MIDDELBIRGSCHE COURANT. 138° Jaargang. Dinsdag- 1 October, N°. 231. 1895. Deze courant verBchljnt dagelijks, met uitzondering van Zon- i Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 30 Sept. 8 u. vm. 62 gr., m. 12 u. 79 gr.,av. 4u. 78 gr. F. Verwacht O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zjjn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten eu Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlissingen P. G. de Veï Mesïdagh Zoon, te Goes: A. C. Bolüit, firma wed, A. C. de Jonge. Middelburg 30 September. Er was eens een groote lakenfabriek in eene kleine stad. De fabriek behoorde gedeeltelik aan een koopman, die te New-York woonde en in laken handej.de. Hp was de denkkracht der fabriek. Hp ging naar zpn bureau wanneer bet hem paste en ging er van daan als het hem goed dacht. Hp at en dronk rpkelpk, had paarden, schilderpen, een huis in de stad, eene villa buiten al de gewone weelde van den gegoeden New-Yorker. Betrekkelpk werkte hp niet hard en het weven werd voor hem gedaan in de fabriek. In de fabriek werd het werk persoonlpk geleid door een opzichter, een verdienstelpk man, die veratand had van de weverg, en die vroeg opstond 's morgens en den geheelen dag bp de zaak was, en de fabriek op gang hield. Hp kreeg een goed salaris, en spaarde geld, dat bp belegde in andere fabrieken, waarvan de man te New- York eveneens de denkkracht was. Plotseling stierf de rpke man te New-York. Zpne erfge namen en de andere eigenaars der fabriek, besloten haar niet te verkoopen, en daar de opzichter meer van de zaak scheen te kennen dan iemand anders, verhoogden zp zpn jaar wedde en stelden hem ad interim aan tot denkkracht. Maar opzichter te zpn van eene weverp is heel iets andera dan de denkkracht van eene zaak te wezen. De opzichter was eerlpk en trouw. Nadat hp als denkkracht en opzichter beide een paar jaren bad gewerkt (slechte jaren voor dien tak van bedrpf), werd het noodig een zaakgelastigde aan te stellen. Hp werd daartoe benoemd. Na eenigen tpd moest de fabriek gesloten worden en een poos later werd zp verkocht voor een bedrag, bp na hoog genoeg om de schulden te dekken. De opzich ter, optredende als denkkracht, geholpen door slechte tijden, had de waarde der fabriek vol komen uitgewischt, en tevens van de andere fabrieken, waarin hp zpne spaarpenningen had belegd. Handwerk is sterk geneigd te meenen dat de denkkracht in eene zaak te hoog wordt betaald en niet gerechtigd is tot de hooge emolumenten, die zp geniet. Handwerk vindt dat denkkracht leeft van het zweet van an- derer voorhoofd, en handwerk vindt dat niet eerlpk. Denkkracht leefde in dit geval ook van handwerk, en leefde er zelfs goed van maar toen denkkracht stierf en eerlpk hand werk hare taak overnam, toen moest de fabriek worden stil gezet, handwerk bleef gedurende twee jaar zonder verdiensten en de industrie, waarvan handwerk toch ook leefde, was ge ruïneerd. Het geval is geene uitzondering. Denkkracht moge een »lui varken" zpn, zp is onmisbaar en dit zpnde, is zp haar loon waard. Dit ^stukje werkelpk leven dat eene zede- les bevat" is ontleend aan Harper's Weekly en door ons overgenomen uit het Sociaal weekblad. Het was den 25 Aug. een jaar geleden dat het tragische feit op Lombok plaats had. Dit gaf der Soer. Crt. aanleiding in haar Kro niek het volgende te schrpven >Reeds een jaar" zeggen zp, die echtgenoot of vader of kind of geliefde daar verloren, want zp leven steeds in gedachten voort met hen, die zp verliezen moesten op zulk een wpze. »Pas een jaar", zeggen zp, die in den roes van het leven voortgaan en die vreese- lpke episode liefst zouden willen zien verdwp- nen uit hunne herinnering. En »pas een jaar" zegt hp ook, die als toeschouwer kalm verge lpkt, wat thans is met wat toen was. Wp herinneren ons allen den indruk, door de ver pletterende tpdingen teweeggebracht. Tpdin- gen, die met elk nieuw bericht ernstiger werden. Er lag geen overdrpving in, toen men sprak van het verlies van onze geheele krijgsmacht; toen op dat oogenblik was dat zoo. Van den hoogste tot den laagste was gedemoraliseerd door den tocht tusschen de muren, waarachter de vijand, ontrefbaar, b: zeker trof. De leider der expeditie kwam diep ter neergedrukt en somber aan boord van Koningin Wïlhélmina, en snikkend viel hp in de armen van kolonel Quispel»Alles is ver loren." O, dat was het gevolg van de vreeselpke overspanning en ook daarvan een gevolg waren de eerste adviezen, aan het opperbestuur in Buitenzorg geseind. Volkomen menschelpk en verklaring afleggend van het intens lpdens, door dien aanvoerder doorgemaakt, heviger naarmate hem ook maar eenig verzuim te wpten ware. Ik spreek nu niet over de waar deering der menschen, over het afbreken eener carrière, zulke overwegingen kunnen destpdi geen. plaats hebben ingenomen in het brein van een man, die eenige grootheid en eenige menschenliefde bezat, ik denk aan het zelf verwijt, dat ook hem moest ppnigen, al ware hp geen oorzaak van de ramp, bp het denk beeld, »ik had moeten voorkomen, en dat ver zuimde ik." De slachtoffers, die in het graf rusten, heb ben niet den zwaarsten last te dragen. Doch niemand wage ooit een poging om hen die dood zpn te belasten met de schuld die be staan moet; daarmee zou hp eeu laag werk verrichten. En toch allen, die helpen om de resultaten van het onderzoek naar de oorzaken dezer ramp geheim te houden, doen mede aan dat werk der duisternis. Het zal mp een raadsel bigven hoe men van een roemrpke bladzpde durft spreken in onze historie, door de Lombokverovering daaraan toegevoegd, zoolang de schimmen van zoovele helden ons blpven aangrenzen, niet roepend om wraak tegen het Balische volk, maar om rechtvaardiging in de oogen van eigen land- genooten. Men had gemeend, dat dit jaar in de Tweede kamer de behandeling der staatsbegrooting zoo tg dig zou zjjn afgeloopen, dat het aan de Eerste kamer mogelpk zou zpn haar voor 1 Januari aan te nemen. De kans daarop is verminderd nu de Tweede kamer besloten heeft het onderzoek eerst den 8en October aan te vangen, niettegenstaande de voorzitter meende dat men zeer wel den lsten October daarmede kon aanvangen. Wp nemen gaarne aan, dat de voorstemmers van. de motie Lohman dit uitstel in 's lands belang noodig achten, maar er stonden tegen over die 35 voorstemmers toch 23 tegenstem mers en 'tis niet te zeggen hoe de uitslag der stemming zou zpn geweeBt, ware de vergade ring talrgker bezocht. Nu ontbraken er, be halve de permanent afwezige dr. Kuyper, nog 41 leden. Als in de openbare vergadering soovelen op het appel ontbreken, hoevelen zullen er dan wegbljjven uit de secties 1 In der tpd zeide de afgevaardigde Taets van Amerongen, dat bij wel op de parades ver scheen maar niet aan den garnizoensdienst deelnam, 't ls te hopen dat niet deze opvatting van de taak van volksvertegenwoordiger oor zaak was van het wegbljjven der 41. (Amh. Crt.) Htfinimnin-loon en maximum- arbeidsduur. I De besprekingen van deze kwestie in de Zaterdag te Amsterdam door de Vereeniging voor Staathuishoudkunde en Statistiek gehou den vergadering begonnen te laat en duurden te lang dan dat onze oorrespondent ons daar omtrent nog iets zaakrpks kon telegrafeeren. Wp moesten dus volstaan piet de eenvoudige mededeeling in ons vorig nommer. Thans volge hier een overzicht van dei raadslagingen. De vraag, die besproken zou worden, luidde: »Is het wenschelpk, dat bepalingen worden gemaakt betreffende minimum-loon en maxi mum-arbeidsduur van arbeiders, werkzaam in dienst van openbare besturen, of bjj do uit voering van bestekken, door die besturen, vast gesteld." Hierover hadden zooals men weet preadviezen uitgebracht de heeren mi N. G. Pierson, mr M. W. F. Treub, W. A„ Reiger en D. E. C. Knuttel. Wp herinneren nog even aan hirane con clusies. De heer Pierson kwam het voor»dat de minimum loonsbepaling nooit tot iets goeds voeren kan. Een van beidemen stelt het loon even hoog als het zjjn zou onder de werking van vraag en aanbod en dan is de bepaling overbodig; of men stelt het hooger en dan wordt op kosten der belastingschul digen een voordeel geschonken aan enkelen. Slechts dan zou in het tweede geval de slot som anders moeten luiden, indien van het initiatief der openbare besturen een gunstige invloed op den loonstandaard in het alg te verwachten ware. Een logische redeneering echter, die zulk een verwachting rechtvaardigt is tot heden niet geleverd en niets van het geen bekend is omtrent de oorzaken, die den loonstandaard beheerschen geeft aanleiding tot het vermoeden, dat zp ooit geleverd zal worden. Een openbaar bestuur, dat aan. de arbeiders, in dienst zpner aannemers, een hooger loon dan het gebruikelijke verzekert,, bevoordeelt deze arbeiders, anderen bevoor deelt het niet. Hot algemeen belang wordt door den maatregel gedeerd, omdat openbare besturen hunne voornaamste inkomsten putten uit de bjjdragen der burgerp." De heer Treub kwam tot deze conclusie r »Het is wenschelpk dat door openbare bestu ren bepalingen worden gemaakt betreffende minimumloon en maximumarbeidsduur van deverhooging door arbeiders, in dienst van aannemers, werkzaam bp de uitvoering van openbare werken, mits men zich daarbp noch beperking van werk loosheid noch stelselmatige opdrjjving van het weekloon ten doel stelle. Bjj de onmogelijk heid om loonminima te bepalen, welke in verband met de beperking van den arbeids duur met wiskunstige zekerheid zpn vast te stellen, acht ik het nadeel van een te laag grooter dan dat van een iets te hoog gesteld minimum. Yoor de werklieden, die direct in dienst van openbare besturen werkzaam zpn, moeten bjj vaststelling hunner arbeidstpden en loonen overeenkomstige overwegingen gelden als bp bepaling der loon minima en maxima van arbeidsduur voor de indirect in dienst zpnde arbeidersbjj de vaststelling van de loonen der vaste werklieden komt het voordeel van den vasten dienst als een element bp de loonsbe paling in aanmerking". De conclusie van den heer Reiger luidde: Het is niet wenschelpk dat door openbare besturen bepalingen worden gemaakt betref fende minimum-loon en maximum arbeidsduur, 't zij afzonderlpk, 't zp met elkander gecom bineerd, der arbeiders, werkzaam direct in dienst dier besturen, hetzij bjj de uitvoering van bestekken, door dezen vastgesteld, behalve exceptioneele gevallen in het belang van den publieken dienst of in het belang van het uit te voeren werk. Ook het in werking brengen van die be palingen bp wpze van tpdelpken maatregel om als proefneming te dienen is te ontraden". Knuttel meende, van zpn stand punt als architect, te moeten besluiten le. Het is in het belang van het werk dat de werklieden behoorlpk worden bezoldigd en niet te lang arbeiden. 2e. Het is daarom in het belang der werk gevers hiertoe maatregelen te nemen. 3e. Bp het pysteem van openbare aanbeste ding is daartoe' de meest gewenschte weg be palingen in de bestekken op te nemen, rege lende loon en arbeidstpd. 4e. Door die bepalingen zullen uit de open bare aanbesteding eenige, de belangen der werklieden schadende, misbruiken verdwpnen zal het karakter der openbare besteding beter tot zpn recht komen. 5e. De minimum loonen, door openbare be sturen in de bestekken te bepalen, behooren in den regel niet hooger te zpn dan die welke in de plaats, waar het werk wordt uit gevoerd, als normaal voor volslagen, hun vak verstaande, werklieden kunnen aangenomen worden." De voorzitter der vergadering, de heer mr. N. G. van den Berg, opende het debat met een woord van oprechten dank aan destellers der doorwrochte praeadviezen. De voorge stelde vraag was voor hem belangrpker dan die van vorige jaren Gemeentefinan- ci ën en Armenzorg. Yooral hetpraead- vies van prof. Reiger had hem het meest ge troffen en het had zpn grootste sympathie, doch hp zou gaarne door het debat van dwaling worden overtuigd. De eerste, die daarna de kwestie besprak, was de heer mr Yan Geuns van Zierikzee. Deze bezag de zaak noch uit een oogpunt van verhooging van den loonstandaard, noch uit dat van wering van werkloosheid, maar al leen als het middel tot wering van misbrui ken. Overmatige arbeidsduur bestaat in erger- lpke matede gemeenschap heeft daartegen te waken. Staatstusschenkomst is hier niet aan de orde, maar wel de plicht van de ge meentebesturen als werkgevers. Zij moeten goeden patroons de hand reiken om den ar beidsduur te verkorten. Het staat vast, dat de productie er niet door wordt verminderd, maar wordt het loon niet verhoogd, dan wordt de werkman het kind der rekening en komt alle voordeel aan de patroons. Hp staat in deze aan de zjjde van den heer Gerritsen, bp diens strpd, met mr Treub gevoerd in het Sociaal Weekblad Prof. d'Aulnis, de quaestie naar aanleiding der preadviezen resumeerende, verdedigde op sommige punten het aangevallen rapport der Utrecht8che Raadscommissie, vooral de stelling, dat lange, vermoeiende arbeid nog niet uit puttend is, en betoogde verder, dat de zaak uit een locaal oogpunt moet worden bezien. In een wetenschappelijke vergadering is de vraag principieel niet te beslissen. Wanneer dan ook het plan bestaat om bepaalde conclusiën stemming te brengen, zou hp een contra-motie voorstellen. Hp ontkende, dat thans door -te lage inschrjjving bp aanbestedingen, als gevolg van te lage loonen, ondeugdelijk werk wordt geleverd en kwam op tegen het nevendoel, opvoering van het loon, bp verkorting van den arbeidsduur. Het verschil voor de meentekassen zou groot zpn, veel grooter dan 2.17 pCt, geljjk mr Treub beweert, en toch betwistte spr., dat de werklieden een loons- Amsterdamsche regeling hadden verkregen. Ten slotte zette hp ook de bezwaren uiteen tegen tjjdeljjke loonsregeling. Verder wees bjj er op dat door de loons- 'egelingen werkstakingen worden uitgelokt al de treurige gevolgen daarvan en dit mocht niet de politiek van gemeente-besturen zpn. Mr Levy stond lpnrecht tegenover prof. Rei ger, wiens standpunt wp z. i. zpn ontgroeid. Hjj noemde het de aanbidding van het gouden kalf. Yoor prof. Reiger werd de geheele kwestie beheerscht door vraag en aanbod. Hetpraead- vies-Knuttel was voor spreker een verademing. Dit tot uitgangspunt nemend, betoogde hjj, dat de bevoegdheid der gemeentebesturen in deze onbetwistbaar was, zoowel tot regeling bjj werken in eigen beheer als bjj uitbesteding. De gemeente had niet alleen misbruiken of misstanden weg te nemen, zp moest ook een plicht vervullen bjj de bepaling van loon en arbeidsduur, zekere vrjjgevigheid betrachten, zonder vermomde liefdadigheid of geldver spilling. Waar omtrent de wenschelpkheid twjjfel bestond, beslisse men ten voordeele der behoeftigen. Hjj miste het geloof in de abstracte oeconomische waarheden, door mr Pierson om helsd, waar deze een steunpunt zocht in een overmatig aandeel in de winst voor het kapi taal. Mr Levy was dus van ganscher harte voor loons- en arbeidsbepaling. Deze verklaring werd met applaus begroet. Mr Verrjjn Stuart betreurde niet, dat het vraagstuk zijn wetenschappelpk karakter ver liest; door practiBche beschouwing werd de oplossing bevorderd. Het Btzndpunt Ppnappel- Treub, tot wering van misbruiken, was niet zelfstandigmen moest bepalingen verlangen uit een sociaal-politiek oogpunt, tot verbetering van den arbeidstoestand, zelfs al werd de arbeid duurder, of ter bevordering van de deugdeipk- heid van het werk, door een preventief middel; geljjk de heer Knuttel wil. Maar het sociaal- politiek standpunt werd allengs verlaten. Ook mr Treub erkent dat nóch wering der werk loosheid, nóch loonopvoering het doel was dezer bepalingen. Als preventieve waarborg voor de deugdelpkheid van bet werk was het eigenbelang van den aannemer voldoende. Derhalve was het eenig juiste standpunt in 3 verbetering van den toestand van den arbeider, zonder dat het werk duurder wordt, verhooging van het productief vermogen door betere betaling. Men heeft hier een zuiver practische vraag, maar er was geen uniformi teit denkbaar. Daarom was mr Stuart nog voor bepalingen nopens den arbeidsduur, maartegen loonsregeling, tenzjj bjj wjjze van proef neming. Mr. Bloembergen van Leeuwarden deelde het resultaat mede met de daar genomen proef. Indien hooger loon werd bepaald dan de plaat- seljjke werklieden verdienen en waard zijn, halen de aannemers werklieden van elders. Men protegeerde daardoor in verkeerde rich ting de oeconomisch sterkeren tegenover de zwakkeren, de minder bekwame werklieden. Prof. Reiger meende, dat mr. Levy over hem heen geslagen had en de geheele oeconomie over het hoofd gezien. Allen wilden het goe de in het belang der gemeenschap en nu ging het niet aan eenvoudig in twjjfel het voordee' aan de behoeftigen te geven. Dat klinkt in de pleitzaal, niet in een wetenschappelijke rgaderingHjj betoogde nader, dat het doel moest zjjn de beste uitvoering van een werk te bevorderen, maar door een bepaling van minimum-loon bestond geen waarborg van betere werkkrachten. In elk geval, waar de gemeentebesturen goed werk meenden te kun nen bevorderren, was een geldeljjke opoffe ring geoorloofd. Als zjj evenwel traden op het gebied van verbetering der sociale toestanden, handelden zjj verkeerd en deden zjj door een gunst aan den een onrecht aan den ander. Wat de bepaling van arbeidsduur betrof, scheen in de practjjk voldoende uitgemaakt, dat lange werktjjden geen voordeel opleveren. Daarom was hjj zelfs tegen proefnemingen op dit ter rein. Deze bepalingen waren ook niet in het bel ang der werklieden zjj zeiven moesten be- oordeelen wanneer zjj rust noodig hebben. Eindeljjk moest men waken tegen het bevor deren van de dwaling, dat de wetgever het lot van den arbeider in handen zou hebben. De heer Van der Kemp (Den Haag), oud- directeur van het onderwjjs in Ned.-Indië, toonde den invloed van de loonsbepaling op den rentestandaard aan en waarschuwde tegen opdrjj ving der loonen. De heer Pierson wilde met mr Levy niet twisten, omdat deze niet aan oeconomische wetten gelooft. Hjj beperkte zich dus tot- eenige aanvullingen van het praeadvies voerde speciaal nog eenige bedenkingen tegen de loonminima. Als het stelsel van den heer Knuttel opgaat, zal alle werk voor open bare besturen uitstekend zjjn, maar de parti culiere industrie zal kwjjnen door de gebrek kige werkkrachten. Het is beter om de zaak over te laten aan de wet van vraag en aan bod. Deze iB hier wel te vertrouwen en de arbeider zal daarbjj niet het kind van do reke ning worden. Beperking van arbeidsduur heeft nergens nadeeligen invloed op het loon gehad. Ten slotte, zoo vervolgde mr Pierson, nog een nadeel: wordt de maatregel algemeen, dan zal er een minimum-loon zjjn, ook voor de zwakke krachten en dat zal ten nadeele komen van de beteren. Ook deze verklaring werd met applaus begroet. De heer Treub verklaarde niet te zjjn ver anderd. Hjj is nog voorstander van de bepa lingen nopens arbeidsduur en loon, maar als beide niet te verkrjjgen zjjn, dan neemt hjj alvast beperking van arbeidsduur. Zich groo- tendeels aansluitend bjj hetgeen mr Levy con tra mr Reiger heeft aangevoerd, betoogde hjj, dat de feiten overal de zoogenaamde wetten der oude oeconomen hebben gelogenstraft. Noch door loon-, noch door arbeidsbepalingen wordt de productie beperkt of belemmerd, en hij bleef dus in het belang van den vierden stand uit sociaal-politiek oogpunt het hande lend optreden der openbare machten in deze verdedigen. Ten slotte kwam de heer Knuttel, de man van de praktjjk, aan het woord. Hjj verklaarde niet te begrjjpen waarom de economen zoo onderworpen staan tegenover de economische wetten. Ook in de techniek zjjn er wetten, maar men tracht daarvan zoo goed mogeljjk gebruik te maken. Zoo zal men toch nooit nalaten, djjken aan te leggen, alleen omdat het water zoo graag in de polders zou loopen volgers de wet der zwaartekracht. Zelfs de wet, dat alles vergaan moet, tracht men zooveel mogeljjk te bezweren. Hjj vroeg ookAls men alles zoo graag tegen het laagste loon wil hebben, waarom dan ook niet bjj geesteljjken arbeid, bjj exa men-commissies b. v. Komend op hetgeen de heer d'Aulnis had 3zegd en wat anderen hadden geschreven, bestreed de heer Knuttel de meening dat er a ondeugdeljjke uitvoering van gemeente werken zou zjjn en dat er geen beunhazen onder de gemeente-aannemers zjjn. Yerschil- le staaltjes uit de pracljjk deelde hjj daar omtrent mede en hjj las een brief voor van den heer Jos. Cuypers, waaruit bleek dat de bepalingen, door zjjn vader en hem in be stekken gemaakt,allergunstigst hadden gewerkt op productiviteit en op kwaliteit van werk, terwjjl men er geen nadeelen van had onder vonden. Cgfers, zooals mr Pierson vroeg, zal deze wel nooit krjjgen. De werkzaamheden in de bouwvakken loopen te zeer uiteen. Alleen bg het stukwerk kan men zien dat, geprik keld door het hoogere loon, in minder Ijjd meer wordt geproduceerd. Den heer Bloembergen merkte hjj op dat waarscbjjnljjk de arbeiders juist voor hoogere loonen beter zullen werken. De wjjze van informeeren van den heer d'Aulnis achtte de heer Knuttel niet juist. De opzichters hebben geen belang om de cg- fers te verbloemen, de aannemer heeft dat wel. Hierna werd de vergadering door den voor zitter onder dankbetuiging gesloten. Een conclusie werd niet voorgesteld. Het allergrootste deel van dit verslag is aan het Vaderland ontleend. JUetterexx en Kunst, Eigen Haard bevat deze week o. m. een portret van den heer Willem Kes, met kort byschrift en een beschryving met tweetal afbeeldingen van de drie in aanbouw zynde pantserschepen, waarmede onze vloot verrykt zal worden. Door het tooneeïgezelschap van den Rot- terdamschen Tivoli-schouwburg, directie Joosten en Poolman, wordt Donderdag voor het eerst opgevoerd Ontgoocheld, tooneelspel in twee bedrgven, van mevrouw SimonsMees, schrgf- ster van Droomleven. Yolgens De Tijd heeft dr. H. J. A. M. Schaepman de zorg voor de vorming van een comité voor een gedenkteeken vandr. Nuyens op zich genomen. KERKNIEUWS Wekelyksche opgactf betreffende de Ned. herv. kerk. Beroepen naarCats P. J. Wauters te Ro zenburg; Hoogland L. A. F. Creutzberg te Pernis; en naar Kollumerzwaag J. G. Andreae, cand. Aangenomen het beroep naar Abbekerk door H. Schuttevaer Jzn. te Ursem. UIT STAD EN PROVINCIE- Morgen (Dinsdag 1 October) komt de winterdienst op de spoorwegen in werking. Wy verwgzen onze lezers, voorzoover het de Zeeuwsche Ign en de aansluitingen met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1