MIDDELBURGSCHË COURANT. N°. 206. 139s Jaargang, 1896 Dinsdag 1 September. Deze courant verschelt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p»p», 2.—: Afzonderlijke uummere kosten 5 cent. Vhemonieter. Middelburg 29 Aug. 8 u. vm. 60 gr., m. 12 u. •7 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Verw. Z. O. wind.) Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éd>« uur aan het bureau bezorgd sjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en - Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel; Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige I voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis I aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nietjwenhuijzen. Nog eensA t j e h. Eindelijk, ten langen leste, heeft dan de heer Pruys van der Hoeven eene nadere op heldering gegeven omtrent zijne, in April reeds gebezigde woorden, die tot zooveel geschrijf aanleiding hebben gegeven. En waar ieder de beste uitlegger van zijn eigen woorden is, moeten wij zijne nadere ver klaring aannemende door hem gebezigde woorden kunnen worden opgevat, gelijk hij ze zelf thans uitlegt. Maar het is dan toch vreemd, zeggen wij de Opr. Haarl. Crt na, dat niet alieen het Hbld.j maar ook andere bladen er eene in sinuatie in gevonden hebben. Daaruit zou men toch opmaken, dat zijn woorden voor tweeërlei uitleg vatbaar waren en dat hij, vooral als men de strekking van zijn brochure in aanmerking neemt, gezegd moet worden, zich onvoorzichtig te hebben uitgelaten. Juist door de positie, die hij in Indië had gehad, had hij, zou men zeggen, kunnen en moeten voorzien, dat uit eene dergelijke uiting vaD hem dingen konden worden afgeleid, waaraan hij, blijkens zijn, in ons vorig nommer op genomen brief, in het geheel niet gedacht heeft, toen hij die uiting neerschreef. Eenige betuiging van leedwezen, zoo al niet eene zijdelingsche erkenning van onvoorzichtigheid in den trant van die waartoe hij den heer Qnarles van Ufford heeft gedwongen ware misschien niet ongepast geweest. Maar laat het alleszins begrijpelijk zijn, dat de heer Pruys van der Hoeven, hoege naamd geen verdachtmaking bedoelende, er zelfs niet eens aan gedacht heeft, dat men eene insinuatie in zijn woorden zou kunnen zoeken. Dan is het toch alles behalve duidelijk, waarom hij niet terstond, toen het Ebld. er eene insinuatie in las, verklaard beeft, dat hij zoo iets in de verste verte niet bedoeld had. Daarmede had hij al die verkeerde gevolgtrekkingen, al dat beroep op zijn ge zag voorkomen. Het Handelsblad verbaast zich ook over dit lang uitblijven van een antwoord. In April vestigde het blad reeds de aandacht op de bewering van den heer Prnys van der Hoeven. Verder noemt het blad zijn antwoord eene „kinderachtige verdediging"die volstrekt niet vergoelijkt het gebruik der geïncrimi neerde woorden: „De aandeelen van de Kon. Paketvaart stijgen; de Atjeh-leverantie maakt goede zaken." Ieder, die het be richt in de Haarl. Crt., waarop die woorden steunden, las, kon zeer wel beseffen dat ze „bittere ironie" waren en geen insinuatie bevatten. Maar en daarop willen wij onzerzijds even het licht laten vallen toen de oud- gouverneur van Atjeh, het ond-lid van den Raad van IndiëPruys van der Hoeven die woorden overnam en daarop voortborduurde, toen werd het eene andere kwestie Toen hield het op ironie te zijntoen kreeg de bewering een ander karakter. En nadat daarop weder commentaren wa ren geleverd dooT enkele bladen; deze verder gingen met hunne zijdelingsche be schuldigingen, en de heer Pruys, van der Hoeven maar bleef zwijgen, toen werd het tijd dat daarop eens de aandacht werd ge vestigd om zoodoende dien oud-gouverneur te dwingen zich nader te verklaren. Daartoe hebben wij willen meêwerken. Wij meenen deze opheldering verschul digd te zijn aan het Handelsbladdat zich niet begrijpen kan hoe „een blad zoo eervol bekend als de Middelburgsche Courant er toe kon komen een stuk zoo afschuwelijk als dat van He Maasbode zonder verderen commentaar over te nemen." De redactie van het Amsterdamsche blad vergist zich in deze; volstrekt niet zonder commentaar namen wij een deel van hel schrijven van Be Maasbode over. Wij pro testeerden wel degelijk ten sterkste tegen den aanhef daarvan, waarbij op het ministerie Tak en op den tegenwoordigen gouverneur- generaal een zijdelingsche blaam werd ge worpen. Wij verklaarden uitdrukkelijk dat èu wijlen baron Van Dedem, de vorige mi nister van koloniën, èn jhr Van der Wijck te eervol bekend zijn en te hoog stonden om tegenover hen dergelijke zinspelingen te mogen dulden zonder ze te weerleggen. Wij kwamen ook op tegen het streven om verband te zoeken tusschen den oorlog met Lombok en de belaDgen der Paketvaart- maat8chappij. Dat de redactie van het Handelsblad ons nommer van Donderdag 27 Aug. er nog maar eeus op naleze Maar voor het overige namen wij zonder commentaren de verdere opsomming van feiten, door de Maasbode gegeven, over om eerst nog eene afwachtende houding aan te nemen; na te gaan of niet anderen aan dacht schonken aan hetgeen de Maasbode schreef; of niet eindelijk de heer Pruys van der Hoeven uit den schuilhoek zou te voor schijn komen, waaruit het Hbld. reeds zoo lang te vergeefs trachtte hem te doen treden* En dat is gelukt. Nauwelijks hadden wij geschreven of de N. JR. Ct. vestigde de aandacht ook op onze bewering in verband met die van de Maas bode met het gevolg dat de heer Pruys van der Hoeven deed wat hij tegenover het Hbld. tot heden nog had verzuimd te doenantwoorden. In de tweede plaats komt het Hbld. terug op onze bewering: „Tal van raadselachtig heden komen er in dien noodlottigen krijg voor, ook ia het tijdperk waarin deze thans verkeert". In verband daarmee schrijft het blad „wij zouden roeenen, dat er na het optreden van generaal Vetter niets raadselachtigs meer is geweest". Al moet het voor elk aandachtig lezer duidelijk zijn dat, al hadden wij ook het oog op de gebeurtenissen in den laatsten tijd, wij meer den geheelen Atjeh-oorlog bedoelden, toch verbazen wij ons over de naïviteit van het Hbld., voor wiens redactie alles wat onder generaal Vetter voorviel zoo duidelijk is. Met alle bescheidenheid opgemerkt, ge- looven wij dat zij vrij wel in dat gevoelen alleen zal staan. Vragen als dezeHadden wij onze vij anden niet moeten bestraffen, niet verslaan, niet verdrijven; behoeven wij eigenlijk niet te beantwoorden. Maar wel is het eigen aardig dat, trots al dat bestraffen, al dat verslaan, al dat verdrijvenniettegenstaande generaal Vetter weêr heenging en ieder dacht dat het voornaamste voorbij was, altijd door maar weêr ernstig gevochten moet worden. Eigenaardig dat zelfs over de feiten de minister van koloniën in de Eerste kamer geen licht kon ontsteken, zoodat men het vrijwel eens was dat wij nog even wijs waren als toen de heer Bergsma niet had gesproken en vóór de interpellatie in ons Hoogerhuis, die noodzakelijk was, plaats bad. Het Hbld brengt even in herinnering waarom het ons te doen is." Toekoe Oemar werd ons afvallig, versterkte zicb, bedreigde onze stelling. Van alle zjjden troomden zjjne bondgenooten met hunne ben den hem toe Toekoe Tjoet Toenkoeb, de iman van Siëm, Nja Makam en tal van andere hoofden uit de XXVI MoekimsPanglima Polim uit de XXII Moekimsde hooiden van Montassik; de bevolking van Lepong. De pre tendent-sultan, door Oemar geroepen, kwam met zjjne benden. Het moest-»er natuurljjk om te doen zjjn" achtereenvolgens al die vjjanden te bestraffen uit elkander te slaan en te verdrjjven. En dit program is volledig, in den kortst mogeljjkea tjjd uitgevoerd." Zoo beweert het Hbld. Maar dat was onze bedoeliDg niet met onze opmerking. Wij hebben nu al zoo dikwijls gejuicht bij overwinningen op Atjeh, telkens en telkens weer is er beweerd dat wij wonnen, edoch het einde is er nog niet. Over het onverklaarbare van het gebeurde met generaal De Moulin zullen wij nu maar zwijgen. Wij bedoelden met onze opmerking, dat wij niet begrijpen „waarom het te doen is", dit: of men nu een einde aan den oorlog zal makeD, ja dan neen. Welk stelsel men nu zal volgendat van generaal Van der Heijden of van generaal Deykerhoff Wie nu opvolger voor generaal De Moulin zijn zal en welken weg die zal uitgaan. In 't kort of men bet nu eens is, al of niet, wat men met Atjeh zal doen. Het heeft ons nu waarlijk menschenlevens en geld genoeg gekost. Het Nederland- schevolk snaktnaar het eindevoor goed; maar natuurlijk liefst op de meest eervolle wijze. En het is juist door al het gebeurde wan trouwend geworden. Wij brengen, niet minder dan het Hbld, hulde aan de doortastendheid van onzen gouverneur-generaalmaatf liij kan niet alles, hij is niet almachtig. Andere invloeden doen zich geldeneD dat maakt den toestand van Indië zoo moei lijk, zoo ongezond. En juist omdat men dit weet, omdat zooveel het publiek raadselachtig voorkomt, is het dubbel gevaarlijk, wanneer manneD als Pruys van der Hoeven doör zijdelingsche zinspelingen argwaan blijven voeden. Op dit punt zijn wij geheel één van gevoelen met het Hbld, welks redactie, naar wij hopen, onze bedoeling nu beter zal begrijpen dan zij bleek te doen. Middelburg 31 Augustus. Het Oberverwaltungsgericht in Pruisen heeft onlangs de volgende beslissing genomen De onderwijzer is tot het geven van licha melijke straften, zoowel bjj leerlingen van andere, als van zjjn eigen klasse ten volle bevoegd. Daar het gedrag van den leerling, ook buiten de school, aan de schooltucht onderworpen is, mag de straf, door den onder- wjjzer opgelegd, ook buiten de Bchool gegeven worden. 't Zelfde recht heeft de geesteljjke, als on derwjjzer in den godsdienst. Deze straffen kunnen eerst dan tot een gerechtelijke ver volging aanleiding geven, als de leerling ver wond wordt, en wel zóó, dat leven of gezond heid hierdoor in gevaar gebracht wordt blauwe plekken of striemen behooren niet onder wonden, want zjj zjjn het gevolg van elke lichamelijke straf." Zou de baldadigheid der jeugd daar minder zjjn dan bjj ons vraagt de Koerier. Door de Vereeniging ter voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen is aan de ministers van waterstaat en justitie een adres verzonden met verzoek om de voor schriften betreffende veiligheid en gezondheid van werklieden op te nemen in bestekken van bouw- en sloopingswerken en tot besc ming van den werkman, die wenscht mede te werken tot handhaving der gegeven voor schriften. Door den minister van oorlog is het gevoe len der militaire autoriteiten gevraagd of het wenscheljjk zou zjjn den tjjd, dien de mili tairen in de le categorie van de klasse van discipline doorbrengen, te verkorten, en hen bv. bjj goed gedrag naar hun korpB terug te zenden, alwaar zjj dan tjjdeljjk een beperkte vrjjheid zonden kunnen genieten. Bjj kon. besluit zjjn o.a. benoemd tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw F. B. 's Jacob, burge meester van Rotterdam A. J. Njjland, districts schoolopziener te Utrecht; dr J. Zaajjer Azn., hoofdredacteur der Nieuwe Kotterdamsche Courant, te Rotterdam E. Barenbroek, inge nieur-verificateur van het kadaster te Amster dam R. O. van Manen, hoofdingenieur der lste kl. van den rijkswaterstaat te Haarlem A. P. T. Sassen, directeur der rijkspostspaar bank te AmsterdamP. J. C. Gabriel, kunst schilder te 's-Gravenhage; tot commandeur in de orde van Oranje- Nassau mr C. Polis, procureur-generaal bp den Hoogen Raad der Nederlanden tot ridder in die orde J. C. van Schermbeek, hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage mejuffrouw Th. Schwartze, kunstschilderes te Amsterdam; Marcellus Emants, letterkundige te 's-Gravenhage; mejuffrouw H. Mercier, let terkundige te Amsterdam P. J. Rosier Faasen, letterkundige en tooneelspeler te Rotterdam; mejuffrouw J. M. Smarius, Algemeen Overste der vereeniging der zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouwe, Moeder van Barmhartig heid, te Tilburg; W. Stumpff, te Amsterdam: J. Meeschaert, concertzanger te Amsterdam de luitenant ter zee lste kl. C. A. deBrauw de officier van administratie lste kl., D. G. Krol van der Hoek W. J. Notebos, hoofdop zichter bjj de Mij tot Exploitatie van Staats- spoorwegen te Breda tot officier in die orde de majoor G. A, de Bruyn van het 3e regiment infanterie; T. F. baron van Heerdt, lid van het College voor de zeevisscherjjen te Utrecht is verleend de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau in goud aan den opzichter der kustverlichting W. de Rapper, den kape'meeF- ter N. A. Bouwman, van het 3e xeg. infante rie, en in brons aan den soldaat A. Leen we, het 39 reg. infanterie, gedetacheerd bjj het instructie-bataljon. Verder is de rang van generaal-majoor verleend aan den gepensioneerden kolonel van den plaatse- ljjken staf D. H. P. van Bothnia Andria, en die van majoor aan den gep. kap. der inf. J. Opsoholtens zjjn de O.-I. ambtenaren met verlof H. N. Blatt, laatsteljjk tweede stuurman bp de gou vernementsmarine in N.-l., en mr N. B. H. F. Arriëns, laatsteljjk advocaat-generaal bjj het hooggerechtshof van N.-I., op hun verzoek, weger-s physieke ongeschiktheid, eervol uit '8 lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Ter beschikking van den gouv.-generaal van N.-I. kunnen worden gesteld om te worden benoemd tot opzichter der 3e klasse bjj den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken in Nederlandsch-Indië drie personen die met voldoenden uitslag hebben afgelegd het examen voor opzichter bjj den rpkswater staat in Nederland. De Commissaris der Koningin in Groningen gemachtigd tot het bp eenroepen van di Staten van die provincie in buitengewone ver gadering op Donderdag 10 Sept., om dan aan de orde te stellen de verkiezing van een lid van Gedeputeerde staten, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlpden het lid mr A. J. de Sitter, op 16 Juli 11. Wijziging- van de artikelen 179, 880 en 383 wetl». v, koophandel. Naar aanleiding vnn de over het wetsont werp van bovengenoemde strekking tusschen de Tweede kamer en den minister van justitie schriftelpk gevoerde gedachtenwisseling, heeft de commissie van rapporteurs, in een onder houd met den minister getracht tot overeen stemming te komen omtrent de volgens haar niet opgeloste ernstige bezwaren tegen het ontwerp. Zjj beeft het resultaat van hare sprekingen medegedeeld in een verslag. Daar uit bljjkt dat ten opzichte der herziening van de materie der scheepsverklaringen de mi nister zich bereid' verklaard heeft de toepasse- Ijjkheid van de artikelen 1947 en 1950 B. W. op te heffen ten aanzien van allen, wier me dewerking bad kunnen worden ingeroepen tot het afleggen der verklaring. Art. 884 W. v. K. wordt in dien zin aangevuld, waarbjj de commissie verklaart zich neder te leggen. Voorts heeft de minister zich bereid ver klaard art. 383 alsnog te wpzigen ten opzichte van het journaal en in verband daarmede den aanhef van art. 379 te wpzigen, waarmede de commissie zich echter niet ban vereenigen om dat zjj uit het artikel elke termpnsbepaling voor het afleggen der verklaring wil doen vervallen. De minister heeft verder zjjn voor stel in dien zin gewpzigd, dat, tot het afleg gen der bedoelde verklaring, geroepen worden »alle tegenwoordigzpnde officiers op stoom booten, de machinisten daaronder begrepen, en alle tegenwoordigzpnde scheepsgezellen, tjjdena de te vermelden ongevallen de wacht op deb badden en die, op stoomschepen, tjj- dens die ongevallen het dienstdoend personeel der machinekamer uitmaakten, al of niet ge- zamenlpb", terwjjl de minister den schipper nog de vrjjheid wil toegekend zien om nog andere leden der equipage tot het afleggen der scheeps verklaring te doen medewerken De commissie echter wil bepaald zien dat »de verklaring geschiedt door den schipper en door die officieren, scheepsgezellen en pa sagiers, wier medewerking tot de verklaring noodig wordt geacht door hem, door wien de verklaring wordt afgelegd. Deze is bevoegd hen te ondervragen betrekkelijk da daadza ken en omstandigheden en hunne antwoorden in de verklaring te doen opnemen". Wpders heeft de minister ten opzichte van den ter- mjjn, binnen welken de verklaring moet wor den afgelegd, voorzien in de gevallen, waarin bultenlandsche feestdagen voorkomen. Einde- lpb heeft de C. v. R. ten aanzien van hare meening dat het buitenlandsche gezag niet gebonden is aan den in onze wet gestelden termjjn, eene wpziging van de art. 380 en 383, 397 en 384 voorgesteld. UIT STAD EN PROVINCIE Bjj kon. besluit is, zooats nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd mede gedeeld, de eeremedaille der orde van Oranje Nassau verleend in zilve- aan den sergeant majoor T. Bakker, van het algemeen depot van discipline, en aan D. van der Mejjde», boofdconducteur bp de My tot Expl. van S. S. te V lis sin gen. Verder is benoemd tot burgemeester der ge meente Oud-Vosmeer G. J. de Graaff, secre taris dier gemeente. Aan d9 Ztoolsche Crt wjrlt uit Den Haag gemeld dat de gezondheidstoestand van den oud-minister Tak van Poortvliet ernstige reden tot bezorgdheid geeft. Naar wjj vernemen is daaromtrent bjj de familie hier ter stede niets bekend. Zondag had aan bet z. g. »Plaatje" on der Arnemuiden een treurig ongeluk plaats. Twee meisjes, dochter van de we duwe K., zouden met een bootje haar moeder van den overkant afhalentoen zjj bjj na daar waren, sloeg het bootje om, waardoor een dezer, de oudste, die zeventien jaar was, te water geraakte en trots alle pogingen, die aangewend werden om haar te redden, voor de oogen der moeder verdronk. Het Ijjk is 's avonds door den gemeente veldwachter opgehaald en naar huis vervoerd. De Zondagreizigers en allen, die een tochtje of wandeling maakten, hebben het gisteren getroffen. Het was verrubkeljjk weer. Te Zierikzee kwam Zondag de Btoom- boot Stad Zierikzee van Antwerpen aan roet het muziek- en tooneel gezelschap de Verbroe dering, ten getale van 450 personen, aan boord. Onder het blazen van een vroolpke marsch door het muziekkorps begaven de bezoekers zich naar de woning van den burgemeester, wien zjj eene aubade brachten, en van daar naar de sociëteit Ons Genoegen, Concordia enz. Sommigen deden een rjjtoer door de stad. Des namiddags te vier vertrokken zjj weder, in de beste orde en rechtvroolpk en voldaan, ten aanBchouwe van een ontelbaar publiek. In de Zaterdag te Renesse gehouden gemeenteraadsvergadering werd het voorstel van het dag. beBt. betrekkelpk de telefoon aangenomen. Na afdoening der zaken werd den oudsten wethouder, den heer K. Steur Rz., die voor het laatst de vergadering bjj woonde, door den voorzitter dank gebracht voor de vele diensten, die hp gedurende 43 jaren aan de gemeente heeft bewezen. Een vroeger bericht omtrent den gonees- heer-doodscbouwer eischt deze verbetering dat het moest zjjn de geneesheer-vaccinateur, wat trouwens op 'hetzelfde neerkomt. Te Aardenburg is, volgens het Wbld voor Z.Vl. (PP. D.), in eene gecombi neerde vergadering van de leden van den gemeenteraad en regenten van het burger- gasthuis, welke allen ter vergadering tegen woordig waren, de heer J. L. J. de Glopper, geneesheer aan het gasthuis, geschorst in die betrekking wegens het niet nakomen van eeni ge bepalingen in zjjne instructie. Deze schor sing had plaats met algemeene stemmen, terwijl genoemden heer tot 14 September e. k. tjjd gegeven is zich omtrent het niet nakomen dier bepalingen te verantwoorden. Ter nagedachtenis» Op den 28 Aug. overleed te Apeldoorn op 72jarigen leeftjjd, als rustend geneesheer, doctor IJsbrand Kepzer, vroeger, van Febr. 1853 tot Mei 1889, practiseerend doctor te Middel burg. De overledene, geboren te Zevenbupzen en gepromoveerd te Utrecht, heeft nog korten tjjd gepractieeerd ia Maartensdjjk— Utrecht. Tot zjjn vertrek uit Middelburg toe bekleedde hp de betrekking van gemeente-geneesheer en was, als zoodanig, in de laatste jaren bjj voort during werkzaam in ons gasthuis. De behoef- tigen in onze gemeente, waarvoor hp zooveel gedaan heeft, zullen zich gaarne zjjn jjver en toewjjding herinneren. Eenige jaren is Keyzer wexkzaam geweeBt als leeraar of lector bjj de voormalige genees kundige schoolonderscheidene zjjner leer lingen oefenen nog de practpk in Zeeland of elders uit. Voortdurend was hp lid of plaats vervangend lid van den Geneeskundigen raad zjjn jjver en" werklust, zjjne juiste adviezen •verden in den Raad op hoogen prijs gesteld» Dr Keyzcr was, als lid van het Zeeuwsch Ge nootschap, belast met het conservatorschap der schelpen, die vóór zjjn tjjd in eene kast ver borgen waren. Hoe net e» hoe wetenschappelijk bjj ze geordend heeft, trekt aanstonds de aan dacht van hen die ons Museum bezoeken. Verschillende betrekkingen nam hjj waar onder de geneeskundigende verslagen van hunne »Vereenigingen" bewaren tallooze be- wjjzen van zjjn lust tot werken en zooveel hp kon, b?hartigde bjj de hygiënische belan gen der gemeente ook als lid der gezondheids commissie. Een minder gunstige gezondheidstoestand noopte hem tot rusten en die gezondheid is elders niet verbeterd, ja verergerd door het verlies zjjter echtgenoota. Velen zullen met achting aan hem terug denken. Dr De Man. Jaardag Koningin. De verjaardag van H. M. Koningin Wilhel- mina werd heden hier ter stede gevierd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1