MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 32.
139® Jaargang.
1896.
Vrijdag
7 Februari.
De onhandigheid van een
drietal pairs.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allé plaatsen in Nederland franco p.p.,/ 2,-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Vhevraometer.
Middelburg 6 Febr. 8 u. vm, 37 gr., m. 12 n.
43 gr., av. 4 u. 43 gr. F. Verw. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éém
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50 elke regel meer '20 cent, Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bp abonnement op voordeelige
voorwaarden, Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Vlis8ingen P. g. de Vey Mestdagh Zoon,
te Goes*. A. G. Boioti, firma wed. A. C. de Jongs.
Geen grooter dieDSt hadden, dunkt ons,
de heeren Schimmelpenninck van' der Oye,
Breuning en Van Zinnicq Bergmann den
Nieuw Maltkusiaanschen Bond. kunnen bewij
zen dan door hunne bestrijding, in de Eerste
kamer, van den minister van justitie, omdat
deze die vereeniging als rechtspersoon er
kende.
Toen in het voorloopig verslag over de
staatsbegroting met een paar regels eene be
denking tegen die erkenning werd geopperd,
zal niemand vermoed hebben dat het daar
mee zulk een vaart zou loopen als nu het
geval ïs. Zoo'n los daarheen geworpen
opmerking zou, dachten wij, van zelf worden
geécarteerd, na een kort schriftelijk antwoord
van den minister-, en uit was de zaak.
Zoo iets zou verstandig zijn geweest.
Maar neende heeren hadden de groote
onhandigheid om hun zonderling Btandpunt
in de kamer en in eene openbare zitting te
verdedigenen men weet nu eenmaal als
men met dergelijke zaken voor het publiek
komt, dan loopt men gevaar zich belachelijk
te maken en valt men van de eene dwaas
heid in de andere; omdat teruggaan voor
velen een kwestie van eer en daardoor zoo
moeielijk wordt.
Nu is men zelfs zoo ver gekomen dat men
een motie heeft voorgesteld, waaraan de
Eerste kamer haar tijd zal moeten zoek
Wanneer nu iets dergelijks ware
door een heethoofdig lid van onze Tweede
kamer, dan was er niet zooveel reden tot
verbazingmaar drie eerwaardige, echt
deftige leden van het Hoogerhuis, mannen
die zich moesten wachten voor onbekooat-
heden, hebben zulk een zonderling stok
uitgehaald.
Na allerlei redeneeringen over het zede-
looze van den Bond, wat geheel buiten de
orde was en waarover de heeren als leden
der Kamer niet te oordeelen hebben,
zij dan deze motie voor
„De Kamer, betreurende dat de minister
geen gronden beeft kunnen vinden om te
adviseeren de goedkeuring der statuten van
den Nieuw-Malthusiaanscken Bond te weigeren,
gaat over tot de orde van den dag."
Nu willen wij voor een oogenblik het
onmogelijke eens als mogelijk aannemen, dat
nl. de Eerste kamer die heeren volgt op
dezen gevaarlijken weg en de motie aan
neemt wat zal daarvan het resultaat zijn
Dat de rechtspersoonlijkheid van den
Nieuw-Malthusiaanschen Bond wordt inge
trokken
Niemand zal dit denkendit behoort
trouwens ook tot de onmogelijke dingen.
Dat voor het vervolg een minister vaD
justitie zteh door zulk eeu besluit der Eerste
kamer een oogenblik zal laten leiden
Ook dit is niet denkbaar en trouwens ook
niet uitvoerbaar.
Een minister van justitie heeft omtrent
dit punt andere voorschriften, bij de wet
van 1855 vastgesteld; en bovendien staat
elk geval op zich zelf. Een votum van eene
Eerste of eene Tweede kamer kan op dit punt
hoegenaamd geen invloed uitoefenentenzij
men de wet verandere en niet meer aan de
regeering, aan den minister in deze de
beoordeeling iate maar de Staten-generaal
over elke aanvrage om rechtspersoonlijkheid
doe beslissen.
Voor zoo'n zonderlinge inrichting zullen
wij wel bewaard blijven.
Als ook deze materie eens werd gemaakt
tot speelbal van politieke hartstochten en
bijzondere opvattingen van partijmannen
dan ware de ellende niet te overzien.
Aan den eenen kant zon het misschien
gewenscht zijn dien weg eens in te slaan
als les aan de heeren Schimmelpenninck c.
hoe bedenkelijk hij is.
Yereenigingen, waarvoor zij zich bijzonder
op de bres stellen, zouden door anderen als
gevaarlijk en tegen het algemeen belang
beschouwd en aan ee ne scherpe critiek onder
worpen worden. Hoevele vereenigingen van
christelijken of militairen aard zou men
inoeten toetsen aan dat „algemeen belang",
waarvoor de heer Schimmelpenninck zich
zoo bijzonder warm maakte. Die vereeni
gingen breDgen scheiding, stichten godsdienst
haat of wekken den mensch op in een oorlog
zijn evenmensch te dooden. En dit strijdt
met het welzijn van het algemeen.
Zoo zou men kunDen redeneeren met even
veel recht 'als de drie leden der Eerste ka
mer tegenover den Nieuw Maltkusiaanschen
bond deden,
Maar welk een gejammer en geweeklaag
zou men dan van die zijde hooren
En toch, zulk een inbreuk op de staats
burgerlijke vrijheid willen die heeren in de
hand werken. Zij geven een slecht voor
beeld van staatsbeleid zij toonen hun totale
ongeschiktheid om ais regeerders op te
En dit te meer omdat zij zelfs niet
wisten, althans toonden niet te begrijpen dat
de kwestie niet thuis behoorde bij de alge-
meene beschouwingen, maar bij de begrooting
van justitie. Of wilden de heeren een storm
ram ervan maken tegen het geheele mini
sterie
Als wij hun een goeden raad zouden mogen
geven, dan zou het deze zijn ziet het op
accoordje te werpen met den voorzitter
der Eerste kamer, dat hij uwe motie tracht
te verdonkeremanen; en noodigt uwe mede
leden uit met geen enkel woord meer er over
te spreken. Dit is nog de eenige weg om
u te redden uit de moeilijkheid, waarin gij
door uwe onhandigheid zijt geraakt. Tenzij
gij u met alle geweld er op toelegt het eere-
lidmaatsebap te verwerven van den Nieuw
Maltkusiaanschen Bond en daarom tot den
einde toe wilt voortgaan reclame te maken
voor die vereeniging.
Geen beter weg toch konden de heeren
inslaan om dien Bond nog meer bekend te
maken, dan hij reeds is, dan door daaroveï
op die wijze in een hoog college a la d6
Eerste kamer te spreken en hem te bestrijden.
Alle couranten vermelden nu den naam
van den Bond, schrijven er over en vestigen
er de bijzondere aandacht op.
En dat ook gaf ons aanleiding nog eens
de statuten van dien Bond na te lezen om
te zien, of daarin waarlijk iets voorkomt dat
Staats-gevaarlijk is. Dat zou dan moeten
schuilen in het Doel van den Bond of in
de M i d d e 1 e n die worden voorgeschreven.
Omtrent het eeïste zegt aït. 3 öeT statu
ten, goedgekeurd bij koninklijk besluit dd.
30 Januari 1895 no 24
Het doel <3
Het verspreiden van kennis omtrent
het vraagstuk der toename van de bevolking
en van haren invloed op de stoffelijke en
geestelijke gesteldheid der menschen.
b. Het verspreiden van kennis omtrent
de wettelijk geoorloofde middelen, waardoor
elkeen in staat is, zoowel in zijn eigen be
lang als in dat der maatschappij, de geboorte
te voorkomen van kinderen, wier verschijning
de kansen op geluk van het gezin vermin
dert en voor welke geene vooruitzichten
zijn op een menschwaardig bestaan."
En art. 4 dier statuten luidt als volgt
„Zij tracht deze doeleinden te bereiken
a. Door het uitgeven en verspreiden van
populaire geschriften, kosteloos of tegen zeer
geringen prijs.
b. Door het doen houden van voor
drachten.
Door op zooveel mogelijk plaatsen
aan on- of minvermogenden gelegenheid te
verstrekken, om door deskundigen te worden
ingelicht omtrent de toepassing der in art. 3
sub b bedoelde middelen
De overige artikelen bevatten eenvoudig
mededeelingen omtrent den naam, den zetel
van den Bond, de vereischtcn voor het lid
maatschap, de contributie, het bestuur, de
eereleden en de vergaderingen. Daarin
komt nog veel minder voor, wat grond kau
geven om de rechtspersoonlijkheid te wei
geren.
En wat zien wij nu in de beide aangehaalde
artikelen
Dat de Bond kennis wil verspreiden
omtrent een belangrijk oeconomisch vraag
stuk, waarover ieder denken kan zooals
hij wil, met evenveel recht als over neutraal of
christelijk onderwijs, over leerplicht, over
kindervoeding, over het militairisme, over
dienstplicht en over tal van andere maat
schappelijke kwesties.
Bij het gewichtig vraagstuk, dat de Bond
in 't hijzonder op het oog heeft, doen zich
gelden de kwestie der overbevolking, die
der werkloosheid, gevolgen altemaal van te
groote gezinnen en te vele geboorten.
Daar zijn er, die den Bond steunen ter
wille van het huisgez? dat veel meer be
lang heeft bij waardig bestaan
van al zijne leden, waaneer de spoeling
niet al te dun is, dan bij gebrek en ellende
als gevolg van te groot aantal kinderen.
Anderen letten daarbij vooral op die kin
deren, die, door hun overgroot getal, niet
naar behooren kunnen worden opgevoed,
wat ook de maatschappij in het algemeen
benadeelt.
Het nut van hetgeen de Bond predikt
zien verder weer anderen in het feit, dat
de toepassing van zijn leer ten goede komt
aan de moeder, de vrouw, die opgaat in
zorgen, wier lichaam vaak lijdt eu wier
geest zich niet ontwikkelen kan.
Zeker, velen ontkennen die voordeelen,
bestrijden den Bond, maar de heer Schim
melpenninck heeft niet het recht hun aantal
te decreteeren als de groote meerderheid eD
hun zedelijkheidsbegrippen als de eenig
ware. Hij kent de toestanden niet en weet
niet hoezeer de ideeën van den Bond meer,
veel meer aanhangers hebben dan men wel
zou denken.
Maar al mochten dezen ook in de min
derheid zijn, dan nog voegt het een regee
ring niet inbreuk te maken op hun rechten.
Zij staan een zaak voor, die van het
standpunt der heeren Schimmelpenninck c. s.
geredeneerd als zij goed is, zal blijven be
staan, al heeft de Bond rechtspersoonlijk
heid of nieten, zoo zij uit den booze is,
zal te niet gaan.
Hoe kleingeestig is dan hun oppositie
hoe kleinzielig hun strijd tegen eene zaak,
did men niet - mei middelen kar, be
strijden maar over wier waarde de ervaring
van jaren eerst uitspraak kan doen.
Maar vooral kenmerkend is het weêr, hoe
juist die strijd is aangebonden door beD,
die altijd hoog opgeven van de erkenning
der minderheden daarop vooral aandringen
als het hun belangen of die hunner partij
betreft I
Maar waarom ons daarover nog verbaasd
Zij blijven in alles en ten allen tijde
dezelfde: even bekrompen van opvatting als
berekenend in hunne praktijken, even tyran
niek in hun streven als zelfgenoegzaam
waar zij meenen alleen recht van s
en de waarheid te hebben.
Zelfs in deze, schijnbaar eenvoudige kwestie,
waar zooals de minister van justitie zoo
juist opmerkte de houding der regeering
zoo duidelijk is aangewezenerkennen of
niet, volgens de wettelijke voorschriften,
zonder dat daarbij eenige sprake kan wezen
van in- of tegeningenomenbeid van hare
zijde zelfs in dit duidelijk aangewezen
geval hebben drie leden van onze hooge
vertegenwoordiging weer zulk een gebrek
aan doorzicht gegeven, dat niemand meer
zich behoeft te verbazen, wanneer men wel
eens hoort klagen over onze wettenroakers
en over de slechte wijze, waarop ons land
wordt geregeerd.
Middelburg 6 Februari.
Ontduiking van Masting.
Deze bekende kwestie is in de Eerste ka
mer wêer eens ter sprake gebracht. En daar
op kan ook niet genoeg gewezen worden.
Velen in de hooge standen de goede
niet te na gesproken hebben altjjd den
mond vol over de onhebbelijkheden van het
>mindere volk", over oneerlijkheid der dienst
boden of ondergeschikten. En vaak niet zon
der reden.
Maar zjj zeiven mochten wel eens wat meer
denken aan het noblesse oblige. Zjj, die zoo
veel hooger staan, moesten het voorbeeld
geven van eerlijkheid en goede trouw. En dit
doen zg niet, wanneer zg de belasting ont
duiken. Dan bestelen zg het landdan wor
den anderen, die het niet missen kunnen, ge
dwongen meer te betalen.
Zoo iets is in veler oogen geworden een
geoorloofde dieverjj.
Er zgn gelukkig voorbeelden aan te wijzen
van het tegendeel, maar dat er nog grove
ontduiking plaats heeft, toonde de minister
van financiën aan.
was geklaagd over het streng optreden
der inspecteurs van de belasting.
Wat, klaagt gjj daarover, zeide de mi
nister. Als een klacht, over het niet raet ge
noeg tact optreden, mjj bereikt, onderzoek i-i
en maak ik eene opmerkingmeestal met goed
gevolg. Maar als men eene opmerking wil
maken, >dan zg men billgk en bezie men de
zaak niet van éénen kantmen houde
alsdan rekening met het feit, hoe aangiften
schandelijk veel te laag door velen worden
ingediend, wat onbetwistbaar is gebleken.
Eenzijdigheid worde vermeden. Wanneer men
eensdeels wenscht te wijzen op den ijver van
de inspecteurs om de belangen te behartigen
van de schatkist, zonder eenig eigen voordeel,
dan stelle men daartegenover van den anderen
kant den jjver van tal van belastingschuldi-
om de schatkist te benadeelen te hunnen
eigen bate. Wanneer er misschien gezondigd
wordt van beide kanten, dan geschiedt dit
aan den eenen kant uit slechte en afkeurens
waardige eigenbaat, aan den anderen kanl
gebeurt het zeer zeker zonder eenig eigen
belang.
Niemand zal ontkennen, dat waar een Btrjjd
gevoerd wordt tegen zooveel pogingen tot
ontduikingen ten nadeele van de schatkist,
waar men slechts met zoo weinig wapenen
strjjdt, wel eens wordt misgetast, en dan zullen
degenen die mistasten, dat in de eerste plaats
betreuren. Als iemand het betreurt, dan ben
ik het. Wanneer men er een verwjjt van
maakt, dan vordert de billjjkheid dat
tegenover die klacht ook stelt de klacht over
iets, dat zeker nog veel erger is de pogingen
tot schandelijke ontduikingen. Die te keer te
tan is de plicbt van mg en van de ambtenaren.
Wanneer iemand betrapt wordt op het
sluiken van eenig zout over de grenzen, wan
neer iemand hg nacht en ontjjd door weer en
wind een zwaren zak draagt om een paar
kwartjes te verdienen, die op andere manier
door hem misschien niet kunnen verdiend
worden, dan wordt hg, om zoo te zeggen, te
vuur en te zwaard achtervolgd en gestraft,
en terecht. Treedt men zoo streng op tegen
zulke ontduikers, wat zou men er dan van
zeggen, indien men niet alle geoorloofde mid
delen aanwendde om te voorkomen de ont
duikingen in het groot en te geljjk van hon
derden, van duizenden guldens, en die ont
duikingen, zoo het eenigszins mogelgk is,
te keer te gaan Dit moge bedenken ieder,
die den ambtenaren eene grief maakt van het
geen zg doen in het belang der schatkist. De
ambtenaren behooren hun jjver voor de be
langen der schatkist altjjd met tact toe tp
passen, en waar die tart te wensehen mocht
laten, kan men er mg op wjjzen, en dan bljjft
redres niet nit."
De minister sloeg den spjjker op den kop.
Arme stakkers worden vervolgden zg, die
in de vermogensbelasting het ijjk tekort doen.
zou men met rust latenVoor hen vraagt
in de Eerste kamer zacht recht. Hoe lief
van die hoogmogenden
Hetzelfde verschgnsel doet zich ook voor
met gemeentelijke belastingen. Vraag eenp,
hoe die ontdoken worden, niet door hen die
in de laagste klasse zjjn aangeslagen, maar
juist door de meervermogenden.
De algemeene begrippen omtrent eerljjkheid
en zedelijkheid zgn zoo zonderling!
De commissaris der koningin in Noord-
Holland is gemachtigd tot het bjjeenroepeB
van de staten dier provincie in buitengewone
vergadering op Dinsdag 18 Febr., om dan aan
de orde te stellenlo. de verkiezing van een
lid vau de Eerste kamer, ter voorziening in
de vacature, ontstaan door het overigden van
den heer J. Prinsen 2o. het voorstel van
Gedeputeerde staten tot wijziging der begroo
ting van enkel provinciale en huishoudeljjke
inkomsten en uitgaven voor 1896, betreffend"
de bjjdrage in de kosten van aanleg van de
stoomtram Alkmaar-Purmerend.
jaar 2, van 70 tot 75 jaar 5, van 75 tot 80
jaar 5, van 85 tot 90 jaar 1.
De ziekten der overledenen warenlong
ontsteking 4, maagkanker en beroerte ieder 3.
ouderdom, longtering, slepend longljjden en
bartgebrsk ieder 2 en voorts kliertering, bloed
ziekte, stuipen, ctgfkramp, geelzucht, alcohol-
vergiftigïng, dierziekte oil blaasljjden ieder een-
Plotseling everleed een persoon.
De ingenieur 2e kl. der marine L. J. K.
Van Waveren ïb gedetacheerd aan boord van
Hr. Ms. pantserschip »Evertsente V1 i «-
in ge n.
Tot lid van den gemeenteraad te
Renesse is gekozen de heer P. Hoogenboom
die 27 van de 39 stemmen op zich vereenigde.
Men sohrjjft ons uit Schoondjjke:
In deze gemeente, die ruim 1800 zielen telt,
zgn vier kerken, t. w,: die der Ned. Hervorm
den, die van de Gereformeerden, die der Ka
tholieken en die van hen, die tot het zooge
naamde Evangelisatielokaal behooren. Het
gevolg hiervan is dat er ook zgn. Zondagscho
len, benevens een jongelings- en jongedocb-
tersvereeniging. Nu zou men zeggen: uit dat
alles kan men toch zgn gading wel vinden l
maar neen, dit is nog niet genoeg. Door de
twee postboden, waarvan een afkomstig van
Cadzand, de ander van Kloetinge, en die
naar het schjjnt zich niet aan een der vier
kerken kunnen aansluiten, is opgericht eene
»knapenvereeniging". Waar op godsdienstig
gebied zooveel variatie bestaat, kan deze ver
eeniging er nog wel bjjmaar jammer ia het
dat de bjj eenkomsten van deze laatste veree
niging des avonds moeten gehouden worden;
want de leden beBtaan uit opgeschoten jon-
die, 't bljjkt uit de ingekomen klachten,
bjj de politie, van de bewoners der buurt,
waar zg hunne bijeenkomsten houden, voor
den aanvang en na afloop nog al kattenkwaad
uitvoeren. Een beetje toezicht van hen, die
aan het hoofd daarvan staan, ware zeer ge
wenscht, als men weet dat deze gemeente
slechts één veldwachter heeft en er geen rijks
politie ia gestationneard. Dit laatste is wal
vreemd van een plaats, die in het centrum
van het district ligt.
UIT STAD EPÏ PROVINCIE
De zeemiliciens-verlofgangers der lich
ting 1894 zullen worden opgeroepen voor op
komst in werkel jjken dienst voor zes weken
voor hen die wonen in Zeeland zal di<-
opkomBt plaats hebben den 21 April.
Wjj herinneren belanghebbenden dal
V r jj d a g avond in Ons Suis te Middel
burg de Frauscbe les wtêr wordt hervat.
Gedurende de maand Januari zgn, big
kens het zgn. Maandboekje, in deze
m e e n t e overleden 27 personen.
De ouderdom der overledenen wasbeneden
het jaar 5, van 5 tot 10 jaar 1, van 10 tot
15 jaar 1, van 20 tot 25 jaar 1, van 25 tot 30
jaar 1, van 30 tot 35 jaar 2, van 40 tot 45
jaar 1, van 55 tot 60 jaar 2, van 65 tot 70
Polderbestuur van Walcheren.
Algemeene vergadering van heden, Don
derdag, middag te 2 uren.
Voorzitter de heer D. A. Dronkera.
Tegenwoordig 20 commissarissen.
De voorzitter opent de vergadering en zegt
dat sedert de laatste bgeenkomst het oudste
lid in leeftgd, de beer J. van den Broeke is
overleden en deze zgne plaats in de vergade
ring aan een ander heeft moeten inruimen.
Hg bereikte den zeer hoogen leeftgd van
ruim 85 jaren. Den 7en Januari 1878 gekozen
tot commissaris, werd hg als zoodanig ge
ïnstalleerd in de vergadering van den 20en
April d. a. v. en heeft hg alzoo gedurende 18
jaren zitting gehad in de algemeene vergade
ring van den polder.
Tot in zgne laatste levensdagen stelde de
krachtige en opgewekte gr geaard er een groote
in tot dit college te behooren en niet
gaarne zou hg bjj een der bijeenkomsten zgn
afwezig gebleven. Hg was, zoover de herinne
ring van den voorzitter gaat, altljjd tegen
woordig.
De voorzitter gat den leden in overweging
aan hem, die de vergadering niet meer kan
bjjwonen, eene plaats in hunne herinnering
af te staan.
Alvorens met de werkzaamheden aan te
vangen, wenschte de voorzitter tot commissa
rissen nog een enkel woord te richten, dat
hem meer persoonljjk betreft.
Hg deelde daarop mede dat hg het voor*
recht heeft den leden kennis te kunnen geven
van zgne herbenoeming als voorzitter van bet
polderbestuur, welke is geschied bg besluit
van de Koningin-regentes van 24 October de»
vorigen jaars. Daar die benoeming een uit
vloeisel is van de door commissarissen gedane,
voor spreker zoo vereerende, voordracht, is het
hem een aangename plicht zgn groote erken
telijkheid voor dit bljjk van vertrouwen uit
te spreken.
Hij besloot met de hoop te uiten dat hem
gezondheid en kracht zullen worden geschon
ken om de belangen van den polder Wal
cheren nog eenigen tjjd, voor zooveel hem
.mogelgk is, te kunnen behartigen. Daarvoor
riep bg den steun en de welwillende mede
werking van heeren commissarissen in.
De leden gaven van hunne instemming met
het gesprokene bljjk.
Daarna werd overgegaan tot de behandeling
van het eenige punt, waarvoor deze vergade
ring was bijeengeroepen, nl. de uitbreiding
van de werken aan de Noordwatering»
In de najaarszitting van 28 Sept. 1895 werd
door de algemeene vergadering overeenkom
stig het voorBtel van het dag. bestuur bjj de