MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 85. 139° Jaargang. 1896 Vrijda; 10 April. FEUILLETON. De Hermitagekade. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feeatd&ge». Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Vharmometer. Middelburg 9 April 8 u. vm. 52 gr., m. 12 u. 56 gr., av. 4 u. 55 gr. F. Verw. verand. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éi» uur aan het bureau bezorgd zjjs. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- döod- en alle andere familieberichten e« Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel." Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. C. Boluit, firma wed. A. C. de Jonge, Middelburg 9 April. ATJEH. Voigens een heden door bet N. v. d. D. uitgegeven bulletin is kolonel J. W. Stemfoort met het militair, de heer Yan Langen met het civiel beheer belast. Met Biloel en Lamboenjit, posten ten zuiden der linie, is de gemeenschap herBteld. Volgens een later bulletin van hetzelfde blad ondervond de colonne daarbjj heftige» tegenstand. Kapitein Geluk werd gedood, ïerwjjl de eerste-luitenant-adjudant Hoekstein en de eerste-luitenant Ten Seldam gewond werden. Voorts zgn 25 minderen gedood of gewond. Generaal Vetter heeft bjj een val van zgnpaardhetsleutelbeen gebroken; hg blgft echter in At- j eli. Dit bericht wordt door het volgende o ff i- c i e e 1 e regeeringstelegram bevestigd «Gisteren Biloel en Lamboenjit afgelost; veel tegenstandeen officier gesneuveld, twee officieren gewond; ongeveer 25 mindere mili tairen gesneuveld en gewond. Generaal Vetter met paard gevallen. Sleutel been gebroken belet alleen paar d- r jj d e n". Men zie verder Laatste berichten Dat, zooals in ons vorig nommer is gemeld, generaal Deykerhoff van zgn positie als civiel en militair gouverneur werd ontheven, is wel het duidelijkste bewjjs, dat met de tot dusver gevolgde politiek ten eenen male is gebroken, nu het zwaard eenmaal "it de schede is. Generaal Deykerhoff werd op 12 Januari 1892, als kolonel, benoemd tot gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden. Ruim vier jaar heeft hg aan het hoofd van dat gewest ge staan, terwgl hg een jaar na zgn benoeming tot generaal-majoor werd bevorderd. Zgn gezondheidstoestand schjjnt ook in den laatsten tjjd veel te wenschen overgelaten te hebben en deed zgn verzoek om ontslag ver wachten. Natuurlijk heeft de komst van generaal Vetter, den man uit de school vat generaal Van der- Hegden, meegewerkt om het vragen van ontslag te verhaasten. Er zal nu een andere taktiek gevolgd worden dan de door hem in toepassing ge brachte. De Zutph. Crt. wjjst erop dat het aan generaal Deykerhoff verleende ontslag nog niet behoeft in zich te sluiten eene afkeuring van diens beleid. Het is toch overbekend dat de zwaar lijvigheid van dien opper-officier hem, tjjdens het bezoek van generaal Vetter, reeds belette den legercommandant op eenigszins verwij derde tochten te vergezellen en kan wel al leen het genoemde gebrek oorzaak zgn, dat. nu actief moet worden opgetreden, zjjne ver vanging onvermijdelijk wordt geoordeeld. De beer Van Langen is sinds 26 Aug. 1892 resident voor de Atjehsche zaken en in het bijzonder voor de uitvoeri ng der Bcheepvaart- regeling. Hjj is uitnemend bekend met alles wat Atjeh betreft en maakte zich reeds ver dienstelijk door studiën van de taal der Atjehers. De VI Moekims, waar zich, zooals meermalen gemeld is, Toekoe Oemar versterkt heeft opge steld, liggen ten westen van ons terrein. De posten va.o onze stelling, daartegenover gele gen, zgn kota Pagani, iSubang, Lamtih, Lam Djamoe en Belang. slemand die Atjeh goed bent" schrjjft aan de Eaagsche Ct. over 't geen had kunnen gebeuren o. a. hgt volgende «Toekoe Oemar, die onze zwakke zjjde door en door had leeren kennen, onze krachten kon schatten, «frère et compagnon" was met ons en onze vganden de djabatszjjne landgenooten hoe gemakkei jjk had hg ge bruik kunnen maken van zjjne kennis van 't terrein en van bet onbeperkte vertrouwen, door sommigen hem geschonken, om de onzen op een onbewaakt oogenblib tusschen zgn vuur en dat van de «kwaadwilligen" të bren gen. Hg had onze bevelhebbers op een dwaal spoor kannen voeren, hen kunnen overtuigen dat er een goede slag te slaan washad hg dat goed overlegd, dan zouden, evenals zoo vaak, onze bataljons met zjjne troepen broe- derljjk zgn uitgerukt; na een scbjjngevecht had de witte vlag vertoond kunnen worden; onze dapperen zouden, verheugd over den goeden uitslag, wat zorgeloos zgn geweest en op dit oogenblik had de slachting kunnen aanvangen, en geplaatst tusschen een aanval van verschillende kanten, vuur van voren en klewangs van achter, zouden er van onze mannekes niet veel zgn ontkomen. «En daarna had Oemar den vluchtenden den terugtocht naar Kota-Radja belet en elke ver binding der posten afgesneden, en met de hoogste officieren als gevangenen naar de van troepen ontbloote Kraton (men denke aan 4 April '87 en 2 October 88) zgn getrokken om daar den moord voort te zetten, alleen de vrouwen en kinderen sparende, om later als sjjzelaars te gebruiken, ais nieuwe troepen zouden aanrukken." Gelukkig is zulk een onheil niet gebeurd. Toekoe Oemar toonde zich" zooals dezelfde opmerker zegt, »van zyn standpunt een ezel daar gaat niets van af". Aan welwillendheid tegenover de onzen is die raadselachtige houding zeker niet toe te 'chrjjven. Vermoedeljjk achtte Toekoe Oemar de macht, waarover hg beschikken kon, niet sterk genoeg. Daarmede staat wellicht ook verband, wat Zaterdag door den minister koloniën werd bekend gemaakt, nl. dat Oemar den pretendent Sultan Daoed had zocht naar Groot-Atjeh te komen, natuurlijk met een groot aantal gewapenden. Hg wacht waarschgnljjk op die versterkingen, maar waarom dan het masker te vroeg afgeworpen en ons intusschen de gelegenheid gelaten versterkingen aan te voeren vraagt de Arnh. Crt. grond kan opleveren tot een strafrechterlijke vervolging krachtens de artt. 282 en 283 van het strafwetboek. Dit in de herinnering te brengen van hen, wie het aangaat, is het doel eener opmerking in het Vaden tevens om bjjzonderr aandacht^ iden minister van justitie te vestigen op deze, tot wetsovertre ding aanleiding gevende verzoeken, daar de plaatsing er van in het Politieblad moet doen veronderstellen, dat die terugbrenging een volkomen geoorloofde handeling is. Zooals onze lezers zich wellicht herinneren, werd nog onlangs in ons blad op die ongeoor loofde manier van handelen gewezen. Uit het Engelsch. van Toen ik een bind was, was mgn vader scheepsmakelaar en bewoonde een veel schil derachtiger huis dan de lieve dorpspastorie, waarin ik dit thans zit te schrjjven. Ons huis was een van de vgf of zes die een klein ter- raB vormden met het uitzicht op de geplaveide kade. Er groeiden boomen voor de huizen en uit de vensters keken mgn zuster en ik naar de schepen, die de rivier atvoeren, en de ouder- wetsche schuiten en vlotten. Geen geraas van wielen verbrak ooit de stilte om ons heen Wg waren door een ophaalbrug gescheiden van den weg. Somtjjds kwamen de wagens met koopmansgoederen voor de schuiten, die aan de kade lagen, maar die hoorden wg te nauwernood rgden. De kade was onze wandeling en wg waren daar veel veiliger en eenzamer dan ik mg ooit op eenige badplaats, die ik later bezocht, ge voeld heb. Rondom ons was al de drukte en het lawaai van de dokken, maarwjj bevonden ons op een eiland van kalmte en rust. Doch niet altjjd 1 In den laatsten tjjd komen meermalen in het Algemeen Politieblad verzoeken van burge- Bters voor, om weggeloopen gehuwde vrouwen naar haar woonplaats terug te brengen. Het laatst geschiedde dit in het Politieblad van 26 Maart jl., door den burgemeester van Heteren. Die terugbrenging steunt niet op de wet, is een daad van willekeur en feiteljjk iet anders dan een vrjjheidsberooving, die Wat kon de wind over die breede rivier gie ren Ik heb het huis voelen dreunen en de boomen kraken en zwiepen in den wind, als ik nooit andere boomen heb hooren doen. En wat was het heerlgk om 's avonds uit te kg ken en de schepen te zien opdoemen uit de duisternis en de lichtjes te zien flikkeren op rivier, en ts denken aan al die sche] die lagen te wachten om onder zeil te gaan, waarvan enkelen nooit meer terug kwamen: aan al die schepen, die hier hun koers zetten over al de wereldzeeën, verbeid in zoo menig huisje, waar een licht uit het venster over de rivier viel en waarvoor in zoo menig butje binnen in het land gebeden werd, Deze gedachte, verlevendigd door een havigen storm, dien ik in mgn prille jeugd bgwoonde, vervulde mg zoodanig dat ik uit eigen bewe ging altjjd bjj mgn avondgebedje voegde «God, zegen al de schepen op zee en breng hen veilig in de haven". Behalve de huizen op het terras bet Hermitage Terras was er nog éen.huis, heel aan het einde van de kade, met een rond uitgebouwd raam, dat boven de rivier hing. In een kleiner stadje zon het het huis van den havenmeester geheeten debben. Ik geloof dat de man, die er woonde, een soort van klerk bg de kade was, hg had^Ithans het opzicht over al het laden en lossen, dat er plaats had. In zgn jeugd had hg vele reizen gedaan, maar waB verminkt op een walvisch- Uit de memorie van antwoord op het voor- loopig verslag der Eerste kamer over het wets ontwerp op het personeel, bljjkt dat de regee ring voornemens is om vóór den afloop van het tegenwoordig zittingjaar aanhangig te maken wetsontwerpenlo tot invoering der nieuwe personeele belasting op 1 Januari 18972o. tot het nemen van een tjjdeljjken maatregel, ten doel hebbende om in het tjjdvak tusschen de invoering van het nieuwe personeel en het in werking treden van de nieuwe regeling der gemeentefinanciën de gemeenten te vrjjwaren voor de nadeelige gevolgen van dit tjjdvak van overgang3d. tot definitieve regeling der gemeente-fi nanciën Uit de Memorie van Antwoord valt verder o. a. op te maken, dat de minister van finan ciën zgn wetsontwerp omtrent heb successie- t zal wgzigen, en daaruit zal laten ver vallen datgene, wat tot sterke oppositie bij het afdeelingsonderzoek der Tweede kamer heeft aanleiding gegeven. Verhooging van het recht van overgang van onroerende goederen, agelaten door niet-ingezetenen, en betere be palingen tegen ontduiking zullen behoor en tot datgene, wat in het gewgzigd wetsontwerp behouden blgft. g kon. besluit jju benoemd tot lu:«A;.at-ga«ieiaal, bg hst wapen der infanterie, du generaal-majoor H. P. J. Hennus, inspecteur van het wapen, en bjj het wapen der artillerie, de generaal-ma joor J. W. Bergansius, mede inspecteur van it wapen is aan M. F. Boonzajer, op zgn daartoe ge daan verzoek, met 1° Mei e. k., eervol Ontslag verleend als notaris te Gorinchem is tegen 16 April de luitenant ter zee 2e kl. C. H. van Asperen voor vgf jaren op pensioen gesteld (f450 'sjaarsen eene verhooging van f375 'sjaars)en is bevorderd tot luitenant ter zee 2e kl. de adelborst le kl. J. R. van der Mandele; en is tegen 1 Juli a. s. eervol ontslag uit den dienst verleend aan den opzichter bg de maga- zjjnen J. Tielrooy, en den commandeur der vuurwerkers J. G. Eerman, beiden bjj rjjka werf te Amsterdam, en met dienzelfden datum bevorderd tot opzichter bg de magazgnen de eerste bewaarder bjj die werf J. de Haas. Met 10 dezer worden de adelborsten le klasse E. M. J. Chevalier, H. L. A. M. Camp, jhr P. A. Prins, A. M. Kan en J. T. C. van Schreven geplaatst aan boord van Hr Ms in structieschip Nautilus, en met 11 dezer wordt de adelborst le Klasse J. F. Friderichs, die nende aan boord van Hr Ms pantaerschip Kortenaer, op non-activiteit gesteld. UIT STAD EN PROVINCIE Belangstellenden zjj herinnerd dat mor gen (Vrijdag), des avonds te 8 uren, dei heer W. H. Haeaelbach in de leeszaal van Ons Huis te Middelburg eenige novellen zal voordragen. I v Wie genoemden heer als spreker kent, o. a. van de Nuts-lezingen, weet hoe zeer hg de gave van voordragen bezit. Aanstaanden Dinsdag, des namiddags te 12Ys uur, zal door den majoor-commandant der dd. schutterjj a 1 h i e r op het Molenwa ter eene inspectie over den troep gehouden worden. Bjj die gelegenheid heeft ook de installatie van den 2e luit. J. G. Mszger plaats. De troep treedt op den Dam aan. Bg het in Maart jl. gehouden examen voor de betrekking van opzichter bjj 's rjjks waterstaat zgn o. a. geslaagd de heeren W. Gabriëlse te Middelburg en A. Minder- houd Lz. te W e s t k a p e 11 e. De ingenieur 2e klasse der marine L. J. K. van Waveren, geplaatst bjj 's rjjks werf te Amsterdam, wordt met 15 dezer toegevoegd aan den directeur van scheepsbouw en als zoo danig gedetacheerd bg de koninklgke maat schappij De Sehelde te Vlissingen. Naar men ons uit Z o u fc e 1 a n d e meldt, is Woensdagmorgen het den 5en Maart jl. gestaakte werk aan de duinen hervat. Een tiental djjkwerkers van Westkapelle zgn be gonnen met het banen van een weg tot den aanleg van rails onder toezicht van een anderen onderbaas, nl. die van den aannemer zei ven, den heer De Jong, van Sliedrecht. Een 'zestal «kipkarren" werden des middags door sleepers uit Middelburg aangebracht. Als de rails liggen, zal het vervoer van zand i klei onder de »karders" of vrachtrijders worden aanbesteed. Den heer M. C. Mulock Houwer is, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend als le luitenant bg üe d. d. schutterg te Z i e r i k'z e e, terwgl daarbjj zgn benoemd tot lste-luitenant G. van der Werff, thans 2de-luitenant, en tot 2de-luitenant mr D. J. Wolfson, thans 2de- luitenant a la suite. vaart. Er hing een groote kaart in de zjj- kamer en er stonden twee opgezette valken in een glazen kastje voor het ronde raam en allerlei vreemdsoortige schelpen en brokken koraal waren op hun voordeeligst geplaatst op elk beschikbaar plekje. Ik geloof dat het dit woekeren met ruimte was dat het heele huis het aanzien gaf van een schip. Met allerlei kleine kastjes, die juist in de hoekjes pasten, en plankjes op plaatsen waar men niet verwachtte, en vreemde inrichtingen voor kapstokken was de kamer net scheepshut, behalve dat een hut niet half zooveel voorwerpen bevatte. ik weet niet wanneer mgn vriendschap met Dan Stockbridge begon. Ik moet nog heel klein geweest zgn toen ik aan de voeten van zgn dochter Carolina zat te luisteren naar de wonderljjke verhalen, die hg deed van ijsbergen, walvisschen, orkanen, brand op zee en zooal meer. Carolina moet toen nog zeer jong ge weest zgn, ofschoon zg mg zóo oud voorkwam dat ik verbaasd was, toen ik zelf volwassen was, dat haar haar nog bruin en haar gelaat niet gerimpeld was. Ik meen dat zg even veertig was, toen zg mg het verhaal deed, dat ik u thans ga mededeelen. Zg was een knappe vrouw met bruine oogen en blozende wangen en dat toch opwek kend en aangenaam was ondanks die bedaard heid of misschien juist ten gevolge daarvan. Zieken hadden Carolina heel gaarne tot ver- Niet minder dan 26 visschersvaartuigen vertrokken Dinsdag uit Philippine naar de Zuiderzee om aldaar mosselzaad tevisschen. Men schrjjft ons uit Biervliet: Dinsdag begaven zich eenige politiemannen ■óor en in een woning om een vechtersbaas n boeien te slaan. Hg wist zich door de vlucht te redden, evenals zgu vader, een be ruchte kippendief, die herhaaldelgk in zgn woning toeft, en die telkens de politie weet te verschalken, want al bevindt hg zich nu al ge durende drie maanden den meesten tgd op Bel gisch grondgebied, de dieverjjen van kippen gaan geregeld voort. De boedelverkooping van Cornelis werd Dinsdag beëindigd. De landbouwschuur, wa genhuis enz. werd door den landbouwer Cor nelis gekocht voor f 660. Een paar woonhuizen, die op denzelfden dag geveild werden om uit gemeenschap te gera ken, werden voor f 400 en f 300 gekocht door P. Wadde van Roon en M. Wadde vanRoon, medeeigenaars. ene buitengewone tooneelvoorstelling van eenige heeren en dames heeft slechts een matig pleegster eens paste zg mg in een kinder ziekte op en ik zal nooit vergeten welk rust haar bjjzjjn mg gaf en hoe koel baar hand altjjd was, zoo heel anders dan onze meid met hare gloeiende handen, die altjjd alles liet vallen, wat zg aanraakte. Ik was geen kind meer toen Carolina mjj haar geschiedenis verteldemaar een jong meisje en verloofd met uw vader. Het was de laatste dag van het jaar hoe lang geleden ljjkt het mg nu toen zg het mg vertelde. Ik had ongenoegen met uw vader gehad waarover doet er niet toe het was onze eerste twist en de laatste, en het was heelemaal mgn schuld. Uw vadei was hulpprediker in een wjjk naast de onze en woonde met zjju moeder en zuster en wg mjjne zusters en ik waren er op de thee genoodigd. Papa had het druk en kon niet meegaan, maar hjj zou tegen het avond eten komen, Wjj hadden weken van te voren afgesproken om oudejaarsavond samen te vieren, maar den voorlaatsten dag van het jaar kibbelden wg en ik zei dat ik niet hem aan huis wilde komen of tegen hem spreken, voordat hg iets herriep wat bg gez had. Hg zei dat hg dit niet kon doen wat bg gezegd had was waar en hg nam het niet terug. Wg scheidden in toorn. Ik was dien avond te boos om te schreien maar den volgenden morgen stelde ik mjj schadeloos en na ons vroeg middagmaal kon succes gehad. Het publiek was niet zoo ver tegenwoordigd als bg de gewone opvoeringen het winterseizoen. Het opgevoerde tooneel- stuk Een dag vol verwarring werd zeer goed gespeeld. Knnst en Letteren. Vermoedelgk om onder geen te tragische omstandigheden van het Middelburgsche pu bliek tjjdeljjk afscheid te nemen, had de Ned. tooneelvereeniging, directeur Chrispjjn, voor haar laatste abonnements-voorstelling in dit seizoen alhier een lachstuk gekozen. En gelachen is er gisteren avond in onzen schouw burg, dat het daverde 1 Daarmede is de critiek ontwapend! Wat helpt haar nu het geredeneer over gebrek aan alle logica, aan allen geest, aan alle karakterteekening ineen stuk als Op Manoeuvre, wanneer zulke spon tane uitbarstingen van vrooljjkheid, als wg te hooren kregen, overtuigend bewjjzen, dat het publiek zich vermaakt Als de heeren G. von Moser en Thilo von Trotha elkander in hun binnenkamer eens aankjjken bg de gedachte aan het peil van den gemiddelden kunstsmaak de groote schare, moet het hun gaan als den oud-Romeinschen Auguren. Uit de zee van toevalligheden, verwisselingen, dwaasheden, waaruit Op Manoeuvre bestaat, den draad der eigenljjke intrige op te visschen, onmogeljjke arbeid heeten. Een oude heer, die nog wel eens een snoepertje slaat, zou het natuurkind Asta zeggen, maar duchtig onder de pantoffel zjjner bazige vrouw zit» die hem na elke extravagance vier-en-twintig uren naar bed zendt met camillen-theeeen viertal jongelieden, twee dames en twee heeren, die rond elkander fladderen en ten slotte twee •erlovingsparen uitmakeneen vluchtig ver schonende jaloersche vrouw en dito echtge noot; een brombeer van een vader; de traditioneele huisknecht en het coquette dienstmeisje, en daar omheen nog verscheidene figuren, die komen en gaan, ziedaar de poppen, die de heeren Von Moser en Thilo van Trotha in beweging brengen door aan de' touwtjes te trekken. Jammer, jammer dachten wjj telkens bjj de opvoering, dat zulke goede artiBten gedoemd worden tot dergeljjke hansworsterjj, want dit is een feit, dat wg volmondig constateeren het spel van allen, die in Op Manoeuvre op traden, was uitstekend. Alles liep vlot van stapel, zoolang men op het tooneel doende was, want de pauzen tusschen de bedrjjven» ook waar geen verandering van tooneelzetting plaatB vond, waren te lang. Met groote opge wektheid werd door allen zonder onderscheid gespeeld, ieder wist leven te blazen in de bord papieren poppen der schrjj vers. Wanneer wjj hier in het bg zonder den heer Chrispjjn en mw. Van der Horst wegens hun voortreffelijk, levendig spel noemen, zoo willen wg daarmede volstrekt niet te kort doen aan de overige medespelen den, maar de tooneeltj es tusschen deze beiden behoorden tot het beste, wat de avond te hooren en te aanschouwen gaf. Welverdiend waren de toejuichingen voor den heer Chris pgn na zgu gesprek met mw. Van der Horst m het vierde bedrjjf. De dwaze fat wal prachtig door hem getypeerdhet was een creatie waardoor de directeur van dit too- neelgezelschap, opnieuw toonde een artist ik het niet langer uithouden, deed mgn shawl om, liep naar Carolina en zei tegen mgn zusters, die wel wisfen dat er iets niet in den haak was, dat zg niet op mg moesten wachten. De lucht was bg na pikzwart en de avond begon al om drie uur te vallen. Maar toch zag Carolina dat mjjne oogen rood waren en al zei ze niets, ik wist toch dat zg het zag, Zg zat bg het vuur te breien. Er was geen ander licht in het vertrek, maar ik kón alles toch duideljjk zien, daar de gloed van het vuur tot iu alle hoekjes doordrong. Ik keek naar buiten door de vensters zonder luiken en .oeide de koude, die mgn hart verstijfde. »Hoe somber is de schemering op de rivier", zei ik, luisterende naar het getik der breinaalden. »Gaat gjj van avond niet naar mevrouw Webster?" vroeg Carolina, zonder van haar werk op te zien. «Neen", antwoordde ik kortaf. «Juffrouw Esther, ik heb u gekend van klein kind af en ik weet dat gjj mg niet vrijpostig zult vinden als ik u vraag: «Is er iets niet in orde tusschen u en den heer Webster «Wg hebben eenig verschil over iets gehad", zei ik tameljjk uit de hoogte, daar twjjfel ik niet aan. Even te voren had ik mg zoo ongelukkig geroeid dat ik half lust gevoeld® om mgn hoofd in Carolina's schoot te verber gen en haar mgn leed op te biechten maar dat was niet meer dan het verlangen naar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1