Hlellnrgscïe taant 1 FEUILLETON. BIJVOEGSEL VAM DB Maandag 27 Januari 1896, no. 22. Middelburg 28 Januari. Vlissingen in 1893. De heden te Vlissingen gehouden zitting van den gemeenteraad werd door den burge meester, den heer H. P. J. Tutein Nolthenius, geopend met de volgende toespraak »M. H. 1 By het openen van de eerste ver gadering in 1896 zjj het mjj vergund u allen van harte welkom te heeten en volgens myne gewoonte met een enkel woord het aigeloopen jaar te herdenken. In de eerste plaats betreft dit de verande ringen in uwe vergadering. De ledige plaat sen zyn wel is waar ingenomen door mannen, die wjj met genoegen zitting zagen nemen en die zeer zeker van hunne zjjde alles zullen doen om de belangen der gemeente te helpen bevorderenmaar daarom willen wjj toch hen niet vergeten, die uit deze vergadering heen gingenbeiden toch hadden hunne krachten voor het algemeen belang veil. De een, onze waardige Mortier, die zoo tal van jaren het vertrouwen der kiezers genoot en die in zoo- vele andere betrekkingen groote diensten aan Vlissingen bewees, werd temidden zjjner werkzaamheden door den dood weggerukt. De ander, de heer Le Sage van Hoeve, bleef op zyn post zoolang hjj zulks kon. Ook hem gingen Vlissing's belangen steeds ter harte. Met vreugde zien wy voorts onzen waar- digen dr Callenfels weder in ons midden, was gedurende het afgeloopen jaar tengevolge van ongesteldheid verhinderd verschillende zittingen by te wonen. Van harte wenschen wy hem toe, dat hy nog vele jaren in onze vergaderingen gezond en wel moge verschynen en dat hy steeds dezelfde belangstelling in alles wat onze gemeente betreft mOj toonen, als wy altyd van hem gewoon zyn geweest. Wanneer wy verder een terugblik werpen op den toestand der gemeente,dan kunnen wy zulks met groote dankbaarheid doen. De uitbreiding der nieuwe stad nam steeds toe. De aanleg der nieuwe straten, de Clyver, de Bouwen Ewouts-, alsook de Hobeinstraat, getuigt van de ruime schaal waarop in het vervolg zal gebouwd worden. De Badhuisweg, waarvan nu by na de geheele Westzy bouw is, mag zeker een fraaie toegangsweg tot de badplaats genoemd worden. Ook het »Eiland" werd meer en meer bouwd met voldoening kan erop gewezen worden, dat van de in 1893 voor den aankoop van dat stuk grond aangegane geldleening van f 23.000 thans nog slechts f 8500 ter aflossing overbljjft, terwjjl verreweg het grootste ge deelte der straten en riolen aangelegd werd, hetgeen mede uit de opbrengst der verkochte gronden bestreden werd. Ook de rjj villa'f op de duinen getuigt van den vooruitgang der badplaats, terwjjl door het bestraten van het terrein voor het Grand-hotel en de villa's zeker eene groote verbetering tot stand kwam. Gaarne breng ik hier ter plaatse een woord van hulde aan de ondernemende personen, die deze villa's deden bouwenik hoop, dat hun voorbeeld navolging moge vinden en ook, dat onze badplaatB tot meerder bloei moge geraken, De opening van de Oudheidskamer in de ge restaureerde gevangentoren is een feit, dat ik met groote vreugde herdenk. Heeft wylen de heer W. van der Os den eersten stoot aan deze instelling gegeven en verleende zjjne familie, te zjjner nagedachtenis, grooten steun, ook het ryk en de gemeente hebben zich van hunne zjjde niet onbetuigd gelaten. Vlissingen werd daardoor een monument ryk, dat zeker eenig genaamd kan worden en dat onze Btad, waar helaas! zoo weinig van hare vroegere grootheid overbleef, tot sieraad ver strekt. Dankbaar vermeld ik hierbjj dat Z. Ezc. de Minister van Binnenlandsche zaken gunstig beschikt heeft op het daartoe dezerzyds gedaan verzoek om de indertyd aan het ryk in bruik- afgestane gildegoederen, zjjnde drie ver guld zilveren bekers, een zilveren schaal, een zilveren kruiwagentje van het metselaarsgilde en een fraai gesneden kastje, welke voorwerpen tot nu toe, met de andere toenmaals tegelyk verkochte voorwerpen, in het Rijksmuseum bewaard werden, terug te mogen ontvangen, zoodat ook deze voor de geschiedenis onzer stad zoo interessante gedenkstukken, dateerende uit den bloeitjjd van het gildenwezen, eerst daags weder in ons bezit zullen zyn en voor de Oudheidskamer een schoone aanwinst vormen. Ook omtrent het fabriekswezen kan met dankbaarheid op 1895 worden teruggezien. De aatschappy de Schelde had overvloed van werk en wierp dientengevolge groot voordeel voor de ingezetenen af- De oprichting en het in werking brengen der electro-tinfabriek zy mede door my vermeld. De gemeente verkreeg daardoor weder eene industrieele inrichting te meer, die bljjk gaf van den ondernemingsgeest der ingezetenen. Moge zy in bloei toenemen en het bewjji zyn, dat onze stad, niettegenstaande hare havenwerken nog steeds niet aan het doel beantwoorden en niettegenstaande de groote tegenwerking, die steeds van elders wordt ondervonden, toch tracht vooruit te gaan en niet moedeloos wordt onder hare ondervonden teleurstellingen 1 Dat ook daarvan de maatschappij Zeeland dit jaar opnieuw bewys gaf mag met groote vreugde vermeld worden. Zy heeft met zware concurrentie te kampen. Steeds was zy echter, dank zy hare wakkere directie en de uitste kende inrichting harer schepen, in staat haren roem hoog te houden; en ook thans door het vaart brengen van de drie nieuwe booten met grootere snelheid, heeft zjj weder een bewys van haar energie gegeven, die wy van harte wenschen, dat met sucoes moge bekroond worden; en dat daardoor ook steeds van onze Nederlandsche postlyn, door wylen prins Hendrik in het leven geroepen, hoog moge gehouden worden, dit is zeker de wensch van alle rechtgeaarde Ylissingers. Met spanning zien wy zeker allen de be handeling der zaak van de Marinehaven en sluis in de Tweede kamer tegemoet. Met vreugde hebben wy bet rapport der cor gelezen. Moge de conclusie daarvan weerklank vinden by 's lands Hooge vergadering, dan zal daardoor een groot onrecht aan onze stad goedgemaakt worden. Na nog vermeld te hebben de uitbreiding van school B met twee nieuwe lokalen, waar door in eene groote behoefte voorzien werd, wil ik, alvorens te eindigen, nog wjjzen op iets, dat u allen wellicht reeds bekend is, doch dat ik niet kan nalaten hier te ven Het is namelyk het vooruitzicht dat wellicht na niet al te lang tijdsverloop de gemeente een nieuw weeshuis zal krjjgen. Dat, M. H. 1 is een vooruitzicht, dat terecht met gejuich ag begroet worden. Door heeren regenten is aan het college van burgemeester en wethouders mededeeling ge daan, dat door het verkrjjgen eener erfenis deze instelling in staat zal zyn met een voor stel te komen tot het stichten van een nieuw gebouw. Dat zulks hoog noodig is, zal ik wel niet behoeven te betoogen, en dat een ieder wel denkend mensch met vreugde zal vernemen, dat de weezen op beter wjj ze huisvesting zullen krygen, is buiten twjjfel. Wanneer een des betreffend voorstel mettertjjd uwe vergadering zal bereiken, hoop ik op uw aller medewer king. Het zal zeker een van de heugelykste raadsbesluiten zyn, tijdens myn voorzitterschap genomen, wanneer de bouw van een nieuw weeshuis wordt goedgekeurd, en het zal een gelukkige dag voor de geschiedenis van Vlis singen mogen heeten. Met dankbaarheid zy daarom de naam van den man hier genoemd, wiens hart zoo warm voor onze weezen klopte. Het was de heer L. J. van den Berg, overleden te Middelburg, een kleinzoon van den heer Borgerhoff, inder tyd notaris alhier. En thans M. H.zeg ik u allen nogmaals dank voor de ondervonden medewerking in het afgeloopen jaar en in het byzonder aan de beiden heeren wethouders dezer gemeente. Ik heb met genoegen myn ambt als burge meester waargenomen en ondervond daarbjj dien steun en die sympathie, die ik zoozeer voor mjjne betrekking noodig heb. Een woord van dank ook aan de hoofd- en andere ambtenaren dezer gemeente voor hunne plichtsbetrachting en aan u, secretaris! een afzonderljjk woord voor de aangename wjjze, waarop u my terzjjde stond. Ik vraag u, M. H.ook voor het aange vangen jaar opnieuw uwe medewerking en uit daarbjj den wensch, dat 1896 voor u en uwe gezinnen een recht gelukkig jaar moge zyn en dat wy allen met lust en ijver de belangen onzer gemeente onder Gods zegen naar onze beste krachten mogen behartigen." Voor het vervo'g zie men de courant zelve) EEN MILLI0ENEN-DR00M. Uit het Engdsch. 'tWas twaalf uur, middernacht, en de eer waarde John Humphrey Dollar wond zyn horloge op met de wonderlijke gedachte dat, wanneer hjj 't weer met dit doel zou uithalen, hy een millionnair zou zyn. Dit stond vaBt maar mogeljjk zou 't veel meer wezen. He fortuin, dat zyn stervende bloedverwant hem zou nalaten, was hieraan twjj fel de niemand veel grooter dan de bezitter ooit wilde bekennen. Geen zyner buren wist hoe en waartoe hy zulke schatten had verzameld; het feit bestond en ging nu niemand aan dan zyn naasten bloedverwant John Humphrey Dollar, die van zyn leeraarsambt, honderd mylen ver, was opgeroepen om des rjjkaards millioenen, hem by mondeljjke beschikking ten overstaan van de vereisohte getuigen ver maakt, in ontvangst te nemen. Plotselinge ongesteldheid had den krachtigen zestiger neergeveld te midden van zyn geld verzamelen en, hoe vreemd het klinke, hy had nog geen testament gemaakt. Maar hy wist dat er een naastbestaande leefde, een geeste lijke, wat hem een waarborg was dat de kerk en de liefdadigheids-instellingen niet vergeten zouden wordeneen geleerd en verdienstelijk man, die daarenboven eenvoudig en ingetogen leefde, gezonde politieke beginselen had en gewoon was voor het dagelyksch brood te werken, 't Was voor den stervende eene s lende gedachte dat hjj zulk een erfgenaam had. Maar hy was te ver heen om er zich in verdiepen. Hem bleef nietB anders over dan zyn einde te gemoet te gaan, zooals 't een getrouw lid der kerk en een erflater van mil lioenen betaamt. En de eerwaarde John Humphry Dollar had niet anders te doen dan zich voor te bereiden op de buitengewone verandering van fortuin die hem waohtte. Droefheid over den dood zjjns bloedverwants kon hjj niet gevoelen en behoefde hjj niet voor te wenden. Zjj hadden elkaar geen maal ontmoet en waren elkaar vreemd. Hy zat alleen, wachtend op zjjne millioenen. Een flink vuur brandde aan den haard, want het was winter, en ouder gewone omstandig heden zou hjj in zyn zaohten, gemakkeljjken )1 zyn ingedommeld na de lange spoorweg derde klasse. Er stond wyn op tafel, maar hjj liet dien onaangeroerd. Hy was in gepeins verzonken. En, niet onnatuurlyk onder omstandigheden, bepaalden zjjne gedachten zich tot wereldsche aangelegenheden. Hy was een goed man, zeer ontwikkeld, oprecht, stipt in 't vervullen van zjjn plicht, milddadig en in vroeger jaren had hjj zich een uitmuntend zoon en broeder betoond. Van het gering sala ris, dat hjj als leeraar aan eene letterkundige inrichting ontving, had hjj jaren lang eene Wy ontvingen het jaarboekje van den alge eenen Nederlandschen vredebond voor 1896, waarin voorkomt een opstel van dr. S. Baart de la Faille, gewjjd aan de nagedachtenis van inr. D. van Eek, den vroegeren voorzitter van het verbond. Dit eindigt aldus Zoo hebben wy onzen voorzitter gekend als een wakker, onvermoeid stryder voor onze be ginselen in het parlement, in onze vergaderin gen, in ons jaarboekje. Van Eek heeft geen reden gehad om zich g-déailhisioneerd te ge voelen al kwam veel, wat by wenschte, niet tot stand of niet zóo als hjj het doelmatigst oordeelde, al stond zyn ideaal veel hooger dan de werkelijkheid hem te aanschouwen gaf welKen idealist gaat het anders Hst Neder- landsohe volk, het moet erkend worden, bleef en bljjft in zyn geheel apathisch gezind tegen over de vredebewegingwat zyn 400 leden, die een luttele bjjdrage van f 1.25, de moes ten van f 0.50 bjjdragen Een oorlog en dan is het te laat schynt het wakker te moeten schudden. Maar niet vergeten mag worden, dat de beschaafde wereld in het algemeen, maar ook in Nederland, het beginsel van arbi trage in de laatste 20 jaren belangrjjke schre den voorwaarts heeft gedaan. Tal van tactaten zyn gesloten, waarby in geval van geschil scheidsrechterlijke uitspraak is bedongen. Het volkenrecht wordt meer bestudeerdinterpar lementaire congressen mogen de vrucht heeten van de beweging der vredevrienden. Daaraan heeft Van Eek medegewerkt als een der beste pioniers en wjj danken er hem voor, niet met woorden alleen, maar door met dezelfde kloek heid en volharding, in zjjnen geest aan den on voltooiden arbeid te bljjven werken. En al zullen ook onze oogen het einde van dien nobelen strjjd tegen den oorlog niet zien, bljjve ook in ons het geloof: Eens zal het zyn: Vrede op aarde tusschen de volken!" Het algemeen bestuur van het verbond staat uit de heerenmr. J. B. Breukelman, waarnemend voorzitterdr. S. Baart de la Faille, penningmeester mr. C. Bake mr. A. Telting mr. Th. G. van Eek en J. A. Mazel, secretaris. Het jaarboekje is in grooter formaat ver schenen en beter gedrukt dan vroeger. Het leest nu veel aangenamer, terwjjl de omslag ook veel fraaier is. Overigens bevat het boekje, dat zjjn 23en jaargang beleeft, tal van zeer /aardige bydragen, waarvan wjj een en kele zullen overnemen. Wjj doen dit thans reeds met het in dit nommer voorkomende Oorlog aan den oorlog. De meeste afdeelingsverslagen der Eerste kamer over de staatsbegrooting zyn versche nen. Bjj de algemeene beschouwingen werd le vendig betreurd, dat de begrooting wederom niet vóór den aanvang van het dienstjaar is tot stand gekomen. Erachtige aandrang werd op de regeering uitgeoefend om eene spoedige beslissing omtret het kiesrecht te bevorderen, al ontkende men daardoor niet de bevoegdheid en verplichting der regeering om de gemeente- financiën te regelen. Aan haar werkkracht werd hulde gebracht. Onderscheidene leden zagen den toestand onzer finanoiën eenigszins donker in, daarbjj vooral wjjzende op de hooge militaire uitgaven. Anderen achtten den flnancieelen toestand niet zorgwekkend. Vele leden be spraken den gsdrukten landbouwtoestand, hun meening dat verbetering te wachten is van de oprichting van een afzonderljjk land- bouwministerie werd van meer dan één zjjde bestreden, die alle landbouwzaken liever zooveel bejaarde moeder en eene verlamde zuster onderhouden. Zyn geheele bestaan was karig en die karigheid was hem altyd een doorn in 't vleesch geweest. Voortdurend griefde 't hem zich slecht gekleed, armoedig huisvest en zeer beperkt in zjjne uitgaven te weten en daardoor tot een lageren maatschappeljjken trap te zyn gedaald dan waarop zjjne geboorte hem recht gaf. Hjj was een gentleman, de zoon van een gentleman, begaafder en beschaafder dan de meeste zyner buren en toch, omdat hy 't karig en arm had, liet de wereld, namelyk de wereld waarom hy gaf) zich niet aan hem gelegen liggen. Men had hem niet geminacht, maar eenvoudig gedaan alsof hjj niet bestond. Sinds vjjftien jaar woonde hjj in eene volkrjjke stad, waar van een groot deel der bewoners tot zyn eigen stand behoorde, maar hjj was nog evei een vreemdeling voer de bevolking van die aangename badplaats als toen hjj er zjj; eervolle betrekking aanvaardde. 't Spreekt van zelf dat hjj om die reden geen eenzaam leven had behoeven te leiden, maar 't kwam nooit in zyn hoofd op om vrienden en bekenden in andere, minder beschaafde kringen te zoeken. En hy maakte er de »groote wereld" geen verwjjt van dat zjj naar hem niet omzag. De maatstaf, waarnaar zjj oor deelde verschilde, niet ve6l van de zjjne. Hjj gevoelde nu, niet zonder bitterheid, dat, in dien 't anders ware, hy de plotselinge veran mogelyk in een afdeeling wilden vereenigen. Zjj, die wezen op den treurigen eoonomiaohen toestand, waaronder vooral de kleine midden stand gebukt gaat, verwachtten organisatie van het economische leven door instelling van een departement van handel en nijver heid, waartegen wederom anderen ernstige bedenkingen hadden. Ook de vereeniging van de ministeries van oorlog en van marine tot een departement van defensie werd andermaal bepleit. Een lid protesteerde tegen de erkenning der vereeniging Nieuw Malthusiaansche Bond te 's-Gravenhage als reohtspersoon, als zynde i. in strjjd met het algemeen belang. Bjj kon. besluit is zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld aan jhr mr T. A. J. van Asch van Wjjck, op zyn ver zoek, met ingang van 12 Mei 1896, een eervol ontslag verleend uit de betrekking van gou verneur van Suriname, onder dankbetuiging voor de gewichtige diensten, door hem in die betrekking bewezen; zyn benoemd tot notaris: binnen het arron dissement Groningen, ter standplaats de ge meente 't Zandt, E. Kingma, candidaat-notaris Harenbinnen het arrondissement Arnhem, ter standplaats de gemeente Zevenaar, J. H. O. Hazowinkel, thans notaris te Veendam en binnen het arrondissement Winschoten, ter standplaats de gemeente Veendam, W. Boer, oandidaat-notaris aldaar is bevorderd tot kapitein bjj het korps ma riniers de eerste-luitenant van dat korps, A. J. Paehlïg; is met ingang van den lsten Mei a. s. lo de hoofdingenieur der marine L. C. P« W. Visser, hoofd van het vak van scheeps bouw bjj 'srjjks werf te Willemsoord, op zyn verzoek, eervol uit zjjne betrekking ontslagen; de hoofdingenieur der marine G. Turk, toegevoegd aan den chef der afdeeling Mate rieel bjj het departement van marine, geplaatst als hoofdingenieur der marine, hoofd van het vak van scheepsbouw by 's rjjks werf te Willemsoord 3o bevorderd tot hoofdingenieur der ma rine de ingenieur der marine der le klasse J. van Beektot ingenieur der marine der le klasse de ingenieur der marine der klasse J. 't Hooft, en tot ingenieur der marine der 2e klasse de adspirant-ingenieur der ma rine M. G. de Gelder. Conversie 1896. De agent van het ministerie van financiën te Amsterdam bericht dat thans te zjjnen kantore (Korte Spinhuis steeg B 3) en bjj de betaalmeesters kosteloos verkrjjgbaar zjjn de navolgends formulieren lo. verklaringen betreffende de rechthebben den op Vs pet. commissie wegens geconver teerde inschrijving Nationale Bchuld 2o. quitantiën wegens commissie h l/, pet. Door het bestuur der Vereeniging voor de staathuishoudkunde en de statistiek is ter behandeling in de algemeene vergadering der vereeniging, welke in de tweede holft van dit jaar op nader te bepalen dag te Utrecht zal worden gehouden, aan de orde gesteld »Hetpachtcontractin Nederland en de daarin aan te brengen ver- beteringe n". Het bestuur heeft gemeend dat, nu door een samenloop van omstandigheden de agrarische belangen in den laatsten tjjd sterk op den voorgrond zyn getreden, de betrekking schen eigenaars en pachters in bjjzondere mate de aandacht verdient. Ook thanB weder wenschte het bestuur, ter bevordering van de vruchtbaarheid der dis- cussiën, deze door vooraf gedrukte aan de leden rondgedeelde praeadviezen voor te bereiden. De uitnoodiging om over het bovengenoemd onderwerp van preadvies te willen dienen, is met groote bereidwilligheid aanvaard door de heeren mr J. Ba. d'Aulnis de Bourouill te Utrecht, K. de Boer Czn. te Assendelft, H. M. Hartog te Barneveld en mr A. P. de Lange te 's Gravenhage. Het bestuur hoopt in staat te zullen zyn omstreeks Juni deze praedviezen aan de leden rond te zenden. De Vrjjdag uit O o s t-1 n d i ontvangen mail loopt tot 24 December. Volgens het verslag omtrent de voornaam dering in zyn fortuin met andere oogen zou aanzien. Ware zyn levensbeschouwing ern stiger en verhevener geweest, hjj zou zich nu eene geheele andere toekomst droomen. Hjj had zyn armoedig bestaan altyd van het standpunt van een wereldling beschouwd^ was 't te verwonderen dat ook zjjne verhef fing door iets wereldsch werd gekenmerkt 't Was zyn voornemen goed, veel goed met zyn geld te doen, maar in zulk eene crisis komt een mensch er toe allereerst aan zich zelf te denken. De gedachte, die hem 't meest bezig hield, was dat hjj nu op zooveel beter voet met zyn arm eigen ik zou staan. Tot dusver had hy geen vrede gehad met zichzelf. Zyn onaanzienlijk voorkomen en nederige om standigheden haddon hem verbitterd. Tot op zekere hoogte voelde hjj zich verantwoordelijk voor zulk een stand van zaken. Hjj had meer weerstand moeten bieden, meer zelfvertrouwen moeten hebben bjj had zyn best mosten doen tot eene betere positie te geraken, terugblik was zjjne dageljjksche spyze geweest, Nu had hjj slechts vooruit te zien. De ge dachte dat hy tot aan het einde zjjns levens een goedgekleed man zou zyn, deed hemwel- behagelyk glimlachen. Voor negen en negen tig van de honderd lieden is het uiterljjk van een mensch van meer gewicht dan hetinner- lyk. Goed gekleed te zyn, sluit zoovele an dere goede dingen in smaak, goed gezel- sohap.eene aangename omgeving. De eerwaarde ste gebeurtenissen in het gouvernement A t j e h n Onderhoorigheden, loopende van 24 November jl. tot en met 7 Dec., hadden op Groot-Atjeh in den naoht van SO November op 1 Dec. eenige kwaadwilligen een brug van klapperstammen, in den weg bjj Lamsoet, opgebroken en met eenige in de nabjjheid gevelde boomen den weg versperd. De brug werd dadeljjk herstelden de belem mering opgeruimd. In den nacht van 5 op 6 Dec. drong een bende kwaadwilligen de kampong Kota-Karang (in de nabyheid van Tjot-Goed) binnen, om singelde het huis van den imam dier moekim Hadji Bin tang en vermoordde dit ons genegen hoofd. De kampongbevolking, welke daarna kwam opzetten, verdreef de aanvallers, die 2 dooden en 1 zwaar gewonde moesten achter laten, terwjjl hun bjj de vervolging door de kampongbewoners nog een verlies van min- sna 7 dooden zoude zyn toegebracht. In de Onderhoorigheden viel niets bjjzon- ders voor. Ter Oostkust overleed Panglima Prang Moeda van Perlak, een invloedrjjk en hevig tegenstander van den radja van het landschap Toekoe Tjihiq Perlak. l>e weersgesteldheid kenmerkte zioh door flinke regenbuien, die de rivieren nu en dan buiten hare oevers deden treden. De gezondheidstoestand bleef Btationnair. Het gemiddelde ziekteojjfer bedroeg, evenals in het vorige tydvak, 25 en dat van de beri beri 10 tegen 12 gedurende den vorigen ver- slagtyd. Het aterftecjjfer was lager. Op Lombok is alles rustig. De gezond heidstoestand laat echter te wenschen over; vooral koorts en buikziekten komen veel voor. Aldaar zyn een tweetal ordonantiën vast gesteld, de eene tot invoering op Lombok van de bedrijfsbelasting voor de vreemde Oosterlingen en de andere tot invoering van de bedrijfsbelasting voor de niet tot de in- he (Sassaksche en BaliBche) bevolking behoorende Inlanders. De Raad van Justitie te Batavia heeft rechtsingang, met bevel van gevangenhouding, verleend tegen den verdachte J. B., oud 53 jaren, geboren te Batavia, van beroep admi nistrateur van het zegel in Nederlandsch-lndië, en rechtsingang met bevel van gevangenne ming tegen den verdachte F. H. R., oud 32 jaren, geboren op het eiland Flores, van be roep 2den commies bjj den post- en telegraaf dienst en chef van het post- en telegraafkan toor te Meester-Cornelis, beschuldigd van ver duistering van zegelB en medeplichtigheid daaraan. De heer F. H. R. is op het postkantoor te Weltevreden, waar hg sedert eenige dagen werkzaam was, gevangen genomen en van daar terstond naar de gevangenis overgebracht. Het bedrag aan zegels, dat hy en de heer J. B. zouden hebben verduisterd, is ongeveer f 35,000. De heer R. ontkende tot nog toe schuldig te zyn en beweerde op goeden voet hebben kunnen leven (hjj hield rjjtuig), huis te hebben kunnen koopen van f 8000, een deposito van f 1800 by een der Banken te hebben en zoo meer, van hetgeen hy van zjjne moeder had geërfd en met handelen in postzegels verdiendebjj onderzoek bleek aldra, dat die inkomsten daartoe lang niet toereikende waren. Ook was het opgevallen, dat bet zegel - debiet te Meester-Cornelis, sedert de heer R. daar kantoorchef was, van f 14,000 's jaars op f 6000 was gedaaldin de maand October jl. b. v. werd slechts voor f 500 ontvangen terwyl van elders bleek, dat op één dag alleen voor f 1750 zegels waren gekocht. J.-B Oorlog aan den oorlog-. Wanneer ik maar denk aan het woord Oorlog, ontroer ik, alsof men my sprak van hekserij, van inquisitie, van eene lang geleden afgedane, afachuweljjke monstrueuse zaak tegen de natuur. Spreekt men van mensoheneters, alsdan glim lachen wy met hoogmoed, om onze superiori teit over de wilden te doen uitkomen. Wie zyn de wilden, de ware wilden Zjj die vechten om de overwonnenen op te eten, of zjj die moorden om te moorden, uitsluitend om te moorden De rjjen jongelingen, die daarginder mar- heer Dollar was er zeker van dat, zoo bjj tot nu toe had gegolden voor een niet begeerlyk man, dit voor een groot deel aan zyn schrale beurs te wjjten was. Ec is geen premie gezet op armoedigheid. Toen zjjnè gedachten dezen loop hadden genomen, volgde alB van zelf dat hjj aan 't huwelyk dacht. Tot nu toe was hjj ongehuwd gebleven, omdat zjjne middelen hem niet veroorloofden eene vrouw naar zyn smaak te huwen. Meer dan eene zou ongetwjjfeld zyn armzalig lot hebben willen deelen en zonder klagen, werkend en slovend, het eene jaar na het andere, zioh in een karig bestaan geschikt hebben, maar de gedachte aan zulk eene mogelijkheid was hem onverdragelyk. Dan liever een eenzaam leven. Meermalen had bjj dames ontmoet, die hem zeer hadden aange trokken, maar tot hiertoe waren zjj geheel boven zyn bereik geweest; zy waren zich nauwelijks van zjjn bestaan bewust. Nooit had by eene uitnoodiging voor een bal of diner injde vroolyke plaats, waar hy woonde, ontvangen. En toch was het Bomtjjds ge beurd dat academie-vrienden, die in eene veel betere positie dan hjj waren, daar eenigen tjjd hadden doorgebracht en hy in hunne woning in aanraking waB gekomen met wat wy de groote wereld believen te noemen. Bjj die gelegenheid had hjj kenniB gemaakt met lady Felicia Stronge, de beminnelijke, schoone doch ter van een graaf; zjj had geen fortuin en kon alleen door de welwillendheid harer tante,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 5