N°. 9.
139" Jaargang.
1896.
Zaterdag
11 Januari.
Be joBiste circulaire der Liteale ïïnïe.
Middelburg 10 Januari.
Transvaal en Nederland.
middelbirgsche courant.
Deze courant verschijnt d a e l ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prys, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Th erin om eter.
Middelburg 10 Jan. 8 n. vm. 32 gr., m. 12 u.
34 gr., av. 4 u. 34 gr. F. Verw. N. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór iém
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
W
Advertentiën20 cent per regol. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bjj abonnement öp voordèelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Temeuzen: M. de Jonge; te Rotterdam
Nijgh van CmiAR.
Met belangstelling zal menigeen wij
durven niet zeggenzullen zeer velen, want
de belangstelling in de politiek is vooral
tegenwoordig niet groot en stijgt alleen eenigs-
zins als er verkiezingen op til zijn of wanneer
er wat meer kracht spreekt uit de mannen,
die het roer van staat in handen hebben
met belangstelling dan zal menigeen kennis
genomen hebben van het concept-programma,
waarmee het bestuur vaD die Unie den
laatsten dag van het vorig jaar ons verraste.
Het zeer uitvoerig stuk staat, om het eens
duidelijk uit te drukken „op pooten". Er
zit pit in het is een verlanglijst die haast
niets dan begeerlijke zaken bevat en die de
Unie zelve het cachet geeft van den voor-
nitstrevenden geest, welke na de jongste ge
beurtenissen in haar midden, na de scheuring,
die plaats had, haar bezielt.
Wij behoeven niet meer te herhalen wat
er zooal op dit concept-program voorkomt.
Wij gaven al de daarin genoemde punten
opalleen herinneren wij dat zij betreffen
eene regeling der gemeente-financiën en te
vens herziening der gemeentewet; tal van
zeer gewichtige sociale hervormingende
houding der overheid als werkgeefster; ons
onderwijs, vooral het practisch volksonderwijs;
het lot van verwaarloosde kinderen; het
personen- en het erfrechthet drankmis
bruik; de bevordering van landbouw, veeteelt,
handel en nijverheid door andere middelen
dan door de protectieden persoonlijken
dienstplichthet administratief rechtde
vereenvoudiging van het procesrecht's lands
financiën en onze koloniale politiek.
Dit concept nu zag het hoofdbestuur gaarne
in de afdeelingen besproken om het daarna
in eene algemeene vergadering te behande
len en vast te stellen.
Wij houden ons overtuigd dat dit bestuur,
de hem op de, 22 Juni 11. gehouden, bijeen
komst der afgevaardigden gedane opdracht
willende uitvoereD,begrepen zal hebben dat
zulk een program ernstig overwogen diende te
worden, en in kalme dagen besproken; opdat,
wanneer eenmaal het tijdstip daar is, waarin
er een politieke strijd gestreden moet worden,
de liberale partij gereed zij en die strijd
dan, van haar kant ten minste, een zuiver,
een meer practisch karakter krijge dan tot
heden vaak het geval was.
Men behoeft dan niet meer over tal van
kwesties te schermen in den blindede
kiezers weten dan wat de aanhangers der
Unie verlangen.
Zij, die nu reeds begonnen zijn dit concept
aan te vallen, verliezen, gelooven wij, dit
eenvoudig standpunt te veel uit het oog.
Zeker, het menu is vol, zelfs overladen
maar is het niet noodig dat er door onze
partij wat duidelijker dan tot heden, uitvoe
riger zelfs worde aangekondigd welke her
vormingen zij nu of later wenscht
Jaren zullen nog verloopen vóór een
vierde van het program is afgewerkt, maar
dit doet aan de waarde van het. program
op zichzelf niets af. Dit program geeft
slechts aan wat de vooiuitstievende liberalen
verlangen nu of later.
En na de scheuring was dit dringend
noodig. De Unie, van aard veranderd,
moest kleur bekennen.
Men vergete niet dat in 1897 eene ver
kiezing voor de deur staat, hetzij onder
de tegenwoordige, hetzij onder eene nieuwe
kieswet. In elk geval dus dient de Liberale
Unie hen, die dan ter stembus zullen wor
den geroepen, voor te lichten.
Maar met het oog daarop hebben wij een
ernstig bezwaar.
Wij zijn begonnen met de opmerking dat
er in den hnidigen, onzekeren, politieken
toestand zoo weinig belangstelling bestaat
bij de kiezerseene belangstelling die zelfs
in gewone omstandigheden al niet groot is
De grootste schuld daarvan is natuurlijk
de kwestie, wat er nu eigenlijk met het
kiesrecht gebeuren zal.
En hoe zal het nu gaan met de bespre
king van zulk een concept-programma in de
afdeelingen
Naar onze meening zullen slechts eenige
trouwe leden daarvan opkomen om aan de
bespreking deel te nemenhet bezoek aan
znlk een bijeenkomst zal daardoor slecht
zijn en niet overeenkomstig het gewicht van
het ontwerp dat behandeld moet worden.
En dit zouden wij betreuren.
Zoolang er geen beslissing gevallen is ovei
de belangrijke kwestie: onder welke omstan
digheden de verkiez-ing het voigend jaa
zal plaats hebben en wie daaraan zullen
deelnemen, zoolang is de politieke atmosfeer
drukkend en ontbreekt de algemeene lust
om aan kiesvergaderingen deel te nemen,
zelfs al zet men hun, die deze mogen be
zoeken, nog zulk een schoon menu voor.
De lust daartoe zal vooral moeten uitgaan
van nieuwe elementen, die eene nieuwe
kieswet brengen zal.
Daarom hadden wij zoo gaarne gewenschl
dat het bestuur der Liberale Unie het ge
voelen der afdeelingen had gevraagd over
de aanhangige kieswet, of haar ontvouwd
welke houding, naar zijn gevoelen, de voor
uitstrevende leden der Tweede kamer tegen
over het ontwerp-Van Houten moesten aan
nemen, op welke verbeteringen dezen zouden
moeten aandringen. Dan klaarde de lucht
eenigzins op.
Wij wetenhet is geen gemakkelijke
taak, omdat er veel stuurmanskunst toe
behoort om in deze kwestie partij te biezen.
Maar dit had karnen geschieden by wijze
van advies, hetzij na gehoord de afdeelingen.
hetzij uit eigen beweging. Thans maakt het
bestuur der Unie zich wel wat al te gemak
kelijk daarvan af door te herinneren aan
haar vroeger standpunt, ten opzichte van
het kiesrecht ingenomen. Door het ontwerp-
Van Houten staan wij echter op vaster bodem
dan een jaar geleden en had de Unie zich
wel wat flinker, wat meer gedecideerd kun
nen uitspreken.
Wij zouden nog zeggenlaat men in den
hierboven aangegeven geest een stap doen;
laat men de bespreking van het concept-
programma in de afdeelingen uitatellen tot
October, en dan in November, in eene bui
tengewone algemeene vergadering van de
Unie het vaststellen.
Men weet dan meer. Er is dan veel
opgeklaard, wat nu nog in het duister ligt.
Ia er dan eene nieuwe kieswet tot stand
gekomen, dan zullen zij, die daarbij in 1897
voor het eerst geroepen worden om deel te
nemen aan de verkiezingen, ook belang stellen
in hetgeen in de liberale partij gebeurt, zich
bij haar aansluiten om zulk een uitlokkend
program te helpen vaststellen.
En moeten wij het volgend jaar onder de
tegenwoordige wet nog gaan stemmen, dan zal
er, juist omdat velen niet bevredigd zijD,
krachtiger belangstelling zich openbaren en
het werk beter vlotten.
Zoo het niet hoog noodig is, gaat men
toch liefst niet bij betrokken lucht uitmen
wacht dan liever tot de zon doorbreekt
Zoo is'het ook in de politieke wereld.
De heerschende gedruktheid werkt ver-
lammeud op de algemeene belangstelling.
Dit hadden wij geschreven toen wij ken
nis namen van een opstel in het Handelsblad.
waarbij op hetzelfde aambeeld wordt geslagen
Zijne redactie herinnert aan Perrette, het
vrouwtje dat, met een pot vol heerlijke melk
op het hoofd, naar de stad toog en aan het
rekenen ging wat zij voor de opbrengst a)
zon kunnen krijgen Eerst zou ze honderd
eieren koopen. Die geven kuikens, en niet
lang duurt het dan of het hoenderhok is
overvol en er kan wel een varkentje voor
worden aangeschaft. Als dat eenmaal ge
mest is, wordt het omgezet in een koe Er
Perrette zag ook al een kalfje achter de
nederige woning huppelen. Ze huppelt mede.
in dat blijde vooruitzicht, struikelt over een
steen en daar valt de pot met de heer
lijke melk in stukken 1 Weg zijn het kalfje,
de koe, het varkentje, de kippen en zelfs
de melk
Aan die treurige geschiedenis van de arme
Perrette nu wordt de redactie van het Am
sterdamsche blad herinnerd door de jongste
circulaire der Liberale Unie. Een heerlijk,
weidsch plan van hervormingen vindt men
daarin voorgedragen.
Maar Perrette: de Unie, zal Btooten tegen
een steende kiesrechtregeling.
Hoe staat de Liberale Unie tegenover dat
ontwerp der regeering vraagt het bladen
zjjn redactie schrijft verder
Wjj vinden vooraan in het ontwerp-program
enkel een paragraaf aan het kiesrecht in het
algemeen gewijd, een korte herhaling van
roegere wemschen, die niet vervnld werden.
Maar over het meest voor de hand liggende
wat de Unie noodig acht om den werkeljjken
heuschen slagboom deen opengaan, geen
woord. Daar staan wy nu, als Mozes aan de
grenzen van het beloofde land. Men laat ons
al die heerlyke hervormingen in de verte
aanschouwenwjj strekken er verlangend de
armen naar uit maar kunnen ze niet grjj-
pen. De onverbiddelijke tolgaarder laat ons
niet door.
Moeten onze eerste wenschen dan niet van
bescheidener aard zyn Zouden wjj ons niet
liever bepalen tot de vraaghoe ruimen wjj
't spoedigst den slagboom uit den weg?
Zie, daarop hadden wjj zoo gaarne een dui
delijke verklaring vernomen van de Liberale
Unie.
Toen wjj op den laatsten dag van het pas
afgeloopen jaar de circulaire ontvingen, hoop
ten wjj dan ook daarin een oproeping te zul
len lezen tot een algemeene vergadering, waarin
de Unie onder voorlichting van het bestuur
haar meening zou uitspreken over het aan
hangige kiesrechtontwerp. Warme instemming
daarmede verwachtten wjj niet: het voorstel
der regeering voldoet Diet geheel aan hetgeen
de Unie reeds vroeger verklaard had noodig
te achtenin 1891 toen zjj haar verkiezing
program dat nog best dienst kan doen
vaststelde, en later toen zjj ten gunste van het
ontwerp der vorige regeering zich uitsprak.
aar dat voorstel is van de baanzulk een
regeling is thans niet te verkrjjgen. Verwer
ping van de nu aanhangige regeling zal slechts
nieuw uitstel geven, zonder eenig uitzicht op
het erlangen van wat men het liefst zou heb
ben. Wat de vooruitstrevende liberalen thans
kunnen doe», en ook behooren te doen, is
daarom te trachten dat ontwerp zooveel mo-
geljjk te verruimen. Aan de grondslagen zal
de regeering niet laten tornen dat heeft
minister Van Houten verklaard. Maar
stellig zal de rcgeirii'g niet doof zjjn voor
raadgevingen, die tot verbetering der toepas
sing kunnen leiden.
Wat lag daarom meer voor de hand, dan
dat het bestuur der Unie, in plaats van haar
krachten te wjjden aan een onpraktisch werk
als het opstellen van een weidsch toekomst
program, liever duideljjk had geformuleerd,
waarin het ontwerp der regeering dringend
wjjziging behoeft, zal het met behoud der
positieve grondslagen beter aan de eischen
der rechtvaardigheid beantwoorden
Zulk een stuk, gewjjd aan een enkel vraag
stuk, het vraagstuk van den dag, ware een
uitmuntend onderwerp geweest voor een of
meer wintervergaderingen der liberale kies
verenigingen, leden der Unie. Dat zou inder
daad de belangstelling hebben gaande ge
maakt, en vermoedeljjk niet zonder invloed
zjjn gebleven op den verderen loop dien de
behandeling van het kiesrechtontwerp zal
nemen.
Maar wie gelooft dat thans de belangstel
ling in een uitvoerig program van toekomst-
wenschen bjjzonder groot zal wezen, nu het
kiesrecht-vraagstuk nog altjjd aan de orde
bljjtt De minderheid, die in de laatste Juni-
vergadering eerst het kiesrecht wenschte te
hebben afgedaan, had volkomen jaiat gezien.
1 vraagt nu de aandacht voor vrome wen
schen, en trekt haar af van de hoofdzaak, van
hetgeen voor het oogenblik 't eerst noodig is-
Men maakt plannen voor een tjjd, die wellicht,
nog ver verwjjderd is en sluit de oogen
voor het strnikelblok dat voor de voeten ligt.
Zoo handelde een Perette, die Blechts een
boerenvrouw was. Maar mochten zoo de leiders
handelen van een groote politieke party
Aldus schrijft het Sldbld.
En al zullen onze lezers, die zich de
moeite getroostten van het bovenstaande in
zijn geheel kennis te nemen, wel bemerkl
hebben dat wij het daarmee niet in alle op
zichten eens zijn, er ligt toch ook in de op
merking van het blad veel, dat ernstige over
weging verdient.
't land thans doorleeft. Wjj laten hier eenige j »Heel veel. Aan telegrammen en feeatdron-
der behandelde punten volgen. ken heeft men weinig. Dat is heel aardig,
De eerste vraag was: »Wat zjjn eigenlykmaar het zjjn geen daden. Wat Holland be
de uitlanders, waarover de groote Btrjjd loopt hoort te doen, is dithet moet zyn beste
zonen, die het te missen heeft, naar de Trans
vaal zendengeen jongelni die hier mislukt
zjjn, maar energieke jonge mannen, die met
enthousiasme bezield- r-yn Voor het hooge natio
naliteitsgevoel van het stamverwante volk in
de Transvaal en die daarin weten op te gaan.
«Men steune hen, die geen geld hebben,
financieel door een tonds bjjeen te brengen.
Daarvoor is de tjjd thans rjjp. Doch men ver-
brokkele de krachten niet en Blnite zich aan
Hierop antwoordde de heer M. ongeveer 't
volgende
«Uitlanders zjjn eigenlyk allen, die niet in
de Transvaal geboren zyn en dus geen burger
schapsrechten bezitten. Het zjjn Engelschen,
DuitscherB en Hollanders, Amerikanen, Austra
liërs, Canadeezen, Zuid-Afrikanen.
Het rumoerige deel der uitlanders echter,
dat politieke rechten vraagt, bestaat voor een
groot deel uit Engelsch sprekende mensohep,
waarvan een Hein deel in Engeland geboren bS d« beataande Nederlandsche Zuid-Afrt-
i» en dat gesteund wordt door de verengebichte j kaansche Vereeniging, die reeds op dit gebied
Zaid-Afrikanen. Die Zuid-Afrikanen - geen wetkraam i». Op die wjjne versterken wjj
Transvalere - willen in Transvaal den voor- j nationale element, bewijzen wg Transvaal
rang hebben op da Europeanen. En hoewel jen 0119 zfdïü den beaten dienst
men voor dien voorrang bjj het vervullen van ^an het Engelsche volk is vanwege boven-
betrekkingen wel iets voelt, staat tegenover j genoemde Nederlandsche Zuid-Afrikaansche
die billjjkheid hun mindere beschaving, hun j Vereeniging te Amsterdam een protesV tegen
slechte opvoeding en weinige ontwikkeling,,jen inval in de Transvaal gericht. Het is
waardoor zjj politiek onbetrouwbaar zyn. I onderteekend door de heeren J. W. Gunning
Voor het meerendeel zyn het fortuinzoekers, en q. b. Spruyt, voorzitter en secretaris der
waaronder, als overal, heele brave, beste werk- genoemde VereenigiDg. Het stuk is in het
zame lieden, doch die nu eenmaal politieke Engelsch, Fransch of Duitscb, aan de voor-
aspiratien hebben, die in strjjd zyn met die naamste Europeesohe bladen ter plaatsing
der Transvalers. j opgezonden.
Zjj bezitten absoluut geen nationaliteitsge- j Ter geruststelling van de vele faxniliebe-
voel. Zjj achten zich kooger te staan dan de trekkingen harer ambtenaren in Zuid-Afrika
boeren en zouden willen dat het stamvolk zich deelde de directie der Ned. Zuid-Afrikaansche
in hen oploste in plaats van omgekeerd. I Spoorwegmaatschappij mede, dat alle reden
De Duit8cher8 en Hollanders onthouden zichtot ongerustheid voor de veiligheid van het
van de beweging; zjj erkennen de meerderejpersoneel heeft opgehouden te bestaan.
rechten van het stamvolk. 11 1
De vraag of Eruger geneigd zou zyn aan de Een examen-kwestie,
eischen der uitlanders gehoor te geven, beant-| Men herinnert zich dat eenigen tjjd geleden
woordt de heer M. als volgt«Neen, hjj kan jd<» Tijd gewezen werd op sommige dwaie
hoogstens beloven aan den Volksraad dien aan- j vragen, die by een examen in het Fransch
gaande voorstellen te doen, doch verder kan'zouden gedaan zyn. Daarop werd den 12 De-
hy niet gaan. En de Volksraad zal er nooit in cember in de Tweede kamer bjj de
treden. Die is voor het grootste deel samen-1 behandeling der begrooting voor binnenland-
gesteld uit het stamvolk; slechtB een paar ge- ache zaken de aandacht gevestigd.
Het interviewen van gezaghebbende per
sonen, die Transvaal kennen, zit natuurljjk
in de lucht. Zoo ook heeft een der redacteurs
van de Amst. Ct. een onderhoud gehad met
den heer G. A. A. Middelberg, directeur van
de Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij
voor korten tjjd hier te lande. Hjj heeft deze
gelegenheid te baat genomen om den heer
Middelberg 't een en ander te vragen nopens
de toestanden in Transvaal en de crisis die
aturaliseerden hebben daarin zitting en vor-
an dan ook de oppositie.
Op de vraag of het ontslag van den heer
Rhodes als eerste minister van de Kaapkolo
nie den toestand nog erger zou kannen maken,
nu niet meer door zyn officieel® be
trekking verantwoordelijk is, verklaarde de heer
dat de ministers, bljjkens het ontslag, den
heer R. gegeven, buiten de zaak stonden en
vermoedeljjk hem daarom gedwongen hebben
af te treden. Moreel is dit een groote slag
voor hem, want hjj zal nu weer opnieuw zich
een reputatie hebben te verwerven.
Vervolgens gaf de heer M., op de desbetref
fende vraag, zyn oordeel over het Hollandscbe
element zooals het thans in de Transvaal ver
keert. Volgens hem denkt men daarover in
Transvaal thans goed. De Engelsche pers in de
Transvaal beeft het altjjd van de daken verkon
digd, dat dit niet zoo was, en de Zuid-Afrika-
en enkele Transvalers, die met leede oogen
zien dat de Hollanders er goede posities heb
ben en hooge betrekkingen bekleeden, deden
daaraan mee, doch het beste en meest intel
ligente deel der bevolking begint meer en
meer in te zien, dat de Hollanders en ook de
Duitschers het goed met hen meenen en hun
groote diensten bewyzen bjj de snelle econo
mische ontwikkeling van hun land, waarmee
intellectueele ontwikkeling van het stam
volk onmogelyk geljjken tred heeft kunnen
houden.
«Er zal echter een tjjd komen, vervolgde de
heer M., dat de hoofdleiding der zaken weder
in handen komt van de Transvalers.
Dat wordt hun door ons ook steeds voor
gehouden. Ik zie den tjjd komen, dat ik de
hoofdleiding der spoorwegen in handen van
een Transvaler zal overgeven en ik hoop dit
te doen met een vriendscbappeljjken handdruk,
Bjj ons Hollanders moet voorop staan, dat
wjj niet in de Transvaal komen om het stam
volk te verdringen, maar om het te helpen.1'
De gevolgen van het gebeurde achtdeheei
M. voor de Transvaal een noodzakelijk kwaad
Een natie kan zich zonder pokken en maze
len niet ontwikkelen en vooral niet als die
ontwikkeling zoo snel gaat.
Dergeljjke explosiën zyn noodzakelyk
nuttig.
Het Transvaalsche volk is door het gebeurde
weder nauwer aaneengesloten. Het voelt zich
krachtiger dan te voren. Het nationale element
is er door tot grooter zelfbewustzijn gekomen.
Het gevoel van eigenwaarde is er door ge
sterkt, terwjjl de sympathie van geheel de
wereld het volk niet anders dan moreel ver
heffen kan. Het is goed dat een volk zoo nu
en dan eens in de gelegenheid gesteld wordt
zich te voelen.
Gevraagd wat hjj dacht van de toekomst
van Transvaal, antwoordde de heer M.>0,
die is schitterend!"; terwjjl bjj op de vraag,
wat men in Nederland onder de gegeven om
standigheden voor onze stamverwanten ginds
zou kunnen doen, antwoordde
Naar aanleiding van de toen door den mi
nister gedane toezegging heeft deze aan de
Kamer overgelegd het rapport, door den voor
zitter van de examen-oommissie, den heer A.
G. van Hamel, uitgebracht betreffende die in
1895 gehouden examens.
Na een uitvoerig door hem ingesteld onder
zoek, komt de heer Yan Hamel tot de con
clusie dat de vragen, die bjj het examen
zouden gesteld zyn en in de Tijd vermeld
werden, niet door den schrjjver als oorgetuige
zyn opgevangen uit den mond van sommige
examinatoren, maar afgeleid uit schriftelijke
aanteekeningen van candidaten, vermoedeljjk
voor een deel uit onnauwkeurige afschriften
welke van die aanteekeningen waren gemaakt;
en voorts dat de formules, waarin de schryver
van het artikel het doet voorkomen dat die
vragen gedaan zyn, niet beantwoorden aan
den werkeljjken vorm, waarvan de examina
toren zich bediend hebben, maar geheel en
al van zyn eigen vinding zyndat zjj een
scheeve en onjuiste voorstelling geven van den
inhoud, den omvang en den gang der examens.
De heer Yan Hamel is door de redactie van
de Tijd in de gelegenheid gesteld het dossier
te zien waarop de klachten in 't artikel steun
den. Door de vergeljjking der rapporten van
de candidaten en hun brieven met de procés
verbaux der commissieleden kon bjj nagaan
op welke onderwerpen de mededeelingen
sloegen en bleek hem, bjjna alsof hjj er bjj
tegenwoordig was geweest, hoe de loop der
ondervraging was geweest.
Bjjna overal kan de heer Yan Hamel aan-
toonen dat minder juist is gerapporteerd of
wel dat de klager te veel heeft gegenerali
seerd. Aardig is ook de tekst critiek die hjj
levert. Er wordt nl. eenige malen door de
klagers gezegd dat zjj tien verschillende soor
ten van iets moesten opnoemen, 0. a. dix
amphibies, dix mollusques, dix traductions
de «flauw vallen" enz. Vermoedeljjk heeft hier
de bewerker der klachten niet goed begrepen
wat er stond. Er is gevraagd naar différentes
benamingen dat gewoonljjk wordt afgekort tot
dif. Vermoedeljjk is die »f" minder duideljjk
geschreven en aangezien voor een >x", zoodat
er van dix (tien) is gesproken.
De heer Van Hamel erkent intusschen de
mogelijkheid dat enkele examinatoren wat
ver gingen in de vragen en er zal in 't ver
volg nog met te meer zorg op worden gelet
dat het niet weer geschiedt.
Aan den minister verzoekende zyn rapport
te willen publiek maken, motiveert de heer
v. Hamel het verzoek door op de noodzake-
Ijjkheid te wjjzen om den leden der examen
commissie de eer-herstelling te verzekeren
waarop zy aanspraak hebben nu nit een nauw
gezet en volledig onderzoek gebleken is hoe
de commissie met groote lichtvaardigheid,
zonder nauwkeurig onderzoek, belacheljjk en
odieus gemaakt is in Nederland en daarbuiten
en hoeveel ongegronde grieven tegen haar
werk zyn ingebracht.