MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 157. 139e Jaargang. 1896 Maandag 6 Juli. Dews courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zoi- en Feestdagen, Prjjs, per kwartaal, aoowel voor Middelburg ais voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Tbernoiietev, Middelburg 4 Juli 8 n. ym. 64 gr.. m. 12 u. TO gr., av. 4 o. 68 gr. F. "Verw. W. wind. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éém uur aan bet bureau bezorgd zjja. Adverteitiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote Letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. C. Botoix, firma wed, A. G. se Jonge. Bjj dare courant behoort een Bijvoegsel- Een vertelling en een paar wenken. „Mijnheer, hoe laat is 't. 1" vei een klein» dreumes tegen me, aan den buitenrand onzer Btad, en hij keek me daarbij trouwhartig met een paar heldere kijkertjes aan. Het was eeH aardig kereltje. Hij droeg een school- tasch onder den rechterarm en hield met de linkerhand den losgeraakten riem vast. Ik vertelde hem, dat de klok juist half twaalf gespeeld had. Dat uur, in verband met de plaats der ontmoeting en met zijn bestoven laarsjes, maakte mijne belangstelling gaande, en terwijl hij zijn weg wilde ver volgen, hield ik hem staande met de vraag „„Waar kom je van daan, manneke?"" „Van Serooskerke, mijnheer", en, hetzij om mijn nieuwsgierigheid te voorkomen, hetzij nit geoorloofden trots, voegde hij er bij „Maar ik woon hierik ben van. ochtend naar Serooskerke gegaan, en nu kom ik terug". „„En ben je dan niet op school geweest"", was mijn natuurlijke vraag. „Neen, mijnheer, ik dacht dat er geen school was, want" hier volgde de grond zijner meening, die me voorkwam geloof waardig te wezenlater bleek zulks inder daad het geval te zijn. „Maar", ging bij voort, „toen kwamen ze zeggen, dat er wel school was, en toen ben ik naar school ge gaan, maar toen was de deur dicht". „„En waarom ben je toen niet naar huis gegaan „Omdat ik bang was een standje te krijgen". „„Van wie?"" „Van Pa en Moe". Deze qualificatie deed me vermoeden, dat het een kind was van „fatsoenlijke" ouders; een vermoeden, dal door zijn kleeding en geheele optreden be vestigd werd. „„Maar je koudt het toch niet helpen, dat je te laat op school kwaamt. Wisten je pa en moe daar dan niets van?"" „Ja wel, want ik was thuis, toen ze het kwamen zeggen, en toen zei pa„ga nu maar gauw naar school-, maar (met een zucht) toen ik by school kwam, was de deur dicht." „„Nu, dan begrijp je toch wel, dat ze je thuis geen standje zullen geven. Ze weten immers, dat je 't niet helpen kant.1'" Uit zijn zwijgen maakte ik op, dat hij het volstrekt niet met me eens was. Of had ik met een leugenaartje te doen, die zich nu vast gepraat had Maar zijn geheele wijze van doen had zoo iets vertrouwelijks en openhartigs, dat ik dit laatste moeilijk kon gelooven. Hij vertelde me verder, dat hij zeven jaar was, en deelde me meê, waar hij woonde. Ik wilde er het mijne van hebben en be sloot hem naar huis te geleiden, zonder hem evenwel mijn voornemen te laten merken. Of hij achterdocht begon te koesteren, toen we een eind weegs de stad ingegaan v/aren, weet ik niet zektr; maar het ver moeden kwam in mij op, toen hij mij de vraag deed„Maar waar woont u dan eigenlijk?" Ik zeide het hem, maar tot mijne geruststelling merkte ik het op zijn topografische kennis van Middel burg strekte zich niet zoo ver uit, dat hij mijne woning zou weten te vindenzelfs kende hij niet de richting, waarin ik zou moeten gaan, en ik kon dus volstaan met hem mee te deelen, dat ik nog een heel eind verder dan hij moest zijn. Van het pnnt, waar wij ons bevonden, was dit niet volkomen waar, indien ik althans den kort- sten weg had willen nemenmaar ik wilde hem immers niet doen vermoeden, wat mijn voornemen was? Het scheen me toe, dat hij, zijn woning naderende, hoe langer zoo sneller begon te loopen. Eindelijk zijn we gearriveerd. Ons ventje stapt parmantig zijn huis, een winkelhuis, binnen en wil naar de huiskamer achter den winkel gaan, maar ik houd hem tegen om getuige te zijn van zijne verantwoording tegen vader of moeder. De laatste komt voor den dag en zet verbaasde oogen, toen se een vreemdeling zag, baren zoon vast- jiondende. Wel jongen, vertel nu eens aan je moeder, waar je geweest bent."" Geen antwoord. Nog eens eene opwekking, maar in plaats van te antwoorden, begint hij te schreienuit angst, naar het mij voorkwam. Ik deel dus aan de moeder mee, waar haar toontje dien ochtend geweest was ey wat bij mij omtrent zijn schoolverzuim had ver teld. En nu bleek, tot mijn groote blijdschap, dat het kereltje de zuivere waarheid ge sproken had, en niets dan deze. Alleen had hy de grootte zijner wandeling wat over dreven, zooals trouwens wel meer doen, als ze van hunne heldendaden ophalen. Hij was niet heelemaal naar Serooskerke geweest, maar toch Brigdamme een eindje voorbij. „En, moeder, nn meent hij van zijn vader eene berisping te zullen ontvangen. Dat kan immers niet zijndat zou toch onver diend wezen 1 Verlel hem eens, dat hij verkeerd doet mei zoo iets te gelooven; dat heb ik ook gedaan."" „Neen, mijnbeer, dat zal wel zoo wezen. Ziet u, de jongen is bang voor zijn vader, en dat is goed ook." Maar er is nu toch geen reden, om boos op het ventje te zijn. Integendeel, hij verdient een pluimpje voor zijn eerlijkheid. Juist de vrees voor zijn vader heeft gemaakt, dat hij iets gedaan beeft, wat hij niet had mogen doengaan zwerven buiten de stad, en wat hij zeker zonder die dwaze vrees niet zon gedaan hebben. Als hem eens een ongeluk overkomen was!"" Ja, mijnheer, wat zal ik u zeggen. Och, hoe gaat dat. Mijn man was van morgen niet best in z'n humeur, en dan...," En tot een ouderen zoon, die intusschen in het hap gekomen was„We zullen maar niets aan vader zeggenhij moet het maar niet weten." En de zoon scheen het met de moeder eens te zijn. Wat zou ik verder doen De vrouw overtuigen van het verkeerde van bare zienswijze Ik vrees, dat het me niet ge baat zoude hebben. Ik ben geen zede prediker en acht me nog minder geroepen, om tu88chen man en vrouw te treden, wat het geval zou geweest zijn, indien ik tegen den wensch van moeder in den vader deel genoot had gemaakt van mijne ervaring en van mijn meemng omtrent de verhouding tnsschen hem en zijn zoon. Maar, de jeugd gaat me ter harte, de lieve, aanvallige jeugd, waartoe de held mijner vertelling behoort, en voor haar wenschte ik iets te doen. En ziedaar de aanleiding tot dit schrijven. Dat deze vertelling waar is, geheel en al waar, behoef ik mijnen lezers niet te verze keren er komt niets wonderbaarlijks in voor; trouwens, als dit zoo ware, zou ik mijn do«l voorbijgestreefd zijn. Dat is geen ander dan te wijzen op een vrij algemeen heerschend misverstand. Vrij algemeen; immers, mijn verhaal betreft een gewoon, dagelijks voorkomend geval. Hoe dikwijls wordt er door de jeugd gezondigd, nit vrees voor vader. Ot vader recht heeft te knorren; men vraagt er niet naar vader zal knorren, wellicht straffen, verdiend of onverdiend, en dat wil men ontgaan, door opnieuw, of misschien voor de eerste maal, verkeerd te doen. En dat gebeurt morgen en over morgen weer, tot men ten leste met het booze zóo vertrouwd is geraakt, zóo gemak kelijk zondigt, dat men bet niet meer lateD kan ol zelfs niet meer weet, dat men zondigt Het is goeddat een kind bevreesd is voor zijn vaderzoo oordeelde de moeder van onzen zevenjarige, en zoo oordeelen vele van hare natuurgenooten. Neen, duizendmaal neen, het is niet goed, dat een kind bang is voor zijn vader; het isafschuwelijk in de hoogste mate. Een kind moet met het volste vertrouwen zijne ouders naderen het moet er niet tegen opzien hen deelgenoot te maken van zijne neigingenen begeerten ep, desgevraagd,van zijne kleine verkeerdheden. Hoe zullen die ouders het anders afhouden van den slech ten weghoe het leiden ten goede, het verbeteven,het waarlijk opvoeden? Het kind moet gevoelen dat vader en moedeT slechtB zijn geluk bedoelen, niets daa liefde koesteren voor hun kroost. Om daartoe te geraken, moet men beginnen met het bind vertrouwen te schenken; wie ver trouwen zaait, zal vertrouwen maaien. Men i bet lief en leed van het kind deelen, vooral in het leedmen moet het zijn goed- afkeuriDgen niet onthouden, opdat het bet goede van het kwade leere onderscheiden. Het moet bij on%rtauli#g wetep, dat de ouders niet anders dan het goede verlangen en slechts het kwade straöeu. Van nature is een kind niet slecht. O, dat deouders het niet slecht maken Ons kerel tje was nog onbedorven, zooals blijkt uit zijn openhartigheid tegenover mij. Waarom, ach waarom moest het dan bang zijn voor vaderbang, terwijl het niets misdreven had En waarom moest de moeder pet stijven in zijn vrees, in zijn vrees voorden- gene, die hem moest lietbebben in het diepst zijner ziel Die vrees drijft den arme nu nog naar Serooskerke, maar wie zal zeggen, langs welke wegen hij later zal worden ge dreven Welk een huiselijk geluk, welk een levens geluk wordt op die wijze verwoest door het Lverstand der ouders Ach waren alle menschen toys, En wilden daarbij wel Dan was deez' aard een paradijs, JVk is ze vaak een hel Nn ik toch mijn paedagogisch gemoed ben gaan luchten, wenschte ik nog op iets anders de aandacht te vestigen. Als men zelf kinderen heeft, die school gaan, verneemt men zoo nu en dan zaken uit het schoolleven, waarover men zich verbazen zon, indien ze niet zoo treurig waren en indien niet de verbaasdheid moest wijken voor medelijden. Een voorbeeld uit vele, dat ik, om niet persoonlijk te worden, i generaliseeren. Karei is een jongen vol ijver en plichts betrachting, maar behoort niet tot de aller- vlugsten. Voeg daarbij de veelheid van vakken op onze inrichtingen van voortgezet onderwijs, en ge zult begrijpen, dat het hem moeite kost, om telkens tot eene hoo- gere klas bevorderd te worden. Slaagt hij daarin niet, dan is het waarlijk zyne schuld nietzijn gansehen vrijen tijd, zijn Zaterdag middagen, ja zelfs zijn Zondagen offert hij soms op, om zijn taak naaT bebooren af te werken en zich voor de telkens terugkee- rende repetities te bekwamen. ,Als je goed overgaat, dan krijg je eeD (laat ons zeggen, want dat is toch het mode artikel onzer dagen) een fiets," heelt zijn pa hem beloofd. Nu, hg zou geen jongen moeten zijn, om niet naar zoo iets te verlangen, en zijn vader kent hem genoeg om te welke prikkels hij moet aanwenden, om van hun werking zeker te zijn en zoodoende zijn doel (let welzijn doel, niet dat van deD jongen) te bereiken. En Karei blijft door werken, zoo bard hij kan. Daar is een concert; hij zou wel gaarne gaan, met pa en moe, met zusje of broer; maar zijn werk is nog niet geheel in orde en pa is onverbiddelijkdus, jongen, niet naar de muziek. Nu, hij troost zich met de gedachte aan dat andereMocht hij maar slagen wat zou hij rijk zijn En hij werkt, 'b ochtends vroeg en 'savoBds laat. Zijn makkers gaan ïen hij werktzijn vrienden gaan eene wandeling, een fietstochtje maken bij werkt. Meetkunde, algebra, geschiedenis, aardrijkskunde, Fransch, Dnitsch, EDgelsch, bet wart hem alles door het brein, 't Is om suf te worden, maar hy geeft den moed niet verloren. En hij werkt, tot hij ten laatste er onder bezwijkt? Neen, dat wel niet; neiging tot het tragische heb ik niet; bovendien staan zijn gezondheid en veer krachtige jeugd mij in den weg. Misschien zelfs slaagt hij met zijn overgangsexamen ik gun het hem van harte gaarne, en zijn onderwijzers mogen hem wel lijden om zijn ijver en goed gedrag, en werken dus zooveel mogelijk mee. Maar dan Ja, dan is hij gelukkig, voor een poosje althans. Maar later! Dan begint de ellende opnieuw en in verdubbelde mate; want met elke hoogere klasse wordt _de strijd zwaarder. En als hij niet slaagt? Dan natuurlijk geen fietsArme jongen Maar, wenschte ik te vragen, om wiens wil werd hij op die inrichting geplaatst? Toch niet ora den zijnen 5 Het werk bleek voor zijn krachten te zwaar. Was dat dan zijn schuld? Hij heeft zijn best gedaan, de jongen; hij heeft zich gevoegd naar uw verlangen. Wat wilt ge meer Gy werpt uw kind in een vloedeen zee van werk en inspanning. Hij worstelt om bet hoofd boven water te houden en 'niet te verdrinken. Slaagt bij, dan wacht hem eene heerlijke beiooaing. M&a'i, &Vö hij eens verdronk Dan waart gij, vader, de moordenaar van uw kind, gij wreede, ont aarde vaderGij lacht om de dwaasheid der vergelijkingmaar ze is inderdaad niet zoo dwaas. Het gaat in de geestelijke we reld niet anders. Wie staat u borg, dat uw jongen niet te een of anderer tijd ver drinkt, geestelijk ten onder gaat Zulke dingen gebeuren in de wereld. En wie zal hem redden Uw geld niet, uw berouw nog minder. Uw joDgen zal zich, ten einde raad en door den nood gedwongen, door oneerlijke middelen zien te redden. Hij beeft goede vrinden; zij zullen hem helpen en hunne kracht leenen aan zijne zwakte. Maar op den duur helpen zulke middelen nietintegendeel, men zal gaan steunen op anderer hulp de veerkracht verslapt, en ten leste Intusechen heeft ook zijn moraliteit een knak gekregen. Die het meest sign best doetverdient het hoogste loon, las ik dezer dagen met instemming. Ja, zoo is het 1 Niet hij, die de meeste maatschappelijke overwinnin gen behaalt: ze worden soms met weinig moeite verkregen niet de door de fortuin bet meeat begunstigden verdienen den boogsten lofzjj hebben hun loon reeds ontvangen. Maar zij, die woekeren met de weinige krachten, welke de natuur hun beeft verleenddie met inspanning streven naar een verbeven doel, ook al slagen ze niet geheel eD alaan hen de kroon en de eere Och, lees de parabel van de kapel nog eens, uit de Ideeën van Multatuli t Observator. zitter van den timmerliedenbond. De datams der vergaderingen worden later bekend gemaakt. De door de maatschappij Zeeland aan Ballin's Dampfschtffs Hhederei verhuurde mailboot Prins Hendrik vertrekt zoo schryft men ons w&arBcbynljjk Zondag a. s. naar zyne bestemming om dienst te doen tuaachen .Tvhjoln nd - vöb r. Hieruit kan men afleiden dat die oude boo ten lang nog niet verouderd zyn. -Te Vlissingen hebben zich slechts twee personen aangemeld om geplaatst te worden op de kiezerslijst voor de Kamer van koophandel. Aldaar viel heden morgen de zestienjarige loodgieternjongen T. uit de goot van een huis aan de Nieuwstraat. Zwaar gekwetst aan bet hoofd werd hy naar het gasthuis vervoerd. Zyn toestand is vrjj bevredigend. Het aantal aansluitingen, door het centraal station van de telephoon te Vliesingen in Juni tot stand gebracht was niet 2037, zooals men ons abusief opgaf, maar 2730. UIT STAD EN PROVINCIE Het eerste nommer van den veertienden jaargang van het Domburgsch Badnieuws is erschenen. Als naar gewoonte geeft H. J. B. weder een kort overzicht van den toestand der badplaats. Van uiterlyk, wat aanbouwing betreft, is Domburg sedert verleden jaar weinig veranderd. Het groote plan van een of meer Belgische heeren tot aanbouw van een bStel op het duin, schynt in duigen gevallen te zyn. Wel grond aangekocht en zelfs dezen winter een weg daar been geprojecteerd, maar er is nog geen steentje aangevoerd en men zegt dat er weinig kans bestaat dat heter ooit komen zal. Ook voor eene Roomsche kerk of kapel ie reeds tweemalen terrein afgebakend, maar van een gebouw is nog niets te zien. evenmin als van de electrische tram, die van Vlissingen over Zoutelande en Westkapelle naar Domburg loopen zou. Toch schjjnt bet totstandkomen van die tram meer een kwestie van tjjd te zynwant het kapitaal moet voor banden en de weg reeds opgenomen en in kaart gebracht zyn, van eene verleende cesBie heeft B echter nog niet gehoord. De beer L. Gabriëlse, die in de Lange- viele alhier reeds twee flinke winkels stichtte, beeft daaraan een derde toegevoegd, die hy dezer dagen opende en die uitsluitend is in gericht voor den verkoop van atoffaerwerk en aanverwante artikels. Het is een zeer mooi magazyn, dat, wjjl de erin geëxposeerde artikelen zich zoo bjjzonder tot étaleeren leenen, een aangenamen indruk maakt. Fraaie canapé's, tête a têtes, stoelen, spiegels, schrijftafels, spiegelkasten en honderd andere artikelen, geheel of ten deele afgewerkt, bieden aan hen, die in dit genre iets behoeven, een rjjke keuze. Morgen (Zondag) te half twee uur zal door het bataljon infanterie in dit garnizoen eene groote parade worden gehouden op het Molenwater ter gelegenheid van den verjaar dag van HK. H. Prinses Marie der Nederlanden. Door acht alhier gevestigde vak- en arbeidersvereenigingen is, gezamenlijk met al de bestaande vereenigingen te Vlissingen, aan den Middelburgschen Bestunrdersbond opgedragen te Middelburg, Vlissingen en zoo mogeljjk te Goes protestrergaderingen te be leggen tegen den glas-en aardewerk-fabrikant Regout te Maastricht, inzake diens bekende houding tegenover de nu in staking zynde, maar vroeger bjj hem werkzame glasslypers. Als spreker zal optreden de heer F. M. Wibaut en vermoedelijk Wolfswinkel, voor Vrjjdag heeft men, met gunstigen uitslag, langs den zeedjjk van Wemeldinge en Kattendjjke een stuk laten zinken, om den buitenberm tegen de gestadige werking van den vloed te beschermen. In een weide onder O v e z a n d vond men Vrijdagmorgen een paard dood liggen, dat den avond te voren daarin gezond en wel was gebracht. Oorzaak van dien plotselingen dood is onbekend. - Te Goes geraakte Dinsdag een wielrij der bjj de begraafplaats in een moddersloot, doordat van een paar meisjes, die op den weg waren, de eene de andere voor het wiel duwde, waardoor dit over haar heen ging, maar het meisje werd niet ernstig bezeerd. Hoewel de beide meisjes aanvankelijk de schuld op den wielrijder trachtten te werpen, bekenden zjj ten slotte dat zjj zelve alleen oorzaak waren van het ongeluk. Er is prooes-verbaal tegen de meisjes opgemaakt. In eene Woensdag door de Visscherij vereeniging te BruiniBse gehouden verga dering ïb besloten zich tot bet hoofdbestuur van de vereeniging Schuttevaer te wenden te vragen of er ook termen zyn om de geheele Visschery-vereeniging als lid op te Verder werd besloten aan het bestuur der vi8scherjjen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen te verzoeken om de verpachting van de Veerman- en Kabeljauwplaat, welke in 3 een einde neemt, een jaar te voren te doen verpachten, daar dan de visschers on derling eene betere regeling kunnen treffen, wat het overnemen van zead enz. betreft. Tot den inspecteur, den heer De Bruyne, zal het verzoek gericht worden om een gas- boei te doen plaatsen aan de le zwarte ton in >n Hals en wel gedurende de wintermaanden De brand te Sas van Gent, die, zooals wy gemeld hebben, de kerk der hervormde gemeente in de aech legde, is vermoedelijk ontstaan door den bliksem. INGEZONDEN STUKKEN- (nzesonden «takken worden In Keen Kevel terneKOonden Heinkenszand, 3 Jnli 1896. Mynheer de Rsdacteur 1 Naar aanleiding van de mededeeling in nw blad van het behandelde in de vergadering van ingelanden van den polder Hoedekens- kerke, wensch ik het niet onbekend te doen blyve», dat de sollicitatie van den heer J. van den Dries, notarisklerk alhier, door my zéér is ondersteund geworden, en dat ik niet ge aarzeld heb in een aanbevelingsbrief aan één der ingelanden de woorden te bezigen >Hy verdient een benoeming." Welk recht de heer I. D. Fransen ran de Putte had, om in eene openbare vergadering te kunnen zeggen, dat verdiensten niet had den gegolden, iB my onverklaarbaar, en, ware ik ter vergadering tegenwoordig geweest, dan had ik den heer Fr. van de Putte het recht daartoe betwist. Niemand dan ik, ten wiens kantore de be noemde sedert meer dan tien jaren werkzaam is, kan beoordeelen, welke verdiensten deze sollici tant bad, en deze waren voor my meer dan voldoende, om zyne sollicitatie krachtig te ondersteunen. Mondeling heb ik den heer Risseeuw, acht dagen véor de vergadering, een en ander mede gedeeld en er by gevoegd »Men zal hem hier niet terugstooten, omdat hy Katholiek i«. Dit had reeds meermalen plaats, en dan wer den vaak personen benoemd, die minder ver diensten hadden dan by." Bjj mjj bestaat de vaste overtuiging, dat de benoemde zyne betrekking naar behoorea zal waarnemenen alzoo behoeven zjj, die hunne •tem op dei heer Vw der Drie« oitbraohte»,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1