BIJVOEGSEL
VAK DB
Donderdag 31 October 1895, no. 257
Middelburg 30 October.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van heden, Woensdag, des namid-
daes te half twee.
Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, bur
gemeester.
Afwezig de heer jhr mr W. H. Snouck
gronje.
(Vervolg van het verslag in de courant van
Donderdag 31 October).
Aan de orde is van de begrooting art. 6
afd. II van hfdst. III, onderhoud van straten,
pleinen, markten enz. Daarbg is door burg.
en weth. voorgesteld f 600 uit te trekken
voor het met asphalt aanvullen der bestrating
na plaats gehad hebbende wieding.
De heer Gratama deed het voorstel om den
post tot f 210 te verminderen.
De heer Van Dunné gelooft ook dat een
proef met asphalt op tamelgk groote schaal
gewenscht isdaarvoor moet over een grooter
bedrag kunnen beschikt worden.
Met het wieden moet geëindigd worden,
omdat de straten bedorven worden en dit een
mensch onteerend werk is het heeft wel iets
van een verloopen slavenplantage. Dat werk
door arme menschen te laten doen is een
schande voor Middelburg.
De heer A. P. Snouck Hurgronje kan met
het voorstel van de commissie van fabricage
niet meegaan. Men heeft tusschen de Bteenen
leelgke zwarte strepen gemaakt, die het aan
trekkelijk uitzicht der straten niet verhoogen.
Hjj zou liever nog eens een kleine proef zien
genomen.
De heer jhr mr E. P. Schorer is door de ver
kregen inlichtingen niet voldaan. Hjj is nog
niet overtuigd dat de proef afdoende geweest
is. Hjj wjjst er vérder op dat ook op plaat
sen, die vrjj druk bereden worden, gras groeit.
De f 600 worden nu beweerd voor een proef
gevraagd te worden, maar bljjkens de memorie
van toelichting is het slechts een eersten ter-
mjjn voor een tjjd van tien jaren.
Wat het financieel bezwaar betreft, merkt
spreker op dat de kosten van het toezicht mi
niem zjjn. Dat de straten verknoeid wor
den geeft spreker ook niet toeals er flink
grint gestrooid wordt na wieding blijven de
straten goed.
De heer Koole wjjst er op dat door het
niveau van de straten graszaad etc. naar de
kanten valt en daar groeit en bloeit. Hjj vindt
asphalteering goed mits de asphaltbedekking
worde aangevuld met grintzand.
Wjj geven f 2400 weg om kwaad te doen
en gaan nu f 600 weigeren om goed te doen.
Den eersten post moeten we na een paar jaar
trachten te doen verdwijnen, ook al was het
noodig dat de tweede post weldra tot f 1200
steeg.
De heer De Stoppelaar merkt op dat in groote
steden bjj het maken van een nieuwe straat
vloeiende asphalt ingevoegd werd vóór de
steenen werden aangestampt.
De heer Van der Swalme merkt op dat de
moeste sprekers te veel vasthouden aan het
denkbeeld dat het alleen geldt het verwijderen
van gras, maar er is nog een andere reden
voor asphalteeren, nl. het vaster leggen van
de straten.
Hjj houdt vol dat de straten door het wieden
zouden bedorven worden, terwjjl hjj, wat ont
siering der straten betreft, hun, die daar bang
voor zjjn, zou willen aanraden het gras maar
te laten groeien.
De heer W. J. Sprenger zou meer voelen
voor een proef van f 600 zonder verbinding
voor volgende jarenvooral omdat hjj zich
gaarne zou overtuigen of bjj noodige opbre
king der straat voor gas- en waterleidingbui
zen de kosten niet te groot zouden worden.
De heer Den Bouwmeester meent dat de
straten even makkeljjk zullen kunnen opge
broken worden als thans het geval is. Op
verschillende plaatsen in het buitenland wordt
het door de commissie voorgestane systeem bjj
nieuwe en oude straten gevolgd.
Het voorstel-Gratama wordt alsnu in stem
ming gebracht en aangenomen met 9
tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren V. d. Harst, De
Stoppelaar, Van Dunné, Tak, Den Bouwmeester,
Koole en V. d. Swalme.
De heer jhr mr E. P. Schorer stelt nu voor
den post voor het wieden met f 200 te verhoogen.
De heer Den Bouwmeester deelt mede dat
nu 1200 vierk. meters minder gewied moet wor
den, zoodat het bedrag van f 2600, daarvoor
uitgetrokken, met f 200 kan verminderd worden.
De heer Brevet merkt op dat volgens de
memorie eerst zal gewied moeten worden voor
de asphaltbestrooiing.
De heer Den Bouwmeester zegt dat vier
maal 's jaars gewied wordt en nu maar een
maal eene vermindering van f 200 is dus
alleszins gewettigd.
De heer Van Dunné zou het geheele wieden
wel willen afschaffen.
Met algemeene stemmen behalve die van
heeren Van Dunné, Den Bouwmeester, Koole
en Van der Swalme, wordt het voorstel-
Sohorer aangenomen.
Bjj art. 7 van dezelfde afd. en hetzelfde
hoofdstuk, onderhoud van fonteinen, wandel
plaatsen, beplantingen enz., komen in behan
deling het voorstel van de commissie van fa
bricage om den post voor bloemen etc. met
f 50 te verminderen, waarmede burg. en weth.
zich niet kunnen vereenigen, en het denkbeeld
om de Markt te beplanten, waartegen bjj burg
en weth. geen bezwaar bestnat.
Eerst komt de bloemenkwestie aan de orde.
De heer Van Dunné erkent dat men een
bjjzondere liefhebberjj moet hebben om op de
bolwerken bloemen en planten te planten en
hjj zou die liefhebberjj gaarne gunnen aan
hem die ze heeft, als men de perken niet
moest omringen met staketsels die voel geld
kosten en leeljjk staan.
Op de bolwerken zjjn om de schoonheid te
verhoogen geen bloemen en fijne heesters
noodig. Bloemen en fijne heesters kosten veel
geld en worden door de straatjeugd, soms door
heeren en dames, niet ontzien.
Spreker gelooft dat de aan dit onderdeel
besteedde arbeid zeer improductief is.
De heer Van der Swalme sluit zich daarbjj
geheel aan. De omheining is niet alleen
leeljjk maar bezwarend voor de voorbjjgangers,
waar men jjzerdraad met prikkels gebruikt.
Door burg. en weth. is gezegd dat er reeds
eenigzins te bemerken is dat de perken wor
den ontzien, maar spreker neemt dit nog niet
geheel aan, ook op grond van hetgeen eenigen
tjjd geleden in een hier ter stede verschjjnend
nieuwsblad gezegd is.
De heer Van Hoek zal zjjn stem uitbren
gen tegen het doen vervallen van de f 50.
Het komt hem voor dat tusschen het vele
groen der bolwerken bier en daar een bloem
wel iets riants geeft. Hjj vindt het ook nog
al erg door het wegnemen der 50 te ken
nen te geven dat het Middelburgsche publiek
zjjn handen van de planten niet kan afhouden.
Dat is een eigenaardigheid van het Neder-
landsch publiek in het algemeen.
Langzamerhand zal het publiek echter wel
wennen aan bloemen en de perken op de
Bolwerken meer en meer gaan ontzien. Spre
ker zou ten minste nog wel gedurende een
jaar willen probeeren met het behouden der
bloemen.
De voorzitter deelt mede dat dit ook het
denkbeeld is van burg. en weth. Spreker
heeft ook vertrouwen in den goeden wil van
het publiek, die meer en meer bljjkt.
Met 11 tegen 5 stemmen wordt de post
gehandhaafd.
Tegen stemmen de heeren De Waal, Van
Dunné, Tak, Schorer en Van der Swalme.
Bjj de bespreking der kwestie van al of niet
beplanting der Groote markt merkt de heer
Van Dunné op dat hjj daarvoor geen post zou
willen uittrekken, omdat, naar bjj meent,
men dit wel uit het overige bedrag kan vinden.
Hjj keurt het af dat voor aanleg van bloem
perken uit andere posten geld is genomen
bjj goede kennis van zaken kan men voor
het uitgetrokken bedrag heel wat koopen,als
men bjjv. buiten de stad gaat.
De heeren Tak en De Stoppelaar vragen of
er een officieel voorstel is om de Markt te
beplanten.
De voorzitter meent dat dit wel het geval is.
De heer F. G. Sprenger zou gaarne willen
uitgemaakt zien of de Markt al of niet be
plant zal worden.
De heer Den Bouwmeester wjjst erop dat
de post voor f 350 niet voldoende zal zjjn om
meer te doen dan strikt noodig is buiten de
gewone beplanting. Verder deelt hjj mede
dat er uit andere posten geen geld voor de
beplanting is genomen en dat in de laatste
jaren binnen de stad geen boomen of heesters
gekocht zjjn.
De heer Van Dunné maakt nu eene becjj-
fering, waarin hjj tracht aan te toonendathet
met het nu reeds op de begrooting voorkomend
bedrag mogeljjk is ook de Markt te beplanten.
De heer Van Hoek wjjst erop dat het denk
beeld om de Markt te beplanten niet nieuw
is. Er was een tjjd dat er boomen op de
Markt stonden, die langzamerhand verdwenen
zjjntwee ervan herinnert hjj zich nog zeer
goed.
Wjjl nu indertijd een beplanting heeft be
staan, die is te niet gegaan en in al die jaren
is weggebleven, acht spreker het niet ge
wenscht weder tot het oude terug te keeren
te minder omdat hjj beplanting ook uit een
architectonisch oogpunt niet mooi vindt.
De heer Koole stelt in het licht dat de twee
boomen, die de heer Van Hoek bedoelt, magere,
akelige boompjes waren. Zjj stonden bjj het
voetpad en maakte de markt niet sierljjker.
Dat, gelooft spreker, zal wel het geval zjjn
indien het middenterrein werd beplant.
De heer jhr mr E. P. Schorer vraagt of het
geen zonde en schande zou zjjn het uitzicht
op ons eenig mooie stadhuis weg te nemen
door eene beplanting. Zelfs bjj het plan,
dat burg. en weth. opperen om eene zjjde open
te laten, wordt het gezicht op het stadhuis
weggenomen.
Spreker wjjst op het plein te 's Hage, waar
door de beplanting de gebouwen, die daar
staan, onzichtbaar worden, Hjj zou zich
daarom niet verantwoord achten zjjn stem aan
beplanting van de Markt te geven.
De heer Van der Swalme is preoies van een
andere meening; bjj gelooft dat door het
groen de Markt mooier worden zou, ten bewgze
waarvoor hjj zich beroept op de Abdjj.
Met het denkbeeld van burg. en weth. kan
spreker zich vereenigen, terwjjl hjj ook gelooft
dat beplanting van drie zjjden de Markt goed
zou staan.
Hjj is het niet eens met den heer Van Dunné
dat het geld voor de beplanting uit een be-
staanden post te vinden is en stelt voordaar-
voor f 60 uit te trekken.
De heer De Stoppelaar is tegen beplanting,
eerstens omdat daardoor het gezicht op het
stadhuis zou weggenomen worden, maar ook
omdat hjj gelooft dat het groote, mooie, ruime
plein door beplanting zal worden ontsierd.
De heer Van Dunné is het hiermede niet
eens; hjj gelooft dat beplanting het markt
plein mooier maken zal.
De heer Gratama kan zich geheel en al
vereenigen met wat de heer Schorer heeft
aangevoerd.
Het verwondert hem dat de commissie voor
de fabricage niet met haar voorstel is voor
den dag gekomen vóór aan de nieuwe be
strating begonnen werd, wjjl er thans weder
op nieuw gebroken zal moeten worden.
De voorzitter gelooft dat, wanneer beplan
ting van de Markt meer aan de huizenrjj waB
voorgesteld, dit meer in den geest zou ge
vallen zjjn. Dan bleef het stadhuis zichtbaar
en het plein zjjn groot, ruim aanzicht behouden.
De heer Van der Swalme gelooft dat dit
idee niet zou opgaan omdat de boomen dan
spoedig de bewoners der huizen aan de Markt
zouden hinderen.
De zaak wordt nu aan stemming onderworpen.
Het voorstel van den heer Van der Swalme
wordt met 10 tegen 6 stemmen verwo rpen.
Voor stemmen de heeren Brevet, De Waal,
Van Dunné, Den Bouwmeester, Koole en Van
der Swalme.
Met betrekking tot afd. II vraagt de heer
F. G. Sprenger nog eene inlichting omtrent
de beschoeiing van den Kinderdjjk.
De voorzitter zegt dat burg. en weth. mid
delen zullen beramen ten deze.
De heer F. G. Sprenger hoopt dat die mid
delen spoedig mogen gevonden worden. De
toestand, zooals die aan den Korendjjk is, kan
niet bljjven bestaan. Verbetering is dringend
noodig.
De heer Van Dunné geeft toe dat verbe
tering noodig is. De commissie kon echter
over geen geld beschikken, wjjl eerst het stelsel
van leening moest worden uitgemaaktdaarom
deed zjj geen voorstel.
Bjj art. 2 afd. III van hetzelfde hoofdstuk,
aankoop van straatklinkerskeien en grint
komt het voorstel van de commissie voor fa
bricage om dezen post met f 1000 te verhoo
gen, ter tafel.
De voorzitter deelt mede dat burg. en weth.
met dat voorstel medegaan.
De heer Tak vraagt verlof om nog eene
inlichting te vragen omtrent de herstelling
van het raadhuis. Er zjjn twee beelden weg.
Die beelden moesten weg omdat zjj gevaar
liepen naar beneden te komen. Wanneer
keeren zjj terug en moeten er nog meer beel
den weggenomen worden
De heer Den Bouwmeester deelt mede dat
de beelden weg moesten omdat zjj gevaar op
leverden. De heer Cuppers is bezig om teeke-
ningen en begrootingen te doen bewerken van
eene restauratie van het bovendeel van het
stadhuis. Daarvoor waren ook beelden noodig.
De twee bedoelde zjjn naar Roermond overge
bracht om de kosten te kunnen berekenen;
als zjj gerestaureerd zjjn, komen zjj weer terug.
De overige beelden kunnen, wat de veilig
heid betreft, nog wel een tjjdje big ven staan.
.Daarna komt de kwestie van de straatklin
kers weer in behandeling.
De heer Van der Swalme wjjst er op dat de
keien gevraagd worden niet om nieuwe straten
te maken maar om straatwerk te verleggen
Den heer Van Hoek komt het voor dat f 1000
öf te veel óf te weinig is. Te veel wanneer
men die f 1000 alleen wil erlangen voor ver
leggen van straten, te weinig indien men
herbestrating noodig oordeelt.
De heer Van Dunné wjjst erop dat de f 1000
bestemd zjjn voor keien, blinkers en grint en
meent dat dan het bedrag niet te hoog is.
Het is niet mogeljjk den post op eenige guldens
te becjjferen, maar f 1000 materieel van keien,
klinkers etc. voor een stad als Middelburg is
toch waarljjk niet te veel.
De heer Tak kan zich niet vereenigen met
het voorstel omdat het in strjjd is met de
motieven, die geleid hebben tot het voteeren
van de kosten der bestrating van de Markt.
Er is toen bepaald dat er geen nieuwe keien
zouden worden aangekocht totdat die kosten
zijn afgelost. Daaraan moet, volgens spreker,
thans worden vastgehouden.
Het zou toch zeer de vraag geweest zijn of
de Maiktbestrating eene meerderheid had ge
kregen, indien niet de genoemde bepaling
ware vooropgesteld.
Burg. en weth. zjjn correct. Zjj hebben niets
op de begrooting gebracht, maar de commissie
van fabricage doet nu een voorstel om van
de indertijd gemaakte overeenkomst af te
wjjken thans reeds nu het werk nog niet eens
gereed is. Spreker zal dus in elk geval tegen
de Bom stemmen.
Dat zal ook de heer F. G. Sprenger doen,
omdat de uitgaaf voor de markt over 6 jaar
verdeeld is en de post voor aankoop van keien
zou vervallen totdat de schuld voor de markt
gedelgd is.
De heer Koole vraagt of de keien, die van
de Markt afkomen, niet meer kunnen dienen
bjj verlegging van straten? Werd er een klein
bedrag voor grintzand gevraagd dan ware
het een ander geval.
De heer Van Hoek stelt voor den post van
f 1000 te verminderen tot f 500. Eerstens om
te protesteeren tegen de wjj ze van handelen
ten opzichte van de Markt en tweedons om
dat voor verlegging van straten grond en ee
nige keien noodig kunnen zjjn.
De heer Den Bouwmeester geeft toe dat bjj
de kwestie van bestrating der Markt gezegd
is dat geen aankoop van straatkeien zou noo
dig zjjn, omdat uit een anderen post, art. 6
van afd. II van dit hoofdstuk, nog wel iets te
vinden was. Burg. en weth. hebben dien post
verlaagd, zoodat nu der commissie van fabri
cage ook de mogeljjkheid benomen is daaruit
iets te putten.
Wat betreft de opmerking van den heer
Koole wjjst de heer Den Bouwmeester erop dat
bjj het voteeren van de som voor de Markt-
bestrating bepaald is de afkomende materialen
te verkoopen.
De heer Van Dunné gaat mede met den
heer Den Bouwmeester -, de keien hooren z. i.
onder dezen post en niet onder een post van
onderhoud. Met dergeljjke posten toch ban
men scharrelen zooals men wil en dit acht
spreker verkeerd.
Er dient in elk geval iets toegestaan te
worden voor materiaal.
De heer Tak gelooft niet dat het eene mo
tief van don heer Van Hoek voor zjjn voorstel,
als zouden voor het verleggen van straten
nieuwe keien noodig zijn, hier op zjjn plaats
is; dit behoort bjj art. 6 van de vorige afdee-
ling. Het tweede motief, schipperen als het
bedoelt, ban spreker ook niet bevallen, omdat
het een inbreuk is op een vroegere beslissing.
De heer Van Hoek merkt op het voorstel
sredaan te hebben omdat hjj het billjjk acht
dat der commissie gelegenheid gegeven wordt
de herstellingen, die noodig zjjn. te doen.
Hierna komt het voorstel-Van Hoek in
stemming het wordt met 10 tegen 6 stemmen
verworpen.
Voor «temmen de heeren Van Hoek. Bre
vet. De Waal, V. d. Ree. Van Dunné en Koole.
Het voorstel van de commissie voor de fa
bricage wordt verworpen met algemeene
stemmen, behalve die van de heeren De Waal,
Van Dunné. Den Bouwmeester, Van der Swalme
en W. J. Sprenger.
Bjj deze atdeeling stelt de heer F. G. Spren
ger voor, evenals in 1885, een memoriepost uit
te trekken voor de helft in de kosten van de
verlenging van bet riool in de Winterstraat,
Hjj doet dit om den post onder de oogen en
levendig te houden.
De heer Den Bouwmeester wjjst er op dat
dan ook de post voor de helft in de kosten
van het eenmaal uitdiepen van de vesten
voor memorie zou dienen uitgetrokken te worden.
De heer Tak verklaart het behouden dier
beide posten zeer wenscheljjk te achten. Hjj
zet in den breede de kwestie, die bet hier
geldt, uiteen en vraagt of door burg. en weth.
niet geprotesteerd is dat de bagger, die op
gemeentegrond had moeten gebracht zjjn, is
geworpen op grond van derden.
De zaak moet overigens, naar de heer Tak
meent, levendig gehouden worden.
De heer Den Bouwmeester geeft inlichtingen.
Er is nog slechts een proef genomen, door
een geul te baggeren, en het polderbestuur
van Walcheren had recht om over den bag
ger te beschikken, terwjjl eindeljjk burg. en
weth. gevraagd hadden den bagger te bren
gen in het gedeelte vest aan den ouden Ar-
nemuidschen weg.
De beer Van der Swalme voegt daaraan
nog toe eene mededeeling uit de voorwaarden
van aanbesteding van het werk, waaruit bljjkt
dat de aannemer bet recht had den modder
te brengen waar hjj daartoe gelegenheid vond.
Dit is geschied. Aan den Noordsingel is
is met de vrjjkomende modder een vjjver achter
Klarenbeek gevuld. Dit was in 't voordeel
van den aannemer en zjjn recht.
De heer Tak zet nogmaals zjjn bezwaar uit
een dat de plaats bjj Poelendale niet gebruikt
is, waarop de heer Den Bouwmeester opmerkt
dat dit lid nog geen recht van klagen heeft.
Eerst als bet werk geheel is uitgevoerd en dan
niet is voldaan aan de bepalingen van het
contract, zou daarvan sprake kunnen zjjn.
De heer Van der Swalme bepleit nogmaals
bet goed recht van den aannemer, waarna het
voorstel-F. G. Sprenger om de beide posten
voor memorie uit te trekken, wordt aange
nomen met 15 tegen 1 stem, die van den
heer W. J. Sprenger.
Bjj art. 1 van afd. I hfdst. IV onderhoud
van verhuurde gebouwenkomt de kweet ie
van het gebouw in de Wagenaarstraat ter
sprake.
De heer Van Dunné herinnert aan de ge
schiedenis van dien aankoop en wjjst er op
dat dit gebouw, waarmede burg. en weth.
steeds goochelden, telken jare achteruit is
gegaan, zonder dat daarvoor eenige vergoeding
werd genoten.
Het gaat z. i. niet aan het gebouw zoo maar
renteloos in gebruik te geven, zonder dat dit
uit de begrooting bljjke.
De heerW. J. Sprenger teekent er protest tegen
aan dat burg. en weth. met dit gebouw zouden
gegocheld hebben. De raad zelf heeft besloten
het gebouw aan de Werkverschaffing in ge
bruik te geven.
De heer Van Dunné beweert dat er bjj dat
besluit slechts van een tjjdeljjke in gebruik-
geving sprake geweest is.
De heer Gratama toont, in verband met de
opmerking van de commissie van fabricage, met
cjjfers en berekeningen aan hoeveel menschen
er in de Werkverschaffing gewerkt hebben en
hoeveel loon daarvoor is betaald.
In den winter 189394 hebben daar ge
werkt tweehonderd en twee werklieden. Zjj
hebben gezamentljjk gewerkt zesduizend twee
en negentig dagen, alzoo per man, door elkan
der gerekend dertig dagen.
Uitbetaald is vierduizend vjjfhonderd negen
enzestig guldeD.
In den winter 1894 - 95 hebben daar gewerkt
tweehonderd twee en dertig werklieden. Zjj
hebben jgezamentlijk gewerkt vierduizend
zevenhonderd zes en veertig dagen alzoo per
man door elkander twintig en een halve dag
Uitbetaald is drieduizend vjjfhonderd negen
en vjjftig gulden vjjffcig cent.
Zjj, die de Werkverschaffing afkeuren, zjjn
niet op de hoogte der zaak. Zjj levert heel
veel nut voor het algemeen op.
De heer Tak zou niet zjjn stem eraan kun
nen geven om het huis der Werkverschaffing
af te nemen. Hjj gelooft dat de Werkver
schaffing nut doetbjj weet dat zjj aan her
stelling van het gebouw meer ten koste legt
dan huur en grondbelasting bedraagt en zou
daarom de zaak willen laten zooals zjj is.
De heer jhr mr E. P. Schorer teekent ook
protest aan tegen het gezegde van de com
missie voor de fabricage, waar die spreekt van
weinig algemeen nut. Spreker is van oordeel
dat de Werkverschaffing heel wat nut doet.
De heer Van Dunné bljjft bjj zjjne meening
dat uit de begrooting niet voldoende bljjkt
dat het huis der gemeente in eigendom be
hoort.
De voorzitter vraagt of het niet wensche
ljjk is nu uit te maken wat geschieden moet,
wjjl er geen voorstel is. Was het niet wen
scheljjk nu het bestuur der Werkverschaffing
de grondbelasting te doen betalen.
De heer Van Hoek meent dat thans geen
besluit te nemen is alvorens een ander con
tract met de Werkverschaffing is aangegaan
dan thans loopt.
De voorzitter deelt mede dat er geenrecht-
streeksch contract is, maar dat alleen het ge
bouw tot wederopzeggens in bruikleen is ge
geven.
De voorzitter brengt nu in stemming de
vraag of de toestand zal bestendigd bljjven.
Met algemeene stemmen op twee na wordt
dit goedgevonden,
Tegen stemmen de heeren Van Dunné en
Den Bouwmeester.
Het denkbeeld om het bestuur der Werk
verschaffing de grondlasten te doen betalen
wordt daarna verworpen met 9 tegen 7
stemmen.
Voor stemmen de heeren Gratama, De
Waal, De Stoppelaar, F. G. Sprenger, mr A.
P. Snouck Hurgronje, Den Bouwmeester en
Van der Swalme.
By art. 6 van aid. 1, Hfdst. V, jaarwedde
van keurmeesters, vraagt de heer Van der
Swalme of de keurmeester van visch ook gar
nalen keurt, waarop de voorzitter ontkennend
antwoordt, wgl garnalen niet onder visoh
worden gerekend.
Op eene nadere vraag van den heer Van
der Swalme of de garnalen in het geheel niet
gekeurd worden, geeft de voorzitter hetzelfde
antwoord.
De heer Van der Swalme verklaart dit ver
keerd te vinden, wgl garnalen somtgds gevaar
lijker zgn dan visch.
Bjj art. 17 van hfdst. IX., kosten gemeen aan
exploitatie van de gasfabriek en van de duin
waterleiding, stelt de heer W. J. Sprenger.
namens burg. en weth., voor dien post met
f 100 te verhoogen om het traktement van
den beambte Akkerman te verhoogen.
De voorzitter ondersteunt dit denkbeeld,
wjjst op de verdiensten van bedoelden ambte
naar en stelt de billgkheid in het licht van
de voorgestelde verhooging.
De heer Van Hoek is het volkomen eens
met burg. en weth., maar wijst er op dat de
verhooging van het traktement eigenijjk eene
toevallige zou zjjn, eu wel naar aanleiding
van eene opmerking der financieele commissie.
Zon het nu, vraagt spreker, niet wenscheljjk
zjjn dat in het college van burg. en wetb.
eens werd nagegaan of er geen andere verdien-
steljjke ambtenaren zgn, die recht hebben op
meer wedde.
De heer W. J. Sprenger stelt in het licht
dat de voorgestelde verbooging niet zoo toe
vallig is. Reeds vroeger hebben burg. en
weth. verhooging willen geven, maar zg durf
den er niet mede aankomen.
Met 9 tegen 7 stemmen wordt de verhoo
ging toegestaan.
Tegen stemmen de heeren Gratama, Bre
vet, F. G. Sprenger, Van Dunné, Snouck Hur
gronje, Tak en Van der Swalme.
Bg art. 18, kosten der exploitatie der gas
fabriek, wgst de heer Van der Swalme erop
dat de post voor Cannelkolen verhoogd is en
vraagt of daarmede bereikt iB het bedrag, dat
eertjjds door den wethouder is geraamd.
De heer W. J. Sprenger deelt mede dat dit
de basis is, ofschoon hg toegeeft dat er in
1894 in evenredigheid meer Cannelkolen ge
bruikt zgn, in verband met de verlichting in
Augustus en September.
De heer Van der Swalme vraagt of burg.
en weth. nu van meening zgn dat de licht-
kracht van het gas dient versterkt te worden.
De heer W. J. Sprenger geeft inlichtingen;
worden de meerdere cannelkolen toegestaan,
dan zal het gas, dat nu reeds een kaars ster
ker is dan vroeger, zoo blgven.
De heer De Stoppelaar vraagt of het gebruik
van muntgasmeters toeneemt en of die maat
regel bg het publiek ingang vindt.
De heer W. J. Sprenger deelt mede dat er
23 van de 25 in gebruik zgn. De tgd is ech
ter nog te kort om te kunnen constateeren of
de proef gelukt is.
De voorzitter betwgfeld of de grens, die
die nu bepaald is, wel de goede is. In andere
plaatsen is die wgder genomen.
De post voor onvoorziene uitgaven wordt
aangehouden tot na de behandeling der in
komsten.
Alvorens van de uitgaven af te stappen,
wenscht de voorzitter den raad nog in de ge
legenheid te stellen een onbilljjkheid te her
stellen. Bg hfdst. Ill afd. I art. 3 is de jaar
wedde van een ambtenaar met f 100 verhoogd
en die van den ander niet. Gaarne zon de
voorzitter nog eene nadere bespreking daar
over openen.
Dit wordt toegestaan.
De heer Den Bouwmeester wgst erop dat
de opzichter van de reiniging gedurende de
laatste twee jaren ook belast is met het
schoonhouden der syphons, wat nog al wat
werk oplevert.
De heer De Stoppelaar deelt mede dat hg
door de mededeeling van den wethouder voor
de fabricage er toe gebracht is om voor te
stemmen als de zaak nog eens in stemming
kwam.
De heer Yan de Ree zal dit, na ingewonnen
informatiën, ook doen. De betrekkelijke amb
tenaar heeft 60 uren dienst per week en hjj
acht het alleszins billgk de voorgestelde f 100
toe te staan.
Met 10 stemmen tegen 6 wordt tot de ver
hooging besloten.
Tegen stemmen de heeren Gratama, Brevet,
De Waal, Snouck Hurgronje, Schorer en Tak.
Thans wordt overgegaan tot de behandeling
der inkomsten.
Bg art. 12 van Hfdst, n, opbrengst van de
duinwaterleiding, vraagt de heer jhr mr E.
P. Schorer inlichting over een in dien post
begrepen som vanf 2000 voor opbrengst wegens
verkochte buizen en Kranen voor aanleg van
leidingen bg particulieren.
De heer W. J. Sprenger merkt op dat die
post een vorig jaar voor memorie was uitge
trokken.
Bg afd. II van hfdst. III vraagt de heer F.
G. Sprenger of in deze afdeeling geen post
voor straatgeld als memorie dient opgenomen.
De voorzitter vraagt of die post niet meer
onder beffingen behoort.
De heer F. G. Sprenger heeft daartegen geen
bezwaar.
Bg art. 1, afd. IV van hetzelfde hoofdst.,
weg-, straat- en andere geldenzegt de voor
zitter dat hier een som is uitgetrokken en
dus geen memoriepost noodig is.
Bg art. 3 van dezelfde afd., gelden van
banken of staanplaatsen op markten enz.,
vraagt de heer jhr mr E. P. Schorer hoeveel
financieel voordeel de nieuwe bepaling ten
opzichte van de jaarmarkt heeft opgeleverd,
waarop de heer Den Bouwmeester antwoordt
f 105.
Art. 5, schoolgelden, gymnasium i 6500,
wordt, zonder discussie, op voorstel van den
heer jhr mr E. P. Schorer, teruggebracht op
t 5800, als zgnde in evenredigheid met den
feitelgken toestand.
Daardoor wordt ook de post bijdrage van
het rijk en de kosten van het gymnasium
f 350 hooger en gebracht op f 5778.
Na afhandeling van de overige posten van
inkomst wordt de zitting gedurende eenigen
tgd geschorst.
Na heropening wordt de post voor onvoor
zien bepaald op f 4078.40 en het bedrag der
begrooting in ontvangst en uitgaaf met alge
meene stemmen op f 519.085,28 vastgesteld
en daarna de zitting gesloten.
Stoomdrukker^ D. G. Kröber jr.'~Middelburg