MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 269. 138" Jaargang. 1895. Donderdag 14 November, Onze straatbengels. Middelburg 13 November. Deze courant verschijnt dagelij k smet uitzondering van Zon- en Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/ 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 13 Nov. 8 u. vm. 44 gr., m. 12 u. 49 gr., av. 4 u. 49 gr. P. Verw. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éém uur aan het bureau bezorgd zjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten, Te TemeuzenM. de Jonge te Rotterdam Nijgh van Ditmar. II. De opvoedivg is voor de maat schappij eene kwestie van leven en dood, eene kwestie, waarvan de-toe komst geheel afhangt. Kant. Of nu de verdorvenheid der hedendaag- sche jeugd veel of weinig erger is dan voor heen wat daartoe de hoofdaanleiding moge zijn dit alles treedt op den achtergrond bij de beantwoording der derde, door ons gestelde vraag welke middelen kunnen in den huldigen toestand verbetering brengen Want verandering moet er komende ergerlijke straatschandalen, die, in de groote steden vooral, hand over hand toenemen, dienen met kracht te worden tegengegaan. En dit te meer omdat het hierbij een kwaal is die by den dag verergert, daar grooteren het voorbeeld geven, en wijl elk uitstel zijne zeer bedenkelyke zyde heeft en de genezing des te moeilijker maakt. Nu zijn er in deze die, als naar een red denden engel, uitzien naar de school en naar den onderwijzer. Die beiden moeten niet alleen hun zedelijken invloed doen gevoelen, maar school en on derwijzer moeten optreden als instrumenten om ook op krachtiger wijze tot verbetering mee te werken. Wy hebben onze lezers in een vorig nom- mer uitvoerig gewezen op het z. g. Zwit- sersche schoolarrest. „De Aederlandsche juristenvereeniging be antwoordde de vraag„Behoort de wetge ver de volgende maatregelen te nemen(1° berisping), 2° schoolstraten, a op schoolgaande kinderenb op niet-schoolgaande kinderen met groote meerderheid bevestigend. En dit nu jaagt den heer Vos den schrik op het lijf, vooral omdat mr W. J. Karsten, een der preadviseurs, het denkbeeld, door prof. Van Hamel het eerst geopperd, met de volgende woorden toelichtte: „beschikbaar stelling voor schoolarrest, in elke gemeente, op het platteland zoo mogelijk voor meerdere naburige gemeenten samen van een eenvoudig lokaal, waarin de openbare onderwijzers der gemeente, des verkiezende ook bijzondere, voor zoover er arrestanten zijn, om beurten hunne diensten leenen. Al dus zou op eenvoudige en weinig kostbare wijze met dit stelsel een proef kunnen wor den genomen." „Daar zit hem de knoopriep de heer Vos zijn collega's toe, toen hij op Zaterdag 14 Septop de vergadering van onderwij- ment Veendam, zyn beschouwing voordroeg. Hoort gij het! Daar zit hem de knoop Op weinig kostbare wijze Men bouwt eeD provoost, men stopt er de kwajongens in. niet alleen uw eigen leerlingenmaar ook de van de straat opgeraapte en de schoolmeesters zijn er goed genoeg voor om voor gevangenbewaarder te spelendat kost nietsmen heeft ze voor niemendal, want de gemeente heeft over hen te beschikken i Waarom zetten de heeren er geen gepensi oneerd onderofficier bijdie is toch ook voor een beetje te krijgenOf een veld wachter. Ook die is immers kosteloos ter beschikking van de heeren! Of moet het een meer ontwikkeld persoon zijn Wel, daD zouden de heeren Juristen zelf gevoegelijk het baantje op zich kunnen nemen ze zouden dan metéen de candidaten voor de gevan genis want de zoodanigen zullen er toch heel wat voorkomen onder hen, die eenige dagen achtereen worden opgesloten kun nen uitleggen, welke straffen er op deze en geene misdaden zijn gesteld; misschien zou dit nog wat effect hebben en kunnen afschrik ken van het voortgaan op den breeden weg." Wij zullen den heer Vos bij zyn betoog maar niet verder volgen. Hij loopt, dunkt ons, wel wat te hard van stal; al erkennen wy dat mr Karsten ook aanleiding gaf tot ergernis door een redeneering alsof de onder- wyzers eigenlijk de dienaren zijn van de heeren van den gerechte. Wij zijn echter nog lang zoo ver nieten met de huidige toestanden is znlk eene regeling niet te verwachten. „De Juristen zijn wettenmakers, zegt de heer Vos, en de Juristenvereeniging is wel eens met den naam van het Voor-Parlement betiteld, om dat in hare vergadering aangenomen begin selen reeds zoo dikwijls kort daarna in wetsvoorstellen, aan de volksvergadering gedaan, belichaamd werden." 'Maar dat wettenmaken doen heeren Juristen voor zoover zij er toe geroepen wordenen in deze gelooven wij dat onze vertegenwoordi ging huiverig zyn zal en ook niet bij machte om genoemde vereeniging te volgen op den door haar gewilden weg, zoolang de onderwijzers geen rijks ambtenaren zijn. En dan nog, zelfs al waren zij dit, zou men nog wel eens ernstig mogen nadenken, vóór men hun de taak van provoost opdroeg. Wy hopen ten minste dat zij daarvoor bewaard mogen blijven. De onderwijzer heeft schooner, edeler taak te vervullen. Opvoeden is zyn plichtde jeugd moet in hem blyven zien een vriend, een voorlichter, een vertrouwde. Dan alleen kan hij een gezegenden invloed uitoefenen. Maar die macht, die kracht, die gezegende invloed gaat te loor, wanneer hem jongens, die hij niet kent, die nooit ter school kwamen, ter bewaring en ter bestraffing worden gegeven. Dan verlaagt men de waardigheid van onderwijzer. Wil men hem ook opdragen zyn invloed te doen gelden op zijne leerlingen opdat zij buiten de school geen ongerechtigheden be drijven, dan geve men hem de vrijheid te handelen naar bevind van zaken. Dan blijve hy heer en meester over de zijnen; dan brenge men door invoering van leerplicht tot veertienjarigen leeftijd, en op avondscholen tot nog hoogeren onderdom, alle kinderen onder zijne hoede. Op dit punt scharen wy ons beslist aan de zyde van den heer Vos Alleen reeds door het feit, dat daardoor de grootste belhamels van de straat werden geweerd, zou veel straatschenderij voorkomen worden. Want de ergste bandeloozen zijn, volgens de ervaring, alom opgedaan, de opgeschoten knapen, die naar onze gewoonten der school ontwassen zijn." Eerst als wij dat doel bereikt hebben, kan met goed gevolg de invloed van den onder wijzer zich doen gevoelen op de straatschan dalen, waaraan de jeugd zich schuldig maakt ,- en kan er van hem verbetering uitgaan. Maar helaaswij zijn nog zoover niet. En wat dient er middelerwijl, op dit oogen- blik gedaan te worden Is er nu niet, bij onderling overleg tus- schen de mannen van het gerecht en de opzieners der school, een stap te doen in de richting van de schoolarresten Dezen heb- ben een zeer goede zyde: zij houden jeug dige overtreders, plegers van straatschan dalen, die vaak meer uit onbezonnenheid dan uit slechtheid bandelen, en in elk geval nog te jong zijn om voor goed bedorven te heeten, en nog meer om voor altijd bedor ven te worden buiten de gevangenis en Onze schoolcommissiën en de kantonrech ters, die toch ook vaak lid van zulke com- missiën zyn of' anders daarvan in de eerste plaats lid zouden moeten worden, konden in deze veel goeds uitrichten en, waar het schoolgaande kinderen geldt, overleg plegen met de hoofden der scholen. Willen dezen bovendien jongens, die niet ter schpol gaan en straf kregen voor over tredingen, bezoeken, dan diende hun daartoe de volle bevoegdheid gegeven te worden, Wie weet hoe menige jongen zij met zacht heid zouden kunnen overhalen tot leeren, waar de wet hem daartoe niet verplicht. Dat onderwijzers zich echter ook op an dere wijze met deze materie zouden be moeien, komt ons niet gewenscht voor. Voor overtredingen buiten de school late men door hen de straffende hand niet te veel uitoefenen dat schrikt onzes inziens te veel af van de school. Er kan toch genoeg overleg worden zonder dat het betrokken persoontje het bemerkt. Men late aan den opvoeder, den onderwijzer de beau röle; aan de schoolcommissiën of, bij ernstige gevallen of bij herhalingen, aan den kantonrechter die van straffende hand, al k unnen ook dezen door vriendelijke toege vendheid, by geringe overtredingen, by kwajongensstreken, den jeugdigen delinquent eer verbeteren dan verharden. Ook het lokaal, waar de dag- en nacht arresten, zooals die beschreven zijn in ons nommer van Maandag 11., worden ondergaan, moet vooral niet in het schoolgebouw gele- zijn maar in het stad- of gemeentehuis, terwijl allerminst door de onderwijzers toe zicht mag worden gehouden op de overtre ders. Daarvoor moeten zij beschouwd wor den als te hoog te staan. Alleen dienen zij het schoolwerk op te geven, dat door de kleine deugnieten moet worden verricht en moet hun voor hunne bemoeiingen gel delijke vergoeding verleend worden In elk gemeentehuis ia wel een bode, die zulk een toezicht kan uitoefenen. Hoofdzaak in deze is echter dat er kort en spoedig recht geschiede. Zoodra eene baldadigheid op straat is ge constateerd, dient de dader reeds spoedig geroepen te kunnen wordenwaar die bestaat voor twee leden der schoolcommissie, die met deze taak belast zijn, of anders bij den burgemeester, die hem zelf' met een vermaning of met eene bestraffing kan doen boeten voor zijn euveldaad. Is er een kantonrechter, dan kan de kleine dader bij eene tweede over treding naar dien ambtenaar worden verwezen. Maar zoolang zulk eene inrichting voor schoolarresten niet bestaat, wat dan te doen Ook die viaag dient beantwoordwant nieuwe instellingen op het gebied van het uitoefenen van recht komen niet spoedig tot stand en in de eerste jaren zien wij in ons land het voorbeeld van Zwitserland inzake schoolarrest dan ook nog niet gevolgd. Welnu, men late den onderwijzer vrijheid om de leerlingen van zijne school te straffen voor overtrediDgeD buiten de school. Men erkent nu al meer en meer zijn recht om dit te doenmen heeft de wenschelijkheid ervan reeds meer dan eens uitgesproken. In de Leeuwarder schoolverordening komt eene bepaling voor, die ook te Zufphen is ingevoerd, van den volgenden inhoud„Het hoofd der school is bevoegd van handelingen, buiten de school begaan, kennis te nemen en die te behandelen als waien ze in de school gepleegd". Als de dienaren der politie de hoofden der scholen op de hoogte hielden van hetgeen er op straat gebeurde, en de onderwijzers waren zoo welwillend hun macht in deze te gebruiken, zij zouden aan hunne leerlingen, en aan het algemeen een weldaad bewijzen. Het is slechts een hulp-, een lapmiddel. Maar op dit oogenblik bestaat er geen ander. Wie er een weet zegge het. Met redeneeringen en jammeren komen wy geen stap verder. Eene parate executie uitoefenen op bel hamels het bezorgt hem die dat waagt, zelfs een politie-agent, een opstootje, mis schien wel een pak slaag van belangstellende en zg. medelijdende menschen. Toch kunnen wij ons voorstellen dat menigeen in een oogenblik van ergernis het er op waagt dit te doen. Den arm van het gerecht in al zyn kracht zich te doen gelden het zou menigen jon gen voor zijn leven ongelukkig maken, al is dat voor kinderen, die nooit ter school gaan, op het oogenblik de eenige weg. Voor de anderen het middel aangewend dat wij thans, hoe gebrekkig het ook zy^ het eenig mogelijke achten. Maar ons ideaal blijft de invoering van leerplicht, die alle kinderen hrengt onder den invloed van de school en ze houdt van de straat. Of wij dan nog schoolarresten zullen noo- dig hebben? En of dan onze straatbengels nog zooveel van zich zullen doen spreken Wij betwijfelen het. Sommige bladen redeneeren altyd nogm door over de plannen van den minister Van Houten. De opposanten bewegen hemel en aarde en anderen bestryden die felle aan vallen. Of dit laarste iets baten zal Die bestryding zal er niet minder door wor den; het is de oude strjjd tusschen licht en duisternis. De katholieke bladen en Kamerleden ont vangen het parool van hoogeren daaraan moeten en zullen zy gehoorzamen. Of nu liberale bladen al Bchryven tegen de klippen zy zullen geen enkelen opposant bekeeren. En de liberalen zeiven Wy houden ons overtuigd dat zy, doch alleen ter wille van het beginsel, dat het hierbjj geldt, en om de goede zaak, die het betreft, minister Van Houten de handen boven het hoofd zullen houden. 01 Nemesis. Gjj straft den minister door hem nu afhankelijk te maken van hen, die hy een vorig jaar zoo fel bestookte, en hem te doen aanvallen en bestryden, tot aan zyn val toe, door hen, met wie hy toen heulde 1 UIT STAD EN PROVINCIE »De hoofdelijke omslag van Middelburg voor 1896 beloopt f 519.000, dus meer dan een half millioen. De begrooting bedraagt 85.000." Aldus de Scheldebode. »'t Is waarljjk geen bagatel", voegt de re dactie aan dit bericht toe. Wy onderschrijven dit laatste volmondig, 't Is waarljjk geen bagatel dat eene redactie zulk een bericht opneemt, dat wel de kroon spant van alle onzinnige berichten, die men in dat blad gewoon is te vinden. Hoe men bjj een begrooting van f 85.000 een post voor hoofde- lyken omslag van een half millioen kan vo- teeren, zouden wy wel eens door de redactie van dit katholieke blad in onze provinoie wil len opgehelderd zien. Aan de orde van bespreking is thans bjj sommige bladen de kwestie.of het aanhangige wetsontwerp op de personeele belasting, door den band, die er tusschen het personeel en het kiesrecht bestaat, wel aangenomen ban worden in elk geval spoedig in werking zou kunnen treden. Volgens het Vad. zyn alle moeilijkheden te ondervangen, niet alB het personeel tegelyk met, maar als het een jaar vroeger dan de kieswet in werking treedt.' Dan toch kan bjj de opmaking der kiezerslijsten gerekend wor den met den aanslag in de nieuwe personeele belasting over het voorafgaand jaar. Treedt dus het personeel met 1 Jan. 1896 in werking, dan zullen in 1896 de kiezerslijsten nog naar de additioneels bepalïn gen der grondwet opge maakt moeten worden, voor welk doel de als dan afgeschafte wetten op de personeele be lasting nog als bestaande aangemerkt zullen moeten worden. Naar de N. R. Ct. opmerkt, zal men, ook al wordt de wet op de personeele belasting eerst in den loop van 1896 aange nomen, desnoods haar inwerkingtreding op 1 Jan. 1896 kunnen bepalen. Dit alles zou nu juist op dezelfde wyze kun nen marcheeren, als bepaald wordt, dat het personeel eerst met 1 Januari 1897 in wer king treedt, bestond de noodzakelijkheid niet juist in 1897 nieuwe verkiezingen te doen plaats hebben. Men kan daarvoor moeilyk de oude kiezerslijsten gebruiken, terwyl de nieuwe kiezerslijsten er dan nog niet kunnen zyn, als het nieuwe peisoneel pas in werking treedt. Hoe het loopen moge, het verband tusschen peisoneel en kiesrecht is zoodanig, dat het personeel in elk geval een jaar eerder m ingevoerd worden, en daar in 1897 de verkie zingen moeten gehouden worden, moet het jaar der invoering van het personeel ook 1896 zyn." Zoo zit de Kamer vaBt door den onzaligen band, gelegd tusschen personeel en kiesrecht; ziedaar de moraal, die men uit een en ander kan trekken. By kon. besluit is benoemd, bjj hot personeel van den geneesk. dienst der landmacht, tot militair apotheker 2e kl. de apotheker C. T. Leusden, geboren in de Ëildt. In de St. Ct brengt thans de minister vaD buitenlandsche zaken officieel ter kennis van belanghebbenden, dat, blykens telegraphiscb bericht van Hr Ms minister-resident te Bern, de invoer van vee uit Nederland in Zwitser land over de Fiansch-Zwitsersche grens tot nader is toegestaan. By koninklijk besluit is de Pupillenschool te Nieuwersluip, te rekenen van 1 Januari 1896, opgeheven. De heeren dr. A. Kuyper en dr. F. L. Rut gers, hoogleeraren aan de vrye universiteit, verklaren in de Heraut, dat de enquête, inge steld naar het onderwys van den hoogleeraar mr. Lohman, noodzakkeljjk was, daar men stond voor een diepgaand verschil omtrent den weg welken men moet inslaan om tot de juiste kennis van de Gereformeerde beginselen te geraken. De enquête was daarbij noodig om te voorkomen, dat de universiteit van haren grondslag zou afschuiven spoed moest gemaakt worden, waar de hoogenschool leeft van gif ten van particulieren en reeds nu lidmaatschap pen waren opgezegd en contributiën vermin derd. De Dinsdag ontvangen maileditie der Bataviasche bladen, loopende van 5 tot 10 October, bevat geen belangrijk nieuws uit Atjeh. In een tweetal particuliere correspon denties van het Bat. Handelsbl. uit Kots Radja, dateerende 21 en 22 September, is slechts sprake van rust, waartoe ook de slechte moes son meewerkt. Omtrent Lomboksche aangelegenheden wordt gemeld dat, volgens de jongste opgaven, de waarde der van Lombok afkomstige gelden en kostbaarheden (waarop de kosten van den oor- log voor een deel zyn te verhalen) gesteld kun nen worden op 17 ton, waaronder 4l/a t°n alg oorlogsschatting ons in handen gekomen. Men Bchrjjffc ons uit Vlissingen: Dat zy, die indertyd ijverden voor het ia bruikbaren staat brengen der Marinehaven en sluizen, vooral met het oog op het eventueel onklaar worden der gebruikt wordende sluizen, het nog zoo heel mis niet hadden, bljjkt thans al zoo'n beetje, nu, wegens het verrichten van werkzaamheden door duikers aan de groote sluis, het schutten van schepen onmogelijk wordt gemaakt. Wat een oponthoud ergo schade zulks veroorzaakt, valt waar te nemen uit het feit dat Maandag ochtend het stoomschip Minister Tak van Poortvliet voor de sluis kwam en eerst ongeveer 5 uur binnen was. Nu is 't waar, jammer genoeg, dat de geringe scheepvaartbeweging de uitgaven van veel geld niet zou wettigen, maar waar is 't ook, dat, wil men op alles voorbereid zyn en te allen tjjde klaar, de veelbesproken Marine haven niet te missen is. Geen schepen, dan maar huizen'. Bouwen bljjft 't parool. Zoo aan den Badhuisweg als op het zoogenaamde eiland, waar het niet veel jaren meer zal duren of de indertyd van het rjjk overgenomen grond zal bebouwd zyn. Jammer voor hen, die daar een eigendom metje hebben staan, moet er nu eene kalk- blusscherjj verrjjzen, of liever ze is zoo goed als klaar. Beducht van zoo'n inrichting veel last te zullen hebben, wendden eenige belang hebbenden zich met hunne bezwaren tot de bevoegde autoriteiten, doch zonder bevredi ging van hun wenBch te erlangen. Met een verzoekschrift aan de koningin-regentes sullen ze 't nu probeeren. Misschien is de last, dien men zich van zoo'n blusecherjj voorstelt, maar denkbeeldig anders zou het druk gebruik dat van den weg naar de sluizen gemaakt wordt vooral door hen die zich te voet naar en van 't station bege ven er bepaald onder Ijjden. - Aan den gepensioneerden matroos 3e kl. van de kon. Ned. Marine M. Asard, thans lichtwachter-opzichter bjj de verlichting te Nieuwe Sluis, is toegekend het eeretee- ken van krjjgsverrichtingen met gesp, bene vens de Atjeh-medaille, wegens deelname aan de expeditie naar Atjeh in 1873. Maandag avond werd door het fanfare korps Oefening Kweekt Kunst te Borssele i den heer Th. A. Poulliei-Ketele, a's be schermheer van de vereeniging, bjj zyn veiblyf in genoemde gt meerite, eene serenade met fakkellicht gebracht en hem aangeboden een zilveren kiuis, in 'tmidden voorzien van een lauwerkrans en waarop aan de eene zyde is gegraveerd de naam en aan den anderen kant de kwaliteit van den beschermheer. Dank baar aanvaaidde de beschermheer het fraaie voorwerp en schonk hy het korps op nieuw eene belangiyke gift, thans ten bedrage van f 130, terwyl hy de leden van het muziekge zelschap verder in de gelegenheid stelde den avond aangenaam door te brengen. Men meldt ons uit Goes: Dinsdag, den besten toondag, was de aan voer van rundvee buitengewoon groot. Er werd nogal wat handel gedreven, maar de gedruktheid van de markt, door de stremming van den invoer naar België, is oorzaak dat de prjjzen laag stonden. Wel wordt uit het ab- batoir te Roosendaal veel geslacht vee naar België gezonden, maar de slagers te Gent profiteeren van de onmacht der kooplui, zoo dat in de laatste weken door sommigen met aanmerkelijk verlies verkocht werd. Ook het bezoek uit de omliggende dorpen was verbazend diuk, 't was of het een der drukste kermisdagen was. De aanhoudende regen deed echter kort na den middag velen huiswaartB keeren. Op het oude kerkhof had nog een kloppartjj plaats, tengevolge waarvan zekere M. te Ka- pelle en T. te 's Heer Arendskerke gearresteerd werden, waarby de laatste, een oude bekende der justitie, nog eenige klappen met den wa penstok opliep.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1