MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 110. 139° Jaargang. 1896 Zaterdag 9 Mei. Middelburg 8 Mei. FEUJLLETOS OP HET WATER. Dese courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. PrQs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p^/2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 8 Mei 8 u. vm. 54 gr., m. 12 n. 60 gr., av. 4 u. 56 gr. F. Verw. N. O. wind. Adver I n n m m I uur aan voor het eerstvolgend des middags vóór éim het bureau bezorgd zjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te TerneuzenM. de Jonge te Rotterdam Nijgh van Ditmar. Alsof er nog geen letter geschreven is over de aanhangige kio*we4 in 't bjjzotder en over kiesrechtuitbreiding in het algemeen, echrjjven sommige bladen nog ellenlange artikelen daarover. Ons dunkt: het onderwerp is vrjj wel uit geput. Of men na den lezers een genoegen doet met zulke beschouwingen, die van zelf her halingen moeten bevatten, betwjjfelen wjj. Maar dat is eene kwestie tusschen die bladen en hunne geabonneerden. Eén geluk is er het komische element ontbreekt ook niet by deze zwaarwichtige besprekingen. Zoo kwam een Amsterdamsch blad aandra gen met een, naar het meende spik-splinter nieuw kenteeken voor den kiezer. En dit bestond hierin dat ieder, die gedurende vgf achtereenvolgende jaren op de kiezerslgst is gebracht, ook in het vervolg kiezer blgft, tenzg hg wegens wanbetaling van belasting of wegens bedeeling daarvan moet worden verwgderd. Dat z.g. nieuwe idee was, naar uitdrufckelgk werd gemeld, gesproten uit het hoofd van iemand, die meer dan een oppervlakkige Btudie van het ontwerp heeft gemaakt. En wat blgkt nu Dat het idee wel wat oudbakken is en een paar jaar geleden reeds door prof. Cort van der Linden in De Gids werd aanbevolen, tevens als een geschikt middel om de werk lieden van meer ervaring en bezadigden leet- tgd onder de kiezers te behouden. Het wordt zeker meer dan tgd dat men over de kwestie maar zwjjge en de Tweede kamer haar oplosse. Naar De Bsb. met leedwezen verneemt, zal de heer Tak van Poortvliet tengevolge van een keelaandoening in de eerste weken aan de kiesrecht-debatten niet kunnen deelnemen. Velen zouden het zeker met ons betreuren, wanneer de oud-miniBter bg de beraadslagin gen over dit belangrgk ontwerp afwezig moest blgven. Naar aanleiding der mededeeling, in ons vorig nommer gedaan, omtrent een feestje, dat men in Groningen kermisgasten bereidde, waarbg door onderscheiden predikanten het woord gevoerd werd om hen te bewegen het kermisberoep vaarwel te zeggen en de genoo- digden bgbels en psalmboekjes ontvingen, maakt de Arnh.\ Crt de volgende juiste op merking In beginsel is deze poging (misschien) zeer toe te juichen, maar, naar onze meening ver liest men geheel uit het oog, dat de kermis kunstenaars niet uit liefde voor hunne kunst acrobaat, liedjeszanger enz. worden, maar daarin hun middel van bestaan vinden. Zjj moeten eten en noch het feestje noch de bgbels en psalmboeken voorzien in die be hoefte. Als de commissie een stap -*• maar, wjj erkennen het, een grooten stap verder ging en die menschen aan een ander Indrnkken van een zomernacht. Uit het Fransch, van GUY DE MAUPASSANT. Ik had verleden zomer een klein huisje gehuurd aan den oever van de Seine, op eenigen afstand van Parjjs, waar ik eiken avond heen ging en tot den volgenden morgen bleef. Na verloop van een paar dagen maakte ik kennis met een mgner buren, een man van dertig h veertig jaar, het zonderlingste type, dat ik ooit ontmoet heb. Hg was een harts tochtelijk roeier, altgd bg het water, of op het water, of in het water. Hg was zeker in een schuit geboren en zal zeker zgn dood op het water vinden. Op zekeren avond toen wg langs de Seine wandelden vroeg ik hem om mg iets van zjjn schippersleven te vertellen en onmiddellgk werd bg een heel ander mensch, vol vuur, vol leven, welsprekend, bgna dichterlgk. Hjj had éen grooten, alles verterenden hartstocht de rivier. >0, wat heb ik een herinneringen aan die rivier, die gg daar zoo kalm ziet stroomen!" riep hg uit. »Gg stadsbewoners, gg weet niet wat een rivier is 1 Maar hoor een visscher dat woord eens uitsprekenYoor hem is het iets geheimzinnigs, iets dieps, iets onbekends, bestaan hielp, dan twgfelen wg niet of zg zouden geen halsbrekende toeren meer doen, geen orgels meer draaien, geen liedjes meer zingen enz. Maar gesteld, dat men dit doel al bereiken kon voor de kermismenschen, op de bijeen komst te Groningen aanwezSg, zouden dV* de vacatures, bierdoor ontstaan, onvervuld blgven Er zal misschien weer een bond of vereeni- ging opgericht moeten worden om in deze richting werkzaam te zgn. Bg kon. besluit: is benoemd tot substituut-griffier bg de arr.- rechtbank te Rotterdam mr D. van Houweninge, thans kantonrechter-plaatsvervanger alsmede advocaat en procureur aldaar; is benoemd tot commissaris van politie te Bergen op Zoom F. H. C. C. van Bunge, thans inspecteur van politie te 's Gravenhage is mr K. M. Phaff, te Dordrecht, met ingang van dien dag, benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Dordrecht; is benoemd tot raad-adviseur bg het dep. van oorlog de referendaris bg dat departe ment H. E. Kleyn, en tot referendaris bg het dep. van oorlog de hoofdcommies, met den persoonlgken titel van referendaris bg meer gemeld departement, mr W. J. Wintgens. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, met 1 September e. k. of vroeger, te vervul len is de betrekking van directrice der rjjks- kweekschool voor onderwgzeressen te Apel doorn. Jaarwedde f 3000, benevens het genot van vrge woning of f 200 schadeloosstelling wegens gemis van dat genot. Zg, die voor benoeming in deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 24 Mei e.k., met overlegging harer akten van bekwaamheid tot het geven van onderwgs, aan te melden bg den schoolopzie ner in het district Arnhem. Do minister van binnen! anêjf-'ihirz&ken, bren gt ter kennis van belanghebbenden, dat de com missie, in 1895/96 belast met het afnemen van de practische examens van apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878 St.blno. 222), zal zitting houden op Vrgdag 15 Mei e.k. en volgende dagen te Amsterdam. De minister van waterstaat, enz. brengt in de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat zg, die voor eene benoeming tot opzichter der 2de kl. voor het stoomwezen, op eene minimum jaarwedde van f 900, in aanmerking wenschen te komen, zich bg gezegeld adres, vóór 1 Juni e. k., schriftelgk moeten aanmel den bg het departement van waterstaat. Voor nadere inlichtingen verwgzen wjj naar de St. Ct. A T J E H. Veel licht is er Donderdag in de T w e e d e kamer, bg de interpellatie, door den heer Van Gennep over Atjeh gehouden,niet ontstoken. Volgens het verslag in het Vad. begon de interpellant met de verklaring dat hjj geen Atjeh-debat wenscbte uit te lokken daartoe zal z. i. de gelegenheid zgn na afloop van het tegenwoordig incident, als de wapenen niet het land der vizioenen en luchthevelingen. waar men 's nachts dingen ziet, die er niet zgn, geluiden hoort, die men niet kent, waar men beeft zonder te weten waarvoor, evenals wanneer men^over een kerkhof gaaten het is inderdaad het akeligste kerkhof dat er bestaat het ia er een zonder graven. Voor den visscher is het land beperkt, maar des nachts wanneer er geen maan is, is de rivier eindeloos. Een zeeman voelt niet het zelfde voor de zee. Die is vaak woest en kwaadaardig, dat is waar, maar zjj brult en raast, zg is eerljjk, die groote zee terwgl de rivier stil en verraderlgk is. Zg bruist niet, zjj stroomt altgd stilletjes voort, en die eeuwig durende beweging van het vlietende water is voor mg veel schrikverwekkender dan de hoogste golven van den Oceaan. Droomers beweren dat de zee in haar schoot onmetelgk blauwachtige landen verbergt, waar de verdronkenen liggen te midden van groote vi8schen, in vreemdsoortige bosschen, in grotten van kristal. De rivier heeft niets dan een zwarten bodem, waar men stikt in de modder, en toch is zjj schoon, wanneer zg schittert in het zonlicht, en zachtjes kabbelt tusschen de bermen, be groeid met wuivend riet; en ik geloof dat de geschiedenissen, door dat murmelende riet ge fluisterd, met die fijne zachte stemmetjes, nog somberder zgn dan de vreeselgke drama's die spreken uit het gebeuk der golven. Maar daar gg naar mgne herinneringen vraagt, zal ik u een zonderling avontuur ver meer aan het woord zgn. Dezen min. of dezen Gouv.-gen. verdenkt bg niet van oorlogzuchtige plannen of van 't zoeken van aanleiding om tot uitersten over te Blaan. De aanleiding tot zgn interpellatie was gelegen in 't woord *waar het hart vol var is, loopt de mond van over." Eg had behodT om inlichtingen te vragen over het bekende incident. De eerste indruk, dien 't bericht van den afval van Toekoe Djohan maakte, was deels een gevoel van verlichting, dat we ontkomen waren aan een verrassing k la Lombok, deels een gevoel van angst voor onze troepen buiten de linie. Gelukkig vernam men, dat er terstond krachtig was opgetreden door versterking van troepen. De ondervinding in Lombok opge daan, de zekerheid wat een krachtig bestuur en bekwame aanvoerders met ons dapper leger in Indië vermogen, hebben de vrees getem perd. Van dadelgk gevaar is geen sprakede militaire beteekenis van den afval schgnt reeds afgewendde politieke baart evenmin zorg. Wellicht is 't het begin van een ver andering ten goede. Onvoorwaardelgk besloten in Groot-Atjeh te blgven, hebben we in 1884 de grens van onze vesting beperkt, in overeenstemming met onze financieele en militaire krachten. Dat wg een werk van langen adem begonnen, was voor zien. Onze vestiging óp Groot-Atjeh was een zaak van overlevering; wg konden, desnoods ten eeuwigen dage, op zien komen spelen. Met geduld en volharding wilden we vroeg of laat Groot-Atjeh overwinnen. Sedert 1893 hebben we dat stelsel zooal niet verlaten, dan toch gewgzigd door uitbreiding van onze posten, deels bezet door Toekoe Djohan. Het doel dier uitbreiding, bescherming onzer linie, is nooit recht duidelgk geweesthet middel was gevaarlgk. Nu wg Toekoe Djohan in de kaart hebben gekeken, weten wg er alles van maar heel gerust is men er nooit op geweest. Groote teleurstelling is dan ook niet door het barsten van de bom gewekt; nu wg weder, als vóór 1893, op eigen krachten moeten Bteunen, zal onzó invloed in Atjeh j gehsol ladië er door toenemen. Maar door 't gebeurde is een illusie verloren. De politiek heeft haar eischen van continuï teit. Het is daarom van belang om de redenen te kennen voor den afval van T. D. Heeft hjj, of hebben wg direct of indirect de continuï teit verbroken? En hoe is 't te onzer kennis gekomen Had T. D. een verraderlgken aan val op Kota-Radja en Oleh-leh beraamd? Spr. vroeg daarom de regeering. Is de regeering in staat en bereid eenige nadere mededeelingen te doen, omtrent den afval van Toekoe Djohan zoo wat betreft: de bewezen of vermoedelgke redenen, die hem tot zgn voornemen hebben geleid; de al of niet verraderlgke plannen, waar mede dat voornemen vergezeld is gegaan de al of niet toevallige wgze, waarop dat voornemen ter kennisse van het bestuur is gebracht De minister van koloniën verklaarde de in terpellatie volkomen verklaarbaar te achten bg de groote belangstelling, die de gebeurte nissen in Atjeh hebben gewekt. De wgze, waarop de interpellant zgn vragen heeft ingericht en toegelicht, is boven eiken tellen, dat ik een jaar of tien geleden hier Ik bewoonde, evenals nu, het huis van moeder Lafond en een van mgn beste vrien den, Louis Bernet, die het varen vaarwel gezegd heeft om een staatsbetrekking te gaan bekleeden, woonde in het dorp C., twee mglen verder de rivier af. "Wjj aten dagelgks samen, nu eens bg mg, dan eens bg hem. Op zekeren avond, toen ik alleen en nog al vermoeid terug kwam, met moeite mgn groote boot voortroeiende, een vaartuig van ongeveer twaalf voet, dat ik 's avonds altgd gebruikte, hield ik even op om adem te scheppen, bg die pant met biezen daarginds, omstreeks twee honderd meter van de spoor wegbrug af. Het was prachtig weer, de maan schitterde op het water, de lucht was zacht en stil. Die stilte verleidde mg om een pgp op te steken en een poos uit te rusten en dus haalde ik mgn anker voor den dag en wierp het uit. De schuit, die met den stroom afdreef, liep nog de heele ketting uit en bleef toen dood stil liggen; ik ging op het achterbankje zitten op mgn scbapenvachtje, zoo gemakkelgk mo gelgk. Men hoorde niets, niets, ik meende een bgna onmerkbaar geklots van het water tegen de kant te vernemen en zag eenige groepen van rietstruiken, die boven de anderen uitstaken en af en toe schenen te bewegen. De rivier wbb volmaakt stil, en ik werd aangedaan door die buitengewone stilte om mg heen. Al de beesten, kikkers en padden, lof verheven. Zgn hulde aan ons dapper Ind. leger heeft aanspraak op 's Min. harteljjken dank. De Rog. is nog maar op zeer bescheiden *chaal in staat nadere mededeelingen te doen; wat zg weet, wil zjj gaarne mededeelen. Het s hed'-n 7 Mei, en 7 April kwam gen. Vetter op Atjeh; Bchriftelgke mededeelingen lïbeft de min. dus nog niet. Maar bg kan wel iets mededeelen, nl. de volledige telegrammen van Kota-Radja naar Batavia gezonden van 7 April af. De min. leest de volledige telegrammen, •ócoessievelgk in hoofdzaak in de Staats courant opgenomen, voor. Er wordt in ge sproken van de voorgewende beweegredenen van T. D., nl. onheusche behandeling door regeerings-ambtenaren er wordt bggevoegd, dat de bevolking en hoofden algemeen onte vreden zgn over T. D. houdingen voorts wor den alle operatiën vermeld. Er is dus over de redenen van T. D. afval niets bekend. De Ind. Reg. vermoedt, dat hg de opdracht, om naar XXII Moekims op te trekken, niet wilde vervullen. Blgkbaar is 't plan plotseling gerjjpt. Had hjj 't kalm overwogen, hg had het kunnen uitvoeren op een tgdstip en een wgze, die voor ons veel grooter rampen had kunnen na zich sleepen. Men moet dus denken aan een terugdeinzen voor een opgelegden plicht, geen kalm overleg. Door twee gevangen spionnen werd de Gouv. van Atjeh van den afval verwittigd, en werd den volgenden morgen door T. D. zelf per brief bevestigd. De door hem opgegeven redenen waren zeer gezocht. Dat hg onder een plotselinge opwelling bad gehandeld, bleek ook uit een nader ontvangen telegram, waar T. D. verzocht weder in genade te worden opgenomen. Hg is een wispelturig en gdel man. De min. voegde hier nog iets bg, hoewel hjj geen politiek debat wilde openen over de Atjeh- actie, die nu in vollen gang is. H9t stelsel van geduld en volharding, in 1884 aangeno men, is—echter niet zoo geheel in 1893 verlatenmen heeft, naarmate de bevolking zelve den toestand moede werd, met behulp van die bevolking de vgandige plaatsen om de linie opgeruimdzoo kwam men tot 't vestigen van eenige posten buiten de linie. Maar het bleek een illusie om op die wgze het doel te bereiken een woord van Toekoe Oemar bleek in staat om de gewaande vrien den tegen ons te doen opstaan. Welke politiek wg nu tegenover Atjeh heb ben te volgen De min. kan daarop nog geen definitief antwoord gevendoch de ge concentreerde Btelling zullen wg, zoolang hjj min. is, niet verlaten. Wg zullen ons er niet meer buiten begeven, aan de jaren overlatende rust en orde te doen wederkeeren. De heer Van Gennep dankte den min. vooral voor de laatste verklaring. Hg trad niet in een Atjeh-debat. Hg dankte den min. voor hetgeen hg gegeven heeft al kende i 't reeds uit de telegrammen. Spr. verzocht den min. om zoodra mogelgk meerdere inlich tingen te geven, zonder nadere aanvraag. En hiermede was de interpellatie afgeloopen. die ons niets wgzer heeft gemaakt. Alleen werd, zegt genoemd Haagsch blad, deze in die nachtelgke zangers van het moeras, zwe gen. Eensklaps kwaakte er aan den rechter kant vlak bg mg een kikvorschik schrikte, en zg zweeg ik hoorde niets meer en ik besloot flink te rooken om mg wat af te leiden. Maar niettegenstaande ik een eerste rooker ben, lukte het niet; na de tweede haal, stond het mg tegen en ik hield op. Ikbegcpn te neuriën, het ge luid van mgn stem hinderde mg; toen strekte ik mg uit op den bodem van de schuit en keek naar de lucht. Eenigen tgd bleef ik stil liggen, maar weldra begon de minste bewe ging van de Bchuit mg te verontrusten. Ik verbeeldde mg dat zg reusachtige schomme lingen maakte van den eenen oever naar den anderen daarop meende ik dat een onzicht bare macht haar zachtjes naar de diepte trok. haar optilde en weer liet vallen. Ik werd geslingerd als in een hevigen storm; ik hoorde geluiden om mg heen, ik sprong over eind; het water schitterde in het maanlicht alles was doodstil. Ik begreep dat mgn zenuwen een weinip geschokt waren en besloot verder te gaan. Ik trok aan de ketting, de boot kwam in bewe ging, maar ik voelde eenigen weerstand, ik trok harder, het anker kwam niet omhoog het was aan iets op den bodem der rivier blgven haken, en ik kon het niet ophalen Ik begon weer te trekken; maar te vergeefs. Met de riemen deed ik da boot draaien en bracht haar stroomopwaarts, teneinde de positie van het anker te veranderen. Dat hielp ook niet. Het zat vast. Ik werd driftig en begon druk gevestigd, dat èa Regeering èn Kamer met groote gerustheid en groot vertrouwen den verderen loop der gebeurtenissen tegemoet zien. Wat gebeurd is, is lang zoo erg niet als 't aauvankelgk scheen, ban misschien tot zegen worden, boe 't ook te betreuren is, dat weder kostbaar bloed moet vloeien. Hr. M*. flottieljevaartuig Sumbawa, aan boord waarvan het in ons vorig nommer ge melde ongeluk plaats had, behoort tot de scheepsmacht in de wateren van Atjeh. Com mandant is de luit. ter zee le kl. W. Fluit. De Sumbawa, is reeds gernimen tgd te At jeh en werd het laatst aan den bewakings dienst onttrokken van 23 November tot 21 De cember '95, om te Penang eenige herstellin gen te ondergaan. Sedert bleef de bodem gere geld in dienst der scheep vaartregeling, o. a. geruimen tgd aan de kast van Pedir. UIT STAD EN PROVINCIE- Naar wg vernemen zal de liberale kies- vereeniging Eendracht maakt macht te Mid delburg Woensdag a. vergaderen tot het stellen en bespreken van voorloopige candi- daten voor de a. verkiezing van een lid der Provinciale staten. Volgens ons gedane mededeeling worden in den laatsten tgd steeds meer en meer plaatsen opgezegd in de kerken der Ned. her vormde gemeente te Middelburg; vooral door hen die de moderne richting zgn toegedaan. In de Donderdag door den raad van I e r- seke gehouden vergadering werd aan de onderwgzeressen Van Helden Tucker en Scheepens op haar verzoek eervol ontslag gegeven, aan de eerste tegen 1 Juli, aan de laatste tegen 1 Aug. Burg. en weth. stelden voor het salaris voor de nieuw te benoemen onderwgzeressen te bepalen op f 500 met 2 verhoogingen ad f 25, telkens na een vol jaar verblgf. Een paar raadsleden wilden, daar mejuffr. Van Dg ke-Kievit te lerseke, die als een uit stekende onderwgzeres bekend staat, mee solli citeert, het salaris onveranderd laten (dus f 550), doch na de opmerking, dat de raad haar, zoo zg benoemd wordt, voor da beide eerste jaren een gratificatie kan toekennen, werd het voorstel van burg. en weth. met 6 tegen 2 Btemmen aangenomen. Doch er werd, tegen hunne bedoeling in, besloten, voor de tweede vacature een nieuwe oproeping te doen. De mededeeling van den voorzitter, dat hjj (als burgemeester) nog geen nachtwacht had benoemd, gaf aanleiding tot een langdurige gedachten wisseling over de vraag, of die be noeming bg den burgemeester dan wel bg den raad berustwelke vraag, daar art. 191 der gemeentewet duidelgk spreekt, hierop neer kwam, of een nachtwacht al dan niet een politie-dienaar is. De voorzitter meende van ja, een paar raadsleden waren van een tegen gesteld gevoelen. Zjj noemden gemeenten, waar de nachtwacht door den raad was be noemd. De voorzitter zou voorlor-pig nog niet be noemen maar eerst inlichtingen inwinnen. aan de ketting te rukken. Het verroerde zich niet. Mismoedig ging ik over mgn toestand zitten nadenken. Het was niet mogelgk dat ik die ketting doorbrak, of haar van de boot losmaakte, want zg was heel sterk en zat aan de voorplecht bevestigd aan een stuk hout, zoo dik als mgn arm maar daar het weer mooi bleef, hoopte ik weldra den een of anderen vis scher te ontmoeten, die mg te hulp kon komen. Mgn ongeval had mg kalmer gemaakt, en ik kon nu met smaak rooken. Ik had een flesch rum bg mg, waarvan ik een paar glazen dronk, en toen begon ik over mgn toestand te lachen» Het was heel warm, zoodat ik desnoods zon der groot gevaar onder den blooten hemel kon overnachten. Eensklaps hoorde ik een tik tegen myn boot. Ik sprong op en het klamme zweet bedekte mg van het hoofd tot de voeten. Het was zeker een stuk hout, dat door den stroom werd meegesleept, maar dat was genoeg geweest om mg weer in een zenuwachtige spanning te brengen. Ik pakte mgn ketting beet en trok als een wanhopige. Het anker zat vast. Ik nam weer uitgeput plaats. Intusschen was de rivier van lieverlede overdekt met een dikken, witten miBt, die heel laag over het water kroop, zoodat ik, als ik opstond, de rivier niet meer zag, noch mgne voeten, noch mgn boot, maar slechts de toppen van de biezen en verder op de vlakte, in het bleeke maanlicht, met groote zwarte vlekken, die tot aan den hemel Bchenen te reiken gevormd door groepen populieren. Ik was tot aan mgn middel als gehuld in een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1