Dat mede van elders bljjkt dat het
bjj proces-verbaal gerelateerd zinken van het
tjalkschip het gevolg is geweest van den door
gedaagde krachtens zjjn gezag ab Bohipper
gegeven laat aan zjjne hem als schipper onder
geschikte twee schippersknechts, zulks door
een gat te laten kappen in het schip met ver
schaffing van twee beitels, als middel tot het
plegen van die daad en onder het als gilt aan
een hunner ter hand Btellen van een halve
flesch cognac.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
verklaarde den beklaagde te hebben gedag
vaard ten einde te worden terecht gesteld ter
zake dat hg, na op 11 {Januari 1896, met het
Nederlandsohe talkschip Vrouw Margaretha,
te hnis behoorende te Middelburg, waarop hg
als aohipper fungeerde, onder meer andere
goederen geladen met 160 zakken geraffineerde
suiker, wegende bruto 8096 kilogrammen,
uit Antwerpen te zgn vertrokken, en de eerste
•wacht op de Schelde te zgn gepasseerd, zon-
-der de bjj hem ingeladene goederen te hebben
^ingeklaard, op den 13en Januari daaraanvol
gende met dat schip is aangekomen en lig
plaats heelt genomen aan de Loskade en den
daaropvolgenden dag door het doen zinken
van het vaartuig, de ambtenaren, die aan den
wal, ter bewaking aanwezig waren, op ver
moeden van fraude, heeft verhinderd devoor-
genomene visitatie van het vaartuig met in
hebbende lading te doen plaats hebben, ter
wjjl uit een, door een duiker ingesteld onder
zoek is gebleken, dat onder meer andere goe
deren in het schip waren geladen zakken ge
raffineerde suiker, waarvan door den duiker
elf zakken suiker tot een bruto gewicht van
80 kilogrammen boven water zgn gebracht,
zjjnde die suiker ongedekt door document.
Na lezing van een en ander werd tot het
getuigenverhoor overgegaan.
Eerst werd gehoord J. A. Dauphen, onder
luitenant der douane te Antwerpen. Wjjl deze
de Nederlandsche taal niet machtig is, was
als tolk gedagvaard de heer D. van Oostveen.
De getuige verklaarde dat de bekl. in het
begin van Januari 1896 in het tjalkschip de
Vrouw Margaretha suiker beeft ingeladen, te
samen 8096 kilogram, in zakken van 50 kilo
gram. Na het inladen is het schip met zes
looden verzegeld. Getuige heelt het vaartuig
niet zien vertrekken.
De beklaagde erkende de suiker ingeladen
te hebben in 160 zakken. Hg erkende ook
dat het schip verzegeld was.
Op een vraag van den rjjkBadvokaat ol ge
tuige wist dat de beambte Claeys tot Lillo
was medegevaren op door hem gegeven last,
antwoordde deze bevestigend.
De volgende getuige J. B. Reuvers, brigadier
der douane te Antwerpen, heelt ook de inla-
ding en weging der zakken suiker gezien.
J. Gogge, ambtenaar der douane te Ant
werpen, daarop gehoord, verklaarde de inge
laden suiker ingeschreven te hebben in bet
door hem gehouden wordend register.
A. T. Claejjs, ambtenaar der douane te Lillo,
verklaarde dat hg den 11 Januari met den
beklaagde van Antwerpen tot Lillo is mede
gevaren. Het schip was verzegeld en toen
getuige het schip verliet, waren de looden nog
ongeschonden.
De bekl. verklaarde dat getuige bg het ver
laten van het schip zich niet overtuigd beeft
dat de looden in ongeschonden staat waren,
wat deze echter tegensprak.
De volgende getuige J. Windhorst, kantoor
bediende bg den expediteur J. D. de Raadt
te Hansweert, deelde mede dat de Vrouw
Margaretha den 11 Januari niet te Hansweert
is binnengekomen maar daar is voorbg gevaren.
Het was na den middag en getuige stond op
de sluis.
De beklaagde erkende niet te Hansweert te
hebben ingeklaard. Hg betwgfelde echter ol
getuige hem heelt voorbg zien varen, wgl het
zeer mistig was.
De getuige zeide daarop dat hg niet met
zekerheid kan verklaren dat het schip van
beklaagde is gepasseerd.
B. Dronkers, commies bg de belasting te
water aan boord van het recherche vaartuig
te Hansweert, die in den bewuBten dag ook
op de sluis stond, verklaarde toen K. te hebben
zien voorbg varen in de richting van Vlis-
singen. Hg herkende het schip aan het tuig,
maar kon toch niet onder eede verklaren dat
het de Vrouw Margaretha was.
Corn, den Biaber, ambtenaar bg de belas
tingen te Vlissingen, deelde mede dat hg den
13en den bekl. met zgn schip te Vlissingen
heeft zien binnenkomen. Hjj vroeg toen aan E.
waar hg van daan kwam en Wat hg bad.
Bekl. gal op van Terneuzen te komen en be
schadigde maïs geladen te hebben.
De bekl. gaf dit toe en voegde daarbjj dat
hg zich bereid heeft verklaard het schip open
I te leggen en visitatie te doen bewerkstelligen.
W. Fraterman, eveneens ambtenaar bg de
belastingen te Vlissingen, verklaarde in den
namiddag van 13 Jan. in de sluiB te Vlissingen
aan boord te zgn geweest bg bekl. Deze ver
klaarde aan den commies verificateur van
Terneuzen gekomen te zgn, doch de knecht
Rejjuhout zeide aan getuige van Antwerpen
te zgn gekomen en Bath voorbg gevaren te zgn.
De schipper zeide maïs aan boord te hebben.
Een onderzoek daarnaar is echter niet inge
steld. Getuige heeft niet gezien dat er looden
aan de luiken waren.
De rjjks-advocaat merkte op dat de plom
beering niet van buiten zichtbaar was, daar
ueze in het ruim is aangebracht.
i Getuige heeft bekl. naar documenten ge
vraagd, die K. zeide niet te hebben.
Getuige is met het vaartuig naar Middel
burg gevaren, terwjjl K. bg Souburg het schip
verliet. Toen dit te Middelburg aan den wal
i zgn dadelgk Regnhout en de knecht van
<rd gegaan.
een vraag van den tgksadvokaat deelde
getuige mede dat hg, op last van den verifi
cateur Den Braber, als bewaker met het schip
is medegevaren.
De getuige Den Braber, nogmaals gehoord,
bevestigde dit.
De getuige Cogge, opnieuw voorgeroepen,
gaf eenige inlichtingen omtrent de wjjze,
waarop de schepen verzegeld worden. Het
schip was geheel verzegeld, zoodanig dat geen
luiken konden worden opgelicht.
De bekl. verklaarde dat er twee plaatsen
in het vaartuig on verzegeld waren en dat,
zooals steeds gebruikelijk is, de looden zgn
losgesneden toen het schip Lillo was gepasseerd.
C. de Meg, ook belasting-ambtenaar te Vlis
singen, verklaarde in hoofdzaak in denzelfden
geest als zgn collega Fraterman.
Op eene vraag van den rgks-advocaat gaf
getuige eenige inliohtingen omtrent het plom
beeren van het schip.
J, H. L. Versteeg, ambtenaar bg de belas
tingen te Middelburg, verklaarde in den avond
van 13 Jan. last gegeven te hebben tot sur
veillance over het Bchip de vrouw Margaretha
Dit is geschied, 's Nachts omstreeks drie
uren, toen hg bericht kreeg dat het schip zin
kende was, is hjj naar de LoBkade gegaan en
heeft hg gezien dat het schip zonk. Later
zag hjj dat een duiker zakken mais opgehaald
heeft en ook suiker, die de duiker zeide uit
het schip gehaald te hebben.
M. Drabbe, collega van den vorigen getuige,
ook te Middelburg, verklaarde de Vlissingsche
ambtenaren afgelost te hebben als bewaker
van de vrouw Margaretha. Hg bemerkte om
streeks drie uur dat het schip in zinkenden
staat verkeerde. Regnhout beeft het schip
verlaten om K. te gaan roepen, die echter
niet kwam.
Getuige heeft later gezien dat door een
duiker een elftal zakken suiker uit het gezon
ken schip gehaald werden.
Op een vraag van den verdediger verklaarde
getuige dat het prooesverbaal tegen E. den
1? is aangezegd, toen het schip reeds gezon
ken was.
J. Brandenburg, duiker te Vlissingen, ver
klaarde als duiker den inhoud van de Vrouw
Margaretha onderzocht te hebben. Hjj heeft
daaruit opgehaald baaltjes met suiker. Die
suiker is door hem overgegeven aan den in
specteur der belastingen. De suiker was ge
borgen voornamelijk in de roei.
Behalve suiker heeft getuige ook maïs en
gerst opgehaald.
Daarna werd gehoord C. J. Bostelaar, schip
persknecht te Middelburg, die verklaarde met
de Vrouw Margaretha 10 Jan. van Antwerpen
gekomen te zgn. In het vaartuig was suiker
geladen, die geborgen werd in de roef en
ook in het ruim. Van Antwerpen is het schip
direct naar Middelburg gevaren. Op de hoogte
van Terneuzen zgn de looden van het schip
gedaan.
Nabjj Souburg heeft bekl. het schip verlaten
en is hg met de tram naar Middelburg gegaan.
Tegen getuige heeft E. toen niets gezegd,
maar vroeger, toen de schuit nog te Vlissingen
in de sluis lag, had hjj gezegd dat er een gat
in het schip moest gemaakt worden om het
te doen zinken.
Toen het schip te Middelburg aan den wal
lag zgn getuige en Regnhout naar het huis
van K. gegaan. Getuige is, na eerst thuis te
zgn geweest, weer naar boord gegaan.
Getuige verklaarde dat Regnhout met beitels
van K. is gekomen en ook met een halve
flesch cognac. Om half elf is getuige naar
boord gegaan en heeft met Regnhout tusschen
half elf en twaalf uur een klein vierkant gat
in het schip gebeiteld. Daardoor liep er water
in het schip, dat daarop begon te zinken.
De bekl. verklaarde dat hg in de sluis te
Vlissingen met getuige niet heeft gesproken
over het doen zinken van het schip.
Getuige hield dit echter vol.
De bekl. gaf toe wel den last tot het kappen
van een gat gegeven te hebben maar niet aan
dezen getuige.
De laatste getuige A. Regnhout, schippers
knecht te Middelburg, verklaarde in hoofd
zaak hetzelfde als de vorige getuige.
Hg verklaarde verder dat de bekl. hem den
last gegeven heeft om een gat in het schip
te hakken. Na aankomst van de schuit te
Middelburg heeft getuige van E. beitels ge
kregen om dat gat te maken. Hg had daar
eerst bezwaar tegen, maar vatte wat moed
doordat hg wat cognac kreeg.
Nadat hg met de beitels naar boord was
gegaan, is bg nog eens teruggekeerd, doch
eindeljjk heeft hg de order volbracht.
Bekl. deelde mede aan Regnhout te heb
ben uitgelegd dat wat hg van bem verlangde
uiet strafbaar was, wgl het schip en de lading
aan hem behoorden en onverzekerd waren.
De getuige Brandenburg, nogmaals gehoord,
verklaarde een ter terechtzitting aanwezigen
beitel niet opgehaald te hebben uit het schip,
Bekl. verklaarde dat de beitel wel geleek
op een van die, welke hjj gegeven heeft tot
het hakken van een gatof het dezelfde was
wist hjj niet.
Hg erkende verder het hem ten laste ge
legde in hoofdzaak. Het doen zinken van het
sohip was een daad om tjjd te winnen. Hg
was van oordeel dat men hem zou arresteeren
en wenschte tgd om zich te verwgderen.
De rijksadvocaat, de heer mr W. A. van Hoek,
begon met er op te wjjzen dat bg al het ver
keerde in de handeling van bekl. er toch iets
prijzenswaardigs in ligt dat hg niet aan
anderen schuld op de sohouders heeft gelegd,
maar alles voor zgn eigen rekening neemt.
Daarna stelde de rjjksadvocaat in het lioht
dat vervolgingen als deze niet alleen in het
belang van den fiscus worden ingesteld maar
ook in het belang van den kleinhandel, wjjl
die kleinhandel met zooveel concurrentie te
worstelen heeft.
Er werd geruimen tgd te Vlissingen en
Middelburg geklaagd dat concurrentie met
suiker onmogeljjk was, Daarom ie bet ge
lukkig dat een der bronnen van fraude is
ontdekt.
De rgksadvocaat achtte de feiten, aan bekl.
ten laste gelegd, wettig en overtuigend bewe
zen, zoo door de bekentenis van beklaagde
als door de getuigenverklaringen.
De beklaagde heeft fraude gepleegd, dat is
bewezen; en hg moet ook ten aanzien van het
tweede feit als dader beschouwd worden, wat
spreker door aanhaling van het betrokken
wetsartikel aantoonde.
De rgksadvocaat vorderde duB dat door de
rechtbank zal worden verklaard dat het aan
gehaalde tjalkschip Vrouw Margaretha met
toebehooren, benevens d* elf zakken geraffi
neerde suiker, zgn verbeurd en wgders ver
oordeeling van beklaagde tot een geldboete
van niet minder dan f 0.50 en niet meer dan
f 300, alsmede in de kosten van bekeuring
en die van het gedingboete en kosten ver
haalbaar bg lijfsdwang.
De ambtenaar van het openbaar ministerie,
jhr mr J. F. Schuurbeque Boejje, verklaarde
zich te vereenigen met hetgeen door den
rjjksadvokaat is aangevoerd. Hg achtte de ten
laste gelegde feiten wettig en overtuigend
bewezen en vorderde eene gevangenisstraf van
zes maanden en veroordeeling van beklaagde
ia de kosten van het geding.
De verdediger, do heer mr A. C. A. Jacobse
Bondewjjnse, begon met erop te wjjzen dat
het zjjne bedoeling niet waB met de beide
sprekers in debat te treden over de feiten.
Waar de zaak door beiden van de zwarte
zjjde is bekeken, wenschte hjj alleen een
anderen kant er van in 't licht te stellen,
waaruit kan bljjken dat bekl. niet zulk een
misdadiger is dat de hoogst bedreigde straf
tegen hem moet worden geëischt.
Het delict, waarvan hier de rede is, komt
in Walcheren zeker niet veel voor, maar
daarom zgn de bewoners van dat deel des
rjjks geen heiligen. Op verschillend gebied
zgn er delicten van vrg wat erger aard, bjjv.
het gebeurde in de St. Janstraat en den moord
te Biggekerke.
Men smokkelt hier niet, omdat de gelegen
heid zich daarvoor zelden voordoet en menigeen
de middelen niet bezit om bet te doen of de
kans durft loopen daarbg veel te verliezen.
De zaak heeft in Middelburg veel opzien
gewekt en aan overdrjjving van het gebeurde
is geen gebrek geweest. Misschien wordt
daardoor ook verklaard dat men zich door
dienstjj ver zoover liet medeslepen dat de
maïs en gerBt, die aan beklaagde toebehoor
den, werden verkocht, wat een onrechtmatige
daad was. Ook de pers kondigde de zaak aan
met de bg voeging fraudeleuzen invoer met
verzwarende omstandigheden. Die bezwarende
omstandigheden zgn er echter niet. Bekl.
heeft niet herhaaldelijk zich aan smokkelarg
schuldig gemaakt en andere verzwarende om
standigheden zgn er evenmin.
Zulk een omstandigheid is ook niet de last
tot het doen zinken van het schip. Met de
omstandigheden, waaronder de iuvoer heeft
plaats gehad, houdt dit geen verband.
Een mislukte operatie in witte boonen, die,,
in plaats van in prjjs te dalen, enorm naar
boven gingen, en die beklaagde voor een
lagen prjjs had aangenomen te leveren, was de
oorzaak van zjjne financieele ongelegenheid.
Daarom werd de suiker te baat genomen
als redmiddel.
Spreker wees erop, hoe zjj, die smokkelen
met de belastingen op gemeenteljjk gebied,
zwaarder misdrjjf plegen dan bekl.
Hg toonde aan dat bekl., toen te Vlissingen
de kommiezen aan boord kwamen, zeer geagi
teerd was en vreesde voor het verlies van
zjjne persoonlijke vrjjheid. Dit leidde hem tot
het doen zinken van het schip.
De verhindering der visitatie was slechts
middel om te komen tot behoud der vrjjheid
en pleiter zou zich zeer vergissen, indien daar
mede door de rechtbank geen rekening werd
gehouden.
De beklaagde heeft een openhartige beken
tenis afgelegd en heeft de schuld van het doen
zinken van het schip dadelgk geheel op zich
genomen. Hg heeft het is waar de wet
overtreden maar kwam daartoe door den drang
der omstandigheden. Bekl. zette alles op het
spel en heeft alles verloren.
Pleiter eindigde met eeu beroep te doen op
de clementie der rechtbank.
De ambtenaar van het O. M. zette vervol
gens uiteen dat hg niet de hoogste straf heeft
geëischt, daar die een jaar bedraagt.
Hg vroeg de zware straf, omdat beklaagde
iemand is die zich in goeden doen bevindt,
terwjjl armen zoutsmokkelaars somtjjds 14
dagen of een maand gevangenisstraf wordt
opgelegd.
Spreker weet van het verleden van bekl.
niets af maar wal "weet hg dat anderen van
geljjke conditie jaloersch op hem waren, wgl
hg meer doen kon dan zjj.
De ambtenaar volhardde daarom bg zgn eisoh.
De verdediger wees er nog op dat de wet
slechts een gevangenisstraf' van zeB maanden
als maximum bedreigt.
De ambtenaar concludeerde vervolgens nog
tot toewjjzing van den eisch der administratie
en bg niet betaling der boete tot hoogstens
60 dagen hechtenis,
Hierna werd het onderzoek in deze zaak ge
sloten en de nitspraak bepaald op heden over
acht dagen.
Ter zelfde zitting zgn heden veroordeeld
wegens
diefstalF. B. 18 j., arbeider, Hoedekens-
kerke (Kwadendamme), tot 6 m. gev.straf;
bedelarijB. d. B., 58 j., koopman, Goes,
tot 3 x 12 d. hechtenis, en
mishandelingJ. P., 18 j., botermaker,
's-Heer-Arendskerke, tot f 8 b. s. 8 d. h.
In zake J. S., 26 j., werkman te Domburg)
en J. S., 43 j., werkman te Vlissingen, geap-
pelleerden van vonnissen van het kantonge*
recht te Middelburg, waarbjj zjj, ieder voor
zich, ter zake van overtreding der drankwet
zgn veroordeeld de le tot 2 w. en de 2e tot
3 w. hechtenis, zgn beide vonnissen in hooger
beroep bevestigd.
Allen in de kosten, de twee laatstgenoem
den ook in die van het hooger beroep.
VrijgesprokenJ. R., 16 j., zonder beroep
Kruiningen, beklaagd van oplichting, en J. M.,
55 j., en C. W., 19 j., slagersknechts, Middel
burg, en B. M., 13 j., zonder beroep, 's-Heer
Arendskerke, allen beklaagd van diefstal, en
H. M., 48 j., 'sjouwerman, Vlissingen, geap-
peleerde van een vonnis van het kantonge
recht te Middelburg, waarbjj hg ter zake van
overtreding der drankwet werd veroordeeld
tot 2 w. hechtenis, met vernietiging van het
vonnis a quo.
Verschillende Berichten.
Naar wjj vernemen zullen eerlang Spaar
bankzegels worden ingevoerd, waardoor het
sparen met de gewone frankeerzegels vervallen
en eenige wgziging gebraoht zal worden in
de bestaande formulieren ter opplakking van
die zegels.
Het Vad. meent met zekerheid te weten,
dat ook de Liberale Unie vertegenwoordigd
was op de dezer dagen vermelde vergadering
van de oommissie, die een onderzoek instelde
naar de vermoedeljjke resultaten van de kies
wet Van Houten.
Leerlingen en oud-leerlingen der open
bare Lagere School in de Tullinghstraat te
'sGravenhage voerden Woensdagavond uit de
cantateLeiden's strijd en zegepraalmuziek
van A. Ljjsen, woorden van W. H. Hasselbach.
Daarbg verleenden hnnne medewerking mejuf
frouw Spr. (sopraan) en de heer O. (bariton),
aan wie de solopartjjen waren opgedragen.
Een luid applaus was de dankbare hulde van
alle aanwezigen.
Tot gemeente-secretaris van Utrecht is
door den raad benoemd de heer mr J. Bool,
secretaris van Deventer, met 21 stemmen,
tegen 12 op jhr mr W. Röell en een op mr
J. E. Enklaav.
Voor eenzelfde betrekking te Dordrecht zgn
door burg. en weth. dier gemeente aanbe
volen mr J. H. de Vries, commies, chef ter
prov. griffie van Overjjssel te Zwolle, en mr
A. R. Zimmerman, adjunct-commies le kl. ter
prov. griffie van Zuid-Holland te 's Gravenhage.
De 2e-luit.-kwartm. J. M. S. flogerland, van
het 3e reg. inf. te Bergen op Zoom, wordt gede
tacheerd bg het kol. werfdepot te Harderwgk.
De heer en mevrouw Oliphant-Schoch,
leiders van het Leger des Heïls in Nederland,
gaan naar Zweden.
Te Amsterdam is in den Frascati-schouw-
burg een revue Maandaghouders meer dan
honderd maal opgevoerd en gedurende die 100
voorstellingen bezocht door 56,732 personen.
Een sprekend cjjfer! zegt men. Zeker voor
den wansmaak van het publiek. En als nu
zulk een stuk voor de honderdste maal wordt
gegeven, schrjjven de heeren critici daarover
kolommen, terwjjl zjj e6n degeljjk stuk met
een loupe beschouwen en zooveel mogeljjk
afbreken.
Door den gemeente-ontvanger van Oost-
stellingerwerf is de door hem gepleegde ver
duistering en vervalsching bekend.
Maandag zou mr P. J. Troelstra voor de
afdeeling Haarlem van den Soc.-Bond als spre
ker optreden, doch wie er kwam, hjj niet.
De een of andere flauwe grappenmaker had
den spreker namens bet bestuur afgetelegra-
feerd.
Het is gebleken, dat het 5-jarige meisje,
dat Woensdag avond in beschonken toestand
op de Hoogstraat te Rotterdam werd aange
troffen, geproefd had uit eene flesch met bes
senjenever, aanwezig in het bierhuis van hare
moeder. Op straat gekomen, was zjj door den
drank bevangen. Te 's-Gravenhage is een
tienjarig knaapje door de tram zoodanig over
reden dat het linkerbeen werd verbrjjzeld en
wel afgezet zal moeten worden. Eigen onvoor
zichtigheid is oorzaak van het ongeval.
Te Deurne ontstond Woensdag brand in
een hoeve. Door gebrek aan blnschmiddelen
werd het hnis met den geheelen inboedel,
werden ook 6 Btuks hoornvee, 4 varkens, 1
paard en 1 schaap een prooi der vlammen.
Zob stuks vee konden nog gered worden. Yan
een jongen, die ook het paard in veiligheid
trachtte te brengen, verbrandde daarbg een oor.
HuiB en inboedel waren verzekerd voor f4000.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Niet minder dan drie branden woedden den
zelfden dag te Oud- en Nieuw Gastel. De
eerste ontstond in een schuur. Aan blusschen
viel niet te denken en weldra sloegen de
vlammen over op twee belendende huizen, die
geheel in asch werden gelegd. Het vee van
een der bewonerB is mede verbrand, 'b Avonds
werd opnieuw de noodklok geluid; een hnis
op Oudendjjk stond in lichtelaaie en brandde
tot den grond af. Door het instorten van het
rieten dak kon van den inboedel niets gered
worden. Alles was laag verzekerd.
Terwjjl te Kedichem eenige kinderen
zich met boog en pjjl vermaakten, had een
hunner het ongeluk zgn 8-jarig kameraadje
met een pjjl in het oog te treffen, tengevolge
waarvan de knaap het oog moet missen.
Dezer dagen had te Hoogezand een zeer
eigenaardig voorval plaats. Ongeveer te twee
nur in den nacht hoorde men een zwaren
knal, zoodat enkelen aan een ontploffing, ande
ren aan onweer dachten. Meer dan dieneenen
slag hoorde men niet. En toch bleek de blik»
sem ingeslagen te zgn, en wel in de behuizing
van een kruidenier te Martenshoek, en van
daar te zgn overgeslagen op het huis van zgn
buurman, een barbier, zonder daar evenwel veel
onheil aan te richten. In eerstgenoemde wo
ning werd zonderling huis gehouden. Overal
is de bliksem geweest, in den Kelder, op zol
der, in de schoorsteenen, in alle kamers, en
op wel 10 plaatsen heelt hjj zgn sporen ach*
tergelaten. Hier is een deur beschadigd, eldem
een plank weggeslagen, ginds het behangsel
vernield enz. De beide schoorsteenen werden
zuiver schoongemaakt. En dit alles, zonder
een der bewoners letsel te doen. Alleen een
sterke zwavellucht verraadde de aanwezigheid
der electri8che vonk.
De moord op den jongen Hoogsteden.
Van welingelichte zjjdo verneemt het Rott.
Nbld., dat de aanwjjzingen, welke de instruc
tie in de zaak-Van Berkel tot heden heeft
opgeleverd, van dien aard zgn, dat althans
Van Berkel's verwjjzing naar de openbare te
rechtzitting kan worden verwaoht. Tevergeefs
heeft Van Berkel getracht, ten aanzien van
Zaterdagavond 18 November, toen het ljjkje
van den vermoorden scholier naar het terrein
aan den Schoonenbergerweg moet zgn over
gebracht, een alibi te bewjjzen. Van Berkel
beweert, dat hg, na in den bewuaten avond
omstreeks halftien, het café van Renken aan
de Schoutenstraat 149 te hebben verlaten, met
een zjjner kennissen,een sigarenmaker,een eindje
rondgeloopen heeft en daarna alleen naar huis
teruggekeerd is. Hoe het zjj, het doen en laten
van den verdachte op den avond van den
18den November is nog steeds een omsluierd
geheim. Hier en daar echter breken eenige
lichtpunten door, die de periodieke verlenging
der preventieve hechtenis voldoende motiveeren.
Zoo is o. a. voor den rechtercommissaris door
een juffrouw, wonende aan den Verlengden
Binnenweg, nabjj het terrein, waar het ljjkje
gevonden werd, verklaard, dat zjj in den nacht
van Zaterdag 18 November omstreeks halfeen,
ter wgl zjj haar hond uitliet, op den Ver
lengden Binnenweg een man heeft ontmoet,
die in gestalte geheel overeenkomt met den
haar vertoonden verdachte. Pertinent durft
zjj echter niet verklaren, dat het Van Berkel
geweest is, omdat zjj den man niet nauw
keurig genoeg heeft opgenomen.
Het comité tot voorbereiding van het
Ledegancksfeest te Eecloo heeft besloten het
model voor het standbeeld, aangeboden door
den beeldhouwer Lagae, aan te nemen. Het
model zal ten toon gesteld worden.
Te Luik is een ernstige zaak van engeltjes-
makerjj aan het licht gekomen. Een dertigtal
vrouwen, waaronder vele getrouwden, zgn er
in betrokken.
Te Molenbeek, Brussel, heeft een werk
man van eene verre bloedverwante 14 millioen
frs. geërfd. Hg moet 1 millioen aan succes
sierechten aan den staat uitbetalen maar hjj
heeft dit gaarne voor het buitenkansje over.
In ieder geval toch rest hem nog een appeltje
voor den dorst 1
Woensdag is eindeljjk het Ijjk van Du-
quenne gevonden, den derden arbeider die bjj
de instorting der waterleidingBwerken aan het
Bois de la Cambre te Brussel werd bedolven.
Bg zgn komst te Parjjs werd Jaap Eden
door de Fransche bladen met hunne overdrjj
ving toegejuicht, in de verwachting van de
overwinningen welke hg behalen zou. Nu die
verwachting niet iB vervuld, wordt zgn neder
laag op de onaangenaamste wjjze besproken.
Een sportblad zegt van hem de groote teleur
stelling van den dag was de gemakkeljjk ver
kregen nederlaag van Jaap Eden, dien men ons
had voorgesteld als een foudre de guerre. De
oorlog bleek gisteren een geduoht pak Blaag,
dat de uitnemende Jacquelin hem heeft toege-
diend met een treffende gemakkelijkheid.
Piëtte zelf heeft zich de weelde veroorloofd
alB in het voorbijgaan {d Vemballage) dien
vorst te overwinnen, die gevallen is vóór hjj
regeerde.
Een ander berichtgever zegthoogstwaar
schijnlijk neemt Eden Zondag revanche.
Zoowel de Figaro als de Gil Bias zeggen,
dat Jaap Eden niet de derde, maar de tweede
aangekomene was.
Te Roubaix is Maandagochtend vroeg een
groote wolkaarderjj door brand vernield. De
schade wordt op ongeveer 4 millioen frs. ge
raamd.
De vroedvrouw Dyer, te Londen in heoh-
tenis als verdacht van den moord op de bg
Reading gevonden kinderljjkj es, heeft gepoogd
zelfmoord te plegen, door zich met de veters
van haar schoenen te worgen. Men belette
haar dit.
Merkwaardig is, dat zjj de veters juist op
dezelfde wjjze om haar hals gebonden had
als de banden om de halsjes der opgevischte
kinderen I
Het ia gebleken, dat zjj al eena voor jaren
zelfmoord trachtte te plegen en ook een tjjd-
lang verpleegd werd in een gesticht voor
zenuwlijders.
Vrouw Dyer heeft nog niet bekend, maar de
tegen haar gerezen verdenkingen schjjnen
maar al te gegrond.
Het staat natneljjk vast, dat zjj advertenties
heeft geplaatst, aanbiedende kinderen op
te voeden, en dat geen dezer kinderen thans
meer bjj haar is; ook kan zjj niet zeggen,
wat er van hen is geworden.
De verdachte deed de moeders contracten
teekenen, waarbjj dezen verklaarden afstand
te doen van haar kinderen en er nimmer
meer naar te zullen vragen. Men vond acht
van deze contracten bjj de gevangenewie
weet hoeveel zjj er echter vernietigd heeft
Haar schoonzoon, die eveneens in hechtenis
verkeert, George Palmer, woonde met vrouw
Dyer samen in een klein huisje, waar men
boven de deur een Christusbeeld had doen
schilderen met de, in dit geval gruwelgke»
woorden >Laat de kinderkens tot mg komen.
De Wurtembergsche regeering heeft op
de internationale kunsttentoonstelling te Stutt
gart voor de Staatsgalerjj aldaar aangekocht
een schilderjj van Willem MariB en een van
Ter Menlen.
De Parjjsche Académie de Médecine heeft
den Prix St Paul gelgk verdeeld tusschen dr
Roux en professor Behring voor de ontdekking
van bet serum tegen diphtheritis,