MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 64.
139" .Jaargang.
1896.
Maandag
16 Maart.
Middelburg 14 Maart.
Een zonderlinge redeneering.
RECLAMES.
Deze courant verschijnt d a g e lij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg ais vooralle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Theraometer.
Middelburg 14 Maart 8 u. vm. 39 gr., m. 12 u.
46 gr., av. 4 u. 45 gr. F. Yerw. Z. O. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór ééM
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis
aan het bureau to bekomen.
Agenten,
Te TerneuzenM. de Jonge te Rotterdam
Nijgh van Ditmar.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Wij zullen maar niet veel napleiten over
de beraadslagingen, in de Tweede kamer
gevoerd in verband met de Marine-sluis en
haven te Ylissingen.
Dit zou geen nut hebben.
De beslissing is nu eenmaal gevallen; en
de kans voor langen tijd verkeken dat in
deze aan die gemeente in het bijzonder,
aan Walcheren in het algemeen ten volle
rechtvaardigheid geschiede.
Vlissingen heeft ten opzichte van éen punt
voldoening gekregen al blijft nog de groote
kwestie, hoe de regeering gevolg geven zal
aan dezen door de Tweede kamer uitgespro
ken wensch dat de Marinehaven op behoor
lijke diepte worde gehouden, „ten einde, zoo
als vroeger plaats had, aan de schepen, voor
het inladen der beer bestemd, gelegenheid
te geven bij laag water onder de bestaande
kokers aan te leggen, of op andere afdoende
wijze in dat belang te voorzien."
De laatste bepaliug van deze aangenomen
conclusie opent voor het Rijk de gelegen
heid om allerlei middelen te beproeven of
aan te bieden, die niet ten volle bevredigen
of de kwestie op de lange baan te schuiven.
Vlissingen mag dus wel op zijn hoede zijn
Eene enkele opmerking veroorloven onze
lezers ons echter over het debat zelf.
Zij, die zich de moeite getroostten kennis
te nemen van al het gesprokene, zullen zich
zeker wel verbaasd hebben over de houding,
in deze voor onze naaste omgeving zoo ge
wichtige kwestie aangenomen door jhr mr
A. P. 0. van Karnebeek, oud-commissaris
des konings in Zeelandvroeger afgevaar
digde voor Rotterdam, thans voor Utrecht
Met zeker gewicht, zich beroepend op zijne
bekendheid met den toestand, „door prak
tijk en aanschouwing" verkregen, gaf hij
der kamer als zijne meening te kennen, dat
geen der door de commissie voorgestelde
conclusies moest worden aangenomen.
Juist dat beroep op zijn kenni3 van den
toestand, verkregen in zijne vroegere be
trekking, legde hem de verplichting op om
slechts dan over de zaak zijn advies te
geven bijaldien hij werkelijk op de hoogte
was. De aanhaling van enkele regelen uit
de rede van den heer Van Karnebeek is
voldoende om het tegendeel in 't licht te
stellen.
Een blik werpend op bet verleden, uitte
de gewezen commissaris des konings in Zee
land de volgende, feitelijk onjuiste, stelling
»Toeu indettjjd besloten werd de groots
haven- en kanaal werken op Walcheren te
maken, waa de Marinehaven, behalve de kleine
atadshaven, de eenige toegang voor de scheep-
vaart naar Vliaaingen.
Wat zou nu meer voor de hand gelegen
Kunst en Letteren.
Beschrijving van het eiland Walcheren
door J. A. van Noppen, Middelb. 1895.
Bovengenoemd boekje, waarover de redactie
der Middelhurgsche courant zoo beleefd was
mgn oordeel te vragen, nam ik met belang
stelling ter hand, omdat ik iedere poging
waardeer, teneinde de even schoone als merk
waardige streek tusschen de beide groote
Schelde-armen in ruimer kring bekend en dus
bemind te maken. Het werkje is knap uit
gevoerd, en de afbeeldingen, voor zoover zj;
behoorljjk zgn afgedrukt, wat bjj enkelen te
wenschen overlaat, verdienen geprezen 'te
worden. Er ia in de laatste jaren zóóveel over
Walcheren uitgegeven, dat er moed toe be
hoort om die geschriften nog te vermeerderen
en te verbeteren. Ik mag niet ontkennen dat
ik na de lezing den indruk kreeg, hoe de
schrjjver, die gezellig en onderhoudend weet
te keuvelen, de lang niet gemakkelijke taak
om een dergelijk boek samen te stellen, wel
wat al te luchthartig achjjnt te hebben opge
vat. Naar m. i. ia schier niets moeilijker dan
zulk een werk, bestaande eigenljjk uit eene
aaneenschakeling van feiten, welke ieder op
zichzelf zoo nauwkeurig mogelijk moeten
worden onderzoohteen arbeid welken men
dan om van die Marinehaven, vlak bjj
de stad gelegen, gebruik te maken voor de
groote haven die men deatjjds projecteerde, in
aansluiting met het kanaal door Walcheren,
ds inderdaad die plaats daarvoor zoo geschikt
ware geweest 'i Hebben zjj, die destjjds de wer
ken hebben ontworpen en uitgevoerd, het be
lang van die zjjie der zaak dan geheel en al
voorbjjgezien Zou men niet verwacht mogen
hebben dat, als die plaats geschikt was voor
het maken van eene haven ten behoeve der
groote vaart, men dan juist daar, waar men
van een reeds bestaanden aanleg vlak bjj de
stad gebruik kon maken, de nieuwe sluis- en
havenwerken zouden zgn ontworpen
beeft dit echter niet gedaan en ik
twjjfel er niet aan, of eene van de redenen,
zoo niet de hoofdreden, zal wel geweest zgn,
dat uit een waterstaatkundig oogpunt de plaats
er zich volstrekt niet toe eigent."
De heer Van Karnebeek behoefde waarlijk
niet te verzekeren dat hij redeneerde van
het standpunt van den leek want ieder,
die slechts eenigszins den toestand kent en
iets verder doordenkt dan een gewoon niet-
deskundige doet, zal dadelijk inzien, hoe on
juist die redeneering is.
Begrijpt de afgevaardigde voor Utrecht
niet dat het bij den aanleg der werken
niet in de bedoeling zal en kan gelegen
hebben om ter plaatse van de Marinehaven
de groote sluis- en havenwerken te stichten
en wel om de eenvoudige reden dat dit daar
eene bepaalde onmogelijkheid was tenzij
men een deel der bebouwde kom van Vlis
singen hadde afgebroken
Het plan was veel te groot om op die plaats
voldoende terrein te vinden voor al wat er
toen gewrocht moest worden, met emplacement
voor het spoor, het station, zelfs voor het
vroeger meer bescheiden gebouw, voor
de verdere sluis- en havenwerken. Het lag
dus voor de hand dat de nieuwe werken
daar niet werden aangelegd. Want, geheel
afgescheiden van eenig nautisch bezwaar,
er was aldaar niet genoeg terrein, zoodat de
onteigening veel meer dan nu gekost zou
hebben.
Ook omtrent een tweede punt verkondigde
de heer Van Karnebeek nog eene feitelijk
onjuiste stelling en wel deze dat, toen de groote.
sluis met hare haven en al de nieuwe eroote
werken op Rijks kosten waren gemaakt, de
reden van bestaan der bepaling van 1857
omtrent de Marinehaven was vervallen
de gemeente Vlissingen van den Staat op
dit punt niets meeT te vorderen had.
De heer De Kanter, die met zooveel warmte
opkwam voor de belangen van Vlissingen
en Walcheren, wees er op hoe ongegrond die
bewering was. Wanneer het juist ware dat
aan de bepaling in het contract van 1857
ruimschoots voldaan was door de werken,
in 1870 gemaakt, „hoe zou dan zoo
vroeg hij terecht de gemeente Vlissingen
er toe gekomen zijn, bij artikel 11 van het
contract van 1885 nog weder eens uitdruk'
kelijk de bepalingen op te nemen, welke in
het vorige contract waren opgenomen, en
zich al de rechten, daaruit voortvloeiende,
opnieuw uitdrukkelijk te reserveeren En
hoe zou het dan mogelijk zijn, dat de Staat
in zoodanig contract toestemde?
Toen hebben dus beide contractanten nog
eens uitdrukkelijk doen uitkomen, dat men
liet standpunt, door d;\f belr Van Karnobeek
verdedigd, over' en veer niei innam, en de
Staat zich gebonden rekende tot datgene,
waarvan het Departement van Waterstaat
zich nu tracht los te makeD."
Geen wonder dat de heer Van Karne
beek in zijn repliek eenigszins terugkwam
op de door hem ten aanzien van het tweede
puDt geuite meening.
Doch vooral de onjuiste beschouwing over
de keuze, van het terrein voor de buiten
haven deed vermoedelijk in de Kamer vrij
wat kwaad, omdat de spreker, zich nog wel
uitdrukkelijk beroepend op zijne verhouding
van weleer tot ons gewest en, op grond
daarvaD, zich bekleedend met eenig gezag,
de kamer onder den indruk bracht dat hij
goed ingelicht en volkomen op de hoogte
was van den toestand.
En dit is duidelijk gebleken niet het ge
val te zijn.
Waarlijk, Zeeland behoeft zijn oud-com
missaris alles behalve dankbaar te zijn voor
zijn optreden in deze zaak, waai bij hij,
dunkt ons, ook voor zijn eigen prestige
beter had gedaan zich niet op den voorgrond
te plaatsen.
zou kunnen vergeljjken bjj het ineenzetten
van een mozaik-schilderjj, waarvan ieder dei-
duizenden stukjes zorgvuldig moet worden be
keken en met conscientieuse nauwgezetheid
getoetst.
Zoo oppervlakkig Ijjkt bet gemakkeljjk om
een dergeljjk boek in den volkstoon samen te
stellen, maar wie het met den gevorderden
ernst aanvangt en een gewetensbezwaar heeft
tegen het verspreiden van onwaarheden, zal
spoedig ontdekken, hoe ook hier de schjjn erg
bedriegt. Slechts enkele opmerkingen, om
mgn oordeel over dit boekje te staven Dat
de breede mond der Ooster-Schelde, als de
Roompot bekend, een haven der Romeinen
was, is mogeljjk, maar dat aldaar een leger
plaats van dat volk zou zgn geweest (bl.
kan gerust een hersenschim worden genoemd,
want nimmer zgn er sporen van eene derge-
ljjke vestiging gevonden. De >sepulture" van
den Roomsch-koning, graaf Willem, was bp
het Hoogaltaar in de Koorkerk en niet, geljjk
op bl. 103 wordt medegedeeld, in de St Pie
terskerk. De grafsteen werd in Maart 1817
door mr N. C. Lambrechtsen toevallig ontdekt
en de gedenkborden in de Nieuwe kerk werden
pas in Augustus 1820 onthuld.
Op het gesloopte kasteel Popkensburg zag
men de afbeeldingen van twee jonge meisjes
bjj het schaatsenrijden op een vjjver verdron-
INGEZONDEN STUKKEN
Ingezonden «tukken worden in geen geval teruggezonden
De omzet van sterken drank
in Mlddelbarg,
Geachte Redactie 1
Goddank I daar heb je 't eindeljjk 1 zoo riep
ik in mjj zelf uit, toen ik bet ingezonden stukje
van den heer Mes" ias. ttjj geeft mg nl. a
leiding om eens openljjk voor te rekenen, dat
ik verre van overdreef.
Vooraf omtrent dat »onmogelgke" cgfernog
dit. In die openbare vergadering heb ik, om
niet misverstaan en van overdrijving beschul
digd te kunnen worden, gezegd »Middelburg,
met z'n 18000 inwoners, zet per jaar om (ik
ftpg niet gebruiktwant de boeren van buiten
doen ook dapper mee) voor een half millioen
aan sterken drank. Wie 't niet gelooft kan.
zoo hg 't me vraagt, de berekening tehoore»
krjjgen, die zou doen zien, dat het er vrjj zeker
over gaat". Die berekening werd door
niemand verlangd nu ben ik gelukkig tegen
over den heer Mes verplicht die hier te geven.
Volgens officieels opgave werd in het jaar 1894
te Middelburg 121/,, L. gedistilleerd van 50
alcohol veraccgnsd voor eiken inwoner (mannen
on vrouwen, zuigelingen zoowel alsvolwa
nen). Gedronken wordt gemiddeld geen sterker
kost dan van 30 a 35 vooral niet in koffie-
huizen laat ons zeggen 85, dat geeft dus bjjn:
18 L. per hoofd per jaar, of 22'/s flesch van
8 d. L. Laat ons onderstellen, dat de helft
daarvan per flesch en de helft per bojrel ver
kocht wordt, dan zal de eerste helft gemiddeld
wel 90 cents en de tweede wel f 1.60 per flesch
opbrengen (de duurdere cognac, rum enz. zgn
er ook bjj) dus wordt dat f 27.50 per hoofd
per jaar.
Die f 27.50 neme men 18,000 keer en mjjne
berekening zegt dan, dat Middelburg per jaar
voor f 495,000 aan sterken drank omzet.
Dat is nog geen half millioen, zegt men wel
licht. Ochwe worden zoo vaak beschuldigd
overdrjjving, dat ik veiligheidshalve de
goê gemeente maar drank van 35 gemid
deld liet verorberen. Ware mjjne berekening
Dinsdagavond gevraagd, dan had ik eene be
cijfering voor den dag gehaald, gegrond op
de groote waarschjjnljjkheid, dat men zich te
vreden moet stellen met 30 en dan ware
het >onmogeljjke" cijfer bereikt van 585,000
gulden. De heer Mes doe er nu zooveel
af als bg wilhg zjj dan zoo billgk
Bom, die hg overhoudt, te vermeerderen
metde doktersrekeningen, die de drank deed
uitreiken; de schade, door beBchonkenen aan
gericht; de kosten voor politie en justitie
voor zooverre de drank die noodig maakt, en,
al is 't niet met klinkende munt aan te dui
bjj vergete niet de tranen en klachten
van de vrouwen en kinderen der drankslaven.
de zedeljjke ontaarding onder >matige" en
onmatige drinkers, 'de verwoeste levens en
verdorven zielen en veel meer nog, waarvan
de drank de oorzaak is en hg of een andei
durve dan nog te zeggen 't is zoo erg niet
Ik tenminste ontzag onder deze omstandighe
den aan Middelburg, dat 't grootste deel van die
f 500.000 wel voor zjjne rekening zal hebben,
het recht om te klagen over drukkende belastin
gen, nieuwe belastingen als b. v. 't straatgeld,
'twelk nog maar ruim 20.000 gulden zou eischen-,
over zooveel en zoo velerlei, dat om eene gave
komt vrager, over slapheid in de zaken. Waar
nog enkele honderdduizenden aan zulk ellendig
n heilloos brouwsel worden uitgegeven, daar
wjjge men
Ik mag niet meer rnimte van u vorderen
4. d. R. Voor die, welke u mjj wel wilde
afstaan, zeg ik u h&rteljjk dank.
Uw dw.
P. F. VAN SLIJPE,
Voorzitter der afd. Middelburg van de
Ned. Vereeniging tot afschaffing van
sterken drank.
Middelburg, 14 Maart '96.
ken (bl. 49). Van een dergeljjk ongeval is
mjj niets bekend, maar wel weet ik, dat er
de portretten bingen van twee dochters van
den ambassadeur Aernout van Citters, in Juli
1686 verdronken bg bet vergaan van de uit
Engeland komende pakketboot De Dolphyn.
De redding der schipbreukelingen van De
Woestduin door de broeders Naerebout, had
niet plaats in 1780 (bl. 56), maar tjjdens de
Vlissingsche kermis in Juli 1779. Het onheil
door Bellamy in Roosje vereeuwigd, schijnt
niet voorgevallen bjj Domburg (bl. 29), docb
de plaats is bekend en eene vrouw, die er
tegenwoordig was, Helena Poelman, is in April
1818 te Middelburg gestorven. Niet gaarne
zou ik verzekeren dat bet stof van Philip»
van Marnix van St. AldegoDde te West-Sou
burg rust (bl. 41). Waar8cbjjnljjker acht ik
het, dat bet in de St. Pieterskerk te Leiden,
waar het ljjk in Jan. 1599 werd begraven, ii
gebleven. Het Zeeuwsch Genootschap was
bezig, deze onzekerheid zoo mogeljjk op te
lossen, toen de Antwerpsche Geuzenbond in
1872 den knoop doorbakte.
I Vele jaren geleden vroeg ik eens aan wjjlen
dhr Noacb Verbuist, een specialiteit in alleH
vrat Westkappel betrof, of het waar was, wat
ik vernomen had, dat de golven soms de
zwaarste djjbsteenen als speelgoed wegslinger
den (bl. 21), waarop hjj, mjj leuk aanziende,
van heden was de aanvoer redeljjk met Trjj
goeden omzet, meest van gerst.
Men besteedde voorjarige tarwe
f a f nieuwe 6.—, f 6.25 a
6.40rogge fa fnieuwe
dito f 4.a wintergerat
a f per 100 K.G.nieuwe dito
f 6.90 7.a zomergetst
fa nieuwe dito 6 50, f—.—
a haver 5.—, f 5.20 a f—.—
paardenboonen -.a fperH.L;
jroene erwten f—.f—- a per HL.
roolzaad f f a f
Gent, 13 Maart. Ter veemarkt van heden
(Vrjjdag) werden te koop gesteld24 schapen,
4 lammeren, 64 kalveren, 352 vette var
kens, 6 loopers, 256 biggen, 96 melkkoeien,
5 groote ossen, 156 jonge ossen, 183 vaarzen,
181 vetté koeien, 92 stieren, 293 magere dieren.
Prjjzen waren per kilog. voorossen en
vaarzenvleesch fr. 1.33 a fr. 1.38idem 2de
qual. fr. 1.20 a fr. 1.28koeiènvleesch fr. 1.20
a fr. 1.30; idem 2de qual. fr. 0.90 a fr. 1.08;
stierenvleesch fr. 1.20 a fr. 1.30; kalfvleesch
fr. 1.70 a fr. 1.90; scbapenvleesch fr. 1.50 a
fir. 1.60; lamsvleesch fr. 2.— a fr. 2.10; en
varkensvleesch fr. 0.80 a fr. 0.95.
Huiden. Ossen, vaarzen, koeien fr. 0.65
6 fir. 0.70.kalveren fr. 0.85 a fr. 0.90 stieren
fr. 0.55 a fr. 0.60.
Verscb roet fr. 0.30 i fr. 0.35.
40 cent per regel.
Het Vichy water is heden ten dage door
de geheele wereld verspreid, en deze alcrmbe-
kendheid heeft natuurljjk talrgke namaaksels
doen geboren worden, die men vermjjden moet
door steeds den naam van een der ware bron
nen van den Franschen Btaat te eischen op
ériquette of capsule der'flesch, zooalsVlcliy-
Celestins, Vichy li op i tal of Vicliy
Grande Grille. Het succes is tot dien
prjjs.
Vertrokken
Vlissingen, 14 Maart. Gepasseerd.
Vrjjdag, de Ned. koftjalk Cathanna, gez.
Speelman, van Antwerpen naar Portsmouth.
Bljjkens bjj het Dep. van Marine ontvan-
gen bericht is Hr. Ms. korvet Alkmaaronder
bevel van den kapitein-luit. t/z A. W. F. C. van
Woerden, in den voormiddag van 13 dezer van
Malta vertrokken, ter voortzetting van de te
rugreis naar Nederland.
HANDELSBERICHTEN.
Graan ra arkten enz.
IJzendwke, 14 Maart. Ter graanmarkt
PRIJZEN VAN EFFECTEN-
Koer» van:
Gi»t«r#n. Heden.
Per telegraaf. f3 14
Maart. Maart.
Itaaisleen lngen
NEDERLAND. pCt. Bedrag «tukken
Cert. N. W. Sch. 2% 1000 929/16 93»/n
dito Obl3 h 1000 10013/16100%,
'iito Cert3 1000 100U/W lOOU/j.
BONG, dito gondl. 5 100 10«7/w
ITALIË. Ins. (52/81 5 Lir. 100-100000 76% 78
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-November 5 fl. 1000 841/jg 84l/u
dito Jan-Juli 6 h 1000 84D/j„ 84%
dito dito Goud4 200-1000 102
POLEN. Obl. S '44 4 Z.R. 600 931/*
PORT. O. B. 63/84.
met ticket 3 251/8 26%
dito dito 1888/89
met ticket 4% fr. 600 881/s 83"li
RUSLAND. Cart.
Ini. 5e S. 1864 5 Z.R. 600
dito '80 gec. dito 4 125-626 975/w
dito 1889 dito 4 R. 135 98%
dito '93 6e Em. 4 G.R. 125
dito '94 6e Em. 4 R. 135 99»/,. 99»/™
Obl. L. 1867/69 4 t 20-100 102 1021/8
Cert. v. B. Aegn. 6 P.R. 1000
dito 1884 gond 5 G.R. 125-1000 104%
SPANJE. O B. Per. 4 Pes. 1000-24000 60%
dito bin. Perpet. 4 Pr. 600-25000 461/2
TURKIJE. Gepriv. 4 fr, 500-3500 89%j
Geconv. serie D. Jj 20-2000 21
dito dito C. 20-100 2U/a 22
EGYPTE. O. L. '76 4 20-100 103% 103
dito «p. dito 876 Sl/j 20-100 99
BRAZILIË. Obl.
Londen 1883 4 1000 75 75
dito Oblig. 1889 4 1U/8
VENEZUELA. '81 4 100-500 421S/W 427/8
Indaatrieele en FInsneleele
omlerdemlngen
NEDERLAND. pCt
N. W. en Pac. Pbr. 5 600-1000 661/8 B3l/a
Ned. Hand.-Mtch.
A. rescontre 6 1000 1411/a 141%
N.-I. Hand. A. 150 76%
Zeeland Aand. 500
dito dito Pr. dito 500
dito Obl. 1886 3 1000
DUITSCHLAND.
Cert. Rijksbank
Aand. Arasterdam R.M. 2000
OOSTENRIJK. A.
O. H. B. fl. 600
IpoorwegleeBlBfM.
NEDERLAND. pCt
Holl. Spoor. 11216/u
Mij tot Eipl. van
St.-Spw. Aand.. 250 96
Ned. Ctr. Spw. A. 250 34%
dito Obligatie 3 1000
antwoordde »Zeg gerust aan uw zegsman
»kerelwat een leugen Dat de zoogenoemdt-
Willebrordsput te Zoutelande midden op da
Vischmarkt stond (bl. 25) is een door niet;-
bevestigde overlevering, en zeker minder merk
waardig dan de niet vermelde liefljjke bjjzon-
derheid, hoe hier na den slag met de Vlamin
gen, in Juli 1253, aanzienlgke vrouwen ui'
Middelburg de gekwetste vjjanden kwamer
verplegen. Dat Loyseleur de Villiers 4e be
roemde >Verantwoording van den Prins" heef-
opgesteld (bl. 32) is geene onderstelling, maar
werkeljjkbeid. Toen de verbitterde boeren ir>
Febr. 1814 zich tegen de afpersingen der
Franschen poogden të verzetten, hebben zjj d<
uitgetrokken krjjgsmacht niet terug gedreven
(bl. 72), maar zgn die schreeuwende op een
veiligen afstand gevolgd. Hadden zjj geluisterd
naar den verstandige» raad van den rnair:
Verheye van Citters, dan zouden zjj niet naar dr
stad zgn gegaan, waar óen geweerschot, dat
Willem Hubrechtse neervelde, de bende als
verschrikte bazen deed uiteenstuiven.
Hoe de buitenplaatsen Vierwegen en Poel-
wijk reeds sedert eenige jaren gesloopt zgn,
en dat de Abeelsche Zandweg daardoor veel
van zjjue bakoorljjkheid heeft verloren, is den
schrjjver ontgaan (bl. 87). De zoo belangrjjke
Oudheidskamer te Vlissingen, de stichting van
den edelen jongeling Willem van der Os,
verdiende meer dan éen enkelen regel (bl. 82),
en zoo was ook meldingswaard de merkwaar
dige bibliotheek van den predikant Hermann»
Faukelius, in de Boekerg der Provincie. Dat
de zoo zeldzame Bjjbel in de taal der Rood
huiden, niet meer is in het bezit van bet
Zeeuwsch Genootschap, scbgnt den schrjjver
onbekend.
Dat Laurens Pieter van de Spiegel de laatste
republikein wordt genoemd, klinkt wel wat
vreemd.
De beperkte rnimte van dit overzicht ver
biedt mjj verdere opmerkingen te maken, en
het zoeken naar misstellingen en vlekjes i»
een werk, dat mjj nooit aantrokprjjzen ia
aangenamer dan laken.
Uit het boekje bljjkt aanleg om onderhou
dend te bunnen vertellen, maar ook zekere
neiging om uit andere werken, zonder per-
soonljjb onderzoek, véél, baast letterljjfc, te
ontleenen. Wanneer de schrjjver zjjne stndiëa
over Zeeland ernstig voortzet, wat ik harteljjk
hoop, want er is ook op dat gebied behoefte
aan belangstellende en warmhartige navor-
schers, zal hg, na eenige jaren, waarscbgnljjk
de eerste zgn om te erkennen, hoe er aan dit
boekje nog wel wat te verbeteren viel.
Utrecht, 13 Maart '96. Nagtglas,