MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 294. 138® Jaargang. 1895. Vrijdag 13 December. De kinderkwestie. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 12 Dec. 8 u. vm. 36 gr., m. 12 u. 44 gr., av. 4 u. 43 gr. F. Verw. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éóa uur aan het bureau bezorgd zgn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Ylissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. C. Bolott, firma wed. A. 0. de Jonge. In de laatste jaren is meer en meer aan de orde van den dag de kwestie van het verwaarloosde kindmr Levy heeft daar voor in de Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen een lans gebrokenbij de opening der 69ste Algemeene vergadering van het Nederl. Genootschap tot zedelijke verbetering van Ge vangenen wees de voorzitter, jhr mr Rethaan Macaré, er op dat in het jaar 1892 bijna 5000 kinderen beneden den leeftijd van 16 jaren, 868 door de rechtbanken en 3455 door de kantongerechten veroordeeld warenter wijl er 114 naar een rijksopvoedingsgesticht werden opgezonden. Op een vergadering der Nederlandsche Ju- ristenvereeniging is erover gesprokenbij kon. besluit van 3 Augustus 1894 is goedgekeurd de Vereeniging tot opvoeding van halfverweesde verwaarloosde of verlaten kinderen in het huis gezin, die den meer practischen weg inslaat en, niet tevreden met theoretische beschou wingen, hoe nuttig ook op zich zelve, als wegbereidsters voor daden van flink beleid, de handen aan het werk wil slaan. En dit is goed ook. Wil men de maatschappij hervormen, misstanden wegnemen, wat altijd zeer lang zaam gaat en ook niet anders mogelijk is; wil men meer goed dan kwaad stichten, dan dient men het oog gericht te houden op het toekomstige geslacht; en vooral, waar dit wordt verwaarloosd, gevaar loopt onder gaan of slechte elementen te leveren voor het algemeen, gepoogd te worden, dit op den goeden weg te brengen en te voorkomen dat het onderga in zedelijk bederf. Men doet aan die kinderen zeiven een weldaad. Genoeg moeten zij boeten voor de zonden hunner ouders, die hen verwaarloozen en laat ons niet zeggen altijd door eigen schuld maar doordien de strijd om het beBtaan voor hen zoo moeilijk is onthouden wat hun plicht was dien kinderen te schenken. Te dikwijls moeten dan die kinderen komen tot de grenzenloos treurige gedachte Mon Dieu, qu'ai je done fait pour mériter de naitre! Wie zou dan ook niet bewogen zijn met het lot van zulk een kind, dat zooals mr Levy zoo kernachtig uitdrukt „noch zonnige omgeving, noch teedere zorg, noch koeste rende liefde, noch jeugdige blijmoedigheid kentmet het kind, dat een ouderlijk buis, althans tehuis, mist, of slechts heeft in schijn met het kind dat opgroeit te midden van ruwheid, bandeloosheid, ondeugd, weldra algeheele verwildering ten prooimet het kind, dat zonder weerstandsvermogen 'i stormen reeds gevoelt en in eigen gemoed niets bijeengaart, dan de herinnering aan stuitend voorbeeld en liefdeloos voorgaan". En zulke kinderen zijn er bij duizend tallen te vinden. Zeker, in theorie klinkt het practisch, echt berekenend dat de ouders daarvoor verant- woordelijk zijn en dan maar hadden moeten voorkomen dat zij kinderen in de wereld zonden, voor wier lichamelijke en zedelijke behoeften zij niet konden zorgenmaar klinkt die theorie ook menschlievend tegenover de kleinen wier schuld het toch allerminst is dat zij er zijn? Ook op hen dient in deze alle hoop ge vestigd te worden dat zy later hunne ver antwoordelijkheid meer en beter zullen be seffen dan hun ouders. Op hen kan men nog invloed uitoefenen, terwijl dit niet meer mogelijk is op hun vaak verdierlijkte, na tuurlijke verzorgers. Geelt hun een goede opvoeding en zij zullen leeren beseffen wat later hun plicht is, minder slecht, minder onzedelijk, minder lichtzinnig te wezen dan zij nu gevaar loopen te worden. Hun verwaarloozing is een gevaar voor hen maar ook voor de maatschappij. En als de laatste niet tracht dit te verhelpen, dit kwaad gedoogt, dan is zij daaraan mede plichtig. Ook dat herinnert mr Levy zoo terecht in een voorrede bij een dezer dagen ver schenen boekje De Staat en zijne kinderen door Gertrude M. Tuckwell. Uit het Engelsch vertaald door M. v. H. Met eene voorrede van mr J. A. Levy. Utrecht 5. L. Beyers. De schrijfster daarvan heeft zes jaren arbeids doorgebracht te midden van ver waarloosde, verlaten kinderenen voorgelicht door anderen, wier ervaring rijper is dan de hare, kan zij getuigen van de ernstige dingen die er in Engeland voorvallen. Ed dan zegt zy in haar voorwoord van haar boekje: „Op verschillend gebied laat de democratie zich hooren, maar tot baat van de kinderen doet zy niets. Kinderen kunnen geen vereenigingen oprichten, zy hebben 3tem om op parlements-verkiezingen invloed uit te oefenen, zy kunnen geen revo lutie tot stand brengen of in optocht naar Hyde-Park of Trafalgar Square trekken. Wanneer men overal het lijden en de ont beringen ziet in het leven onzer kinder democratie, dan stelt men zich voor wat kreten er zouden opgaan, wanneer die kinderen, evenals volwassenen, een georga niseerd beroep konden doen. Wy hooren kreten opstijgen uit onze opvoedingsgestichten toevluchtsoorden tegen de krachtelooze opvoeding en de ellendige indeeling, die een verlaten kind gelijkstelt met den misdadiger kreten uit werkhuis-scholen tegen de be smetting der geestverdooving, veroorzaakt door het samenhoopen van die jonge kin deren en het behandelen van alle individuen als éen levenlooze massa. Hoort gy niet de klacht van jongens en meisjes uit de groote wier jeugd een arbeid zonder einde in plaats van schoolgaan en spelenvan kleine zwervers uit schuiten en kermis wagens, die zyn overgeleverd aan ruwheid onwetendheid En boven al die kreten uit klinkt de jammerklacht van het mishandelde kind." Die beschuldiging tegen de maatschappij moge in Engeland reden vaD bestaan heb ben, in ons land heeft zij dat nog veel omdat wy op dit gebied heel wat minder gelukkig zyn dan onze Britsche na buren. „Hier, geen heilzame wetgeving, zelfs reddingplank, van staatswege het Hj- dende kind toegestoken", zegt mr Levy. ,Hier, kan een ontaard ouderenpaar, onge stoord en naar hartelust, aan zyn kind zich vergrijpen, mits het slechts zorgt buiten de der strafwet te blijven, of daarbinnen, door hare niet al te nauwe mazen heen te glippen. Hier, kan een kinderziel in den grond bedorven, een kindergemoed van wre vel vervuld, een kinderhart stelselmatig tot boosheid worden opgeleid. En de Staat Welnu, de Staat, die een gemeenschap ten goede heet, laat Gods water over Gods ak ker loopen. Hinderend staat hij der parti culiere krachtsinspanning in den weg. Men zou het oppervlakkig niet geloovenhetgeen Diogenes aan Alexander toevoegdedat deze het zonnelicht niet onderscheppen moest, is eene vermaning, nog heden ten dage bij den Nederlandschen Staat op hare plaats. „Zoolang de fetisch der ouderlyke macht niet van zyn voetstuk gerukt en de straf wetgeving met het nieuwe stelsel niet in overeenstemming gebracht is, zoolang is ten onzent individueele offervaardigheid, hoe bereidwillig, tot machteloosheid g€ Onze onverantwoordelyke wetgeving in zake kinderbescherming, verloochent niet slechts haar plicht, doch kweekt rechtstreeks im moraliteit." stuurders al deze kinderen by kost doenalleen niet die van hen welke van tijd tot tijd het werkhuis verlaten. Ieder, die in aanraking komt met ouders uit een werkhuis, weet hoe weinig de meeste beteekenon, hoe egoïstisch ze zijn, hoe ze altyd bereid zyn hun kinderen te verlaten, wanneer die nog hulp noodig hebben; een bereidwilligheid die alleen geëvenaard wordt door de onbeschaamdheid, waarmee ze hen later weer opeischen, zoodra ze kostwinners Wy zouden nog meer kunnen aanhalen uit het boekje maar men leze het liever zelf. Het is rijk aan leerzame stof. Dat blijkt uit den inhoud ervanOpvoedingsgestichten) Inrichting voor leegloopers en Day Indus trial Schools. Werkhuisscholen. Particuliere inrichtingen. Hospitalen en krankzinnigen gestichten. Kinderen uit schuiten en kermis wagens. Blindeninrichtingen en doofstommen- instituten. Kinderen by het circus en by het tooneel. Het werk van de Vereeniging tot voorkoming van wreedheid tegen kinderen. Half Timers en Full Timers. Zal wat in Engeland geschiedt in Neder land ondoenlyk blyken? Wij gelooven het niet en mr Levy deelt die meening. Eerst door het particulier initiatief, later door den sterken arm van den staat. Dat particulier initiatief nu is opgetreden in den vorm van de hiervoren genoemde vereeniging, waarop wy nog eens wy deden het reeds vroeger de aandacht willen vestigen. Wij kunnen dus nog veel leeren van het geen reeds in het vereenigde koninkrijk tot stand is gebracht. Daar kunnen, om een kei voorbeeld aan te halen, sedert 1889 de armbestuurders, behalve weezen en verlaten kinderen, ook kinderen aannemen van ouders, die in de gevangenis een vonnis dergaan of hun kind niet goed behandeld hadden. Er is echter voor gezorgd, dat zy eene bydrage stortenjvoor het onderhoud van het kind, al hebben zij ook elke aanspraak op de keuze van zijn beroep verbeurd. „In Ierland is men nog een stap verder ge gaan. De bestuurders kunnen niet alleen boven genoemde kinderen onder toezicht i maar eveneens de kleinen, wier ouders in werkhuizen leven. „Voor dat deze schikking was gemaakt, konden Iersche ouders, evenals nu nog Engeland, zich voortdurend bemoeien met bepalingen, die voor de opvoeding hunner kinders waren gemaakt, en op deze wijze verhinderden zij het welzijn van het kind. „Tegenwoordig mogen de Iersche armbe- worden geplaatst in gezinnen, zooveel mo- geiyk overeenkomende met de godsdienstige gezindte der naaste bloedverwanten. Voor zoover er kinderen door de Vereeniging zijn opgenomen, zijn van deze 3 Ned. Her vormd, 2 Evang. Luthersch, 1 Remon- strantsch, 2 Ned. Israël, en 2 Katholiek. De raad van toezicht der vereeniging be staat uit de heeren G. Vas Visser, te Am sterdam, voorzitterS. M. Hugo van Gyn, lid van de Tweede kamer, te Dordrecht; mr. T. H. der Kinderen, oud-lid van den Raad van Indië, te 's-Gravenhagejhr. mr. A. G. van Lintelo de Geer, rechter in de arrond. rechtbank, te Haarlemen J. H. Fol Jrs'zn., te Rotterdam. Het bestuur bestaat uit de heerenL. P. Walburgh Schmidt, arts, voorzitter; Joh. J. F. Dietz, koopman, secretaris J. H. Numan, fabrikant, penningmeesteralle drie te Am sterdam J. Meijers, luit.-kol. der art., te Utrecht; J. H. Heijer Jr., makelaar, te Am sterdam A. F. Stickel Schoemaker, parti culier, te 's-Hertogenbosch H, F. Onder water, koopman, te Dordrecht; I. J. Brug- mans, koopman, te Groningen, en A. L. Schmidt Jr., leeraar a/d H. B. School te Grave nhage. Wie iets gevoelt voor het kind, waarvan hier sprake iswie het boekje gelezen heeft, waarop wy meenden eenigszins uitvoerig de aandacht te moeten vestigenhy zal stellig zyn steun willen verleenen aan bovenge noemde vereeniging, die het goede beoogt voor tal van kleine schepselen, wier toe komst zoo nauw samenhangt met het wel en wee der maatschappij. Eigenaardig is deze uitspraak van Ger trude M. Tuckwell„De verstandigst© plannen voor de verzorging van kinderen, de beste inrichtingen waar onze verlaten kleinen verpleegd worden, zyn die, waarby het meest gelet wordt op het gewone familieleven. Een natuurlijke omgeving voor het kind is zoo- te verkiezen, dat er een groote kern van waarheid in het gezegde ligt: „elk tehuis is beter dan een „Tehuis." Dit standpunt heeft ook ingenomen de Vereeniging tot opvoeding van half Verweesde-, Verwaarloosde- of Verlaten Kinderen, in het Huisgezindie in het begin van dit jaar haren arbeid is begonnen, door het van de straat verwyderen van dergelijke kinderen, De Vereeniging plaatst hen eerst in een doorgangshuis, en zoodra zy voldoende aan orde, tucht en reinheid gewend zyn, worden zij overgebracht naar een net burgergezin, ten einde aldaar te worden gevormd tot nuttige burgers van den staat, en een am bacht te leeren om later in staat te zyn hun brood te verdienen. Sedert April heeft de vereeniging tien kinderen opgenomen, waarvan de n de grenzen tusschen eerlykheid en diefstal vrij wel hadden overschreden, maar om aan alle aanvragen te voldoen, die tot haar worden gericht, daartoe zijn haar financiën niet krachtig genoeg. Zij moet de be langstelling van vele weidenkenden opwek ken, ten einde door vereende krachten in te kunnen werken op het groote aantal kinde ren, dat, hetzij halfverweesd, hetzij verwaar loosd, hetzij verlaten, binnen korteren of langeren tyd in handen van den strafrechter valt, en, daarmede kennis gemaakt hebbende, gewoonlijk meermalen in de gevangenis wordt opgenomen, totdat de dood, meestal op nog jeugdigen leeftijd, een einde maakt aan een door misdaad vernietigd leven. Reeds tien kinderen worden door de Ver eeniging opgevoed, en wel 9 jongei meisje, waarvan 6 uit Amsterdam, 1 uit Gouda, 1 uit Dordrecht, 1 uit Den Haag en 1 uit Utrecht. De meestee dezer kinderen bevinden in gezinnen te Zeist, Soesterberg, Apeldoorn, Hasselt (O.), drie in hel Doorgangshuis der Vereeniging, te Soesterberg. Bovendien heeft de Vereeniging eene overeenkomst gesloten omtrent de verzor ging van jeugdige ontslagen gevangenen, met het Ned. Genootschap tot zedelijke ver betering der Gevangenen, waarby de Veree niging van het Genootschap de opvoeding overneemt van dusdanige jongelieden, haar door het Genootschap en voor zijne rekening worden aanbevolen. Kinderen van elke godsdienstige gezindte worden ter opvoeding aangenomen. Zij Middelburg 12 December. Het algemeen depöt van discipline. De heer J. H. F. Ritter, Majoor, Plaatselijk commandant van Utrecht, wjjdde aan dat depót ook een drietal opstellen in het N. v. d. D. De schrjjver komt tot dezelfde conclusie als wij en hjj besluit zjjn betoog aldus Hoeveel goeds en uitmuntends het verbete- ringsstelsel bg het Depöt ook bezit, zoo is het mg indertjjd toch voorgekomen als voor meer dere volmaking niet onvatbaar. De vraag of het verblgf bg het Depöt als een straftjjd dan wel als eene militaire- ljjke kuur moet worden beschouwd, of men in den >klassiaan" een boeteling of een patiënt moet zien, is niet met beslistheid beantwoord. Zeer lang geleden was men het eerste gevoe len toegedaan en werd bgv. de man, die het ongeluk had voor de tweede maal bg het Depöt te landen, terstond bg zjjne aankomst op 50 rietslagen onthaald. Later is de beschouwing van het Depöt als zedeljjk herstel lingsoord meer op den voorgrond getre den, en deze beschouwing is m. i. de ware. Maar als dat zoo is, moet ook op het menschkun- der behandeling volle nadruk worden gelegd. En menschkundig vond ik het niet, dat in mjjn tjjd menschen, van wie gebleken dat zjj zich niet of moeiljjk aan de wone voorschriften van het reglement van krjjgstucht konden onderwerpen, wien het blindelings gehoorzamen zoo moeiljjk viel, wer den onderworpen aan eene reeks huishoude lijke bepalingen, voor den goeden gang van zaken niet onmisbaar, en die, bg overtreding, aanleiding tot straf gaven. Niet bepaald het systeem betreffende, maar toch van zeer groot gewicht, is de k e u z van het kader. Het bezit van di kalme onderofficieren en korporaals, onberis pelijk van gedrag, standvastig van karakter en tact bezittend om met menschen als deze om te gaan, is voor het Depöt een voorname eisch. Evenmin als b. v. een bataljonscommandant een soldaat, die niet met paarden kan omgaan, tot oppasser zal nemen, evenmin zjjn bg het Depöt onderofficieren en korporaals op hunne plaats, die niet doordrongen zjjn van het der zeer speciale taak, die zjj daarbjj als op voeders van zedeljjk achterlijken hebben te ver vullen, al zjjn zjj overigens nog zoo verdien stelijk. Dat het leven bg het Algemeen depöt van discipline door ontstentenis van alle uiterljjke militaire sieraden, door gemis of beperking van vrjjheid, door strengheid en ernst tot somber heid toe, een schrikbeeld is voor allen, die met de krjjgstucht niet op goeden voet staan, mag niet de eenige reden zjjn van zjjn bestaan. Het heeft tot roeping een zoo groot raogeljjk ojjfer van de slechte elementen, die er door de korp sen ter verbetering worden heengezonden, voor goed verbeterd terug te geven, en eene nauw keurige en vertrouwbare statistiek moet kun nen aanwjjzen, dat het dit werkelyk doet. De Kölnische Zeitung vindt het noodig zich te bemoeien met onze nieuwe bepalingen be treffende de heffing van invoerrechten. Vol gens dit blad zou daarover onder de kooplieden en fabrikanten in de Rjjnprovin cieen in West- falen een storm van verontwaardiging zjjn ontstaan. Het blad verwondert er zich over, dat de Duitsche diplomatie zich de zaak nog niet aangetrokken heeft. Wjj gelooven, zegt de N. R. Ort., dat men het best doet het hateljjk gestelde artikeltje van het Duitsche blad niet te zwaar op te n. Wy achten de Duitsche regeering te verstandig en te redely k, om op eenigerlei wyze te trachten gelgk het Keulsche blad schgnt te verlangen inbreuk te maken op autonomie ten aanzien van een maatregel, die geeischt werd door de schandelyke wgze, waarop de belasting werd ontdoken. In de Memorie van Antwoord van zgne begrooting heeft de minister van financiën pas nog mede gedeeld, dat overtuigend is gebleken, dat in vele gevallen niet meer dan 2 pet., in stede van 5 pet. recht, werd betaald. Zulk eene oneerlgke concurrentie ondervond de eerljjko handel vóór de invoering der wet. Het is van een buitenlandsch blad niet te vergen, dat het van dergelgbe détails van onze belastingzaken op de hoogte is, maar wel mag men in billykheid verlangen, dat zulk een blad zgne regeering niet aandringe op het aan- nen van eene houding, die het ongetwyfeld ten zeerste zou laken, wanneer eene andere mogendheid ze tegenover Duitschland aannam. De minister van financiën verklaart ook nu in zgn begrootings antwoord dat de vermo gensbelasting hier en daar »op grove wgze" ontdoken. .tten gemeen telg ke statistiek van die oelas- ting kan de minister niet overleggen, uit vrees van gevaar voor de geheimhouding. Maar tegen de geconstateerde ontduiking op grove wgze zgn maatregelen genomen. Met de jongste mail is overgebracht het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen het gouvernement Atjeh en Onderhoorig- heden, loopende van 15 tot en met 27 October. Volgens dat verslag werden gedurende dien tyd op Groot-Atj eh slechts enkele scho ten op eenige posten der uiterste linie geloBt, zonder ons nadeel te berokkenen. De kwaad willigen echter leden een gevoelig verlies door het sneuvelen van Panglima Bintang en het zwaar verwonden van het bendehoofd Pang Beloh, beiden door granaatscherven van Den 22sten October jl. werd een bende kwaadwilligen onder persoonlyke aanvoering van Habid Lhong, die in den laatsten tyd meer op den voorgrond kwam, door een patrouille van Toekoe Djohan's volk in de vlakte Mon- tasik op de vlucht gejaagd, één doode en één gewonde met zich voerende. Wederom hebben 10 gezinnen, die vroeger uitgeweken waren, thans binnen onze linie op hun vroegere woonplaats zich gevestigd. Zoowel op de sawah's als de droge velden stond in Groot-Atjeh de padi uitstekend en belooft zy een goeden oogst. De vorsten van Pasangan en van Samalanga, smede eenige hoofden van de Westkust, maakten gedurende den verslagtjjd hun op wachting bg den civielen en militairen gou verneur te Kota-Radja. Eerstgenoemde werd den 22en October plechtig ten gouvernements- huize ontvangen. Ter Noordkust zyn de vooruitzichten van den oogst ongunstig. Reeds thans moet in de behoefte aan ryst aldaar door invoer worden voorzien. De veldtocht der verbonden hoeloebalangs gen de benden der kwaadwilligen in de bovenstreken van Boeloeh is thans voorloopig gestaakt moeten worden tengevolge van het hoogst ongunstige weder. De weersgesteldheid was in het begin der verBlagmaand droog en warm; later kwamen weder de zuidwesten-winden met hevige regenbuien. De gezondheidstoestand bleef zeer ongunstig. Het gemiddelde ziektecyfer bedroeg 29 tegen 27 en dat van de berri-berri 17 tegen 16 ge durende den vorigen verslagtyd. Het sterfte- cyfer was lager. Men verwacht, dat de advocaat-generaal mr W. C. van Benthem Jutting in de plaats van mr W. C. Berkhout, die raadsheer is gewor den, tot griffier van het Hooggerechtshof zal worden benoemd. In het, in ons vorig nommer gemelde, tele gram uit Indië omtrent onlusten op de Zuid kust van Madura wordt als aanleiding daartoe

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1