BUITENLAND. aan boord van de loodsboot met den uitkjjk belast was. Ongeveer 40 a 50 meter van de stoomboot lag de loodsboot met gestreken zeil om de Seagull op te wachten. De Seagull moest de loodsboot voorbijvaren, waarop dan de laat ste zoo koeret dat hg langs het schip komt om den loodB af te geven. Dat van boord van het te loodsen schip een tros wordt gegooid, om zoo langs zjj te komen, gebeurt maar zelden. Getuige heeft gezien dat de Seagull afviel, dat wil zeggen met den kop het noorden inging. Wanneer de schroef vooruit sloeg weet ge tuige niet. De volgende getuige, de particulier A. Looia te Vlisaingen, verklaarde in den middag van den 14 November op de rotonde geweest te zjjn en toen gezien te hebben hoe de loods boot uitging om een loods aan de Seagull af tegeven. Toen de loodssloep op 30, 40 meters van het stoomschip was, streek zjj een zeilen bleef de stoomboot afwachten. Nadat het zeil gestreken was, bleef een stoombootlengte tus- schen de stoomboot en de loodssloep. Toen de laatste haar zeil gestreken had, draaide de stoomboot hare richting meer landwaarts in en voer zjj de loodssloep in. De loodssloep lag zoo goed als stil. Toen de loodssloep aangevaren werd, heeft getuige gezien dat de schroef van de stoom boot draaide; of dit voor- dan wel achteruit was, weet hg niet. De volgende getuige, W. A. van der Hooft, bootjesman te Vlissingen, verklaarde dat hg op 14 November stond op het ronddeel en van daar het gebeurde op de Schelde gezien heeft. De stoomboot kwam naar 't lager, ver moedelijk omdat zjj zooveel zeil voerde. t De loodsboot had, uitgaande, een geregelden gang- Hierna werd de deskundige, de heer D. W. van Boven, opnieuw gehoord. Deze verklaarde, na de verschillende getuigenverklaringen ver nomen te hebben, van oordeel te bljjven dat de aanvaring veroorzaakt is door het afvallen van de Seagull. Z. i. kan de loodsboot, nadat het zeil gestreken was, geen vaart meer gehad hebben. De deskundige bleef ook bjj zjjn beweren dat de gezagvoerder van de Seagull onvoor zichtig, zeer onvoorzichtig gehandeld heeft door met zooveel zeil op de reede te komen en de loodsboot op te wachten. Waarschjjnljjk heeft die gezagvoerder bet afvallen niet voor zien, maar hg had dat kunnen en moeten voorzien. De loodsboot is niet onvoorzichtig geweest aan boord daaatvan is gehandeld zooals men dat gewoon was. Naar de opvatting van den deskundige had de gezagvoerder, ziende dat hjj niet langs de loodsboot kon, bakboordsroer moeten geven en de loodsboot voorbjj moeten varen. Toen de aanvaring te zien was, had de Seagull full speed moeten terugstoomen, dan ware öf die aanvaring voorkomen geworden of wel zjj had met met vrjj wat minder kracht plaats gehad. Op een vraag van den verdediger in hoeveel tjjd de 20 meter af te leggen zjjn die tusschen de stoomboot, welke 4 a 5 mjjlen liep, en de loodsboot waren, antwoordde hg, na eenige becijferingen, 2 seconden- Vervolgens werd de tweede deskundige, de heer J. Wilkens, eveneens op nieuw gehoord. Ook hg bleef er bg dat de gezagvoerder van de Seagull onvoorzichtig gehandeld beeft met in de gegeven omstandigheden met zooveel zeil de loodsboot te naderen. Ook is het onvoorzichtig, wanneer men op de reede komt, het anker niet klaar te hebben om dadeljjk te kunnen ankeren. De derde deskundige, van de zjjde van het openbaar ministerie gedagvaard, de heer E. M. Chevalier, verklaarde nu dat, waar hem uit de getuigenverklaringen gebleken is dat het schip zeer licht lag, er meer reden dan anders was om afvallen van de stoomboot te doen plaats hebben. Of de wjjze waarop de kapi tein van de Seagull gevaren heeft al of niet onvoorzichtig te noemen is, achtte deze des kundige een moeilgk te beantwoorden vraag. Het full speed achteruitslaan met de machine had zeker nuttig kunnen geweest zjjn. Als het waar is dat de aanvaring heeft plaats gehad 2 seconden na het strjjken van het zeil der loodsboot, dan was er weinig tjjd om te handelen. Het komen onder zeil op de reede is niet direct voorzichtig, wjjl daardoor het schip meer gelegenheid had om af te vallen. Op een vraag van den verdediger of, waar de Seagull met zeilen aankwam, het niet onvoorzichtig was van de loodsboot om zoo laat en op zoo korten afstand het zeil te laten vallen, antwoordde de deskundige ont kennend. De gezagvoerder der loodsboot wist dat hg zjjn scheepje in de hand had. De verdediger wees er op dat de loodsboot ook rekening kon houden met het afvallen van de Seagull, wat z. i. niet geschied is; en vroeg of de deskundige van meening is dat bg de omstandigheden als hier aanwezig waren het roer van de Seagull had kunnen werken. De deskundige meende dat het roer maar weinig werken kon. De beklaagde verklaarde dat bg voldoende stuur in zjjn schip had. Hg wees erop dat de loodsboot geen riemen ter beschikking had en vroeg of ook de mogeljjkheid niet bestaat dat de loodsboot is afgevallen. De beklaagde stuurde om te maken dat de loodsboot en zjjn schip elkander naderden. De laatste deskundige d, charge, de heer P. P. Baels, verklaarde in het getuigenverhoor ook niets gehoord te hebben wat zjjn eerst uitgesproken meening deed wankelen. De loodsboot deed wat zjj in de gegeven omstan digheden doen moest. Z. i. had de kapitein van de Seagull de mogeljjkheid van afvallen moeten voorzien. Hg had daarop verdacht moeten wezen en heeft gehandeld in strjjd met de voorzichtigheid, die men van hem als ge zagvoerder had mogen verwachten. In de gegeven omstandigheden zou het onvoorzichtig geweest zjjn van den schipper der loodsboot om een uitgeworpen ljjn van de Seagull te grjjpen dat zou een bevaren schipper niet gedaan hebben bg de vaart die de Seagull bad. De beklaagde beweerde dat ten alle tg de wanneer de loodsboot langs zjj komt een tros wordt geworpen. Hjj liet een ljjntje uitwer pen in de hoop dat dit van den kant der loodsboot zou gevat worden. Op de vraag van den verdediger of de loods boot geballast was, antwoordde de deskundige toestemmend. De eerste der deskundigen a décharge, de heer E. Deddes, bleef bjj zjjn eerst uitgespro ken gevoelen dat de loodsboot doorgeschoten is, en aanleiding tot de aanvaring had gege ven. Het komt dezen getuige onmogeljjk voor dat de Seagull in de paar seconden, die er verliepen tusschen het stil liggen van de loods boot en de aanvaring zoo veel als noodigzjjn zou ongeveer vier streken zou kunnen afvallen. Naar de meening van dezen des kundige is er onvoorzichtigheid gepleegd aan boord van de loodsboot. De tweede deskundige a décharge, de heer J. Langlois, verklaarde dat door het getuigen verhoor hem gebleken is dat de getuigen het niet eens zijn over de juiste plaats waar de loodsboot lag. Z. i. is de loodsboot, na het strgken van het zeil, bljjven doorloopen, terwjjl hjj verder beweerde dat aan boord van de loodsboot zeer moeilgk te constateeren viel of de stoomboot veel of weinig afviel. De getuigenis daaromtrent van de »stunrlui aan den wal" woog bjj dezen deskundige niet veel. De laatste getuige a décharge, de heer A. K. Zweede, was het uit de gehoorde getuigen verklaringen, in verband met wind en zee, niet gebleken dat de stoomboot zoo ver zou zjjn afgevallen als beweerd wordt. Ook al was de stoomboot van koersveranderd, dan kon hg in den korten tgd tusschen het stilliggen van de loodsboot en de aanvaring niet zoo veel afgevallen zjjn, dat zjj de boot moest overvaren. De vier deskundigen a charge, thans weer gehoord, gaven dit laatste toe. De heer Loois, daarna nog eens ondervraagd, verklaarde dat de loodssloep stil lag doch de atoomboot draaide in de richting van de sloep. Getuige zeide tegen iemand die in zjjne nabjj- heid was»dat loopt mis." Hierna werd de zitting geschorst tot Zater dag ochtend te tien uren. (Foor hei vervolg van dit verslag, voor an dere stukken, annonces enz. zie men het bij voegsel, dat men wéldra zal ontvangen.) Verschillende Berichten. De koninginnen zjjn Vrjjdagavond even voor zes uur van Het Loo in de residentie teruggekomen. —Volgens een schrjjven uit Opsterland aan de Telheeft de commissie, indertjjd in eene algemeene vergadering van armvoogden be noemd, om een onderzoek in te stellen naar de kinderen, die op de kosten van het armbe stuur te Neerbosch worden verpleegd, thans aan haar opdracht gevolg gegeven. Tot dat einde heeft zjj een bezoek gebracht aan de inrichting van den heer van 't Lindenhout, zonder dat deze vooraf met de komst in ken nis was gesteld. Ging de commissie op grond van velerlei kwade geruchten van huis met een zekere antipathie tegen de inrichting, nu zjj te N. is geweest, is zjj van gevoelen veranderd. Zjj heeft nl. den indruk gekregen, dat de kinderen daar een uitstekende opvoeding erlangen; verpleging, zindelijkheid enz. laten niets te wenschen overvoor haar bestonden er nu geen redenen, om zooals oorspronkeljjk in haar bedoeling lag, de kinderen de inrich ting te doen verlaten. Op een uitdrukkeljjke vraag aan ieder der kinderen van daar, of zjj genegen waren en lust gevoelden om de in richting te verlaten, gaven allen te kennen, daar gaarne te willen big ven. Dat antwoord was voor de commissie zeer aangenaam. Als een teeken van gezondheid der kinderen ver dient wel vermelding, dat van de ruim 1000 gehuisvesten, er slechts een lltal ongesteld was, waaronder geen enkele ernstige zieke. Aan den secretaris van Alkmaar wordt ten laste gelegd dat zonder zjjn hulp de ont vanger de bedriegeljjke berekeningen en het teekenen van accepten door den burgemeester niet had kunnen bewerkenverder de »zeer ongetrouwe boeking tin de notulen van B. en W. van al hetgeen op de kaBleeningen be trekking beeft." Het drama te Rotterdam. De Rotterdam8che bladen bevatten het facsimile van den brief, door den moordenaar van den tienjarigen Hoogsteden aan diens ouders geschreven. Volgens een gerucht zou het schrift van den brief door eene vrouw te Rotterdam herkend zjjn als dat van een persoon, met wien zjj eenigen tgd samen geleefd heeft, en die, zee man van beroep, van hoogst onzedelijk gedrag, uit zjjn dienst ontslagen is. Een feit is het dat de bedoelde vrouw, in gezelschap van een rechercheur, naar Amsterdam is vertrokken. Die vrouw, wonende in de Zandstraat, meldde zich, volgens het Rott. Nbld, bg den hoofdcommissaris aan met een brief, waarvan het bandschrift op dat van den bewusten brief geleek. Ook het signalement van den baar bekenden briefschrjjver komt met dat van den vermoedelgken moordenaar overeen. De vader van bet vermoorde jongetje heeft niet de minste vermoedens. Hg herinnert zich niet ruzie met iemand te hebben gehad, waar van een wrok, op zoo ontzettende wjjze ge toond, het gevolg kan wezen. De ongelukkige man ging Donderdagmorgen, nog onwetend van wat er gebeurd was, in den Zwaanshals, toen hjj plotseling achter zich hoorde zeggenvHet vermiste jongetje is te recht, 't is naakt in een sloot gevonden Men kan zich den ontzettenden indruk voor stellen, dien deze woorden op den armen vader maakten. Moeiljjk loopend, snikkend, liep hg naar huis, maar hjj kon het niet verder bren gen dan tot het Ziekenhuis. Maandag wordt het kind begraven. Door de politie wordt opsporing en aanhou ding verzocht van Willem van Berkel, oud 32 jaren, vroeger timmerman, thans kastelein, verdacht van medeplichtigheid aan den moord zgn signalement is als volgt: lang 1.77 M., gezet, rond gezicht, gezonde kleur, zwart haar, knevel en sik, bolronde donkere oogen, hoog voorhoofd, dunne lippen, ronde kin, Amster- damsche spraak, gekleed met donkerblauwe winterjas met groote knoopen, opslagen en fluweeleir kraag, zwart cheviot kostuum en gouden horlogeketting. De hier bedoelde Van Berkel is een zwager van Hoogsteden, den vader van het vermoorde knaapje. Hjj is onlangs plotseling verdwenen, waardoor waarschjjnlgk vermoedens tegen hem gerezen zgn. Men zal intusschen wel doen, in dezen niet te snel te oordeelen, zegt de N. R. Crt., daar het mogeljjk is, dat behalve het plotselinge verdwijnen geen aanwijzingen tegen den per soon van Van Berkel bestaan. In dezelfde stad wordt door een bakker zgn veertienjarig pleegkind vermist. Door de jury der te Parjja gehouden tentoonstelling van jachtwezen, schoone kunsten en wapenkunde is ,o. a. toegekend aan den heer A. A. Vorstermkn van Oyen, te Oosterwjjk, diploma le klasse met groote gouden medaille, en aan den heer dr A. C. Danckaerts, te Cortgene, eene eere.»diploma. Hier te lande knipt een assistent-bode de postzegels van oflcieele Btukken af, om die te gelde te maken, in Spanje doen dat hooggeplaatste personen, diplomaten. Althans in een dezer dagen te Rotterdam te houden zegel veiling is een merkwaardige verzameling Spaansche postzegels, die aangeprezen wordt als afkomstig uit.... het archief eener Spaansche ambassade. Een handig Amerikaansch colporteur van boeken, die onder de negers in Alabama met veel succes bjjbels verkocht, is op den inval gekomen op de prenten in de geïllustreerde bjjbels, waar tot nog toe alle engelen als blanke jongelingen waren voorgesteld, de blanken door zwarten te vervangen. Sedert hg bjjbels verkoopt met zwarte engelen er in, is zgn succes nog ontzagljjk veelgrooter geworden- Waarom zouden er ook geen zwarte engelen zjjn Men herinnert zich hoe eens het werk van een schilder werd geweigerd, op grond dat een der engelen zes teenen had. De schilder bracht de zaak voor den rechter en deze stelde hem in het geljjk, omdat niet bewezen kon worden dat engelen geen zes teenen hadden. AlgameGQ OverïïCüt. Het is niet wel doenljjk om van alle bjjeen- komBten van de volksvertegenwoordigingen in de verschillende Europeesche staten een, zjj het ook beknopt, verslag te geven. Alleen het allerbelangrijkste wat in die zit tingen verhandeld is kan worden medegedeeld. In zeker opzicht is dit goed en mogeljjk wordt zelfs dan nog te veel gegeven. Want gaat men de verschillende besprekingen na, volgt men de wjjze waarop de leden hunne beginselen onder woorden brengen en elkan ders zienBwgze bestrjjden, dan krjjgt het be grip van zich parlementair te uiten een gansch anderen zin als de gebruikelijke, i Het is merkwaardig welk een vreemde wjjze van debatteeren aangenomen wordt door hen, die geroepen worden om de algemeene belan gen naar beste meenen en weten te behartigen. Die besprekingen zjjn geen wisselingen van gedachten meer, geen pogen om door klem van redenen elkander te overtuigen, zjj ont aarden in het vrjjgevig toedienen van stekelige gezegden, van kwetsende uitdrukkingen, van beleedigende toedichtingen aan tegenstanders, dat een onschuldig toehoorder allicht vermoedt in een gansch andere omgeving te zgn ver zeild geraakt dan in eene bjjeenkomst van de intellectueele en moreele crème eener natie. Het peil van de manier van debatteeren in de kamerzittingen is zakkende, voortdurend en overal. Die kwaal want het is een internationaal ziekte-verschjjnsel woekert voort bjj alle partgen, in alle landen. Nog kort geleden werd een verslag gegeven van een persoonlijk incident met al den aankleve van dien in de Belgische kamer. De rumoerige zitting der Fransche kamer, waarbjj de Ma- dagaskar-protectoraat-kwestie aan de orde was, heugt nog van enkele dagen geleden. Ad idem een vorige bjjeenkomst der Italiaansohe kamer met de benoeming eener commissie over het proces-Giolitti.Verder de Oostenrjjksche rjjksdag met zgn anti-Bemitische bewegingen om de zachtste uitdrukking te bezigen kortom welke vergadering of bjjeenkomst levert niet een soortgelijk onverkwikkelijk schouwspel op. Een paar dagen geleden, Donderdag jl. heb ben een viertal afgezanten van den koning van Achanti Engeland verlaten om aan hun lastgever koning Prenpeh, hunne ook lang niet aangename bevindingen van hun zending mede te deelenmaar gesteld dat deze kleur lingen van de jongste verslagen van de ka merzittingen in de verschillende landen had den kennis genomen, dan zouden wjj op onze beurt gaarne kennis hebben willen nemen van den indruk, dien de daar gevoerde wjjze van bespreking op deze vreemdelingen heeft ge maakt. In de Oostenrjjksche kamer bijvoorbeeld werd goedgekeurd eene vervolging in te stellen tegen den anti-semiet Lueger, een besluit onzer lezers reeds bekendmaar min der bekend wellicht de toedracht en aanlei ding tot bedoelde vervolging. Er werden warme discussies gevoerd over de door de regeering genomen maatregelen in verband met de verkiezing van een nieuwen burge meester van Weenen en de minister-president Badeni gaf daaromtrent de noodige toelich tingen. Dr. Lueger gaf in heftige bewoordin gen te kennen dat de geheime bedoeling der regeering was om Weenen in staat van beleg te verklaren, om zoo noodig op het volk te kunnen schieten. Toen het op een stemmen kwam had tus schen een liberaal en een anti-semitisch lid een woordenwisseling plaats, waarbjj de voor zitter laatst bedoeld lid tot de orde riep, en daarbjj voegdeIk stel die heeren verant woordelijk voor de wanordelijkheden, die het volk begaat. Die uitdrukking was olie in het vuur. Excellentie riep Lueger een voor zitter mag niet beleedigen. Weer een geroep van partjjgenooten aan het zelfde adres: de onbeschaamde! Toen vervolgde Lueger wederWees toch betameljjk, gjj daar hoog gezeten in uwen voorzitterstoel Groot rumoer bjj deze uiting. De voorzitter riep dr Lueger tot de orde en voegde daarbjjik heb van u geen lessen in de wellevendheid te ontvangen. Roep u zelf dan tot de orde antwoordde Lueger. Weer een ander lid riep: Houdt ustil,daar benedenJodenknechten Gjj wordt er voor betaald Bovenstaande is weder een bjjdrage te meer hoe in onzen tgd de vertegenwoordigers der natie de belangen van het land naar de moderne begrippen meenen te moeten behar tigen. Dicht in de buurt van Weenen, door de ver tegenwoordigers van een stamverwant volk dat onder dezelfde monarchie behoort, in Honga rije, werden in de jongste kamerzitting even onverklaarbare parlementaire tooneelstukken vertoond. Daar gold de bespreking de wen- schelgkheid om ook te Buda-Pest voor den. vertegenwoordiger der Oostenrjjksch-Hongaar- sche monarchie een vorstelijke hofhouding in te richtendaar te Buda-Pest even goed als te Weenen. Onder ongewoon rumoerige discussien werd dit voorstel ter tafel gebracht en na niet min der heftige besprekingen werd het denkbeeld met groote meerderheid van stemmen ver worpen. Zooals het daar toegaat is het ginds en elders. Een dergeljjke toestand is bedroevend en beschamenden men zou bjj na in staat zgn hem of haar gelukkig te achten, die van deze staats-tooneelstukken geen notitie heeft te nemen, gezwegen nog van degenen die uit den aard van hun werkkring geroepen zgn dergeljjke onverkwikkeljjke stof dageljjks te verwerken. INGEZONDEN STUKKEN Ingezonden «tokken worden in geen geval teruggezonden Aan de patroons in 91 iddelbnrg, Nadat op 22 October jl. het door eene com missie ontworpen reglement voor een Arbeids raad voor Middelburg aangenomen en daarna door de, uit afgevaardigden van 17 verschillende vereenigingen bestaande, vergadering tot op- riohting van dien Arbeidsraad besloten was, onder bepaling dat het reglement slechts voor éen jaar werd vastgesteld,werden op 23 October, overeenkomstig art. 23, de voorzitters der 3 patroons- en der 9 werklieden-vereenigingen uitgenoodigd de bestuursvergaderingen bjjeen te roepen tot het kiezen, de eerstbedoelde van 6 leden-patroons, de laatstbedoelde van 6 leden-werklieden. Door 2 van de 3 patroons-vereenigingen werd deze uitnoodiging beantwoord met de mede- deeling dat zjj niet genegen waren verder mede te werken tot de samenstelling van den Arbeidsraad. Waarom De Schilders-patroons-vereeniging schrgft: »om reden onze voorstellen omtrent het reglement niet zgn ingewilligd en naar ons oordeel de Arbeidsraad daardoor te een- zjjdig zal werken, terwjjl zjjne samenstelling niet genoeg waarborg zal opleveren voor eene onpartjjdige uitspraak". En de patroons-vereeniging Middelburgss Bouwkring geert als redenen op: >Het komt haar voor, dat de werking van den Arbeids raad, zooals die nu zal samengesteld worden, veel te eenzjjdig zal zgn om hare belangen aan de uitspraak van dien raad te onderwer pen. Nu toch kan zjj bg eenige eventueel voorkomende kwestie tusschen architect en patroon geene oplossing daarvan verkrjjgen, terwjjl zjj verplicht is bjj formeel belang- geschillen zich te onderwerpen aan het oordeel van éen persoon, hetgeen naar hare zienswjjze ten allen tg de verwerpelijk is". Tot toelichting van de beide punten in geschil diene het volgende De beide vereenigingen hadden voorgesteld 1° om als doel ook op te nemenhet oplossen van geschillen tusschen aannemers van eenig werk en de daarvoor door den aanbesteder aangestelde opzichters of architecten; 2° om den Raad samen te stellen uit 6 patroons, 6 werklieden en 3 (in plaats van 1. zooals het ontwerp der commissie luidde) personen die noch tot de patroons, noch tot de werklieden behooren. Beide voorstellen werden verworpen, na bestrjjding door de commissie, terwjjl toelich ting zoowel als verdediging ten aanzien van het eerste punt ten eenenmale uitbleef, ten aanzien van het tweede punt aan het licht bracht, dat de bedoeling was om niet alleen het aantal onzjjdige personen te veranderen, maar meteen ook de wjjze van benoeming, nameljjk door die op te dragen, niet aan de twaalf andere leden, maar aan Nut, Nijverheid, Ons Huis enz. (de neutrale vereenigingen). Het eerste voorstel werd onaannemeljjk geacht, omdat het den Arbeidsraad geheel van karakter zou doen veranderen. De commiBBie wenacht een college, dat optreedt als Verzoe- ning8raad tusschen patroon en werkman en als voorlichter, zoo van de overheid als van patroon en werklieden, ten aanzien van de onderwerpen, welke den arbeid rechtstreeks rakenzjj wil daarom dien raad zien samen gesteld uit en door patroons en werklieden (de beide belanghebbende partgen), in ge- ljjken getale. De beide patroonsvereenigingen willen aan dien Raad (van verzoening en voorlichting), samengesteld zooveel mogeljjk uit verschillende van de voornaamste am bachten en bedrjjven, opgedragen zien een arbitrale uitspraak tusschen hem die een werk heeft aanbesteed, en den aannemer-, in ge schillen die hun oorsprong vinden in over dreven eischen of gestrengheid van opzichter of architect, dan wel aan het niet voldoen door den aannemer aan billjjke eischen ten aanzien van uitvoering of afwerking. Tot zoo danige arbitrage is bg uitnemendheid onge schikt een college, bestaande behalve uit een onzjjdige uit 6 patroons en 6 arbeiders, behoorende tot verschillende ambachten en bedrjjven. Typografen, bakkers, schilders, timmerlui, metselaars, loodgieters, wellicht nog bazen of knechts van andere beroepen of bedrjjven zouden als Arbiters (liefst 13 in getal) te be slissen hebben over detailteekeningen en uit legging van besteksbepalingen. Welke aan nemer en welke particulier, die een werk heeft aanbesteed, zou de beslissing van dergeljjke geschillen in handen willen geven van zooda- nigen Arbeidsraad De Arbeidsraad, zoodanig doel in zgn Reglement schrjjvende, zou óf geheel anderB samengesteld moeten worden en werkeljjk ook geheel iets anders worden dan de constitueerende vergadering wenBchte óf aanzien en vertrouwen bjj de geboorte zelve hebben ingeboet. Men kan volkomen instem men met de grief, dat aannemers vaak weer loos zjjn overgeleverd aan architecten, en toch van oordeel zgn dat tegen dit euvel andere middelen moeten aangewend worden dan de opdracht van arbitrage aan een lichaam dat daarvoor volkomen ongeschikt is en daardoor zou bedorven worden. Wel beschouwd, was het dan ook geen wonder, dat zoowel toelich ting als verdediging achterwege bleef. Het tweede voorstel werd verworpen, omdat de overgroote meerderheid het juister vond dat zooals overal plaats heeft waar van conciliatie of verzoeningsraad sprake is 1 dan dat 3 onzjjdigen werden benoemddoch vooral, omdat uit de toelichting de bedoeling bleek om die onzjjdigen te doen benoemen door de zoogenaamde onzjjdige vereenigingen in plaats van door de twaalf andere leden van den Raad gezamenljjk men vreesde dat in die zoogenaamde onzjjdige vereenigingen, welke voor een grooter deel uit patroons dan uit werklieden bestaan (in de meeste is zelfs geen enkele werkman lid), de invloed der patroons bjj de benoeming heel wat grooter zou zgn dan die der werklieden. Zietdaar de beide punten van verschil bloot gelegd. De beide patroonsvereenigingen meenen dat de Arbeidsraad nu te eenzjjdig zal werken de eene schrgft bovendien dat de samenstelling nu niet genoeg waarborg zal opleveren voor een onpartijdige uitspraak (minder dus dan wanneer er 3 onzjjdigen waren benoemd door de zoogenaamd onzjjdige vereenigingende andere acht het verwerpeljj k dat men zich zou moeten onderwerpen aan het oordeel van éen persoon. Nu 2 van de 3 patroonsvereenigingen zich hebben onttrokken, is voor de commissie de vraag gerezenwat nu Wjj erkennen, dat de zaak door dien stap in groot gevaar is gebracht; wjj vreezen zeer dat er nu niets van de zaak zal kunnen komen. Doch wjj achten ons niet verantwoord den Arbeidsraad op te geven, alvorens nog eene poging te hebben gedaan om, met kans op welslagen, de zaak door te zetten. Mocht nu bljjken dat een voldoend aantal patroons individueel bereid is om met de afdeeling Boaz samen te werken tot het kiezen van leden-patroons, zoo zou, met geringe wgziging van het aangenomen regle ment, de keuze kunnen geschieden in eene vergadering van die patroons met de afdeeling Boazin plaats van in eene vergadering van 3 patroonsvereenigingen de keuze zelve big ft beperkt tot patroons, doch niet tot de in die vergadering aanwezige patroons. Wjj doen daarom langs dezen weg een beroep op de patroons te dezer stede. Met opzet onthouden wjj ons thans van beoordee ling der houding van de 2 vereenigingen, van beschouwingen over de gevolgen welke eene mislukking van ons poj.en kan hebben; wjj bepalen ons tot het bloot leggen van de punten van geschil. Doch wjj achten ons tegenover onze lastgevers niet verantwoord tot het ten doode opsohrjjven van den Arbeidsraad alvorens tot de patroons de ernstige vraag te hebben ge richt Wie uwer wil medewerken, wie uwer wil het mogeljjk maken dat de Arbeidsraad alsnog tot stand komt? Onder herinnering dat volgens het reglement onder patroons worden verstaan »allen die in eenige zaak of bedrjjf, alzoo niet voor huis- houdeljjke belangen, een of meer loontrek- kenden in dienst hebben", zjj medegedeeld dat bereidverklaring tot medewerking kan worden ingeleverd bij ieder der ondergeteekenden. Middelburg, 28 November 1895. De commissie voor heit ontwerpen van een reglement voor den Arbeidsraad, D. BIMMEL. P. DUBOIS. Mr E. FOKKER. F. ik. WIBAUT. P.S. De heer M. C. Roest heeft zicb na bet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 2