(Mills* Cotrant FEUILLETON EMMELINE. BIJVOEGSEL VAK D* VAK Maandag 13 Juli 1896, no. 163. Middelburg 11 Juli. Op een vraag van den Standaard welk christendom de Nederlandsche Boerenbond ale grondslag der Maatschappij erkent zegt het Centrum «Wel, daar wordt niet gesproken van kerk en kerkjes, van godsdienst en godsdienstjes. Daar wordt alleen gesproken van het Chris tendom, d. i. van de beljjdenis die allen, in Christus geloovende als den redder der mensch- heid en grondlegger der waarachtige bescha ving, vereenigt en te zamen bindt. En deze alleu dienen overtuigd te wezen, dat het ware en juiste begrip van God, huisgezin en eigen dom in zjjne volle breedte alleen door Chris tus, dus door het Christendom, in de wereld is gebracht." Dat is inderdaad een zeer belangtjjke ver klaring van die zjjde, merkt het Hbld. op. Daarin wordt immers een »Christendom boven geloofsverdeeldheid" gehuldigd, waarover in dertijd bjj de schoolquaestie zoo veel te doen ïb geweeBt. Daar was de erkenning van zulk een Christendom, dat alle kerken, sekten en groepen omvat, een ketterjj, een onding. En thans nu 't er op aankomt alle Christelijke boeren, katholieken en protestantsche, ortho doxe en moderne, doleerende, enz. enz. onder één hoed te vangen thans wordt het vaan del van zulk een Christendom boven geloofs verdeeldheid van het nieuwe Bondsgebouw uitgestoken. In de E e r s t e kamer is Vrjjdag Atjeh ter sprake gekomen. De beer Geeitsema vroeg den minister van koloniën eenige inlichtingen over den toestand aldaar. De leden zullen, zeide hg, deswege gaarne volledig ingelicht zjjn, ook, kan het zjjn, omtrent het doel van het tegenwoordig streven. Hg vroeg die inlichtingen thans niet, maar schriftelijk en in aansluiting met het laatste Koloniaal verslag. De berichten in de dagbladen en telegrammen zjjn veelal, zoo niet onjuist, dan toch onvolledig, en de regee ring moet er prjjs op stellen een geheel aan eengeschakeld verslag van de teiten te geven. De interpellant had den tjjd, waarover dat verslag kan loopen, ruim genomende uitzen ding van generaal Vetter valt er in, en de minister kan dan ook ophelderen, waarom buiten de liniëo, in sfcrjjd met 'a ministers verklaring bjj de begrooting, forten zjjn op geworpen en bezet. De minister kan wellicht ook verklaren, wat de aanleiding iB geweest van de abrupte terugroeping van generaal Vetter, vóór de installatie van den nieuwen gouverneur van Atjeh. De heer Geertsema verklaarde uitdrukkelijk de moeilijkheden voor de regeering in deze niet te willen verzwaren, allerminst nu't nood lot ons treft met den onverwachten dood van den nieuw opgetreden gouverneur. Maar hjj acht het plicht van de vertegenwoordiging, om het noodige licht over deze zaak te ver spreiden, die de natie zoozeer ter harte gaat. De minister van koloniën verklaarde de belangstelling van de kamer verklaarbaar te achten. Hg beett reeds een verslag samen gesteld of de bouwstoffen er voor verzameld. De Min. wilde, voor zoover 't gereed is, dit in het Kol. verslag doen opnemen, maar hg acht het beter het als bjjlatre bjj de Staatscourant te doen verscbgnen. Hjj waarschuwde echter reeds nu tegen al te hooge eischenmen vraagt soms meer dan de Min. mededeelen kan; zoo bjjv. welke de beweegredenen van Toekoe Oemar zjjn geweest. Dat weet noch de Gouv.-gen., noch gen. Vetter. Plannen scbjjnen voor de te volgen tactiek in Indië nog niet te zjjn vastgesteld; veel minder dus hier op 't Plein. Van een onverwachte terug Uit het Fransch VAK ALFRED DE MUSSET. (1837). VIII. Het ongeluk van Emmeline kwam Gilbert voor alB een droombjj dacht er over om twist te gaan zoeken met den heer De Marsan, maar hg viel midden in zjjn kamer op den grond neer en vergoot bittere tranen. Eindelgk besloot hg de gravin tot eiken prjjs te gaan zien en de verklaring te vragen, van wat hem zoo onbe- grgpelgk was. Hg liep naar het huis Marsan en drong zonder tot een der bedienden te spreken tot in het salon door. Daar bleef hg staan uit vrees van haar, die hg lief had, misschien in het ongeluk te storten. Iemand hoorende komen, verborg hg zich achter een gordgnhet was de graaf die door de kamer ging. Zoodra hjj weer alleen was kwam Gil bert voor den dag en half de deur van een kast openende, kon hjj in de slaapkamer zien en zag Emmeline te bed liggen. Haar man waB bjj baar, en nog iemand, in wien hjj oen beroemden dokter herkende. Op de toonen sloop hjj weg en verliet het huis zonder door iemand opgemerkt te zjjn. Weldra vernam roeping, zelfs van een terugroeping van gen. Vetter is den Min. niets bekend. Deze achtte zjjn taak als regeetingscommissaris afgeloopen en vroeg terug te mogen keeren. Ten slotte bracht ook de Min. hulde aan de nagedachtenis van den braven krjjgsman, van wien zooveel werd verwacht en die ons op een zoo beslissend oogenbiik is ontvallen, dat men bjjna den moed zou verliezen. Toch houdt de Min. vol, dat, als de Ned. natie slechts geduld heeft, de Atjeh-oorlog tot een goed einde zal worden gebracht. Na eene korte repliek was de interpellatie hiermede afgeloopen. Bet Vad. stelt zich van het licht, door den minister te ontsteken, niet veel voor. Een samenhangend verslag van 't gebeurde moge interessant zjjn om te lezen, overmits de dag- bladberichten zoo onvolledig en onjuist zjjn (ofschoon regeerings-telegrammen ze al tjjd een dag later bevestigen), maar dat is toch het voornaamste niet. Als de minister zegt, dat niemand de beweegredenen van het verraad van Oemar kan weten, en dat omtrent de te volgen tactiek niets bBbend iB, daar men die in Indië nog niet eene Bchjjnt te hebben vast gesteld, dan toont dit een neiging om over kritieke puntjes heen te gigden en om de zaken maar te laten loopen, zooals ze gaan, die niet in staat is geruststellend te werken. Z. Exc. maant het publiek aan tot geduld we zullen er wel komen. Klinkt het niet bjjna als een bespotting? Maar ook, is het een regeering erg kwaljjk te nemen, dat zjj de zaken maar liefst op haar beloop laat, waar het parlement zBlf zoo huiverig bljjit zich er ernstig mede te bemoeien Deze interpellatie had plaats, nadat de kamer verschillende wetsontwerpen had aangenomen, o. a. dat tot verandering van de grens tus- schen de gemeente Leiden eenerzgds en de gemeenten Leiderdorp, OestgeeBt en Zoeter- woude auderzgds en dat tot wjjziging der jachtwet. Bjj dit laatste verklaarde de minister van justitie geen tgdstip te kunnen bepalen voor de algeheele herziening der jachtwet. In voorbereiding is een ontwerp, houdende voorziening voor jagen en visschan in de ter ritoriale wateren, waaronder ook de Schelde en de Zeeuwsche stroomen zullen worden begrepen. Bjj de suppletoire begrooting van binnen- landsche zaken wees de heer Yan Nispen tot Pannerden op de gevallen van veeziekten in de omstreken van Lobith en 's Heerenberg. De minister Van Houten antwoordde dat wer- keljjk in de streek, waar de Duitsche Rjjn in Nederland stroomt, mond- en klauwzeer zich voordoet, in de laatBte dagen zelts bjj grooter koppels. De minister heeft een onderzoek laten instellen, afmaking van een deel bevolen en afzondering voorgeschreven en neemt alle maatregelen om de ziekte te bestrjjden. Het ontwerp werd aangenomen, evenals dat tot wjjziging der wet, Tegelende de militaire pensioenen der zeemacht. De minister van marine verklaarde dat een pensioensverhooging wordt voorbereid. Omtrent de jongste scheuring in de gauche der liberale partjj wordt aan de Zwolsche Crt. het volgende medegedeeld In de bekende vergadering, waarin de split sing een voldongen feit werd, is, geljjk bekend ïb, met 17 tegen 13 stemmen besloten de club te ontbinden, met het bekende gevolg. Toen nu eenige dagen later de plattelandBclub bjj- eenkwam in een vergadering, geleid door den heer Lieftinck, werd door den heer Schepel, buiten de agenda om, een voorstel ingediend tot ontbinding der club. De heer Lieftinck deed den voorsteller opmerken, dat zulk een voorstel niet aan de orde was, doch de heer Schepel, gesteund door zjjn medestanders,slaagde er in een stemming uit te lokken, waarbjj be sloten werd de plattelandsclub te ontbinden een soort wraak van de P yttersenianen, die, na eerst »uitgestooten" te zjjn geweest, thans de «uitstooters" werden. Bjj kon. besluit: is de kapitein E. J. F. de Bruyn, adjudant van het 2e regiment vest.-art., op zjjne aan vrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1560 's jaars en dien kapitein, gerekend van den dag waarop zjjn pensioen ingaat, de rang verleend van majoor. hg dat Emmeline in levensgevaar verkeerd had en na een poos kreeg hjj een brief van den volgenden inhoud van haar: «Elkaar nooit meer zien, dat is onmogelijk dat denkbeeld verontrust mjj niet; want ik geloof er niet aan. Wjj scheiden voor zes maanden, voor een jaar en dat doet mjj reeds schreienmaar dat is al wat mogeljjk ia l" Zjj voegde er bjj dat, zoo hg voor zjjn vertrek zeer vurig verlangde haar te zien, zjj er in zon toestemmen; doch nu weigerde hjj, voelende dat hem de kracht ertoe ontbrak. Hjj zwoer haar te gehoorzamen en alles, des noods zjjn leven ten offer te brengen om haar rust te verschaffen. Hg stslde orde op zjjne zaken, nam afscheid van zjjne vrienden en vertelde aan iedereen dat hjj naar Italië ging doch toen alles klaar was en hg zgnpaBpoort in handen had, Bloot hjj zich in zjjn huis op, zich eiken dag voornemende den volgenden te vertrekken. Emmeline was niet veel moediger, zooals gjj wel begrgpen kunt. Zoodra zjj weer rjjden kon begaf zjj zich naar de Molen van May en de graaf verliet haar niet; gedurende hare ziekte bewees hg haar de vriendsohap en liefde van een broeder en de zorgen oener moeder. Ik behoef n niet te zeggen dat hg haar vergeven had en dat het zien van haar lp den hem zjjne plannen van scheiding had doen opgeven. Hg sprak niet meer over Gil bert en ik geloof niet dat hg na dien tjjd ooit zjjn naam heett uitgesproken, als hjj ATJEH, De kolonel Stemfort, thans waarnemend gouverneur van Atjeh, is 51 jaar en heeft een uitnemenden staat van dienst, zoo wat betreft wetenschappelijke ontwikkeling als militaire geschiktheid. Als majoor commandeerde hg het 14e en 10e bataljon op Atjeh en werd hjj gewond tjjdens een nachtelijke ronde door Kota Radja- Hoewel die wonden aan onderbeen, elleboog, linkerzjjde, voorhoofd, wang en borst vrjj ernstig waren, genas bjj toch spoedig, dank zjj zjjn krachtig geBtel, en kon hg in '89 als luitenant-kolonel het bevel aanvaarden over het le depot-bataljon te Meester Cornelis, waar hg het militair commando voerde. In Januari 1893 werd hjj benoemd tot mili tair commandant ter Sumatra's Oostkust, in de moerassige streek, waar zjjn voorganger, kolonel Van de Pol, zoo menigen tocht had aangevoerd. Gedurende de beide jaren, die hg er verbleef, liet ook hg er de kwaadwilli gen niet met ru9t. In Februari 1895 werd hjj bevorderd tot ko lonel en .overgeplaatst als militair comman dant ter Sumatra's Westkust. Van daar werd hg weggeroepen naar Atjeh, waardoor hg door den regeerings-commissaris, generaal Vetter, tot gewestelijk militair commandant werd aan gesteld en de groote troepenbewegingen tegen Toekoe Oemar aanvoerde. In Augustus 1895 werd hg begiftigd met bet ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw en voor een paar maan den ontving hjj dat der Militaire Willemsorde 4e klasse. In een beschouwing over Atjeh uit een in genieursoogpunt betoogt de heer A. Huet, hoogleeraar te Delft, in het Hbld dat, om ons bezit tot een rustig en vruchtdragend bezit te maken, noodig zjjn lo. Omdjjking van het terrein der gecon centreerde stelling. 2o. Een stuw bjj Lambaroe ter inundatie van het vjjandeljjk terrein rondom onze stelling. 3o. Een paar havenhoofden aan den mond der Atjeh-rivier en uitbaggering van den mond, om een veilige ligging te verschaffen aan onze oorlogsschepen. o. Een fort aan dien ingang dat den mond der rivier bestrjjkt. Volgens de jongste mail-berichten, waarvan wjj in ons vorig nommer melding maakten, viel in den verBlagtjjd, loopende van 8 tot 30 Mei, zeer weinig regen en was de gezondheids toestand bevredigend. Over den terugkeer van onze troepen in Atjeh uit het vermeesterde gebied na de tuch tiging van Toekoe Oemar meldt de Sum. Ct. het volgende «Het leverde een eigenaardig schouwspel op, toen onze troepen Kota-Radja binnenrukten onze soldaatjes hadden van het oorlogsrecht een jjverig gebruik gemaakt en voerden den veroverden oorlogsbuit met een gelukkig ge zicht naar hun kwartieren mede. Men zag den een met een klok op den ransel, de ander droeg een eendvogel aan zjjn koppel vastgemaakt: ook zag;ik vevscheidenen een koe of een blatende geit voortsjouwen. Groote hilariteit verwekte het gezicht van een eleganten toerwagen, welke Oemar indertjjd op een vendutie van resident Van Langen gekocht had en nu, door eenige soldaten buitgemaakt, triomfanteljjk onze veste binnengesleept werd; ook zag ik eenige militairen, die een dos-a-dos op sleeptouw hadden genomen, welke Oemar op de vendutie van den assistent-resident Kroesen ingeslagen had en nu onder luid ge juich Kota-Radja weder binnengebracht werd. Ik geloof dat onze manuekes danig »geram- past" hebben en gun het hun van harte; zjj wisten er dan ook spoedig genoeg raad mede. Den grooten wagen verkochten zjj voor f 30 aan de toko Kannerde dos-a-dos is nog niet verkocht, maar is voorloopig opgeborgen in het cavalerie-kampement. Toen onze soldaten het buis van Oemar bin nendrongen, vonden zjj ook nog een 2 a 3tal kasten, een halt dozjjn djatihouten stoelen, een prachtig jjzeren ledikant en een houten ledi kant, benevens eenige kostbaarheden in de an dere Atjehsche woningen nog verneem ik dat het jjzeren ledikant van Oemar, een prachtstuk in zjjn soort, door de huzaren is buit gemaakt." De verwoesting van Lamkrak waar onze troepen nog nooit geweest zjjn moet nog al indruk gemaakt hebben. alleen was met de gravin. Hg vernam zjjn reisplan en scheen er noch big noch treurig om te zjjn. Men merkte heel goed aan zjjn gedrag dat hjj inzag, zjjn vrouw verwaarloosd en weinig voor haar geluk gedaan te hebben. Wanneer Emmeline, op zjjn arm geleund, langzaam door de Laan der verzuchtingen wandelde, scheen hjj bjjna even droefgeestig als zjjen Emmeline was hem dankbaar dat hjj nooit trachtte de oude liefde op te rakelen noch de nieuwe te bestrjjden. Zjj verbrandde de brieven van Gilbert en spaarde slechts éen regel: Voor u alles ter wereld. Die woorden kon zjj niet vernietigen dat was zjjn afscheid geweest. Zjj knipte dat uit en droeg het lang op haar hart. «Als ik daar ooit van moet scheiden zal ik het in slikken," sohreei zjj aan Gilbert; «voortaan is mjja leven niets dan een hoopje ascb ik kan niet naar mjjn schoorsteen zien, zonder te schreien". Gjj zult misschien vragen of zjj oprecht was, of zjj nooit een poging deed om haren min naar weer te zien? of zjj geen berouw had van haar offer? of zjj nooit beproefd had op haar besluit terug te komen Ja wel mevrouw, ik wil haar niet beter of moediger maken dan zjj was. Ja, zjj trachtte te liegen, haren man te bedriegen, ondanks hare eeden, hare beloften, haar wroegingzag zjj Gilbert terug, en na twee uur met hem doorgebracht te heb ben voelde zjj dat zjj niet kon liegen of be driegen en ik zal u meer zeggenGilbert ONDERWIJS Aan de Theol. school te Kampen slaagde o. m. voor het Theol. examen A de heer N. P. Littooy van Middelburg. Door burgemeester en wethonders van Vlissingen zjjn op de voordracht voor onderwjjzeres aan school B geplaatst de dames M. H. Stubenrauch te Gastel, H. Behrns te Borculo en A. G. Deurlo te Serooskerke (S.) De gemeenteraad van S t Philipsland benoemde tot ouder wjj zer met hoofdakte aan de school in de gemeente den beer T. Bos te De Leek (Gr) en tot onderwijzeres in den Anna Jacoba-polder mej. C. B. van de Velde te Scherpenisse. Aan na te noemen gemeenten is, ter be hoorlijke inrichting van haar lager onderwjjs, boven en behalve de bjjdrage, bedoeld bjj art. 45 der onderwijswet, een subsidie verleend als bjj elk is vermeldBurgh f 1200Eede f 350; Koewacht f 3100 Krabbendjjke f 1600 Nieuw- vüet f 400; Nisse f 1200; Overslag t 250; Retranchement f 575Temeuzen f 2625 West- dorpe f 1100Yerseke f 3300 en Zuiddorpe f 875. De beer D. Dronkers te Koewacht is benoemd tot onderwjjzer te West Terschel ling. Bjj het examen voor gemeente-ambtenaar is o.a. geslaagd de heeren D. A. Dronkers te Berlikunx. De heer dr J. B. Kan te Rotterdam nam Vrjjdag afscheid van het gymnasium, waarvan hg 23 jaar lang rector was, na te voren te Doesburgh en te Njjmegen werkzaam geweest te zjjn. Leeraren en oud-leeraren boden den schei dende een aandenken aan, bestaande in diens steendrukportret, geteekend door Jan Veth. De leerlingen boden den rector een schrijftafel met boekenkast aan, zjjn oud-leerlingen, voor zoover die op te sporen waren, een geschenk in geld, bestemd voor een reis naar Rome. Op de laatste vergadering van curatoren werd hem door dezen de nieuwste uitgaaf van Brockhaus aangeboden. Vrjjdagavond was er een afscheidsdiner in de Diergaarde. VERKOOPINGEN ENZ. Te Stavenisse werd Vrjjdag door het bestuur der waterkeering van het calami- teuze waterschap Stavenisse aanbesteedhet herstel, de vernieuwing en het onderhoud tot 30 April 1897, van de aarde-, kram-, rjjB- en steenglooiingwerken aan de waterkeering van het bovengenoemde waterschap. Minste inschrjjver was, zooals in het vorig nommer reeds is medegedeeld, de heer L. Moer land te Stavenisse voor f 1749. Verder schreven in de heeren P. J. Visser, Hansweert, ad f 2390; J. de Jonge, Biezelinge, ad f 2298G. Bolier Gz., Scherpenisse, ad f 2293; J. Moerland Cz., St Annaland, adt'2240; L. v. Popering, Bruiniase, ad f2210M. Kleppe, Scheïpenisse, ad f 20461. Geluk I.Cz„ Tfaolen, ad f 2037 en M. Kleppe, Scherpenisse, ad f 1836. Raming f 2243.28'. Kunst en Letteren. Een alleraardigst boekje de Croquis Chinois van W. Meischke Smith, in de ver taling van L. Paul Delinotte met illustraties van J. van Oort, uitgegeven te Parjjs bjj Ernest Flammarion, Rue Racine 26. Trouwens het feit dat deze Chineesche karaktertrekken, eerst in een onzer dagbladen verspreid ver schenen, daarna tot een bundel vereenigd werden en nu in een FranBche vertaling het licht zagen, pleit voor zich. De heer Meischke Smith is een prettig ver teller; hjj verhaalt ons duizend en éen bjj zon derheid van het karakter der Chineezen. In dezen tjjd nu China en zjjn bewoners de blik ken van geheel de wereld op zich gevestigd houden, hebben deze schetsen nog grooter waarde dan anders. Over Li Hung Tsjang, die zoo up to day is in Europa, zegt de schrjjver: «Li Hung Tsjang is het beste bewgs van de ondankbaarheid der Chineezen. Hjj heeft zjjn geheele leven er aan gewjjd om het He- melsche Rijk groot en machtig te maken hjj is oud geworden in den dienst van zjjn land en den keizer bjj is misschien de eenige eerljjke en verlichte mandargn van China. Trots den tegenstand van .alle mandarjjnen voelde het zelf ook en vroeg haar niet om te rug te komen. Intusschen vertrok hjj nog niet en sprak niet meer van zjjn reis. Na verloop van eenige dagen wilde zjj zich diets maken dat hjj reeds veel kalmer was en dat er geen gevaar be stond in het bljjven. Hg trachtte in zjjn brie ven Emmeline er in te doen toestemmen dat hjj den winter te Parjjs doorbracht. Zjj aar zelde en terwgl zjj haar liefde opgaf, begon zjj van vriendschap te spreken. Zjj zochten honderden uitwegen om hun Ijjden te rekken of om elkaar te zien Ijjden. IX. Ik meen u gezegd te hebben dat Emmeline een zuster had. Een mooi knap meisje met een uitstekend hart. 't Zjj uit verlegenheid, of uit een andere oorzaak, had zjj nooit anders met Gilbert gesproken dan met een terug houdendheid, die aan afkeer grensde. Gilbert had onbesuisde manieren en spreekwjjzen, die, alhoewel eenvoudig en natuurljjk, een zeer zedig meisje licht bonden kwetsen. Zjjn openhartigheid en opgewondenheid waren ook weinig geschikt om de sympathie van Sara Duaal op te wekken en dus had hun omgang zich bepaald tot eenige beleefde woorden, en complimentjes als Sara zong, af en toe een dans en dat was al. Te midden der zoo even meegedeelde omstandigheden kreeg Gilbert heeit bjj beproefd de Westersche beschaving in te voeren, spoorwegen, fcelegraphie, arse nalen enz, tot stand te brengen. En wat is zjjn belooning geweest? Zoodra de zaken verkeerd liepen, zonder dat het ook maar eenigszins zjjn schuld was, vernedert men hem zo o diep inogeljjk. Meu berooft hem van zjjn hooge onderscheidingsteekenen, van zjjn geel vest en zjjn pauwenveeren, en men levert hem over aan de kwaadwilligheid zjjner vjj- anden." Gelukkig heeft Li Hung Tjsang sedert dien zjjn geel vest en pauwenveeren teruggekregen. Aan innerljjk en uiterljjk van het boekje, dat wel te Parjjs is verschenen maar in ons land gedrukt werd bjj de hh. Njjgh en Van Ditmar te Rotterdam, is veel zorg besteedbjj den los geschreven tekst passen de geestige illuBtratieB. Een werkje goed geschikt voor een keurig cadeautje. Van het interessante werk La Bévolution frangaise, samengesteld onder directie van den heer Armand Dayot, eveneens uitgegeven door Ernest Flammarion, Rue Racine 26, Parjjs, ontvingen wjj de ars. 7 tot en met 11. Even als de vorige afleveringen bevatten deze ver- volgnommerB tal van illustraties de voorvalleu wedergevend van dien gedenkwaardigen tjjd, zooals zjj ons in schildergen, gravures, etsen, stempelB, medailleB enz. zjjn bewaard gebleven, alles fraai uitgevoerd. Verschillende Berichten. Op de te Groningen gehouden 24e alge- meene vergadering van de VeTeeniging van gastabrikanteninNederland bleek dat bet aantal gewone leden 158 en dat der buitengewane 56 bedroeg. De ffnancieele toestand bleek niet ongunstig. Dr. Neurdenburg uit Leiden sprak ter ver gadering over de muntgasmeters, waarvan er in Leiden reeds 670 zjjn geplaatst en welke daar ter stede veel opgang maken. Het ge middeld gebraik per gasmeter was 500 M3 en de kosten van aanleg f50 per gebruiker. De heer v. d. Horst uit Utrecht voegde daar aan de mededeeling, dat er daar 774 geplaatst zjjn en 1300 aanvragen zjjn ingekomen. De heer Blom uit Arnhem besprak het pu- bliceeren der cjjfers van de lichtkracht van het gas als nutteloos. De volgende motie werd aangenomen «De vergadering, gelet op het moeilijke en zeer kostbare, om de lichtsterkte van het gas op 16 kaarsen te handhaven, besluit om in den vervolge veertien kaarsen als minimum te be schouwen." De volgende algemeene jaarvergadering zal te Middelburg gehouden worden. De te Njjmegen woonachtige ouderB van den sergeant der koloniale reserve D. J. P. Bootsma, die 25 Mei te Kotta-Radja zwaar werd gewond en den volgenden dag overleed, kregen daarvan eerst Vrjjdag van het depar tement van koloniën bericht. Kon dat niet wat vroeger geschied zjjn vragen wjj voor de zooveelste maal. Door de justitie hier te lande moet de uitlevering aangevraagd zjjn van den luitenant- kwartiermeester M. L. J., die zich te Ant werpen bevond en zjjne papieren te Leiden opvroeg ten einde te Antwerpen in hethuwe- Ijjk te treden. Alvorens evenwel de Belgische regeering aan het verzoek tot uitlevering kon voldoen, sckjjnt de voortvluchtige luitenant lont geroken te hebben en heeft hg zjjn domicilie naar Frankrgk verplaatst. Vrjjdagnamiddag heeft te Schiedam het vrouweljjk personeel der stearine-kaarsenfa- briek Apollo, dat niet in de loonsverhooging begrepen was, het werk gestaakt. Naar de S. C. verneemt moet het aantal ongeveer 200 be dragen. Het aantal bezoekers van het Zuiderzen- dingsteesf, dat Woensdag, onder begunstiging van prachtig weer, op het landgoed Den Donck nabjj Slikkerveer plaats bad, wordt geschat op 9 a 10.000. Hoe men er in zjjne goedheid leeljjk in kan loopen ondervond in het laatst van Mei te Rotterdam een matroos, die, toen hjj eenigs zins aangeschoten was, een vrouw met een kir>d ontmoette, welke vrouw hem klaagde dat zjj niet in staat waB geweest haar kind dien dag te voeden. De matroos,die gehuwd was, noodigde een uitnoodiging voor een bal bjj een vrien din van mevrouw De Marsan en hjj meende in den geest van Emmeline te handelen met die aan te nemen. Sara was er ook en hg nam naast naar plaats, Hjj wist hoeveel zjj van haar zuster hield en het was een heerlgke gelegenheid om over haar te praten. Hare ziekte diende hem tot voorwendsel naar haar gezondheid vragen, was naar haar liefde vragen. Tegen haar ge woonte antwoordde Sara vertrouweljjk en zacht en daar het orkest midden in hun gesprek het sein gaf voor een contre dans, zei zjj dat zjj moede was, en bedankte den danser, die haar kwam halen. Het gedruisch der muziek en van het dansen gaven bun meer vrjjheid tot spreken en zjj liet Gilbert merken dat zjj de oorzaak van de ziekte harer zuster kende. Zjj sprak over het Ijjden van Emmeline en wat zjj gezien had. Gilbert boog bet hoofd en toen hjj het weer oprichtte, biggeldh er een traan langs zjjn wang. Sara begon eensklaps te beven en zei «Gjj bemint haar meer dan ik dacht." Van dat oogenbiik af werd zjj heel anders en bekende hem dat zjj al lang gemerkt bad wat er gaande was en dat de koelheid, die zjj hem betoond had, voortkwam uit haar vermoeden dat hg een lichtzinnige man van de wereld was, die het hof aan alle dames maakte, zonder zich te bekommeren over het kwaad, dat zjj stichten. Zjj sprak als zuster en als vriendin, m e

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 5