FEUILLETON. WAT VIEL HET ANDERS HIT! De voorzitter deelt mede dat burg, en wetk - hun voorstel handhaven en beveelt de aanne- miog ervan aan. De heer mr. A. P. Snouck Hurgronje ver klaart ook van oordeel te zjjn dat de heer De Fouw geen recht heeft op vrijstelling, wat hg door aanhaling van verschillende kon. beslui ten toelicht. Conform het voorstel van burg. en weth. wordt zonder hoofdeljjke stemming besloten. Daarna komt in behandeling de begrooting der schulterg voor 1896. Zjj bedraagt in ont vang en uitgaaf 3605 en wordt goedgekeurd met algemeene stemmen behalve die van den heer Koole. Alsnu komt ter tafel de gemeentebegrooting voor 1896. Deze is met de daarop betrekking hebbende rapporten grootendeels opgenomen in het bij voegsel tot dit nummer. Het slot van het antwoord van burg. en weth. op de rapporten der commissie van fabricage en financiën laten wjj hier volgen. Hfdst. Ill, afd. III, art. 2. (Aankoop van straatklinkers, keien en grind). Nu de commissie van fabricage het uittrek ken van dit artikel op een bedrag van f 1000 voorstelt, hebben wjj daartegen geen bezwaar. Hfdst. Ill, afd. III. Gaarne zullen wjj over wegen of en op welke wjjze eene verbetering is te brengen in de rioleering bjj deWinterstraat. Overigens zjj herinnerd, dat in het 7e lid van art. 4 van het den 12 December 1888 met het polderbestuur van Walcheren gesloten contract tot berging van de uit de vest ge baggerde specie zjjn aangewezen het gedeelte vest van den ouden Arnemuidsohen weg tot den bocht van den Veerschen watergang, het bouwland der gemeente buiten de Langeviele buitenbrug en het gedeelte vest bg Poelen- dale tusaohen de Winterstraat en den YlisBing- schen watergang, een en ander echter met dien verstande, dat de bagger daar behoort te worden geborgen, indien het polderbestuur daarover niet wenaeht te beschikken. Ten deele heeft dit bestuur daarover beschikt en den bagger laten brengen op eene weide langs den singel tusschen de Seisbrug en de N oord-buitenbr ug. Voor het overige is de bagger gebracht in het gedeelte vest aan den ouden Arnemuid sohen weg. Het polderbestuur wilde wel ook een gedeelte bagger bergen in de vest bg Poe- lendale, doch op ons verzoek heeft het dit nagelaten en alles doen brengen naar het ge deelte vest bg den ouden Arnemuidschen weg. Wg achtten dit gewenscht, omdat daardoor een grooter stuk grond werd gewonnen dan wanneer de modder over twee plaatsen werd verdeeld en wg het in het belang der open bare gezondheid beter oordeelden niet onnoo- dig bagger op twee plaatsen te brengen, terwjjl overigens met eene verlenging van het riool van de Winterstraat slechts eene onbeduidende verplaatsing van het kwaad aldaar zou wor den verkregen en die verlenging meer ook aan de gemeente zou kosten dan het verder vervoer van den bagger medebracht. De be woordingen van de door u vastgestelde bepa ling verzetten zich daartegen niet en ook achtten wg het in den geest en de bedoeling, dat wjj ten aanzien van de keuze van een of meer dier drie genoemde plaatsen met de omstan digheden te rade moesten gaan. Verder merken wg nog op, dat de uitdie ping, welke thans is geschied, nog maar is het maken van de geul op kleine afmetingen, be doeld in het 4e lid van art. 4 van genoemd contract, en dat wel degeljjk het bepaalde in het 8e lid van genoemd artikel van kracht bljjtt voor het geval, dat tot eene geheele ver dieping der vest met de in het 3e lid van art. 4 genoemde maximum-afmetingen, mocht worden overgegaan en die verdieping eene verandering aan het riool bg de Winterstraat mocht tengevolge hebben. Hfdst. IVj afd. 1, art. 1. (Onderhoud van verhuurde gebouwen). De ligging van het ge bouw met het daaracbter gelegen terrein in de Wagenaarstraat is te gunstig om ons vrjj- heïd te doen vinden mede te gaan met het denkbeeld der commissie van fabricage be treffende vervreemding van een en ander. Wg achten het vooralsnog niet onmogeljjk, dat de gemeente daarvan te eenigertjjd voor eene niet te groote school of anderszins behoefte zal hebben. Bg het onttrekken van het perceel aan de werkverschaffing achten wg geen overwegend gemeentebelang betrokken. Overigens zouden wg het wel billjjk achten, dat de commissie van werkverschaffing de grondbelasting voor hare rekening nam en nemen wg ons voor, Roman, uit het Duitsch. VAN E. VON WALD ZEDTWITZ. ZEVENDE HOOFDSTUK. »Gjj zweert mg trouwe vriendschap, niet waar, mjjnheer Von Raminiez vroeg Maud. Vriendschap!" riep hg gekrenkt uit. »En gjj wilt dikwjjls mjjn gast zjjn te Marsfeld wg moeten elkaar toch nader leeren kennen, niet waar sprak zg met groote naiveteit en met de harteljjkheid eener oudere vrouw. »0 ja, gaarne, gaarneMorgen van daag wanneer gg wilt." »Niet zoo stormachtig ook niet in de vriendschap, anders zjjn wg dadeljjk buiten adem. Gg moet mg een deftig bezoek bren gen, liefst niet alleen sMaar waarom niet?" >Wel omdat het voor een alleen wonende dame beter staat wanneer zjj geen jonge luitenants onder vier oogen ontvangt; men vindt dan toch wel een oegen blikje om1 met uw goedvinden aan de commissie te be richten, dat zg die belasting met ingang van 1896 zal hebben te betalen. Hfdst. VHI, afd. II, art. 1. (Bladz.42 van de memorie van toelichting). Inderdaad moet in plaats van >1 Juli 1894" gelezen worden »1 Juü 1896". Tevens nemen wjj deze gelegenheid te baat u er op te wjjzen dat op bladz. 29 regel 4 van onder moet worden gelezen 1896 in plaats van 1895. Hfdst. UI, afd. 1 en II der inkomsten. Het stadium, waarin de zaak betreffende het straat geld den 7 October (den datum, dien het rapport der commissie van financiën draagt) verkeerde, was dat wjj daarmede toen zoover gereed waren, dat een dienaangaande den volgenden dag door ons vastgesteld voorstel aan de commissie om advieB is toegezonden. Eindeljjk nog veroorloven wjj ons de vrjjheid u de volgende wjjzigingen in de begrooting voor te stellen Hfdst. IX, art. 17. (Kosten gemeen aan de exploitatie van de gasfabriek en van de duin waterleiding). Onder dit artikel komt voor eene post van f 1000 voor jaarwedde van twee kan toorbedienden. tevens belast met opnemen van de gas- en watermeters, het schrjjven van de quitantiën en het ophalen van gelden. De eene bediende is A. J. de Lange, die zoo lang hjj aan de gasfabriek verbonden is, f600 jaarwedde genietde andere is Akkerman, voor wies, zoolang A. J. de Lange aan de fabriek werkzaam blgft, alzoo slechts f 1000 f 600 f 400 overschiet. Wjj achten ons gelukkig uit de opmerking, door de commissie van financiën bg hfdst. Ill, afd. I, art. 3 ge maakt, aanleiding te hebben gevonden u op den voor Akkerman (aan wiens zorgen steeds groote geldsommen moeten worden toever trouwd en die zich steeds uitmuntend van zjjne taak kwjjt) ongewenschten, door ons over het hoofd gezienen toestand te wjjzen en u in overweging te geven ons, door bedoelden post van f 1000 op f 1100 te brengen en het ge heele artikel op f 10,100, in staat te stellen hem reeds met ingang van 1 Januari 1896 eene jaarwede van f 500, in plaats van f 400, toe te kennen. Is eenmaal A. J. de Lange niet meer aan de gasfabriek en duinwaterleiding ver bonden, dan kan voor zjjn opvolger worden volstaan met f 500 jaarwedde in stede van f 600. Hfdst. IX, art. 19. (Kosten van de exploi tatie der duinwaterleiding). Wjj hebben de eer u voor te stellen den post yan f 8521, onder litt. r genoemd, in overeenstemming te brengen met het bedrag, uitgetrokken onder Hfdst. II, art. 10 der inkomsten, en alzoo met f 0,50 te verhoogen, tengevolge waarvan dit artikel wordt f 18632.50. De behandeling der gemeentebegrooting wordt, wjjl geen der heeren algemeene beraad slagingen wil voeren, aangevangen met de uitgaven. De heer Tak komt ter vergadering. Bg art. 10 van afd. 2 hfdst. 1, kosten van onderhoud, schoonmaken en meubileeren van voor den huishoudélijken dienst bestemde gebouwen en vertrekken, wjjst de heer De Stoppelaar erop dat in 1894 reeds is gesproken over het leggen van een nieuw kleed in de vergaderzaal der kamer van koophandel doch tot heden is die dringend noodige verbetering uitgebleven. Hjj stelt voor dit art. te verhoogen met f 150 voor een nieuw kleed. De heer Yan der Swalme geeft toe dat het kleed slecht is, maar meent dat met het leg gen van een karpet aan de behoefte ban vol daan worden. De heer De Stoppelaar bestrjjdt dit denkbeeld. Daarna wordt diens voorstel in stemming gebracht en aangenomen met 10 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de heeren De Waal, Van der Swalme, Den Bouwmeester en Schorer. Bjj art. 11, kosten voor dekiesverrichtingen, vraagt de heer Van Dunne of bjj dien post gerekend is op de invoering der nieuwe kies wet. De voorzitter antwoordt ontkennend; hjj acht dit vooralsnog niet noodig. Bjj art. 13 toélaag voor de uitgaaf van de handelingen van den gemeenteraad van Middelburg, stelt de heer Van Dunne voor de som van f 100, uitgetrokken voor den redacteur, te verhoo gen met f 100 en dus te brengen op f 200. Hjj meent dat dit gewenscht is in verband met de vele werkzaamheden, aan de samen stelling verbonden. De heer mr A. P. Snouck Hurgronje zal zich daartegen verklaren, niet omdat hjj de ongestoord te praten. Gjj moet het zoo schik ken dat gjj met uwe vrienden bg mg blgft eten". »Zeker. Heel vriendeljjk Maud tuurde in de verte en zag Lütze aan komen, dus boog zjj vriendelgk, maar veel stjjver dan te voren, het hoofd tot afscheid. »Rjjd nu naar de jacht terug!" »Wanneer gjj het beveelt", zei .Frits onderdanig, groette, wendde zjjn paard en ontstelde, want nu eerst werd hjj Lütze ge waar. Dien wilde hjj niet ontmoeten. »HopVleermuis I" een kleine slag met de karewats en Vleermuis, die goed uitgerust was, vloog het bosch in, waar de jacht reeds op den terugweg was. Toen Lütze Maud zag, zou hg het liefBt om gekeerd zjjnmaar dat ging toch niet zjj moest hem gezien hebben en wat zou zjj daarvan denken Hier in de open lucht was een wederzien na het tooneel te Marsfeld nog gemakbeljjker dan tusschen vier muren. »Zoo hebt gjj gestoptriep zjj hem luchthartig toe en scheen het heele voorval vergeten te zjjn. >Ja ik »Maav waarom?" >Mjjn paard is nog niet goed getraind betaling voldoende acht, maar omdat hjj tegen verhooging van traktementen gekant is. De heer Van Dunné verdedigt zjjn voorstel en vraagt ol het geen overweging zou ver dienen dat de leden van den raad zeiven eene tegemoetkoming voor de Handelingen gaven. Hg stelt in het licht dat de belooning veel te laag is en de billgkheid eiscbt den ver richten arbeid te betalen. De heer Gratama zal tegen stemmen omdat ook door die verhooging het werk niet vol doende wordt gehonoreerd. Het voorstel-Van Dunné wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Ree, Koole, Van der Harst, De Stoppelaar en Van Dunné. Bjj art. 4, afd. 2, Hfdst. II is door burg. en weth. de jaarwedde van A. Mol met ƒ15 ver hoogd. Daartegen big ken geen bedenkingen te bestaan. Bjj art. 2 afd 1 Hfdst. Ill, vrije woning, vuur licht en duinwater van den bouwmeester, vraagt de heer Koole waarom bjj de scholen wel doch hier geen cjjfer voor duinwater is uitgetrokken. De voorzitter deelt mede dat hiervoor geene bjjzondere redenen bestaan. Wil de raad een cjjfer uittrekken, dan heeft hjj daartegen geen bezwaar. De heer Den Bouwmeester wjjst erop dat de gemeente voor dit duinwater f 15 betaalt, wat bljjkt uit de rekening. De voorzitter vraagt of de heer Koole zich er bjj kan neerleggen dat burg. en weth. de zaak regelen bjj een volgende begrooting. De heer Koole antwoordt dat hg bet bedrag om de regelmatigheid zou willen opgenomen zien in de begrootinghg heeft er geen be zwaar tegen dat dit bij eene volgende gelegen heid geschiedt. Bg art. 3 afd. 1, jaarwedden van de opzich ters bij de gemeentewerken, bestrjjdt de heer Sprenger namens de commissie voor de finan cien de daarbij uitgetrokken verhooging van f 100 voor een opzichter en een teekenaar. De heer Tak sluit zich daarbjj aan er wordt aangevoerd dat er meer gewerkt wordt, doch hjj wjjst erop dat het bedrag van de werken een f 27,000 beloopt, een cjjfer dat hem niet hoog genoeg voorkomtom verhooging van jaar wedde te wettigen, vooral ook omdat de finan- cieele toestand van Middelburg niet rooskleu rig iB. De heer Den Bouwmeester zet uiteen wat van wege de fabricage verricht moet worden door den opzichter. Deze heeft, behalve het houden van toezicht op de vesten, heel veel te doen. Ook de teekenaar heeft veel werk te ver richten zoodat hg dikwgls na kantooruren zich daaraan wjjden moet. Beide ambtenaren betoonen veel vljjt en jjver en burg. en weth. achten het gewenscht hunne jaarwedden te verhoogen. De heer Van Dunné merkt op dat de tee kenaar plus minus 15 jaar in dienst van de gemeente is en zijn werkkring in de laatste jaren zeer is uitgebreid. Eene belooning zelfs van 700 zou spreker nog eer te laag dan te hoog achten. Het is moeiljjk bekwame en geschikte teekenaars te krjjgen. De voorzitter hoopt ook dat de gemeente raad de verhooging zal toestaan. Hg acht het een verkeerde politiek om op de traktementen te beknibbelen. De heer Koole vraagt of de teekeningen, die bjj de stukken voor de leden van den raad gevoegd worden, steeds van de hand van den teekenaar zjjn. De heer Den Bouwmeester antwoordt toe stemmend. De heer De Stoppelaar zal, ofschoon hjj als lid der commissie tegen verhooging was, thans na de gehoorde inlichtingen daarvoor stemmen. De heer F. G. Sprenger vraagt of de heer Van Dunné het traktement op f 700 wil bren gen, waarop deze ontkennend antwoordt. De heeren Van Hoek en Brevet zjjn intus- schen ter vergadering gekomen. Het voorstel van burg. en weth., wat betreft den teekenaar, wordt alsnu aangenomen met 10 tegen 6 stemmen, die van de heeren De Waal, Gratama, A. P. Snouck Hurgronje, F. G. Sprenger, Schorer en Tak. Het voorstel betreffende den opzichter wordt verworpen met 9 tegen 7 stemmen. Voor stemmen de heeren V. d. Ree, W. J. Sprenger, V. d. Swalme, Den Bouwmeester, V. d. Harst, Van Dunné en Van Hoek. Bjj hoofdst. III afd. 11 art. 2, onderhoud van haven- en kanaaltverken, komt het voor stel der commissie voor de fabricage in be handeling, dat strekt eerstens om dien post Maud geloofde hem niet er moest hem iets onaangenaams gebeurd zjjnmisschien had men hem, tengevolge van dat ongelukkige duel, toch niet zoo vriendelgk ontvangen als hjj gehoopt had. »Dat is jammerKom met mg mede, dan rjjden wjj langzaam." >Het is beter dat ik naar huis rjjdIk ben in een afschuweljjke stemming ik zou Maud zag hem doordringend aan en sprak: Waar zoudt gjj dus beter genezing vinden dan bjj een trouwe vriendin, zooals ik, Lütze Plotseling voelde hjj een afkeer van die vrouw, doch hjj mocht dit niet laten merken, want zjj had hem te veel in haar macht. ^Vergeef mg, Mand ik ben er niet toe gestemd een huis vol zorgen, mgn koetsier, de bedienden, mjjn bankier en dan loopt deze bonk zoo ellendig, stjjf in den nek, waggelig op zjjn beenen, hard in den bek, ik ben van daag een onbruikbaar meubel." Met een kortenjjjgroet reed bjj weg. Maud oogde hem na en dacht: »Dat zit dieperen gaf haar paard de sporen en draafde in de tegenovergestelde riohting voort. De vos, van lieverlede uitgeput, vlood nu reohts dan links, en zocht ein'deljjk zjjn toe-. met f 250 te verhoogen en in de tweede plaats om de wenscheljjkheid van bedjjking te on derzoeken. De heer F. G. Sprenger vraagt of er in 1888 geen rapport is ingekomen van eene raads commissie en of dus de gevraagde som van f 100 wel noodig is. De heer Den Bouwmeester erkent dat er een rapport is, doch wjjst erop dat een plan moet gemaakt worden. De heer Van Dunné heeft de op deze zaak betrekking hebbende stukken bestudeerd en daarin zeer veel goeds aangetroffen, maar een afgewerkt plan niet. Maar al was dat ook het geval, dan toch zou een nieuw plan noodig zjjn wjjl de toestand daar zeer veranderd is, wat ook al bljjkt uit de meerdere kosten van bet bekrammen der djjken van de voormalige haven. Al ware het geval dat de kosten meer be droegen dan geraamd zjjn, en die zelfs tot f 20.000 stegen, dan nog zou de gemeente ge baat worden, ongerekend nog de waarde aan grond, die door de gemeente zal worden ver kregen. Spreker zou daarom willen dat een afgewerkt plan met begrooting enz. werde ingediend. De heer F. G. Sprenger gelooft niet dat er met deze zaak zooveel haast is en meent dat bet gevraagde bedrag van f 100 voor memorie kan uitgetrokken worden, opdat de leden van den raad nog eens kennis kunnen nemen van het vorig rapport, waartoe spreker geen gelegen heid heeft gehad. De heer Van Dunné gelooft niet dat het noodig is den post van f 100 voor memorie uit te trekken, wjjl een plan toch noodig zjjn zal. De verhooging van den post met f 150 voor bekramming wordt zonder hoofdeljjke stem ming goedgekeurd. Daarop stelt de heer F. G. Sprenger voor den post van f 100 voor het opmaken van een plan tot bedjjking voor memorie uit te trekken. De heer Van Dunné verklaart daar tegen geen bezwaar te hebben. De f 100 waren precies noodig voor reis- en verbljjfkosten en voor belooning was niets gerekend. Men zou het kosteloos hebben verricht. Als nu de post voor memorie wordt uitgetrokken, zullen de kosten later mogeljjk f 200 a f 300 bedragen. De heer Tak wjjst erop dat indertgd een belangrjjk advies is uitgebracht door den heer Hogerwaard, toen deze nog lid van den raad was. Wacht men door een uitgaaf van f 100 meer licht dan door den heer Hogerwaard is ontstoken, dan heeft spreker geen bezwaar tegen den post. Hjj had echter gaarne gezien dat den heer Hogerwaard voor deze zaak wat meer erkenteljjkheid was betoond dan nu het geval is. De heer Den Bouwmeester zet uiteen dat het rapport van den heer Hogerwaard door de commissie zeer gewaardeerd is, maar dat het hier geldt, voortbouwend op dat advies, een plan op te maken. Waar nu zoodanig plan te krjjgen ia alleen tegen vergoeding van reis- en verbljjfkosten, zou spreker gaarne zien dat de som van f 100 werd toegestaan. Anders zal het der gemeente veel meer geld kosten dan nu. De heer F. G. Sprenger vraagt of hg zich goed herinnert- dat de heer Hogerwaard tegen bedjjking zich verklaarde en, zoo ja, of men dan niet vreemd handelt door, op dat advies voortbouwende, wel een plan voor bedgking te willen opmaken. De beer Van Dunné zet nader het belang eener bedgking uiteen. Hg wjjst op de stg- ging der kosten van bekramming in de laatste jaren en vraagt of men nu maar bljjven moet bjj de meening van éen man, hoezeer dit ook een specialiteit zjjn moge. De heer De Stoppebiar merkt op dat de commissie indertgd, behalve uit den heer Hoger waard, ook uit andere Laden bestond. De heer Hogerwaard was de technicusde overige leden baseerden hunne meening meer op financieele gronden en ook die leidden toen tot uitstel. De heer jhr mr E. P. Schorer kan zich ook niet precies meer herinneren hoe het rapport luiddehg zou de zaak nog eens nader wil len bekjjken. Daarna wordt met 12 tegen 4 stemmen be sloten den post van 100 voor memorie uit te trekken. Tegen stemmen de heeren De Waal, Van der Swalme,Den Bouwmeester en Van der Harst. Bg art. 3 van dezelfde afd. en hetzelfde hoofdstuk, onderhoud van bruggen, komt de kwestie van de Bellinkbrug ter sprake. De heer Tak acht het nog al een belangrijke zaak of men een zoodanigen verkeersweg weg neemt of behoudt. Hg vraagt of burg. en vlucht in het dichte kreupelhout, waar de ruiters hem slechts met moeite konden volgen. Xenia gaf het op en reed langzaam langs den boschrand. Eensklaps zag zjj Klamor en riep bem toes-Bljjf bjj mjj »Hebt gjj Lütze gesproken »Ja." »En kon hjj zich niet beheerschen »Neen." »Heeft hg zich weer laten meeslepen om u een liefdesverklaring te doen »Ja." »En verwondert u dat?" »Neen, maar het bedroeft mjj diep er moet een einde aan dezen ongelukkigen toestand komen. Maar hoe »Hoe Ja, hg wist wel hoe zg er een einde aan zou kunnen makenmaar hjj was te kiesch en hield te veel van Lütze om dit te uiten. >Ho ho holla horridoklonk het van alle kanten. De vos schoot uit het hout, de honden volgden met bloed dorstige oogen en de tongen uit de bekken, en onmiddellijk daarachter Amsel, met los hangend haar, .zonder hoed en gescheurde amazone, tameljjk dicht gevolgd door Raminiez, terwijl het overige gezelschap een heel eind weth. eenige inlichtingen kunnen geven om trent dat verkeer,door een opgaaf van het aantal rjj- en voertuigen dat daar geregeld passeert. De voorzitter ziet het belang hiervan niet in. Met welk getal rjj- en voertuigen zou het bezwaar beginnen? De heer Den Bouwmeester deelt mede dat bg aanvoer van graan er veel gebruik van de brug gemaakt wordt en ook veel handkarren daarover gaan. Hg gelooft echter dat, waar er nog andere bruggen zjjn in de buurt, de opheffing geen bezwaar zal opleveren. Vele voerlieden prefereeren ook een omweg om deze brug, die te nauw is, niet te passeeren. De heer Koole geeft toe dat de Bellinkbrug altjjd eene moeiljjke geweest is. Op markt dagen wordt er echter veel gebruik van ge maakt en ook bg leveren van granen aan de, aan den Kinderdjjk staande pakhuizen. Men zal een storm van verontwaardiging krjjgen onder de burgerij als deze brug werd afgesloten voor rjj- en voertuigen en bet den raad z. i. zeer kwaljjk nemen wanneer die brug daarvoor gesloten werd. Spreker zou liever de brug hersteld en in bruikbaren staat behouden zien. De heer jhr. mr. E. P. Schorer vraagt of, wanneer de Bellinkbrug voetbrug wordt, dan nog f 650 voor herstelling noodig is. Hjj kan zich niet voorstellen waarvoor die f 650 ge bruikt moeten worden. De heer Van Dunné meent dat, wanneer de vorige spreker de zaak in loco onderzocht had, hem zou gebleken zjjn dat de brug, ook al doet zjj als voetbrug dienst, noodzakeljjk her stelling behoeft. Wanneer de brug zooveel mogeljjk hersteld wordt, bederft men niets. Wil men, na ver loop van enkele jaren, de brug weder als rjjbrug in dienst stellen, dan is dat zonder buitengewone uitgaven te doen. Liet men de brug zooals zjj was, dan zou men haar niet behoorljjk in stand kunnen houden. De heer Gratama zal zich tegen het denk beeld van de commissie van fabricage verklaren, omdat hg, waar de brug indertgd zeker is gelegd in het belang van het openbaar ver keer, niet er mede kan instemmen ze nu weg te nemen. Verder is de Spjjkerbrug zeer lastig met bandkarren te berjjdendaarvoor kiest men veelal de Bellinkbrng. De beer De Stoppelaar vraagt of in de f650 geen belangrjjk cjjfer begrepen is voor het in orde brengen der brug, wat betreft het openen en sluiten. De heer Den Bouwmeester geeft dit toe, de kosten zjjn gedeeltelijk om de brug beweeg baar te houden, gedeeltelijk om ze in orde te maken. Het voorstel der commissie van fabricage wordt aangenomen met 11 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Gratama, Koole, F. G. Sprenger, V. d. Harst en Tak. Bg art. 4, onderhoud van riolen enz., komt in behandeling het voorstel der commissie van fabricage om een afvoerbuis uit den watertoren naar de Heerengracbt aan te leggen. Burg. en weth. verklaren zich er tegen. Den heer Van Dunné is na een persoonlijk onderzoek gebleken dat de bewoners van de Heerengracbt dikwgls last hebben van stank. Het zou gewenscht zjjn daarin te voorzien. Eene begrooting is gevraagd van den direc teur der gasfabriek, maar liever bad spreker een rapport gehad van den gemeentebouw- meester. De opgaaf, die nu verkregen is, Ijjkt hem ontzettend hoog. Maar, al is zjj juist, is het dan toch zoo vraagt hg gerechtvaardigd den toestand te houden zooals die nu is? Spreker gelooft van niet. Een deel der inge zetenen wordt overlast aangedaan; en dat dient men zooveel mogeljjk te voorkomen. De heer mr A. P. Snouck Hurgronje vraagt hoe dikwgls de bewoners der gracht last hebben. Geschiedt dat wekeljjks of slechts enkele malen per jaar? De heer Van Dunné verklaart dat dit van omstandigheden afhangt, nl. of er veel of weinig water opgepompt wordt. Het kan zich 3 maal of 25, ja, 50 maal per jaar voordoen. Er zou misschien wel een middel zjjn den last te voorkomen indien vóór het juiste moment van overstorting de man, die pompt, werd gewaarschuwd. Wat de kosten daarvan zouden zjjn, kan spreker niet begrooten. De heer W. J. Sprenger deelt mede dat de last zich voordoet bg het schoonmaken van het reservoir; dat geschiedt slechts eens of twee maal per jaar. Overstorting van het re servoir kan meermalen plaats hebben en die zou alleen kunnen voorkomen worden door- in voering van een electrischen verklikker. Die achter was. »Nu, nu." De vos waggelde en zakte in elkaar. De honden wierpen zich jankend op hem. Amsel stond er dicht bjj en zag hulpeloos rond want het sprak van zelf dat zjj alB dame de honden niet kon afslaan. Frits sprong uit het zadel, evenals graaf Steustensburgsamen sloegen zg de honden weg en weldra kwam graaf Klör aan gegal- loppeerd om den vos af te steken. Nu kwam het heele gezelschap er bg, de drgvers volg den, en in een oogwenk was de stille weide vervuld met gejoel en getier. Graaf Klör reikte Amsel den rechter voorpoot. »Halt handschoen uit, met de bloote hand aanvatten!" »Dat kost eigenlgk een Jkus," fluisterde Frits. ^Onbeschaamde," liet Amsel zich ontvallen, die door haar vergissing toch al vuurrood geworden was. Daarop nam zjj den poot aan en stak hem in haar amazone; de andere dames en heeren staken ieder een eiken tak op den hoed; het Halali weerklonk, er werden fanfares geblazen en de jacht was algeloopen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 2