ZITTING VAN VRIJDAG 8 NOVEMBER 1895. 19 Komt de verbetering der bedoelde wegen, welke in den winter steeds in nagenoeg onberijdbaren staat ver- keeren, tot stand, dan zal eeno belangrijk kortere verbinding langs kunstwegen in verschillende richtingen verkregen zijn. Die verkorting kan worden geschat van Nisse over Ovezand naar den steiger te Borssele op 2.75 K. M.: van Nisse naar Hoedekenskerke op 0.90 K. M. van Nisse naar Baarland op 5.35 K. M. van Ovezand naar Hoedekenskerke op 3.80 K. M. van Ovezand naar Baarland op 1,50 K. M. Daar het verkeer in een groot deel van Zuid-Beveland door de ontworpen wegsverbeteriDgen zal zijn gebaat en de nieuw aangelegde steiger te Borssele en die te Hoedekenskerke, alsmede de haven van Ellewoutsdijk gemakkelijker bereikbaar zullen worden, achten wij de zaak van algemeen belang en hebben wij de eer u voor te stellen het besluit te nemeD, waarvoor een ontwerp hierbij is gevoegd. De bij de adressen overgelegde bestekken en teekening liggen ter griffie ter inzage. Het ontwerp-besluit is van den volgenden inhoud De Staten der provincie Zeeland besluiten: in te willigen de aanvragen om renteloos voorschot uit de provinciale fondsen van a. deu gemeenteraad van Nisse tot een bedrag van ten hoogste f 3900, voor de begrinding van den Drie weg (n°. 23 van den ligger der wegen en voetpaden in die gemeente), van den grindweg naar 's Graven polder tot den weg over den Rondepolderdijk b. van de gemeenteraden van Nisse, Baarland en Hoedekenskerke tot een bedrag van ten hoogste ƒ4700, voor de begrinding van de volgende wegen over de kruin van den Stelschen dijk (u08 3 en 20 van de liggers der wegen en voetpaden in de gemeenten Nisse en Baarland), van den Krommen Zandweg in Nisse tot den Nieuw-Vreelandschen dijk in Baarland over de kruin van den Nieuw-Vreelandschec dijk (n°. 23 van den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Baarland) en over de kruin van den Vreelandschen dijk(n°. 18 van den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Hoedekenskerke) van de grens van Baarland tot den weg over den Kwadendamschen dijk; onder bepaling, dat de voorwaarden, vervat in het Provinciaal blad co. 117 van 1882, toepasselijk zijn, behoudens deze wijziging van de daar vermelde punten 1 en 2, dat de eerste jaariijksche teruggaaf plaats hebbe vóór 31 December van het burgerlijk jaar, vol gende op dat waarin het renteloos voorschot is verstrekt. De adressen luiden: Geeft eerbiedig te kennen De gemeenteraad van Nisse, dat deze gemeente, blijkens hierbij overgtlegde stuk ken, voor de begrinting van den Drieweg (loopende van af den grintweg van Nisse naar 's Gravenpolder tot aan den grintweg van Ovezand nnar 's Graven polder), benoodigd zal hebben eene som van driedui zend negen honderd gulden, en daarvoor in verbaDd met uw besluit van den 10 November 1882, no. 15, uwe vergadering beleefd verzoekt uit de provinciale fondsen een renteloos voorschot tot dat bedrag te willen verleenen of zooveel meer of minder als vol gens de aanbestediog zal blijken benoodigd te zijn. Geven eerbiedig te kennen De gemeenteraden van Nisse, Baarland en Hoede kenskerke, dat deze gemeenten, blijkens hierbij overgelegde stukken, wenschen over te gaan tot het begrinten van den weg dezer gemeenten, leidende ?an af den be- staanden grintweg van Ovezand naar 's Gravenpolder tot den bestaanden grintweg door Kwadendamme dat zij daarvoor ongeveer benoodigd zullen hebben eene som van vier duizend zeven honderd gulden, en, in verband met uw besluit van den 10 November 1882 no. 15, uwe vergadering beleefd verzoeken uit de pro vinciale fondsen een renteloos voorschot tot dat be drag te willen verleenen. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer SToordijke. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 37 leden, waaronder 6 leden van' Gedepu teerde Staten. In eene afdeeling deden enkele leden de vraag, waarom voor deze wegsverharding het volle bedrag der kosten moet worden verleend, aangezien in deze vergadering tevens een voorstel aan de orde komt, orn secundaire wegen slechts met 50 te helpen. De vrees wordt uitgesproken, dat in de toekomst alle wegen tot de categorie van primaire zullen worden gebracht. Anderzijds meende meD, dat de wegeD, thans in debat, als eene groote verbetering voor de verbinding met de kustlijn en eenigermate als primaire wegen bunnen worden aangemerkt. Tn eeBe andere afdeeling werd door een der leden het voorstel gedaan dit punt aan te houden tot na de behandeling van het voorstel betreffende het ver- leeneu van rentelooze voorschotten voor wegen van secundair belang. Dit voorstel werd nog door 4 andere leden ondersteand, terwijl de overige 8 leden zich daartegen verklaarden. Dientengevolge werd tot dadelijke behandeling overgegaaü. Na bespreking, waarbij vooral de vraag werd overwogen, of hier sprake is van wegen van algemeen of van secundair belang, verklaarden zich 7 leden vóór het voorstel van Gedeputeerde StateD, terwijl 6 leden zich hunne stem wenschten voor te behouden. Nog in eene afdeeling vereenigden zich, na eenige bespreking, alle leden met het voorstel van heeren Gedeputeerde Staten. De voorzitter deelt mede dat Gedeputeerde Sta ten in dit verslag geene aanleiding vinden om wijzi ging te brengen in hun voorstel. De heer Hammaclier. Mijnheer de voorzitter, ik wensch de stem te motiveereu, die ik zal uit brengen. Ik ben het lid dat in de afdeeling, waarin ik de eer had zitting te hebben, het voorstel deed om dit voorstel aan te houden tot na de behandeling van het voorstel betreffende het verleenen van rentelooze voorschotten voor wegen van secundair belang. Ik ben niet tegen het verleenen der gevraagde subsidie, maar ik meen dat het conscqnent is dit voorstel eerst te behandelen als over de principieele kwestie beslist is. Men moet m. i. niet meten met twee maten. Ik zie geen kans, nagaande de stemming in de afdeelingeD, om een voorstel tot verandering der orde van behandeling te zien aangenomen. Daarom zal ik mijne stem onder protest tegen de wijze van behan deling, en afgescheiden van de vraag of 't bier een weg van algemeen of secundair belang geldt, uitbren gen voor het verleenen der gevraagde subsidie. De heer JF. A. Bolle. Ook ik behoor tot de leden, die gaarne gezien hadden dat punt 16 vóór punt 15 werd behandeld. Ook ik behoor niet tot hen, die tegen het verleenen van subsidie aan Nisse c. s. gekant zijn, maar ik wenschte gaarne eertt de zaak ten principieele beslist. Mijns inziens hadden Gedeputeerde Staten beter gedaan de volgorde van behandeling te veranderen. De heer Siegers. Bij de behandeling van deze zaak in de afdeeling, waarin ik zitting had, werd ook voor gesteld om haar te behandelen na de beslissing over het voorstel betreffende de secundaire wegen. Ik be-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 22