MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 110.
139° Jaargang.
1896
Zaterdag
9 Mei.
Middelburg 8 Mei.
FEUJLLETOS
OP HET WATER.
Dese courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
PrQs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p^/2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer.
Middelburg 8 Mei 8 u. vm. 54 gr., m. 12 n.
60 gr., av. 4 u. 56 gr. F. Verw. N. O. wind.
Adver
I n n m m
I uur aan
voor het eerstvolgend
des middags vóór éim
het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te TerneuzenM. de Jonge te Rotterdam
Nijgh van Ditmar.
Alsof er nog geen letter geschreven is over
de aanhangige kio*we4 in 't bjjzotder en over
kiesrechtuitbreiding in het algemeen, echrjjven
sommige bladen nog ellenlange artikelen
daarover.
Ons dunkt: het onderwerp is vrjj wel uit
geput.
Of men na den lezers een genoegen doet
met zulke beschouwingen, die van zelf her
halingen moeten bevatten, betwjjfelen wjj.
Maar dat is eene kwestie tusschen die
bladen en hunne geabonneerden.
Eén geluk is er het komische element
ontbreekt ook niet by deze zwaarwichtige
besprekingen.
Zoo kwam een Amsterdamsch blad aandra
gen met een, naar het meende spik-splinter
nieuw kenteeken voor den kiezer. En dit
bestond hierin dat ieder, die gedurende vgf
achtereenvolgende jaren op de kiezerslgst is
gebracht, ook in het vervolg kiezer blgft,
tenzg hg wegens wanbetaling van belasting
of wegens bedeeling daarvan moet worden
verwgderd.
Dat z.g. nieuwe idee was, naar uitdrufckelgk
werd gemeld, gesproten uit het hoofd van
iemand, die meer dan een oppervlakkige Btudie
van het ontwerp heeft gemaakt.
En wat blgkt nu
Dat het idee wel wat oudbakken is en een
paar jaar geleden reeds door prof. Cort van
der Linden in De Gids werd aanbevolen,
tevens als een geschikt middel om de werk
lieden van meer ervaring en bezadigden leet-
tgd onder de kiezers te behouden.
Het wordt zeker meer dan tgd dat men
over de kwestie maar zwjjge en de Tweede
kamer haar oplosse.
Naar De Bsb. met leedwezen verneemt,
zal de heer Tak van Poortvliet tengevolge
van een keelaandoening in de eerste weken aan
de kiesrecht-debatten niet kunnen deelnemen.
Velen zouden het zeker met ons betreuren,
wanneer de oud-miniBter bg de beraadslagin
gen over dit belangrgk ontwerp afwezig moest
blgven.
Naar aanleiding der mededeeling, in ons
vorig nommer gedaan, omtrent een feestje,
dat men in Groningen kermisgasten bereidde,
waarbg door onderscheiden predikanten het
woord gevoerd werd om hen te bewegen het
kermisberoep vaarwel te zeggen en de genoo-
digden bgbels en psalmboekjes ontvingen,
maakt de Arnh.\ Crt de volgende juiste op
merking
In beginsel is deze poging (misschien) zeer
toe te juichen, maar, naar onze meening ver
liest men geheel uit het oog, dat de kermis
kunstenaars niet uit liefde voor hunne kunst
acrobaat, liedjeszanger enz. worden, maar
daarin hun middel van bestaan vinden. Zjj
moeten eten en noch het feestje noch de
bgbels en psalmboeken voorzien in die be
hoefte. Als de commissie een stap -*• maar,
wjj erkennen het, een grooten stap verder
ging en die menschen aan een ander
Indrnkken van een zomernacht.
Uit het Fransch,
van
GUY DE MAUPASSANT.
Ik had verleden zomer een klein huisje
gehuurd aan den oever van de Seine, op
eenigen afstand van Parjjs, waar ik eiken
avond heen ging en tot den volgenden morgen
bleef. Na verloop van een paar dagen maakte
ik kennis met een mgner buren, een man van
dertig h veertig jaar, het zonderlingste type,
dat ik ooit ontmoet heb. Hg was een harts
tochtelijk roeier, altgd bg het water, of op
het water, of in het water. Hg was zeker in
een schuit geboren en zal zeker zgn dood op
het water vinden.
Op zekeren avond toen wg langs de Seine
wandelden vroeg ik hem om mg iets van zjjn
schippersleven te vertellen en onmiddellgk
werd bg een heel ander mensch, vol vuur,
vol leven, welsprekend, bgna dichterlgk. Hjj
had éen grooten, alles verterenden hartstocht
de rivier.
>0, wat heb ik een herinneringen aan
die rivier, die gg daar zoo kalm ziet stroomen!"
riep hg uit. »Gg stadsbewoners, gg weet niet
wat een rivier is 1 Maar hoor een visscher
dat woord eens uitsprekenYoor hem is het
iets geheimzinnigs, iets dieps, iets onbekends,
bestaan hielp, dan twgfelen wg niet of zg
zouden geen halsbrekende toeren meer doen,
geen orgels meer draaien, geen liedjes meer
zingen enz.
Maar gesteld, dat men dit doel al bereiken
kon voor de kermismenschen, op de bijeen
komst te Groningen aanwezSg, zouden dV* de
vacatures, bierdoor ontstaan, onvervuld blgven
Er zal misschien weer een bond of vereeni-
ging opgericht moeten worden om in deze
richting werkzaam te zgn.
Bg kon. besluit:
is benoemd tot substituut-griffier bg de arr.-
rechtbank te Rotterdam mr D. van Houweninge,
thans kantonrechter-plaatsvervanger alsmede
advocaat en procureur aldaar;
is benoemd tot commissaris van politie te
Bergen op Zoom F. H. C. C. van Bunge,
thans inspecteur van politie te 's Gravenhage
is mr K. M. Phaff, te Dordrecht, met ingang
van dien dag, benoemd tot schoolopziener in
het arrondissement Dordrecht;
is benoemd tot raad-adviseur bg het dep.
van oorlog de referendaris bg dat departe
ment H. E. Kleyn, en tot referendaris bg het
dep. van oorlog de hoofdcommies, met den
persoonlgken titel van referendaris bg meer
gemeld departement, mr W. J. Wintgens.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
met 1 September e. k. of vroeger, te vervul
len is de betrekking van directrice der rjjks-
kweekschool voor onderwgzeressen te Apel
doorn. Jaarwedde f 3000, benevens het genot
van vrge woning of f 200 schadeloosstelling
wegens gemis van dat genot.
Zg, die voor benoeming in deze betrekking
in aanmerking wenschen te komen, gelieven
zich vóór 24 Mei e.k., met overlegging harer
akten van bekwaamheid tot het geven van
onderwgs, aan te melden bg den schoolopzie
ner in het district Arnhem.
Do minister van binnen! anêjf-'ihirz&ken, bren gt
ter kennis van belanghebbenden, dat de com
missie, in 1895/96 belast met het afnemen van
de practische examens van apotheker, vermeld
in art. 11 der wet van 25 December 1878
St.blno. 222), zal zitting houden op Vrgdag
15 Mei e.k. en volgende dagen te Amsterdam.
De minister van waterstaat, enz. brengt in
de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden,
dat zg, die voor eene benoeming tot opzichter
der 2de kl. voor het stoomwezen, op eene
minimum jaarwedde van f 900, in aanmerking
wenschen te komen, zich bg gezegeld adres,
vóór 1 Juni e. k., schriftelgk moeten aanmel
den bg het departement van waterstaat.
Voor nadere inlichtingen verwgzen wjj naar
de St. Ct.
A T J E H.
Veel licht is er Donderdag in de T w e e d e
kamer, bg de interpellatie, door den heer
Van Gennep over Atjeh gehouden,niet ontstoken.
Volgens het verslag in het Vad. begon de
interpellant met de verklaring dat hjj geen
Atjeh-debat wenscbte uit te lokken daartoe
zal z. i. de gelegenheid zgn na afloop van het
tegenwoordig incident, als de wapenen niet
het land der vizioenen en luchthevelingen.
waar men 's nachts dingen ziet, die er niet
zgn, geluiden hoort, die men niet kent, waar
men beeft zonder te weten waarvoor, evenals
wanneer men^over een kerkhof gaaten het is
inderdaad het akeligste kerkhof dat er bestaat
het ia er een zonder graven.
Voor den visscher is het land beperkt, maar
des nachts wanneer er geen maan is, is de
rivier eindeloos. Een zeeman voelt niet het
zelfde voor de zee. Die is vaak woest en
kwaadaardig, dat is waar, maar zjj brult en
raast, zg is eerljjk, die groote zee terwgl de
rivier stil en verraderlgk is. Zg bruist niet,
zjj stroomt altgd stilletjes voort, en die eeuwig
durende beweging van het vlietende water
is voor mg veel schrikverwekkender dan de
hoogste golven van den Oceaan.
Droomers beweren dat de zee in haar schoot
onmetelgk blauwachtige landen verbergt,
waar de verdronkenen liggen te midden van
groote vi8schen, in vreemdsoortige bosschen, in
grotten van kristal.
De rivier heeft niets dan een zwarten bodem,
waar men stikt in de modder, en toch is zjj
schoon, wanneer zg schittert in het zonlicht,
en zachtjes kabbelt tusschen de bermen, be
groeid met wuivend riet; en ik geloof dat de
geschiedenissen, door dat murmelende riet ge
fluisterd, met die fijne zachte stemmetjes, nog
somberder zgn dan de vreeselgke drama's
die spreken uit het gebeuk der golven.
Maar daar gg naar mgne herinneringen
vraagt, zal ik u een zonderling avontuur ver
meer aan het woord zgn. Dezen min. of dezen
Gouv.-gen. verdenkt bg niet van oorlogzuchtige
plannen of van 't zoeken van aanleiding om
tot uitersten over te Blaan. De aanleiding tot
zgn interpellatie was gelegen in 't woord
*waar het hart vol var is, loopt de mond van
over." Eg had behodT om inlichtingen te
vragen over het bekende incident.
De eerste indruk, dien 't bericht van den
afval van Toekoe Djohan maakte, was deels
een gevoel van verlichting, dat we ontkomen
waren aan een verrassing k la Lombok, deels
een gevoel van angst voor onze troepen buiten
de linie. Gelukkig vernam men, dat er terstond
krachtig was opgetreden door versterking van
troepen. De ondervinding in Lombok opge
daan, de zekerheid wat een krachtig bestuur
en bekwame aanvoerders met ons dapper leger
in Indië vermogen, hebben de vrees getem
perd. Van dadelgk gevaar is geen sprakede
militaire beteekenis van den afval schgnt
reeds afgewendde politieke baart evenmin
zorg. Wellicht is 't het begin van een ver
andering ten goede.
Onvoorwaardelgk besloten in Groot-Atjeh te
blgven, hebben we in 1884 de grens van onze
vesting beperkt, in overeenstemming met onze
financieele en militaire krachten. Dat wg een
werk van langen adem begonnen, was voor
zien. Onze vestiging óp Groot-Atjeh was een
zaak van overlevering; wg konden, desnoods
ten eeuwigen dage, op zien komen spelen. Met
geduld en volharding wilden we vroeg of laat
Groot-Atjeh overwinnen. Sedert 1893 hebben
we dat stelsel zooal niet verlaten, dan toch
gewgzigd door uitbreiding van onze posten,
deels bezet door Toekoe Djohan. Het doel
dier uitbreiding, bescherming onzer linie, is
nooit recht duidelgk geweesthet middel was
gevaarlgk. Nu wg Toekoe Djohan in de kaart
hebben gekeken, weten wg er alles van maar
heel gerust is men er nooit op geweest. Groote
teleurstelling is dan ook niet door het barsten
van de bom gewekt; nu wg weder, als vóór
1893, op eigen krachten moeten Bteunen, zal
onzó invloed in Atjeh j gehsol ladië er door
toenemen.
Maar door 't gebeurde is een illusie verloren.
De politiek heeft haar eischen van continuï
teit. Het is daarom van belang om de redenen
te kennen voor den afval van T. D. Heeft hjj,
of hebben wg direct of indirect de continuï
teit verbroken? En hoe is 't te onzer kennis
gekomen Had T. D. een verraderlgken aan
val op Kota-Radja en Oleh-leh beraamd?
Spr. vroeg daarom de regeering.
Is de regeering in staat en bereid eenige
nadere mededeelingen te doen, omtrent den
afval van Toekoe Djohan zoo wat betreft:
de bewezen of vermoedelgke redenen, die
hem tot zgn voornemen hebben geleid;
de al of niet verraderlgke plannen, waar
mede dat voornemen vergezeld is gegaan
de al of niet toevallige wgze, waarop dat
voornemen ter kennisse van het bestuur is
gebracht
De minister van koloniën verklaarde de in
terpellatie volkomen verklaarbaar te achten
bg de groote belangstelling, die de gebeurte
nissen in Atjeh hebben gewekt.
De wgze, waarop de interpellant zgn vragen
heeft ingericht en toegelicht, is boven eiken
tellen, dat ik een jaar of tien geleden hier
Ik bewoonde, evenals nu, het huis van
moeder Lafond en een van mgn beste vrien
den, Louis Bernet, die het varen vaarwel
gezegd heeft om een staatsbetrekking te gaan
bekleeden, woonde in het dorp C., twee mglen
verder de rivier af. "Wjj aten dagelgks samen,
nu eens bg mg, dan eens bg hem.
Op zekeren avond, toen ik alleen en nog
al vermoeid terug kwam, met moeite mgn
groote boot voortroeiende, een vaartuig van
ongeveer twaalf voet, dat ik 's avonds altgd
gebruikte, hield ik even op om adem te
scheppen, bg die pant met biezen daarginds,
omstreeks twee honderd meter van de spoor
wegbrug af. Het was prachtig weer, de maan
schitterde op het water, de lucht was zacht
en stil. Die stilte verleidde mg om een pgp
op te steken en een poos uit te rusten en
dus haalde ik mgn anker voor den dag en
wierp het uit.
De schuit, die met den stroom afdreef, liep
nog de heele ketting uit en bleef toen dood
stil liggen; ik ging op het achterbankje zitten
op mgn scbapenvachtje, zoo gemakkelgk mo
gelgk. Men hoorde niets, niets, ik meende
een bgna onmerkbaar geklots van het water
tegen de kant te vernemen en zag eenige
groepen van rietstruiken, die boven de anderen
uitstaken en af en toe schenen te bewegen.
De rivier wbb volmaakt stil, en ik werd
aangedaan door die buitengewone stilte om
mg heen. Al de beesten, kikkers en padden,
lof verheven. Zgn hulde aan ons dapper Ind.
leger heeft aanspraak op 's Min. harteljjken
dank.
De Rog. is nog maar op zeer bescheiden
*chaal in staat nadere mededeelingen te doen;
wat zg weet, wil zjj gaarne mededeelen. Het
s hed'-n 7 Mei, en 7 April kwam gen. Vetter
op Atjeh; Bchriftelgke mededeelingen lïbeft
de min. dus nog niet. Maar bg kan wel iets
mededeelen, nl. de volledige telegrammen van
Kota-Radja naar Batavia gezonden van 7
April af.
De min. leest de volledige telegrammen,
•ócoessievelgk in hoofdzaak in de Staats
courant opgenomen, voor. Er wordt in ge
sproken van de voorgewende beweegredenen
van T. D., nl. onheusche behandeling door
regeerings-ambtenaren er wordt bggevoegd,
dat de bevolking en hoofden algemeen onte
vreden zgn over T. D. houdingen voorts wor
den alle operatiën vermeld.
Er is dus over de redenen van T. D. afval
niets bekend. De Ind. Reg. vermoedt, dat hg
de opdracht, om naar XXII Moekims op te
trekken, niet wilde vervullen. Blgkbaar is
't plan plotseling gerjjpt. Had hjj 't kalm
overwogen, hg had het kunnen uitvoeren op
een tgdstip en een wgze, die voor ons veel
grooter rampen had kunnen na zich sleepen.
Men moet dus denken aan een terugdeinzen
voor een opgelegden plicht, geen kalm overleg.
Door twee gevangen spionnen werd de Gouv.
van Atjeh van den afval verwittigd, en
werd den volgenden morgen door T. D. zelf
per brief bevestigd. De door hem opgegeven
redenen waren zeer gezocht.
Dat hg onder een plotselinge opwelling bad
gehandeld, bleek ook uit een nader ontvangen
telegram, waar T. D. verzocht weder in genade
te worden opgenomen. Hg is een wispelturig
en gdel man.
De min. voegde hier nog iets bg, hoewel hjj
geen politiek debat wilde openen over de Atjeh-
actie, die nu in vollen gang is. H9t stelsel
van geduld en volharding, in 1884 aangeno
men, is—echter niet zoo geheel in 1893
verlatenmen heeft, naarmate de bevolking
zelve den toestand moede werd, met behulp
van die bevolking de vgandige plaatsen om
de linie opgeruimdzoo kwam men tot 't
vestigen van eenige posten buiten de linie.
Maar het bleek een illusie om op die wgze
het doel te bereiken een woord van Toekoe
Oemar bleek in staat om de gewaande vrien
den tegen ons te doen opstaan.
Welke politiek wg nu tegenover Atjeh heb
ben te volgen De min. kan daarop nog
geen definitief antwoord gevendoch de ge
concentreerde Btelling zullen wg, zoolang hjj
min. is, niet verlaten. Wg zullen ons er niet
meer buiten begeven, aan de jaren overlatende
rust en orde te doen wederkeeren.
De heer Van Gennep dankte den min. vooral
voor de laatste verklaring. Hg trad niet in
een Atjeh-debat. Hg dankte den min. voor
hetgeen hg gegeven heeft al kende i
't reeds uit de telegrammen. Spr. verzocht
den min. om zoodra mogelgk meerdere inlich
tingen te geven, zonder nadere aanvraag.
En hiermede was de interpellatie afgeloopen.
die ons niets wgzer heeft gemaakt. Alleen
werd, zegt genoemd Haagsch blad, deze in
die nachtelgke zangers van het moeras, zwe
gen. Eensklaps kwaakte er aan den rechter
kant vlak bg mg een kikvorschik schrikte,
en zg zweeg ik hoorde niets meer en ik
besloot flink te rooken om mg wat af te leiden.
Maar niettegenstaande ik een eerste rooker ben,
lukte het niet; na de tweede haal, stond het mg
tegen en ik hield op. Ikbegcpn te neuriën, het ge
luid van mgn stem hinderde mg; toen strekte
ik mg uit op den bodem van de schuit en
keek naar de lucht. Eenigen tgd bleef ik stil
liggen, maar weldra begon de minste bewe
ging van de Bchuit mg te verontrusten. Ik
verbeeldde mg dat zg reusachtige schomme
lingen maakte van den eenen oever naar den
anderen daarop meende ik dat een onzicht
bare macht haar zachtjes naar de diepte trok.
haar optilde en weer liet vallen. Ik werd
geslingerd als in een hevigen storm; ik
hoorde geluiden om mg heen, ik sprong over
eind; het water schitterde in het maanlicht
alles was doodstil.
Ik begreep dat mgn zenuwen een weinip
geschokt waren en besloot verder te gaan. Ik
trok aan de ketting, de boot kwam in bewe
ging, maar ik voelde eenigen weerstand, ik
trok harder, het anker kwam niet omhoog
het was aan iets op den bodem der rivier
blgven haken, en ik kon het niet ophalen
Ik begon weer te trekken; maar te vergeefs.
Met de riemen deed ik da boot draaien en
bracht haar stroomopwaarts, teneinde de positie
van het anker te veranderen. Dat hielp ook
niet. Het zat vast. Ik werd driftig en begon
druk gevestigd, dat èa Regeering èn Kamer
met groote gerustheid en groot vertrouwen
den verderen loop der gebeurtenissen tegemoet
zien. Wat gebeurd is, is lang zoo erg niet
als 't aauvankelgk scheen, ban misschien tot
zegen worden, boe 't ook te betreuren is, dat
weder kostbaar bloed moet vloeien.
Hr. M*. flottieljevaartuig Sumbawa, aan
boord waarvan het in ons vorig nommer ge
melde ongeluk plaats had, behoort tot de
scheepsmacht in de wateren van Atjeh. Com
mandant is de luit. ter zee le kl. W. Fluit.
De Sumbawa, is reeds gernimen tgd te At
jeh en werd het laatst aan den bewakings
dienst onttrokken van 23 November tot 21 De
cember '95, om te Penang eenige herstellin
gen te ondergaan. Sedert bleef de bodem gere
geld in dienst der scheep vaartregeling, o. a.
geruimen tgd aan de kast van Pedir.
UIT STAD EN PROVINCIE-
Naar wg vernemen zal de liberale kies-
vereeniging Eendracht maakt macht te Mid
delburg Woensdag a. vergaderen tot het
stellen en bespreken van voorloopige candi-
daten voor de a. verkiezing van een lid der
Provinciale staten.
Volgens ons gedane mededeeling worden
in den laatsten tgd steeds meer en meer
plaatsen opgezegd in de kerken der Ned. her
vormde gemeente te Middelburg; vooral
door hen die de moderne richting zgn toegedaan.
In de Donderdag door den raad van I e r-
seke gehouden vergadering werd aan de
onderwgzeressen Van Helden Tucker en
Scheepens op haar verzoek eervol ontslag
gegeven, aan de eerste tegen 1 Juli, aan de
laatste tegen 1 Aug.
Burg. en weth. stelden voor het salaris voor
de nieuw te benoemen onderwgzeressen te
bepalen op f 500 met 2 verhoogingen ad f 25,
telkens na een vol jaar verblgf.
Een paar raadsleden wilden, daar mejuffr.
Van Dg ke-Kievit te lerseke, die als een uit
stekende onderwgzeres bekend staat, mee solli
citeert, het salaris onveranderd laten (dus
f 550), doch na de opmerking, dat de raad
haar, zoo zg benoemd wordt, voor da beide
eerste jaren een gratificatie kan toekennen,
werd het voorstel van burg. en weth. met 6
tegen 2 Btemmen aangenomen.
Doch er werd, tegen hunne bedoeling in,
besloten, voor de tweede vacature een nieuwe
oproeping te doen.
De mededeeling van den voorzitter, dat hjj
(als burgemeester) nog geen nachtwacht had
benoemd, gaf aanleiding tot een langdurige
gedachten wisseling over de vraag, of die be
noeming bg den burgemeester dan wel bg
den raad berustwelke vraag, daar art. 191
der gemeentewet duidelgk spreekt, hierop neer
kwam, of een nachtwacht al dan niet een
politie-dienaar is. De voorzitter meende van
ja, een paar raadsleden waren van een tegen
gesteld gevoelen. Zjj noemden gemeenten,
waar de nachtwacht door den raad was be
noemd.
De voorzitter zou voorlor-pig nog niet be
noemen maar eerst inlichtingen inwinnen.
aan de ketting te rukken. Het verroerde zich
niet. Mismoedig ging ik over mgn toestand
zitten nadenken. Het was niet mogelgk dat
ik die ketting doorbrak, of haar van de boot
losmaakte, want zg was heel sterk en zat aan
de voorplecht bevestigd aan een stuk hout, zoo
dik als mgn arm maar daar het weer mooi
bleef, hoopte ik weldra den een of anderen vis
scher te ontmoeten, die mg te hulp kon komen.
Mgn ongeval had mg kalmer gemaakt, en ik
kon nu met smaak rooken. Ik had een flesch
rum bg mg, waarvan ik een paar glazen dronk,
en toen begon ik over mgn toestand te lachen»
Het was heel warm, zoodat ik desnoods zon
der groot gevaar onder den blooten hemel
kon overnachten.
Eensklaps hoorde ik een tik tegen myn boot.
Ik sprong op en het klamme zweet bedekte
mg van het hoofd tot de voeten. Het was
zeker een stuk hout, dat door den stroom werd
meegesleept, maar dat was genoeg geweest
om mg weer in een zenuwachtige spanning te
brengen. Ik pakte mgn ketting beet en trok
als een wanhopige. Het anker zat vast. Ik nam
weer uitgeput plaats. Intusschen was de rivier
van lieverlede overdekt met een dikken, witten
miBt, die heel laag over het water kroop,
zoodat ik, als ik opstond, de rivier niet meer
zag, noch mgne voeten, noch mgn boot, maar
slechts de toppen van de biezen en verder op
de vlakte, in het bleeke maanlicht, met groote
zwarte vlekken, die tot aan den hemel Bchenen
te reiken gevormd door groepen populieren.
Ik was tot aan mgn middel als gehuld in een