MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 199. 139e Jaargang. 1896 Maandag 24 Augustus, Dew courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen; Pr§a, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p,, 2.—; Afzonderlijke summers kosten 5 cent. Tkeraonetet. Middelburg 22 Aug. 8 u. vm. 64 gr., m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Verw. N. W. wind. Advertenties voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór ééa uur aan bet bureau bezorgd zjje. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel; Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bp abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospeotussen daarvan zpn gratis aan bet bureau te bekomen. ijjentei. Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhüijzen. IJveraars voor tiet geloof. Eigenaardig toeval. Wij waren genaderd tot op bladzijde 11 van dr Kuyper's rede, op den avond van 10 Augustus iu de Noorderkevk te Middel burg uitgesproken. Daarin behandelende „den zegen des Heeren over onze kerken", herin nert hij aan de SyDode, onder Bogerman binnen Dordrecht's veste gehouden hoe ze niet maar een kerkelijke samenkomst was, maar in den vollen zin des woords een iwereldgebeurtenishoe onze voorvaderen het hadden begrepen dat niet de korenmaat het licht moest opsluiten „maar dat het licht schijnen moest van den kandelaar de ruimte in, en, om aldus voor de wereld te kunnen schijnen, niet van de lichtgolven van het leven mocht worden afgesneden, maar in die lichtgolven dei' wereld indringen moest". Zoo was hun kerk. Zoo moest ook het heden zijn. En tegelijkertijd klonk een groot gedruisch ons in de ooren. Met volle muziek, met wapperende vaandels en omstuwd door tal van nieuwsgierigen, trok de stoet van het Leger des Eeils onze woning voorbij. Na de samenkomst in het Schuttershofbij gele genheid van den Kampdag, een openlijk vertoon langs 's Heeren straten om uitgeleide te doen aan den commandant van dit ker kelijk leger. Ook dat leger tracht in te dringen in de lichtgolven der wereld. Alzoo tweeërlei uitingen op kerkelijk gebied. Wij hebben ditmaal niet het voorrecht gehad, zooals een vorig maal in het Schut tershof, om professor Kuyper te booren. De gelegenheid ontbrak ons daartoeMaar wij kunnen ons voorstellen, hoe hij zijn gehoor weer zal hebben meegesleept, boe hg allen zal geboeid hebben door zijne weg slepende en eigenaardige taal. Als hij sprak over het goede en liefelijke, dat broeders ook samenwonen.- als hij uitleg gaf van hetgeen hij verstaat onder den Zegen des Heeren; wat zal dan menigeen hebben genoten, beaamd hebben wat hij zeide En hoeveel zuchten zullen er geslaakt zijn. toen hij tegenover de Broeders als boet prediker optrad met de „misschien ietwat snijdende, stellig ons allen beschamende vraag Was het in dit hoog besef, was het onder de bezielende verheffing van deze rijke gedachte, dat ook gij herwaarts op- kwaamt, om ook over de kerken, die morgen hier saam vergaderen, zulk een zegen van uwen God in te roepen, aldus een leven tot in eeuwigheid Zijt ge nog de zonen onzer vaderen, met hun geest gedrenkt," vroeg bij „of zou het waar zijn, wat men van bastaar den fluistert, aan den geest der vaderen ontzonken Hij spaarde toen zijn aanhangers noch zichzelven. Maar toch stak dr Kuyper zijn gehoor een hart onder den riem door te verklaren dat hooggestemd de aanvang, het ondernemen, de opzet van heel den arbeid van de zijnen moet zijn. De stem van de kleinmoedigheid wilde hij het zwijgen niet opleggenwant hij hoorde het fluisteren der beklemdheid wel. Hij zelf had de gestalte der moedeloosheid op zijn levensweg ook ontmoet, maar toch, aan die kleinmoedigheid mocht men niet toegeven. Neen, „kle ingeloot, dat in stee van zich zelf te oordeelen, zichzelf behaagt, is nu eenmaal geen vroomheid, maar van vroom heid vlak het tegendeel. En daarom, wie met Asaf de valsche bekoring van dat zelfbehagend kleingeloof over zich voelde komen, heeft zich in de kracht zijns Gods te vermannen.'' Daarom moedig voorwaarts, zoo klonk de grondtoon van zijn rede, waaruit wij nog zoo gaarne meerdere aanhalingen zouden willen doen. Want dr Kuyper is niet een gewoon prediker, een die, als zoovelen, slechts op zalvenden toon wat opdreunt om de goê gemeente Zondags haar gewoon rantsoen te schenkenhij is een figuur, ook op politiek gebiedeen strijder met een partij achter zich een prediker, wiens woorden gehoord en gelezen kunnen worden, al staat men lijnrecht tegenover hem. Wij zouden echter te ver gaan als wij hem in zijne toespraak op den voet volgden, maar eene enkele aanhaling veroorlove men ons toch nog. 's Lands- en 's wereldsbelang is daarbij betrokken. Dr. Kuyper golooft, voor ds zijnen aan de toekomst. Hoort zijn welsprekend woord „Broeders, ik geloof aan die toekomstik ge loof er met heel mijn hart aan, en ik wenschte wel van God, dat ik datzelfde on wrikbaar geloof in uw aller hart kon over- storten. Wat Bilderdijk zong van „ons Holland groeit weer, Holland bloeit weêr, Holland's naam wordt weer hersteld,breng ik, zonder zweem van aarzeling in mijn hart, en in veel heiliger zin, op het Calvinisme over. Als Gereformeerden hebben wij niet in Nederland alleen, maar in het groot we reldgeding nog een toekomst, nog een roe ping, nog eene heilige taak, die ons is toe vertrouwd. Toeft dan niet, maar maakt u op om te bouwen en God uit den Hemel zal het u doen gelukken." En welke taak wil hij met de zijnen ver vullen „Zie, steeds duidelijker worden er de stekken voor uitgezet. Het Protestantisme, als geheel genomen, lijdt aan duldelooze bloed armoede. Het heeft, als geheel genomen, in de denkwereld uitgediend en is volslagen machte loos geworden, om het zelfbesef onzer eeaw in zijn wankelen weêr vast te zetten. Van daar dat het in de practisehe veelbezigheid af leiding zoekt; een veelheid van christelijke werkzaamheid, die we hoogelijk eeren, die ons hart verwarmt, en waarin ook wij, Cal vinisten, hun op zijde, mocht hot zijn, hun vooruit willen streven." Maar aan het Woord bleef dat Protestan tisme niet getrouw. Eigenaardig wij nemen de vrijheid die opmerking even te dat men in dezelfde Protestantsche kerk uit gehechtheid aan het Woord elkaar ook al bekampt en ben verjaagt, die niet trouw en zuiver in de leer zijn Tal van variaties dus op een en betzelfde thema! Ontrouw aan dat Woord is dus het ergst. Geen overbetoon van Christelijke werk zaamheid kan" zegt dr Kuyper „ooit de kracht, die in die breuke met het Woord te loor ging, vergoeden Gevolg waarvan is, dat onze van God afgevallen eeuw thans uit haar eigen ingewand weer het webbe spint, niet maar van een (mgeloovige, maar van een tegen alle geloof gekeerde, in haar hart erger dan heidensche wereld- en levens beschouwing; en dat het Protestantisme in verzuim bleef om hier een geloovige, Chris telijke wereldbeschouwing, in de taal onzer eeuw, tegenover te stellen. De Roomsche kerk zag dat en deed toen wat het Protestantisme naliet. Rome heeft weer een theologie, Rome ontwikkelt weer een Roomsche wetenschap, arbeidt weer aan een Roomsche wijsbegeerte, en neemt, aldus tot de tanden gewapend en door talent volle strijders sterk, zij het ook onder een deksel, het pleit voor den Christus tegen den grondtoon onzer eeuw weer op. Gaat nu dit proces door, dan kan de uitkomst geen andere wezen, dan dat er ten slotte slechts twee kampioenenRome en de Tijdgeest in dit worstelperk overblijven, en dat wij, Pro testanten, geminacht en in den hoek gedron gen, weerloos en wapenloos, den strijd aemechtig zullen hebben aan te zien". En hier nu treedt öe roeping, de heilige taak van het Calvinisme in. „Noch de Doopersche, noch de Lutheraan heeft in de eeuw der Hervorming een eigen wereldbeschouwing tegen die van Rome en van het Humanisme overgesteld. Dat deed alleen Calvijn, niet wijl hij aller meerdere, maar wijl hij de laatstgekomene was, en daarom het profijt der ervaring had, van wat zij vóór hem bestonden. Wat behoef ik dan meer te zeggen, M. H. Het punt waarbij ik uitkom, treft uw oog reeds Wat het Calvinisme ook in onze dagen te doen heeft, is, om zich weer aan het hoofd van het Protestantisme te stellen, en om te doen wat noch Lutheraan noch Doopersche, wat noch Ethische bemiddelaar, noch Metho distische zeloot vermag, d. i, om weer een uit den wortel van het Protestantisme opge bouwde levens- en wereldbeschouwing tegenover de wijsbegeerte onzer eeuw, en ten deele tegenover Rome te stellen. Wat daartoe van ons nit moet gaan is een echte, degeljjk Calvinistische Theologieeen gezonde Cal vinistische opvatting van het sociale leven een aan Gods Woord ontleende denk- en rechtsbeschouwing, om zoo ten slotte te ge raken tot die Christelijke wijsbegeerte, die reeds Calvijn inriep, uie alleen machtig zal blijken om, uit één beginBel afgeleid en volledig, een stel van Christelijke gedachten over alle sijn en over alle denken te plaat sen tegenover wat Paulus brandmerkte als de wijsheid dezer werelden wat thans als Pantheïstische woekerplant, nu het laatst in sensueel-mystieken vorm, zich moordend slingert om den stam van ons menscbelijk bestaan." Met moed het spreekt van zelf: een niet opwekkend woord zou allerminst pas-» sen in den mond van een redenaar bij een dergelijke gelegenheid als een samenzijn van zoovele Broeders -, met moed zet dr Kuy per die taak in ons land voort. „Ligt er niet iets wonders in", zoo juicht hij „dat waar het Gereformeerde wezen in Genève is doodgebloed, in het land der Hugenoten uitstierf, en in het Schot land der Puriteinen almeer verzaakt wordt, alleen in ons klein Nederland aan den af gehouwen tronk van het Calvinisme weêr een rijsken uitschoot, gaandeweg won in kracht, en nu reeds weêr met eere het hoofd mag op heffen Als kind heb ik in dit zelfde Mid delburg acht spelende jaren doorleefd, en ik beuzelde toen meê van die pas opgeko men „afgescheidenen" als van een te mijden menschen80ort, tot ik eens een dier gevaar lijke lieden ontmoette. Hij was tuinman, Geldof was zijn naam, ik weet het nóg na vijftig jaren, en nog staat het beeld voor mij van dien aanminnigen grijsaard, die mij het eerst een sinds nooit uitgewisehten indruk gaf van diV» Calvinistische wezen, dat straks ook mijn ziele verwinnen zou. Maar vergelijk nu na eene halve eeuw het destijds bier schuilen van zulk een enkeleD man, met wat diezelfde Gereformeerden nu reeds in deze stad, en op dit schoone eiland, zijnmerk er op hoe gelgke aanwas, schier heel het land door, ons gegund werd heb een oog voor de bijeenvergadering, voor de vastmaking, voor de saambinding van dat alles in eenzelfde lichaamen betuig dan voor God, Broeders, of uw klachte over uw kleinheid u wel voegt. Nog een halve eeuw van gelijken voortgang, en onze sterkte zal, mits we niet bet koord van het sectarisme om onze vleugelen binden, maar die vleu gelen moedig durven uitslaan, om te benij den zijn." En zelfs verder siaat dr Kuyper zijn blikin Amerika, in Transvaal, in Azië, in Japan is nog een veld voor het Calvi nisme. Wij hebben thans den leider der Calvi nisten in Nederland gevolgd op den weg zijner bespiegeling en van zijne rijke phantasie. Het is wel eens goed voor ons, die zoo geheel buiten het kerkelijk leven of buiten het Calvinisme staan, te hooren welke schoone droomen het droomt, te vernemen hoe zijn hoofdman in ons land denkt over de andere kerkelijke gezindten en bare aanhangers, en wat hij van de toekomst verwacht. Hij heeft daarop misschien beter blik dan wij, die van verre staanal is die blik zeker niet geheel onbevangen maar beneveld door eigen stoute wenschen, die bij gaarne vervuld zag. Tusschen het Calvinisme en Rome zal dus, volgens hem, de strijd worden gestreden. Best mogelijk. Rome gaat vooruitmeer nog dan het Cal vinisme. Nog dezer dagen hief het Centrum een juichtoon aan over den voorspoed van bet Catholicisme in de laatste tien, vijftien jaren. Zelfs de anti-revolutionnairen klagen daarover. „Geheel Nederland is, zoo riep het katholieke blad uit, weder overdekt met onze tempels, wier fijn-oploopende toren spitsen ver in den omtrek zichtbaar zijn." Overal krijgt Rome meer invloed. Daarom klinkt ook van die zijde, evenals uit dr Kuyper's woord, het „steeds voorwaarts.' Maar er zijn er meer, die voor hun geloof opkomen en strijden. Wie kan ze over de gansche wereld tellen Het Leger des E vraagt ook zijn aan deel in het zalig ien der wereld. Het zoekt bij voorkeur de onderste lagen der maatschappij tot zich te trekkenhet plaatst zich op ruimer standpunthet vraagt niet tot welk een kerk men behoort, of naar iemands geloofsbelijdenishet neemt alles in zijn midden op het helpt, het ï'ödt/ het tracht te behouden. Zoo zal er steeds scheiding blijven bestaan onder hen, die den weg tot zaligheid zoeken. Alle men8chen op dat punt éen, zal wel steeds een utopie blijvenzelfs in eigen boezem woekert de strijd die verzwakt. Wie met aandacht volgt wat deze week in onze stad is gesproken, hoe steeds daar vooral aaogedrongen werd op „zuiverheid in de leer," waarop alles aankomt; wie uit de jongste gebeurtenissen, o. a. met jhr mr A. F. de Savornin Lohman, weet dat verbannen nog aan de orde van den dag is; hij zal met ons begrijpen dat zelfs de meest opge wekte juichtonen niet kunnen doen vergeten, dat het in eigen boezem verre van couleur de rose is. En dat het Leger des Eeils ook verdeeld wordt, bleek wel uit den strijd tusschen den generaal en zijn zoon en zegt ons een dezer dagen verschenen brochure van den heer W. van Nes, volgens wien dat leger „solt met de heiligste gevoelens van den Batoe Elian op Lombok werd door den pand verbrand. Een patrouille van ona werd omsingeld en gedurende drie uren beschoten. Vier minderen van ons werden gewond, een gedood. De vjjand had zes dooden. De rebident is op Lombok aangekomen- Het blad merkt daarbp op, boe uit all eft bljjkt, dat de Sasaks in het binnenland van Lombok maar matig dabkbaar zjjn voor verlossing uit de handen der Balinee- Dat zjj door de laatsten zoo onderdrukt werden, zullen de Sasaks voor een deel wel aan zich zeiven te wjjten hebben gehad. Het is voor ons zaak ook dat luie volkje ons over wicht te doen gevoelen en krachtig tot het bewaren van rust en orde en tot werkzaam heid te dwingen. Als dat nu niet dadel pk geschiedt, kan het ons nog veel last veroor zaken en aanleiding geven, dat het vrucht bare Lombok niet zoo spoedig tot die ontwik keling en welvaart komt, waartoe het doo' natuur is aangewezen. Naar wordt verzekerd, heeft de Italiaansche regeering op 4 Augustus aan onze regeering medegedeeld, dat Italië zich met Abessynië in t van oorlog bevindt. Uit dezelfde bron wordt het bericht bevestigd, dat onze regeering aan de Italiaansche en Spaanrche regeeringen mededeeling heeft gedaan van het vertrek van Doelwyk uit ons land met oorlogsmateriaal aan boord. Of het in de Roomsch Katholieke kerk alles een en onverdeeld is; of zij, al gaat zij schijnbaar ook hier en daar in zielental vooruit, inwendig sterker wordt, is een vraag die wij niet beantwoorden kunnen. En al het een feit dat door hare organisatie het openbaren van zwakke plekken niet gemak kelijk valt, het nu en dan bekend worden van enkele feiten is daarom te welspreken der. De wereldgeschiedenis, ook heden ten dage,spreekt ook van inwendige beroeringen Doch hoe kan het ook anders Strijd zal er blijvente meer, wanneer de leidslieden, in plaats van door het geloof de geloovigen rust te verschaffen en be moediging in het leven en kracht voor de da- jksche beslommeringen, zich er meer en meer er op toe leggen, hen mee te slepen ter verwezenlijking van hunne eigen groot- sche plannen om invloed uit te oefenen op de maatschappij. Wij, die als onzijdige toeschouwers dit alles gadeslaan voor wie het keurslijf van een kerkleer te eng is, omdat het geen ruimte laat voor eene frisscher, een humaner opvatting dan die ons gepredikt wordt door een kerkleer, van voor eeuwen als de gel dende gedecreteerdwij die vragen meer onbevangenheidminder letterknechterij meer liefde, meer gevoel voor de waarde van den mensch als zoodanig, hetzij men looft of niet, wij zijn dr Kuyper dankbaar dat hij ons weer eens een kijkje heeft ge gund in de kerkelijke kringen dat hij, ons ter waarschuwing, zijne droomen voor de toekomst heeft geopenbaard. Dat heeft ook waarde voor ons maatschap pelijk streven en voor den strijd, dien wij aanbinden met denzelfden ernst als waarmee hij voor zijne beginselen opkomt. Middelburg 22 Augustus. A T J E H. B{j het departement van koloniën is zoo als in een deel der oplaag van ons vorig nom- mer is gemeld ontvangen het volgende, van 21 dezer gedagteekende, telegram van den gouverneur-generaal van N.-I. betreffende d< krijgsverrichtingen in Atjeh >Tpdelpke posten Eoekit Lamtjong en heu veltop Daman(') als onnoodig opgegeven. »Voor de vestiging van een colonne beoosten Tjot Mantjang tot het beheerschen der XXVI Moekims en der V Moekims Montassik, levert de bevolking der XXVI Moekims klapperstammen". Van de oprichting van deze beide oosten Boekit-Seboen gelegen posten wordt melding gemaakt in het Indisch telegram van 18 Juli jl. Verder bevat het telegram de volgende mededeeling omtrent de gebeurtenissen op LOMBOK. sBende Praja belangrijke verliezen toege bracht door militaire patrouille, waarvan vier militairen beneden den rang van officier ge wond werden." Aan de N. R. Ct. werd Vrpdag nit Batavia geaeind BlpketB bp de familie ontvangen telegram de heer J. J. Donner, adsistent-resident te Bangkalang (op Madoera), benoemd tot resi dent van Madioen. Dbld UIT STAD EN PROVINCIE Bjj kon. besluit is, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer is medegedeeld, de kapitein B. van Beknm, op het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontheven van het bevel over het algemeen depot van discipline en in verband daarmede overgeplaatst bp het 3de regiment infanterie, is benoemd bjj het wapen der infanterie, tot commandant van het algemeen depot van discipline, de kapitein A. Breeman, van het In de St. Ct van heden ia opgenomen, het verslag betrekkelijk den dienst der rijkspost spaarbank over 1895. Het aantal inleggers op 1000 zielen bedroeg in Zeeland 105 tegen 95.1 in het vorige jaar met een gemiddeld aantal inlagen op elk boekje in 1895 van 1.6. In Zoeland hadden 35.853 inlagen plaats, waarondér 17.314 van f 1 tot beneden f 10, 9.025 van f 10 tot beneden honderd en 2.629 van f 100 en hooger, te zamen tot een bedrag van f 1.007.519.52. Terugbetaald werden in die provincie 8.843 posten, te zamen bedragende f 728.614.85. Aan de inleggers was verschuldigd op 31 Dec. 1895 f 326.107.84. Met ingang van 1 September a. zpn bp het Belgische loodswezen te Vlissingen benoemdtot loodsschipperde zeeloods C. J. Floor, tot zeeloodsde hnlploodsen A. G. SeBée en C. L. Maertens, en tot loodBleerling s A. van de Sande en P. Sjjtor, thans matrozen bjj den maildienst te Oostende. Vrjjdagavotd arriveerde te Vlissingen, komende van Soeatdjjk, de hertogin van Albany met twee kinderen en gevolg en zette met de nachtboot Koningin Wilhelmina de reis naar Engeland voort. In de St. Crt. zpn opgenomen de statu ten van de zangvereeniging Excelsior te Goes, ten doel hebbende de zangkunst te be oefenen tot onderling genot. Zjj tracht dit doel te bereiken door het hon den van wekeijjksche repetitiën en het geven van twee uitvoeringen per jaar. Tengevolge van den drogen zomer is er dit jaar in den polder Waarde veel wild. Niet alleen zpn er veel hazen, maar er worden ook groote troepen patrjjzen gezien. Slecht weder, vooral regen, is de grootste vjjand van het jonge wild. In den Emmanuel- en de Valkenisse polder is het wild nog veel talrjjker, daar er in die polders ook veel minder jacht op gemaakt wordt. Sommige jaren wordt in laatst genoemde polders in het geheel niet gejaagd, De collecte voor de scholen met den bybel bracht op te 'b-Heer Hendrikskinderen met Wissenkerke f 14, Hoek f 200 en te Domburg f 22.50. Door het bestuur van den polder Oud- Noor dbeveland is Vrpdag aanbesteed het doen eener steenbestorting aan genoemden polder. Raming f 1100. Slechts een biljet was ingeleverd, en wel door den beer Jan Roskam Cz. te Siiedreofafr

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1