MIDDELBURGSCHË COURANT.
N°. 206.
139s Jaargang,
1896
Dinsdag
1 September.
Deze courant verschelt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p»p», 2.—:
Afzonderlijke uummere kosten 5 cent.
Vhemonieter.
Middelburg 29 Aug. 8 u. vm. 60 gr., m. 12 u.
•7 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Verw. Z. O. wind.)
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éd>«
uur aan het bureau bezorgd sjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en -
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel;
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige I
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis I
aan bet bureau te bekomen.
Agenten.
Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW.
A. van Nietjwenhuijzen.
Nog eensA t j e h.
Eindelijk, ten langen leste, heeft dan de
heer Pruys van der Hoeven eene nadere op
heldering gegeven omtrent zijne, in April
reeds gebezigde woorden, die tot zooveel
geschrijf aanleiding hebben gegeven. En
waar ieder de beste uitlegger van zijn eigen
woorden is, moeten wij zijne nadere ver
klaring aannemende door hem gebezigde
woorden kunnen worden opgevat, gelijk hij
ze zelf thans uitlegt.
Maar het is dan toch vreemd, zeggen wij
de Opr. Haarl. Crt na, dat niet alieen het
Hbld.j maar ook andere bladen er eene in
sinuatie in gevonden hebben. Daaruit zou
men toch opmaken, dat zijn woorden voor
tweeërlei uitleg vatbaar waren en dat hij,
vooral als men de strekking van zijn brochure
in aanmerking neemt, gezegd moet worden,
zich onvoorzichtig te hebben uitgelaten. Juist
door de positie, die hij in Indië had gehad,
had hij, zou men zeggen, kunnen en moeten
voorzien, dat uit eene dergelijke uiting vaD
hem dingen konden worden afgeleid, waaraan
hij, blijkens zijn, in ons vorig nommer op
genomen brief, in het geheel niet gedacht
heeft, toen hij die uiting neerschreef. Eenige
betuiging van leedwezen, zoo al niet eene
zijdelingsche erkenning van onvoorzichtigheid
in den trant van die waartoe hij den
heer Qnarles van Ufford heeft gedwongen
ware misschien niet ongepast geweest.
Maar laat het alleszins begrijpelijk zijn,
dat de heer Pruys van der Hoeven, hoege
naamd geen verdachtmaking bedoelende, er
zelfs niet eens aan gedacht heeft, dat men eene
insinuatie in zijn woorden zou kunnen zoeken.
Dan is het toch alles behalve duidelijk,
waarom hij niet terstond, toen het Ebld. er
eene insinuatie in las, verklaard beeft, dat
hij zoo iets in de verste verte niet bedoeld
had. Daarmede had hij al die verkeerde
gevolgtrekkingen, al dat beroep op zijn ge
zag voorkomen.
Het Handelsblad verbaast zich ook over
dit lang uitblijven van een antwoord. In
April vestigde het blad reeds de aandacht
op de bewering van den heer Prnys van der
Hoeven.
Verder noemt het blad zijn antwoord eene
„kinderachtige verdediging"die volstrekt
niet vergoelijkt het gebruik der geïncrimi
neerde woorden: „De aandeelen van de
Kon. Paketvaart stijgen; de Atjeh-leverantie
maakt goede zaken." Ieder, die het be
richt in de Haarl. Crt., waarop die woorden
steunden, las, kon zeer wel beseffen dat ze
„bittere ironie" waren en geen insinuatie
bevatten.
Maar en daarop willen wij onzerzijds
even het licht laten vallen toen de oud-
gouverneur van Atjeh, het ond-lid van den
Raad van IndiëPruys van der Hoeven die
woorden overnam en daarop voortborduurde,
toen werd het eene andere kwestie Toen
hield het op ironie te zijntoen kreeg de
bewering een ander karakter.
En nadat daarop weder commentaren wa
ren geleverd dooT enkele bladen; deze
verder gingen met hunne zijdelingsche be
schuldigingen, en de heer Pruys, van der
Hoeven maar bleef zwijgen, toen werd het
tijd dat daarop eens de aandacht werd ge
vestigd om zoodoende dien oud-gouverneur
te dwingen zich nader te verklaren.
Daartoe hebben wij willen meêwerken.
Wij meenen deze opheldering verschul
digd te zijn aan het Handelsbladdat zich
niet begrijpen kan hoe „een blad zoo eervol
bekend als de Middelburgsche Courant er
toe kon komen een stuk zoo afschuwelijk
als dat van He Maasbode zonder verderen
commentaar over te nemen."
De redactie van het Amsterdamsche blad
vergist zich in deze; volstrekt niet zonder
commentaar namen wij een deel van hel
schrijven van Be Maasbode over. Wij pro
testeerden wel degelijk ten sterkste tegen den
aanhef daarvan, waarbij op het ministerie
Tak en op den tegenwoordigen gouverneur-
generaal een zijdelingsche blaam werd ge
worpen. Wij verklaarden uitdrukkelijk dat
èu wijlen baron Van Dedem, de vorige mi
nister van koloniën, èn jhr Van der Wijck
te eervol bekend zijn en te hoog stonden
om tegenover hen dergelijke zinspelingen te
mogen dulden zonder ze te weerleggen.
Wij kwamen ook op tegen het streven om
verband te zoeken tusschen den oorlog met
Lombok en de belaDgen der Paketvaart-
maat8chappij.
Dat de redactie van het Handelsblad ons
nommer van Donderdag 27 Aug. er nog
maar eeus op naleze
Maar voor het overige namen wij zonder
commentaren de verdere opsomming van
feiten, door de Maasbode gegeven, over om
eerst nog eene afwachtende houding aan te
nemen; na te gaan of niet anderen aan
dacht schonken aan hetgeen de Maasbode
schreef; of niet eindelijk de heer Pruys van
der Hoeven uit den schuilhoek zou te voor
schijn komen, waaruit het Hbld. reeds zoo
lang te vergeefs trachtte hem te doen treden*
En dat is gelukt.
Nauwelijks hadden wij geschreven of de
N. JR. Ct. vestigde de aandacht ook op onze
bewering in verband met die van de Maas
bode met het gevolg dat de heer Pruys
van der Hoeven deed wat hij tegenover het
Hbld. tot heden nog had verzuimd te
doenantwoorden.
In de tweede plaats komt het Hbld. terug
op onze bewering: „Tal van raadselachtig
heden komen er in dien noodlottigen krijg
voor, ook ia het tijdperk waarin deze thans
verkeert".
In verband daarmee schrijft het blad
„wij zouden roeenen, dat er na het optreden
van generaal Vetter niets raadselachtigs meer
is geweest".
Al moet het voor elk aandachtig lezer
duidelijk zijn dat, al hadden wij ook het oog
op de gebeurtenissen in den laatsten tijd,
wij meer den geheelen Atjeh-oorlog bedoelden,
toch verbazen wij ons over de naïviteit van
het Hbld., voor wiens redactie alles wat
onder generaal Vetter voorviel zoo duidelijk is.
Met alle bescheidenheid opgemerkt, ge-
looven wij dat zij vrij wel in dat gevoelen
alleen zal staan.
Vragen als dezeHadden wij onze vij
anden niet moeten bestraffen, niet verslaan,
niet verdrijven; behoeven wij eigenlijk niet
te beantwoorden. Maar wel is het eigen
aardig dat, trots al dat bestraffen, al dat
verslaan, al dat verdrijvenniettegenstaande
generaal Vetter weêr heenging en ieder
dacht dat het voornaamste voorbij was, altijd
door maar weêr ernstig gevochten moet
worden.
Eigenaardig dat zelfs over de feiten de
minister van koloniën in de Eerste kamer
geen licht kon ontsteken, zoodat men het
vrijwel eens was dat wij nog even wijs
waren als toen de heer Bergsma niet had
gesproken en vóór de interpellatie in ons
Hoogerhuis, die noodzakelijk was, plaats bad.
Het Hbld brengt even in herinnering
waarom het ons te doen is."
Toekoe Oemar werd ons afvallig, versterkte
zicb, bedreigde onze stelling. Van alle zjjden
troomden zjjne bondgenooten met hunne ben
den hem toe Toekoe Tjoet Toenkoeb, de iman
van Siëm, Nja Makam en tal van andere
hoofden uit de XXVI MoekimsPanglima
Polim uit de XXII Moekimsde hooiden van
Montassik; de bevolking van Lepong. De pre
tendent-sultan, door Oemar geroepen, kwam
met zjjne benden.
Het moest-»er natuurljjk om te doen zjjn"
achtereenvolgens al die vjjanden te bestraffen
uit elkander te slaan en te verdrjjven. En dit
program is volledig, in den kortst mogeljjkea
tjjd uitgevoerd."
Zoo beweert het Hbld.
Maar dat was onze bedoeliDg niet met
onze opmerking. Wij hebben nu al zoo
dikwijls gejuicht bij overwinningen op Atjeh,
telkens en telkens weer is er beweerd dat
wij wonnen, edoch het einde is er nog niet.
Over het onverklaarbare van het gebeurde
met generaal De Moulin zullen wij nu maar
zwijgen.
Wij bedoelden met onze opmerking, dat
wij niet begrijpen „waarom het te doen is",
dit: of men nu een einde aan den oorlog
zal makeD, ja dan neen. Welk stelsel men
nu zal volgendat van generaal Van der
Heijden of van generaal Deykerhoff Wie nu
opvolger voor generaal De Moulin zijn zal
en welken weg die zal uitgaan. In 't kort
of men bet nu eens is, al of niet, wat men
met Atjeh zal doen.
Het heeft ons nu waarlijk menschenlevens
en geld genoeg gekost. Het Nederland-
schevolk snaktnaar het eindevoor
goed; maar natuurlijk liefst op de meest
eervolle wijze.
En het is juist door al het gebeurde wan
trouwend geworden.
Wij brengen, niet minder dan het Hbld,
hulde aan de doortastendheid van onzen
gouverneur-generaalmaatf liij kan niet alles,
hij is niet almachtig.
Andere invloeden doen zich geldeneD
dat maakt den toestand van Indië zoo moei
lijk, zoo ongezond.
En juist omdat men dit weet, omdat
zooveel het publiek raadselachtig voorkomt,
is het dubbel gevaarlijk, wanneer manneD
als Pruys van der Hoeven doör zijdelingsche
zinspelingen argwaan blijven voeden.
Op dit punt zijn wij geheel één van
gevoelen met het Hbld, welks redactie,
naar wij hopen, onze bedoeling nu beter
zal begrijpen dan zij bleek te doen.
Middelburg 31 Augustus.
Het Oberverwaltungsgericht in Pruisen heeft
onlangs de volgende beslissing genomen
De onderwijzer is tot het geven van licha
melijke straften, zoowel bjj leerlingen van
andere, als van zjjn eigen klasse ten volle
bevoegd. Daar het gedrag van den leerling,
ook buiten de school, aan de schooltucht
onderworpen is, mag de straf, door den onder-
wjjzer opgelegd, ook buiten de Bchool gegeven
worden.
't Zelfde recht heeft de geesteljjke, als on
derwjjzer in den godsdienst. Deze straffen
kunnen eerst dan tot een gerechtelijke ver
volging aanleiding geven, als de leerling ver
wond wordt, en wel zóó, dat leven of gezond
heid hierdoor in gevaar gebracht wordt
blauwe plekken of striemen behooren niet
onder wonden, want zjj zjjn het gevolg van
elke lichamelijke straf."
Zou de baldadigheid der jeugd daar minder
zjjn dan bjj ons vraagt de Koerier.
Door de Vereeniging ter voorkoming van
ongelukken in fabrieken en werkplaatsen is
aan de ministers van waterstaat en justitie
een adres verzonden met verzoek om de voor
schriften betreffende veiligheid en gezondheid
van werklieden op te nemen in bestekken
van bouw- en sloopingswerken en tot besc
ming van den werkman, die wenscht mede
te werken tot handhaving der gegeven voor
schriften.
Door den minister van oorlog is het gevoe
len der militaire autoriteiten gevraagd of het
wenscheljjk zou zjjn den tjjd, dien de mili
tairen in de le categorie van de klasse van
discipline doorbrengen, te verkorten, en hen
bv. bjj goed gedrag naar hun korpB terug te
zenden, alwaar zjj dan tjjdeljjk een beperkte
vrjjheid zonden kunnen genieten.
Bjj kon. besluit zjjn o.a. benoemd
tot ridder in de orde van den Neder-
landschen Leeuw F. B. 's Jacob, burge
meester van Rotterdam A. J. Njjland, districts
schoolopziener te Utrecht; dr J. Zaajjer Azn.,
hoofdredacteur der Nieuwe Kotterdamsche
Courant, te Rotterdam E. Barenbroek, inge
nieur-verificateur van het kadaster te Amster
dam R. O. van Manen, hoofdingenieur der
lste kl. van den rijkswaterstaat te Haarlem
A. P. T. Sassen, directeur der rijkspostspaar
bank te AmsterdamP. J. C. Gabriel, kunst
schilder te 's-Gravenhage;
tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau mr C. Polis, procureur-generaal
bp den Hoogen Raad der Nederlanden
tot ridder in die orde J. C. van Schermbeek,
hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage
mejuffrouw Th. Schwartze, kunstschilderes te
Amsterdam; Marcellus Emants, letterkundige
te 's-Gravenhage; mejuffrouw H. Mercier, let
terkundige te Amsterdam P. J. Rosier Faasen,
letterkundige en tooneelspeler te Rotterdam;
mejuffrouw J. M. Smarius, Algemeen Overste
der vereeniging der zusters van Liefde van
Onze Lieve Vrouwe, Moeder van Barmhartig
heid, te Tilburg; W. Stumpff, te Amsterdam:
J. Meeschaert, concertzanger te Amsterdam
de luitenant ter zee lste kl. C. A. deBrauw
de officier van administratie lste kl., D. G.
Krol van der Hoek W. J. Notebos, hoofdop
zichter bjj de Mij tot Exploitatie van Staats-
spoorwegen te Breda
tot officier in die orde de majoor G. A, de
Bruyn van het 3e regiment infanterie; T. F.
baron van Heerdt, lid van het College voor
de zeevisscherjjen te Utrecht
is verleend de eere-medaille der orde van
Oranje-Nassau in goud aan den opzichter der
kustverlichting W. de Rapper, den kape'meeF-
ter N. A. Bouwman, van het 3e xeg. infante
rie, en in brons aan den soldaat A. Leen we,
het 39 reg. infanterie, gedetacheerd bjj het
instructie-bataljon.
Verder
is de rang van generaal-majoor verleend aan
den gepensioneerden kolonel van den plaatse-
ljjken staf D. H. P. van Bothnia Andria, en
die van majoor aan den gep. kap. der inf.
J. Opsoholtens
zjjn de O.-I. ambtenaren met verlof H. N.
Blatt, laatsteljjk tweede stuurman bp de gou
vernementsmarine in N.-l., en mr N. B. H. F.
Arriëns, laatsteljjk advocaat-generaal bjj het
hooggerechtshof van N.-I., op hun verzoek,
weger-s physieke ongeschiktheid, eervol uit
'8 lands dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
Ter beschikking van den gouv.-generaal van
N.-I. kunnen worden gesteld om te worden
benoemd tot opzichter der 3e klasse bjj den
waterstaat en 's lands burgerlijke openbare
werken in Nederlandsch-Indië drie personen
die met voldoenden uitslag hebben afgelegd
het examen voor opzichter bjj den rpkswater
staat in Nederland.
De Commissaris der Koningin in Groningen
gemachtigd tot het bp eenroepen van di
Staten van die provincie in buitengewone ver
gadering op Donderdag 10 Sept., om dan aan
de orde te stellen de verkiezing van een lid
van Gedeputeerde staten, ter voorziening in
de vacature, ontstaan door het overlpden
het lid mr A. J. de Sitter, op 16 Juli 11.
Wijziging- van de artikelen 179,
880 en 383 wetl». v, koophandel.
Naar aanleiding vnn de over het wetsont
werp van bovengenoemde strekking tusschen
de Tweede kamer en den minister van justitie
schriftelpk gevoerde gedachtenwisseling, heeft
de commissie van rapporteurs, in een onder
houd met den minister getracht tot overeen
stemming te komen omtrent de volgens haar
niet opgeloste ernstige bezwaren tegen het
ontwerp. Zjj beeft het resultaat van hare
sprekingen medegedeeld in een verslag. Daar
uit bljjkt dat ten opzichte der herziening van
de materie der scheepsverklaringen de mi
nister zich bereid' verklaard heeft de toepasse-
Ijjkheid van de artikelen 1947 en 1950 B. W.
op te heffen ten aanzien van allen, wier me
dewerking bad kunnen worden ingeroepen tot
het afleggen der verklaring. Art. 884 W. v.
K. wordt in dien zin aangevuld, waarbjj de
commissie verklaart zich neder te leggen.
Voorts heeft de minister zich bereid ver
klaard art. 383 alsnog te wpzigen ten opzichte
van het journaal en in verband daarmede den
aanhef van art. 379 te wpzigen, waarmede de
commissie zich echter niet ban vereenigen om
dat zjj uit het artikel elke termpnsbepaling
voor het afleggen der verklaring wil doen
vervallen. De minister heeft verder zjjn voor
stel in dien zin gewpzigd, dat, tot het afleg
gen der bedoelde verklaring, geroepen worden
»alle tegenwoordigzpnde officiers op stoom
booten, de machinisten daaronder begrepen, en
alle tegenwoordigzpnde scheepsgezellen,
tjjdena de te vermelden ongevallen de wacht
op deb badden en die, op stoomschepen, tjj-
dens die ongevallen het dienstdoend personeel
der machinekamer uitmaakten, al of niet ge-
zamenlpb", terwjjl de minister den schipper
nog de vrjjheid wil toegekend zien om nog
andere leden der equipage tot het afleggen
der scheeps verklaring te doen medewerken
De commissie echter wil bepaald zien dat »de
verklaring geschiedt door den schipper en
door die officieren, scheepsgezellen en pa
sagiers, wier medewerking tot de verklaring
noodig wordt geacht door hem, door wien de
verklaring wordt afgelegd. Deze is bevoegd
hen te ondervragen betrekkelijk da daadza
ken en omstandigheden en hunne antwoorden
in de verklaring te doen opnemen". Wpders
heeft de minister ten opzichte van den ter-
mjjn, binnen welken de verklaring moet wor
den afgelegd, voorzien in de gevallen, waarin
bultenlandsche feestdagen voorkomen. Einde-
lpb heeft de C. v. R. ten aanzien van hare
meening dat het buitenlandsche gezag niet
gebonden is aan den in onze wet gestelden
termjjn, eene wpziging van de art. 380 en
383, 397 en 384 voorgesteld.
UIT STAD EN PROVINCIE
Bjj kon. besluit is, zooats nog in een deel
der oplaag van ons vorig nommer werd mede
gedeeld, de eeremedaille der orde van Oranje
Nassau verleend in zilve- aan den sergeant
majoor T. Bakker, van het algemeen depot
van discipline, en aan D. van der Mejjde»,
boofdconducteur bp de My tot Expl. van S. S.
te V lis sin gen.
Verder is benoemd tot burgemeester der ge
meente Oud-Vosmeer G. J. de Graaff, secre
taris dier gemeente.
Aan d9 Ztoolsche Crt wjrlt uit Den
Haag gemeld dat de gezondheidstoestand van
den oud-minister Tak van Poortvliet ernstige
reden tot bezorgdheid geeft.
Naar wjj vernemen is daaromtrent bjj de
familie hier ter stede niets bekend.
Zondag had aan bet z. g. »Plaatje" on
der Arnemuiden een treurig ongeluk
plaats. Twee meisjes, dochter van de we
duwe K., zouden met een bootje haar moeder
van den overkant afhalentoen zjj bjj na daar
waren, sloeg het bootje om, waardoor een dezer,
de oudste, die zeventien jaar was, te water
geraakte en trots alle pogingen, die aangewend
werden om haar te redden, voor de oogen der
moeder verdronk. Het Ijjk is 's avonds
door den gemeente veldwachter opgehaald en
naar huis vervoerd.
De Zondagreizigers en allen, die een
tochtje of wandeling maakten, hebben het
gisteren getroffen. Het was verrubkeljjk weer.
Te Zierikzee kwam Zondag de Btoom-
boot Stad Zierikzee van Antwerpen aan roet
het muziek- en tooneel gezelschap de Verbroe
dering, ten getale van 450 personen, aan boord.
Onder het blazen van een vroolpke marsch
door het muziekkorps begaven de bezoekers
zich naar de woning van den burgemeester,
wien zjj eene aubade brachten, en van daar
naar de sociëteit Ons Genoegen, Concordia
enz. Sommigen deden een rjjtoer door de stad.
Des namiddags te vier vertrokken zjj weder,
in de beste orde en rechtvroolpk en voldaan,
ten aanBchouwe van een ontelbaar publiek.
In de Zaterdag te Renesse gehouden
gemeenteraadsvergadering werd het voorstel
van het dag. beBt. betrekkelpk de telefoon
aangenomen. Na afdoening der zaken werd
den oudsten wethouder, den heer K. Steur Rz.,
die voor het laatst de vergadering bjj woonde,
door den voorzitter dank gebracht voor de
vele diensten, die hp gedurende 43 jaren aan
de gemeente heeft bewezen.
Een vroeger bericht omtrent den gonees-
heer-doodscbouwer eischt deze verbetering dat
het moest zjjn de geneesheer-vaccinateur, wat
trouwens op 'hetzelfde neerkomt.
Te Aardenburg is, volgens het
Wbld voor Z.Vl. (PP. D.), in eene gecombi
neerde vergadering van de leden van den
gemeenteraad en regenten van het burger-
gasthuis, welke allen ter vergadering tegen
woordig waren, de heer J. L. J. de Glopper,
geneesheer aan het gasthuis, geschorst in die
betrekking wegens het niet nakomen van eeni
ge bepalingen in zjjne instructie. Deze schor
sing had plaats met algemeene stemmen, terwijl
genoemden heer tot 14 September e. k. tjjd
gegeven is zich omtrent het niet nakomen dier
bepalingen te verantwoorden.
Ter nagedachtenis»
Op den 28 Aug. overleed te Apeldoorn op
72jarigen leeftjjd, als rustend geneesheer,
doctor IJsbrand Kepzer, vroeger, van Febr. 1853
tot Mei 1889, practiseerend doctor te Middel
burg. De overledene, geboren te Zevenbupzen
en gepromoveerd te Utrecht, heeft nog korten
tjjd gepractieeerd ia Maartensdjjk— Utrecht.
Tot zjjn vertrek uit Middelburg toe bekleedde
hp de betrekking van gemeente-geneesheer en
was, als zoodanig, in de laatste jaren bjj voort
during werkzaam in ons gasthuis. De behoef-
tigen in onze gemeente, waarvoor hp zooveel
gedaan heeft, zullen zich gaarne zjjn jjver en
toewjjding herinneren.
Eenige jaren is Keyzer wexkzaam geweeBt
als leeraar of lector bjj de voormalige genees
kundige schoolonderscheidene zjjner leer
lingen oefenen nog de practpk in Zeeland of
elders uit. Voortdurend was hp lid of plaats
vervangend lid van den Geneeskundigen raad
zjjn jjver en" werklust, zjjne juiste adviezen
•verden in den Raad op hoogen prijs gesteld»
Dr Keyzcr was, als lid van het Zeeuwsch Ge
nootschap, belast met het conservatorschap
der schelpen, die vóór zjjn tjjd in eene kast ver
borgen waren. Hoe net e» hoe wetenschappelijk
bjj ze geordend heeft, trekt aanstonds de aan
dacht van hen die ons Museum bezoeken.
Verschillende betrekkingen nam hjj waar
onder de geneeskundigende verslagen van
hunne »Vereenigingen" bewaren tallooze be-
wjjzen van zjjn lust tot werken en zooveel
hp kon, b?hartigde bjj de hygiënische belan
gen der gemeente ook als lid der gezondheids
commissie.
Een minder gunstige gezondheidstoestand
noopte hem tot rusten en die gezondheid is
elders niet verbeterd, ja verergerd door het
verlies zjjter echtgenoota.
Velen zullen met achting aan hem terug
denken.
Dr De Man.
Jaardag Koningin.
De verjaardag van H. M. Koningin Wilhel-
mina werd heden hier ter stede gevierd