(Mills* Cotrant
FEUILLETON
EMMELINE.
BIJVOEGSEL
VAK D*
VAK
Maandag 13 Juli 1896, no. 163.
Middelburg 11 Juli.
Op een vraag van den Standaard welk
christendom de Nederlandsche Boerenbond ale
grondslag der Maatschappij erkent zegt het
Centrum
«Wel, daar wordt niet gesproken van kerk
en kerkjes, van godsdienst en godsdienstjes.
Daar wordt alleen gesproken van het Chris
tendom, d. i. van de beljjdenis die allen, in
Christus geloovende als den redder der mensch-
heid en grondlegger der waarachtige bescha
ving, vereenigt en te zamen bindt. En deze
alleu dienen overtuigd te wezen, dat het ware
en juiste begrip van God, huisgezin en eigen
dom in zjjne volle breedte alleen door Chris
tus, dus door het Christendom, in de wereld
is gebracht."
Dat is inderdaad een zeer belangtjjke ver
klaring van die zjjde, merkt het Hbld. op.
Daarin wordt immers een »Christendom boven
geloofsverdeeldheid" gehuldigd, waarover in
dertijd bjj de schoolquaestie zoo veel te doen
ïb geweeBt. Daar was de erkenning van zulk
een Christendom, dat alle kerken, sekten en
groepen omvat, een ketterjj, een onding. En
thans nu 't er op aankomt alle Christelijke
boeren, katholieken en protestantsche, ortho
doxe en moderne, doleerende, enz. enz. onder
één hoed te vangen thans wordt het vaan
del van zulk een Christendom boven geloofs
verdeeldheid van het nieuwe Bondsgebouw
uitgestoken.
In de E e r s t e kamer is Vrjjdag Atjeh
ter sprake gekomen.
De beer Geeitsema vroeg den minister van
koloniën eenige inlichtingen over den toestand
aldaar. De leden zullen, zeide hg, deswege
gaarne volledig ingelicht zjjn, ook, kan het
zjjn, omtrent het doel van het tegenwoordig
streven. Hg vroeg die inlichtingen thans niet,
maar schriftelijk en in aansluiting met het
laatste Koloniaal verslag. De berichten in de
dagbladen en telegrammen zjjn veelal, zoo
niet onjuist, dan toch onvolledig, en de regee
ring moet er prjjs op stellen een geheel aan
eengeschakeld verslag van de teiten te geven.
De interpellant had den tjjd, waarover dat
verslag kan loopen, ruim genomende uitzen
ding van generaal Vetter valt er in, en de
minister kan dan ook ophelderen, waarom
buiten de liniëo, in sfcrjjd met 'a ministers
verklaring bjj de begrooting, forten zjjn op
geworpen en bezet. De minister kan wellicht
ook verklaren, wat de aanleiding iB geweest
van de abrupte terugroeping van generaal
Vetter, vóór de installatie van den nieuwen
gouverneur van Atjeh.
De heer Geertsema verklaarde uitdrukkelijk
de moeilijkheden voor de regeering in deze
niet te willen verzwaren, allerminst nu't nood
lot ons treft met den onverwachten dood van
den nieuw opgetreden gouverneur. Maar hjj
acht het plicht van de vertegenwoordiging,
om het noodige licht over deze zaak te ver
spreiden, die de natie zoozeer ter harte gaat.
De minister van koloniën verklaarde de
belangstelling van de kamer verklaarbaar te
achten. Hg beett reeds een verslag samen
gesteld of de bouwstoffen er voor verzameld.
De Min. wilde, voor zoover 't gereed is, dit in
het Kol. verslag doen opnemen, maar hg acht
het beter het als bjjlatre bjj de Staatscourant
te doen verscbgnen. Hjj waarschuwde echter
reeds nu tegen al te hooge eischenmen
vraagt soms meer dan de Min. mededeelen
kan; zoo bjjv. welke de beweegredenen van
Toekoe Oemar zjjn geweest. Dat weet noch
de Gouv.-gen., noch gen. Vetter. Plannen
scbjjnen voor de te volgen tactiek in Indië
nog niet te zjjn vastgesteld; veel minder dus
hier op 't Plein. Van een onverwachte terug
Uit het Fransch
VAK
ALFRED DE MUSSET.
(1837).
VIII.
Het ongeluk van Emmeline kwam Gilbert voor
alB een droombjj dacht er over om twist te
gaan zoeken met den heer De Marsan, maar hg
viel midden in zjjn kamer op den grond neer
en vergoot bittere tranen. Eindelgk besloot hg
de gravin tot eiken prjjs te gaan zien en de
verklaring te vragen, van wat hem zoo onbe-
grgpelgk was. Hg liep naar het huis Marsan
en drong zonder tot een der bedienden te
spreken tot in het salon door. Daar bleef
hg staan uit vrees van haar, die hg lief had,
misschien in het ongeluk te storten. Iemand
hoorende komen, verborg hg zich achter een
gordgnhet was de graaf die door de kamer
ging. Zoodra hjj weer alleen was kwam Gil
bert voor den dag en half de deur van een
kast openende, kon hjj in de slaapkamer zien
en zag Emmeline te bed liggen. Haar man
waB bjj baar, en nog iemand, in wien hjj oen
beroemden dokter herkende. Op de toonen
sloop hjj weg en verliet het huis zonder door
iemand opgemerkt te zjjn. Weldra vernam
roeping, zelfs van een terugroeping van gen.
Vetter is den Min. niets bekend. Deze achtte
zjjn taak als regeetingscommissaris afgeloopen
en vroeg terug te mogen keeren.
Ten slotte bracht ook de Min. hulde aan de
nagedachtenis van den braven krjjgsman, van
wien zooveel werd verwacht en die ons op een
zoo beslissend oogenbiik is ontvallen, dat
men bjjna den moed zou verliezen. Toch
houdt de Min. vol, dat, als de Ned. natie
slechts geduld heeft, de Atjeh-oorlog tot een
goed einde zal worden gebracht.
Na eene korte repliek was de interpellatie
hiermede afgeloopen.
Bet Vad. stelt zich van het licht, door den
minister te ontsteken, niet veel voor. Een
samenhangend verslag van 't gebeurde moge
interessant zjjn om te lezen, overmits de dag-
bladberichten zoo onvolledig en onjuist zjjn
(ofschoon regeerings-telegrammen ze al tjjd een
dag later bevestigen), maar dat is toch het
voornaamste niet. Als de minister zegt, dat
niemand de beweegredenen van het verraad
van Oemar kan weten, en dat omtrent de te
volgen tactiek niets bBbend iB, daar men die
in Indië nog niet eene Bchjjnt te hebben vast
gesteld, dan toont dit een neiging om over
kritieke puntjes heen te gigden en om de
zaken maar te laten loopen, zooals ze gaan,
die niet in staat is geruststellend te werken.
Z. Exc. maant het publiek aan tot geduld
we zullen er wel komen. Klinkt het niet bjjna
als een bespotting? Maar ook, is het een
regeering erg kwaljjk te nemen, dat zjj de
zaken maar liefst op haar beloop laat, waar
het parlement zBlf zoo huiverig bljjit zich er
ernstig mede te bemoeien
Deze interpellatie had plaats, nadat de kamer
verschillende wetsontwerpen had aangenomen,
o. a. dat tot verandering van de grens tus-
schen de gemeente Leiden eenerzgds en de
gemeenten Leiderdorp, OestgeeBt en Zoeter-
woude auderzgds en dat tot wjjziging der
jachtwet.
Bjj dit laatste verklaarde de minister van
justitie geen tgdstip te kunnen bepalen voor
de algeheele herziening der jachtwet.
In voorbereiding is een ontwerp, houdende
voorziening voor jagen en visschan in de ter
ritoriale wateren, waaronder ook de Schelde en
de Zeeuwsche stroomen zullen worden begrepen.
Bjj de suppletoire begrooting van binnen-
landsche zaken wees de heer Yan Nispen tot
Pannerden op de gevallen van veeziekten in
de omstreken van Lobith en 's Heerenberg.
De minister Van Houten antwoordde dat wer-
keljjk in de streek, waar de Duitsche Rjjn in
Nederland stroomt, mond- en klauwzeer zich
voordoet, in de laatBte dagen zelts bjj grooter
koppels. De minister heeft een onderzoek laten
instellen, afmaking van een deel bevolen en
afzondering voorgeschreven en neemt alle
maatregelen om de ziekte te bestrjjden.
Het ontwerp werd aangenomen, evenals dat
tot wjjziging der wet, Tegelende de militaire
pensioenen der zeemacht. De minister van
marine verklaarde dat een pensioensverhooging
wordt voorbereid.
Omtrent de jongste scheuring in de gauche
der liberale partjj wordt aan de Zwolsche Crt.
het volgende medegedeeld
In de bekende vergadering, waarin de split
sing een voldongen feit werd, is, geljjk bekend
ïb, met 17 tegen 13 stemmen besloten de club
te ontbinden, met het bekende gevolg. Toen
nu eenige dagen later de plattelandBclub bjj-
eenkwam in een vergadering, geleid door den
heer Lieftinck, werd door den heer Schepel,
buiten de agenda om, een voorstel ingediend
tot ontbinding der club. De heer Lieftinck
deed den voorsteller opmerken, dat zulk een
voorstel niet aan de orde was, doch de heer
Schepel, gesteund door zjjn medestanders,slaagde
er in een stemming uit te lokken, waarbjj be
sloten werd de plattelandsclub te ontbinden
een soort wraak van de P yttersenianen, die,
na eerst »uitgestooten" te zjjn geweest, thans
de «uitstooters" werden.
Bjj kon. besluit:
is de kapitein E. J. F. de Bruyn, adjudant
van het 2e regiment vest.-art., op zjjne aan
vrage, op pensioen gesteld en het bedrag van
het pensioen bepaald op f 1560 's jaars en
dien kapitein, gerekend van den dag waarop
zjjn pensioen ingaat, de rang verleend van
majoor.
hg dat Emmeline in levensgevaar verkeerd
had en na een poos kreeg hjj een brief van
den volgenden inhoud van haar:
«Elkaar nooit meer zien, dat is onmogelijk
dat denkbeeld verontrust mjj niet; want
ik geloof er niet aan. Wjj scheiden voor zes
maanden, voor een jaar en dat doet mjj reeds
schreienmaar dat is al wat mogeljjk ia l"
Zjj voegde er bjj dat, zoo hg voor zjjn vertrek
zeer vurig verlangde haar te zien, zjj er in
zon toestemmen; doch nu weigerde hjj,
voelende dat hem de kracht ertoe ontbrak.
Hjj zwoer haar te gehoorzamen en alles, des
noods zjjn leven ten offer te brengen om haar
rust te verschaffen. Hg stslde orde op zjjne
zaken, nam afscheid van zjjne vrienden en
vertelde aan iedereen dat hjj naar Italië ging
doch toen alles klaar was en hg zgnpaBpoort
in handen had, Bloot hjj zich in zjjn huis op,
zich eiken dag voornemende den volgenden
te vertrekken.
Emmeline was niet veel moediger, zooals gjj
wel begrgpen kunt. Zoodra zjj weer rjjden
kon begaf zjj zich naar de Molen van May
en de graaf verliet haar niet; gedurende hare
ziekte bewees hg haar de vriendsohap en
liefde van een broeder en de zorgen oener
moeder. Ik behoef n niet te zeggen dat hg
haar vergeven had en dat het zien van haar
lp den hem zjjne plannen van scheiding had
doen opgeven. Hg sprak niet meer over Gil
bert en ik geloof niet dat hg na dien tjjd
ooit zjjn naam heett uitgesproken, als hjj
ATJEH,
De kolonel Stemfort, thans waarnemend
gouverneur van Atjeh, is 51 jaar en heeft een
uitnemenden staat van dienst, zoo wat betreft
wetenschappelijke ontwikkeling als militaire
geschiktheid.
Als majoor commandeerde hg het 14e en
10e bataljon op Atjeh en werd hjj gewond
tjjdens een nachtelijke ronde door Kota Radja-
Hoewel die wonden aan onderbeen, elleboog,
linkerzjjde, voorhoofd, wang en borst vrjj
ernstig waren, genas bjj toch spoedig, dank
zjj zjjn krachtig geBtel, en kon hg in '89 als
luitenant-kolonel het bevel aanvaarden over
het le depot-bataljon te Meester Cornelis,
waar hg het militair commando voerde.
In Januari 1893 werd hjj benoemd tot mili
tair commandant ter Sumatra's Oostkust, in
de moerassige streek, waar zjjn voorganger,
kolonel Van de Pol, zoo menigen tocht had
aangevoerd. Gedurende de beide jaren, die
hg er verbleef, liet ook hg er de kwaadwilli
gen niet met ru9t.
In Februari 1895 werd hjj bevorderd tot ko
lonel en .overgeplaatst als militair comman
dant ter Sumatra's Westkust. Van daar werd
hg weggeroepen naar Atjeh, waardoor hg door
den regeerings-commissaris, generaal Vetter,
tot gewestelijk militair commandant werd aan
gesteld en de groote troepenbewegingen tegen
Toekoe Oemar aanvoerde. In Augustus 1895
werd hg begiftigd met bet ridderkruis van den
Nederlandschen Leeuw en voor een paar maan
den ontving hjj dat der Militaire Willemsorde
4e klasse.
In een beschouwing over Atjeh uit een in
genieursoogpunt betoogt de heer A. Huet,
hoogleeraar te Delft, in het Hbld dat, om ons
bezit tot een rustig en vruchtdragend bezit te
maken, noodig zjjn
lo. Omdjjking van het terrein der gecon
centreerde stelling.
2o. Een stuw bjj Lambaroe ter inundatie
van het vjjandeljjk terrein rondom onze stelling.
3o. Een paar havenhoofden aan den mond
der Atjeh-rivier en uitbaggering van den mond,
om een veilige ligging te verschaffen aan onze
oorlogsschepen.
o. Een fort aan dien ingang dat den mond
der rivier bestrjjkt.
Volgens de jongste mail-berichten, waarvan
wjj in ons vorig nommer melding maakten,
viel in den verBlagtjjd, loopende van 8 tot 30
Mei, zeer weinig regen en was de gezondheids
toestand bevredigend.
Over den terugkeer van onze troepen in
Atjeh uit het vermeesterde gebied na de tuch
tiging van Toekoe Oemar meldt de Sum. Ct.
het volgende
«Het leverde een eigenaardig schouwspel op,
toen onze troepen Kota-Radja binnenrukten
onze soldaatjes hadden van het oorlogsrecht
een jjverig gebruik gemaakt en voerden den
veroverden oorlogsbuit met een gelukkig ge
zicht naar hun kwartieren mede. Men zag
den een met een klok op den ransel, de
ander droeg een eendvogel aan zjjn koppel
vastgemaakt: ook zag;ik vevscheidenen een koe
of een blatende geit voortsjouwen. Groote
hilariteit verwekte het gezicht van een
eleganten toerwagen, welke Oemar indertjjd op
een vendutie van resident Van Langen gekocht
had en nu, door eenige soldaten buitgemaakt,
triomfanteljjk onze veste binnengesleept werd;
ook zag ik eenige militairen, die een dos-a-dos
op sleeptouw hadden genomen, welke Oemar
op de vendutie van den assistent-resident
Kroesen ingeslagen had en nu onder luid ge
juich Kota-Radja weder binnengebracht werd.
Ik geloof dat onze manuekes danig »geram-
past" hebben en gun het hun van harte; zjj
wisten er dan ook spoedig genoeg raad mede.
Den grooten wagen verkochten zjj voor f 30
aan de toko Kannerde dos-a-dos is nog niet
verkocht, maar is voorloopig opgeborgen in
het cavalerie-kampement.
Toen onze soldaten het buis van Oemar bin
nendrongen, vonden zjj ook nog een 2 a 3tal
kasten, een halt dozjjn djatihouten stoelen, een
prachtig jjzeren ledikant en een houten ledi
kant, benevens eenige kostbaarheden in de an
dere Atjehsche woningen nog verneem ik dat
het jjzeren ledikant van Oemar, een prachtstuk
in zjjn soort, door de huzaren is buit gemaakt."
De verwoesting van Lamkrak waar onze
troepen nog nooit geweest zjjn moet nog al
indruk gemaakt hebben.
alleen was met de gravin. Hg vernam zjjn
reisplan en scheen er noch big noch treurig
om te zjjn. Men merkte heel goed aan zjjn
gedrag dat hjj inzag, zjjn vrouw verwaarloosd
en weinig voor haar geluk gedaan te hebben.
Wanneer Emmeline, op zjjn arm geleund,
langzaam door de Laan der verzuchtingen
wandelde, scheen hjj bjjna even droefgeestig
als zjjen Emmeline was hem dankbaar dat
hjj nooit trachtte de oude liefde op te rakelen
noch de nieuwe te bestrjjden.
Zjj verbrandde de brieven van Gilbert en
spaarde slechts éen regel: Voor u alles ter
wereld. Die woorden kon zjj niet vernietigen
dat was zjjn afscheid geweest. Zjj knipte dat
uit en droeg het lang op haar hart. «Als ik
daar ooit van moet scheiden zal ik het in
slikken," sohreei zjj aan Gilbert; «voortaan is
mjja leven niets dan een hoopje ascb ik
kan niet naar mjjn schoorsteen zien, zonder
te schreien".
Gjj zult misschien vragen of zjj oprecht was,
of zjj nooit een poging deed om haren min
naar weer te zien? of zjj geen berouw had
van haar offer? of zjj nooit beproefd had op
haar besluit terug te komen Ja wel mevrouw,
ik wil haar niet beter of moediger maken
dan zjj was. Ja, zjj trachtte te liegen, haren
man te bedriegen, ondanks hare eeden, hare
beloften, haar wroegingzag zjj Gilbert terug,
en na twee uur met hem doorgebracht te heb
ben voelde zjj dat zjj niet kon liegen of be
driegen en ik zal u meer zeggenGilbert
ONDERWIJS
Aan de Theol. school te Kampen slaagde
o. m. voor het Theol. examen A de heer N.
P. Littooy van Middelburg.
Door burgemeester en wethonders van
Vlissingen zjjn op de voordracht voor
onderwjjzeres aan school B geplaatst de dames
M. H. Stubenrauch te Gastel, H. Behrns te
Borculo en A. G. Deurlo te Serooskerke (S.)
De gemeenteraad van S t Philipsland
benoemde tot ouder wjj zer met hoofdakte aan
de school in de gemeente den beer T. Bos
te De Leek (Gr) en tot onderwijzeres in den
Anna Jacoba-polder mej. C. B. van de Velde
te Scherpenisse.
Aan na te noemen gemeenten is, ter be
hoorlijke inrichting van haar lager onderwjjs,
boven en behalve de bjjdrage, bedoeld bjj art.
45 der onderwijswet, een subsidie verleend als
bjj elk is vermeldBurgh f 1200Eede f 350;
Koewacht f 3100 Krabbendjjke f 1600 Nieuw-
vüet f 400; Nisse f 1200; Overslag t 250;
Retranchement f 575Temeuzen f 2625 West-
dorpe f 1100Yerseke f 3300 en Zuiddorpe
f 875.
De beer D. Dronkers te Koewacht
is benoemd tot onderwjjzer te West Terschel
ling.
Bjj het examen voor gemeente-ambtenaar
is o.a. geslaagd de heeren D. A. Dronkers
te Berlikunx.
De heer dr J. B. Kan te Rotterdam nam
Vrjjdag afscheid van het gymnasium, waarvan
hg 23 jaar lang rector was, na te voren te
Doesburgh en te Njjmegen werkzaam geweest
te zjjn.
Leeraren en oud-leeraren boden den schei
dende een aandenken aan, bestaande in diens
steendrukportret, geteekend door Jan Veth.
De leerlingen boden den rector een schrijftafel
met boekenkast aan, zjjn oud-leerlingen, voor
zoover die op te sporen waren, een geschenk
in geld, bestemd voor een reis naar Rome. Op
de laatste vergadering van curatoren werd
hem door dezen de nieuwste uitgaaf van
Brockhaus aangeboden. Vrjjdagavond was er
een afscheidsdiner in de Diergaarde.
VERKOOPINGEN ENZ.
Te Stavenisse werd Vrjjdag door
het bestuur der waterkeering van het calami-
teuze waterschap Stavenisse aanbesteedhet
herstel, de vernieuwing en het onderhoud tot
30 April 1897, van de aarde-, kram-, rjjB- en
steenglooiingwerken aan de waterkeering van
het bovengenoemde waterschap.
Minste inschrjjver was, zooals in het vorig
nommer reeds is medegedeeld, de heer L. Moer
land te Stavenisse voor f 1749.
Verder schreven in de heeren P. J. Visser,
Hansweert, ad f 2390; J. de Jonge, Biezelinge,
ad f 2298G. Bolier Gz., Scherpenisse, ad
f 2293; J. Moerland Cz., St Annaland, adt'2240;
L. v. Popering, Bruiniase, ad f2210M. Kleppe,
Scheïpenisse, ad f 20461. Geluk I.Cz„ Tfaolen,
ad f 2037 en M. Kleppe, Scherpenisse, ad f 1836.
Raming f 2243.28'.
Kunst en Letteren.
Een alleraardigst boekje de Croquis
Chinois van W. Meischke Smith, in de ver
taling van L. Paul Delinotte met illustraties
van J. van Oort, uitgegeven te Parjjs bjj
Ernest Flammarion, Rue Racine 26. Trouwens
het feit dat deze Chineesche karaktertrekken,
eerst in een onzer dagbladen verspreid ver
schenen, daarna tot een bundel vereenigd
werden en nu in een FranBche vertaling het
licht zagen, pleit voor zich.
De heer Meischke Smith is een prettig ver
teller; hjj verhaalt ons duizend en éen bjj zon
derheid van het karakter der Chineezen. In
dezen tjjd nu China en zjjn bewoners de blik
ken van geheel de wereld op zich gevestigd
houden, hebben deze schetsen nog grooter
waarde dan anders.
Over Li Hung Tsjang, die zoo up to day
is in Europa, zegt de schrjjver:
«Li Hung Tsjang is het beste bewgs van
de ondankbaarheid der Chineezen. Hjj heeft
zjjn geheele leven er aan gewjjd om het He-
melsche Rijk groot en machtig te maken
hjj is oud geworden in den dienst van zjjn
land en den keizer bjj is misschien de eenige
eerljjke en verlichte mandargn van China.
Trots den tegenstand van .alle mandarjjnen
voelde het zelf ook en vroeg haar niet om te
rug te komen.
Intusschen vertrok hjj nog niet en sprak
niet meer van zjjn reis. Na verloop van eenige
dagen wilde zjj zich diets maken dat hjj reeds
veel kalmer was en dat er geen gevaar be
stond in het bljjven. Hg trachtte in zjjn brie
ven Emmeline er in te doen toestemmen dat
hjj den winter te Parjjs doorbracht. Zjj aar
zelde en terwgl zjj haar liefde opgaf, begon
zjj van vriendschap te spreken. Zjj zochten
honderden uitwegen om hun Ijjden te rekken
of om elkaar te zien Ijjden.
IX.
Ik meen u gezegd te hebben dat Emmeline
een zuster had. Een mooi knap meisje met een
uitstekend hart. 't Zjj uit verlegenheid, of
uit een andere oorzaak, had zjj nooit anders
met Gilbert gesproken dan met een terug
houdendheid, die aan afkeer grensde. Gilbert
had onbesuisde manieren en spreekwjjzen,
die, alhoewel eenvoudig en natuurljjk, een
zeer zedig meisje licht bonden kwetsen. Zjjn
openhartigheid en opgewondenheid waren ook
weinig geschikt om de sympathie van Sara
Duaal op te wekken en dus had hun omgang
zich bepaald tot eenige beleefde woorden, en
complimentjes als Sara zong, af en toe een
dans en dat was al. Te midden der zoo even
meegedeelde omstandigheden kreeg Gilbert
heeit bjj beproefd de Westersche beschaving
in te voeren, spoorwegen, fcelegraphie, arse
nalen enz, tot stand te brengen. En wat is
zjjn belooning geweest? Zoodra de zaken
verkeerd liepen, zonder dat het ook maar
eenigszins zjjn schuld was, vernedert men hem
zo o diep inogeljjk. Meu berooft hem van zjjn
hooge onderscheidingsteekenen, van zjjn geel
vest en zjjn pauwenveeren, en men levert
hem over aan de kwaadwilligheid zjjner vjj-
anden."
Gelukkig heeft Li Hung Tjsang sedert dien
zjjn geel vest en pauwenveeren teruggekregen.
Aan innerljjk en uiterljjk van het boekje,
dat wel te Parjjs is verschenen maar in ons
land gedrukt werd bjj de hh. Njjgh en Van
Ditmar te Rotterdam, is veel zorg besteedbjj
den los geschreven tekst passen de geestige
illuBtratieB. Een werkje goed geschikt voor
een keurig cadeautje.
Van het interessante werk La Bévolution
frangaise, samengesteld onder directie van
den heer Armand Dayot, eveneens uitgegeven
door Ernest Flammarion, Rue Racine 26, Parjjs,
ontvingen wjj de ars. 7 tot en met 11. Even
als de vorige afleveringen bevatten deze ver-
volgnommerB tal van illustraties de voorvalleu
wedergevend van dien gedenkwaardigen tjjd,
zooals zjj ons in schildergen, gravures, etsen,
stempelB, medailleB enz. zjjn bewaard gebleven,
alles fraai uitgevoerd.
Verschillende Berichten.
Op de te Groningen gehouden 24e alge-
meene vergadering van de VeTeeniging
van gastabrikanteninNederland
bleek dat bet aantal gewone leden 158 en
dat der buitengewane 56 bedroeg.
De ffnancieele toestand bleek niet ongunstig.
Dr. Neurdenburg uit Leiden sprak ter ver
gadering over de muntgasmeters, waarvan er
in Leiden reeds 670 zjjn geplaatst en welke
daar ter stede veel opgang maken. Het ge
middeld gebraik per gasmeter was 500 M3 en
de kosten van aanleg f50 per gebruiker.
De heer v. d. Horst uit Utrecht voegde daar
aan de mededeeling, dat er daar 774 geplaatst
zjjn en 1300 aanvragen zjjn ingekomen.
De heer Blom uit Arnhem besprak het pu-
bliceeren der cjjfers van de lichtkracht van
het gas als nutteloos. De volgende motie
werd aangenomen
«De vergadering, gelet op het moeilijke en
zeer kostbare, om de lichtsterkte van het gas
op 16 kaarsen te handhaven, besluit om in den
vervolge veertien kaarsen als minimum te be
schouwen."
De volgende algemeene jaarvergadering zal
te Middelburg gehouden worden.
De te Njjmegen woonachtige ouderB van
den sergeant der koloniale reserve D. J. P.
Bootsma, die 25 Mei te Kotta-Radja zwaar
werd gewond en den volgenden dag overleed,
kregen daarvan eerst Vrjjdag van het depar
tement van koloniën bericht.
Kon dat niet wat vroeger geschied zjjn
vragen wjj voor de zooveelste maal.
Door de justitie hier te lande moet de
uitlevering aangevraagd zjjn van den luitenant-
kwartiermeester M. L. J., die zich te Ant
werpen bevond en zjjne papieren te Leiden
opvroeg ten einde te Antwerpen in hethuwe-
Ijjk te treden. Alvorens evenwel de Belgische
regeering aan het verzoek tot uitlevering kon
voldoen, sckjjnt de voortvluchtige luitenant
lont geroken te hebben en heeft hg zjjn
domicilie naar Frankrgk verplaatst.
Vrjjdagnamiddag heeft te Schiedam het
vrouweljjk personeel der stearine-kaarsenfa-
briek Apollo, dat niet in de loonsverhooging
begrepen was, het werk gestaakt. Naar de S.
C. verneemt moet het aantal ongeveer 200 be
dragen.
Het aantal bezoekers van het Zuiderzen-
dingsteesf, dat Woensdag, onder begunstiging
van prachtig weer, op het landgoed Den Donck
nabjj Slikkerveer plaats bad, wordt geschat op
9 a 10.000.
Hoe men er in zjjne goedheid leeljjk in
kan loopen ondervond in het laatst van Mei
te Rotterdam een matroos, die, toen hjj eenigs
zins aangeschoten was, een vrouw met een kir>d
ontmoette, welke vrouw hem klaagde dat zjj
niet in staat waB geweest haar kind dien dag
te voeden. De matroos,die gehuwd was, noodigde
een uitnoodiging voor een bal bjj een vrien
din van mevrouw De Marsan en hjj meende
in den geest van Emmeline te handelen
met die aan te nemen. Sara was er ook en
hg nam naast naar plaats,
Hjj wist hoeveel zjj van haar zuster hield
en het was een heerlgke gelegenheid om over
haar te praten. Hare ziekte diende hem tot
voorwendsel naar haar gezondheid vragen,
was naar haar liefde vragen. Tegen haar ge
woonte antwoordde Sara vertrouweljjk en
zacht en daar het orkest midden in hun gesprek
het sein gaf voor een contre dans, zei zjj dat
zjj moede was, en bedankte den danser, die
haar kwam halen.
Het gedruisch der muziek en van het dansen
gaven bun meer vrjjheid tot spreken en zjj
liet Gilbert merken dat zjj de oorzaak van de
ziekte harer zuster kende. Zjj sprak over het
Ijjden van Emmeline en wat zjj gezien had.
Gilbert boog bet hoofd en toen hjj het weer
oprichtte, biggeldh er een traan langs zjjn
wang. Sara begon eensklaps te beven en zei
«Gjj bemint haar meer dan ik dacht."
Van dat oogenbiik af werd zjj heel anders
en bekende hem dat zjj al lang gemerkt bad
wat er gaande was en dat de koelheid, die
zjj hem betoond had, voortkwam uit haar
vermoeden dat hg een lichtzinnige man van de
wereld was, die het hof aan alle dames maakte,
zonder zich te bekommeren over het kwaad,
dat zjj stichten.
Zjj sprak als zuster en als vriendin, m e