MIDDËLBUROSCHE COURANT. N°. 101. 139' Jaargang. 1896 Yrijda 10 Juli. De Boerenbond. 8 Deze courstnt verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. PrgB, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p-p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Advertentiën voer het eerstrolgen» nummer moeten des middags vóór óAt uur aan het bureau bezorgd sjjn. Themometer. Middelburg 9 Juli 8 u. im, 75 jrr., m. 12 u. 84 gr., av. 4 u. 84 gr. F. Verw. Z. wind. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bp abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vliseingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. C. Boluit, firma wed, A. 0. de Jonge. Deze kleine is dan weer in de wereld! Na allerlei voorloopige maatregelen en opwekkingen, benevens berichten in ver?! schillende bladeD, dienende als zoovele mid delen van reclame voor den jeugdigen wereldburger, heeft het kind te Utrecht den doop ondergaan. Het kind is schrjjft de Arnh. Crt terecht niet gedoopt als Christel jjk bp uitnemendheid, het heet niet bestemd om beschermende rech ten voor landbouwproducten te bevechten bet is eenvoudig een boerenkind, een echt boeren kind, waaraan niets boersch vreemd mag zjjn. De heer Schaepman, de doopvader van den zuigeling, terstond tot eerelid van den Bond, zoo ongeveer min en baker tevens, verheven, heeft uitdrukkelpk gezegd»alleen boeren, nog eens boeren en niets dan boeren" mochten er lid van zjjn»belangstellenden" mogen niet tot het lidmaatschap worden toegelaten. Vermoedelijk zullen dus de katholieke Kamer leden, die de oprichting van dezen Bond be vorderd hebben en ook in de constitueerende vergadering aanwezig waren, wel geen leden van den Bond zpn. Wel gaat de welvaart van den boerenstand hun nauw aan het harte, omdat hunne kiezers daartoe behooren en zjj hun gaarne als wetgever tot het verkrpgen van die welvaart behulpzaam willen zpn, maar door de welvaart van de boeren te be vorderen wordt een heer nog geen boer, en, nu dr Schaepman's motto door den jongen Bond is aangenomen, kan geen dezer heeren in dadelijke betrekking van medelid tot den Bond treden. Alleen in den vorm van eerelid is dit mogelijk, maar het is ons niet bekend dat de boeren deze eer ook aan de geestverwan ten van den heer Schaepman hebben toegekend. Wanneer men het'theologisch tintje weg denkt, dat tog in de vastgestelde statuten is overgebleven, en waardoor onder andere een godsdienstige eiscb, dat men God, eigendom en familie erkenne als grondslagen van de maatschappij, voor het bekomen van bet lid maatschap vastgesteld is, dan zien de statuten er waarljjk nog zoo kwaad niet uit. Niemand zal bezwaar hebben tegen eene vereeniging van landbouwers, die ten doel heeft »de behar tiging van de belangen van den boerenstand en de uitbreiding der staatsbemoeiing op eco nomisch gebied ook dien stand ten goede te doen komen"; niemand zal iets hebben af te dingen op de statutaire middelen tot bereiking van dat doel. Bestrijden van slechte gewoonten en misbruiken, bevorderen van spaarzaamheid, streven naar eene rechtvaardige en doelmatige hervorming van de wetgeving in 't belang van den boerenstand, verbeteren van landbouw- crediet, stichten van landbouwcoöperatieve vereenigingen, verzekeringsfondsen, uitbreiden van nuttige kennis, verzoenen van strpdige belangen en beslechten van geschillen, alles op den boerenstand betrekkelijk maar dit alles zpn uitstekende middelen, zooals ze daar met zekere onvermjjdeljjke onbestemdheid in de statuten worden opgesomd. En al laat de?e onbestemdheid eene groote speelruimte toe voor de toepassing, waardoor het gevaar van ont aarding en afwijking van den gekozen goeden weg in de toekomst niet uitgesloten is, men bedenke dat zelfs de beste instellingen van onvolmaakte menschen aan ontaarding en vrwording blootstaan. /an nog meer waarde dan het opnemen van goede dingen in de statuten is echter het opzettelijk weglaten van minder goede, die sommigen er in wilden hebben. Wjj bedoelen het op den voorgrond stellen van bescher mende rechten op den invoer van landbouw producten als voornaam middel tot bevorde ring van het doel des bonds, en bet organi- seeren van d8 jonge boerenvereeniging als kiescollege voor de Kamer en de Provinciale staten. De eerste weglating geschiedde niet alleen, opdat niet van den aanvang af twistappel zaden van verdeeldheid en ontbin ding in den boezem van den bond zou uit strooien, maar ook, en dit is inderdaad eene zeer belangrijke erkentenis van de te Utrecht verzamelde heeren, - omdat de meeste boeren geen voorstanders van beschermende invoerrechten zpn. Nu mag deze erkentenis eenigszins zpn verzwakt door de invoeging van het woordje nog, en daarbp aan de voor stellers van de met groote meerderheid afge stemde aanvulling tot troost zpn toegevoegd, dat wellicht mettertpd de eisch van dusdanige rechten eene overtuiging van den bond zal kunnen worden, maar het staat vast aat de oprichters in het stellen van dien eisch een gevaar hebben gezien, dat al dadeljjk de eens denkendheid der leden bedreigde. Juist daarom is de leuze door den heer Schaep man in de constitueerende vergadering aan den boerenbond gegeven, zoo juist. Wil de nieuwe vereeniging werkeljjk in het belang van den boerenstand, het materieel, moieel, intellectueel, desnoods ook (wjj hebben er vrede mee) het religieus belang van den boerenstand nuttig werkzaam zpn, dan dient er te worden gewaakt tegen het binnentreden van vreemde elementen, die misschien ook wel aan dat belang bevbrderjjjk willen zpn, maar dan toch alleen voor zoover het met hunne eigen be langen strookt, maar zeer zeker de krachten en middelen van den Bond zullen bezigen om hunne eigen doeleinden te bereiken, welke belangen ten minste niet zelden vlak tegen over die van den boerenstand staan. Voor de politieke mannen, door persoonlijke eerzucht gedreven, is de toegang versperd door de be paling, dat de boerenbond zich niet met ver kiezingen zal afgeven wp hopen, en wenschen 't der vereeniging toe, dat zp dit juiste stand punt steeds zal kunnen handhaven. Maar een tweede element, dat niet minder gevaarlpk is, heeft men niet uitgesloten, integendeel bp eene uitdrukkelijke bepaling der statuten in den bond opgenomen. Dat zpn de grondeige naars, die niet zelf den landbouw beoefenen. In de vergadering te Utrecht is op nieuw ge bleken dat de aandrang tot heffing van graan rechten, waarvan »de meeste boeren geen voorstanders zpn", van dezen uitgaat, en wel om hun eigen belas g, niet om het welbegrepen belang van den boerenstand. Bp de vaststelling artikel 9 sub 2o, waarin als eisch van lidmaatschap onder andere gesteld wordt »dat i grondeigenaar zp", heeft men Schaep- man's juiste leuze»alleen boeren, nog eens boeren en niets dan boeren» uit het geheugen laten glippen. Wp hebben het recht niet de bedoelingen der oprichters te verdenken, en te insinueeren dat de statuten niet met oprechtheid en te goeder trouw zpn opgesteld. Daarom vreezen wp dat de boerenbond in de tóekomst veel berouw van dezen Ittpsus memoriae zal hebber. Er is in artikel 9 sub 2 een veel gevaarljjker element ingehaald, dan door het verlooohenen van electorale bedoelingen is buitengesloten.'1 eerbied begroeten. Hij ban op haar wellicht een goeden invloed uitoefenen door zoo noodig hare besturen, en vooral die van hare afdee- lingen, tot meerdere werkzaamheid aan te sporen. Wie echter onder dn betrokken personen zeiven, de boeren, ziji?1jeiaog goed begrijpt, sluite zich bij die maatschappijen aan vooral in ons gewest, waar de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland een eerbiedwaardig verleden heeft en een krachtig leven openbaart. Aan samenwerking is ook onder den boe renstand behoefte, en die wordt zeker niet bevorderd door het oprichten van allerlei nieuwe vereenigingen, die, al lijden zij vaak een kwijnend leven, allicht de bestaande goede vereenigingen beletten haar invloed meer uit te breiden. Wij kunnen daarom den nieuwen Bond geen „welkom in het leven" toeroepen. zou bp dan de publieke opinie niet eens kut- nen geruststellen, die zich herinnert, dat hjj een voorstander zich heefc genoemd van het behoud der geconcentreerde linie, maar die niet recht begrppt, wat onze politiek tegenover hoofden en bevolking nu voortaan zal zpn Middelburg 9 Juli. Bp kon. besluit zpn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau Chr. Gfootes Mz., te Westzaan, en H. Zwaardemaker Jz., te Zaandam, voorzitter en secretaris van het comité voor de njjverheidstentoonstelling te Zaandam. In de St. Crt. van heden is opgenomen het kon. besluit van den 26sten Juni 1896, bepa lende de plaatsing in het Staatsblad van de, den 9den November 1895 te 'sGravenhage tusschen Nederland en de Zuid-Afrikaansche republiek gesloten overeenkomst tot regeling der wederzjjdsche uitlevering van misdadigers. Aldus bet Arnhemsche blad. Voor ons blijft de juiste bedoeling met het oprichten van dien Bond en het nut daarvan vrij wel in het duister, zelfs na de verga dering, waarin de jeugdige vereeniging werd gedoopt. Op landbouw gebied zijn er toch in ons land waarlijk vereenigingen genoeg. Bijna elke provincie heeft hare landbouw- maatschappij, waar de belangen der boeren worden besproken en, voor zoover dit in baar macht is, behartigd. Neemt men daarbij dan nog in aanmerking dat er tal van dorps- vereenigingen bestaan, die zich ook toeleggen op de bevordering der materieele belangen harer leden dat vele boeren zich hebben verbonden om, b. v. bij den aankoop van meststoffen, hun wederzij dsch voordeel te doen door coöperatie, dan begrijpen wij nog niet recht, wat ter wereld die z. g. Boerenbond zal uitrichten, dat in meeidere of mindere mate reeds thans niet geschiedt. Behoefte bestaat er aan zulk een Bond onzes inziens niet. Te minder als men nagaat dat nog tal van boeren, voor wie de heeren, die den Bond oprichtten, zulk een bijzondere be langstelling toonen, evengoed van de be staande vereenigingen lid konden zijn, maar dit liefst niet doen. Wij gelooven bovendien niet dat men in de huidige landbouw-maatschappijen God, eigendom en familie niet erkent als grond slagen van de maatschappijof eigenlijk gelooven wij dat hare leden tot heden zoo verstandig waren zich te onthouden van dergelijke besprekingen, en zij meer het oog houden op de materieele belangen van hun vak. Dergelijke godsdienstige eischen kan men gerust buiten den landbouw latenmaar dat komt er van als men mannen als dr Schaepman, knappe menschen, eerbiedwaardig als priester en redenaar, bij zulke gelegen heden als adviseur neemt. Men geraakt dan allicht op een dwaal spoor, zoodat men niet recht kan nagaan waar men ten slotte zal belanden. Het wantrouwen, dat tegen dezen nieuwen Bond viel waar te nemen aan verschillende kanten, niet het minst bij de anti-revolu- tionnairen, zal niet het minst zijn verminderd, al zijn de statuten gewijzigd en niet meer geheel overeenkomstig het oorspronkelijk plan. De landbouwmaatschappijen kunnen dezen nieuweling met den hem verschuldigden A T J E H. Een offciëel telegram, heden ontvangen, meldt dat generaal De Moulin overleden iB. Kolonel Stemfoort is waarnemend gouverneur. Wp zpn met onze gouverneurs van Atjeh al even ongelukkig als met de expeditie daar zelve. Nu is weer generaal De Moulin overleden. Hp was 51 jaar oud en aanvaardde, zooals bekend, eerst kort geleden de moeiljjke taak van gouverneur. Ons leger verliest in hem een kranig, dege- ljjk officier. Na den lOen Juli 1865 tot 2e- luitenant bp de artillerie benoemd te zpn, werd hp in 1869 bevorderd tot le-lnitenant, in 1876 tot kapitein, in 1887 tot majoor, in 1892 tot overste. Als kolonel vertrok bp in September 1894 als chef van den staf met de aanvullingstroepen, bestemd voor Lombok, en verwierf het ridderkruis 4e klasse der Mili taire Willemsorde. Te Batavia teruggekeerd werd De Moulin benoemd tot chef van den generalen staf, terwjjl in 1895 zpn bevordering tot generaal- majoor volgde. Wp zpn inderdaad op Atjeh niet gelukkig, «egt ook het Vadal mag dan de bestraffing, die wp Oemar en den zjjnen hebben toege diend, ons •prestige" hebben verhoogd. Oemar ia niet gevangen, maar zeer velen der onzen zpn gevallen in een strjjd, waarvan men het einde niet ziethet vechten duurt voort, zonder dat iemand eigenlijk weet waar toe het leiden moet (volgens de J.-B. weten de gouverneur-generaal en de legercommandant zeiven het niet)nu ontvalt ons de nieuwe gouverneur, reeds vroeger meermalen voor dien post aangewezen, een man, van wien groote verwachtingen werden gekoesterd. Wie nu en wat nu Zpn de berichten van De Locomotief juist, dan was generaal De Moulin tot Gouverneur benoemd, omdat de Gouv.-gen. en de leger- kommandant elk een ander candidaat hadden en het, bp dat gemis aan overeenstemming, eens zpn geworden over dien derde. Generaal Vetter zou kolonel Stemfoort hebben willen benoemen, de Gouv.-gen. overste Von Heutsz. Als nu de strpd over die twee personen weer ontbrandt, zullen velen hier te lande en in Indië wel hop9n, dat de Gouv.-generaal zpn wil doordrjjft en een man benoemt, wiens ge schrift over de onderwerping van Atjeh tot het bezadigdste en verstandigste behoort, wat over dezen rampzaligen oorlog is geschreven. Als men thans eens aan d8n min. van kolo niën eenige vragen richtte over het verleden en de toekomst, zou hp dan nog niet anders weten te doen, dan eenige bekende telegram men voorlezen Zou hjj niet eens iets anders kunnen mededeelen over het verraad" van Oemar, na het verrassende licht, daarop ge worpen door den bekwamen en doorgaans goed ingeliohten sohrjjver in de Deli Ct.f En Bij den Cliineeschen Staatsman. onzer medewerkers had Zondag het ge- door den Chineeschen O ader koning te worden ontvangen en zich eenige oogenblik- ken met hem te onderhouden. Het bleek, dat Z. E. zich het korte verbljjf in ons midden duchtig had ten nutte gemaakt en zpn voor deel zal weten te doen met al wat hjj gezien en gehoord heeft. een vraag van onzen medewerker, ant woordde hp inderdaad niet hier te zjjn ge komen, om den kring der Chineesche allian- tiën uit te breiden of zich bjj hernieuwde ver wikkelingen in het Oosten van den machtigen steun onzer Regeering te verzekeren. Groote belangstelling slechts dreef hem, om kennis maken met een volk, dat hjj altjjd had hooren roemen als de Chineczen van Europa, en hp wilde zich vergewissen, of die roep juist was. Zeer gestreeld over deze belangstelling, verklaarden wp onzerzpds met niet minder belangstelling de ontwikkelingsgeschiedenis van onze Aziatische broeders na te gaan, en wp vroegen, ot de hervormingspartij er goede vorderingen maakt. Zonder twjjfel, was het antwoord, de leus van alle partpen is thansvooruit. Tout comme chez nous, waren wp zoo lukkig te kunnen antwoorden. Bjj ons schrjjft zelfs de conservatieve partjjVooruit! in haar vaandel. Maar Li meende wel eenB gehoord te hebben, dat er bjj ons een verBchil is tuBSchen vooruit streven en vooruit komen en hjj hoe wp het aanlegden om steeds vooruit te streven en niet vóóruit te komen. De studie hiervan achtte hjj voor China hoogst nuttig. Wp legden hem toen uit, hoe de inrichting van ons parlementaire stelsel en de organisatie der politieke partpen er op aangelegd waren om aan het streven het hoogBte succes te verzekeren. Wp konden hem zeer aanbevelen voor China dat voorbeeld te volgen. Vooral de jaarlpksche begrootingsdiscussies verdienden navolging. Men kan dan elk jaar drie maanden lang schrjjven en praten over allerlei her vormingen elk der honderd wjjzen kan dan zpn stokpaardje berpden en om hervormingen vragen; de acht allerwjjsten aau de groene tafel kunnen dan in lange redevoeringen van alles beloven, en inmiddels gaat de tjjd voorbjj en is aan verwezenlijking van het honderdste part van al dat fraais geen denken. En als er gelegenheid is eens een hervorming ter hand te nemen, waarover een meerderheid het eens is, dan behoort op het kritieke oogenblik zulk een meerderheid zich te splitsen, onder elkander of over de onderdeelen of over de tactiek aan het Btrpden te gaan, en dan kunnen hervormingsgezinden de voldoening Bmaken aan het streven te bljjven, omdat de hervor ming weer is mislukt. Gjj weet, zeide Li, die deze uiteenzetting met blpkbaar welgevallen aanhoorde, dat aan den grooten wjjze van Friedrichsruh ge vraagd heb, hoe ik het moest aanleggen om China te hervormen en de macht der hofpartjj te breken. De berichtgever van een Neder- landsch blad, bjj dat onderhoud tegenwoordig, haastte zich dit aan zpn redactie te seinen, die niet schroomde het te publiceeren, niet bedenkende, dat dit mjj, in China teruggekeerd, het hoofd zal kunnen kosten. Maar enfin, het ongeluk is nu geschied, en het doet mjj ge noegen, dat gjj mjj een antwoord geeft, waar uit ik zie, dat het mogelpk is en de hervor mers en de hofpartjj tevreden te stellen. Daar op vroeg de Chineesche staatsman ons of het aanbeveling verdiende een constitutie samen te stellen. Hjj meende, dat dit een welkom middel was om door een verstandige redactie van ingewikkelde artikelen hervormingen te beloven en tegen te houden tegeljjk. kon daarvan, vermoedde hjj, gebruik maken als een plechtanker om zich aan vast te hou den, en als de omstandigheden gewjjzigd wa ren als een stuur om zich door de woelige wateren voort te bewegen. O groote Li, wp zien, dat het onderhoud met onzen wjjze voor buitenlandsche zaken diepe sporen heeft achtergelaten in uw den kenden geest. En wien onzer acht Onderko ningen trok u het meest aan? De wjjze met den langen baard. Met zpn kalme deftigheid en leuke voornaamheid ver diende hjj een Chinees te zpn. Goed hebt gjj gezien, o Li. Onthoud van hem het gevleugeld woord, als een hervor mingspartp te onstuimige eischen mocht stel len »Maar als ik niets vind om te hervormen, ■waarom dan te poseeren als hervormer Maar wat dacht gjj van den wjjze, die zetelt in het Torentje Ziedaar, dacht ik, een man, die vooruit heeft gestreefd en vooruit is gekomen. Hjj bood mjj een exemplaar aan eener nieuwe wet, die, zeide hjj, aan chinoiserieën haar wederga zocht. Hjj ea deze wet waren, verklaarde hjj, het product van hét noodlot, maar bjj zei het met een lachje, waarin opgesloten lag de ge dachte ik heb dat noodlot een aardig handje geholpen. Het was, geloof ik, een kieswet, die bjj mjj gaf. Inderdaad, Li, zp is voor China als geknipt. Slechts zou ik u aanraden, alvorens haar in te voeren, zekeren heer Van Tekelenburg te raadplegen, die u in staat zou stellen haar nog met de fraaiste aller chinoiserieën op te sieren. Maar wat dunkt u van de Onder koningen, die bevelen over het leger en de vloot? Hebt gjj niet vooral bjj hen leering trachten te putten voor uw eigen land? Woorden van wpsheid ving ik op uit hun mond. De Onderkoning van het leger ver klaarde mjj, dat zpn manschappen volkomen in staat waren het land te verdedigen, dat althans de geweren wedjj verden in voortreffe lijkheid met onze schependat in de organi satie der schutterjj een stelsel van legerreserve te bewonderen viel, dat naar het Chineesche afgekeken, en dat in de rustende schut terjj o geniale combinatie van denkbeelden het ideaal eener volksweerbaarheid was ontdekt. De onderkoning van de vloot legde mjj uit dat hp beschikte over een onverbeter lijk stelsel om liefde voor den zeedienst aan te kweeken, terwpl hjj beloofde mjj een ver zameling antiquiteiten te laten zien, die mg aan mgn Chineesche jonken zouden doen denken. Onze medewerker haastte zich den Onder koning, die geheimzinnig glimlachte, af te brengen van dit ietwat pjjnljjke chapiter door hem te vragen, of hg niet met belangstelling de zitting van het Duitsche Parlement had bp gewoond, waarin juist het hurgerlpk wetboek aan de orde was. Hjj antwoordde met de wedervraag, of hg ook bjj ons niet eens zoo'n debat over een burgerljjk wetboek zou kunnen bjjwonen, en of dat bjj ons ook met zoo be kwamen Bpoed werd behandeld. •Bekwame spoed", o Lihet is alsof gjj de Handelingen van onze Tweede kamer zoo noemen wp nameljjfe het geredekavel der wjjzen hebt bestudeerd, dat gjj dit woord zoo wonderwel te pas brengt. Met bekwamen spoed behandelen onze wjj».en alles. Op dit oogenblik echter rusten zp. Maar ook wjj be zitten zulk een wetboek en voor een zestien jaren reeds is een commissie benoemd om het te herzien. En is die commissie nog niet gereed Nog niet geheel. Zulk een reuzenwerk gaat niet zoo Bpoedig. Maar wel zpn reeds gedeelten van den arbeid afgeleverd. En natuurlpk ingevoerd Volstrekt niet, daaraan denkt niemand. De regeering en het parlement streven er wel naar, maar zoo iets onderhanden te nemen, ja dat doet men in Duitscbland, maar bjj de Chi...., wjj bedoelen de Hollanders niet. En wat doet men dan met de commissie leden Men schenkt hun een geel vest en een pan- wenveer en bedankt hen voor de moeite. Zulke commissiën zal ik invoeren in China. Gaarne had onze medewerker nog langer met den intelligenten Chinees gesproken, maar hjj mocht niet langer beslag leggen op zpn kostbaren tjjd. Li zeide namelpk, dat het tjjd was naar Scheveningen te gaan, waar hg brandde van verlangen het vuurwerk te zien, dat met zpn Chineesche motieven iets echt nationaals beloofde te geven. En alzoo eindigde het gesprek, dat door bjjzondere harteljjkhefd uitmuntte en door Li in 't Chineesoh, door onzen medewerker in 't Eagelsch werd gevoerd zonder behulp van een tolk, daar 't Chineesch van den staatsman veel op ingeslikt Engelsch en 'tEngelsch van onzen medewerker veel op Chineesch leek, zoodat ze elkander uitstekend begrepen. Vaderland UIT STAD EN PROVINCIE Bjj kon. besluit zpn benoemd in het be stuur van het waterschap Groede en Baanst tot dpkgraaf A. de Roo Pz., en tot gezworen J. A. Risseeuwgezworen voor den polder Stads, M. Noordhoek; tot gezworen voor het water schap Dè Vereenigde polders van Ossenisse J. de Wael en tot gezworen voor den Pierssens- polder A. Scheele. Woensdag bood jhr mr W. M. de Brauw, commissaris der Koningin, aan de leden der Provinciale staten van Zeeland en eenige provinciale hoofdambtenaren een diner aan. Bjj de Dinsdag gehouden verkiezing van IT leden der commissie tot beoordeeling van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1