FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
VANjDB
Maandag 16 December 1895, no. 296.
Middelburg 14 December.
Klerken bij de Rijksbelastingen.
lu zjjn Mem. van Antwoord op hoofdstuk
VII B. verdedigt de minister van financiën
nog met een enkel woord de toelagen, die
by wenscht uit te keoren ter tegemoetkoming
in de bjjdrage voor pensioen, door de rjjks-
klerken te storten, en voegt daar nog een
woordje aan toe over de positie der klerken
by de rijksbelastingen, dat wjj hier laten
volgon
«Wel is waar is het getal rjjksklerken thans
geklommen tot 74, doch dit getal is nog zeer
onvoldoende.
«Reeds werd, met het oog op uitbreiding van
het getal ryksklerken, eene grootere som voor
toelagen dan bovenbedoeld uitgetrokken dan
zonder uitbreiding noodig zou zjjn, nu in 1896
niet meer dan in 1895 toelagen over afgeloopen
jaren zyn te geven. Die uitbreiding is te
verkrjjgen door verlaging van den leeftjjd, voor
de aanstelling vereischt, en wel tot 23 jaar en
door ook de kantoren der 69 klasBe op te
nemen, onder die waar ryksklerken werkzaam
kunnen zyn.
«Ook den ondergeteekende komt het voor,
dat het verkieslyk is de traktementen van de
ryksklerken rechtstreeks van rjjkswege te
batalen en niet uit het tractement van hen,
op wier kantoor zjj werkzaam zyn, doch, voor
zooveel de ontvangers betreft, moet met de
verandering gepaard gaan een nieuwe regeling
dezer bezoldiging.
«In de onzekerheid wat het lot zal zyn der
aanhangige regeling van de personeele belas
ting, kan die regeling nog niet plaats hebben.
Zy zal eerst later kunnen gemaakt worden
en by die gelegenheid zal ook omtrent maxi
mum en minima der traktementen van klerken
zyn te beslissen".
In het uitstel dier regeling dient men te
berusten, doch wel mag daarbjj de hoop wor
den uitgesproken, dat het uitstel niet tot afstel
mag leiden. De kosten kunnen in geen geval
een bezwaar zyn, zegt het Hbld., wjjl in hoofd
zaak wat by de toekomstige regeling uit'stjjks
kas aan de klerken zal worden uitgekeerd,
gevonden zal worden op de bureau-onkosten
der ambtenaren, onder wie zy werkzaam zyn.
Kilometevboeltje.
Bjj het gebruik der kilmometerboebjes
heeft zich, naar het U. D. zegt, het geval
voorgedaan, dat door vele kleine reizen, zoo
mede door het verschrijven van vakjes, het
zich in elk boekje bevindend aantal vakjes in
enkele gevallen onvoldoende bleek om de
volle 1000 kilometers te verbruiken. Aan dit
bezwaar zal thans op de navolgende wjjze doo*
de betrokken spoorwegmaatschappijen worden
te gemoet gekomen.
Indien alle strooken van een kilometerboek
je zyn verbruikt, vóór de 1000 kilometers zyn
afgelegd, en de houder niet voornemens is een
nieuw boekje te nemen, of wel het overblij
vend aantal nog niet verbruikte kilometers
te groot is om op een nieuw boekje te kun
nen worden verrekend met de volgende reis,
zal kosteloos een suppletieboekje worden ver
strekt, geldig voor het nog ongebruikte aantal
kilometers, en zulks tegen intrekking van het
verbruikte boekje.
Deze suppletieboebjes hebben denzelfden
geldigheidsduur als de oorspronkeljjk afgege
ven kilometerboekjes, en moeten door belang
hebbenden minstens drie dagen te voren aan
de stations-loketten worden besteld, onder op
gave van het nommer en de klasse van het
boekje, dat door het supplement moet worden
vervangen.
LOMBOK.
In eene nota naar aanleiding van het ver
ZELFVERLOOCHENING,
Naar het Fransch.
VAN
JEANNE MAIRET.
HOOFDSTUK I.
Op de stoep van het kasteel namen drie
dames afscheid van elkanderhet scheen
dat er geen einde aan kwam, want telkens
had de eene of de andere nog iets te vertellen.
«Omdat ge te voet zjjt gekomen, lieve
mevrouw, zal ik u tot aan het einde van het
park terugbrengengaat ge mede, tante
«Stel je voor I Het is maar geen wan
deling in deze hitte, dank je harteljjk 1 Jk
kan wel merken, dat je slechts zestig kilo
weegt en dat je beenen nog even vlug zyn,
als toen je zestien jaar waart."
«Maar ik ben nu toch heel wat jaartjes
ouder", zeide het jonge meisje lachende.
»Ge moet haar eens flink de les lezen,
lieve mevrouw, dan doet gjj een goed werk.
Naar u zal zy misschien luisteren. Ik ben
ten einde raad. Daarby neemt zy nooit iets,
wat ik zeg, in ernst ophoe is het toch
mogeljjk I"
«Omdat ge jonger zyt dan ik, tante
Rêlie, en reeds als kind u aangewend hebt
slag omtrent eene suppletoire Indische be
grooting voor 1894 deelt de min. van koloniën
mede, dat bljjkens de uit Indië ontvangen
opgaven de kosten van de expeditie naar
Lombok hebben bedragen f 2.65G.917. De
waarde van de van Lombok afkomstige gelden
en kostbaarheden kan nog niet met juistheid
worden opgegeven doch wordt, met inbegrip
van de reeds in mindering der aanvankelijk
opgelegde oorlogsschatting betaalde som van
450.000, geschat op 1.700.000.
Rijksmiddelen.
November 1895 heeft, op f 11.000 na, even
veel in de schatkist gebracht als zyn naam
genoot van 1894.
In de onderdeelen is echter nog al eenig
verschil geweest. De accjjnzen gaven bjj na
4 ton minder, vooral wat de suiker betreft,
en de domeinen bleven f 123.000 achter. Dit
werd echter opgewogen door hoogere opbreng
sten uit de directe belastingen ad f 90.000, in
voerrechten f 180.000, indirecte belastingen
f 165.000, posteryen f 33.000, loodsgelden
f 16 000, telegraphie f 5.000, enz.
Over de elf maanden is al 2.6 meer ont
vangen dan in het vorig jaar en 3.3 meer
dan de raming. Alle middelen hebben daartoe
by gedragen, behalve de accynzen, die o1/^ ton
achter zyn (gedistilleerd f 317.000, geslacht
f 141.000, zout f 42.000daarentegen wjjn
f 60.000, bier f 53.000, suiker f 32.000 meer)
de loodsgelden die nog f 25.000 ten achter
bleven, en de akten voor jacht en visscherjj
die f 3000 minder gaven.
De overige middelen hebben dus te zamen al
ongeveer 3 millioen meer dan in 1894 opgele
verd. Daarvan kwamen 1 millioen uit de di
recte belastingen, evenveel uit de indirecte
belastingen, ruim ya millioen uit de invoer
rechten (scherpere heffing), 2 ton uit de pos
teryen, 1 uit de domeinen en f 60.000 uit de
rjjkstelegrafen.
Het millioen, dat uit de directe belastingen
boven 1894 is ingekomen, sproot vooral voort
uit de bedrijfsbelasting. Daarop zyn by een
raming van 45 y4 ton reeds 42Va afbetaald. In
Nov. 1894 bedroeg het aangezuiverd bedrag
slechts 19 ton, maar was uit het patent (met
1 Mei 1894 afgeschaft) nog 13% ton ontvan
gen, te zamen dus 32%, of 9% ton minder
dan dit jaar tot 1 December.
Daarentegen is op de vermogensbelasting
tot dusver 2 ton minder afbetaald, op de grond
belasting echter f 123,000, op het personeel
f 90,000 meer.
De opbrengst der indirecte belastingen is
tot dusver byzonder voordeelig geweest. Het
successierecht ging al met 6 ton vooruit, de
registratierechten met bjj na 2 ton, de zegel
rechten met f 170,000, de hypotheekrechten
met f 37.000.
Omtrent den suikeraccijns valt op te mer
ken dat het geraamde cjjfer voor het volle jaar,
8% millioen, niet alleen reeds ten volle is
bereikt, maar zelfs met bjj na een ton overschre
den. De eerste helft des jaars heeft hiertoe het
meest bygedragen, want in de laatste 3 maan
den is uit dien accjjns 4 ton minder ingeko
men dan van 1 Sept.—1 Dec. 1894. {Hbld.)
TWEEDE HAMER.
In de Vrjjdag gehouden avondzitting werd
het debat voortgezet over art. 172 der be
grooting van Binnenlandsche zaken (Ethno-
graphisch museum) met de daarop voorgestelde
amendementen van de heeren Bool enCremer.
De heer Travaglino verdedigde het behoud
van dit museum te Leiden in het belang van
het universitair onderwijs. Mocht dit niet ge-
wenscht worden, dan zou Amsterdam in elk
geval boven Den Haag de voorkeur verdienen.
Het amendement-Cremer bestreed hjj als een
dillatoire exceptie en niet leidende tot eene
ruiterljjke oplossing.
De heer Rutgers van Rozenburg betoogde
dat vestiging van het museum te 's Graven-
hage noch door redenen van landsbelang noch
door het belang van het museum zelve zou
worden gewettigd en beval aan eene vesti
ging te Amsterdam, dat terreinen wil afstaan
en waar het museum kan worden aangesloten
met dat van Artis, zonder opoffering van de
schatkist.
De heer Guyot daarentegen bepleitte de
wenscheljjkheid van vestiging van het museum
te 's Gravenhage, waar alle wetenschappelijke
Indische inrichtingen met hare bibliotheken
zjjn gevestigd, waar de meeste kennis van
alles van de vroolyke zjjde te bezien."
«Omdat ik vreesde anders den treurigen
kant er van te ontdekken."
«Waarover moet ik haar onderhouden,
mevrouw Despois?" zeide de barones glim
lachende, terwyl zy een laatsten handdruk
wisselde met het gezette, levendige vrouwtje,
dat betiteld werd met den naam van Aurélie
Despois, of tante Rélie.
«Wel natuurljjk over het huweljjkEen
mooi, lief meisje, dat zóo pruttelt tegen een
huwelyk, dat is toch onzin. Men trouwt nu
wel niet voor zyn pleizier daar kan ik van
meepraten en zy heeft geljjk gehad haar
jongemeisjesleven wat langer te rekken dan
men gewoonlyk doet, maar men moet er ten
laatste toch toe besluiten. Het is nu eenmaal
een plicht, dien men jegens het vaderland
moet vervullen, een burgerplicht, hoe zal ik
het noemen men moest het den jongen
meisjeB reeds op school inprenten, en het als
de vrouwelijke, algemeene dienstplicht be
schouwen
«Juist. Nu maar, ik zal haar wel eens
goed onderhanden nemen. Misschien bebjjk ik
de zaak wel niet bepaald uit een vaderlands
lievend of maatschappelijk oogpunt, maar mjjn
preek zal er niet minder om zyn."
De vriendeljjke Juni-zon, welke dien dag
wel wat fel was, scheen vrooljjk op het oude
kasteel, een indrukwekkende, grjjze steen
massa, aan de uithoeken door twee ontzagge -
Indië is vertegenwoordigd en de verzameling
ook door schenkingen spoedig zal worden
uitgebreid, terwyl ook de nabjjheid van de
Indische onderwijsinstelling te Delft pleit
voor Den Haag.
De heer Borgesius veklaarde dat de com
missie van rapporteurs eenstemmig het amen
dement-Cremer aanbeval om thans geene be
slissing te nemen, doch subsidiair ook het
amendement-Bool.
De heer De Beaufort (Wyk bjj Duurstede)
achtte Den Haag de aangewezen plaats.
De heer Vermeulen vond 't in de tegen
woordige financieele omstandigheden eene
geldverspilling een nieuw museum te stichten,
waarvan toch slechts enkele specialiteiten
profiteeren.
De minister van binnenlandsche zaken her
innerde dat reeds de minister Mackay een
plan voorbereid had dat 't meest met het
thans gedane overeenkomt. Hjj wees er verder
op dat de minister van financiën geen be
zwaar tegen de uitgaaf heeft gemaakt. Hij
betwistte eenig recht aan Leiden, dat evenmin
als de universiteit eenige historische aan
spraken op het museum kan ontleenen, gegrond
op de bestaande collectie, waarvan zelfs een
deel tot 1883 te 's-Gravenhage was gehuisvest.
De minister wenschte niet te maken een hulp
middel voor de academische studiën te Leiden,
maar een nationaal museum ter plaatse waar
dit het beste past. 's-Gravenhage nu is in
de onmiddelyke nabjjheid van Leiden en Delft
met hare inrichtingen. Hjj heeft geen voor
ingenomenheid voor eenige plaats en hjj heeft
ook gedacht aan Amsterdam, doch er waren
niet geringe financieele bezwaren aan verbon
den, terwyl feitelyk Amsterdam reeds een
ethnographisch museum heeft. Wel heeft
Amsterdam terrein aangeboden, maar de kosten
voor bouw zjju zooveel te grooter. Hjj bljjft
dus Den Haag de voorkeur schenken. De
beide amendementen konden slechts de zaak
ophouden, die volkomen is voorbereid.
Nader verdedigde de heer Beelaerts, als mede
voorsteller, het amendement-Bool om de col
lectie te Leiden te behouden. Hjj deed uit
komen dat de collectie in Artis te Amsterdam
niet beantwoordt aan het wetenschappelyk doel.
Ten Blotte is bet amendement-Cremer, strek
kende om een memoriepost uit te trekken
zonder aanwjjzing van plaats, verworpen
met 49 tegen 39 stemmen.
Het amendement-Bool (vestiging te Leiden)
werd mede verworpen met 52 tegen 36
stemmen en het regeerings voorstel (vestiging
te 's Gravenhage) wordt evenzeer verwor
pen met 53 tegen 39 stemmen.
De overige artikelen van het hoofdstuk wer
den goedgekeurd.
Bjj den considerans verklaarde de heer Ver
meulen af te zien van zyn voornemen om
stemming te vragen, daar, met het oog op de
aanstaande behandeling van de kieswet, de
stem van vele leden verkeerd zou worden uit
gelegd. Hjj bepaalde zich dus tot een protest
en de verklaring dat hjj principieele en finan
cieele bezwaren tegen de begrooting heeft.
Hoofdstuk V werd hieron zonder stemming
goedgekeurd.
Daarna is het debat over hoofdstuk Marine
aangevangen.
De heer Guyot juichte 's ministers voorne
men tot verbetering van het materieel der
zeemacht toe, doch wenschte een vast plan,
waarbjj jaarlyks l'/3 millioen voor nieuwen aan
bouw zou moeten worden besteed. Indië zou
wat meer moeten bydragen. Eene leening voor
dit doel, evenals voor de geweren is vastge
steld, acht hjj wenschelyk.
Verder behandelde de heer Guyot nog ver
schillende punten, 0. a. de opleiding der adel
borsten, de mariniers, den dienst der officie
ren der marine-reserve.
De heer Van Limburg Stiruin drong aan op
betere bepalingen omtrent het passagieren
van het zeevolk en oordeelde een wyziging
der militiewet niet noodig om het doel te be
reiken van inljjving bjj de zeemilitie.
Heden (Zaterdag) voortzetting.
Men zie Laatste berichten.
ONDERWIJS.
Mej. J. van Deinse, onderwyzeres te
Nieuwer-Amstel, is benoemd tot tjjdeljjk onder -
wjjzeres aan de 0. 1. school le kl. no. 9 te
Amsterdam.
De heer C. H. C. Flugi van Aspermont,
geb. te 's Gravenhage. is aan de Rjjks-Univer-
ljjke torens met nauwe, diepe schietgaten af
gesloten. Het kasteel, dat op een heuvel
gelegen was, zag er met zyn kalen voorgevel,
waarin zich hier en daar ramen met kleine
ruiten vertoonden, niet altjjd even aanlokkelyk
uit, maar niets weerstaat de tooverkraeht
der zon, zoodat de barones, een laatsten
blik werpende op de woning, den tuin,
die slechts schaars van bloemen voorzien was,
de oneindige uitgestrektheid der omringende
bo3schen en het prachtige vergezicht op de
zee, niet kon nalaten uit te roepen: «Wat
is je eenzaamheid toch heerljjk, lieve Martha
«Martha Levatteur glimlachte en zeide
kalm«Hier alleen gevoel ik my gelukkig.
Ik ben eigenlyk een wildeik aanbid mjjn
bosschen. Zelfs wanneer ik my in de wereld
beweeg, moet ik altjjd denken aan den fris-
schen geur van de struiken en het geritsel
van de dorre bladeren onder mjjn voeten. De
drie maanden in Parjjs, die tante zoo belache-
ljjk kort toeschynen, zyn voor my een tjjd
van ballingschap. Zy weet niet dat ik nooit
alleen ben te midden van mjjn boomen, dat
de takken my kennen, dat de vogels voor my
tjilpen en dat de lucht, die tusschen de twjj-
gen doorschemert, zoo verrukkelyb mooi is.
Ziet ge nu wel, hoe weinig ik voor een ge
woon vrouwenleven geschikt ben en hoe
bitter weinig de raadgevingen van tante Rélie
baten
«En toch, beste kind
siteit te Leiden bevorderd tot doctor ia de
rechtswetenschap, na verdediging van «stel
lingen."
Verschillende Berichten.
Het sensatiewekkend bericht omtrent het
drama te Rotterdam, ons Vrjjdag uit Amsterdam
gezonden, wordt slechts door Ó9n Rotterdamsch
blad, zeker ook op reclame belust, bevestigd.
Andere bladen melden alleen dat Van Berkel
van diefstal wordt verdacht maar beweren dat
de vrouw van Van Berkel niet gearresteerd is»
Van geachte zyde wordt uit Rotterdam de
onwaarheid van al die berichten bevestigd
en verzekerd dat politie en justitie met groo-
ten jj ver werkzaam zyn om het raadsel op te
lossen maar hoegenaamd niets meedeelen, ten
einde bjj hare pogingen niet bemoeiljjkt te
worden.
Nog sprekendenadat hjj ge
storven is. De Maasbode haalt ter ver
dediging van de doodstraf aan eene rede,
den 16 Mei 1870 gehouden door den heer mr,
Saaymans Vader
Als men om argumenten 25 jaar terug moet
gaan, dan is de zaak zelve al veroordeeld.
Maar 't is waar: aan die zyde loopt men liever
achter- dan vooruit.
De by het 6 e reg. inf. gedetacheerde kapt.
A. H. Overman van het O.-I. leger, keert in
Maart naar Indië terug.
De offi. van gez. le kl. dr. T. J. H.
Snjjders, van het reg. gren. en jagers, is aan
gewezen om van af 10 Januari aan de univer
siteit te Leiden een cursus in chirurgie te
volgen, en de kapitein A. J. A. Opstelten, van
het 7de regiment infanterie teNaarden, wordt
overgeplaatst bjj het instructie-bataljon te
Kampen.
Professor G. H. van der Mejj Jr te Amster
dam ljjdt aan bloedvergiftiging en is geopereerd
door professor Korteweg. Zyn toestand is be-
denkeljjk.
Een onbekend gebleven heer deed Zon
dag middag te IJmuiden onderzoek met hoeveel
personen de reddingsboot bemand was geweest,
en toen men hem meegedeeld had, dat er elf
waren, stelde hjj den schipper dier boot f 55
ter hand, dus f 5 voor eiken man.
Te Be ver wyk zyn twee brutale diefstal
len gepleegd. Nabjj Zutfen is een remmer
door een goederentrein gedood. De vier
lingen te Meppel zyn overleden.
Te Soerabaya heeft een ontslagen Koet
sier getracht zyn vorige meesteres, mevr.
Hoffmann, te vermoorden. Zy is ernstig aan
't hoofd gekwetst. De moordenaar is gevat.
Uit Deli komen nadere bijzonderheden om
trent den verradeljjken moord op den heer
K. Deze keerde met den heer R. uit de so
ciëteit huiswaarts en werd toen door een in
lander aangevallen. De heer K. kreeg een
messteek tusschen de ribben en is na eenige
oogenblikken overleden. De heer R., die den
moordenaar aangreep, liep mede een messteek
op. Welke de reden van de daad is geweest
wordt niet gemeld. De heer K. kwam weinig
of nooit met inlandsch personeel in aanraking.
In zekere gemeente was een nieuw ge
meenteraadslid gekozen en ontving aanschrjj-
ving om zjjne geloofsbrieven in te zenden.
Radeloos wendde hjj zich tot zjjne vrouw
met de klacht, dat hjj reeds zoolang met den
predikant overhoop lag, dat bjj er heusch
tegen op zag hem er naar te vragen.
Dat is een ui van de Arnh. Crt.
Als eene curiositeit uit de jongste over-
stroomings-periode meldt men dat een Zwolle
naar, wonende op de Thorbeckegracht, in zjjne
huiskamer een baars ving.
De commissaris van politie te Tiel ver
zoekt opsporing en bericht omtrent de verbljjf-
plaats van Wilhelmina R., geboren 17 Sep
tember 1879, en haar broertje Francis, geboren
25 November 1886. Beiden zyn vermoedeljjb
ventende, doch volgens een schrjjven van hun
vader is het niet onmogelyb dat de oudste
den ander om het leven heeft gebracht.
Volgens De Maasbode legt sedert eenige
weken een persoon, van ongeveer dertig,
jarigen leeftyd en in Trappistenkleederen, be
zoeken af in pastorien en kloosters en bjj ge
goede Katholieken van ons land, trachtend er
onder allerlei beloften en voorgevens gastvrjj-
heid en geld te bekomen, daarby behendig
gebruik makende van schjja van waarheid
hebbende omstandigheden, waaraan des te ge-
«O ja, ik zou het haast vergeten," zeide
Martha lachende, »ge hebt beloofd eens flink
tegen my te preeken."
Mevrouw d'Aucel stond even stil in de laan,
waardoor zy liepen een vriendeljjke glimlach,
die haar een oogenblik werkelyk schoon deed
zyn, verhelderde het vermagerde, eenigszins
hoekige gelaat, en onder de gryze haren
schitterden haar oogen.
»Ik ben niet van plan, Marthalief, een
preek tegen je te houden. Ik kan alleen
zeggen wat het hart my ingeeft je weet
immers, hoe gaarne ik je tot dochter wilde
hebben. Ik zou zóóveel van je houden
bjjna zooveel als van mjjn eenigen zoon."
Het jonge meisje was blykbaar ontroerd en
omhelsde de oude mevrouw d'Aucel, maar
zeide niets.
Tusschen de boomen, waarmede de heuvel
geheel bedekt was, schitterde de zee. Het
kasteel kon men hier niet meer zien, het lag
diep verscholen in het prachtige bosch. De
laan maakte hier een plotselinge bocht en liep
verder langs de kuBt, die men op eenigen
afstand zag liggen, en die van tjjd tot tjjd
door de vele kronkelingen in den weg aan het
oog werd onttrokken.
In dit heerlyk gedeelte van Normandië, in
de nabjjheid van Soufleur, is er bjjna geen
wandeling, die vergeleken ban worden met
deze «Avenue de la Cöbe-Boisée." Het zachte,
groene mos bedekte den grondnaar alle
reeder geloof wordt geslagen bjj de vroegere
eventueel gekende probiteit van den bezoeker.
Om zioh dus te hoeden voor misleiding en
schade vordere men van hem de vertooning van
sohrifteljjke bewjjzen zjjner huidige probiteit.
O! 't is zoo gemakkelyk den vriende-
ljjken mynheer te spelen of als pleitbezorger
van den werkman op te treden, als men aan
zyn lessenaar zit, theorieën opschrjjft maar
nooit als werkgever met hen iets te maken
heeft. Men staat dan tegenover hen in geheel
andere verhoudingen dan de patroons. Zulke
theoristen zyn bjj mjj weinig waard. Hun hart
spreekt veel meer dan hun verstand.
Daarom zeg ik niet dat zy het altjjd mis
hebben. Maar hunne theorieën hebben voor
mjj geen waarde zoolang zy niet aan de
eischen van de practyk zyn getoetst.
Evenmin mag ik den werkgever, die nooit
zyn hart laat spreken.
Patroon en werkman moeten samenwerken
en gezamenljjk nagaan of er onder de wenachen
der theoristen niet wat goeds is in beider
belang. D i x i.
Tusschen de stakende werklieden en de
eigenaars van de drukkery de Phoenix te
Gent is het eindelyk tot een schikking ge
komen, zoodat heden, Zaterdag, aan het werk
zal worden gegaan, waardoor de werkstaking
der letterzetters aldaar geheel geëindigd zal
zyn.
Sedert een week worden te Ostende 38
visschersschuiten tevergeefs verwacht.
Inbrekers-humor. Bjj een nachteljjken
diefstal te St. Jans Molenbeek (België) hadden
de dieven naast een brandende kaars een
briefje gelegd, waarin gemeld werd «Als gy
een volgenden keer niet meer hebt, komen
wy niet meer."
In Maintz stelt men zich voor in 1897
het herdenkingsfeest te vieren van de uitvin
ding der boekdrukkunst door Guttenberg, die
naar men vermoedt, in 1397 aldaar geboren
zou zyn.
't Is te verwachten dat de reeds zoo vaak
betwiste eer dier uitvinding bjj die gelegen
heid nogmaals tot een vernieuwden pennestryd
zal aanleiding geven.
Volgens de Ind. Beige hadden honden in
het bosch van Thionville het lyk ontdekt van
een meisje van vyfbien jaar, dat sedert eenige
dagen uit de ouderljjke woning was verdwenen.
Een man, gekleed volgenB het signalement
van den Rotterdamschen moordenaar, heeft
het medegenomen onder voorwendsel haar een
goeden dienst op een naburig kasteel te willen
verschaffen.
Nabjj Liverpool in de monding van de
Mersey is tjjdens een dikken mist de Germanic
van White Starline in aanvaring gekomen met
de stoomboot Cumbrac van Glasgow. De boeg
van de Germanic drong 12 voet diep in de
zyde van de Cumbrac door.
Persoonlyke ongelukken hadden niet plaats.
De prins van Wales heeft jl. Donderdag
bjj een jachtpartjj op het landgoed Hall Barn
van sir Lawson bjj het afschieten van zyn
geweer eenige korrels kruit in het rechter oog
gekregen. Onmiddellijk werd geneeskundige
hulp ingeroepen en het bleek dat het oog
slechts licht beleedigd was. De toestand is zeer
gunstig, zonder gevaar voor het verlies van het
gezichtsorgaan.
In de jongst gehouden vergadering der
Engelsche vereeniging van natuurkundigen
deed lord Keivin een merkwaardige mededee-
ling. De vereeniging verloor in het afgeloopen
jaar zes en twintig leden, die gemiddeld een
leeftyd van ruim zes en zeventig jaren telden.
Een der overledenen was negen en negentig,
een ander zeven en negentig en een derde
vjjf en negentig jaar oudnegen anderen
waren van meer dan tachtigjarigen leeftyd.
Het vak van den natuurkundige schyntdus
niet zoo ongezond te zyn.
Te Bremen is in de stallen van het
8tedeljjk Abattoir het mond- en klauwzeer
uitgebroken.
Het getal der vrouwelyke studenten aan
de hoogeschool te Gottingen, dat nog vóór
korten tjjd zeer gering was, is in het laatste
halfjaar tot 31 gestegen, die voor het meeren-
deel in geschiedenis, vreemde talen, wiskunde
en natuurwetenschappen studeeren. Slechts
een van haar studeert in de geneeskunde.
De volgende leerzame statistiek geeft dr.
Sotin ten beste over den invloed der vaccinatie
op het voorkomen van pokben. Hjj had zjjne
kanten breidde zich het woeste bosch uit met
zyn witte hagedoorns en wilde rozenstruiken
links flonkerde en tintelde de uitgestrekte zee
in de gouden zonnestralen en wisselde van
grjjswrt tot donkerblauw, dat bjjna in zwart
overging. In de verte zag men de uitmonding
der Seine, zóó grootsch en indrukwekkend,
dat Havre een kleine, donkere streep geleek
met twee scherp afgeteekende vuurtorens. In
de lucht fladderden eenige meeuwen en steeg
langzaam de lichte rook van een stoomboot
op. De stille omgeving maakte den indruk
van iets plechtigs en het was alsof de horizon
ginds in de verte verdween en met den hemel
samensmolt.
«Willen wjj hier een oogenblik gaan
zitten, lieve mevrouw?"
De helling bood op deze plek juist een goede
zitplaats aan. De mooie, hooge boomen wer
den in dit gedeelte vervangen door een aan
planting van dennen, waaruit door de felle
zonnewarmte een sterke en heerljjke harslucht
opsteeg; door een opening tusschen de tak
ken had men een prachtig vergezicht op de
donkerblauwe zee en de golvende bustljjn
langs het goudgekleurde strand. De stilte
werd slechts verbroken door het gonzen der
insecten of het klapwieken van een vogel.
Geen gezang weerklonk; alleen hoorde men
n de verte een paar merels flaiten.
Mevrouw d'Ancel nam de hand van het
jonge meisje in de hare. Martha keek haar