MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 300. 138° Jaargang. 1895. Vrijdag 20 December. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagei. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 19 Dec. 8 n. vm. 31 gr., m. 12 u. 35 gr., av. 4 u. 35 gr. F. Verw. N. O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zyn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Aftenten. Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tbolen A. van Nieuwenhuijzen. W. Middelburg 19 December. Zoo nu en dan vertoonen zich in ons midden verschijnselen die zouden doen ver moeden dat er eene gespannen verhouding tu8schen patroon en werklieden bestaat. Wie echter achter de schermen ziet, weet maar al te goed dat, al geeft de bestaande orde van zaken wel gegronde aanleiding tot klagen, het niet zoo erg is als men van zekere zijde dit voorstelt. En wie een onder zoek instelt naar den oorsprong van al die mededeelingen, en den draad daarvan in handen krijgt, bemerkt ook al ras dat, hetzij de draad kort of lang is, men a 11 ij d terecht komt aan een en hetzelfde pnnt van uitgang. Van daaruit tracht men agitatie te wek ken in de laatste paar jaren vooral legt men zich bijzonder daarop toe. Men zoekt daar naar grieven, niet of ze wezenlijk be staan, maar wel of men ze ook kan in 't leven roepen. Wij hebben een tijd gehad dat gemoeds bezwaren aan de orde van den dag waren men maakte den roenschen wijs dat zij die hadden en geestig werd de zucht daartoe geparodieerd in de Kiesvereeniging van Stellen dijkt toen Easpelstok door Marksteen lang zamerhand aan het verstand werd gebracht dat bij, die niet wist wat gemoedsbezwaren waren, ze toch eigenlijk wèl had. Diezelfde weg wordt nu bewandeld door sommigen, die de arbeiders in beweging willen brengen. In plaats van, waar reden tot klagen be staat, de betrokken personen juist te leeren onderscheiden welke oorzaken daarvoor be staan te leeren ziften of die aan de alge- meene orde van zaken zijn te wijten dan wel aan onwil van de zijde der patroonsin plaats daarvan licht men den werkman vaak zeer eenzijdig in; en schildert men hij voor keur den patroon af als de booze, de slechte geest; den patroon, die, door omstandighe den gedwongen, ook dikwijls niet anders kan bandelen. Niets is gemakkelijker dan iemand tot het besluit te doen komen dat bij eigenlijk toch maar een ongelukkige tobber is. Men kan dit eerder honderd menschen doen dan tien zich gelukkig doen gevoelen in huDne levensomstandigheden. Er is wel altijd wat, dat men gaarne anders wildeen geen mensch die niet onvervulde wenschen heeft. Maar de taktiek, die van zekere zijde wordt aangewend, is eenvoudigniet te ver zoenen doch tweedracht te zaaien. Dientengevolge is het niet te verwonderen dat men aan den anderen kant wantrouwend wordt. Bij den onhebbelijken toon, die wordt aangeslagen, kan het bovendien niet anders of de weg tot verzoening wordt afge sneden. Zoodra de patroons bemerken uit welken hoek de wind waait, dienen zij op hun qui-vive te zijn. Wie zegt hun dat eeD overleg hen niet in aanraking brengt met personen, met wie zij onmogelijk kunnen spreken wie geeft hun den waarborg dat 2ij onder hun eigen volk geen BpionneD hebben, die, daartoe aangezet, zonder dat zij weten wat zij eigenlijk doen, alles over brieven aan anderen om daarvan te gelege- nertijd in geschrift of woord gebruik of liever misbruik ie maken? Dit maakt in den laatsten tijd den toe stand tusschen patroon en werkman zoo onaangenaam. Zoo menige goede arbeider laat zich, op het voorbeeld, door de slechten gegeven, meeslepen; en de patroons worden hoe langer hoe meer huiverig om wenscbeD en verlangens in overweging te nemen en op welwillende wijze zoo veel mogelijk te willigen. Daarbij komt dat men elkaar vaak niet goed verstaat; een gevolg van uiteenloo- pende ideeën, verschillende ontwikkeling, en de onderscheidene wijzen van zich nit te drukken. Zelfs al komt men tot dezelfde conclusie, dan heerscbt er toch nog vaak begripsverwarring; omdat degedachtengang bij de beide partijen en de onderscheidene personen zoo verschillend is. Wij zijn dus op den slechten weg in deze. Gelukkig echter nog niet voor goed. Als men kalm alles nagaat komt men tot de ontdekking dat de gansche beweging van organen en raddraaiers der revolution- naire socialisten uitgaat, en dal dezen eigen lijk meer beweging maken dan hun invloed daartoe recht geelt. Er zal dan ook wel eens een tijd komen dat de volgelingen van heden van gedach ten zullen veranderen. Maar om de komst van dien tijd te ver haasten dienen de patroons ook mee te werken. Het ligt toch voor de hand dat er ook voor hen nog veel te verbeteren valtdat er van hun kant nog in het belaDg van hun personeel wel een en ander kan gedaan worden. Elk heeft zijn rechten maar ook zijn plichten. Dat de patroons zich vereenigen is hun rechtdat de arbeiders hetzelfde doen kan en mag ook hun allerminst euvel worden geduid. Maar daaronder behoeft de onderlinge verhouding niet te lijden, iets waarop men zich tegenwoordig in 't bijzonder toelegt. Beide partijen kunnen elk voor haar be langen opkomende toch in goede har monie blijven. En daarom zouden wy het betreuren wanneer het goede idee om in Middelburg arbeidsraad op te richten, mislukte. Zoolang van hoogerband, bij de wet, zulke inrichtingen niet zijn geregeld en de oprich ting ervan niet wordt bevorderd, kan men n weg van self help inslaan. Ia die lichamen hebben patroons en ar beiders ieder evenveel stem en evenveel rechten. Zij zijn een uitstekend middel om onderling overleg in de hand te werken; elkaar beter te leeren verstaan en begrijpen, en de scherpe kanten weg te nemen bij eventueele geschillen. Het is bekend dat eene vereeniging van patroons in het bouwvak en eene van pa troons schilders zich onttrokken hebben aan verdere medewerking voor den Arbeidsraad, welke men te Middelburg wenschte op te richten. Te hopen is het voorzeker dat een voldoend aantal patroons in andere vakken van ambacht, handel en nijverheid zich bereid zal verklaren om de oprichting mogelijk te maken door het benoemen, in samenwerking met de afdeeling der patroons- vereeniging Boazvan de patroons-leden in den Raad. Men stelle echter die bereid- ver klariDg daartoe niet te lang uit. En het meest in het belang der goede zaak zou het zeker zijn wanneer nog eeD middel kon gevonden worden om het be staande geschil op te lossen, zoodat bovenge noemde vereeDigingen nog tot samenwerking konden besluiten. te Utrecht, de bevoegdheid van apotheker verleend ia aan den luit. t/z. 2de kl. jhr. G. L. van Panhnys, niet 20 December a. s., op 2yn ver zoek, eervol ontslag uit d6n zeedienst verleend is verleend de eere-medaille in goud, ver bonden aan de orde van Oranje Nassau, aan den hoofdopzichter in dienst der provincie Overijssel S. J. H. Brenkal, te Avereest; is bepaald dat alsnog by afzonderlijke dag orders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden vermeld de sergeant der infanterie van het leger in N.-I. J. H. Bosachart, ter zake van zjjne verrichtingen als commandant van eene brigade marechaussee, in den nacht van 3 op 4 Juli 1893, bjj het gevecht nabjj de poBten Lampermej en Tjot-Iri (Atjeh). Bjj de bespreking der voorgestelde conven- sie komt het Vaderland op tegen de bewe ring dat daardoor tekort wordt gedaan aan de belangen van hen, die hun geld in staats fondsen belegden. Wie deze richting van het economische leven tegenwerkt voert, weent bet blad, niet alleen ziekeljjke politiek, maar ook anti-sociale. Het kapitaal te bevoorrechten, ook al zjjn er kleine kapitalisten, ligt althans niet op den weg eener sociale-liberale partjj. Het blad ontkent dat de Staat, converterende, door zjjn wetten voorschriften hen benadeelt, die by tot het plaatsen van hun kapitalen in zjjn fondsen verplichtbjj waarborgt bun niet langer ten ilgemeenen schade een voordeel, dat zjj, ook waar zjj wettelijk niet gebonden waren door den vrjjen loop der oeconomische krachten, niet zonden verkrjjgen. In zake de regeling van een pensioenfonds voor weduwen en weezen van onderwijzers, werd indertjjd aan den Amsterdamachen hoog leeraar dr A. J. van Fesch opgedragen de bewerking van sterftetafels over het tjjdvak 1880—1890, welke tafels den grondslag moe ten vormen voor zulk eene regeling."" Naar het N. v. d. D. meldt, kan de vol tooiing van dat werk nog dit jaar wordeD tegemoet gezien en ligt het in de bedoeling der regeering, dat prof. Van Pesch vervolgens zal overgaan tot het ontwerpen van de rege ling zelve, waartoe de gegevens, betreffende den maatschappeljjken staat der onderwjjzers. inmiddels reeds verzameld zjjn. Bjj kon. besluit iB aan J. Heringa, eervol ontslagen dirigee- rend apotheker 1ste kl. van het N.-l. leger TWEEDË HAMER. In de avondvergadering van Woensdag heeft de minister van oorlog zjjn rede voortgezet. Allereerst verdedigde bjj zjjne houding ten aanzien van de geweren-kwestie. Hg had ge tracht zooveel mogeljjk de binnenlandsche njjverheid te bevoordeelen, maar de regeering heeft steeds bedoeld de geweren zoo spoedig mogeljjk te doen aanmaken. Het uiterste getal daags, dat het consortium kon leveren, was te gering, en zelfs toen het aanbod was ingetrokken heeft de minister nog pogingen aangewend om tot overeenstemming te ge raken. Ten aanzien van de quaestie-Seret, hield de minister, in aansluiting met de heer Guiot en De Beaufort, vol, dat een officier, lid der Sta- ten-generaal, wel aanspraak maar geen recht op bevordering heeft, wat bjj met eene his torische herinnering omtrent de wording der ende bepaling op dit punt nader trachtte aan te toonen. Het woord aanspraak is ge bezigd, juist om de verplichting uit te sluiten. Aanspraak beteekent alleen dat de tjjd. die een officier als kamerlid doorbrengt, niet voor bem verloren is, zoodat hjj rechten aan zjjn anciënniteit kan bljjven ontleeneneen ander privilegie heeft een officier-kamerlid niet, en de minister moet ten diens aanzien hande len evenals ten aanzien van alle overige offi cieren naar de eischen van den dienst en de belangen van het leger. Yoor de bevordering tot de hoogere rangen moet een officier niet alleen geschikt zjjn, maar ook behooren tot de meest geschikten en dat voorschrift na te leven is 's ministers plicht. In 't geval-Seret zou de minister drie kapiteins, die boven deze stonden, moeten passeeren, om deze te kun nen benoemen. Wat de overige benoemingen betreft, die ter sprake kwamen, zegt de minis ter, in navolging van een woord van den heer Mackay als ministerdat de regeering in '8 lands belang niet de redenen kan bloot- waarom ze al of niet een voordracht tot bevordering heeft gedaan. De heer Rutgers van Rozenburg bleef 't be treuren dat de minister by de uitvoering der vestingwet zich zuinigheidshalve met een on voldoende uitvoering tevreden stelt, wat den minister allicht spoedig in de richting der anti-militairisten zal kunnen brengen. De heer VeegenB bleef volhouden dat inde bevorderings-kwestie de geschiedenis der wet van 1851 tegen 's ministers opvatting pleit. Alleen wanneer een officier-kamerlid zichberis- peljjk had gedragen of zich door zjjn lidmaat- 8 chap de vereischte kundigheden voor een hoogeren rang niet had eigen gemaakt, kan de minister hem passeeren. Spreker bleef van oordeel dat de wet door den minister niet behoorljjk was nageleefd. De heer De Ras hield zjjne bezwaren vol gen 's ministers houding in de geweren- kwestie en constateerde dat de minister niets bad geantwoord omtrent de kwestie van be vordering van den kapitein, adjudant van het koninkljjk huis, en van een luitenant-kolonel tot kolonel. De heer Heemskerk wenscht meer afdoende verklaring van den minister, waarom te Mid delburg de sergeant zooveel zwaarder iB gestraft dan de luitenant, die aanleiding gaf tot insubordinatie. De minister had 's mid dags omtrent dit voorval verwezen naar het geen dienaangaande in de stukken is en verder opgemerkt dat den officier de straf niet was opgelegd dan op advies en in overleg met de rechterljjke autoriteiten dat, wat den onderofficier betreft, de aard van de aan een ondergeschikte op te leggen straffen verschil len moet van die van officieren, die door zulke straffen veel strenger getroffen worden. In zake de quaestie-Seret bestreed de heer Heemskerk de beweringen van de heeren Guyot en De Beaufort, zoowel als van den minister. Hjj hield vol dat de non-activiteit van een officier-kamerlid niet mag worden aangevoerd als argument voor zjjne niet-ge- scbiktheid. Den scbjjn van willekeur heeft de min. niet kunnen weerleggen, en de minister ia te kort geschoten in iedere verdediging van zjjn gedragsljjn. Ia rechten kan de uitspraak geheel in 'fc nadeel van den minister zjjn. Na replieken van de heeren Sanders en rujjen, bleef de minister volhouden dat bjj niet verplicht is te bevorderen, terwjjl bjj omtrent de Middelbnrgscbe quaestie deed uitkomen dat bjj zich van critiek over opge legde straffen onthouden beeft. De algemeens beraadslaging werd hierop gesloten. Bjj art. 6 intendancekwam het amende ment in behandeling van de comm. van rap porteurs om dien post tot f 4000 te verminde ren, ten einde niet over te gaan tot het bereden maken van acht intendanten. Het amendement, bestreden door den beer De Ras en den minister, die meende dat eene groote leemte zou brengen in de organisatie der intendance, werd aangeno men met 45 tegen 40 stemmen. Bjj art. 15 kleeding en uitrusting onzer officierenbeloofde de minister den heer Tyde- nader te zullen overwegen wat in het belang der gehuwde onderofficieren kan worden gedaan. Bjj art. 20 (oefeningen en onderwijs) beloofde i minister den heer Van Vljjmen diens wenken te overwegen om het doel van het reservekader in de provinciën meer bekend te maken. Op art. 23 remonteis met 47 tegen 27 nawen aangenomen een amendement- Tydens c. s. tot verhooging met f 25000 in belang van aankoop van inlandsche paarden. De minister had daartegen geen principieel bezwaar. Heden (Donderdag) 11 uur voortzetting. (Men zie Laatste berichten.) Wjj kunnen ons dit niet voorstellen. Ia eene schoolcommissie dienen onzes inziens juist personen van allerlei richting zitting te hebben, wil men het volksonderwijs aan de behoeften van het algemeen laten voldoen. Het pleit zeker niet voor eene ruime op vatting der meerderheid, dat zjj zulk een keuze deed en der commissie zelve, die haar wensch te kennen gaf, om een dier geavan- le mannen in haar midden te zien, als t ware zulk een bljjk van onmondigheid gat. Weet die meerderheid beter dan de com missie zelve wat in haar belang en in dat van bet lager onderwjjs is Dat men tegen de keuze van den heer Wibaut bezwaar had omdat reeds twee zwagers van dezen zitting hebben in de commissie, kunnen wjj begrjjpen. Het zou dan al te veel op eene familieregeering gaan geljjken! Maar mr M. Jacq. de Witt Hamer? Wy kunnen ons toch niet voorstellen dat sommige leden van ons achtbaar college nog gevoelig zyn over zekere aan den raad ge zonden prent, ontleend aan de Fliegende Blotter, inzake de kweBtie der controleerende school hoofden Was die ondeugendheid zoo groot, dat eenige vroede mannen zich daarover nog niet konden beenzotten Is dat dan niet wat ate klein Of was het wellicht ook hieril riy a que la vérité qui bles-set Kunst en A-« etteren. Van het uitstekende, onderhoudend schreven werk: De Lombok-expeditie door W Oool, met illustraties van G. B. Hooyer, ver scheen de achtste aflevering. Maandag trad de heer Joh. Messchaert te Wiesbaden in het ffönigl. hoftheater als solist op; by bad weder een enorm succes en de aldaar vertoevende Nederlandsche families boden den zanger een zilveren lauwerkrans aan. ONDERWIJS. Met algemeens Btemmen is tot onder- yzer aan de openbare lagere school te Westkapelle benoemd de heer J. Steketee, onderwjjzer aan een byzondere school te Axel, n° 2 der voordracht, waarop met hem waren geplaatst mejuffrouw F. J. Bourdrez te Wilhelminadorp en de heer S. L. Moree te Te 's Gravenhage is voor de akte wis kunde (L. O.) art. 65 geslaagd de heer P. Wydenes te Amsterdam. Prof. Van 'tHoff zal zich te Berlyn ves tigen. KERKNIEUWS- De heer W. A. Dekker zal Zondag 21 dezer intrede doen in de Ger. kerk van Naar- denna vooraf te zyn bevestigd door den heer J. M. Mulder te 's-Hertogenbosch. De heer G. C. Meloen, pred. by de 1 herv. gemeente te Kloetinge, heeft dankt voor Valburg. UIT STAD EN PROVINCIE De meerderheid der leden van den raad van Middelburg, die Woensdag de zit ting bywoonden, heeft toen eene daad begaan die wy op zyn zachtst uitgedrukt on verstandig en onhandig noemen. Er moest een lid der commissie van toezicht op het lager onderwys benoemd worden. De aanbeveling bestond uit de heeren mr M. Jacq. de Witt Hamer en F. M. Wibaut. Geen van beiden werd gekozen maar wel de heer dr Bylsma die niet op de aanbeveling stond. Eerstgenoemde verwierf 3 en de heer Wibaut 2 stemmenterwyl op den gekozene, zooals wy meldden, 11 stemmen waren uitgebracht. Over dien gekozene geen woord. Hy is als persoon te geacht om zelfs tegen zyne benoe ming eenig bezwaar te hebben. Maar waarom buiten de aanbeveling omge gaan De beide genoemde heeren zyn zeer be kwame en achtenswaardige mannen, die èn door hunne bekwaamheden èn door hun persoonlykheid èn door bun algemeem kennis, ook van volkstoestanden, reeds lang een plaats in die commissie verdienden en wier onderstelde bereidwilligheid om daarin een zetel in te nemen zeer gewaardeerd moest worden Waarom ging men dan die heeren voorby Omdat zy de z. g. geavanceerde ideeën zyn toegedaan Bjj Prov. blad no. 126 maakt de com missaris der koningin in Zeeland bekend, dat de sluiting der jacht op hazen, fazanten korhoenders en kwartels in de provincie is bepaald op Dinsdag 31 December 1895, met zonsondergang, en dat het tydstip van de sluiting der jacht op houtsnippen en water- wild nader zal worden vastgesteld. De soirée, Woensdagavond in de groote Schuttershof taal door de Vereenigde sociëteiten dor schuttery en infanterie alhier gegeven, was, evenals dat steeds het geval is waar die sociëteiten iets preateeren, druk bezocht, en werd o. a. ook bygewoond door de comman danten van de schuttery en van het garnizoen i vele officieren. Een achttal onderofficieren van het garnizoen openden, met in marschtenue een bjjna vlekke- looze colonne geweer te geven, het programma. Alleraardigst gedacht was de slotfiguur met de dubbele W. Vervolgens werd kranig getrokken op degen, sabel en geweerelk dier schyngevechten werd flink geapplaudiseerd. Daarna werd een blyspel ten tooneele gevoerd dat, al moge het misschien toestanden te zien geven en aardigheden bevatten die eenige jaren geleden meer actueel waren dan i uitbundig Bucces had en dat ten volle verdiende. Doleeren was de doopnaam van het stukje, waarin een zestal personen de handeling ver richten. Ook al ware het honneur aux dames nooit geschreven, dan diende, waar wy met een enkel woord den spelers lot willen brengen voor de wyze waarop zy het stukje belichaam- Juffrouw Kat, die een uitstekend type leverde van een doleerende juffrouw, het eerst genoemd en onmiddellyk daarna de heer Van der Kaa\j, die zich een mooien kop had gemaakt magnifiek doleerde. Zyne huisvrouw en dochter deden wat ze te doen hadden goed en Tobias Kat was een juist geteekende en flink volgehouden lummel. Herhaaldelyk werden de spelers, zoo tydens het spel als na het vallen van het scherm, toegejuicht en daarover was ieder het eens: y verdienden het ten volle. Een voordracht de Blauwe kiel werd goed, soms met wel wat al te torsche stem, gezegd gezongen, maar miste o. i. het effect dat hy, die haar ten beste gaf, er van had ge wacht. Er was dan ook in die voordracht veel ziekelyks, overdrevens en conventioneels, dat menigeen nu koud laat. Tien minuten in de geestenwereld, eene ook ons nog onbekende komische fantastische scène van Johan Gram, was voor alle aanwezigen iets nieuws. Hoe aardig het begin was, hetzelfde théma keerde o. i. te vaak terugde Bcène werd er wel wat taai door. Dat neemt niet weg dat wat de geesten van dezen en genen zeiden ad rem en niet vry van sarcasme was; adres aan keizer Wilhelm I, Piet Hein, De Ruyter, Beethoven en anderen. Na de pauze gaven twee nette jongens Job en Bob eene aardige voordracht ten beste en daarna maakte de nieuwe Veldwachter zyne opwachting aan het publiek. Dat blyspelletje, hoewel goed gespeeld, stak veel af by doleeren. Ten slotte trad de omroeper ten tooneele met een hem door een stadgenoot in den mond gelegde voordracht. En om de woor- i den èn om de wjjze, waarop zjj werden gezegd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1