FEUILLETON. BIJVOEGSEL VANjDB Maandag 16 December 1895, no. 296. Middelburg 14 December. Klerken bij de Rijksbelastingen. lu zjjn Mem. van Antwoord op hoofdstuk VII B. verdedigt de minister van financiën nog met een enkel woord de toelagen, die by wenscht uit te keoren ter tegemoetkoming in de bjjdrage voor pensioen, door de rjjks- klerken te storten, en voegt daar nog een woordje aan toe over de positie der klerken by de rijksbelastingen, dat wjj hier laten volgon «Wel is waar is het getal rjjksklerken thans geklommen tot 74, doch dit getal is nog zeer onvoldoende. «Reeds werd, met het oog op uitbreiding van het getal ryksklerken, eene grootere som voor toelagen dan bovenbedoeld uitgetrokken dan zonder uitbreiding noodig zou zjjn, nu in 1896 niet meer dan in 1895 toelagen over afgeloopen jaren zyn te geven. Die uitbreiding is te verkrjjgen door verlaging van den leeftjjd, voor de aanstelling vereischt, en wel tot 23 jaar en door ook de kantoren der 69 klasBe op te nemen, onder die waar ryksklerken werkzaam kunnen zyn. «Ook den ondergeteekende komt het voor, dat het verkieslyk is de traktementen van de ryksklerken rechtstreeks van rjjkswege te batalen en niet uit het tractement van hen, op wier kantoor zjj werkzaam zyn, doch, voor zooveel de ontvangers betreft, moet met de verandering gepaard gaan een nieuwe regeling dezer bezoldiging. «In de onzekerheid wat het lot zal zyn der aanhangige regeling van de personeele belas ting, kan die regeling nog niet plaats hebben. Zy zal eerst later kunnen gemaakt worden en by die gelegenheid zal ook omtrent maxi mum en minima der traktementen van klerken zyn te beslissen". In het uitstel dier regeling dient men te berusten, doch wel mag daarbjj de hoop wor den uitgesproken, dat het uitstel niet tot afstel mag leiden. De kosten kunnen in geen geval een bezwaar zyn, zegt het Hbld., wjjl in hoofd zaak wat by de toekomstige regeling uit'stjjks kas aan de klerken zal worden uitgekeerd, gevonden zal worden op de bureau-onkosten der ambtenaren, onder wie zy werkzaam zyn. Kilometevboeltje. Bjj het gebruik der kilmometerboebjes heeft zich, naar het U. D. zegt, het geval voorgedaan, dat door vele kleine reizen, zoo mede door het verschrijven van vakjes, het zich in elk boekje bevindend aantal vakjes in enkele gevallen onvoldoende bleek om de volle 1000 kilometers te verbruiken. Aan dit bezwaar zal thans op de navolgende wjjze doo* de betrokken spoorwegmaatschappijen worden te gemoet gekomen. Indien alle strooken van een kilometerboek je zyn verbruikt, vóór de 1000 kilometers zyn afgelegd, en de houder niet voornemens is een nieuw boekje te nemen, of wel het overblij vend aantal nog niet verbruikte kilometers te groot is om op een nieuw boekje te kun nen worden verrekend met de volgende reis, zal kosteloos een suppletieboekje worden ver strekt, geldig voor het nog ongebruikte aantal kilometers, en zulks tegen intrekking van het verbruikte boekje. Deze suppletieboebjes hebben denzelfden geldigheidsduur als de oorspronkeljjk afgege ven kilometerboekjes, en moeten door belang hebbenden minstens drie dagen te voren aan de stations-loketten worden besteld, onder op gave van het nommer en de klasse van het boekje, dat door het supplement moet worden vervangen. LOMBOK. In eene nota naar aanleiding van het ver ZELFVERLOOCHENING, Naar het Fransch. VAN JEANNE MAIRET. HOOFDSTUK I. Op de stoep van het kasteel namen drie dames afscheid van elkanderhet scheen dat er geen einde aan kwam, want telkens had de eene of de andere nog iets te vertellen. «Omdat ge te voet zjjt gekomen, lieve mevrouw, zal ik u tot aan het einde van het park terugbrengengaat ge mede, tante «Stel je voor I Het is maar geen wan deling in deze hitte, dank je harteljjk 1 Jk kan wel merken, dat je slechts zestig kilo weegt en dat je beenen nog even vlug zyn, als toen je zestien jaar waart." «Maar ik ben nu toch heel wat jaartjes ouder", zeide het jonge meisje lachende. »Ge moet haar eens flink de les lezen, lieve mevrouw, dan doet gjj een goed werk. Naar u zal zy misschien luisteren. Ik ben ten einde raad. Daarby neemt zy nooit iets, wat ik zeg, in ernst ophoe is het toch mogeljjk I" «Omdat ge jonger zyt dan ik, tante Rêlie, en reeds als kind u aangewend hebt slag omtrent eene suppletoire Indische be grooting voor 1894 deelt de min. van koloniën mede, dat bljjkens de uit Indië ontvangen opgaven de kosten van de expeditie naar Lombok hebben bedragen f 2.65G.917. De waarde van de van Lombok afkomstige gelden en kostbaarheden kan nog niet met juistheid worden opgegeven doch wordt, met inbegrip van de reeds in mindering der aanvankelijk opgelegde oorlogsschatting betaalde som van 450.000, geschat op 1.700.000. Rijksmiddelen. November 1895 heeft, op f 11.000 na, even veel in de schatkist gebracht als zyn naam genoot van 1894. In de onderdeelen is echter nog al eenig verschil geweest. De accjjnzen gaven bjj na 4 ton minder, vooral wat de suiker betreft, en de domeinen bleven f 123.000 achter. Dit werd echter opgewogen door hoogere opbreng sten uit de directe belastingen ad f 90.000, in voerrechten f 180.000, indirecte belastingen f 165.000, posteryen f 33.000, loodsgelden f 16 000, telegraphie f 5.000, enz. Over de elf maanden is al 2.6 meer ont vangen dan in het vorig jaar en 3.3 meer dan de raming. Alle middelen hebben daartoe by gedragen, behalve de accynzen, die o1/^ ton achter zyn (gedistilleerd f 317.000, geslacht f 141.000, zout f 42.000daarentegen wjjn f 60.000, bier f 53.000, suiker f 32.000 meer) de loodsgelden die nog f 25.000 ten achter bleven, en de akten voor jacht en visscherjj die f 3000 minder gaven. De overige middelen hebben dus te zamen al ongeveer 3 millioen meer dan in 1894 opgele verd. Daarvan kwamen 1 millioen uit de di recte belastingen, evenveel uit de indirecte belastingen, ruim ya millioen uit de invoer rechten (scherpere heffing), 2 ton uit de pos teryen, 1 uit de domeinen en f 60.000 uit de rjjkstelegrafen. Het millioen, dat uit de directe belastingen boven 1894 is ingekomen, sproot vooral voort uit de bedrijfsbelasting. Daarop zyn by een raming van 45 y4 ton reeds 42Va afbetaald. In Nov. 1894 bedroeg het aangezuiverd bedrag slechts 19 ton, maar was uit het patent (met 1 Mei 1894 afgeschaft) nog 13% ton ontvan gen, te zamen dus 32%, of 9% ton minder dan dit jaar tot 1 December. Daarentegen is op de vermogensbelasting tot dusver 2 ton minder afbetaald, op de grond belasting echter f 123,000, op het personeel f 90,000 meer. De opbrengst der indirecte belastingen is tot dusver byzonder voordeelig geweest. Het successierecht ging al met 6 ton vooruit, de registratierechten met bjj na 2 ton, de zegel rechten met f 170,000, de hypotheekrechten met f 37.000. Omtrent den suikeraccijns valt op te mer ken dat het geraamde cjjfer voor het volle jaar, 8% millioen, niet alleen reeds ten volle is bereikt, maar zelfs met bjj na een ton overschre den. De eerste helft des jaars heeft hiertoe het meest bygedragen, want in de laatste 3 maan den is uit dien accjjns 4 ton minder ingeko men dan van 1 Sept.—1 Dec. 1894. {Hbld.) TWEEDE HAMER. In de Vrjjdag gehouden avondzitting werd het debat voortgezet over art. 172 der be grooting van Binnenlandsche zaken (Ethno- graphisch museum) met de daarop voorgestelde amendementen van de heeren Bool enCremer. De heer Travaglino verdedigde het behoud van dit museum te Leiden in het belang van het universitair onderwijs. Mocht dit niet ge- wenscht worden, dan zou Amsterdam in elk geval boven Den Haag de voorkeur verdienen. Het amendement-Cremer bestreed hjj als een dillatoire exceptie en niet leidende tot eene ruiterljjke oplossing. De heer Rutgers van Rozenburg betoogde dat vestiging van het museum te 's Graven- hage noch door redenen van landsbelang noch door het belang van het museum zelve zou worden gewettigd en beval aan eene vesti ging te Amsterdam, dat terreinen wil afstaan en waar het museum kan worden aangesloten met dat van Artis, zonder opoffering van de schatkist. De heer Guyot daarentegen bepleitte de wenscheljjkheid van vestiging van het museum te 's Gravenhage, waar alle wetenschappelijke Indische inrichtingen met hare bibliotheken zjjn gevestigd, waar de meeste kennis van alles van de vroolyke zjjde te bezien." «Omdat ik vreesde anders den treurigen kant er van te ontdekken." «Waarover moet ik haar onderhouden, mevrouw Despois?" zeide de barones glim lachende, terwyl zy een laatsten handdruk wisselde met het gezette, levendige vrouwtje, dat betiteld werd met den naam van Aurélie Despois, of tante Rélie. «Wel natuurljjk over het huweljjkEen mooi, lief meisje, dat zóo pruttelt tegen een huwelyk, dat is toch onzin. Men trouwt nu wel niet voor zyn pleizier daar kan ik van meepraten en zy heeft geljjk gehad haar jongemeisjesleven wat langer te rekken dan men gewoonlyk doet, maar men moet er ten laatste toch toe besluiten. Het is nu eenmaal een plicht, dien men jegens het vaderland moet vervullen, een burgerplicht, hoe zal ik het noemen men moest het den jongen meisjeB reeds op school inprenten, en het als de vrouwelijke, algemeene dienstplicht be schouwen «Juist. Nu maar, ik zal haar wel eens goed onderhanden nemen. Misschien bebjjk ik de zaak wel niet bepaald uit een vaderlands lievend of maatschappelijk oogpunt, maar mjjn preek zal er niet minder om zyn." De vriendeljjke Juni-zon, welke dien dag wel wat fel was, scheen vrooljjk op het oude kasteel, een indrukwekkende, grjjze steen massa, aan de uithoeken door twee ontzagge - Indië is vertegenwoordigd en de verzameling ook door schenkingen spoedig zal worden uitgebreid, terwyl ook de nabjjheid van de Indische onderwijsinstelling te Delft pleit voor Den Haag. De heer Borgesius veklaarde dat de com missie van rapporteurs eenstemmig het amen dement-Cremer aanbeval om thans geene be slissing te nemen, doch subsidiair ook het amendement-Bool. De heer De Beaufort (Wyk bjj Duurstede) achtte Den Haag de aangewezen plaats. De heer Vermeulen vond 't in de tegen woordige financieele omstandigheden eene geldverspilling een nieuw museum te stichten, waarvan toch slechts enkele specialiteiten profiteeren. De minister van binnenlandsche zaken her innerde dat reeds de minister Mackay een plan voorbereid had dat 't meest met het thans gedane overeenkomt. Hjj wees er verder op dat de minister van financiën geen be zwaar tegen de uitgaaf heeft gemaakt. Hij betwistte eenig recht aan Leiden, dat evenmin als de universiteit eenige historische aan spraken op het museum kan ontleenen, gegrond op de bestaande collectie, waarvan zelfs een deel tot 1883 te 's-Gravenhage was gehuisvest. De minister wenschte niet te maken een hulp middel voor de academische studiën te Leiden, maar een nationaal museum ter plaatse waar dit het beste past. 's-Gravenhage nu is in de onmiddelyke nabjjheid van Leiden en Delft met hare inrichtingen. Hjj heeft geen voor ingenomenheid voor eenige plaats en hjj heeft ook gedacht aan Amsterdam, doch er waren niet geringe financieele bezwaren aan verbon den, terwyl feitelyk Amsterdam reeds een ethnographisch museum heeft. Wel heeft Amsterdam terrein aangeboden, maar de kosten voor bouw zjju zooveel te grooter. Hjj bljjft dus Den Haag de voorkeur schenken. De beide amendementen konden slechts de zaak ophouden, die volkomen is voorbereid. Nader verdedigde de heer Beelaerts, als mede voorsteller, het amendement-Bool om de col lectie te Leiden te behouden. Hjj deed uit komen dat de collectie in Artis te Amsterdam niet beantwoordt aan het wetenschappelyk doel. Ten Blotte is bet amendement-Cremer, strek kende om een memoriepost uit te trekken zonder aanwjjzing van plaats, verworpen met 49 tegen 39 stemmen. Het amendement-Bool (vestiging te Leiden) werd mede verworpen met 52 tegen 36 stemmen en het regeerings voorstel (vestiging te 's Gravenhage) wordt evenzeer verwor pen met 53 tegen 39 stemmen. De overige artikelen van het hoofdstuk wer den goedgekeurd. Bjj den considerans verklaarde de heer Ver meulen af te zien van zyn voornemen om stemming te vragen, daar, met het oog op de aanstaande behandeling van de kieswet, de stem van vele leden verkeerd zou worden uit gelegd. Hjj bepaalde zich dus tot een protest en de verklaring dat hjj principieele en finan cieele bezwaren tegen de begrooting heeft. Hoofdstuk V werd hieron zonder stemming goedgekeurd. Daarna is het debat over hoofdstuk Marine aangevangen. De heer Guyot juichte 's ministers voorne men tot verbetering van het materieel der zeemacht toe, doch wenschte een vast plan, waarbjj jaarlyks l'/3 millioen voor nieuwen aan bouw zou moeten worden besteed. Indië zou wat meer moeten bydragen. Eene leening voor dit doel, evenals voor de geweren is vastge steld, acht hjj wenschelyk. Verder behandelde de heer Guyot nog ver schillende punten, 0. a. de opleiding der adel borsten, de mariniers, den dienst der officie ren der marine-reserve. De heer Van Limburg Stiruin drong aan op betere bepalingen omtrent het passagieren van het zeevolk en oordeelde een wyziging der militiewet niet noodig om het doel te be reiken van inljjving bjj de zeemilitie. Heden (Zaterdag) voortzetting. Men zie Laatste berichten. ONDERWIJS. Mej. J. van Deinse, onderwyzeres te Nieuwer-Amstel, is benoemd tot tjjdeljjk onder - wjjzeres aan de 0. 1. school le kl. no. 9 te Amsterdam. De heer C. H. C. Flugi van Aspermont, geb. te 's Gravenhage. is aan de Rjjks-Univer- ljjke torens met nauwe, diepe schietgaten af gesloten. Het kasteel, dat op een heuvel gelegen was, zag er met zyn kalen voorgevel, waarin zich hier en daar ramen met kleine ruiten vertoonden, niet altjjd even aanlokkelyk uit, maar niets weerstaat de tooverkraeht der zon, zoodat de barones, een laatsten blik werpende op de woning, den tuin, die slechts schaars van bloemen voorzien was, de oneindige uitgestrektheid der omringende bo3schen en het prachtige vergezicht op de zee, niet kon nalaten uit te roepen: «Wat is je eenzaamheid toch heerljjk, lieve Martha «Martha Levatteur glimlachte en zeide kalm«Hier alleen gevoel ik my gelukkig. Ik ben eigenlyk een wildeik aanbid mjjn bosschen. Zelfs wanneer ik my in de wereld beweeg, moet ik altjjd denken aan den fris- schen geur van de struiken en het geritsel van de dorre bladeren onder mjjn voeten. De drie maanden in Parjjs, die tante zoo belache- ljjk kort toeschynen, zyn voor my een tjjd van ballingschap. Zy weet niet dat ik nooit alleen ben te midden van mjjn boomen, dat de takken my kennen, dat de vogels voor my tjilpen en dat de lucht, die tusschen de twjj- gen doorschemert, zoo verrukkelyb mooi is. Ziet ge nu wel, hoe weinig ik voor een ge woon vrouwenleven geschikt ben en hoe bitter weinig de raadgevingen van tante Rélie baten «En toch, beste kind siteit te Leiden bevorderd tot doctor ia de rechtswetenschap, na verdediging van «stel lingen." Verschillende Berichten. Het sensatiewekkend bericht omtrent het drama te Rotterdam, ons Vrjjdag uit Amsterdam gezonden, wordt slechts door Ó9n Rotterdamsch blad, zeker ook op reclame belust, bevestigd. Andere bladen melden alleen dat Van Berkel van diefstal wordt verdacht maar beweren dat de vrouw van Van Berkel niet gearresteerd is» Van geachte zyde wordt uit Rotterdam de onwaarheid van al die berichten bevestigd en verzekerd dat politie en justitie met groo- ten jj ver werkzaam zyn om het raadsel op te lossen maar hoegenaamd niets meedeelen, ten einde bjj hare pogingen niet bemoeiljjkt te worden. Nog sprekendenadat hjj ge storven is. De Maasbode haalt ter ver dediging van de doodstraf aan eene rede, den 16 Mei 1870 gehouden door den heer mr, Saaymans Vader Als men om argumenten 25 jaar terug moet gaan, dan is de zaak zelve al veroordeeld. Maar 't is waar: aan die zyde loopt men liever achter- dan vooruit. De by het 6 e reg. inf. gedetacheerde kapt. A. H. Overman van het O.-I. leger, keert in Maart naar Indië terug. De offi. van gez. le kl. dr. T. J. H. Snjjders, van het reg. gren. en jagers, is aan gewezen om van af 10 Januari aan de univer siteit te Leiden een cursus in chirurgie te volgen, en de kapitein A. J. A. Opstelten, van het 7de regiment infanterie teNaarden, wordt overgeplaatst bjj het instructie-bataljon te Kampen. Professor G. H. van der Mejj Jr te Amster dam ljjdt aan bloedvergiftiging en is geopereerd door professor Korteweg. Zyn toestand is be- denkeljjk. Een onbekend gebleven heer deed Zon dag middag te IJmuiden onderzoek met hoeveel personen de reddingsboot bemand was geweest, en toen men hem meegedeeld had, dat er elf waren, stelde hjj den schipper dier boot f 55 ter hand, dus f 5 voor eiken man. Te Be ver wyk zyn twee brutale diefstal len gepleegd. Nabjj Zutfen is een remmer door een goederentrein gedood. De vier lingen te Meppel zyn overleden. Te Soerabaya heeft een ontslagen Koet sier getracht zyn vorige meesteres, mevr. Hoffmann, te vermoorden. Zy is ernstig aan 't hoofd gekwetst. De moordenaar is gevat. Uit Deli komen nadere bijzonderheden om trent den verradeljjken moord op den heer K. Deze keerde met den heer R. uit de so ciëteit huiswaarts en werd toen door een in lander aangevallen. De heer K. kreeg een messteek tusschen de ribben en is na eenige oogenblikken overleden. De heer R., die den moordenaar aangreep, liep mede een messteek op. Welke de reden van de daad is geweest wordt niet gemeld. De heer K. kwam weinig of nooit met inlandsch personeel in aanraking. In zekere gemeente was een nieuw ge meenteraadslid gekozen en ontving aanschrjj- ving om zjjne geloofsbrieven in te zenden. Radeloos wendde hjj zich tot zjjne vrouw met de klacht, dat hjj reeds zoolang met den predikant overhoop lag, dat bjj er heusch tegen op zag hem er naar te vragen. Dat is een ui van de Arnh. Crt. Als eene curiositeit uit de jongste over- stroomings-periode meldt men dat een Zwolle naar, wonende op de Thorbeckegracht, in zjjne huiskamer een baars ving. De commissaris van politie te Tiel ver zoekt opsporing en bericht omtrent de verbljjf- plaats van Wilhelmina R., geboren 17 Sep tember 1879, en haar broertje Francis, geboren 25 November 1886. Beiden zyn vermoedeljjb ventende, doch volgens een schrjjven van hun vader is het niet onmogelyb dat de oudste den ander om het leven heeft gebracht. Volgens De Maasbode legt sedert eenige weken een persoon, van ongeveer dertig, jarigen leeftyd en in Trappistenkleederen, be zoeken af in pastorien en kloosters en bjj ge goede Katholieken van ons land, trachtend er onder allerlei beloften en voorgevens gastvrjj- heid en geld te bekomen, daarby behendig gebruik makende van schjja van waarheid hebbende omstandigheden, waaraan des te ge- «O ja, ik zou het haast vergeten," zeide Martha lachende, »ge hebt beloofd eens flink tegen my te preeken." Mevrouw d'Aucel stond even stil in de laan, waardoor zy liepen een vriendeljjke glimlach, die haar een oogenblik werkelyk schoon deed zyn, verhelderde het vermagerde, eenigszins hoekige gelaat, en onder de gryze haren schitterden haar oogen. »Ik ben niet van plan, Marthalief, een preek tegen je te houden. Ik kan alleen zeggen wat het hart my ingeeft je weet immers, hoe gaarne ik je tot dochter wilde hebben. Ik zou zóóveel van je houden bjjna zooveel als van mjjn eenigen zoon." Het jonge meisje was blykbaar ontroerd en omhelsde de oude mevrouw d'Aucel, maar zeide niets. Tusschen de boomen, waarmede de heuvel geheel bedekt was, schitterde de zee. Het kasteel kon men hier niet meer zien, het lag diep verscholen in het prachtige bosch. De laan maakte hier een plotselinge bocht en liep verder langs de kuBt, die men op eenigen afstand zag liggen, en die van tjjd tot tjjd door de vele kronkelingen in den weg aan het oog werd onttrokken. In dit heerlyk gedeelte van Normandië, in de nabjjheid van Soufleur, is er bjjna geen wandeling, die vergeleken ban worden met deze «Avenue de la Cöbe-Boisée." Het zachte, groene mos bedekte den grondnaar alle reeder geloof wordt geslagen bjj de vroegere eventueel gekende probiteit van den bezoeker. Om zioh dus te hoeden voor misleiding en schade vordere men van hem de vertooning van sohrifteljjke bewjjzen zjjner huidige probiteit. O! 't is zoo gemakkelyk den vriende- ljjken mynheer te spelen of als pleitbezorger van den werkman op te treden, als men aan zyn lessenaar zit, theorieën opschrjjft maar nooit als werkgever met hen iets te maken heeft. Men staat dan tegenover hen in geheel andere verhoudingen dan de patroons. Zulke theoristen zyn bjj mjj weinig waard. Hun hart spreekt veel meer dan hun verstand. Daarom zeg ik niet dat zy het altjjd mis hebben. Maar hunne theorieën hebben voor mjj geen waarde zoolang zy niet aan de eischen van de practyk zyn getoetst. Evenmin mag ik den werkgever, die nooit zyn hart laat spreken. Patroon en werkman moeten samenwerken en gezamenljjk nagaan of er onder de wenachen der theoristen niet wat goeds is in beider belang. D i x i. Tusschen de stakende werklieden en de eigenaars van de drukkery de Phoenix te Gent is het eindelyk tot een schikking ge komen, zoodat heden, Zaterdag, aan het werk zal worden gegaan, waardoor de werkstaking der letterzetters aldaar geheel geëindigd zal zyn. Sedert een week worden te Ostende 38 visschersschuiten tevergeefs verwacht. Inbrekers-humor. Bjj een nachteljjken diefstal te St. Jans Molenbeek (België) hadden de dieven naast een brandende kaars een briefje gelegd, waarin gemeld werd «Als gy een volgenden keer niet meer hebt, komen wy niet meer." In Maintz stelt men zich voor in 1897 het herdenkingsfeest te vieren van de uitvin ding der boekdrukkunst door Guttenberg, die naar men vermoedt, in 1397 aldaar geboren zou zyn. 't Is te verwachten dat de reeds zoo vaak betwiste eer dier uitvinding bjj die gelegen heid nogmaals tot een vernieuwden pennestryd zal aanleiding geven. Volgens de Ind. Beige hadden honden in het bosch van Thionville het lyk ontdekt van een meisje van vyfbien jaar, dat sedert eenige dagen uit de ouderljjke woning was verdwenen. Een man, gekleed volgenB het signalement van den Rotterdamschen moordenaar, heeft het medegenomen onder voorwendsel haar een goeden dienst op een naburig kasteel te willen verschaffen. Nabjj Liverpool in de monding van de Mersey is tjjdens een dikken mist de Germanic van White Starline in aanvaring gekomen met de stoomboot Cumbrac van Glasgow. De boeg van de Germanic drong 12 voet diep in de zyde van de Cumbrac door. Persoonlyke ongelukken hadden niet plaats. De prins van Wales heeft jl. Donderdag bjj een jachtpartjj op het landgoed Hall Barn van sir Lawson bjj het afschieten van zyn geweer eenige korrels kruit in het rechter oog gekregen. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ingeroepen en het bleek dat het oog slechts licht beleedigd was. De toestand is zeer gunstig, zonder gevaar voor het verlies van het gezichtsorgaan. In de jongst gehouden vergadering der Engelsche vereeniging van natuurkundigen deed lord Keivin een merkwaardige mededee- ling. De vereeniging verloor in het afgeloopen jaar zes en twintig leden, die gemiddeld een leeftyd van ruim zes en zeventig jaren telden. Een der overledenen was negen en negentig, een ander zeven en negentig en een derde vjjf en negentig jaar oudnegen anderen waren van meer dan tachtigjarigen leeftyd. Het vak van den natuurkundige schyntdus niet zoo ongezond te zyn. Te Bremen is in de stallen van het 8tedeljjk Abattoir het mond- en klauwzeer uitgebroken. Het getal der vrouwelyke studenten aan de hoogeschool te Gottingen, dat nog vóór korten tjjd zeer gering was, is in het laatste halfjaar tot 31 gestegen, die voor het meeren- deel in geschiedenis, vreemde talen, wiskunde en natuurwetenschappen studeeren. Slechts een van haar studeert in de geneeskunde. De volgende leerzame statistiek geeft dr. Sotin ten beste over den invloed der vaccinatie op het voorkomen van pokben. Hjj had zjjne kanten breidde zich het woeste bosch uit met zyn witte hagedoorns en wilde rozenstruiken links flonkerde en tintelde de uitgestrekte zee in de gouden zonnestralen en wisselde van grjjswrt tot donkerblauw, dat bjjna in zwart overging. In de verte zag men de uitmonding der Seine, zóó grootsch en indrukwekkend, dat Havre een kleine, donkere streep geleek met twee scherp afgeteekende vuurtorens. In de lucht fladderden eenige meeuwen en steeg langzaam de lichte rook van een stoomboot op. De stille omgeving maakte den indruk van iets plechtigs en het was alsof de horizon ginds in de verte verdween en met den hemel samensmolt. «Willen wjj hier een oogenblik gaan zitten, lieve mevrouw?" De helling bood op deze plek juist een goede zitplaats aan. De mooie, hooge boomen wer den in dit gedeelte vervangen door een aan planting van dennen, waaruit door de felle zonnewarmte een sterke en heerljjke harslucht opsteeg; door een opening tusschen de tak ken had men een prachtig vergezicht op de donkerblauwe zee en de golvende bustljjn langs het goudgekleurde strand. De stilte werd slechts verbroken door het gonzen der insecten of het klapwieken van een vogel. Geen gezang weerklonk; alleen hoorde men n de verte een paar merels flaiten. Mevrouw d'Ancel nam de hand van het jonge meisje in de hare. Martha keek haar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 5