ZITTING VAN VRIJDAG 8 NOVEMBER 1895.
37
eene mindere som wordt aangenomen, dan waarop het
voorschot is berekend, het voorschot in evenredigheid
zal worden verminderd
b. dat ten genoegen van Gedeputeerde Staten zeker
heid worde gegeven, dat het plan van wegs ver betering,
bedoeld in het adres van het polderbestuur van 1
April 1895, zal worden uitgevoerd.
Het adres luidt:
Gezien dat in Uwe a. s. najaars-vergadering weder
om zal behandeld worden het in Uwe vorige vergade
ring afgewezen verzoek van den Oranje-Dierentijd pol
der ot waterschap, nemen ondergeteekenden metgepasten
eerbied de vrijheid, Uw College te verzoeken om, in
geval bovengenoemd verzoek mocht worden ingewil
ligd, ook te willen inwilligen het zóó matig verzoek
van den calamiteuzen Margarethapolder om een rente
loos voorschot tot wegsverbetering, afgewezen gelijk
het toenmalig verzoek van het waterschap Oranje-
Dierentijd.
Bij, zoo als wij verhopen, gunstige beschikking zal
de begrinding worden uitgevoerd conform door het
College van Gedeputeerde Staten te geven voorschriften.
Het algemeen verslag der afdeelingen is van
den volgenden inhoud
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 37 leden, waaronder 6 leden van Gedeputeerde
Staten.
In twee afdeelingen bestond bij geen der leden be
zwaar tegen het vooratel van Gedeputeerde Staten.
In eene andere afdeeling werd door een lid gevraagd
of er zekerheid bestaat, (lat ook gedeelten weg, waar
voor geen renteloos voorschot wordt verleend, op
dezelfde wijze zullen worden aangelegd en onderhonden
als die, waarvoor dit wel geschiedt, wat door een lid
van Gedeputeerde Staten bevestigd wordt.
Overigens vereenigden zich alle leden met het voorstel.
In verband met het zooeven genomen besluit blijft
ook dit punt der agenda buiten behandeling.
ft>. Naar, aanleiding van het verzoek van het
Bestuur der Coöperatieve Stoomzuivelfa
briek te Hontenisse om vrijdom van tol op
den weg van Hulst naar Walsoorden voor liet ver
voer van melk.
Het voorstel is van den volgenden inhoud:
Het bestuur van de coöperatieve stoomzuivelfabriek
te Hontenisse wendt zich bij het hierachter afgedrukte
adres andermaal tot uwe vergadering, om onder de
vrijstellingen, bedoeld in art. 9 vau nw besluit van 6
Juli 1888 n° 13a, ook op te nemen het vervoer van
de volle melk van de hoeven ot weiden der deelge-
nooten naar de fabriek en van de afgeroomde en
karnemelk van de fabriek naar die hoeven of weiden.
Uit de statuten van die vereeniging is thans de
bepaling weggelaten, dat ook melk van anderen ter
bereiding kan worden aangekocht, zoodat zij nu
zuiver coöperatief werkt.
Wij meeneu, dat er wel aanleiding bestaat, om door
het verleenen van vrijdom van tol de oprichting en
instandhouding van dergelijke vereenigingen, welke
den landbouwer ten goede komen, te bevorderen, doch
dan eischt de billijkheid, dat ook aan andere land
bouwers dezelfde vrijdom van tol verleend wordt,
zoodat voortaan niet alleen het vervoer van versehe
melk, maar het vervoeren en terugvoeren van alle
melk naar bij hen in gebruik zijnde gebouwen of ter
reinen vrij zal zijn.
Wij hebben daarom de eer u voor te stellen het
besluit te nemen, waarvoor een ontwerp hierachter
volgt.
Het is wenschelijk, dat dit besluit eerst op 1 Mei
1896 in werking treedt, omdat de termijn van ver-
Bljveagsel van de middelburgscbe courant.
pachting der tollen op de wegen in bet voormalig 5e
district dan eindigt en bij de nieuwe verpachting met
den verleenden vrijdom rekening zou kunnen gehouden
worden.
Het ontwerp-besluit lnidt als volgt
De Staten der provincie Zeeland,
besluiten
art. 9 van hun besluit van 6 Juli 1888 no. 13
Provinciaal blad no. 16 van 1889) te wijzigen als volgt
1°. in punt h vervalt bet woordversehe en wordt
na vervoeren ingevoegdof terugvoeren a
2°. tussehen de punten h en l wordt ingevoegd het
volgende
l. de karren, wagens en dieren, waarmede ten behoeve
van eene coöperatieve fabriek uitsluitend melk wordt
aangebracht en teruggevoerd van en naar gebouwen
en terreinen, in gebruik bij leden der coöperatieve
vereeniging.
3°. punt l wordt m.
Dit besluit treedt in werking 1 Mei 1896.
Het adres luidt
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het be
stuur der Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Honte
nisse, dat onderscheidene deelgenooten in voornoemde
coöperatie wonen aan den provincialen weg van Hulst-
Walzoorden en wel tussehen eerstgenoemde plaats
en den tol te Kuitaart, zoodat èu de volle melk, gaande
uit hunne weiden of stallen naar-, èn de afgeroomde-
en karnemelk voor veevoeder bestemd, komende van
de fabriek, dien tol en voor één der deelgenooten ook
dien te Rustwat, moet passeeren
dat in October 1892 door den voorzitter van ons
bestuur bij adres aan uwe vergadering werd verzocht,
om in het besluit tot heffing van tolrecht voor het ge
bruik van bij de provincie in onderhoud zijnde wegen
onder de vrijstellingen, vermeld in art. 9, op te nemen
het vervoer van de volle melk van de hoeven of
weiden der deelgenooten naar de fabriek en het ver
voer van de afgeroomde en karnemelk van de fabriek
terug naar voornoemde hoeven of weiden
dat op dat verzoek door ujve vergadering in hare bij
eenkomst van 4 November daaraanvolgende afwijzend
werd beschikt
dat dientengevolge door onderscheidene deelgenoo
ten een vrij aanzienlijk bedrag aan tolgelden wordt
betaald, iets wat niet alleen genoemde deelgenooten,
doch de geheele coöperatie, die, om deelneming moge
lijk te maken, een gedeelte van de tolgelden moet
voldoen, zeer drukt;
dat, zooals uwe vergadering genoegzaam bekend is,
de landbouw in zeer gedrukten toestand verkeert en
dat in het bijzonder de zuivelbereiders wederom zwaar
getroffen zijn door de in het naburige België vastge
stelde Invoerrechten op boter;
dat daarom de opheffing van alle belemmeringen, die
de landbouw drukken hoogst geweuscht is, zal het
mogelijk zijn den strijd om het bestaan vol te houden;
dat het bestuur de vrijheid neemt om, evenals in
het cohier van den voorzitter hierboven vermeld, be
leefdelijk op te merken dat de verlangde vrijstelling
geheel zoude passen in het kader der overige ten be
hoeve van den landbouw zoo welwillend door u ver
strekte vrijstellingen
dat de fabriek uitsluitend coöperatief werkt en dat
a) Art. 9, litt. A, luidt aldus gewijzigd:
Tol wordt niet geheven van
A. de karren, wagens en dieren, in gebruik bij landbouwers,
welke uitsluitend door hen geoogste of te velde gekochte voort
brengselen van veld-, land- of akkerbouw (gras en .hooi, hak
hout en melk van eigen vee daaronder begrepen) vervoeren of
terugvoeren naar bij hen in gebruik zijnde gebouwen of ter
reinen.
10