N°. 9. 139" Jaargang. 1896. Zaterdag 11 Januari. Be joBiste circulaire der Liteale ïïnïe. Middelburg 10 Januari. Transvaal en Nederland. middelbirgsche courant. Deze courant verschijnt d a e l ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prys, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Th erin om eter. Middelburg 10 Jan. 8 n. vm. 32 gr., m. 12 u. 34 gr., av. 4 u. 34 gr. F. Verw. N. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór iém uur aan het bureau bezorgd zjjn. W Advertentiën20 cent per regol. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement öp voordèelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Temeuzen: M. de Jonge; te Rotterdam Nijgh van CmiAR. Met belangstelling zal menigeen wij durven niet zeggenzullen zeer velen, want de belangstelling in de politiek is vooral tegenwoordig niet groot en stijgt alleen eenigs- zins als er verkiezingen op til zijn of wanneer er wat meer kracht spreekt uit de mannen, die het roer van staat in handen hebben met belangstelling dan zal menigeen kennis genomen hebben van het concept-programma, waarmee het bestuur vaD die Unie den laatsten dag van het vorig jaar ons verraste. Het zeer uitvoerig stuk staat, om het eens duidelijk uit te drukken „op pooten". Er zit pit in het is een verlanglijst die haast niets dan begeerlijke zaken bevat en die de Unie zelve het cachet geeft van den voor- nitstrevenden geest, welke na de jongste ge beurtenissen in haar midden, na de scheuring, die plaats had, haar bezielt. Wij behoeven niet meer te herhalen wat er zooal op dit concept-program voorkomt. Wij gaven al de daarin genoemde punten opalleen herinneren wij dat zij betreffen eene regeling der gemeente-financiën en te vens herziening der gemeentewet; tal van zeer gewichtige sociale hervormingende houding der overheid als werkgeefster; ons onderwijs, vooral het practisch volksonderwijs; het lot van verwaarloosde kinderen; het personen- en het erfrechthet drankmis bruik; de bevordering van landbouw, veeteelt, handel en nijverheid door andere middelen dan door de protectieden persoonlijken dienstplichthet administratief rechtde vereenvoudiging van het procesrecht's lands financiën en onze koloniale politiek. Dit concept nu zag het hoofdbestuur gaarne in de afdeelingen besproken om het daarna in eene algemeene vergadering te behande len en vast te stellen. Wij houden ons overtuigd dat dit bestuur, de hem op de, 22 Juni 11. gehouden, bijeen komst der afgevaardigden gedane opdracht willende uitvoereD,begrepen zal hebben dat zulk een program ernstig overwogen diende te worden, en in kalme dagen besproken; opdat, wanneer eenmaal het tijdstip daar is, waarin er een politieke strijd gestreden moet worden, de liberale partij gereed zij en die strijd dan, van haar kant ten minste, een zuiver, een meer practisch karakter krijge dan tot heden vaak het geval was. Men behoeft dan niet meer over tal van kwesties te schermen in den blindede kiezers weten dan wat de aanhangers der Unie verlangen. Zij, die nu reeds begonnen zijn dit concept aan te vallen, verliezen, gelooven wij, dit eenvoudig standpunt te veel uit het oog. Zeker, het menu is vol, zelfs overladen maar is het niet noodig dat er door onze partij wat duidelijker dan tot heden, uitvoe riger zelfs worde aangekondigd welke her vormingen zij nu of later wenscht Jaren zullen nog verloopen vóór een vierde van het program is afgewerkt, maar dit doet aan de waarde van het. program op zichzelf niets af. Dit program geeft slechts aan wat de vooiuitstievende liberalen verlangen nu of later. En na de scheuring was dit dringend noodig. De Unie, van aard veranderd, moest kleur bekennen. Men vergete niet dat in 1897 eene ver kiezing voor de deur staat, hetzij onder de tegenwoordige, hetzij onder eene nieuwe kieswet. In elk geval dus dient de Liberale Unie hen, die dan ter stembus zullen wor den geroepen, voor te lichten. Maar met het oog daarop hebben wij een ernstig bezwaar. Wij zijn begonnen met de opmerking dat er in den hnidigen, onzekeren, politieken toestand zoo weinig belangstelling bestaat bij de kiezerseene belangstelling die zelfs in gewone omstandigheden al niet groot is De grootste schuld daarvan is natuurlijk de kwestie, wat er nu eigenlijk met het kiesrecht gebeuren zal. En hoe zal het nu gaan met de bespre king van zulk een concept-programma in de afdeelingen Naar onze meening zullen slechts eenige trouwe leden daarvan opkomen om aan de bespreking deel te nemenhet bezoek aan znlk een bijeenkomst zal daardoor slecht zijn en niet overeenkomstig het gewicht van het ontwerp dat behandeld moet worden. En dit zouden wij betreuren. Zoolang er geen beslissing gevallen is ovei de belangrijke kwestie: onder welke omstan digheden de verkiez-ing het voigend jaa zal plaats hebben en wie daaraan zullen deelnemen, zoolang is de politieke atmosfeer drukkend en ontbreekt de algemeene lust om aan kiesvergaderingen deel te nemen, zelfs al zet men hun, die deze mogen be zoeken, nog zulk een schoon menu voor. De lust daartoe zal vooral moeten uitgaan van nieuwe elementen, die eene nieuwe kieswet brengen zal. Daarom hadden wij zoo gaarne gewenschl dat het bestuur der Liberale Unie het ge voelen der afdeelingen had gevraagd over de aanhangige kieswet, of haar ontvouwd welke houding, naar zijn gevoelen, de voor uitstrevende leden der Tweede kamer tegen over het ontwerp-Van Houten moesten aan nemen, op welke verbeteringen dezen zouden moeten aandringen. Dan klaarde de lucht eenigzins op. Wij wetenhet is geen gemakkelijke taak, omdat er veel stuurmanskunst toe behoort om in deze kwestie partij te biezen. Maar dit had karnen geschieden by wijze van advies, hetzij na gehoord de afdeelingen. hetzij uit eigen beweging. Thans maakt het bestuur der Unie zich wel wat al te gemak kelijk daarvan af door te herinneren aan haar vroeger standpunt, ten opzichte van het kiesrecht ingenomen. Door het ontwerp- Van Houten staan wij echter op vaster bodem dan een jaar geleden en had de Unie zich wel wat flinker, wat meer gedecideerd kun nen uitspreken. Wij zouden nog zeggenlaat men in den hierboven aangegeven geest een stap doen; laat men de bespreking van het concept- programma in de afdeelingen uitatellen tot October, en dan in November, in eene bui tengewone algemeene vergadering van de Unie het vaststellen. Men weet dan meer. Er is dan veel opgeklaard, wat nu nog in het duister ligt. Ia er dan eene nieuwe kieswet tot stand gekomen, dan zullen zij, die daarbij in 1897 voor het eerst geroepen worden om deel te nemen aan de verkiezingen, ook belang stellen in hetgeen in de liberale partij gebeurt, zich bij haar aansluiten om zulk een uitlokkend program te helpen vaststellen. En moeten wij het volgend jaar onder de tegenwoordige wet nog gaan stemmen, dan zal er, juist omdat velen niet bevredigd zijD, krachtiger belangstelling zich openbaren en het werk beter vlotten. Zoo het niet hoog noodig is, gaat men toch liefst niet bij betrokken lucht uitmen wacht dan liever tot de zon doorbreekt Zoo is'het ook in de politieke wereld. De heerschende gedruktheid werkt ver- lammeud op de algemeene belangstelling. Dit hadden wij geschreven toen wij ken nis namen van een opstel in het Handelsblad. waarbij op hetzelfde aambeeld wordt geslagen Zijne redactie herinnert aan Perrette, het vrouwtje dat, met een pot vol heerlijke melk op het hoofd, naar de stad toog en aan het rekenen ging wat zij voor de opbrengst a) zon kunnen krijgen Eerst zou ze honderd eieren koopen. Die geven kuikens, en niet lang duurt het dan of het hoenderhok is overvol en er kan wel een varkentje voor worden aangeschaft. Als dat eenmaal ge mest is, wordt het omgezet in een koe Er Perrette zag ook al een kalfje achter de nederige woning huppelen. Ze huppelt mede. in dat blijde vooruitzicht, struikelt over een steen en daar valt de pot met de heer lijke melk in stukken 1 Weg zijn het kalfje, de koe, het varkentje, de kippen en zelfs de melk Aan die treurige geschiedenis van de arme Perrette nu wordt de redactie van het Am sterdamsche blad herinnerd door de jongste circulaire der Liberale Unie. Een heerlijk, weidsch plan van hervormingen vindt men daarin voorgedragen. Maar Perrette: de Unie, zal Btooten tegen een steende kiesrechtregeling. Hoe staat de Liberale Unie tegenover dat ontwerp der regeering vraagt het bladen zjjn redactie schrijft verder Wjj vinden vooraan in het ontwerp-program enkel een paragraaf aan het kiesrecht in het algemeen gewijd, een korte herhaling van roegere wemschen, die niet vervnld werden. Maar over het meest voor de hand liggende wat de Unie noodig acht om den werkeljjken heuschen slagboom deen opengaan, geen woord. Daar staan wy nu, als Mozes aan de grenzen van het beloofde land. Men laat ons al die heerlyke hervormingen in de verte aanschouwenwjj strekken er verlangend de armen naar uit maar kunnen ze niet grjj- pen. De onverbiddelijke tolgaarder laat ons niet door. Moeten onze eerste wenschen dan niet van bescheidener aard zyn Zouden wjj ons niet liever bepalen tot de vraaghoe ruimen wjj 't spoedigst den slagboom uit den weg? Zie, daarop hadden wjj zoo gaarne een dui delijke verklaring vernomen van de Liberale Unie. Toen wjj op den laatsten dag van het pas afgeloopen jaar de circulaire ontvingen, hoop ten wjj dan ook daarin een oproeping te zul len lezen tot een algemeene vergadering, waarin de Unie onder voorlichting van het bestuur haar meening zou uitspreken over het aan hangige kiesrechtontwerp. Warme instemming daarmede verwachtten wjj niet: het voorstel der regeering voldoet Diet geheel aan hetgeen de Unie reeds vroeger verklaard had noodig te achtenin 1891 toen zjj haar verkiezing program dat nog best dienst kan doen vaststelde, en later toen zjj ten gunste van het ontwerp der vorige regeering zich uitsprak. aar dat voorstel is van de baanzulk een regeling is thans niet te verkrjjgen. Verwer ping van de nu aanhangige regeling zal slechts nieuw uitstel geven, zonder eenig uitzicht op het erlangen van wat men het liefst zou heb ben. Wat de vooruitstrevende liberalen thans kunnen doe», en ook behooren te doen, is daarom te trachten dat ontwerp zooveel mo- geljjk te verruimen. Aan de grondslagen zal de regeering niet laten tornen dat heeft minister Van Houten verklaard. Maar stellig zal de rcgeirii'g niet doof zjjn voor raadgevingen, die tot verbetering der toepas sing kunnen leiden. Wat lag daarom meer voor de hand, dan dat het bestuur der Unie, in plaats van haar krachten te wjjden aan een onpraktisch werk als het opstellen van een weidsch toekomst program, liever duideljjk had geformuleerd, waarin het ontwerp der regeering dringend wjjziging behoeft, zal het met behoud der positieve grondslagen beter aan de eischen der rechtvaardigheid beantwoorden Zulk een stuk, gewjjd aan een enkel vraag stuk, het vraagstuk van den dag, ware een uitmuntend onderwerp geweest voor een of meer wintervergaderingen der liberale kies verenigingen, leden der Unie. Dat zou inder daad de belangstelling hebben gaande ge maakt, en vermoedeljjk niet zonder invloed zjjn gebleven op den verderen loop dien de behandeling van het kiesrechtontwerp zal nemen. Maar wie gelooft dat thans de belangstel ling in een uitvoerig program van toekomst- wenschen bjjzonder groot zal wezen, nu het kiesrecht-vraagstuk nog altjjd aan de orde bljjtt De minderheid, die in de laatste Juni- vergadering eerst het kiesrecht wenschte te hebben afgedaan, had volkomen jaiat gezien. 1 vraagt nu de aandacht voor vrome wen schen, en trekt haar af van de hoofdzaak, van hetgeen voor het oogenblik 't eerst noodig is- Men maakt plannen voor een tjjd, die wellicht, nog ver verwjjderd is en sluit de oogen voor het strnikelblok dat voor de voeten ligt. Zoo handelde een Perette, die Blechts een boerenvrouw was. Maar mochten zoo de leiders handelen van een groote politieke party Aldus schrijft het Sldbld. En al zullen onze lezers, die zich de moeite getroostten van het bovenstaande in zijn geheel kennis te nemen, wel bemerkl hebben dat wij het daarmee niet in alle op zichten eens zijn, er ligt toch ook in de op merking van het blad veel, dat ernstige over weging verdient. 't land thans doorleeft. Wjj laten hier eenige j »Heel veel. Aan telegrammen en feeatdron- der behandelde punten volgen. ken heeft men weinig. Dat is heel aardig, De eerste vraag was: »Wat zjjn eigenlykmaar het zjjn geen daden. Wat Holland be de uitlanders, waarover de groote Btrjjd loopt hoort te doen, is dithet moet zyn beste zonen, die het te missen heeft, naar de Trans vaal zendengeen jongelni die hier mislukt zjjn, maar energieke jonge mannen, die met enthousiasme bezield- r-yn Voor het hooge natio naliteitsgevoel van het stamverwante volk in de Transvaal en die daarin weten op te gaan. «Men steune hen, die geen geld hebben, financieel door een tonds bjjeen te brengen. Daarvoor is de tjjd thans rjjp. Doch men ver- brokkele de krachten niet en Blnite zich aan Hierop antwoordde de heer M. ongeveer 't volgende «Uitlanders zjjn eigenlyk allen, die niet in de Transvaal geboren zyn en dus geen burger schapsrechten bezitten. Het zjjn Engelschen, DuitscherB en Hollanders, Amerikanen, Austra liërs, Canadeezen, Zuid-Afrikanen. Het rumoerige deel der uitlanders echter, dat politieke rechten vraagt, bestaat voor een groot deel uit Engelsch sprekende mensohep, waarvan een Hein deel in Engeland geboren bS d« beataande Nederlandsche Zuid-Afrt- i» en dat gesteund wordt door de verengebichte j kaansche Vereeniging, die reeds op dit gebied Zaid-Afrikanen. Die Zuid-Afrikanen - geen wetkraam i». Op die wjjne versterken wjj Transvalere - willen in Transvaal den voor- j nationale element, bewijzen wg Transvaal rang hebben op da Europeanen. En hoewel jen 0119 zfdïü den beaten dienst men voor dien voorrang bjj het vervullen van ^an het Engelsche volk is vanwege boven- betrekkingen wel iets voelt, staat tegenover j genoemde Nederlandsche Zuid-Afrikaansche die billjjkheid hun mindere beschaving, hun j Vereeniging te Amsterdam een protesV tegen slechte opvoeding en weinige ontwikkeling,,jen inval in de Transvaal gericht. Het is waardoor zjj politiek onbetrouwbaar zyn. I onderteekend door de heeren J. W. Gunning Voor het meerendeel zyn het fortuinzoekers, en q. b. Spruyt, voorzitter en secretaris der waaronder, als overal, heele brave, beste werk- genoemde VereenigiDg. Het stuk is in het zame lieden, doch die nu eenmaal politieke Engelsch, Fransch of Duitscb, aan de voor- aspiratien hebben, die in strjjd zyn met die naamste Europeesohe bladen ter plaatsing der Transvalers. j opgezonden. Zjj bezitten absoluut geen nationaliteitsge- j Ter geruststelling van de vele faxniliebe- voel. Zjj achten zich kooger te staan dan de trekkingen harer ambtenaren in Zuid-Afrika boeren en zouden willen dat het stamvolk zich deelde de directie der Ned. Zuid-Afrikaansche in hen oploste in plaats van omgekeerd. I Spoorwegmaatschappij mede, dat alle reden De Duit8cher8 en Hollanders onthouden zichtot ongerustheid voor de veiligheid van het van de beweging; zjj erkennen de meerderejpersoneel heeft opgehouden te bestaan. rechten van het stamvolk. 11 1 De vraag of Eruger geneigd zou zyn aan de Een examen-kwestie, eischen der uitlanders gehoor te geven, beant-| Men herinnert zich dat eenigen tjjd geleden woordt de heer M. als volgt«Neen, hjj kan jd<» Tijd gewezen werd op sommige dwaie hoogstens beloven aan den Volksraad dien aan- j vragen, die by een examen in het Fransch gaande voorstellen te doen, doch verder kan'zouden gedaan zyn. Daarop werd den 12 De- hy niet gaan. En de Volksraad zal er nooit in cember in de Tweede kamer bjj de treden. Die is voor het grootste deel samen-1 behandeling der begrooting voor binnenland- gesteld uit het stamvolk; slechtB een paar ge- ache zaken de aandacht gevestigd. Het interviewen van gezaghebbende per sonen, die Transvaal kennen, zit natuurljjk in de lucht. Zoo ook heeft een der redacteurs van de Amst. Ct. een onderhoud gehad met den heer G. A. A. Middelberg, directeur van de Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij voor korten tjjd hier te lande. Hjj heeft deze gelegenheid te baat genomen om den heer Middelberg 't een en ander te vragen nopens de toestanden in Transvaal en de crisis die aturaliseerden hebben daarin zitting en vor- an dan ook de oppositie. Op de vraag of het ontslag van den heer Rhodes als eerste minister van de Kaapkolo nie den toestand nog erger zou kannen maken, nu niet meer door zyn officieel® be trekking verantwoordelijk is, verklaarde de heer dat de ministers, bljjkens het ontslag, den heer R. gegeven, buiten de zaak stonden en vermoedeljjk hem daarom gedwongen hebben af te treden. Moreel is dit een groote slag voor hem, want hjj zal nu weer opnieuw zich een reputatie hebben te verwerven. Vervolgens gaf de heer M., op de desbetref fende vraag, zyn oordeel over het Hollandscbe element zooals het thans in de Transvaal ver keert. Volgens hem denkt men daarover in Transvaal thans goed. De Engelsche pers in de Transvaal beeft het altjjd van de daken verkon digd, dat dit niet zoo was, en de Zuid-Afrika- en enkele Transvalers, die met leede oogen zien dat de Hollanders er goede posities heb ben en hooge betrekkingen bekleeden, deden daaraan mee, doch het beste en meest intel ligente deel der bevolking begint meer en meer in te zien, dat de Hollanders en ook de Duitschers het goed met hen meenen en hun groote diensten bewyzen bjj de snelle econo mische ontwikkeling van hun land, waarmee intellectueele ontwikkeling van het stam volk onmogelyk geljjken tred heeft kunnen houden. «Er zal echter een tjjd komen, vervolgde de heer M., dat de hoofdleiding der zaken weder in handen komt van de Transvalers. Dat wordt hun door ons ook steeds voor gehouden. Ik zie den tjjd komen, dat ik de hoofdleiding der spoorwegen in handen van een Transvaler zal overgeven en ik hoop dit te doen met een vriendscbappeljjken handdruk, Bjj ons Hollanders moet voorop staan, dat wjj niet in de Transvaal komen om het stam volk te verdringen, maar om het te helpen.1' De gevolgen van het gebeurde achtdeheei M. voor de Transvaal een noodzakelijk kwaad Een natie kan zich zonder pokken en maze len niet ontwikkelen en vooral niet als die ontwikkeling zoo snel gaat. Dergeljjke explosiën zyn noodzakelyk nuttig. Het Transvaalsche volk is door het gebeurde weder nauwer aaneengesloten. Het voelt zich krachtiger dan te voren. Het nationale element is er door tot grooter zelfbewustzijn gekomen. Het gevoel van eigenwaarde is er door ge sterkt, terwjjl de sympathie van geheel de wereld het volk niet anders dan moreel ver heffen kan. Het is goed dat een volk zoo nu en dan eens in de gelegenheid gesteld wordt zich te voelen. Gevraagd wat hjj dacht van de toekomst van Transvaal, antwoordde de heer M.>0, die is schitterend!"; terwjjl bjj op de vraag, wat men in Nederland onder de gegeven om standigheden voor onze stamverwanten ginds zou kunnen doen, antwoordde Naar aanleiding van de toen door den mi nister gedane toezegging heeft deze aan de Kamer overgelegd het rapport, door den voor zitter van de examen-oommissie, den heer A. G. van Hamel, uitgebracht betreffende die in 1895 gehouden examens. Na een uitvoerig door hem ingesteld onder zoek, komt de heer Yan Hamel tot de con clusie dat de vragen, die bjj het examen zouden gesteld zyn en in de Tijd vermeld werden, niet door den schrjjver als oorgetuige zyn opgevangen uit den mond van sommige examinatoren, maar afgeleid uit schriftelijke aanteekeningen van candidaten, vermoedeljjk voor een deel uit onnauwkeurige afschriften welke van die aanteekeningen waren gemaakt; en voorts dat de formules, waarin de schryver van het artikel het doet voorkomen dat die vragen gedaan zyn, niet beantwoorden aan den werkeljjken vorm, waarvan de examina toren zich bediend hebben, maar geheel en al van zyn eigen vinding zyndat zjj een scheeve en onjuiste voorstelling geven van den inhoud, den omvang en den gang der examens. De heer Yan Hamel is door de redactie van de Tijd in de gelegenheid gesteld het dossier te zien waarop de klachten in 't artikel steun den. Door de vergeljjking der rapporten van de candidaten en hun brieven met de procés verbaux der commissieleden kon bjj nagaan op welke onderwerpen de mededeelingen sloegen en bleek hem, bjjna alsof hjj er bjj tegenwoordig was geweest, hoe de loop der ondervraging was geweest. Bjjna overal kan de heer Yan Hamel aan- toonen dat minder juist is gerapporteerd of wel dat de klager te veel heeft gegenerali seerd. Aardig is ook de tekst critiek die hjj levert. Er wordt nl. eenige malen door de klagers gezegd dat zjj tien verschillende soor ten van iets moesten opnoemen, 0. a. dix amphibies, dix mollusques, dix traductions de «flauw vallen" enz. Vermoedeljjk heeft hier de bewerker der klachten niet goed begrepen wat er stond. Er is gevraagd naar différentes benamingen dat gewoonljjk wordt afgekort tot dif. Vermoedeljjk is die »f" minder duideljjk geschreven en aangezien voor een >x", zoodat er van dix (tien) is gesproken. De heer Van Hamel erkent intusschen de mogelijkheid dat enkele examinatoren wat ver gingen in de vragen en er zal in 't ver volg nog met te meer zorg op worden gelet dat het niet weer geschiedt. Aan den minister verzoekende zyn rapport te willen publiek maken, motiveert de heer v. Hamel het verzoek door op de noodzake- Ijjkheid te wjjzen om den leden der examen commissie de eer-herstelling te verzekeren waarop zy aanspraak hebben nu nit een nauw gezet en volledig onderzoek gebleken is hoe de commissie met groote lichtvaardigheid, zonder nauwkeurig onderzoek, belacheljjk en odieus gemaakt is in Nederland en daarbuiten en hoeveel ongegronde grieven tegen haar werk zyn ingebracht.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1