MIDDELBIBGSCHE OOI Hi N°. 4. 139s Jaargang. Maanda O" 6 Ja* uan. ministerie van Mtaw. BUITENLAND o Deze courant verschijnt d a g e 1 ij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen» Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometerc Middelburg 1 Jan. 8 u. vm. 83 gr., m. 12 u. 38 gr.,av. 4 u. 37 gr. F.Verw. 0. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór ééa uur aan het bureau bezorgd zjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle au Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent Groote letters naar de plaats die zij inn Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis aan het bureau te bekomen. igenteu. Te itiueuzenM. de Josge te Rotterdam Nijgh van Ditmar. Bjj deze courant behoort een Bijvoegsel; Middelburg 4 Januari. I. Zooala wjj in 'tkort meldden, schreef bet lid der Tweede kamer de heer G. Zylma in het Januari-nommer van de Vragen des Ty'ds een Opstel, waarin wordt betoogd dat een afzonder lek departement van landbouw den algemeenen toestand niet zal verbeteren en dat het voor den landbouw zou zjjnzich verbljjden met een doode musch. Wat bjj wenscht is dat de regeering een bijzondere afdeeling instelt voor landbouwzaken bg een der departementen van algemeen bestuur. Het opstel verdient, dat wjj daarop meer uitvoerig terugkomen. De heer Zylma begint met er op te wgzen dat in de vergadering der Tweede kamer van 18 Dec. 1891 door den heer Schepel, den af gevaardigde voor Appingedam, verlof werd gevraagd om de regeering te interpelleeren over de vraag, of zg niet zou willen overgaan tot de oprichting van een ministerie van landbouw. Die aanvraag kwam onverwacht en voor zoo ver den heer Zjjlma bekend was het de eerste keer dat deze zaak in het openbaar werd aan geroerd op eene plaats, waar men verwachten mocht, dat zg de algemeene attentie zou trek ken. Dit laatste geschiedde ook wel eenigszins maar toch, groot scheen de belangstelling nog niet. Bljjkbaar was het ontwerp te nieuw, scheen men er door verrast en wilde men eerst af wachten, wat de interpellant daarvoor zou bij brengen. Bevredigend en overtuigend was de heer Schepel, toen zgne interpellatie aan de ordt kwam, in zgne toelichting niet, althans geen enkel lid der kamer gaf zgne instemming te kennen met de wenschen van den spreker. Namens de regeering werd de interpellant beantwoord door den minister van waterstaat, handel en ngverheid, den heer Lely. De minister trachtte zoowel aan te toonen de groote bezwaren, welke aan zulk een ministe rie in den weg stonden, als het weinige nut dat het zou kunnen afwerpen, en werd in die beschouwing door een drtetal sprekers ge steund. De heer Schepel verklaarde, na een paar woorden van repliek, zgne motie voorloopig in te trekken, evenwel onder de reserve van daarop misschien later terug te komen. Daarmede was die zaak in de kamer voor loopig van de baan. Ook daarbuiten werd zg nauwelgks warm gehouden in enkele landbouw- of politieke vergaderingen. Dit jaar werd zg echter opnieuw en her haaldelijk aan de orde gesteld. Op tal van landbouw-vergaderingen vond dit punt in stemming. Er werd heel wat over gepraat en bg de regeering aangedrongen op invoering van zoodanig ministerie. Maar er behoort meer gedaan volgens den heer Zylma. Het is tgd, dat ook in andere kringen aan deze zaak eenige aandacht wordt geschonken. Gelgk reeds is gebleken, zal een onderzoek in landbouwvereenigingen uit den aard der zaak tot eenzijdige beschouwingen moeten leiden, 't Schgnt immers dat men zich tot dusver in het geheel niet of meestal eene verkeerde voorstelling ging maken van het geen werd verlangd. Wat is een ministerie Dit i« toch wel de eerste vraag, welke zich hierbij voordoet. En op die vraag antwoordt de heer Zylma een ministerie is een tak van staatsdienst, of wel het omvat een aantal min of meer over eenkomende takken van staatsdienst. Zg vor men als zoodanig ieder een afzonderlijk depar tement, aan welks spitB de betrokken minister staat als verantwoordelijk en leidend hoofd. De namen duiden reeds in hoofdzaak aan, welke aangelegenheden door ieder worden behartigd. Bijna uitsluitend betreft dit zaken van openbaren dienst. Maar niet altjjd bljjft die verdeeling gelgk. Het gebeurt wel, dat onderdeelen van het eene departement naar het andere worden overgebracht, indien men dit voor de belangen van den dienst wensche- Ijjk acht. Of wel, dat verandering in de wetgeving aanleiding geeft tot wgziging in het aantal departementen. Ontwikkeling der staatkundige toestanden in de richting van scheiding tusschen kerk en staat leidde er toe, dat de departementen van hervormden en roomsch-katholieken eeredienst werden opgeheven en die aangelegenheden naar het departement van financiën werden overge bracht. Vermeerdering van openbare werken, uitbreiding van spoorwegen, telegraphie en postergen maakten weder de oprichting van een nieuw departement, dat van waterstaat, noodzakelijk. Bg den steeds toeiiemenden omvang der staatszorg is voorzeker in dt toekomst veeleer eene vermeerdering dan ver- •niudc'jng van het as?>al departementen te wachten. In zooverre is dus eene andere indeeling der bgzondere takken van staatsdienst volstrekt niets nieuws en is ook de oprichting van het gevraagde ministerie niets buitengewoons. Maar wel is het eene afwgking, een tak van volksbestaan op éene ljjn te willen stellen met een tak van openbaren dienst. De bezwaren tegen de doorhem gewenschte regeling ziet de heer Zylma niet over hel boofd. Hg erkent dat wat de landbouw wil ook door andere takken van het volksbestaan worden gewenscht. Maar waarom, zoo vraagt hg, wil men een ministerie van landbouw Er zgn daarvoor onderscheidene redenen opgegeven. Of ze afdoende kunnen worden geacht, valt echter te betwijfelen. Hoofdmotieven zgn, dat de landbouw niet tot zgn recht komt, dat landbouwzaken onder verschillende ministeriën berusten, dat bg wordt achtergesteld bg den handel, en, zooals men dit noemt, stiefmoeder lijk bedeeld. Deze bewering valt moeilijk tegen te spre ken. In vroegeren tgd werd de landbouw zelfs geheel en al door de regeering verwaarloosd. Wel gaf men van hoogerhand voor en na vaderlijke raadgevingen, doch verder deed men niets. En ook thans, ofschoon dankbaar erken nende de heilzame wending, die daarin is ge komen, mogen wg zeggen, dat op verre na niet is gedaan, wat met vrucht geschieden kon om dien allerbelangrjjksten tak van volks bestaan te bevorderen en te verheffen. Maar wettigt dit de instelling van een af zonderlijk ministerie? Vooropstellende dat de landbouw niet tot zgn recht komt, dient te- g-c-lgk dc vraag te worrier, gesteld waaraan ii dit te wjjten Aan het gemis van een mini sterie Neen. Veeleer komt het den heer Zylma voor dat lauwheid en laksheid van landbouw en platteland in de eerste plaats de verant woordelijkheid dragen. Voor de welvaart der geheele landbevolking, met inbegrip der kleinere steden, is de land bouw meestal van overwegend belang. Men zou dan ook mogen verwachten, dat het geheele platteland en die kleine steden voor de land bouwbelangen zouden opkomen, dat zjj den politieken invloed, die hun ten dienste staat, hunne numerieke macht zouden gebruiken om in regeeringskringen bevrediging van die belangen door te drjjven. Niets is echter minder waar dan dat. Het platteland heeft zich steeds door de groote steden lafen overvleugelen en doet dit nog, ofschoon het na de opheffing der dubbele kiesdistricten dit zich zelf heeft te wjj ten. Zg het ook, dat in de groote steden een grooter intellect zetelt dan het platteland heeft aan te wgzen, en drage dit er toe bg dat ook landelijke districten hunne vertegen woordigers in de wetgevende macht daar gaan zoeken, toch kon er meer voeling big ven en moest het district, het plattelands- of land bouwbelang den afgevaardigde zwaarder we gen. De kiezers hebben zelv toe te zien, of hg daaraan beantwoordt, zoodat wat invloed betreft hieraan veel meer waarde is te hech ten dan door een ministerie van landbouw kan worden verkregen. Een gunstig en op merkelijk verschijnsel is 't reeds, dat de in voering der enkelvoudige kiesdistricten samen valt met meer waardeering en behartiging der belangen van landbouw en platteland. (S ot volgt.) Xfe toestand der vlaoarbeidern op het eiland IJTgelmonde. Vrjjdag avond trad in de zaal Bogardstraat alhier de heer J. VisBer uit Gouda op voor den Werkmansbond voor leden der Ned. herv. kerk. Waren de leden daar goed vertegen woordigd, van het »vrge toegang" was geen ruim gebruik gemaakt. Spreker behandelde het bovengenoemde onderwerp. Na eene korte inleiding, waarin hg opmerkte, dat in ons vrge Nederland vol strekt niet voor allen de veel geprezen vrjjheid bestaat, o. a. niet voor de vlasarbeiders, be schreef de heer Visser de wjjze, waarop het vlas bereid wordt en merkte vervolgens op, dat de vlasarbeider zichzelven met zjju huis gezin voor een jaac verhuurt aan den vlasboer tegen een loon van, vroeger 9 ct, thans 7 ct per uur gedurende Mei en Juni en gedurende 10 dagen van Juli (den plukljjd) tegen f 2 per dag. Van dien tgd tot begin Augustus wordt geen loon betaald en moet de arbeider elders maar zoeken naar werk, hoewel hg in dienst blgft van den vlasboer. Dan volgt de reep- tjjd, waarin 11 uur per dag wordt gewerkt voorf 1 per dag voor mannen, f 0.70 voor vrouwen en 25 ct. 70 ct. voor kinderen. Het slecht betaalde werk in den winter is lang en ongezond. Er wordt gewerkt van balf vjjf 's morge: i tot 5 uur 's avonds. Het weekloon komt dan ,r»oo'^bo"-n de f G, ter- wjjl slechts weinigen dat Joon bereiken kun nen. Er zgn er die de gansche week werken voor f 2.50. Daarvan moet de arbeider nog zgn eigen gereedschap aankoopen. Het werk wordt verricht in de keeten, waar de arbeider in dichten Btof zit en de scherpe vlasvezels inademt, welke op den duur de longen stuk Daardoor is een vlas-arbeider, die 60 jaar be reikt, een zeldzaamheid. Verreweg de meesten sterven vroeg en zgn vroeg onbekwaam tot arbeiden. Het ongezonde en vermoeiende werk dooft allen lust tot geesteljjke ontwikkeling. Onder deze dingen ljjdt ook het huiselijk leven. Vrouwenarbeid brengt slordigheid in het gezin. Orde en reinheid ontbreken veel. Meubelen en kleederen zgn met vlasstof be dekt. Kinderen beneden de 12 jaar, door moeder den ganschen dag alleen gelaten, zgn in den regel vuil. De vrouwen hebben weinig lust om zich met naaiwerk op te houden. Zg zgn daartoe in den regel ook te uitgeput. Daar de kinderen mede-kostwinners zgn, staan zjj niet behoorlgk onder tucht, vooral als de ouders ljjden aan de gewone borstkwaal. De arbeiders zgn zorgeloos. De gesprekken in de keeten zgn in den regel zedeloos en het leven in den tgd van wieden is dit niet minder. Dan moeten gedurende vele weken de arbeiders, mannen en vrouwen, jongens en meisjes met elkander slapen in het Btroo, dat in een schuur wordt gespreid. Onechte kinderen zgn dan ook niet zeldzaam. Is de vlasarbeider echter gehuwd, dan is hg een getrouw echtgenoot, doch door elkan der zgn de meesten ongeschikte ouders. Ver wonding, echtbreuk en diefstal komen zelden voor en steeds milder isprjjt misbruik gemaakt van sterken drank. De verhouding tusschen pa troon en arbeider is zoo treurig mo gelijk. De patroon beschouwt zich als eigenaar evenzeer van den arbeider als van diens wo ning. Hg gebruikt zijn arbeider als hg dien noodig heeftheeft bg aan hem geen behoefte, dan laat hg hem loopen zonder loon. Heeft zulk een werklooze het geluk arbeid te krg- gen tegen boog loon, dan moet hg dat werk en het hooge loon onraiddelljjk loslaten, als de vlasbaas hem, zg het ook maar voor een paar uur, gebruiken wil. De baas bepaalt ook het loon na den volbrachten arbeid. Er wordt gewerkt per stuk. Wordt doer een ijverig arbeider veel gewerkt, dan wordt het loon per stuk zóo verlaagd dat deze niet meer dan f 6 verdient. De andere arbeiders krjjgen dan naar evenredigheid zooveel minder. Voor veel arbeid wordt geen geld betaald, bv. voor vlas lossen in de schoven, het inpakken van het vlas voor de schepen enz. enz. De arbeider is daarbjj geheel afhan- k e 1 jj k van den patroon. Zegt hg het werk op, dan vindt bg, tengevolge eener afspaak der vlasbazen, bg niemand werk. Verlaat één uit het huisgezin het werk zonder toestem ming van den patroon, dan neemt de patroon wraak, door het geheele huisgezin werkloos te maken. Niet onnatuurlijk is het, dat de arbeider op zgn beurt den baas zooveel moge- ljjk bedriegt en het bestelen van den baas in vruchten en dergeljjke kleinigheden geen kwaad wordt geacht. Eindelgk besprak de heer Visser de midde len tot verbetering, nieuwe wgze van roten enz. Door geweld, op socialistische wgze, kan, meent spreker, niets verbeterd worden. De vlasarbeider is trouwens in den regel te uit geput, te ziekelgk van longen en te onont wikkeld om zich in te spannen tot gewelda- dige omverwerping der maatschappelijke orde. Veel meer heil wacht de spreker van de hervormde kerk. De vlasarbeiders zgn kerksch, meest hervormd. Die kerk heeft een dure roeping. Door het evangelie wordt recht en gerechtigheid gepredikt. Door de kerk, die het evangelie b rengt moet de vlasboer leeren, dat zgn arbeider een mensch en geen werktuig is en dat bg in zieke en werklooze dagen voor God verant woordelijk is voor het huisgezin van zgn arbeider. Vrouwenarbeid moet afgeschaft, kin derarbeid meer beperkt worden en de arbeider dient te verstaan, dat hg de zaak van zgn pa troon als zjjn eigen zaak heeft te behartigen. De voorzitter, de heer H. J. L. Poort, dankts den spreker voor zgn boeiende redeen de aanwezigen zetten daarop het zegel door het gewone applaus. Beknopte Mededeelingen Het ljjk van den heer Fiére-Oiban zal Maandag morgen, ongeveer een uur, ten toon gesteld we.-.der. op bef etadb-»". »%n Brij wel waar een protestantsche godsdienstoefening wordt gehouden. De burgemeester en de sche penen der hoofdstad wonen de plechtigheid bg. Wat de regeering en de kamer zullen doen, ligt in het duister. Men zegt dat de graaf van Vlaanderen eB prins Albert de begrafenis zullen bjjwonen. Naar men aan do Frankf. Ztg. in spre kende letters maar in geheimzinnige woorden uit Zuid-Duitschland mededeelt, heeft het bezoek van vorst Hohenlohe te Weenen eerBt tjjdens zgn tegenwoordigheid aldaar een be- teekenis gekregen, die het aanvankelijk niet had. Het verkreeg dit eerst in den loop der conferenties, welke de Duitsche rijkskanselier oiefc de toonaangevende persoonlijkheden der Oostenrgksch-Hongaarsche monarchie had. Heerljjke toestanden. Te MuncheD vormt het volgende voorval een onderwerp van druk gesprek. Nieuwjaarsnacht was het lokaal van de Pschorr-brouwerjj stampend vol met bezoekers uit de gegoede klassen. Een sergeant had een soldaat, die hem niet vol gens het reglement gesalueerd had, een ge- duchten uitbrander gegeven. Dit trok de aan dacht van het publiek en toen later andere soldaten heel behoorlgk hun superieur be groetten, werd er gelachen en geapplaudiseerd. Er ontstond tusschen den sergeant en eenige burgers een woordenwisseling met het gevolg dat de eerste uit het lokaal werd verwgderd- Weldra keerde hg terug met een patrouille*j die hg van de hoofdwacht had gehaald, om den eersten soldaat te arresteeren. Deze was echter niet in het lokaal aanwezig en zoo stelde de sergeant zich met het in beslag nemen van diets mantel tevreden, maar hg wilde tegelijkertijd een paar van de heeven, die hem hadden uitgelachen, in hechtenis nemen. De heeren protesteerden, de vrouwen en kinderen begonnen te schreien er ontstond gedraDg en nu moet de sergeant, een Pruis, naar ooggetuigen beweren, aan de soldaten wier geweren met scherpe patronen waren geladen, bevolen hebben te vuren. Dank zjj de tusschenkomst van een gendarme en den pachter van het restaurant geschiedde dit ge lukkig niet. Men begrjjpt, hoe groot opzien en veront waardiging dit voorval onder de burgerjj ver wekt, die daardoor weer sterk herinnerd wordt aan de betreurenswaardige voorvallen van Fuchsmühl. Wat minder Schneidigkeit bg de militairen moet den Duitschen burgers wel lief zgn. In de Westminster Gazette van heden wordt het een en ander medegedeeld van het geen de heer Montagn White, consul-generaal van Transvaal, over de crisis heeft gezegd. De heer White twjjfelde niet, of de Boeren zouden de gevangen genomen Britten en de gewonden goed behandelen. Hg deelde mede telegrammen ontvangen te hebben, waaruit big kt dat alle voorzorgen genomen zgn om de orde te handhaven en de eigendommen te be schermen. De Transvaalsche regeering heeft een pro clamatie uitgevaardigd, met het doel de be volking gerust te stellen; zg verzekert dat de regeering geneigd is alle grieven te onder werpen aan het wetgevend lichaam, waarin zg onmiddelgk zullen worden behandeld. Teneinde gebrek in Johannesburg te voor- komeu, schorste de regeering alle rechten op voedingsmiddelen. En om ongeregeldheden te voorkomen, heeft de regeering te Johannesburg den eed afgenomen aan duizend vrijwilligers van alle nationaliteiten, die als politie dienst zullen doen. Ér is een afgevaardigde van Transvaal naar Europa vertrokken, de heer Van Zwieten, met instructies aan de Duitsche militaire over heden, ten einde het aanwerven van Duitsche officieren voor het Transvaalsche leger te vergemakkelijken. Voorts is den heer Van Zwieten last gege ven tot aankoop van Maxim- en Norden- feldt-kanonnen. Bestellingen zgn alreeds door de Trans vaalsche regeering bg Krupp gedaan. Hat telegram, door keizer Wilhelm aan president Kruger gezonden, luidt>Ik wensch u van harte geluk, dat het u en uw volk, zonder een beroep te doen op de hulp van bevriende staten, gelukt is door eigen krachts ontwikkeling tegenover gewapende benden, die als rustverstoorders in uw land zgn binnenge drongen, de rust weder te herstellen en de onafhankelijkheid des lands tegen geweldadig- heden van buiten te handhaven. Wilhelm.1 (Men zie verder het bijvoegsel.) PRIJZEN VAN EFFECTEN Per telegraaf. t Jan. Jan, Itaatgleenlngen. NEDERLAND. pCt. Bedrag stukken Cert. N. W. Sch 2 ft f 1000 923/4 021% dto oiou .1000 100ÜU 1003 4 1000 100% fl. 1000 8523/4 827/8 1000 8313/jg 8315/18 h 200.1000 lOlft Z.R. 500 93 dito dito81/ dito OblSl/Ö 1000 1001/4 1001/i" HONG. dito goudl. 5 100 ITALIË. Ins. «2/81 5 Lir. 100-100000 OOSTENRIJK. Obl. Mei-November 5 dito Jan -Juli 5 dito dito Goud4 POLEN. bl. S '44 4 PORT. O. B. 53/84. met ticket 8 25 251/4 dito dito 1888/89 met ticket 41/2 fr. 500 373/g 371% RUSLAND. Cert. Ins. 5e S 1854 5 Z.R. 500 69 dito '80 eec. dito 4 125-625 dito 1889 uito 4 R. 125 B03/4 dito '93 6e Em. 4 G.R. 125 dito '94 6e Em. 4 R. 125 97 97 Obl. L, .807/69 4 20-100 100 1001/a Cert. v. B. Asgn. 6 P.R. 1000 dito 1884 goud 5 G.R. 125-1000 1031S/161041/2 SPANJE O B. Per 4 Pes. 1000 24000 591/2 697/8 dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 581/s TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 84ft Geconv. serie D. 20-2000 19 dito dito C. 20-100 193/8 EGYPTE. O. L. .'76 4 u 20-100 dito sp, dito 876 31/a 20-100 BRAZILIË. Obl. Londen i893 4 1000 8I8/4 dito Oblig 1889 4 607/8 VENEZUELA. '81 4 100-500 39% o»»/f Ifkduatrleele en Pinancieele ondefdemingen. NEDERLAND. pCt N.W.enPuc. Pbr. 5 500-1000 77 191/8 19SL 1041/4 67 1000 1385/16 138S/a 150 72 600 600 1000 250 250 1000 250-1000 1091/a 110 945/8 931/4 941/2 271/s Ned. Hand -Mscli. A rescontre 5 N.-I. Hand. A. Zeeland Aand. dit-j dito Pr. dito dito Obl. 1886 8 DUITSCHLAND. Cert. Rijksbank Aand. Amsterdam R.M. 2000 OOSTENRIJK. A. O. H. B. fl. 600 Hpoorwegleenlngen! NEDERLAND. pCt Huil. Spoor. Mij tot Expl van St. Spw. Aand. Ned. Ctr. Spw. A. dito Obligatie 3 N.-I. Spw. Aand. 250-1000 192 N.-B. Boxt. Obl. gestemp. 1875/80 ITALIË. 8poorw. Leening 1887/89 Viet. Em. Sp. O. 3 Zuid-Ital Sp. O. 3 OOSTENRIJK. E. O. Spw. Obl. 3 POLEN. W. W. A. RUSLAND. Gr. Sp. Maats. Obligatie. 4ft w dito dito dito 4 Balt. Spw. Aand. 3 Kurk.-Ch. Az. O. 4 Mosk.-Jar. Oblig. 5 Mosk.-Smol. dito 5 f AMERIK. Ctr. P. O. 6 dito Calif.Org, dito 5 u Chic^ N.-W. Cert. Lir. 500-2500 497/8 500 500-5000 621/4 fr. 500 Z.R. 100 901/4 617/8 495/g 528/13 621/, 101 1000 1000 1000 1028/a 104 1017/s 10116/16 dito le hyp. Crt. 7 dito Mad. Ex. Ob. 7 Menominee dito 7 N -WUnion dito 7 "Win. St Peter dito 7 dito S.-W. Obl. 7 Illinois C. 500-1000 1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 600-1000 500-1000 92 dit. Leas L. St. Ct. 4 0 500-1000 89 893/4 St. P. M. M Obl 7 500-1000 Un. Pac. Hfdl. dit. 6 1000 1041/4 101% Pre m ie-Ijeen 1 ngen* NEDERL. St. Am. 3 f 100 112 1027/g Stad Rotterdam 3 100 1081fc BELGIE. Stad Antw fr. 100 dito Brussel 1886 21/ 100 HONG. Staatsl. 1870 fl. 100 OOSTENRIJK. Staatsleening 1854 4 250 ér-1 1201/2 dito 1880 8 U 100 «O/S dit. 1864 100 Cred Inst. 1858 0 100 RUSL. Staatsl. 1864. 6 Z.R. 100 dito 1866 5 0 100 SPANJE. St. Madr. 8 fr. 100 33 s»s/g TÜRKIJE. Spoorwi. S 400 223/s 2Sft Jkfixr&cnir'jkifM*» «AVt&XkCl. Van 28 Dec. '95—4 Jan. '96. Vlissingen. OndertrouwdA. W. Thouten- hoofd, wedr 47 j. met M. van 't Sant, jd. 41 j. C. Lakeman, jm. 31 j. met P. J. Eelspeel, jd. 22 j. öetrouwd D. J. Labrujjere, jm. 28 j. met M. Jonosse, jd. 21 j. Bevallen; G. Schink, geb. Van der Reiden, d. C. B. 't Hooft, geb. De Meg, z. P. J. Nobel», geb. Halffman, d. C. M. J. Verheul, geb. Wjjtenburg, z. O. D. Appel, geb. Vader, d. A. M. Mommaas, geb. Bevelander, d. C. W. Deaaoa, geb. Culverhouse, z. L. 8. W. Soetens, geb. Van Sorge, d. S. Pot, geb. Van der Ejjk, d. J. A. Lambrecht, geb. Streefkerk, d. OverledenA. de Rjjke, z. 2 m. M. Nobels, vrouw van C. B. Verbert, 61 j. T. H. de Jongh, ongeh. d. 70 j. Goes. Bevallen; A. C. Verheule, geb. Wes- sels, d. J. J. A. Dingens, geb. Cornelisse, d. S. Joosse, geb. Dane, d. J. Muige, geb. Vroon land, d. Overleden: K. H. Wezeprel, d. 3 m. J. Adriaanse, z. 27 d. C. Goedhart, d. 12 d.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1896 | | pagina 1