BUITENLAND.
aan boord van de loodsboot met den uitkjjk
belast was.
Ongeveer 40 a 50 meter van de stoomboot
lag de loodsboot met gestreken zeil om de
Seagull op te wachten. De Seagull moest
de loodsboot voorbijvaren, waarop dan de laat
ste zoo koeret dat hg langs het schip komt
om den loodB af te geven. Dat van boord van
het te loodsen schip een tros wordt gegooid,
om zoo langs zjj te komen, gebeurt maar zelden.
Getuige heeft gezien dat de Seagull afviel,
dat wil zeggen met den kop het noorden inging.
Wanneer de schroef vooruit sloeg weet ge
tuige niet.
De volgende getuige, de particulier A. Looia
te Vlisaingen, verklaarde in den middag van
den 14 November op de rotonde geweest te
zjjn en toen gezien te hebben hoe de loods
boot uitging om een loods aan de Seagull af
tegeven. Toen de loodssloep op 30, 40 meters
van het stoomschip was, streek zjj een zeilen
bleef de stoomboot afwachten. Nadat het zeil
gestreken was, bleef een stoombootlengte tus-
schen de stoomboot en de loodssloep. Toen de
laatste haar zeil gestreken had, draaide de
stoomboot hare richting meer landwaarts in en
voer zjj de loodssloep in. De loodssloep lag
zoo goed als stil.
Toen de loodssloep aangevaren werd, heeft
getuige gezien dat de schroef van de stoom
boot draaide; of dit voor- dan wel achteruit
was, weet hg niet.
De volgende getuige, W. A. van der Hooft,
bootjesman te Vlissingen, verklaarde dat hg
op 14 November stond op het ronddeel en
van daar het gebeurde op de Schelde gezien
heeft. De stoomboot kwam naar 't lager, ver
moedelijk omdat zjj zooveel zeil voerde.
t De loodsboot had, uitgaande, een geregelden
gang-
Hierna werd de deskundige, de heer D. W.
van Boven, opnieuw gehoord. Deze verklaarde,
na de verschillende getuigenverklaringen ver
nomen te hebben, van oordeel te bljjven dat
de aanvaring veroorzaakt is door het afvallen
van de Seagull. Z. i. kan de loodsboot, nadat
het zeil gestreken was, geen vaart meer gehad
hebben.
De deskundige bleef ook bjj zjjn beweren
dat de gezagvoerder van de Seagull onvoor
zichtig, zeer onvoorzichtig gehandeld heeft
door met zooveel zeil op de reede te komen
en de loodsboot op te wachten. Waarschjjnljjk
heeft die gezagvoerder bet afvallen niet voor
zien, maar hg had dat kunnen en moeten
voorzien.
De loodsboot is niet onvoorzichtig geweest
aan boord daaatvan is gehandeld zooals men
dat gewoon was.
Naar de opvatting van den deskundige had
de gezagvoerder, ziende dat hjj niet langs de
loodsboot kon, bakboordsroer moeten geven en
de loodsboot voorbjj moeten varen. Toen de
aanvaring te zien was, had de Seagull full
speed moeten terugstoomen, dan ware öf die
aanvaring voorkomen geworden of wel zjj had
met met vrjj wat minder kracht plaats gehad.
Op een vraag van den verdediger in hoeveel
tjjd de 20 meter af te leggen zjjn die tusschen
de stoomboot, welke 4 a 5 mjjlen liep, en de
loodsboot waren, antwoordde hg, na eenige
becijferingen, 2 seconden-
Vervolgens werd de tweede deskundige, de
heer J. Wilkens, eveneens op nieuw gehoord.
Ook hg bleef er bg dat de gezagvoerder van
de Seagull onvoorzichtig gehandeld beeft met
in de gegeven omstandigheden met zooveel
zeil de loodsboot te naderen. Ook is het
onvoorzichtig, wanneer men op de reede komt,
het anker niet klaar te hebben om dadeljjk
te kunnen ankeren.
De derde deskundige, van de zjjde van het
openbaar ministerie gedagvaard, de heer E.
M. Chevalier, verklaarde nu dat, waar hem uit
de getuigenverklaringen gebleken is dat het
schip zeer licht lag, er meer reden dan anders
was om afvallen van de stoomboot te doen
plaats hebben. Of de wjjze waarop de kapi
tein van de Seagull gevaren heeft al of niet
onvoorzichtig te noemen is, achtte deze des
kundige een moeilgk te beantwoorden vraag.
Het full speed achteruitslaan met de machine
had zeker nuttig kunnen geweest zjjn. Als
het waar is dat de aanvaring heeft plaats
gehad 2 seconden na het strjjken van het zeil
der loodsboot, dan was er weinig tjjd om te
handelen.
Het komen onder zeil op de reede is niet
direct voorzichtig, wjjl daardoor het schip
meer gelegenheid had om af te vallen.
Op een vraag van den verdediger of, waar
de Seagull met zeilen aankwam, het niet
onvoorzichtig was van de loodsboot om zoo
laat en op zoo korten afstand het zeil te
laten vallen, antwoordde de deskundige ont
kennend. De gezagvoerder der loodsboot wist
dat hg zjjn scheepje in de hand had.
De verdediger wees er op dat de loodsboot
ook rekening kon houden met het afvallen
van de Seagull, wat z. i. niet geschied is;
en vroeg of de deskundige van meening is
dat bg de omstandigheden als hier aanwezig
waren het roer van de Seagull had kunnen
werken. De deskundige meende dat het roer
maar weinig werken kon.
De beklaagde verklaarde dat bg voldoende
stuur in zjjn schip had. Hg wees erop dat de
loodsboot geen riemen ter beschikking had en
vroeg of ook de mogeljjkheid niet bestaat dat
de loodsboot is afgevallen.
De beklaagde stuurde om te maken dat de
loodsboot en zjjn schip elkander naderden.
De laatste deskundige d, charge, de heer
P. P. Baels, verklaarde in het getuigenverhoor
ook niets gehoord te hebben wat zjjn eerst
uitgesproken meening deed wankelen. De
loodsboot deed wat zjj in de gegeven omstan
digheden doen moest. Z. i. had de kapitein
van de Seagull de mogeljjkheid van afvallen
moeten voorzien. Hg had daarop verdacht
moeten wezen en heeft gehandeld in strjjd met
de voorzichtigheid, die men van hem als ge
zagvoerder had mogen verwachten.
In de gegeven omstandigheden zou het
onvoorzichtig geweest zjjn van den schipper
der loodsboot om een uitgeworpen ljjn van
de Seagull te grjjpen dat zou een bevaren
schipper niet gedaan hebben bg de vaart die
de Seagull bad.
De beklaagde beweerde dat ten alle tg de
wanneer de loodsboot langs zjj komt een tros
wordt geworpen. Hjj liet een ljjntje uitwer
pen in de hoop dat dit van den kant der
loodsboot zou gevat worden.
Op de vraag van den verdediger of de loods
boot geballast was, antwoordde de deskundige
toestemmend.
De eerste der deskundigen a décharge, de
heer E. Deddes, bleef bjj zjjn eerst uitgespro
ken gevoelen dat de loodsboot doorgeschoten
is, en aanleiding tot de aanvaring had gege
ven. Het komt dezen getuige onmogeljjk voor
dat de Seagull in de paar seconden, die er
verliepen tusschen het stil liggen van de loods
boot en de aanvaring zoo veel als noodigzjjn
zou ongeveer vier streken zou kunnen
afvallen. Naar de meening van dezen des
kundige is er onvoorzichtigheid gepleegd aan
boord van de loodsboot.
De tweede deskundige a décharge, de heer
J. Langlois, verklaarde dat door het getuigen
verhoor hem gebleken is dat de getuigen het
niet eens zijn over de juiste plaats waar de
loodsboot lag.
Z. i. is de loodsboot, na het strgken van
het zeil, bljjven doorloopen, terwjjl hjj verder
beweerde dat aan boord van de loodsboot zeer
moeilgk te constateeren viel of de stoomboot
veel of weinig afviel.
De getuigenis daaromtrent van de »stunrlui
aan den wal" woog bjj dezen deskundige niet
veel.
De laatste getuige a décharge, de heer A.
K. Zweede, was het uit de gehoorde getuigen
verklaringen, in verband met wind en zee,
niet gebleken dat de stoomboot zoo ver zou
zjjn afgevallen als beweerd wordt. Ook al
was de stoomboot van koersveranderd, dan kon
hg in den korten tgd tusschen het stilliggen
van de loodsboot en de aanvaring niet zoo
veel afgevallen zjjn, dat zjj de boot moest
overvaren.
De vier deskundigen a charge, thans weer
gehoord, gaven dit laatste toe.
De heer Loois, daarna nog eens ondervraagd,
verklaarde dat de loodssloep stil lag doch de
atoomboot draaide in de richting van de sloep.
Getuige zeide tegen iemand die in zjjne nabjj-
heid was»dat loopt mis."
Hierna werd de zitting geschorst tot Zater
dag ochtend te tien uren.
(Foor hei vervolg van dit verslag, voor an
dere stukken, annonces enz. zie men het bij
voegsel, dat men wéldra zal ontvangen.)
Verschillende Berichten.
De koninginnen zjjn Vrjjdagavond even
voor zes uur van Het Loo in de residentie
teruggekomen.
—Volgens een schrjjven uit Opsterland aan de
Telheeft de commissie, indertjjd in eene
algemeene vergadering van armvoogden be
noemd, om een onderzoek in te stellen naar
de kinderen, die op de kosten van het armbe
stuur te Neerbosch worden verpleegd, thans
aan haar opdracht gevolg gegeven. Tot dat
einde heeft zjj een bezoek gebracht aan de
inrichting van den heer van 't Lindenhout,
zonder dat deze vooraf met de komst in ken
nis was gesteld. Ging de commissie op grond
van velerlei kwade geruchten van huis met een
zekere antipathie tegen de inrichting, nu zjj
te N. is geweest, is zjj van gevoelen veranderd.
Zjj heeft nl. den indruk gekregen, dat de
kinderen daar een uitstekende opvoeding
erlangen; verpleging, zindelijkheid enz. laten
niets te wenschen overvoor haar bestonden
er nu geen redenen, om zooals oorspronkeljjk
in haar bedoeling lag, de kinderen de inrich
ting te doen verlaten. Op een uitdrukkeljjke
vraag aan ieder der kinderen van daar, of zjj
genegen waren en lust gevoelden om de in
richting te verlaten, gaven allen te kennen,
daar gaarne te willen big ven. Dat antwoord
was voor de commissie zeer aangenaam. Als
een teeken van gezondheid der kinderen ver
dient wel vermelding, dat van de ruim 1000
gehuisvesten, er slechts een lltal ongesteld
was, waaronder geen enkele ernstige zieke.
Aan den secretaris van Alkmaar wordt
ten laste gelegd dat zonder zjjn hulp de ont
vanger de bedriegeljjke berekeningen en het
teekenen van accepten door den burgemeester
niet had kunnen bewerkenverder de »zeer
ongetrouwe boeking tin de notulen van B. en
W. van al hetgeen op de kaBleeningen be
trekking beeft."
Het drama te Rotterdam.
De Rotterdam8che bladen bevatten het
facsimile van den brief, door den moordenaar
van den tienjarigen Hoogsteden aan diens
ouders geschreven.
Volgens een gerucht zou het schrift van den
brief door eene vrouw te Rotterdam herkend
zjjn als dat van een persoon, met wien zjj
eenigen tgd samen geleefd heeft, en die, zee
man van beroep, van hoogst onzedelijk gedrag,
uit zjjn dienst ontslagen is. Een feit is het
dat de bedoelde vrouw, in gezelschap van een
rechercheur, naar Amsterdam is vertrokken.
Die vrouw, wonende in de Zandstraat,
meldde zich, volgens het Rott. Nbld, bg den
hoofdcommissaris aan met een brief, waarvan
het bandschrift op dat van den bewusten brief
geleek. Ook het signalement van den baar
bekenden briefschrjjver komt met dat van den
vermoedelgken moordenaar overeen.
De vader van bet vermoorde jongetje heeft
niet de minste vermoedens. Hg herinnert zich
niet ruzie met iemand te hebben gehad, waar
van een wrok, op zoo ontzettende wjjze ge
toond, het gevolg kan wezen.
De ongelukkige man ging Donderdagmorgen,
nog onwetend van wat er gebeurd was, in den
Zwaanshals, toen hjj plotseling achter zich
hoorde zeggenvHet vermiste jongetje is te
recht, 't is naakt in een sloot gevonden
Men kan zich den ontzettenden indruk voor
stellen, dien deze woorden op den armen vader
maakten. Moeiljjk loopend, snikkend, liep hg
naar huis, maar hjj kon het niet verder bren
gen dan tot het Ziekenhuis.
Maandag wordt het kind begraven.
Door de politie wordt opsporing en aanhou
ding verzocht van Willem van Berkel, oud
32 jaren, vroeger timmerman, thans kastelein,
verdacht van medeplichtigheid aan den moord
zgn signalement is als volgt: lang 1.77 M.,
gezet, rond gezicht, gezonde kleur, zwart haar,
knevel en sik, bolronde donkere oogen, hoog
voorhoofd, dunne lippen, ronde kin, Amster-
damsche spraak, gekleed met donkerblauwe
winterjas met groote knoopen, opslagen en
fluweeleir kraag, zwart cheviot kostuum en
gouden horlogeketting.
De hier bedoelde Van Berkel is een zwager
van Hoogsteden, den vader van het vermoorde
knaapje. Hjj is onlangs plotseling verdwenen,
waardoor waarschjjnlgk vermoedens tegen hem
gerezen zgn.
Men zal intusschen wel doen, in dezen niet
te snel te oordeelen, zegt de N. R. Crt., daar
het mogeljjk is, dat behalve het plotselinge
verdwijnen geen aanwijzingen tegen den per
soon van Van Berkel bestaan.
In dezelfde stad wordt door een bakker zgn
veertienjarig pleegkind vermist.
Door de jury der te Parjja gehouden
tentoonstelling van jachtwezen, schoone kunsten
en wapenkunde is ,o. a. toegekend aan den
heer A. A. Vorstermkn van Oyen, te Oosterwjjk,
diploma le klasse met groote gouden medaille,
en aan den heer dr A. C. Danckaerts, te
Cortgene, eene eere.»diploma.
Hier te lande knipt een assistent-bode de
postzegels van oflcieele Btukken af, om die
te gelde te maken, in Spanje doen dat
hooggeplaatste personen, diplomaten. Althans
in een dezer dagen te Rotterdam te houden
zegel veiling is een merkwaardige verzameling
Spaansche postzegels, die aangeprezen wordt
als afkomstig uit.... het archief eener Spaansche
ambassade.
Een handig Amerikaansch colporteur van
boeken, die onder de negers in Alabama met
veel succes bjjbels verkocht, is op den inval
gekomen op de prenten in de geïllustreerde
bjjbels, waar tot nog toe alle engelen als
blanke jongelingen waren voorgesteld, de
blanken door zwarten te vervangen. Sedert
hg bjjbels verkoopt met zwarte engelen er in, is
zgn succes nog ontzagljjk veelgrooter geworden-
Waarom zouden er ook geen zwarte engelen
zjjn Men herinnert zich hoe eens het werk
van een schilder werd geweigerd, op grond
dat een der engelen zes teenen had. De
schilder bracht de zaak voor den rechter en
deze stelde hem in het geljjk, omdat niet
bewezen kon worden dat engelen geen zes
teenen hadden.
AlgameGQ OverïïCüt.
Het is niet wel doenljjk om van alle bjjeen-
komBten van de volksvertegenwoordigingen in
de verschillende Europeesche staten een, zjj
het ook beknopt, verslag te geven.
Alleen het allerbelangrijkste wat in die zit
tingen verhandeld is kan worden medegedeeld.
In zeker opzicht is dit goed en mogeljjk
wordt zelfs dan nog te veel gegeven. Want
gaat men de verschillende besprekingen na,
volgt men de wjjze waarop de leden hunne
beginselen onder woorden brengen en elkan
ders zienBwgze bestrjjden, dan krjjgt het be
grip van zich parlementair te uiten een
gansch anderen zin als de gebruikelijke, i
Het is merkwaardig welk een vreemde wjjze
van debatteeren aangenomen wordt door hen,
die geroepen worden om de algemeene belan
gen naar beste meenen en weten te behartigen.
Die besprekingen zjjn geen wisselingen van
gedachten meer, geen pogen om door klem
van redenen elkander te overtuigen, zjj ont
aarden in het vrjjgevig toedienen van stekelige
gezegden, van kwetsende uitdrukkingen, van
beleedigende toedichtingen aan tegenstanders,
dat een onschuldig toehoorder allicht vermoedt
in een gansch andere omgeving te zgn ver
zeild geraakt dan in eene bjjeenkomst van de
intellectueele en moreele crème eener natie.
Het peil van de manier van debatteeren in
de kamerzittingen is zakkende, voortdurend
en overal. Die kwaal want het is een
internationaal ziekte-verschjjnsel woekert
voort bjj alle partgen, in alle landen. Nog
kort geleden werd een verslag gegeven van
een persoonlijk incident met al den aankleve
van dien in de Belgische kamer. De rumoerige
zitting der Fransche kamer, waarbjj de Ma-
dagaskar-protectoraat-kwestie aan de orde was,
heugt nog van enkele dagen geleden. Ad idem
een vorige bjjeenkomst der Italiaansohe kamer
met de benoeming eener commissie over het
proces-Giolitti.Verder de Oostenrjjksche rjjksdag
met zgn anti-Bemitische bewegingen om de
zachtste uitdrukking te bezigen kortom welke
vergadering of bjjeenkomst levert niet een
soortgelijk onverkwikkelijk schouwspel op.
Een paar dagen geleden, Donderdag jl. heb
ben een viertal afgezanten van den koning
van Achanti Engeland verlaten om aan hun
lastgever koning Prenpeh, hunne ook lang
niet aangename bevindingen van hun zending
mede te deelenmaar gesteld dat deze kleur
lingen van de jongste verslagen van de ka
merzittingen in de verschillende landen had
den kennis genomen, dan zouden wjj op onze
beurt gaarne kennis hebben willen nemen van
den indruk, dien de daar gevoerde wjjze van
bespreking op deze vreemdelingen heeft ge
maakt.
In de Oostenrjjksche kamer bijvoorbeeld
werd goedgekeurd eene vervolging in te
stellen tegen den anti-semiet Lueger, een
besluit onzer lezers reeds bekendmaar min
der bekend wellicht de toedracht en aanlei
ding tot bedoelde vervolging. Er werden
warme discussies gevoerd over de door de
regeering genomen maatregelen in verband
met de verkiezing van een nieuwen burge
meester van Weenen en de minister-president
Badeni gaf daaromtrent de noodige toelich
tingen. Dr. Lueger gaf in heftige bewoordin
gen te kennen dat de geheime bedoeling der
regeering was om Weenen in staat van beleg
te verklaren, om zoo noodig op het volk te
kunnen schieten.
Toen het op een stemmen kwam had tus
schen een liberaal en een anti-semitisch lid
een woordenwisseling plaats, waarbjj de voor
zitter laatst bedoeld lid tot de orde riep, en
daarbjj voegdeIk stel die heeren verant
woordelijk voor de wanordelijkheden, die het
volk begaat.
Die uitdrukking was olie in het vuur.
Excellentie riep Lueger een voor
zitter mag niet beleedigen.
Weer een geroep van partjjgenooten aan
het zelfde adres: de onbeschaamde!
Toen vervolgde Lueger wederWees toch
betameljjk, gjj daar hoog gezeten in uwen
voorzitterstoel
Groot rumoer bjj deze uiting.
De voorzitter riep dr Lueger tot de orde en
voegde daarbjjik heb van u geen lessen in
de wellevendheid te ontvangen.
Roep u zelf dan tot de orde antwoordde
Lueger.
Weer een ander lid riep: Houdt ustil,daar
benedenJodenknechten Gjj wordt er voor
betaald
Bovenstaande is weder een bjjdrage te meer
hoe in onzen tgd de vertegenwoordigers der
natie de belangen van het land naar de
moderne begrippen meenen te moeten behar
tigen.
Dicht in de buurt van Weenen, door de ver
tegenwoordigers van een stamverwant volk dat
onder dezelfde monarchie behoort, in Honga
rije, werden in de jongste kamerzitting even
onverklaarbare parlementaire tooneelstukken
vertoond. Daar gold de bespreking de wen-
schelgkheid om ook te Buda-Pest voor den.
vertegenwoordiger der Oostenrjjksch-Hongaar-
sche monarchie een vorstelijke hofhouding in
te richtendaar te Buda-Pest even goed als
te Weenen.
Onder ongewoon rumoerige discussien werd
dit voorstel ter tafel gebracht en na niet min
der heftige besprekingen werd het denkbeeld
met groote meerderheid van stemmen ver
worpen.
Zooals het daar toegaat is het ginds en
elders. Een dergeljjke toestand is bedroevend
en beschamenden men zou bjj na in staat
zgn hem of haar gelukkig te achten, die van
deze staats-tooneelstukken geen notitie heeft
te nemen, gezwegen nog van degenen die
uit den aard van hun werkkring geroepen
zgn dergeljjke onverkwikkeljjke stof dageljjks
te verwerken.
INGEZONDEN STUKKEN
Ingezonden «tokken worden in geen geval teruggezonden
Aan de patroons in 91 iddelbnrg,
Nadat op 22 October jl. het door eene com
missie ontworpen reglement voor een Arbeids
raad voor Middelburg aangenomen en daarna
door de, uit afgevaardigden van 17 verschillende
vereenigingen bestaande, vergadering tot op-
riohting van dien Arbeidsraad besloten was,
onder bepaling dat het reglement slechts voor
éen jaar werd vastgesteld,werden op 23 October,
overeenkomstig art. 23, de voorzitters der 3
patroons- en der 9 werklieden-vereenigingen
uitgenoodigd de bestuursvergaderingen bjjeen
te roepen tot het kiezen, de eerstbedoelde van
6 leden-patroons, de laatstbedoelde van 6
leden-werklieden.
Door 2 van de 3 patroons-vereenigingen werd
deze uitnoodiging beantwoord met de mede-
deeling dat zjj niet genegen waren verder
mede te werken tot de samenstelling van den
Arbeidsraad.
Waarom
De Schilders-patroons-vereeniging schrgft:
»om reden onze voorstellen omtrent het
reglement niet zgn ingewilligd en naar
ons oordeel de Arbeidsraad daardoor te een-
zjjdig zal werken, terwjjl zjjne samenstelling
niet genoeg waarborg zal opleveren voor eene
onpartjjdige uitspraak".
En de patroons-vereeniging Middelburgss
Bouwkring geert als redenen op: >Het komt
haar voor, dat de werking van den Arbeids
raad, zooals die nu zal samengesteld worden,
veel te eenzjjdig zal zgn om hare belangen
aan de uitspraak van dien raad te onderwer
pen. Nu toch kan zjj bg eenige eventueel
voorkomende kwestie tusschen architect en
patroon geene oplossing daarvan verkrjjgen,
terwjjl zjj verplicht is bjj formeel belang-
geschillen zich te onderwerpen aan het oordeel
van éen persoon, hetgeen naar hare zienswjjze
ten allen tg de verwerpelijk is".
Tot toelichting van de beide punten in
geschil diene het volgende
De beide vereenigingen hadden voorgesteld
1° om als doel ook op te nemenhet oplossen
van geschillen tusschen aannemers van eenig
werk en de daarvoor door den aanbesteder
aangestelde opzichters of architecten; 2° om
den Raad samen te stellen uit 6 patroons, 6
werklieden en 3 (in plaats van 1. zooals het
ontwerp der commissie luidde) personen die
noch tot de patroons, noch tot de werklieden
behooren.
Beide voorstellen werden verworpen, na
bestrjjding door de commissie, terwjjl toelich
ting zoowel als verdediging ten aanzien van
het eerste punt ten eenenmale uitbleef, ten
aanzien van het tweede punt aan het licht
bracht, dat de bedoeling was om niet alleen
het aantal onzjjdige personen te veranderen,
maar meteen ook de wjjze van benoeming,
nameljjk door die op te dragen, niet aan de
twaalf andere leden, maar aan Nut, Nijverheid,
Ons Huis enz. (de neutrale vereenigingen).
Het eerste voorstel werd onaannemeljjk
geacht, omdat het den Arbeidsraad geheel van
karakter zou doen veranderen. De commiBBie
wenacht een college, dat optreedt als Verzoe-
ning8raad tusschen patroon en werkman en
als voorlichter, zoo van de overheid als van
patroon en werklieden, ten aanzien van de
onderwerpen, welke den arbeid rechtstreeks
rakenzjj wil daarom dien raad zien samen
gesteld uit en door patroons en werklieden
(de beide belanghebbende partgen), in ge-
ljjken getale. De beide patroonsvereenigingen
willen aan dien Raad (van verzoening en
voorlichting), samengesteld zooveel mogeljjk
uit verschillende van de voornaamste am
bachten en bedrjjven, opgedragen zien een
arbitrale uitspraak tusschen hem die een werk
heeft aanbesteed, en den aannemer-, in ge
schillen die hun oorsprong vinden in over
dreven eischen of gestrengheid van opzichter
of architect, dan wel aan het niet voldoen
door den aannemer aan billjjke eischen ten
aanzien van uitvoering of afwerking. Tot zoo
danige arbitrage is bg uitnemendheid onge
schikt een college, bestaande behalve uit
een onzjjdige uit 6 patroons en 6 arbeiders,
behoorende tot verschillende ambachten en
bedrjjven.
Typografen, bakkers, schilders, timmerlui,
metselaars, loodgieters, wellicht nog bazen of
knechts van andere beroepen of bedrjjven
zouden als Arbiters (liefst 13 in getal) te be
slissen hebben over detailteekeningen en uit
legging van besteksbepalingen. Welke aan
nemer en welke particulier, die een werk heeft
aanbesteed, zou de beslissing van dergeljjke
geschillen in handen willen geven van zooda-
nigen Arbeidsraad De Arbeidsraad, zoodanig
doel in zgn Reglement schrjjvende, zou óf
geheel anderB samengesteld moeten worden
en werkeljjk ook geheel iets anders worden
dan de constitueerende vergadering wenBchte
óf aanzien en vertrouwen bjj de geboorte zelve
hebben ingeboet. Men kan volkomen instem
men met de grief, dat aannemers vaak weer
loos zjjn overgeleverd aan architecten, en toch
van oordeel zgn dat tegen dit euvel andere
middelen moeten aangewend worden dan de
opdracht van arbitrage aan een lichaam dat
daarvoor volkomen ongeschikt is en daardoor
zou bedorven worden. Wel beschouwd, was
het dan ook geen wonder, dat zoowel toelich
ting als verdediging achterwege bleef.
Het tweede voorstel werd verworpen, omdat
de overgroote meerderheid het juister vond
dat zooals overal plaats heeft waar van
conciliatie of verzoeningsraad sprake is
1 dan dat 3 onzjjdigen werden benoemddoch
vooral, omdat uit de toelichting de bedoeling
bleek om die onzjjdigen te doen benoemen
door de zoogenaamde onzjjdige vereenigingen
in plaats van door de twaalf andere leden van
den Raad gezamenljjk men vreesde dat in die
zoogenaamde onzjjdige vereenigingen, welke
voor een grooter deel uit patroons dan uit
werklieden bestaan (in de meeste is zelfs geen
enkele werkman lid), de invloed der patroons
bjj de benoeming heel wat grooter zou zgn
dan die der werklieden.
Zietdaar de beide punten van verschil bloot
gelegd.
De beide patroonsvereenigingen meenen dat
de Arbeidsraad nu te eenzjjdig zal werken
de eene schrgft bovendien dat de samenstelling
nu niet genoeg waarborg zal opleveren voor
een onpartijdige uitspraak (minder dus dan
wanneer er 3 onzjjdigen waren benoemd door
de zoogenaamd onzjjdige vereenigingende
andere acht het verwerpeljj k dat men zich zou
moeten onderwerpen aan het oordeel van éen
persoon.
Nu 2 van de 3 patroonsvereenigingen zich
hebben onttrokken, is voor de commissie de
vraag gerezenwat nu
Wjj erkennen, dat de zaak door dien stap
in groot gevaar is gebracht; wjj vreezen zeer
dat er nu niets van de zaak zal kunnen komen.
Doch wjj achten ons niet verantwoord den
Arbeidsraad op te geven, alvorens nog eene
poging te hebben gedaan om, met kans op
welslagen, de zaak door te zetten.
Mocht nu bljjken dat een voldoend aantal
patroons individueel bereid is om met
de afdeeling Boaz samen te werken tot het
kiezen van leden-patroons, zoo zou, met
geringe wgziging van het aangenomen regle
ment, de keuze kunnen geschieden in eene
vergadering van die patroons met de afdeeling
Boazin plaats van in eene vergadering van
3 patroonsvereenigingen de keuze zelve big ft
beperkt tot patroons, doch niet tot de in die
vergadering aanwezige patroons.
Wjj doen daarom langs dezen weg een
beroep op de patroons te dezer stede. Met
opzet onthouden wjj ons thans van beoordee
ling der houding van de 2 vereenigingen, van
beschouwingen over de gevolgen welke eene
mislukking van ons poj.en kan hebben; wjj
bepalen ons tot het bloot leggen van de punten
van geschil. Doch wjj achten ons tegenover onze
lastgevers niet verantwoord tot het ten doode
opsohrjjven van den Arbeidsraad alvorens tot
de patroons de ernstige vraag te hebben ge
richt
Wie uwer wil medewerken, wie uwer wil
het mogeljjk maken dat de Arbeidsraad alsnog
tot stand komt?
Onder herinnering dat volgens het reglement
onder patroons worden verstaan »allen die in
eenige zaak of bedrjjf, alzoo niet voor huis-
houdeljjke belangen, een of meer loontrek-
kenden in dienst hebben", zjj medegedeeld dat
bereidverklaring tot medewerking kan worden
ingeleverd bij ieder der ondergeteekenden.
Middelburg, 28 November 1895.
De commissie voor heit ontwerpen van een
reglement voor den Arbeidsraad,
D. BIMMEL.
P. DUBOIS.
Mr E. FOKKER.
F. ik. WIBAUT.
P.S. De heer M. C. Roest heeft zicb na bet