MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 85.
139° Jaargang.
1896
Vrijda;
10 April.
FEUILLETON.
De Hermitagekade.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feeatd&ge».
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Vharmometer.
Middelburg 9 April 8 u. vm. 52 gr., m. 12 u.
56 gr., av. 4 u. 55 gr. F. Verw. verand. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éi»
uur aan het bureau bezorgd zjjs.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- döod- en alle andere familieberichten e«
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel."
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon,
te Goes: A. C. Boluit, firma wed. A. C. de Jonge,
Middelburg 9 April.
ATJEH.
Voigens een heden door bet N. v. d. D.
uitgegeven bulletin is kolonel J. W. Stemfoort
met het militair, de heer Yan Langen met het
civiel beheer belast.
Met Biloel en Lamboenjit, posten ten zuiden
der linie, is de gemeenschap herBteld.
Volgens een later bulletin van hetzelfde
blad ondervond de colonne daarbjj heftige»
tegenstand. Kapitein Geluk werd gedood,
ïerwjjl de eerste-luitenant-adjudant Hoekstein
en de eerste-luitenant Ten Seldam gewond
werden. Voorts zgn 25 minderen gedood of
gewond.
Generaal Vetter heeft bjj een
val van zgnpaardhetsleutelbeen
gebroken; hg blgft echter in At-
j eli.
Dit bericht wordt door het volgende o ff i-
c i e e 1 e regeeringstelegram bevestigd
«Gisteren Biloel en Lamboenjit afgelost;
veel tegenstandeen officier gesneuveld, twee
officieren gewond; ongeveer 25 mindere mili
tairen gesneuveld en gewond.
Generaal Vetter met paard gevallen. Sleutel
been gebroken belet alleen paar d-
r jj d e n".
Men zie verder Laatste berichten
Dat, zooals in ons vorig nommer is gemeld,
generaal Deykerhoff van zgn positie als civiel
en militair gouverneur werd ontheven, is wel
het duidelijkste bewjjs, dat met de tot dusver
gevolgde politiek ten eenen male is gebroken,
nu het zwaard eenmaal "it de schede is.
Generaal Deykerhoff werd op 12 Januari
1892, als kolonel, benoemd tot gouverneur van
Atjeh en onderhoorigheden. Ruim vier jaar
heeft hg aan het hoofd van dat gewest ge
staan, terwgl hg een jaar na zgn benoeming
tot generaal-majoor werd bevorderd.
Zgn gezondheidstoestand schjjnt ook in den
laatsten tjjd veel te wenschen overgelaten te
hebben en deed zgn verzoek om ontslag ver
wachten. Natuurlijk heeft de komst van
generaal Vetter, den man uit de school vat
generaal Van der- Hegden, meegewerkt om
het vragen van ontslag te verhaasten.
Er zal nu een andere taktiek gevolgd
worden dan de door hem in toepassing ge
brachte.
De Zutph. Crt. wjjst erop dat het aan generaal
Deykerhoff verleende ontslag nog niet behoeft
in zich te sluiten eene afkeuring van diens
beleid. Het is toch overbekend dat de zwaar
lijvigheid van dien opper-officier hem, tjjdens
het bezoek van generaal Vetter, reeds belette
den legercommandant op eenigszins verwij
derde tochten te vergezellen en kan wel al
leen het genoemde gebrek oorzaak zgn, dat.
nu actief moet worden opgetreden, zjjne ver
vanging onvermijdelijk wordt geoordeeld.
De beer Van Langen is sinds 26 Aug. 1892
resident voor de Atjehsche zaken en in het
bijzonder voor de uitvoeri ng der Bcheepvaart-
regeling. Hjj is uitnemend bekend met alles
wat Atjeh betreft en maakte zich reeds ver
dienstelijk door studiën van de taal der Atjehers.
De VI Moekims, waar zich, zooals meermalen
gemeld is, Toekoe Oemar versterkt heeft opge
steld, liggen ten westen van ons terrein. De
posten va.o onze stelling, daartegenover gele
gen, zgn kota Pagani, iSubang, Lamtih, Lam
Djamoe en Belang.
slemand die Atjeh goed bent" schrjjft aan
de Eaagsche Ct. over 't geen had kunnen
gebeuren o. a. hgt volgende
«Toekoe Oemar, die onze zwakke zjjde door
en door had leeren kennen, onze krachten
kon schatten, «frère et compagnon" was met
ons en onze vganden de djabatszjjne
landgenooten hoe gemakkei jjk had hg ge
bruik kunnen maken van zjjne kennis van
't terrein en van bet onbeperkte vertrouwen,
door sommigen hem geschonken, om de onzen
op een onbewaakt oogenblib tusschen zgn
vuur en dat van de «kwaadwilligen" të bren
gen. Hg had onze bevelhebbers op een dwaal
spoor kannen voeren, hen kunnen overtuigen
dat er een goede slag te slaan washad hg
dat goed overlegd, dan zouden, evenals zoo
vaak, onze bataljons met zjjne troepen broe-
derljjk zgn uitgerukt; na een scbjjngevecht
had de witte vlag vertoond kunnen worden;
onze dapperen zouden, verheugd over den
goeden uitslag, wat zorgeloos zgn geweest
en op dit oogenblik had de slachting kunnen
aanvangen, en geplaatst tusschen een aanval
van verschillende kanten, vuur van voren en
klewangs van achter, zouden er van onze
mannekes niet veel zgn ontkomen.
«En daarna had Oemar den vluchtenden den
terugtocht naar Kota-Radja belet en elke ver
binding der posten afgesneden, en met de
hoogste officieren als gevangenen naar de van
troepen ontbloote Kraton (men denke aan 4
April '87 en 2 October 88) zgn getrokken
om daar den moord voort te zetten, alleen de
vrouwen en kinderen sparende, om later als
sjjzelaars te gebruiken, ais nieuwe troepen
zouden aanrukken."
Gelukkig is zulk een onheil niet gebeurd.
Toekoe Oemar toonde zich" zooals dezelfde
opmerker zegt, »van zyn standpunt een ezel
daar gaat niets van af".
Aan welwillendheid tegenover de onzen is
die raadselachtige houding zeker niet toe te
'chrjjven. Vermoedeljjk achtte Toekoe Oemar
de macht, waarover hg beschikken kon, niet
sterk genoeg. Daarmede staat wellicht ook
verband, wat Zaterdag door den minister
koloniën werd bekend gemaakt, nl. dat
Oemar den pretendent Sultan Daoed had
zocht naar Groot-Atjeh te komen, natuurlijk
met een groot aantal gewapenden. Hg wacht
waarschgnljjk op die versterkingen, maar
waarom dan het masker te vroeg afgeworpen
en ons intusschen de gelegenheid gelaten
versterkingen aan te voeren vraagt de
Arnh. Crt.
grond kan opleveren tot een strafrechterlijke
vervolging krachtens de artt. 282 en 283 van
het strafwetboek. Dit in de herinnering te
brengen van hen, wie het aangaat, is het doel
eener opmerking in het Vaden tevens om
bjjzonderr aandacht^ iden minister van
justitie te vestigen op deze, tot wetsovertre
ding aanleiding gevende verzoeken, daar de
plaatsing er van in het Politieblad moet doen
veronderstellen, dat die terugbrenging een
volkomen geoorloofde handeling is.
Zooals onze lezers zich wellicht herinneren,
werd nog onlangs in ons blad op die ongeoor
loofde manier van handelen gewezen.
Uit het Engelsch.
van
Toen ik een bind was, was mgn vader
scheepsmakelaar en bewoonde een veel schil
derachtiger huis dan de lieve dorpspastorie,
waarin ik dit thans zit te schrjjven. Ons huis
was een van de vgf of zes die een klein ter-
raB vormden met het uitzicht op de geplaveide
kade. Er groeiden boomen voor de huizen en
uit de vensters keken mgn zuster en ik naar
de schepen, die de rivier atvoeren, en de ouder-
wetsche schuiten en vlotten. Geen geraas van
wielen verbrak ooit de stilte om ons heen
Wg waren door een ophaalbrug gescheiden
van den weg. Somtjjds kwamen de wagens
met koopmansgoederen voor de schuiten, die
aan de kade lagen, maar die hoorden wg te
nauwernood rgden.
De kade was onze wandeling en wg waren
daar veel veiliger en eenzamer dan ik mg ooit
op eenige badplaats, die ik later bezocht, ge
voeld heb.
Rondom ons was al de drukte en het lawaai
van de dokken, maarwjj bevonden ons op een
eiland van kalmte en rust. Doch niet altjjd 1
In den laatsten tjjd komen meermalen in
het Algemeen Politieblad verzoeken van burge-
Bters voor, om weggeloopen gehuwde
vrouwen naar haar woonplaats terug te brengen.
Het laatst geschiedde dit in het Politieblad
van 26 Maart jl., door den burgemeester van
Heteren. Die terugbrenging steunt niet op
de wet, is een daad van willekeur en feiteljjk
iet anders dan een vrjjheidsberooving, die
Wat kon de wind over die breede rivier gie
ren Ik heb het huis voelen dreunen en de
boomen kraken en zwiepen in den wind, als
ik nooit andere boomen heb hooren doen.
En wat was het heerlgk om 's avonds uit te
kg ken en de schepen te zien opdoemen uit
de duisternis en de lichtjes te zien flikkeren op
rivier, en ts denken aan al die sche]
die lagen te wachten om onder zeil te gaan,
waarvan enkelen nooit meer terug kwamen:
aan al die schepen, die hier hun koers
zetten over al de wereldzeeën, verbeid in zoo
menig huisje, waar een licht uit het venster
over de rivier viel en waarvoor in zoo menig
butje binnen in het land gebeden werd,
Deze gedachte, verlevendigd door een havigen
storm, dien ik in mgn prille jeugd bgwoonde,
vervulde mg zoodanig dat ik uit eigen bewe
ging altjjd bjj mgn avondgebedje voegde
«God, zegen al de schepen op zee en breng
hen veilig in de haven".
Behalve de huizen op het terras bet
Hermitage Terras was er nog éen.huis,
heel aan het einde van de kade, met een rond
uitgebouwd raam, dat boven de rivier hing.
In een kleiner stadje zon het het huis van
den havenmeester geheeten debben. Ik geloof
dat de man, die er woonde, een soort van
klerk bg de kade was, hg had^Ithans het
opzicht over al het laden en lossen, dat er
plaats had. In zgn jeugd had hg vele reizen
gedaan, maar waB verminkt op een walvisch-
Uit de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Eerste kamer over het wets
ontwerp op het personeel, bljjkt dat de regee
ring voornemens is om vóór den afloop van het
tegenwoordig zittingjaar aanhangig te maken
wetsontwerpenlo tot invoering der nieuwe
personeele belasting op 1 Januari 18972o. tot
het nemen van een tjjdeljjken maatregel, ten
doel hebbende om in het tjjdvak tusschen de
invoering van het nieuwe personeel en het in
werking treden van de nieuwe regeling der
gemeentefinanciën de gemeenten te vrjjwaren
voor de nadeelige gevolgen van dit tjjdvak
van overgang3d. tot definitieve regeling der
gemeente-fi nanciën
Uit de Memorie van Antwoord valt verder
o. a. op te maken, dat de minister van finan
ciën zgn wetsontwerp omtrent heb successie-
t zal wgzigen, en daaruit zal laten ver
vallen datgene, wat tot sterke oppositie bij
het afdeelingsonderzoek der Tweede kamer
heeft aanleiding gegeven. Verhooging van het
recht van overgang van onroerende goederen,
agelaten door niet-ingezetenen, en betere be
palingen tegen ontduiking zullen behoor en tot
datgene, wat in het gewgzigd wetsontwerp
behouden blgft.
g kon. besluit
jju benoemd tot lu:«A;.at-ga«ieiaal, bg hst
wapen der infanterie, du generaal-majoor H.
P. J. Hennus, inspecteur van het wapen, en
bjj het wapen der artillerie, de generaal-ma
joor J. W. Bergansius, mede inspecteur van
it wapen
is aan M. F. Boonzajer, op zgn daartoe ge
daan verzoek, met 1° Mei e. k., eervol Ontslag
verleend als notaris te Gorinchem
is tegen 16 April de luitenant ter zee 2e kl.
C. H. van Asperen voor vgf jaren op pensioen
gesteld (f450 'sjaarsen eene verhooging van
f375 'sjaars)en is bevorderd tot luitenant ter
zee 2e kl. de adelborst le kl. J. R. van der
Mandele; en
is tegen 1 Juli a. s. eervol ontslag uit den
dienst verleend aan den opzichter bg de maga-
zjjnen J. Tielrooy, en den commandeur der
vuurwerkers J. G. Eerman, beiden bjj rjjka
werf te Amsterdam, en met dienzelfden datum
bevorderd tot opzichter bg de magazgnen de
eerste bewaarder bjj die werf J. de Haas.
Met 10 dezer worden de adelborsten le
klasse E. M. J. Chevalier, H. L. A. M. Camp,
jhr P. A. Prins, A. M. Kan en J. T. C. van
Schreven geplaatst aan boord van Hr Ms in
structieschip Nautilus, en met 11 dezer wordt
de adelborst le Klasse J. F. Friderichs, die
nende aan boord van Hr Ms pantaerschip
Kortenaer, op non-activiteit gesteld.
UIT STAD EN PROVINCIE
Belangstellenden zjj herinnerd dat mor
gen (Vrijdag), des avonds te 8 uren, dei
heer W. H. Haeaelbach in de leeszaal van Ons
Huis te Middelburg eenige novellen zal
voordragen. I v
Wie genoemden heer als spreker kent, o. a.
van de Nuts-lezingen, weet hoe zeer hg de
gave van voordragen bezit.
Aanstaanden Dinsdag, des namiddags te
12Ys uur, zal door den majoor-commandant
der dd. schutterjj a 1 h i e r op het Molenwa
ter eene inspectie over den troep gehouden
worden. Bjj die gelegenheid heeft ook de
installatie van den 2e luit. J. G. Mszger plaats.
De troep treedt op den Dam aan.
Bg het in Maart jl. gehouden examen
voor de betrekking van opzichter bjj 's rjjks
waterstaat zgn o. a. geslaagd de heeren W.
Gabriëlse te Middelburg en A. Minder-
houd Lz. te W e s t k a p e 11 e.
De ingenieur 2e klasse der marine L. J.
K. van Waveren, geplaatst bjj 's rjjks werf te
Amsterdam, wordt met 15 dezer toegevoegd
aan den directeur van scheepsbouw en als zoo
danig gedetacheerd bg de koninklgke maat
schappij De Sehelde te Vlissingen.
Naar men ons uit Z o u fc e 1 a n d e meldt,
is Woensdagmorgen het den 5en Maart jl.
gestaakte werk aan de duinen hervat. Een
tiental djjkwerkers van Westkapelle zgn be
gonnen met het banen van een weg tot den
aanleg van rails onder toezicht van een anderen
onderbaas, nl. die van den aannemer zei ven,
den heer De Jong, van Sliedrecht.
Een 'zestal «kipkarren" werden des middags
door sleepers uit Middelburg aangebracht.
Als de rails liggen, zal het vervoer van zand
i klei onder de »karders" of vrachtrijders
worden aanbesteed.
Den heer M. C. Mulock Houwer is, op
zgn verzoek, eervol ontslag verleend als le
luitenant bg üe d. d. schutterg te Z i e r i k'z e e,
terwgl daarbjj zgn benoemd tot lste-luitenant
G. van der Werff, thans 2de-luitenant, en tot
2de-luitenant mr D. J. Wolfson, thans 2de-
luitenant a la suite.
vaart. Er hing een groote kaart in de zjj-
kamer en er stonden twee opgezette valken
in een glazen kastje voor het ronde raam en
allerlei vreemdsoortige schelpen en brokken
koraal waren op hun voordeeligst geplaatst
op elk beschikbaar plekje. Ik geloof dat het
dit woekeren met ruimte was dat het heele
huis het aanzien gaf van een schip. Met
allerlei kleine kastjes, die juist in de hoekjes
pasten, en plankjes op plaatsen waar men
niet verwachtte, en vreemde inrichtingen
voor kapstokken was de kamer net
scheepshut, behalve dat een hut niet half
zooveel voorwerpen bevatte.
ik weet niet wanneer mgn vriendschap met
Dan Stockbridge begon. Ik moet nog heel
klein geweest zgn toen ik aan de voeten van
zgn dochter Carolina zat te luisteren naar de
wonderljjke verhalen, die hg deed van ijsbergen,
walvisschen, orkanen, brand op zee en zooal
meer. Carolina moet toen nog zeer jong ge
weest zgn, ofschoon zg mg zóo oud voorkwam
dat ik verbaasd was, toen ik zelf volwassen
was, dat haar haar nog bruin en haar gelaat
niet gerimpeld was. Ik meen dat zg even
veertig was, toen zg mg het verhaal deed, dat
ik u thans ga mededeelen.
Zg was een knappe vrouw met bruine oogen
en blozende wangen en dat toch opwek
kend en aangenaam was ondanks die bedaard
heid of misschien juist ten gevolge daarvan.
Zieken hadden Carolina heel gaarne tot ver-
Niet minder dan 26 visschersvaartuigen
vertrokken Dinsdag uit Philippine naar
de Zuiderzee om aldaar mosselzaad tevisschen.
Men schrjjft ons uit Biervliet:
Dinsdag begaven zich eenige politiemannen
■óor en in een woning om een vechtersbaas
n boeien te slaan. Hg wist zich door de
vlucht te redden, evenals zgu vader, een be
ruchte kippendief, die herhaaldelgk in zgn
woning toeft, en die telkens de politie weet te
verschalken, want al bevindt hg zich nu al ge
durende drie maanden den meesten tgd op Bel
gisch grondgebied, de dieverjjen van kippen
gaan geregeld voort.
De boedelverkooping van Cornelis werd
Dinsdag beëindigd. De landbouwschuur, wa
genhuis enz. werd door den landbouwer Cor
nelis gekocht voor f 660.
Een paar woonhuizen, die op denzelfden dag
geveild werden om uit gemeenschap te gera
ken, werden voor f 400 en f 300 gekocht door
P. Wadde van Roon en M. Wadde vanRoon,
medeeigenaars.
ene buitengewone tooneelvoorstelling van
eenige heeren en dames heeft slechts een matig
pleegster eens paste zg mg in een kinder
ziekte op en ik zal nooit vergeten welk
rust haar bjjzjjn mg gaf en hoe koel baar
hand altjjd was, zoo heel anders dan
onze meid met hare gloeiende handen, die
altjjd alles liet vallen, wat zg aanraakte.
Ik was geen kind meer toen Carolina mjj
haar geschiedenis verteldemaar een jong
meisje en verloofd met uw vader.
Het was de laatste dag van het jaar
hoe lang geleden ljjkt het mg nu toen zg
het mg vertelde. Ik had ongenoegen met
uw vader gehad waarover doet er niet
toe het was onze eerste twist en de laatste,
en het was heelemaal mgn schuld. Uw vadei
was hulpprediker in een wjjk naast de onze
en woonde met zjju moeder en zuster en wg
mjjne zusters en ik waren er op de
thee genoodigd. Papa had het druk en kon
niet meegaan, maar hjj zou tegen het avond
eten komen, Wjj hadden weken van te voren
afgesproken om oudejaarsavond samen te
vieren, maar den voorlaatsten dag van het
jaar kibbelden wg en ik zei dat ik niet
hem aan huis wilde komen of tegen hem
spreken, voordat hg iets herriep wat bg gez
had. Hg zei dat hg dit niet kon doen
wat bg gezegd had was waar en hg nam het
niet terug. Wg scheidden in toorn.
Ik was dien avond te boos om te schreien
maar den volgenden morgen stelde ik mjj
schadeloos en na ons vroeg middagmaal kon
succes gehad. Het publiek was niet zoo ver
tegenwoordigd als bg de gewone opvoeringen
het winterseizoen. Het opgevoerde tooneel-
stuk Een dag vol verwarring werd zeer goed
gespeeld.
Knnst en Letteren.
Vermoedelgk om onder geen te tragische
omstandigheden van het Middelburgsche pu
bliek tjjdeljjk afscheid te nemen, had de
Ned. tooneelvereeniging, directeur Chrispjjn,
voor haar laatste abonnements-voorstelling in
dit seizoen alhier een lachstuk gekozen. En
gelachen is er gisteren avond in onzen schouw
burg, dat het daverde 1 Daarmede is de
critiek ontwapend! Wat helpt haar nu het
geredeneer over gebrek aan alle logica, aan
allen geest, aan alle karakterteekening ineen
stuk als Op Manoeuvre, wanneer zulke spon
tane uitbarstingen van vrooljjkheid, als wg te
hooren kregen, overtuigend bewjjzen, dat het
publiek zich vermaakt Als de heeren G. von
Moser en Thilo von Trotha elkander in hun
binnenkamer eens aankjjken bg de gedachte
aan het peil van den gemiddelden kunstsmaak
de groote schare, moet het hun gaan als
den oud-Romeinschen Auguren.
Uit de zee van toevalligheden, verwisselingen,
dwaasheden, waaruit Op Manoeuvre bestaat,
den draad der eigenljjke intrige op te visschen,
onmogeljjke arbeid heeten. Een oude
heer, die nog wel eens een snoepertje slaat,
zou het natuurkind Asta zeggen, maar duchtig
onder de pantoffel zjjner bazige vrouw zit»
die hem na elke extravagance vier-en-twintig
uren naar bed zendt met camillen-theeeen
viertal jongelieden, twee dames en twee heeren,
die rond elkander fladderen en ten slotte twee
•erlovingsparen uitmakeneen vluchtig ver
schonende jaloersche vrouw en dito echtge
noot; een brombeer van een vader; de
traditioneele huisknecht en het coquette
dienstmeisje, en daar omheen nog verscheidene
figuren, die komen en gaan, ziedaar de
poppen, die de heeren Von Moser en Thilo
van Trotha in beweging brengen door aan de'
touwtjes te trekken.
Jammer, jammer dachten wjj telkens bjj de
opvoering, dat zulke goede artiBten gedoemd
worden tot dergeljjke hansworsterjj, want dit
is een feit, dat wg volmondig constateeren
het spel van allen, die in Op Manoeuvre op
traden, was uitstekend. Alles liep vlot van
stapel, zoolang men op het tooneel doende
was, want de pauzen tusschen de bedrjjven»
ook waar geen verandering van tooneelzetting
plaatB vond, waren te lang. Met groote opge
wektheid werd door allen zonder onderscheid
gespeeld, ieder wist leven te blazen in de bord
papieren poppen der schrjj vers. Wanneer wjj hier
in het bg zonder den heer Chrispjjn en mw. Van
der Horst wegens hun voortreffelijk, levendig
spel noemen, zoo willen wg daarmede volstrekt
niet te kort doen aan de overige medespelen
den, maar de tooneeltj es tusschen deze beiden
behoorden tot het beste, wat de avond te
hooren en te aanschouwen gaf. Welverdiend
waren de toejuichingen voor den heer Chris
pgn na zgu gesprek met mw. Van der Horst
m het vierde bedrjjf. De dwaze fat wal
prachtig door hem getypeerdhet was een
creatie waardoor de directeur van dit too-
neelgezelschap, opnieuw toonde een artist
ik het niet langer uithouden, deed mgn shawl
om, liep naar Carolina en zei tegen mgn
zusters, die wel wisfen dat er iets niet in
den haak was, dat zg niet op mg moesten
wachten. De lucht was bg na pikzwart en de
avond begon al om drie uur te vallen. Maar
toch zag Carolina dat mjjne oogen rood waren
en al zei ze niets, ik wist toch dat zg het zag, Zg
zat bg het vuur te breien. Er was geen ander
licht in het vertrek, maar ik kón alles toch
duideljjk zien, daar de gloed van het vuur tot
iu alle hoekjes doordrong. Ik keek naar
buiten door de vensters zonder luiken en
.oeide de koude, die mgn hart verstijfde. »Hoe
somber is de schemering op de rivier", zei ik,
luisterende naar het getik der breinaalden.
»Gaat gjj van avond niet naar mevrouw
Webster?" vroeg Carolina, zonder van haar
werk op te zien.
«Neen", antwoordde ik kortaf.
«Juffrouw Esther, ik heb u gekend van
klein kind af en ik weet dat gjj mg niet
vrijpostig zult vinden als ik u vraag: «Is er
iets niet in orde tusschen u en den heer
Webster
«Wg hebben eenig verschil over iets
gehad", zei ik tameljjk uit de hoogte, daar
twjjfel ik niet aan. Even te voren had ik mg
zoo ongelukkig geroeid dat ik half lust gevoeld®
om mgn hoofd in Carolina's schoot te verber
gen en haar mgn leed op te biechten maar
dat was niet meer dan het verlangen naar