FEUILLÉTOH.
EMMELINE.
De voorzitter deelde mede dat het bestuur
gemeend heeft dat het wel op den weg der
vereeuiging lag om den kiezers eene vinger
wijzing te geven, teneinde bjj de aanstaande
stemming versnippering van Btemmen te
voorkomen.
Het bestuur kan zeventien personen noemen
die, wanneer eg door de kiezers gekoaen wor
den, bereid zjjn die opdracht aan te nemen.
Ook met het reglement in de hand meent
het bestuur tot hetgeen het deed gerechtigd
te zjjn.
Daarna noemde de voorzitter de volgende
zeventien heerenmr F. N. van der Bilt, Ph.
Boudewgnse, .1. Fak Brouwer Mz., J. J. Th.
Evers, M. Fokker, L. de Fouw, D. Hildernisse,
M. W. Hildernisse, P. W. H. de Kan, A. Meeuse,
S. van der Mejjden, P. Pouwer Az,, J. W. de
Raad, mr F. J, Sprenger, P. Dumon Tak, C.
J. J. A. van Tejjlingen en P. A. Verhuist
Verder stonden nog op het lgstje de hee
ren M. G. BoiUaon, Jhr. Jac. P. Boddaert, M.
van Boven, J. A. Fredariks, J. C. Frederiks,
J. J. van der Harst Az„ L, G. Kakebeeke,
Joh. Lutejjn, L. R. Piasschaert, Herman Snij
ders, Henri Tak, W. van Ujje en H. L. Gerth
van Wgk.
Door den heer Steinz werd hierop voorge
steld eerBt uit te maken, of niet vooraf aan
de orde moet komen eene bespreking der
wenBchelgkheid van grensregeling, al of niet;
welk voorstel door den heer J. de Vob werd
ondersteund.
De heer Joh. L. van der Pauwert verklaarde
geen bezwaar te hebben tegen een bespreking»
maar vroeg of er iemand ter vergadering aan
wezig was, die deze zaak kon inleiden. Per
soonlijk had spreker een gevestigde opinie
hg meende dat de voorgeatelde regeling in
het belang van Middelburg is.
Wat de stemming betreft, ook daartegen
had spreker geen bedenking; hg geloofde dat
dit de keuze zeer zou vergemakkelijken. Al
leen betreurde hg het dat ook geen andere
namen, bjjv. van katholieken en personen van
andere richtingen, op de lgst voorkwamen.
Die meening werd door den heer Boasson
gedeeld.
De vraag of de regeling besproken zou
worden werd met 7 tegen 6 stemmen ont
kennend beantwoord.
Daarna werd gevraagd, of al of niet tot de
keuze van 17 eandidatenzoa worden overgegaan.
Dit gaf tot eene geanimeerde discussie aan
leiding, waarbg door den heer Fred. Boksson
als motie van orde werd voorgesteld om, waar
de vereeuiging zich niet heeft uitgesproken
of zg vóór of tegen de voorgestelde regeling
is, geen stemming te doen plaats hebben maar
over te gaan tot de orde van den dag.
De heer F. G. Sprenger bestreed die motie;
bjj was van oordeel dat de vereeuiging den
kiezerB een dienst bewijst door hun een vin
gerwijzing te geven met het noemen van na
men van personen, die zich bereid verklaard
hebben om zitting te nemen in de bedoelde
commissie.
Hierna kwam de motie van den heer Boisson
in stemming, waarover de stemmen staakten
6 tegen 6 een lid bleef buiten stemming.
Volgens het reglement was dus geen besluit
genomen.
De heer J. de Vos deed nu het voorstel om
het bestuur te verzoeken tich te wenden tot
de redactie der Middelburgsche Courant met
verzoek deze zaak te bespreken encandidaten
aan te bevelen.
De beer F. G. Sprenger achtte dit niet
noodighg geloofde dat de redactie der
Midddburgsche courant meermalen getoond
heeft een open oog te hebben voor de belangen
van Middelburg en dus niet gevraagd behoefde
te worden in deze zich te doen hooren.
De keer Van der Pauwert, hoewel zich liefst
in deze onthoudende, meende toch de opmer
king te moeten maken, onder waavdeoring
van het door den heer Sprenger gesprokene,
dat de heer De Vos slechts bedoelde een be
leefd verzoek te richten tot die redactie. Hg
wees er echter op dat in genoemd blad reeds
op de wenschelgkheid der voorgestelde regeling
is gewezen, tegelgkertgd met een eventueele
verandering der grensregeling tusschen Mid
delburg en Koudekerke.
De heer Sprenger gaf het bestuur in over
weging op de genoemde 17 personen de aan
dacht der kiezers te vestigen.
Het bestuur nam dit denkbeeld over.
De heer J. de Vob was hiertegen, omdat niet
bekend is, of die heeren vóór of tegen het
ontwerp zjjn.
Het voorstel van den heer Sprenger, over-
Men zie ons nommer van 7 Maart jl.
Red.
Uit het Fransch,
VAN
ALFRED DE MUSSET.
(1837).
Op zekeren dag echter stond Emmeline voor
haren spiegel en schikte de bloemen in haar
kapsel met meer zorg dan gewoonljjk. Dien
dag moest zg op een groot diner en de kame
nier had haar een nieuwe japon aange
trokken, ||die haar niet erg beviel. Er kwam
haar een oud operadeuntje, waarmede men
haar in slaap placht te zingen, voor den geest:
«Zoekt men iemand te behagen,
I» men zelf reeds half verliefd",
De toepassing, die zg bjj die woorden maakte,
braoht haar in een zonderlinge, weeke stem
ming. Zjj bleef den heelen avond droomerig
en voor het eerst vond men haar stil.
9» boer De Marsw» kwam teen uit Straats
genomen door het bestuur, werd alsnu aan
genomen met 7 tegen 3 Btemmen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
RECHTSZAKEN.
Arrondistements-rechtbank te Middelburg.
Kippendieven.
Voor deze rechtbank werd heden behandeld
de zaak tegen lo P. de C., oud 68 jaar, geb. te
Kieldrecht (België), en 2o J. de B., oud 26' jaar,
geb. te Schore, beiden wonende te Hansweert
(Kruiningen), poeliers, gedetineerd alhier, ter
zakedat zg in den nacht van 14 op 15
April jl., omstreeks éen uur, te Schore, te
zamen en in vereeniging, op de hofsteden der
landbouwers Sinke, Nieuwenhuize en Boonman,
zjjnde alle besloten erven, waarop woningen
staan en waarop zg beklaagden zich
bevonden buiten weten van de rechthebben
den, 24 kippen, aan genoemde landbouwers
toebehoorende, met het oogmerk van weder
rechtelijke toeëigening, hebben weggenomen,
en zulks op de hofsteden van Sinke en Boon
man nit een ongesloten kippenhok en op de
hofstede van Nieuwenhuize uit een gesloten
kippenhok, waartoe zg zich den toegang hebben
verschaft door het kippenhok met een valschen
sleutel te openenen vervolgens in dienzelfden
nacht, omstreeks 3 uren, nabjj hunne woning te
Hanaweert, toen zg te dier zake op den open
baren weg door de rjjks-veldwachters Straub,
Butejjn en Raes en den onbezoldigdan rijks
veldwachter Vermeulen op heeterdaad betrapt
en in het bezit van voornoemde kippen werden
aangehouden, zich met geweld tegen die aan
houding hebben verzet, de le beklaagde door
een met 5 scherpe patronen geladen revolver
uit den zak te halen en daarmede te trachten
den rijksveldwachter Straub, die hem had
vastgegrepen, te treffen en daardoor de vlucht
mogeljjk te maken, en de 2de beklaagde door
den onbezoldigden rijksveldwachter Vermeulen,
die hem had aangegrepen, tegen de hand en
den schouder te trappen en daardoor de vlucht
mogelgk te maken.
Aan de beklaagden was de heer mr F. N.
van der Bilt, advocaat te Middelburg, ambts
halve als verdediger toegevoegd.
In de eerste plaats werd lecture gegeven
van verschillende processen-verbaal van rgks-
veldwachters, omtrent het door ben waarge-
nomene en ondervondene in den nacht van 14
op 15 April nabjj de woning van den eersten
beklaagde.
Hierna werd overgegaan tot het verhoor van
de 13 vanwege het openbaar ministerie ge
dagvaarde getuigen.
De eerste, de rgksveldwachter M. J. Straub,
verklaarde in den nacht van 14 op 15 April
met andere rijksveldwachters gesurveilleerd te
hebben met het doel de kippendieven te ont
dekken, die reeds geruimen tjjd den omtrek
onveilig maakten. Er bestond verdenking tegen
beide beklaagden; daarom werd de woning
van P. de C., waar de tweede bekl. J. d. B.
ook veel kwam, in het oog gehouden.
Omstreeks 12 uren zag getuige t wee personen
de woning verlaten, gaande in ds richting,
waar later diefstal bleek gepleegd te zjjn. Zg
hadden ledige zakken bg zich.
Omstreeks 3 uren kwamen zg terug, beiden
twee gevulde zakken dragende, die zg op de
nadering van de rijksveldwachters wegwierpen.
Getuige pakte De C. beet en viel al worste
lende met dezen op den grond. Toen beiden
lagen, zag getuige dat De C. een revolver
getrokken had, die met de tromp op zgn borst
was gericht. Getuige vatte de hand van bekl.
en sommeerde dezen de revolver over te geven.
Deze deed dit niet, waarop de rijksveldwachter,
Butejjn ter hulp kwam en de revolver aan
beklaagde werd ontnomen.
Later beeft De C. aan getuige bekend dat
hg met De B. op diefstal van kippen was
uitgeweest en ook diefstal gepleegd te hebben
hg deelde ook mede bg welke landbouwers
en hoe de diefstal plaats had. De zakken
behoorden aan De O.
Ook De B. heeft een geljjke bekentenis af
gelegd. Getuige heeft op verschillende hof
steden onderzoek gedaan, dat geleid heeft tot
de ontdekking, dat in den bewusten nacht bg
Sinke, Nieuwenhuyze en Boonman kippen ont
vreemd waren.
Verder verklaarde de getuige nog dat de
revolver geladen was met 5 soherpe patronen
en dat hg bg De B. erwten in beslag genomen
had, die vermoedelijk bg J. van Koeveringe
waren ontvreemd, wgl zg volkomen overeen
stemmen met een bg dien landbouwer genomen
monster.
Bekl. De C. erkende, dat hetgeen de veld
wachter had medegedeeld, juist was. Alleen
beweerde hg dat hg de revolver medegenomen
burg, waar hg in garnizoen lag. Eg was een
zeer knap man, met dat fiere en eenigszins
barsche uiterlijk dat gjj aan hem kent. Ik
weet niet of hg op het diner was, waar de
nieuwe japon verscheen, maar hg werd op een
jachtpartij genoodigd bg mevrouw Duval, die
een heel mooi landgoed te Fontainebleau
bezat. Emmeline was ook van de partjj en
op het oogenblik dat men het bosoh inreed
schrikte het paard van het hoorngeschal en
sloeg op hol. Gewend aan de grillen van het
dier, wilde zg het kastgden, nadat het tot
bedaren was gekomen; maar een te harde
slag met de karawats had haar bjjna het
leven gekost. Het schiohtige paard holde het
veld in, tot aan den rand van een diep ravjjn,
waar de heer De Marsan, die afgestegen waB,
het gelukkig tot staan bracht; maar de schok
deed hem vallen en hg brak zgn arm.
Van dien dag af scheen Emmeline geheel
veranderd. Haar vroolgkheid maakte plaats
voor een zonderlinge verstrooidheid.
Mevrouw Duval stierf eenigen tgd daarna
het landgoed werd verkocht en men beweerde
dat Emmeline, in de rue St. Honor geregeld
had om zich tegen honden te verwerven. Hg
had de revolver in de hand om haar weg te
gooien, hg kon dat niet doen, omdat de veld
wachter hem de hand vasthield. Hg had de
bedoeling niet te schieten.
De tweede beklaagde bekende ook den hem
ten laste gelegden bippendiefstalalleen ont
kende bg den veldwachter geschopt te hebben
en zeide hg onschuldig te zgn aan don eersten
diefstal.
De gemeente-veldwachter J. Vermeulen, de
tweede getuige, verklaarde in hoofdzaak het
zelfde als Straub. Bg de worsteling tusschen
deze en De C. was getuige niet tegenwoordig.
De verklaring van den volgenden getuige,
den rjjbs-veldwachter Butejjn, stemde ook met
de eerstvolgende overeen. Hg heeft De C.
herhaaldelijk aangemaand de revolver over te
geven, wat deze niet deed; getuige greep De
O. toen bg de keel, waarop deze eindelgk het
wapen losliet. De revolver was gereed om er
mede te schieten. Getuige waB erbjj tegen
woordig, toen de revolver ontladen werd. Er
zaten kogels op de patronen.
De eerste beklaagde beweerde tegenover
dezen getuige dat hg bg de worsteling gezegd
had »laat me los, ik zal alles overgeven,"
wat de getuige pertinent weersprak. Zoowel
door Straub als door hem is De C. herhaalde
lijk aangemaand zgn wapen los te latenhg
deed dit niet, voordat^ hem bjjna de keel was
toegeknepen.
J. B. Raes, eveneens rijksveldwachter, die
met de anderen op surveillance was, verhaalde
dat hg eenigen tgd vóór dien nacht met den
eersten bekl. sprak over de kippendiefatallen
in den omtrek.
Deze beweerde dat het der politie niet mak-
keljjk vallen zou de daders te pakken te krjjgen,
daar het gevaarijjke bereis waren. Deze en
verschillende andere uitdrukkingen van bekl.
gaven tot verdenking aanleiding, te meer daar
hg zeer veel kippen verkocht en uitvoerde
zonder dat men wist, hoe hg er aan kwam.
Overigens verklaarde getuige in denzelfden
geest als zjjne collega's.
De tweede bekl. verklaarde nog, op een
vraag van den president, dat hg voor zgn
aandeel 25 ets. per kip ontving.
De landbouwer J. Sinke te Schore verklaarde
dat in den nacht van 14 op 15 April bjj hem
10 kippen ontvreemd zgn uit zgn wagenhuis.
Het hok was slechts door een wervel gesloten.
De hem later vertoonde kippen herkende hg
als de zjjne.
J. G. Nieuwenhuyze, eveneens landbouwer
te Schore, verklaarde dat in den meergenoem-
den nacht ook bg hem 8 kippen gestolen zjjn.
De hem later vertoonde kippen heeft hg als
de zjjne herkend.
Het kippenhok was met een slot gesloten en
het bleek dat dit 's morgens nog het geval was.
Den volgenden getuige C. Boonman, eveneens
landbouwer te Schore, waren in genoemden
nacht eveneens 7 kippen ontvreemd, 6 levende
en 1 doode. Zgn kippenhok was ook met een
wervel gesloten.
J. van Schaik, dienstbode bjj den bekl. De C.,
verklaarde dat op Zondag 12 April De C. ziek
was en dat dien dag De. B. bg hem kwam.
Toen werd gesproken over voeding van een
geit, die zjj beiden in eigendom bezaten, en
zeide De B. dat daar geen zorg voor was, want
dat hg bg Van Koeveringe erwten gehaald had.
De bekl. De B. verklaarde dat hg 's Zater
dags van De C. erwten ontvangen heeft voor
de voeding der geit. Hg heeft die medegenomen
en altjjd daarover gezwegen, omdat De C. hem
verzocht had dit te doen.
De dienstbode hield pertinent vol de waar
heid gezegd te hebben. Ook de vrouw van De
B. had haar gezegd dat haar man de erwten
bg V. K. heeft weggehaald.
C. Glerum, landbouwer te Schore, herinnerde
zich dat in den nacht van 11 op 12 Aprilde
honden op zgn hofstede hevig hadden aange
slagen, doch dat bjj geen onraad bemerkt heeft.
J. JooBse, boerenknecht bjj Van Koeveringe,
verklaarde dat bjj 11 April een bal ven zak
erwten in het wagenhuis geborgen had en
dat hem later gebleken is hoe er ongeveer een
20 liter van was gestolen. Hg verklaarde
twee monasters erwten, ter terechtzitting aan
wezig, een genomen uit den zak bg V. K. en
een bg De B., voor erwten van dezelfde soort.
Dit laatste deed ook de getuige Van Koeve
ringe.
De brigadier der rgksveldwacht T. Paauwe
verklaarde eene hem op de griffie ter hand
gestelde patroon geopend en bevonden te
hebben dat die van kruit en kogel was
voorzien en ook van een slaghoedje.
De laatste getuige, R. J. Hoogervorst, ver
klaarde dat de door hem aan Paauwe afge
geven patroon afkomstig was nit" de revolver,
aan De C. atgeaomen.
de jalouzie oplichtte op het uur, waarop een
knappe ruiter te paard naar de Champs Ely-
aéea tring. Hoe het zg, een jaar later deelde
Emmeline aan hare familie haar voornemen
mede, dat door niets aan het wankelen te
brengen was. Ik behoef u niet te zeggen, hoe
men alles in het werk stelde om haar te over
tuigen. Na z6B maanden halsstarrig verzet,
moest men toegeven en haar gravin De Marsan
laten worden.
II.
Zoodra zg getrouwd was, beerde haar vroo
lgkheid terug. Het was een grappig gezicht
om een vrouw na hare bruiloft weer kinderlijk
te zien wordenhet was alsof het leven van
Emmeline gestremd was door hare liefde, en
zoodra die voldaan was, zgn loop hernam als
een beek, die een oogenblik tegengehouden was.
Hare kinderachtige grappen hadden nu niet
meer plaats in het donkere sohoolkamertje,
maar in het hotel Marsan, zoowel als in de
deftigste salons, en gjj begrjjpt welk een uit
werking die daar hadden. De graaf, die heel
ernstig, ja somtijds somber was, misschien een
De eerste beklaagde bekende den bippen
diefstal; het was zgn eerste, beweerde hg.
Hg ontkende echter zich verzet te hebben
tegen de veldwachters en ook geweigerd te
hebben de revolver af te geven.
Ook de tweede beklaagde erkende den dief
stal van kippenook voor hem was het de
eerste maal dat hg zulks deed. Hg erkende
verder de deur van een der hokken met een
valschen sleutel geopend te hebben.
Van den diefstal van erwten verklaarde hg
niets af te weten.
De ambtenaar van het O. M. begon met
erop te wjjzen dat nog kort geleden voor deze
rechtbank een kippendief stal behandeld werd.
welk feit speelde aan den overkant, waar,
meer dan in Zuid-Beveland, kippen ontvreemd
worden.
Toevallig is het dat na de aanhouding van
deze twee personen die diefstallen in dat deel
der provincie geheel zgn opgehouden.
Spreker bracht hulde aan den tact en den
jjver van de politie-beambten voor het betrap
pen van deze personen, waarbg zg, zooals ter
terechtzitting is gebleken, tegen gewapende
dieven van professie moesten optreden.
De officier stelde in het licht dat de dieven,
naast een met scherp geladen revolver,
inbrekerswerktuigen met zich voerden, als
sleutels en dergeljjken.
Spreker wees erop dat hier gepleegd is
diefstal door twee personen, gedurende voor
den nachtrust hestemden tgd, op een besloten
erf, waarop een woning staat, terwjjl de
dieven zich met geweld hebben verzet tegen
hunne aanhouding.
De ambtenaar lichtte die verschillende ten
laste leggingen in den breede toe.
Wat betreft den diefstal van de erwten,
waarvan de tweede beklaagden is beschuldigd,
ook dezen achtte de ambtenaar bewezen uit
het ter terechtzitting geblekene.
De ambtenaar vorderde schuldig verklaring
van beiden beklaagden en veroordeeling
van den eersten tot een gevangenisstraf van
acht jaar en van den tweeden tot een gevan
genisstraf van vjjf jaar, met mindering van den
in voorloopige hechtenis doorgebrachten tgd.
De verdediger, de heer F. N. v. d. Bilt, be
gon met toe te geven dat de politiebeambten
lof verdienen voor hun optreden, maar sprak
tegen dat dit met zooveel gevaar gepaard
ging als de ambtenaar het deed voorkomen.
De revolver is een slecht product, wat der
rechtbank bljjken kan, en zeer moeiljjk te
hanteeren.
Waarde feiten vast staan, is er weinig tegen
aan te voeren. Alleen wil spreker vragen is
hier wel betrapping op heeterdaad aan te
nemen 1 Hg meent van neen.
Pleiter eindigde met zich te refereeren aan
het oordeel der rechtbank.
Na re- en dupliek werden de beklaagden
nogmaals in de gelegenheid gesteld hun zaak
te verdedigen. Beiden verklaarden dat het de
eerste maal was dat zg diefstal pleegden en
vroegen een genadige straf.
Eindelgk voegde de voorzitter, namens de
rechtbank, ook nog eenige woorden van lof
bg die van den officier aan de politiebeambten
voor hun jjver en beleidvol optreden, waardoor
een deel van Zuid-Beveland, vermoedelgk voor
langen tgd, van twee gevaarijjke dieven van
beroep zal zgn bevrjjd.
Daarna werd het onderzoek gesloten en de
uitspraak bepaald op heden over acht dagen.
Poging tot diefstal.
Hierna werd behandeld de zaak tegen L.
van W., oud 24 jaar, landbouwersknecht, ge
boren en wonende te Oost- en West-Souburg,
tor zake
dat hjj op een Zaterdag voormiddag in
October 1895 aldaar in de woonkamer van
k. Joziasse, bg wien hg destgds in dienst was,
het gesloten kabinet van voornoemden Joziasse
heeft geopend met een sleutel, die te voren
tot ontsluiting van dat kabinet had gediend
doch toen door een anderen sleutel was ver
vangen, dewjjl eerstgenoemde sleutel eenige
maanden tevoren was verloren geraakt
dat hjj dat kabinet destgds aldaar heeft
geopend met het oogmerk om daaruit geld of
andere voorwerpen, aan genoemden Joziasse,
althans niet aan hem, beklaagde, toebehoorende,
weg te nemen en zich wederrechterlgb toe te
eigenen, welk voornemen hjj echter niet heeft
kunnen uitvoeren tengevolge van de omstan
digheid dat, toen hg het kabinet geopend had,
onverwachts de dienstbode, Antje Bujjsrogge,
voornoemde woonkamer binnentrad.
De eerste getuige Anna Buysrogge verklaarde
dat zjj op den bewusten Zaterdag gezien had
dat bekl., tjjdens de meester en meesteres naar
de stad waren, het kabinet open had en het
weinig gehinderd door zgn nieuwe waardig
heid, vergezelde vrjj saai zgn jonge vrouw,
die altjjd lachte en zich om niets bekommerde.
Eerst verwonderde men zich, toen praatte
men er over en eindelgk wende men er aan,
zooals aan alles. De naam van den heer De
Marsan als echtgenoot was heel goed, en al
ware hg strenger geweest, hg zou tooh ont
wapend zgn door die goedige vroolgkheid van
Emmeline. Oom Duval had gezorgd bekend
te maken dat het huwelijkscontract zgn nicht,
wat haar vermogen betrof, niet afhankelijk
maakte van haar man, en de wereld verge
noegde zich met die mededeeling.
Men vroeg zich echter toch af, welke buiten
gewone hoedanigheden die rjjke erfgename
verleid konden hebben tot dezen droeven stap.
Menschen, die door het noodlot geteisterd
zgn, begrjjpen niet, hoe men zonder boven
natuurlijke aanleiding twee millioen kan weg
gooien. Zg weten niet dat, alhoewel de meeste
menschen bovenal om rgkdom geven, een jong
meisje somtgds niet weet wat geld is, vooral
wanneer zg rjjk geboren is, en het haar vader
nooit heeft zien verdienen. Dat was nu juist
weder dicht deed met een sleutel, die op de
bureau lag.
Getuige was alleen thuis met de kinderen
en den bekl.
De bekl. erkende het kabinet geopend te
hebben met een sleutel, dien hg gevonden
had, met het doel zich van in het kabinet
liggend goed meester te maken. Bjj werd
daarin echter verhinderd door de komst der
dienatbode. Later voegde hg hieraan nog toe
dat hg toch het geld niet zou genomen heb
ben, want, toen hg het kabinet open had,
begreep hg dat hg zoo iets niet mooht doen,
De tweede getuige, eene zuster van de eerste,
wist dat de bazin den sleutel van het kabinet
verloren had. 's Middags van den dag, waarop
het aan Van W. ten lastejgelegde feit voorviel
is het gebenrde aan tafel besproken, waarbg
de knecht zeide dat hg de deur van het ka.
binet open gevonden had.
De volgende getuige, de vrouw des huizes,
waar het feit voorviel, verklaarde dat op den
bewusten Zaterdag, nadat zjj uit de stad was
teruggekomen, de meid haar had gezegd dat
zg (de bazin) het kabinet 's morgens had open
gelaten. Dit was niet het geval geweeBt; zg
had het meubelstuk goed gesloten. Bjj een
ingesteld onderzoek is getuige gebleken, dat
er geen geld ontvreemd was.
Deze getuigenis werd bevestigd door den
echtgenoot der vrouw.
De gemeenteveldwachter van Souburg ge
tuigde dat bekl. hem heeft verklaard het ka
binet geopend te hebben met het doel om wat
van zgn gading was weg te nemen doch dat
hg daarin verhinderd is door de binnenkomst
der dienstbode.
De laatste getuige, de rijksveldwachter A.
H. de Smidt, getuigde in denzelfden geest.
De ambtenaar van het O. M. achtte het ten
laste gelegde door de bekentenis van den bekl.
en de afgelegde getuigenverklaringen wettig
en overtuigend bewezen. Hg vorderde schul
digverklaring van den bekl. en diens veroor
deeling tot zes maanden gevangenisstraf.
Uitspraak ook in deze zaak a. Vrjj dag.
Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in de
de vorige week Vrijdag behandelde, zaak be
treffende een in ons nommer van 20 Mei mee
gedeeld feit. Dit kwam hierop neer:
Dinsdag 12 Mei werd nabjj de kom der ge
meente Hoofdplaat door notaris Hammacher
voor de heeren Cortvriendt een landbouwver-
kooping gehouden.
Toen een Belgisch koopman den volgenden
dag zgn kalf, dat hjj voor 63 gulden had ge
kocht plus de onkosten, wilde afhalen, bleek
hem, dat een der andere koopers zeer te zjjnen
uadeele had geruild. Hg weigerde dan ook
het achtergelaten kalf te accepteeren.
Een onderzoek bg de verschillende koopers
bleet eerst vruchteloos, doch weldra bleek dat
de politie eenig vermoeden van opzet had.
Zaterdagavond daarop werd door drie politie
mannen het kalf van den Belg in een weide
van den Hoofdplaat polder, in gebruik bg den
landbouwer W. onder Schoondjjke, die twee
hofsteden beheert, in beslag genomen, en door
den wachtmeester der marechaussee ter stal
ling naar lJzendgke gevoerd.
De landbouwer W. had op die verkooping
van de heeren O. zgn veel kleiner kalf, en
goedkooper gekocht, laten staan.
Bg de behandeling dier zaak werden door de
verschillende getuigen er waren er 14 ge
dagvaard verklaringen afgelegd, die de
rechtbank niet de volle overtuiging gaven,
dat door den beklaagde de wegvoering is ge
daan met bet oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening, hetgeen versterking vond in de
verklaring van de getuigen en den deskun
dige d décharge.
De rechtbank sprak mitsdien den beklaag
de vrij.
De ambtenaar van het O. M, had 1 jaar
gevangenisstraf geëischt.
Verder deed de rechtbank uitspraak in de
zaak van J. M,, oud 32 jaar, arbeider te Oo-
Ijjnsplaat, thans alhier in hechtenis, welke
zaak beknopt in onze nommers van 27 Juni
en 1 dezer is medegedeeld. Beklaagde werd
ter zake van meineed veroordeeld tot 1 jaar
gevangenisstraf met mindering van den tgd,
door hem in verzekerde bewaring doorgebracht.
Verder zgn veroordeeld wegens
mishandeling, beschadiging en wederspan-
nigheid: J. V., 29 j., veldarbeider, Cadzand?
tot 45 d. gev. strai
mishandelingA. A. E. V., 16 j., timmer
mansknecht, Terneuzen, A, A. G,, 27 j., voer
man, Eecloo (België), F. S., 22 j,, dekkneebt,
Kruiningen, en A. J. L., 21 j., schoenmaker,
Goes, allen tot f 8 b. s. 8 d. h.; L. d. R., 29
j., landbouwersknecht, en G. v. d. B., 29 j.,
het geval met Emmeline. Zjj had den heer
De Marsan alleen genomen, omdat hg haar
aanstond en omdat zjj noch vader, noch moeder
had om haar te raden aan het verschil van
fortuin had zjj in het geheel niet gedacht'
Mjjnheer De Marsan had haar bekoord door
zgn uiterljjk, zgn mannelijke schoonheid en
kracht. Hg had voor haar de eenige daad
verricht, die het hart van het jonge meisje
kon doen kloppen, en daar een vroolgte
aard vaak gepaard gaat met een romanesken
aanleg, was haar onervaren hart terstond ver
overd. De dolle gravin beminde haren echt
genoot dan ook uitermate; voor baar overtrof
niemand hem in schoonheid en als zg met hem
gearmd liep vond zg niets de moeite waard
om naar om te zien.
Wordt vervolgd.)
Vergaderingent Consevten ent,
Vlliiln«ei.
Zaterdag 4 Juli - Zondag 12 Juli.
Concert Groot Badhuis 7s/« e.