschikt, een afwatering kla- ringstoestel, een stal voor de paarden en honden, waarmede de slagers hun vleesch af- en aanvoeren en eindeljjk eene woning voor den directeur-keurmeester en machinist of opzichter. Na deze uiteenzetting wees de heer Raupp erop, dat door de oprichting van een openbaar slachthuis, gepaard gaande met het opleggen der verplichting aan de slagers om aldaar te slachten, de particuliere slachtergen met den bekenden hinder voor de buren en de schade lijke gevolgen voor bodem, lucht en water verdwjjnen, zoodat hg tot de conclusie kwam dat het wenschelgk is om, waar mogelgk openbare slachthuizen op te richten. Hieraan voegde de heer Raupp nog toe dat de ondervinding, overal elders opgedaan, leert, dat bjj het bezit van een slachthuis, de kwa liteit van het geslaohte vleesch verbetert, zonder dat de vleeschprjjzen stjjgen, en dat, zelfs bjj een zeer laag tarief voor keur- en slacht- loon, het slachthuis voldoende rente afwerpt. Is dat te Amsterdam en Rotterdam reeds het geval, bg eene heffing van ca. cent per kilo vleeschgewicht, schoon aan den haak, te Roermond zal, volgens daaromtrent opgemaakte begrooting, het Blachthuis voldoende rendeeren bg eene heffing van 1 cent per kilo. Alsdan kan aldaar een slachthuis ver ryzen dat aan alle eischen der hedendaagsche wetenschap voldoet. Zekerder dan voor een slachthuis kunnen de gel delijke uitkomsten eener onderneming niet aan getoond worden. Weet men bg de daarstelling van gasfabriek, waterleiding, telefoon enz. niet, welke nering deze inrichtingen zullen ver krijgen, hier Btaat de omvang van het bedrgf zoo goed als vast, aangezien men het aantal voor de bevolking noodige slachtingen kent, deze met de vermeerdering der bevolking handelen en gjj zult zien dat gg ook ditmaal het best geraden zult zgn". Zjj tikte hem op de wang en gaf hem een kus. Tegen dergelgke liefkoozingen was hg niet bestand en weldra klonk het dan ook, zooals altgd»Doe wat gg wilt, kindlief'. Nu vond zg het noodig zelf te erkennen dat men in dergelgke zaken niet overgld moet handelen. »Gg zoudt mg kunnen verwgten dat ik u iets afgebedeld had, maar het is mg alleen te doen om u te overtuigen", zei zg. »Dat weet ik wel als men het van dien kant beschouwtdan hebt gg gelgk en als Renate zooals gg zegt Zjj hielp hem opstaan, legde haar arm in den zjjnen en ging met hem door de salons naar de slaapvertrekken. »Morgen, manlief, morgen. Ik zal met Renate spreken als gg dat liever hebt." De knecht en kamenier stonden gereed om mgnheer en mevrouw bg het ontkleeden te helpen en dus was het gesprek uit. VII. Renate doet bet niet, dacht de heer Von Miiller des anderen daags toen hg aan het ontbjjt kwam. Hg had uren lang wakker gelegenen alles overwogen. Zgn eerste indruk was de juiste, zei hg bjj zich zelf, maar hg vreesde zich in de oogen zgner vrouw belacheljjk te maken als hg daar weer op terug kwam. Zg had geen begrip van zgn koopmansbeschou- wingen en haalde medelijdend de schouders [zullen toenemen en de uitgaven voor rente en aflossing, tengevolge der jaarljjksohe schuld delging, verminderen. Nog beval de spreker hen, die zich voor 8lachthuizenbouw interesseeren, ten zeerste aan kennis te maken met het in 1894 door Oahoff uitgegeven werk Schlaehthöfe fur kleine und mittélgrosse Stüdtebenevens Bau, Ein- richtung und Betrieb von offentlicher Schlacht- höfen van dr Oscar Swarz. In deze werken vindt men een volledig overzicht van het bedrgf, nauwkeurige berekeningen van atioh- tingskosten enz. Moge zoo besloot de heer Ranpp ds toene mende belangstelling, welke bg de gemeente besturen meer en meer is waar te nemen in al wat de volksgezondheid betreft, er spoedig toe leiden dat, overal waar zulks mogelgk is, openbare slachthuizen kerrjjzen l Moge de minister, aan wiens beleid wjj, voor een groot deel, de wet danken, waarvan de techniek zoo even in deze vergadering is be sproken, aan de wetgevende macht weldra een ontwerp van wet aanbieden, waarbg vleesch keuring over het geheele rjjk verplichtend wordt gesteld! Eene verrassing heeft de behandeling der kieswet in ons Hoogerhuis toch nog opgeleverd. Maar laat ons, vóór wjj die meedeelen, het Vrgdag gesprokene zooveel mogelgk in 't kort op den voet volgen. Het bekende verschil tusschen de Takkianen en anti-Takkianen openbaarde zich ook toen, den tweeden dag van het kiesrecht-debat. Met nog een derden dag zal heden de be handeling wel afloopen. De heeren mr E. Fokker en A. C. Wertheim stonden in deze tegenover de heeren Van Lier en Fransen van de Putte, maar kwamen toch hierin overeen, dat zg alle vier hun stem aan bet ontwerp zouden geven. De heer Wertheim bracht hulde aan den heer Tak van Poortvliet, wists kiesrecht-ont werp hjj généreus en ruim noemde. Hg, zoowel als de heer Fokker meenden dan ook dat de minister Van Houten verder had moeten gaan, maar beiden plaatsten zich op het, thans o. i. ook eenig juiste standpunt zjj aanvaarden wat op dit oogenblik te ver krijgen is, wat een gevolg mag heeten van de jongste politieke geschiedenis, ergo het huidige ontwerp als eene noodzakelijkheid. Een nationale wet kan het werk van den minister Van Houten niet zgnde kiesrecht kwestie geraakt daardoor niet van de baan, en de aandrang nR&r meerdere uitbreiding zal bljjven bestaan. Bewonderaars van het ontwerp toonden zich de heeren Van Lier en Fransen van de Putte. Laatstgenoemde, die eens den raad gaf den werkman liever een stembiljet dan een steen in handen te geven, was vol lof over den arbeid van den minister Van Houten. En dit verwonderde ons daarom, wjjl juist zjjne vroe gere bewering grond gaf voor het vermoeden, dat hg meerdere uitbreiding zou wenschen om zooveel mogelgk allen werklieden een wettig middel in handen te geven om voor hunne belan gen op te komen. Hg meent echter, dat na aanneming van het ontwerp-Van Houten de vertegenwoordiging het geheele volk zal om vatten. De gezeten werkman zal dan zgn entrée doen en voor zgn eigen belangen kun nen opkomen. Buitengewone dingen verwacht de heer Putte wel niet van de aanneming, maar hij acht het verstandig en staatkundig het goed te keuren. Tusschen die beide categorieën had men nog kalme voorstanders van het ontwerp, zooals de heer Van Weideren baron Rengers, die vertrouwen stelde in het volk en daarom het kiesrecht wilde geven aan den gezeten werk man, niet den zwaaienden werkman, maar den kalmen, njjveren arbeider. Het wetsontwerp moge een niet in alle opzichten fraai gebouw zgn, de grondslagen zgn goed en een ruim, goed gebouw kan daarop worden opgetrokken. Besliste tegenstanders van het voorstel waren de katholieke en anti-revolutionnaire leden, die weer de bekende bezwaren lieten hooren. De eersten waren niet tevreden, omdat daarin stemplicht ontbrak en meervoudig kiesrecht daarin niet voorkomten de tweede De houding der aristocratische anti-revolu- er over op; daarentegen verlangde zg, dat hg zich zou dwingen tot inzichten, die hg niet kon deelen, hoe goed hg de hoofdtrekken van den aristooratischen catechismus indertjjd ook van buiten had geleerd. Hg had soms weemoedige dagen, waarin hg twjjfelde of bg ooit een man naar het hart zgner vrouw zou worden. Zg had het al zoover gebracht, dat hg baar als een hooger wezen beschouwde, waardoor hg zich moest laten beheerschen en hjj had al lang moeten weten dat, als de eerste stap gedaan is, men zich te vergeefB tegen den tweeden verzet. Hg troostte zich eohter met de gedachte, dat Renate heel verstandig was. Intusschen scheen Wen- deline geheel te vergeten, dat de zaak nog eens besproken moest worden en hg zei alleen tot Renate: »Gjj behaalt groote overwinningen, kindwordt maar niet al te jjdel 1" Zg be greep niet wat hg bedoelde en hjj verwees haar naar haar moeder: »Mama heeft wat met u te bespreken luister goed en ant woord verstandig." Mama moest zich echter eerst nog eenige uren met Dagobert bezighouden. Later, als papa de courant gelezen had en bg het raam zat om naar de werklieden te kgken, mocht de kleine jongen naar hem toegaan en hem allerlei vragen doen, die met de noodige om zichtigheid moesten beantwoord worden, daar hg gewoonlijk al door juffrouw Annette inge licht was. Van dien tjjd maakte mevrouw Wendeline gebruik om Renate op te zoeken in den tuin, waar zg zat te teekenen, tionnairen in de Eerste Kamer verwondert ons. Hoe, een baron Schimmelpenninck van der Oye schaart zich aan de zjjde van dr Kuyper en de zjjnen, en gaat niet mee met jhr mr A. F. de Savornin Lohman! Hg stelde er prgs op te verklaren, ook namens zjjne vrienden, dat door hen rekening is gehouden met de eischen der Grondwet, de politieke omstan digheden, de positie die de Eerste kamer in neemt en de anti-revolutionnaire beginselen. Zjj laten zich niet weerhouden door hetgeen de anti-revolutionnaire party zoude wenschen maar onder de vigeerende Grondwet niet kan verkrjjgen, maar zouden bereid zgn zioh neer te leggen, wanneer aan de eischen der Grond wet was voldaan en het ontwerp overigens geen overwegende bezwaren had. Hoewel ge neigd tot eene nieuwe kiesrechtuitbreiding over te gaan, moet hg en de zjjnen tegen het ontwerp stemmen, omdat daarin gemist wordt het Btemrecht van gezinshoofden en omdat in dit ontwerp het kiesrecht voor Prov. staten en gemeenteraden, zoo geheel afwjjkende van dat voor de Staten-generaal, wordt opgenomen. Ook Het Vad. is verbaasd over deze ver klaring en uit zich daarover als volgt: Liet de houding der meeste sprekers zioh voorzien, had die althans niets verrassends, wel wekte eenige verwondering het manifest, dat namens de anti-revolutionaire leden werd voor- geleten door den heer Schimmelpenninck, maar dat bljjkbaar gevloeid is uit de pen van een staatsman met subtieler ondersoheidings- gave en met verder reikende eerzucht. De hee ren zouden tegenstemmen. Dit bracht nu wel de wet niet in gevaar, want hun getalsterkte is gering, maar deze onthouding zou dan toch aan de wet het karakter van te zgn een na tionale wet nog in sterkere mate ontnemen, dan na de stemming in de Tweede Kamer kon gezegd worden. Werd tot nog toe beweerd, dat zjj is het logische product van de stembusover winning van 1894, zelfs dit wordt ontkend door het woord en de stem van de antirevolu tionaire leden in de EerBte Kamer, die daarin onvoldoende rekening zagen gehouden met de beginselen van de anti-revolutionnairen, die mede de overwinning hadden bevochten. Het manifest was allerhandigst ineengezet hier een aai aan Kuyper, daar een handreiking aan Lohman, dan weer een zgstoot tegen Lohman en vervolgens een klap aan Kuyper. De heer Schimmelpenninck, een krjjgsman, maar de zachtmoedigheid zelve, las het zóo alleronschuldigst voor en een ander liep heen en weder, als iemand die ongerust is, of het ei wel goed gelegd zal worden. Naar de eigenljjke bedoeling van dit mani fest kan men slechts gissen. Het schjjnt, dat men heeft willen toonen, dat de anti-revolu tionaire deputatie in deze kamer het over de ware anti-revolutionaire beginselen eenB is en dat deze in 't partjjgetwist der Tweede zjjn zoek geraakt. En dan, dat de staatslieden, die de eenheid der party weder kunnen her stellen, hier zitten en niet aan de andere zjjde van het Binnenhof. Heden is de minister aan het woord en daar voor verwjjzen wjj naar de Laatste berichten. Bedryfibelastlng, In een dezer dagen verschenen aflevering der bescheiden betreffende de geldmiddelen komt de eerBte volledige statistiek der bedrijfs belasting over het dienstjaar 1894/95 voor. De juiste opbrengst was f 4.878.451.48 over 229.895 aanslagen. Overeenkomstig de aangitte geschiedden 66.091 aanslagen, met afwgking daarvan 36.307 -, ambtshalve aanslagen waren er 121.347 voor biljet I en 5717 volgens biljet II. De colleges van zetters behandelden 124.73S aanslagen, de commissie van aanslag 184.729. Amsterdam bracht op f 1.455.634.38 '/3 (36.845 aanslagen), Rotterdam f 607.776.22V» (16,875), Den Haag f 523.298.88 (15.977),* Utrecht f 136.156.41Vj (6383), Groningen f 69.845.04l/3 (4237), Haarlem f 97.194.31 Vj (41121/.), Arnhem f 96.395.14 (4078). Aangeslagen waren 797 naamlooze vennootschappen voor f 990.037.271/» 45 commanditaire op aandeelen voor f34.506.25, 62 coöperatieve vereenigingen voor f 10.825, 140 sociëteiten voor f 3502.23andere belas tingplichtige vereenigingen 33 voor f 3462.50, onderlinge verzekering-mpjjen, 4 voor f 1342.50. In Zeeland was de juiste opbrengst f 97343.36 met 9163 artikelen. Zg vond haar aan het einde van den berceau bezig een schets daarvan te maken. Mevrouw Von Miiller, die zelf beel goed teekende, be keek haar werk en zei»Gjj zet te veel op touw, kind." »Gjj weet nog niet eens wat ik in mjjn schild voer, mama. Gisteren was het eensklaps alsof ik een ontdekking deedboe dikwjjls ik dezen berceau ook gezien heb, nog nooit was de lust in mg opgekomen om hem te teekenen. Gisteren bg de ondergaande zon zag ik er eens klaps een schilderij in, waarop licht en schaduw duideljjk afgebakend waren. En dan dat perspectief als in een droomHier in het midden moesten een paar figuurtjes staan. Zg moeten van ons af wandelen. Geziohten wil ik niet teekenen. Zg moesten hier uit de schaduw in dit roodachtig licht komen. Zou dat niet aardig zgn »Gg denkt aan u en aan graaf Benno," zei mevrouw met een veelbeteekenend lachje. >Wel mogelgk; maar natuurlgk vrjje fantasie. Het speet mg wel dat ik ons niet op dertig pas afstand kan gadeslaan om het effect te zien." »Hoe vindt gg graaf Benno?" »0, hg is een knappe man, heeft aange name vormen, en praat aardig." >Niet waar?" »Hjj aohynt echter moeite te hebben om met mg op te schieten," zei Renate lachend. >Het is tooh vleiend voor u dat hg zich moeite geeft." »Het is zeker heel vriendeljjb, maar som-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 5