MIDDELBIBGSCHE OOI Hi
N°. 4.
139s Jaargang.
Maanda O"
6 Ja*
uan.
ministerie van Mtaw.
BUITENLAND
o
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen»
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometerc
Middelburg 1 Jan. 8 u. vm. 83 gr., m. 12 u.
38 gr.,av. 4 u. 37 gr. F.Verw. 0. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór ééa
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle au
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent
Groote letters naar de plaats die zij inn
Advertentiën bg abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis
aan het bureau te bekomen.
igenteu.
Te itiueuzenM. de Josge te Rotterdam
Nijgh van Ditmar.
Bjj deze courant behoort een Bijvoegsel;
Middelburg 4 Januari.
I.
Zooala wjj in 'tkort meldden, schreef bet lid
der Tweede kamer de heer G. Zylma in het
Januari-nommer van de Vragen des Ty'ds een
Opstel, waarin wordt betoogd dat een afzonder
lek departement van landbouw den algemeenen
toestand niet zal verbeteren en dat het voor
den landbouw zou zjjnzich verbljjden met
een doode musch. Wat bjj wenscht is dat de
regeering een bijzondere afdeeling instelt voor
landbouwzaken bg een der departementen van
algemeen bestuur.
Het opstel verdient, dat wjj daarop meer
uitvoerig terugkomen.
De heer Zylma begint met er op te wgzen
dat in de vergadering der Tweede kamer van
18 Dec. 1891 door den heer Schepel, den af
gevaardigde voor Appingedam, verlof werd
gevraagd om de regeering te interpelleeren
over de vraag, of zg niet zou willen overgaan
tot de oprichting van een ministerie van
landbouw.
Die aanvraag kwam onverwacht en voor zoo
ver den heer Zjjlma bekend was het de eerste
keer dat deze zaak in het openbaar werd aan
geroerd op eene plaats, waar men verwachten
mocht, dat zg de algemeene attentie zou trek
ken. Dit laatste geschiedde ook wel eenigszins
maar toch, groot scheen de belangstelling nog
niet.
Bljjkbaar was het ontwerp te nieuw, scheen
men er door verrast en wilde men eerst af
wachten, wat de interpellant daarvoor zou bij
brengen.
Bevredigend en overtuigend was de heer
Schepel, toen zgne interpellatie aan de ordt
kwam, in zgne toelichting niet, althans geen
enkel lid der kamer gaf zgne instemming te
kennen met de wenschen van den spreker.
Namens de regeering werd de interpellant
beantwoord door den minister van waterstaat,
handel en ngverheid, den heer Lely. De
minister trachtte zoowel aan te toonen de
groote bezwaren, welke aan zulk een ministe
rie in den weg stonden, als het weinige nut
dat het zou kunnen afwerpen, en werd in
die beschouwing door een drtetal sprekers ge
steund.
De heer Schepel verklaarde, na een paar
woorden van repliek, zgne motie voorloopig
in te trekken, evenwel onder de reserve van
daarop misschien later terug te komen.
Daarmede was die zaak in de kamer voor
loopig van de baan. Ook daarbuiten werd zg
nauwelgks warm gehouden in enkele landbouw-
of politieke vergaderingen.
Dit jaar werd zg echter opnieuw en her
haaldelijk aan de orde gesteld. Op tal van
landbouw-vergaderingen vond dit punt in
stemming. Er werd heel wat over gepraat en
bg de regeering aangedrongen op invoering
van zoodanig ministerie. Maar er behoort meer
gedaan volgens den heer Zylma.
Het is tgd, dat ook in andere kringen aan
deze zaak eenige aandacht wordt geschonken.
Gelgk reeds is gebleken, zal een onderzoek
in landbouwvereenigingen uit den aard der
zaak tot eenzijdige beschouwingen moeten
leiden, 't Schgnt immers dat men zich tot
dusver in het geheel niet of meestal eene
verkeerde voorstelling ging maken van het
geen werd verlangd.
Wat is een ministerie Dit i« toch wel de
eerste vraag, welke zich hierbij voordoet.
En op die vraag antwoordt de heer Zylma
een ministerie is een tak van staatsdienst, of
wel het omvat een aantal min of meer over
eenkomende takken van staatsdienst. Zg vor
men als zoodanig ieder een afzonderlijk depar
tement, aan welks spitB de betrokken minister
staat als verantwoordelijk en leidend hoofd.
De namen duiden reeds in hoofdzaak aan,
welke aangelegenheden door ieder worden
behartigd.
Bijna uitsluitend betreft dit zaken van
openbaren dienst. Maar niet altjjd bljjft die
verdeeling gelgk. Het gebeurt wel, dat
onderdeelen van het eene departement naar
het andere worden overgebracht, indien men
dit voor de belangen van den dienst wensche-
Ijjk acht. Of wel, dat verandering in de
wetgeving aanleiding geeft tot wgziging in
het aantal departementen. Ontwikkeling der
staatkundige toestanden in de richting van
scheiding tusschen kerk en staat leidde er
toe, dat de departementen van hervormden
en roomsch-katholieken eeredienst werden
opgeheven en die aangelegenheden naar het
departement van financiën werden overge
bracht. Vermeerdering van openbare werken,
uitbreiding van spoorwegen, telegraphie en
postergen maakten weder de oprichting van
een nieuw departement, dat van waterstaat,
noodzakelijk. Bg den steeds toeiiemenden
omvang der staatszorg is voorzeker in dt
toekomst veeleer eene vermeerdering dan ver-
•niudc'jng van het as?>al departementen te
wachten.
In zooverre is dus eene andere indeeling der
bgzondere takken van staatsdienst volstrekt
niets nieuws en is ook de oprichting van het
gevraagde ministerie niets buitengewoons.
Maar wel is het eene afwgking, een tak van
volksbestaan op éene ljjn te willen stellen
met een tak van openbaren dienst.
De bezwaren tegen de doorhem gewenschte
regeling ziet de heer Zylma niet over hel
boofd. Hg erkent dat wat de landbouw wil
ook door andere takken van het volksbestaan
worden gewenscht.
Maar waarom, zoo vraagt hg, wil men een
ministerie van landbouw
Er zgn daarvoor onderscheidene redenen
opgegeven.
Of ze afdoende kunnen worden geacht, valt
echter te betwijfelen. Hoofdmotieven zgn, dat
de landbouw niet tot zgn recht komt, dat
landbouwzaken onder verschillende ministeriën
berusten, dat bg wordt achtergesteld bg den
handel, en, zooals men dit noemt, stiefmoeder
lijk bedeeld.
Deze bewering valt moeilijk tegen te spre
ken. In vroegeren tgd werd de landbouw zelfs
geheel en al door de regeering verwaarloosd.
Wel gaf men van hoogerhand voor en na
vaderlijke raadgevingen, doch verder deed men
niets. En ook thans, ofschoon dankbaar erken
nende de heilzame wending, die daarin is ge
komen, mogen wg zeggen, dat op verre na
niet is gedaan, wat met vrucht geschieden
kon om dien allerbelangrjjksten tak van volks
bestaan te bevorderen en te verheffen.
Maar wettigt dit de instelling van een af
zonderlijk ministerie? Vooropstellende dat de
landbouw niet tot zgn recht komt, dient te-
g-c-lgk dc vraag te worrier, gesteld waaraan ii
dit te wjjten Aan het gemis van een mini
sterie Neen. Veeleer komt het den heer Zylma
voor dat lauwheid en laksheid van landbouw
en platteland in de eerste plaats de verant
woordelijkheid dragen.
Voor de welvaart der geheele landbevolking,
met inbegrip der kleinere steden, is de land
bouw meestal van overwegend belang. Men
zou dan ook mogen verwachten, dat het geheele
platteland en die kleine steden voor de land
bouwbelangen zouden opkomen, dat zjj den
politieken invloed, die hun ten dienste staat,
hunne numerieke macht zouden gebruiken om
in regeeringskringen bevrediging van die
belangen door te drjjven.
Niets is echter minder waar dan dat. Het
platteland heeft zich steeds door de groote
steden lafen overvleugelen en doet dit nog,
ofschoon het na de opheffing der dubbele
kiesdistricten dit zich zelf heeft te wjj ten.
Zg het ook, dat in de groote steden een
grooter intellect zetelt dan het platteland
heeft aan te wgzen, en drage dit er toe bg
dat ook landelijke districten hunne vertegen
woordigers in de wetgevende macht daar gaan
zoeken, toch kon er meer voeling big ven en
moest het district, het plattelands- of land
bouwbelang den afgevaardigde zwaarder we
gen. De kiezers hebben zelv toe te zien, of
hg daaraan beantwoordt, zoodat wat invloed
betreft hieraan veel meer waarde is te hech
ten dan door een ministerie van landbouw
kan worden verkregen. Een gunstig en op
merkelijk verschijnsel is 't reeds, dat de in
voering der enkelvoudige kiesdistricten samen
valt met meer waardeering en behartiging
der belangen van landbouw en platteland.
(S ot volgt.)
Xfe toestand der vlaoarbeidern op
het eiland IJTgelmonde.
Vrjjdag avond trad in de zaal Bogardstraat
alhier de heer J. VisBer uit Gouda op voor
den Werkmansbond voor leden der Ned. herv.
kerk. Waren de leden daar goed vertegen
woordigd, van het »vrge toegang" was geen
ruim gebruik gemaakt.
Spreker behandelde het bovengenoemde
onderwerp. Na eene korte inleiding, waarin
hg opmerkte, dat in ons vrge Nederland vol
strekt niet voor allen de veel geprezen vrjjheid
bestaat, o. a. niet voor de vlasarbeiders, be
schreef de heer Visser de wjjze, waarop het
vlas bereid wordt en merkte vervolgens op,
dat de vlasarbeider zichzelven met zjju huis
gezin voor een jaac verhuurt aan den vlasboer
tegen een loon van, vroeger 9 ct, thans 7 ct
per uur gedurende Mei en Juni en gedurende
10 dagen van Juli (den plukljjd) tegen
f 2 per dag.
Van dien tgd tot begin Augustus wordt
geen loon betaald en moet de arbeider elders
maar zoeken naar werk, hoewel hg in dienst
blgft van den vlasboer. Dan volgt de reep-
tjjd, waarin 11 uur per dag wordt gewerkt
voorf 1 per dag voor mannen, f 0.70 voor
vrouwen en 25 ct. 70 ct. voor kinderen.
Het slecht betaalde werk in den winter is
lang en ongezond. Er wordt gewerkt van
balf vjjf 's morge: i tot 5 uur 's avonds. Het
weekloon komt dan ,r»oo'^bo"-n de f G, ter-
wjjl slechts weinigen dat Joon bereiken kun
nen. Er zgn er die de gansche week werken
voor f 2.50. Daarvan moet de arbeider nog
zgn eigen gereedschap aankoopen. Het werk
wordt verricht in de keeten, waar de arbeider
in dichten Btof zit en de scherpe vlasvezels
inademt, welke op den duur de longen stuk
Daardoor is een vlas-arbeider, die 60 jaar be
reikt, een zeldzaamheid. Verreweg de meesten
sterven vroeg en zgn vroeg onbekwaam tot
arbeiden.
Het ongezonde en vermoeiende werk dooft
allen lust tot geesteljjke ontwikkeling.
Onder deze dingen ljjdt ook het huiselijk
leven. Vrouwenarbeid brengt slordigheid in
het gezin. Orde en reinheid ontbreken veel.
Meubelen en kleederen zgn met vlasstof be
dekt. Kinderen beneden de 12 jaar, door
moeder den ganschen dag alleen gelaten, zgn
in den regel vuil. De vrouwen hebben weinig
lust om zich met naaiwerk op te houden. Zg
zgn daartoe in den regel ook te uitgeput.
Daar de kinderen mede-kostwinners zgn, staan
zjj niet behoorlgk onder tucht, vooral als de
ouders ljjden aan de gewone borstkwaal.
De arbeiders zgn zorgeloos. De gesprekken
in de keeten zgn in den regel zedeloos en
het leven in den tgd van wieden is dit niet
minder. Dan moeten gedurende vele weken
de arbeiders, mannen en vrouwen, jongens
en meisjes met elkander slapen in het Btroo,
dat in een schuur wordt gespreid. Onechte
kinderen zgn dan ook niet zeldzaam.
Is de vlasarbeider echter gehuwd, dan is
hg een getrouw echtgenoot, doch door elkan
der zgn de meesten ongeschikte ouders. Ver
wonding, echtbreuk en diefstal komen zelden
voor en steeds milder isprjjt misbruik gemaakt
van sterken drank.
De verhouding tusschen pa
troon en arbeider is zoo treurig mo
gelijk. De patroon beschouwt zich als eigenaar
evenzeer van den arbeider als van diens wo
ning. Hg gebruikt zijn arbeider als hg dien
noodig heeftheeft bg aan hem geen behoefte,
dan laat hg hem loopen zonder loon. Heeft
zulk een werklooze het geluk arbeid te krg-
gen tegen boog loon, dan moet hg dat werk
en het hooge loon onraiddelljjk loslaten, als
de vlasbaas hem, zg het ook maar voor een
paar uur, gebruiken wil. De baas bepaalt ook
het loon na den volbrachten arbeid.
Er wordt gewerkt per stuk. Wordt doer een
ijverig arbeider veel gewerkt, dan wordt het
loon per stuk zóo verlaagd dat deze niet meer
dan f 6 verdient. De andere arbeiders krjjgen
dan naar evenredigheid zooveel minder. Voor
veel arbeid wordt geen geld betaald, bv. voor
vlas lossen in de schoven, het inpakken van
het vlas voor de schepen enz. enz.
De arbeider is daarbjj geheel afhan-
k e 1 jj k van den patroon. Zegt hg het werk
op, dan vindt bg, tengevolge eener afspaak
der vlasbazen, bg niemand werk. Verlaat één
uit het huisgezin het werk zonder toestem
ming van den patroon, dan neemt de patroon
wraak, door het geheele huisgezin werkloos te
maken. Niet onnatuurlijk is het, dat de
arbeider op zgn beurt den baas zooveel moge-
ljjk bedriegt en het bestelen van den baas in
vruchten en dergeljjke kleinigheden geen
kwaad wordt geacht.
Eindelgk besprak de heer Visser de midde
len tot verbetering, nieuwe wgze van roten
enz. Door geweld, op socialistische wgze,
kan, meent spreker, niets verbeterd worden. De
vlasarbeider is trouwens in den regel te uit
geput, te ziekelgk van longen en te onont
wikkeld om zich in te spannen tot gewelda-
dige omverwerping der maatschappelijke orde.
Veel meer heil wacht de spreker van de
hervormde kerk. De vlasarbeiders zgn kerksch,
meest hervormd. Die kerk heeft een dure
roeping. Door het evangelie wordt recht en
gerechtigheid gepredikt.
Door de kerk, die het evangelie b rengt
moet de vlasboer leeren, dat zgn arbeider een
mensch en geen werktuig is en dat bg in
zieke en werklooze dagen voor God verant
woordelijk is voor het huisgezin van zgn
arbeider. Vrouwenarbeid moet afgeschaft, kin
derarbeid meer beperkt worden en de arbeider
dient te verstaan, dat hg de zaak van zgn pa
troon als zjjn eigen zaak heeft te behartigen.
De voorzitter, de heer H. J. L. Poort, dankts
den spreker voor zgn boeiende redeen de
aanwezigen zetten daarop het zegel door het
gewone applaus.
Beknopte Mededeelingen
Het ljjk van den heer Fiére-Oiban zal
Maandag morgen, ongeveer een uur, ten toon
gesteld we.-.der. op bef etadb-»". »%n Brij wel
waar een protestantsche godsdienstoefening
wordt gehouden. De burgemeester en de sche
penen der hoofdstad wonen de plechtigheid bg.
Wat de regeering en de kamer zullen doen,
ligt in het duister.
Men zegt dat de graaf van Vlaanderen eB
prins Albert de begrafenis zullen bjjwonen.
Naar men aan do Frankf. Ztg. in spre
kende letters maar in geheimzinnige woorden
uit Zuid-Duitschland mededeelt, heeft het
bezoek van vorst Hohenlohe te Weenen eerBt
tjjdens zgn tegenwoordigheid aldaar een be-
teekenis gekregen, die het aanvankelijk niet
had. Het verkreeg dit eerst in den loop der
conferenties, welke de Duitsche rijkskanselier
oiefc de toonaangevende persoonlijkheden der
Oostenrgksch-Hongaarsche monarchie had.
Heerljjke toestanden. Te MuncheD
vormt het volgende voorval een onderwerp
van druk gesprek. Nieuwjaarsnacht was het
lokaal van de Pschorr-brouwerjj stampend vol
met bezoekers uit de gegoede klassen. Een
sergeant had een soldaat, die hem niet vol
gens het reglement gesalueerd had, een ge-
duchten uitbrander gegeven. Dit trok de aan
dacht van het publiek en toen later andere
soldaten heel behoorlgk hun superieur be
groetten, werd er gelachen en geapplaudiseerd.
Er ontstond tusschen den sergeant en eenige
burgers een woordenwisseling met het gevolg
dat de eerste uit het lokaal werd verwgderd-
Weldra keerde hg terug met een patrouille*j
die hg van de hoofdwacht had gehaald, om
den eersten soldaat te arresteeren. Deze was
echter niet in het lokaal aanwezig en zoo
stelde de sergeant zich met het in beslag
nemen van diets mantel tevreden, maar hg
wilde tegelijkertijd een paar van de heeven,
die hem hadden uitgelachen, in hechtenis
nemen. De heeren protesteerden, de vrouwen
en kinderen begonnen te schreien er ontstond
gedraDg en nu moet de sergeant, een Pruis,
naar ooggetuigen beweren, aan de soldaten
wier geweren met scherpe patronen waren
geladen, bevolen hebben te vuren. Dank zjj
de tusschenkomst van een gendarme en den
pachter van het restaurant geschiedde dit ge
lukkig niet.
Men begrjjpt, hoe groot opzien en veront
waardiging dit voorval onder de burgerjj ver
wekt, die daardoor weer sterk herinnerd wordt
aan de betreurenswaardige voorvallen van
Fuchsmühl.
Wat minder Schneidigkeit bg de militairen
moet den Duitschen burgers wel lief zgn.
In de Westminster Gazette van heden
wordt het een en ander medegedeeld van het
geen de heer Montagn White, consul-generaal
van Transvaal, over de crisis heeft gezegd.
De heer White twjjfelde niet, of de Boeren
zouden de gevangen genomen Britten en de
gewonden goed behandelen. Hg deelde mede
telegrammen ontvangen te hebben, waaruit
big kt dat alle voorzorgen genomen zgn om de
orde te handhaven en de eigendommen te be
schermen.
De Transvaalsche regeering heeft een pro
clamatie uitgevaardigd, met het doel de be
volking gerust te stellen; zg verzekert dat de
regeering geneigd is alle grieven te onder
werpen aan het wetgevend lichaam, waarin zg
onmiddelgk zullen worden behandeld.
Teneinde gebrek in Johannesburg te voor-
komeu, schorste de regeering alle rechten op
voedingsmiddelen. En om ongeregeldheden te
voorkomen, heeft de regeering te Johannesburg
den eed afgenomen aan duizend vrijwilligers
van alle nationaliteiten, die als politie dienst
zullen doen.
Ér is een afgevaardigde van Transvaal
naar Europa vertrokken, de heer Van Zwieten,
met instructies aan de Duitsche militaire over
heden, ten einde het aanwerven van Duitsche
officieren voor het Transvaalsche leger te
vergemakkelijken.
Voorts is den heer Van Zwieten last gege
ven tot aankoop van Maxim- en Norden-
feldt-kanonnen.
Bestellingen zgn alreeds door de Trans
vaalsche regeering bg Krupp gedaan.
Hat telegram, door keizer Wilhelm aan
president Kruger gezonden, luidt>Ik wensch
u van harte geluk, dat het u en uw volk,
zonder een beroep te doen op de hulp van
bevriende staten, gelukt is door eigen krachts
ontwikkeling tegenover gewapende benden, die
als rustverstoorders in uw land zgn binnenge
drongen, de rust weder te herstellen en de
onafhankelijkheid des lands tegen geweldadig-
heden van buiten te handhaven. Wilhelm.1
(Men zie verder het bijvoegsel.)
PRIJZEN VAN EFFECTEN
Per telegraaf. t
Jan. Jan,
Itaatgleenlngen.
NEDERLAND. pCt. Bedrag stukken
Cert. N. W. Sch 2 ft f 1000 923/4 021%
dto oiou .1000 100ÜU 1003 4
1000 100%
fl. 1000 8523/4 827/8
1000 8313/jg 8315/18
h 200.1000 lOlft
Z.R. 500 93
dito dito81/
dito OblSl/Ö 1000 1001/4 1001/i"
HONG. dito goudl. 5 100
ITALIË. Ins. «2/81 5 Lir. 100-100000
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-November 5
dito Jan -Juli 5
dito dito Goud4
POLEN. bl. S '44 4
PORT. O. B. 53/84.
met ticket 8 25 251/4
dito dito 1888/89
met ticket 41/2 fr. 500 373/g 371%
RUSLAND. Cert.
Ins. 5e S 1854 5 Z.R. 500 69
dito '80 eec. dito 4 125-625
dito 1889 uito 4 R. 125 B03/4
dito '93 6e Em. 4 G.R. 125
dito '94 6e Em. 4 R. 125 97 97
Obl. L, .807/69 4 20-100 100 1001/a
Cert. v. B. Asgn. 6 P.R. 1000
dito 1884 goud 5 G.R. 125-1000 1031S/161041/2
SPANJE O B. Per 4 Pes. 1000 24000 591/2 697/8
dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 581/s
TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 84ft
Geconv. serie D. 20-2000 19
dito dito C. 20-100 193/8
EGYPTE. O. L. .'76 4 u 20-100
dito sp, dito 876 31/a 20-100
BRAZILIË. Obl.
Londen i893 4 1000 8I8/4
dito Oblig 1889 4 607/8
VENEZUELA. '81 4 100-500 39% o»»/f
Ifkduatrleele en Pinancieele
ondefdemingen.
NEDERLAND. pCt
N.W.enPuc. Pbr. 5 500-1000 77
191/8
19SL
1041/4
67
1000 1385/16 138S/a
150 72
600
600
1000
250
250
1000
250-1000
1091/a 110
945/8
931/4
941/2
271/s
Ned. Hand -Mscli.
A rescontre 5
N.-I. Hand. A.
Zeeland Aand.
dit-j dito Pr. dito
dito Obl. 1886 8
DUITSCHLAND.
Cert. Rijksbank
Aand. Amsterdam R.M. 2000
OOSTENRIJK. A.
O. H. B. fl. 600
Hpoorwegleenlngen!
NEDERLAND. pCt
Huil. Spoor.
Mij tot Expl van
St. Spw. Aand.
Ned. Ctr. Spw. A.
dito Obligatie 3
N.-I. Spw. Aand. 250-1000 192
N.-B. Boxt. Obl.
gestemp. 1875/80
ITALIË. 8poorw.
Leening 1887/89
Viet. Em. Sp. O. 3
Zuid-Ital Sp. O. 3
OOSTENRIJK. E.
O. Spw. Obl. 3
POLEN. W. W. A.
RUSLAND. Gr. Sp.
Maats. Obligatie. 4ft w
dito dito dito 4
Balt. Spw. Aand. 3
Kurk.-Ch. Az. O. 4
Mosk.-Jar. Oblig. 5
Mosk.-Smol. dito 5 f
AMERIK. Ctr. P. O. 6
dito Calif.Org, dito 5 u
Chic^ N.-W. Cert.
Lir. 500-2500 497/8
500
500-5000 621/4
fr. 500
Z.R. 100
901/4
617/8
495/g
528/13
621/,
101
1000
1000
1000
1028/a
104
1017/s 10116/16
dito le hyp. Crt. 7
dito Mad. Ex. Ob. 7
Menominee dito 7
N -WUnion dito 7
"Win. St Peter dito 7
dito S.-W. Obl. 7
Illinois C.
500-1000
1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
600-1000
500-1000 92
dit. Leas L. St. Ct. 4
0
500-1000
89
893/4
St. P. M. M Obl 7
500-1000
Un. Pac. Hfdl. dit. 6
1000
1041/4
101%
Pre m ie-Ijeen 1 ngen*
NEDERL. St. Am. 3
f
100
112
1027/g
Stad Rotterdam 3
100
1081fc
BELGIE. Stad Antw
fr.
100
dito Brussel 1886 21/
100
HONG. Staatsl. 1870
fl.
100
OOSTENRIJK.
Staatsleening 1854 4
250
ér-1
1201/2
dito 1880 8
U
100
«O/S
dit. 1864
100
Cred Inst. 1858
0
100
RUSL. Staatsl. 1864. 6
Z.R.
100
dito 1866 5
0
100
SPANJE. St. Madr. 8
fr.
100
33
s»s/g
TÜRKIJE. Spoorwi. S
400
223/s
2Sft
Jkfixr&cnir'jkifM*» «AVt&XkCl.
Van 28 Dec. '95—4 Jan. '96.
Vlissingen. OndertrouwdA. W. Thouten-
hoofd, wedr 47 j. met M. van 't Sant, jd. 41 j.
C. Lakeman, jm. 31 j. met P. J. Eelspeel, jd.
22 j.
öetrouwd D. J. Labrujjere, jm. 28 j. met
M. Jonosse, jd. 21 j.
Bevallen; G. Schink, geb. Van der Reiden,
d. C. B. 't Hooft, geb. De Meg, z. P. J. Nobel»,
geb. Halffman, d. C. M. J. Verheul, geb.
Wjjtenburg, z. O. D. Appel, geb. Vader, d. A.
M. Mommaas, geb. Bevelander, d. C. W. Deaaoa,
geb. Culverhouse, z. L. 8. W. Soetens, geb.
Van Sorge, d. S. Pot, geb. Van der Ejjk, d. J.
A. Lambrecht, geb. Streefkerk, d.
OverledenA. de Rjjke, z. 2 m. M. Nobels,
vrouw van C. B. Verbert, 61 j. T. H. de Jongh,
ongeh. d. 70 j.
Goes. Bevallen; A. C. Verheule, geb. Wes-
sels, d. J. J. A. Dingens, geb. Cornelisse, d. S.
Joosse, geb. Dane, d. J. Muige, geb. Vroon
land, d.
Overleden: K. H. Wezeprel, d. 3 m. J.
Adriaanse, z. 27 d. C. Goedhart, d. 12 d.