FEUILLÉTOH. EMMELINE. De voorzitter deelde mede dat het bestuur gemeend heeft dat het wel op den weg der vereeuiging lag om den kiezers eene vinger wijzing te geven, teneinde bjj de aanstaande stemming versnippering van Btemmen te voorkomen. Het bestuur kan zeventien personen noemen die, wanneer eg door de kiezers gekoaen wor den, bereid zjjn die opdracht aan te nemen. Ook met het reglement in de hand meent het bestuur tot hetgeen het deed gerechtigd te zjjn. Daarna noemde de voorzitter de volgende zeventien heerenmr F. N. van der Bilt, Ph. Boudewgnse, .1. Fak Brouwer Mz., J. J. Th. Evers, M. Fokker, L. de Fouw, D. Hildernisse, M. W. Hildernisse, P. W. H. de Kan, A. Meeuse, S. van der Mejjden, P. Pouwer Az,, J. W. de Raad, mr F. J, Sprenger, P. Dumon Tak, C. J. J. A. van Tejjlingen en P. A. Verhuist Verder stonden nog op het lgstje de hee ren M. G. BoiUaon, Jhr. Jac. P. Boddaert, M. van Boven, J. A. Fredariks, J. C. Frederiks, J. J. van der Harst Az„ L, G. Kakebeeke, Joh. Lutejjn, L. R. Piasschaert, Herman Snij ders, Henri Tak, W. van Ujje en H. L. Gerth van Wgk. Door den heer Steinz werd hierop voorge steld eerBt uit te maken, of niet vooraf aan de orde moet komen eene bespreking der wenBchelgkheid van grensregeling, al of niet; welk voorstel door den heer J. de Vob werd ondersteund. De heer Joh. L. van der Pauwert verklaarde geen bezwaar te hebben tegen een bespreking» maar vroeg of er iemand ter vergadering aan wezig was, die deze zaak kon inleiden. Per soonlijk had spreker een gevestigde opinie hg meende dat de voorgeatelde regeling in het belang van Middelburg is. Wat de stemming betreft, ook daartegen had spreker geen bedenking; hg geloofde dat dit de keuze zeer zou vergemakkelijken. Al leen betreurde hg het dat ook geen andere namen, bjjv. van katholieken en personen van andere richtingen, op de lgst voorkwamen. Die meening werd door den heer Boasson gedeeld. De vraag of de regeling besproken zou worden werd met 7 tegen 6 stemmen ont kennend beantwoord. Daarna werd gevraagd, of al of niet tot de keuze van 17 eandidatenzoa worden overgegaan. Dit gaf tot eene geanimeerde discussie aan leiding, waarbg door den heer Fred. Boksson als motie van orde werd voorgesteld om, waar de vereeuiging zich niet heeft uitgesproken of zg vóór of tegen de voorgestelde regeling is, geen stemming te doen plaats hebben maar over te gaan tot de orde van den dag. De heer F. G. Sprenger bestreed die motie; bjj was van oordeel dat de vereeuiging den kiezerB een dienst bewijst door hun een vin gerwijzing te geven met het noemen van na men van personen, die zich bereid verklaard hebben om zitting te nemen in de bedoelde commissie. Hierna kwam de motie van den heer Boisson in stemming, waarover de stemmen staakten 6 tegen 6 een lid bleef buiten stemming. Volgens het reglement was dus geen besluit genomen. De heer J. de Vos deed nu het voorstel om het bestuur te verzoeken tich te wenden tot de redactie der Middelburgsche Courant met verzoek deze zaak te bespreken encandidaten aan te bevelen. De beer F. G. Sprenger achtte dit niet noodighg geloofde dat de redactie der Midddburgsche courant meermalen getoond heeft een open oog te hebben voor de belangen van Middelburg en dus niet gevraagd behoefde te worden in deze zich te doen hooren. De keer Van der Pauwert, hoewel zich liefst in deze onthoudende, meende toch de opmer king te moeten maken, onder waavdeoring van het door den heer Sprenger gesprokene, dat de heer De Vos slechts bedoelde een be leefd verzoek te richten tot die redactie. Hg wees er echter op dat in genoemd blad reeds op de wenschelgkheid der voorgestelde regeling is gewezen, tegelgkertgd met een eventueele verandering der grensregeling tusschen Mid delburg en Koudekerke. De heer Sprenger gaf het bestuur in over weging op de genoemde 17 personen de aan dacht der kiezers te vestigen. Het bestuur nam dit denkbeeld over. De heer J. de Vob was hiertegen, omdat niet bekend is, of die heeren vóór of tegen het ontwerp zjjn. Het voorstel van den heer Sprenger, over- Men zie ons nommer van 7 Maart jl. Red. Uit het Fransch, VAN ALFRED DE MUSSET. (1837). Op zekeren dag echter stond Emmeline voor haren spiegel en schikte de bloemen in haar kapsel met meer zorg dan gewoonljjk. Dien dag moest zg op een groot diner en de kame nier had haar een nieuwe japon aange trokken, ||die haar niet erg beviel. Er kwam haar een oud operadeuntje, waarmede men haar in slaap placht te zingen, voor den geest: «Zoekt men iemand te behagen, I» men zelf reeds half verliefd", De toepassing, die zg bjj die woorden maakte, braoht haar in een zonderlinge, weeke stem ming. Zjj bleef den heelen avond droomerig en voor het eerst vond men haar stil. 9» boer De Marsw» kwam teen uit Straats genomen door het bestuur, werd alsnu aan genomen met 7 tegen 3 Btemmen. Hierna werd de vergadering gesloten. RECHTSZAKEN. Arrondistements-rechtbank te Middelburg. Kippendieven. Voor deze rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen lo P. de C., oud 68 jaar, geb. te Kieldrecht (België), en 2o J. de B., oud 26' jaar, geb. te Schore, beiden wonende te Hansweert (Kruiningen), poeliers, gedetineerd alhier, ter zakedat zg in den nacht van 14 op 15 April jl., omstreeks éen uur, te Schore, te zamen en in vereeniging, op de hofsteden der landbouwers Sinke, Nieuwenhuize en Boonman, zjjnde alle besloten erven, waarop woningen staan en waarop zg beklaagden zich bevonden buiten weten van de rechthebben den, 24 kippen, aan genoemde landbouwers toebehoorende, met het oogmerk van weder rechtelijke toeëigening, hebben weggenomen, en zulks op de hofsteden van Sinke en Boon man nit een ongesloten kippenhok en op de hofstede van Nieuwenhuize uit een gesloten kippenhok, waartoe zg zich den toegang hebben verschaft door het kippenhok met een valschen sleutel te openenen vervolgens in dienzelfden nacht, omstreeks 3 uren, nabjj hunne woning te Hanaweert, toen zg te dier zake op den open baren weg door de rjjks-veldwachters Straub, Butejjn en Raes en den onbezoldigdan rijks veldwachter Vermeulen op heeterdaad betrapt en in het bezit van voornoemde kippen werden aangehouden, zich met geweld tegen die aan houding hebben verzet, de le beklaagde door een met 5 scherpe patronen geladen revolver uit den zak te halen en daarmede te trachten den rijksveldwachter Straub, die hem had vastgegrepen, te treffen en daardoor de vlucht mogeljjk te maken, en de 2de beklaagde door den onbezoldigden rijksveldwachter Vermeulen, die hem had aangegrepen, tegen de hand en den schouder te trappen en daardoor de vlucht mogelgk te maken. Aan de beklaagden was de heer mr F. N. van der Bilt, advocaat te Middelburg, ambts halve als verdediger toegevoegd. In de eerste plaats werd lecture gegeven van verschillende processen-verbaal van rgks- veldwachters, omtrent het door ben waarge- nomene en ondervondene in den nacht van 14 op 15 April nabjj de woning van den eersten beklaagde. Hierna werd overgegaan tot het verhoor van de 13 vanwege het openbaar ministerie ge dagvaarde getuigen. De eerste, de rgksveldwachter M. J. Straub, verklaarde in den nacht van 14 op 15 April met andere rijksveldwachters gesurveilleerd te hebben met het doel de kippendieven te ont dekken, die reeds geruimen tjjd den omtrek onveilig maakten. Er bestond verdenking tegen beide beklaagden; daarom werd de woning van P. de C., waar de tweede bekl. J. d. B. ook veel kwam, in het oog gehouden. Omstreeks 12 uren zag getuige t wee personen de woning verlaten, gaande in ds richting, waar later diefstal bleek gepleegd te zjjn. Zg hadden ledige zakken bg zich. Omstreeks 3 uren kwamen zg terug, beiden twee gevulde zakken dragende, die zg op de nadering van de rijksveldwachters wegwierpen. Getuige pakte De C. beet en viel al worste lende met dezen op den grond. Toen beiden lagen, zag getuige dat De C. een revolver getrokken had, die met de tromp op zgn borst was gericht. Getuige vatte de hand van bekl. en sommeerde dezen de revolver over te geven. Deze deed dit niet, waarop de rijksveldwachter, Butejjn ter hulp kwam en de revolver aan beklaagde werd ontnomen. Later beeft De C. aan getuige bekend dat hg met De B. op diefstal van kippen was uitgeweest en ook diefstal gepleegd te hebben hg deelde ook mede bg welke landbouwers en hoe de diefstal plaats had. De zakken behoorden aan De O. Ook De B. heeft een geljjke bekentenis af gelegd. Getuige heeft op verschillende hof steden onderzoek gedaan, dat geleid heeft tot de ontdekking, dat in den bewusten nacht bg Sinke, Nieuwenhuyze en Boonman kippen ont vreemd waren. Verder verklaarde de getuige nog dat de revolver geladen was met 5 soherpe patronen en dat hg bg De B. erwten in beslag genomen had, die vermoedelijk bg J. van Koeveringe waren ontvreemd, wgl zg volkomen overeen stemmen met een bg dien landbouwer genomen monster. Bekl. De C. erkende, dat hetgeen de veld wachter had medegedeeld, juist was. Alleen beweerde hg dat hg de revolver medegenomen burg, waar hg in garnizoen lag. Eg was een zeer knap man, met dat fiere en eenigszins barsche uiterlijk dat gjj aan hem kent. Ik weet niet of hg op het diner was, waar de nieuwe japon verscheen, maar hg werd op een jachtpartij genoodigd bg mevrouw Duval, die een heel mooi landgoed te Fontainebleau bezat. Emmeline was ook van de partjj en op het oogenblik dat men het bosoh inreed schrikte het paard van het hoorngeschal en sloeg op hol. Gewend aan de grillen van het dier, wilde zg het kastgden, nadat het tot bedaren was gekomen; maar een te harde slag met de karawats had haar bjjna het leven gekost. Het schiohtige paard holde het veld in, tot aan den rand van een diep ravjjn, waar de heer De Marsan, die afgestegen waB, het gelukkig tot staan bracht; maar de schok deed hem vallen en hg brak zgn arm. Van dien dag af scheen Emmeline geheel veranderd. Haar vroolgkheid maakte plaats voor een zonderlinge verstrooidheid. Mevrouw Duval stierf eenigen tgd daarna het landgoed werd verkocht en men beweerde dat Emmeline, in de rue St. Honor geregeld had om zich tegen honden te verwerven. Hg had de revolver in de hand om haar weg te gooien, hg kon dat niet doen, omdat de veld wachter hem de hand vasthield. Hg had de bedoeling niet te schieten. De tweede beklaagde bekende ook den hem ten laste gelegden bippendiefstalalleen ont kende bg den veldwachter geschopt te hebben en zeide hg onschuldig te zgn aan don eersten diefstal. De gemeente-veldwachter J. Vermeulen, de tweede getuige, verklaarde in hoofdzaak het zelfde als Straub. Bg de worsteling tusschen deze en De C. was getuige niet tegenwoordig. De verklaring van den volgenden getuige, den rjjbs-veldwachter Butejjn, stemde ook met de eerstvolgende overeen. Hg heeft De C. herhaaldelijk aangemaand de revolver over te geven, wat deze niet deed; getuige greep De O. toen bg de keel, waarop deze eindelgk het wapen losliet. De revolver was gereed om er mede te schieten. Getuige waB erbjj tegen woordig, toen de revolver ontladen werd. Er zaten kogels op de patronen. De eerste beklaagde beweerde tegenover dezen getuige dat hg bg de worsteling gezegd had »laat me los, ik zal alles overgeven," wat de getuige pertinent weersprak. Zoowel door Straub als door hem is De C. herhaalde lijk aangemaand zgn wapen los te latenhg deed dit niet, voordat^ hem bjjna de keel was toegeknepen. J. B. Raes, eveneens rijksveldwachter, die met de anderen op surveillance was, verhaalde dat hg eenigen tgd vóór dien nacht met den eersten bekl. sprak over de kippendiefatallen in den omtrek. Deze beweerde dat het der politie niet mak- keljjk vallen zou de daders te pakken te krjjgen, daar het gevaarijjke bereis waren. Deze en verschillende andere uitdrukkingen van bekl. gaven tot verdenking aanleiding, te meer daar hg zeer veel kippen verkocht en uitvoerde zonder dat men wist, hoe hg er aan kwam. Overigens verklaarde getuige in denzelfden geest als zjjne collega's. De tweede bekl. verklaarde nog, op een vraag van den president, dat hg voor zgn aandeel 25 ets. per kip ontving. De landbouwer J. Sinke te Schore verklaarde dat in den nacht van 14 op 15 April bjj hem 10 kippen ontvreemd zgn uit zgn wagenhuis. Het hok was slechts door een wervel gesloten. De hem later vertoonde kippen herkende hg als de zjjne. J. G. Nieuwenhuyze, eveneens landbouwer te Schore, verklaarde dat in den meergenoem- den nacht ook bg hem 8 kippen gestolen zjjn. De hem later vertoonde kippen heeft hg als de zjjne herkend. Het kippenhok was met een slot gesloten en het bleek dat dit 's morgens nog het geval was. Den volgenden getuige C. Boonman, eveneens landbouwer te Schore, waren in genoemden nacht eveneens 7 kippen ontvreemd, 6 levende en 1 doode. Zgn kippenhok was ook met een wervel gesloten. J. van Schaik, dienstbode bjj den bekl. De C., verklaarde dat op Zondag 12 April De C. ziek was en dat dien dag De. B. bg hem kwam. Toen werd gesproken over voeding van een geit, die zjj beiden in eigendom bezaten, en zeide De B. dat daar geen zorg voor was, want dat hg bg Van Koeveringe erwten gehaald had. De bekl. De B. verklaarde dat hg 's Zater dags van De C. erwten ontvangen heeft voor de voeding der geit. Hg heeft die medegenomen en altjjd daarover gezwegen, omdat De C. hem verzocht had dit te doen. De dienstbode hield pertinent vol de waar heid gezegd te hebben. Ook de vrouw van De B. had haar gezegd dat haar man de erwten bg V. K. heeft weggehaald. C. Glerum, landbouwer te Schore, herinnerde zich dat in den nacht van 11 op 12 Aprilde honden op zgn hofstede hevig hadden aange slagen, doch dat bjj geen onraad bemerkt heeft. J. JooBse, boerenknecht bjj Van Koeveringe, verklaarde dat bjj 11 April een bal ven zak erwten in het wagenhuis geborgen had en dat hem later gebleken is hoe er ongeveer een 20 liter van was gestolen. Hg verklaarde twee monasters erwten, ter terechtzitting aan wezig, een genomen uit den zak bg V. K. en een bg De B., voor erwten van dezelfde soort. Dit laatste deed ook de getuige Van Koeve ringe. De brigadier der rgksveldwacht T. Paauwe verklaarde eene hem op de griffie ter hand gestelde patroon geopend en bevonden te hebben dat die van kruit en kogel was voorzien en ook van een slaghoedje. De laatste getuige, R. J. Hoogervorst, ver klaarde dat de door hem aan Paauwe afge geven patroon afkomstig was nit" de revolver, aan De C. atgeaomen. de jalouzie oplichtte op het uur, waarop een knappe ruiter te paard naar de Champs Ely- aéea tring. Hoe het zg, een jaar later deelde Emmeline aan hare familie haar voornemen mede, dat door niets aan het wankelen te brengen was. Ik behoef u niet te zeggen, hoe men alles in het werk stelde om haar te over tuigen. Na z6B maanden halsstarrig verzet, moest men toegeven en haar gravin De Marsan laten worden. II. Zoodra zg getrouwd was, beerde haar vroo lgkheid terug. Het was een grappig gezicht om een vrouw na hare bruiloft weer kinderlijk te zien wordenhet was alsof het leven van Emmeline gestremd was door hare liefde, en zoodra die voldaan was, zgn loop hernam als een beek, die een oogenblik tegengehouden was. Hare kinderachtige grappen hadden nu niet meer plaats in het donkere sohoolkamertje, maar in het hotel Marsan, zoowel als in de deftigste salons, en gjj begrjjpt welk een uit werking die daar hadden. De graaf, die heel ernstig, ja somtijds somber was, misschien een De eerste beklaagde bekende den bippen diefstal; het was zgn eerste, beweerde hg. Hg ontkende echter zich verzet te hebben tegen de veldwachters en ook geweigerd te hebben de revolver af te geven. Ook de tweede beklaagde erkende den dief stal van kippenook voor hem was het de eerste maal dat hg zulks deed. Hg erkende verder de deur van een der hokken met een valschen sleutel geopend te hebben. Van den diefstal van erwten verklaarde hg niets af te weten. De ambtenaar van het O. M. begon met erop te wjjzen dat nog kort geleden voor deze rechtbank een kippendief stal behandeld werd. welk feit speelde aan den overkant, waar, meer dan in Zuid-Beveland, kippen ontvreemd worden. Toevallig is het dat na de aanhouding van deze twee personen die diefstallen in dat deel der provincie geheel zgn opgehouden. Spreker bracht hulde aan den tact en den jjver van de politie-beambten voor het betrap pen van deze personen, waarbg zg, zooals ter terechtzitting is gebleken, tegen gewapende dieven van professie moesten optreden. De officier stelde in het licht dat de dieven, naast een met scherp geladen revolver, inbrekerswerktuigen met zich voerden, als sleutels en dergeljjken. Spreker wees erop dat hier gepleegd is diefstal door twee personen, gedurende voor den nachtrust hestemden tgd, op een besloten erf, waarop een woning staat, terwjjl de dieven zich met geweld hebben verzet tegen hunne aanhouding. De ambtenaar lichtte die verschillende ten laste leggingen in den breede toe. Wat betreft den diefstal van de erwten, waarvan de tweede beklaagden is beschuldigd, ook dezen achtte de ambtenaar bewezen uit het ter terechtzitting geblekene. De ambtenaar vorderde schuldig verklaring van beiden beklaagden en veroordeeling van den eersten tot een gevangenisstraf van acht jaar en van den tweeden tot een gevan genisstraf van vjjf jaar, met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tgd. De verdediger, de heer F. N. v. d. Bilt, be gon met toe te geven dat de politiebeambten lof verdienen voor hun optreden, maar sprak tegen dat dit met zooveel gevaar gepaard ging als de ambtenaar het deed voorkomen. De revolver is een slecht product, wat der rechtbank bljjken kan, en zeer moeiljjk te hanteeren. Waarde feiten vast staan, is er weinig tegen aan te voeren. Alleen wil spreker vragen is hier wel betrapping op heeterdaad aan te nemen 1 Hg meent van neen. Pleiter eindigde met zich te refereeren aan het oordeel der rechtbank. Na re- en dupliek werden de beklaagden nogmaals in de gelegenheid gesteld hun zaak te verdedigen. Beiden verklaarden dat het de eerste maal was dat zg diefstal pleegden en vroegen een genadige straf. Eindelgk voegde de voorzitter, namens de rechtbank, ook nog eenige woorden van lof bg die van den officier aan de politiebeambten voor hun jjver en beleidvol optreden, waardoor een deel van Zuid-Beveland, vermoedelgk voor langen tgd, van twee gevaarijjke dieven van beroep zal zgn bevrjjd. Daarna werd het onderzoek gesloten en de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. Poging tot diefstal. Hierna werd behandeld de zaak tegen L. van W., oud 24 jaar, landbouwersknecht, ge boren en wonende te Oost- en West-Souburg, tor zake dat hjj op een Zaterdag voormiddag in October 1895 aldaar in de woonkamer van k. Joziasse, bg wien hg destgds in dienst was, het gesloten kabinet van voornoemden Joziasse heeft geopend met een sleutel, die te voren tot ontsluiting van dat kabinet had gediend doch toen door een anderen sleutel was ver vangen, dewjjl eerstgenoemde sleutel eenige maanden tevoren was verloren geraakt dat hjj dat kabinet destgds aldaar heeft geopend met het oogmerk om daaruit geld of andere voorwerpen, aan genoemden Joziasse, althans niet aan hem, beklaagde, toebehoorende, weg te nemen en zich wederrechterlgb toe te eigenen, welk voornemen hjj echter niet heeft kunnen uitvoeren tengevolge van de omstan digheid dat, toen hg het kabinet geopend had, onverwachts de dienstbode, Antje Bujjsrogge, voornoemde woonkamer binnentrad. De eerste getuige Anna Buysrogge verklaarde dat zjj op den bewusten Zaterdag gezien had dat bekl., tjjdens de meester en meesteres naar de stad waren, het kabinet open had en het weinig gehinderd door zgn nieuwe waardig heid, vergezelde vrjj saai zgn jonge vrouw, die altjjd lachte en zich om niets bekommerde. Eerst verwonderde men zich, toen praatte men er over en eindelgk wende men er aan, zooals aan alles. De naam van den heer De Marsan als echtgenoot was heel goed, en al ware hg strenger geweest, hg zou tooh ont wapend zgn door die goedige vroolgkheid van Emmeline. Oom Duval had gezorgd bekend te maken dat het huwelijkscontract zgn nicht, wat haar vermogen betrof, niet afhankelijk maakte van haar man, en de wereld verge noegde zich met die mededeeling. Men vroeg zich echter toch af, welke buiten gewone hoedanigheden die rjjke erfgename verleid konden hebben tot dezen droeven stap. Menschen, die door het noodlot geteisterd zgn, begrjjpen niet, hoe men zonder boven natuurlijke aanleiding twee millioen kan weg gooien. Zg weten niet dat, alhoewel de meeste menschen bovenal om rgkdom geven, een jong meisje somtgds niet weet wat geld is, vooral wanneer zg rjjk geboren is, en het haar vader nooit heeft zien verdienen. Dat was nu juist weder dicht deed met een sleutel, die op de bureau lag. Getuige was alleen thuis met de kinderen en den bekl. De bekl. erkende het kabinet geopend te hebben met een sleutel, dien hg gevonden had, met het doel zich van in het kabinet liggend goed meester te maken. Bjj werd daarin echter verhinderd door de komst der dienatbode. Later voegde hg hieraan nog toe dat hg toch het geld niet zou genomen heb ben, want, toen hg het kabinet open had, begreep hg dat hg zoo iets niet mooht doen, De tweede getuige, eene zuster van de eerste, wist dat de bazin den sleutel van het kabinet verloren had. 's Middags van den dag, waarop het aan Van W. ten lastejgelegde feit voorviel is het gebenrde aan tafel besproken, waarbg de knecht zeide dat hg de deur van het ka. binet open gevonden had. De volgende getuige, de vrouw des huizes, waar het feit voorviel, verklaarde dat op den bewusten Zaterdag, nadat zjj uit de stad was teruggekomen, de meid haar had gezegd dat zg (de bazin) het kabinet 's morgens had open gelaten. Dit was niet het geval geweeBt; zg had het meubelstuk goed gesloten. Bjj een ingesteld onderzoek is getuige gebleken, dat er geen geld ontvreemd was. Deze getuigenis werd bevestigd door den echtgenoot der vrouw. De gemeenteveldwachter van Souburg ge tuigde dat bekl. hem heeft verklaard het ka binet geopend te hebben met het doel om wat van zgn gading was weg te nemen doch dat hg daarin verhinderd is door de binnenkomst der dienstbode. De laatste getuige, de rijksveldwachter A. H. de Smidt, getuigde in denzelfden geest. De ambtenaar van het O. M. achtte het ten laste gelegde door de bekentenis van den bekl. en de afgelegde getuigenverklaringen wettig en overtuigend bewezen. Hg vorderde schul digverklaring van den bekl. en diens veroor deeling tot zes maanden gevangenisstraf. Uitspraak ook in deze zaak a. Vrjj dag. Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in de de vorige week Vrijdag behandelde, zaak be treffende een in ons nommer van 20 Mei mee gedeeld feit. Dit kwam hierop neer: Dinsdag 12 Mei werd nabjj de kom der ge meente Hoofdplaat door notaris Hammacher voor de heeren Cortvriendt een landbouwver- kooping gehouden. Toen een Belgisch koopman den volgenden dag zgn kalf, dat hjj voor 63 gulden had ge kocht plus de onkosten, wilde afhalen, bleek hem, dat een der andere koopers zeer te zjjnen uadeele had geruild. Hg weigerde dan ook het achtergelaten kalf te accepteeren. Een onderzoek bg de verschillende koopers bleet eerst vruchteloos, doch weldra bleek dat de politie eenig vermoeden van opzet had. Zaterdagavond daarop werd door drie politie mannen het kalf van den Belg in een weide van den Hoofdplaat polder, in gebruik bg den landbouwer W. onder Schoondjjke, die twee hofsteden beheert, in beslag genomen, en door den wachtmeester der marechaussee ter stal ling naar lJzendgke gevoerd. De landbouwer W. had op die verkooping van de heeren O. zgn veel kleiner kalf, en goedkooper gekocht, laten staan. Bg de behandeling dier zaak werden door de verschillende getuigen er waren er 14 ge dagvaard verklaringen afgelegd, die de rechtbank niet de volle overtuiging gaven, dat door den beklaagde de wegvoering is ge daan met bet oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, hetgeen versterking vond in de verklaring van de getuigen en den deskun dige d décharge. De rechtbank sprak mitsdien den beklaag de vrij. De ambtenaar van het O. M, had 1 jaar gevangenisstraf geëischt. Verder deed de rechtbank uitspraak in de zaak van J. M,, oud 32 jaar, arbeider te Oo- Ijjnsplaat, thans alhier in hechtenis, welke zaak beknopt in onze nommers van 27 Juni en 1 dezer is medegedeeld. Beklaagde werd ter zake van meineed veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf met mindering van den tgd, door hem in verzekerde bewaring doorgebracht. Verder zgn veroordeeld wegens mishandeling, beschadiging en wederspan- nigheid: J. V., 29 j., veldarbeider, Cadzand? tot 45 d. gev. strai mishandelingA. A. E. V., 16 j., timmer mansknecht, Terneuzen, A, A. G,, 27 j., voer man, Eecloo (België), F. S., 22 j,, dekkneebt, Kruiningen, en A. J. L., 21 j., schoenmaker, Goes, allen tot f 8 b. s. 8 d. h.; L. d. R., 29 j., landbouwersknecht, en G. v. d. B., 29 j., het geval met Emmeline. Zjj had den heer De Marsan alleen genomen, omdat hg haar aanstond en omdat zjj noch vader, noch moeder had om haar te raden aan het verschil van fortuin had zjj in het geheel niet gedacht' Mjjnheer De Marsan had haar bekoord door zgn uiterljjk, zgn mannelijke schoonheid en kracht. Hg had voor haar de eenige daad verricht, die het hart van het jonge meisje kon doen kloppen, en daar een vroolgte aard vaak gepaard gaat met een romanesken aanleg, was haar onervaren hart terstond ver overd. De dolle gravin beminde haren echt genoot dan ook uitermate; voor baar overtrof niemand hem in schoonheid en als zg met hem gearmd liep vond zg niets de moeite waard om naar om te zien. Wordt vervolgd.) Vergaderingent Consevten ent, Vlliiln«ei. Zaterdag 4 Juli - Zondag 12 Juli. Concert Groot Badhuis 7s/« e.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 2