N°. 208 138' Jaargang, W oensdag 4 September. Een waar woordje Middelburg 3 September. HIDDElBIKn Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s mei uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f S Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel.' Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels f 1.50 ieder® regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte} Reclames 40 cent per regel. Vb eraonetcr. Middelburg 3 Sept. 8 u. vm. 59 m. 12 u. 70 gr-, av. 4 u. 71 gr. Verwacht Verand. wind. Agenten te VliBsingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolttit, firma weduwe A. C. de Jonge, t6 Kruiningen F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. ds Moou, te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen en te Ternenzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en adverteniiês aas, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Beuneahte, te 's Gravenhage. en A, ds La Mas Azn., te Amsterdam Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs es Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère 6. L, Daübe Cis., Joeh F. Joke;;, opvolger.. - AöveïieartSëta moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen is dezer dagen door Piet Vluchtig gezegd in het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag. Het was wel niet nieuw maar het mag toch nog wel eens gehoord worden, al klinkt het wat hard. Het is nu eenmaal de lust en het leven van velen om te bedriegen zich rechten toe te eigenen die iemand niet toekomente ontduiken wat plicht is te doen. Als er maar een kansje is om zich zei ven te bevoordeelen, om b. v. den fiscus te mis leiden of misbruik te maken van finan- cieele bepalingen, men zal dat kansje niet licht laten voorbijgaan. En als het dan gelukt, wel, dan beroemt men er zich op als op een heldendaad. Dat is een der grootste kwalen, die ons volk kenmerken. Het begrip van eerlijkheid is zoek, niet alleen op belastinggebied maar overal waar het geld een hoofdrol speelt. Als ieder eerlijk zijn aandeel betaalt in de kosten der huishouding van staat en gemeente, het moeilijk vraagstuk eener goede belastingregeling ware spoedig opgelost. Maar thans De minister van financiën heeft er dezer dagen nog op gewezen, dat strengere wets bepalingen noodig zijn om het ontduiken van successierechten tegen te gaan. Hij deed dit in zijne memorie van toelichting bij het door hem ingediende wetsontwerp „tot nadere regeling van het recht van successie en van overgang bij overigden, en tot wijziging van eenige bepalingen betreffende de heffing der rechten van registratie." Dat „iemand bij zijn leven goederen wil weggeven aan hem, die vermoedelijk zijn erfgenaam zal zijn, of er de voorkeur aan geeft, bij zijn leven een schenking te doen in plaats van een legaat te maken," vindt de minister niet erg. Daarop mag de fiscus de hand niet leggenwant op grond van de successie-belasting „heeft de schatkist wel aanspraak op successierecht, berekend over hetgeen de overledene bij zijn overlijden had en dus naliet, maar niet op de belasting van al wat hij zou hebben nagelaten, wanneer hij zuiniger of minder milddadig ware ge weest." Maar men verzint allerlei kunstjesmen bewandelt sluipwegenmen bemantelt de waarheid. Gij zorgt eenvoudig dat hetgeen gij bezit na uw dood het eigendom heet van een ander, en gij zelf het slechts in bewa ring hadt. Gij hebt slechts de voorzorg te nemen dat men na uw dood een schuldbe kentenis vindt van iemand, wien gij een of ander wilt vermaken. En de fiscus kan toekijken. Zoo zijn er tal van kunstjes in toepassing gebrachtde minister wil ze niet eens alle upnoemenhet kwade vindt zoo spoedig navolging. Maar wel wil hij trachten ze tegen te gaan. En nu is het eigenaardig-treurige van het geval dat het de bezitters zijn, die zulk een ruim geweten hebbende met-bezitters hebben geen reden om de successie-belasting te ontduiken. Bij de gemeentelijke inkomsten-belasting doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Ten koste van hen die eerlijk en trouw opgeven en van anderen, die, omdat zij een vast in komen bezitten, dat de belastingheffer kent, geen fraude kunnen maar ook niet willen plegen, zijn er die er zich op toeleggen om der gemeente te kort te doen. Maar ook op ander gebied zijn eerlijkheid en goede trouw ver te zoeken. De voorzitter dertentoonstellings-commissie te Amsterdam, mr N. A. Calisch, wees on langs er op dat een groot aantal bezoekers van de wereldtentoonstelling zoogenaamde bediendenkaarten heeft genomen voor fami lieleden en vrienden, niet in hun dienst, en alzoo voor 5 hun een doorloopend toe gangsbewijs tot de tentoonstelling bezorgd. En alsof dit nog niet genoeg ware, zoo ver- schacberden sommigen hunne vijfguldens- bediendenkaart voor tien gulden. Sommigen, misschien wel velen, zullen dit aardig vinden en bet „zaken doen" noemen. Piet Vluchtig uoemt het terecht „gemeen bedrog, tegen over een bestuur gepleegd, dat door het uitgeven van bedienden-kaarten aan velen een gunst bewees." Het is jammer, zegt hij verder, dat men de namen dezer wan- beschaafden niet openbaart, vooral nu onder hen voorkomen „bekende en welgestelde personen uit de hoofdstad," Want men dient vooral niet te vergeten, dat slechte opvoeding niet altijd afhangt van ongunstige herkomst. Een nieuw bewijs heb ik daarvan opge daan in het Volksblad, orgaan van Volks onderwijs, van 17 Aug. jl. Daarin komt eeD betoog voor ten gunste der gemengde volks scholen voor betalenden en niet-betalenden en trekken de schrijvers-onderwijzers op volksscholen sinds jaar en dag nagenoeg dezelfde conclusie. Plaatst, zoo spreken zij, op die scholen jongens en meisjes uit aller lei stand bijeen, het verkeer van kinderen uit verschillende standen van ouders in de maatschappij zal weldadig op allen werken. De ruw- en plompheid der kindereu uit de lagere klassen heeft als vanzelf een tegen wicht in de meer of mindere net- of be schaafdheid der meergegoeden. Hier open ik even een tusschenzin Ik cursiveer de netheidomdat een onder wijzer behooide te weten, dat in dezen zin van fatsoen en betere opvoeding netheid een ergerlijk germanisme is. Een net mensch heeft in het Hollandsch maar êéne beteeke- nis, dat is die van reinheid, keurigheid, zindelijkheid, en, gelijk ik meermalen schreef, heeft Jan Holland ons een koopje met zijn „Nette Menschen" geleverd. Men heeft zijne woovd-parodie voor echte munt genomen, en sinds dien dag is het aantal germanismen in de Nederlandsche taal met een reusach tig nummer vermeerderd. Net is onvuil en .nette" menschen zijn niet anders dan per sonen, die het vuile haten. Als er dus een „net" jongmcnsch bij u komt eten, verwon der ik mij over die aanduiding niet weinig, daar ik onderstel, dat in uwe nette woning wel geen vuile gasten zullen aanzitten en de bijzondere qualificatie dus achterwege had kunnen blijven. Door die vermenging van standen op de nette volksschool zult gij, behalve een on- derlirg verkeer, dat op verderen leeftijd gunstig op de onderlinge verhouding terug werkt, nog een gewichtig voordeel verkrij gen dat het peil der aigemeene beschaving stijgt. Bedenk wel zegt een der man nen uit de practijk dat beschaving en wanbesehavicg niet afhankelijk zijn van hoogere of lagere geboorte. In al de plaat sen, waar ik geweest ben, waren rijken en armen, en onder beiden beschaafden en min der beschaafden, of wilt ge liever gemeenen; maar de on beschaamdste jongens heb ik niet op onze gemengde dorpsscholen, ook niet op de tusschenscholen, maar op de zooge naamde „jongenheerenscholen" leeren kennen. Hieruit blijkt opnieuw de eeuwenoude waarheid, dat ongemanierdheid niet aan eene bepaalde volksklasse eigen is. Wanbescba- ving is niet het uitsluitend erfdeel van de min bevoorrechten in het leven, doch een toestand, die over alle volksklassen verdeeld is. Haar te bestrijden is de allereerste taak van den opvoeder, haar te tuchtigen die van den moralist, en haar te straffen die van den politierechter, in de verre toekomst. Im mers van naaste toekcmst te spreken is bij wetgevende onderwerpen in Nederland de ondervinding eenigszins miskennen." Als men die waarheden zoo eens hoort, dan weet men niet naar welken kant men moet uitzien om verbetering te krijgen. Yan waar daagt het licht Dit is echter eveneens zeker dat éen waar heid in 't oog springteerlijkheid en goede trouw vindt men toch ook in alle standen. Als die standen nauwer tot elkaar komen, zullen de eerlijken en trouwen elkaar wel vinden en aan de anderen een goed voor beeld geven. Het wetsvoorstel van den heer C. V. Ger ritsen heeft tot strekking het afleggen van een eed of belofte bjj de aanvaarding van het lidmaatschap der Provinciale Staten of van den Gemeenteraad facultatief te stellen. In navolging van de wjjze, waarop dit in de Grondwet van 1887 is geschied, wordt voor gesteld uit de desbetreffende bepaling der provinciale- en gemeentewet weg te laten de woorden »door ieder op de wijze zijner gods dienstige gezindheidDaarmede wordt bereikt dat leden van Provinciale Staten en Gemeen teraden evenals leden der Staten-Generaal »hun betrekking aanvaarden met den eed of met de belofte, zonder dat onderzoek naar de godsdienstige gezindte, waartoe zjj behooren, noodig is." •Volgens den heer Gerritsen is het te ver wachten dat het voorbeeld van den heer Frowein te Helder om bij de aanvaarding van het lid- ■aatschap van den gemeenteraad den toela tingseed te zweren maar voor den zuiverings eed met eene verklaring en belofte te volstaan, meer en meer zal worden nagevolgd en mits dien de onzekerheid, waarin de gemeentebe sturen gebracht worden ten aanzien van genomen besluiten, in bedenkelijke mate zal toenemen. Het gevaar kan moeilijk worden overschat zegt de heer Gerritsen in de toelichting op zjjn voorstel dat een opvolgend minister van binnenlandsche zaken de interpretatie van art. 39, laatste zinsnede, van de gemeentewet, door den tegenwoordigen minister gegeven, niet aanvaardt, en dus een verzoek om ver nietiging van raadsbesluiten, waartoe personen medewerkten (die hoewel niet tot het Doops gezind kerkgenootschap behoorend) toch met eene verklaring en belofte van zuiverheid hadden volstaan, door hem zou worden onder steund. Ook bestaat Bteeds het gevaar, dat politie- ea andere verordeningen, met medewerking van zulke raadsleden tot stand gekomen, dooi de rechterlijke macht als niet verbindend, worden aangemerkt. Teneinde die onzekerheid weg te nemen, is het voorstel ingediendgeenszins om de eeds kwestie aan de orde te stellen. Dit laatste wenscht de heer G. op dit oogenblik niet. Hg wil er dan ook bjj dit voorstel niet over uit weiden in de toelichting, maar zegt, dat het zelfs met grond mag worden b'etwgfeld, of hjj van het recht van initiatief zou hebben ge bruik gemaakt, indien zjjn voorstel die strek king zou moeten hebben. Zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer onder Laatste berichten in het kort werd medegedeeld, werd Maandag de staatscommissie in zake pensioenverzekering te 's Gravenhage gtïnstalleerd door den uister van waterstaat, handel en njjverheid. Na de gebruikelijke begroetingen en nadat de minister in naam der regeering voorzitter, le den en secretaris der staatscommissie het wel kom had toegeroepen, zeide Zjjn Excellentie in hoofdzaak het volgende»Hefc was der regee ring, toen zjj besloten had een staatscommis sie in het leven te roepen, ten einde in de te plaats te onderzoeken of wetteljjke maatregelen moeten worden genomen om oude of invaliede werklieden een recht op geldeljjke uitkeeringen te doen verkrjjgen, aangenaam dat gjj bereid waart in die commissie plaats te nemen en de u opgedragen taak te aan vaarden. Uit de aan de commissie verstrekte opdracht bljjkt dat hare taak verder reikt dan de grond slagen te onderzoeken, waarop een verzekering van 'tlofc van oude werklieden door een pen sioenstelsel zal kunnen en behooren te worden geregeld. De regeering wenscht het geheele vraagstuk der ouderdoms- en invaliditeitsver zekering te doen onderzoeken, maar niet voor dat uwe commissie de wenscheljjkheid van een pensioenstelsel tot verzekering van het lot van oude en invaliede werklieden zal zjjn gebleken, Ieder, wien het algemeen welzjjn ter harte gaat, wenscht de toekomst van den arbeider verzekerd te zien. Yoordat echter middelen daartoe kunnen worden aangewend, behoort te worden onderzocht, of algemeen werkende be palingen zonder bevoorrechting van enkele klassen, zonder achterstelling van anderen en met eerbiediging van ieders rechten mogeljjk zjjn. »Het is derhalve de taak uwer commissie, naast de heilrjjke vruchten van een pensioen stelsel ook de belangen, die daardoor zouden kunnen worden geschaad, in het oog te houden. Mocht uw onderzoek tot de uitkomst leiden dat de voordeelen van een pensioenstelsel niet tegen de nadeelen opwegen, dan zal die uit komst de verwachtingen van velen in den lande teleurstellen, maar dan ook zal breed gemotiveerd dienen te worden dat niet de wil maar bet vermogen om een afdoende regeling tot Btand te brengen ontbreekt. Leidt uw onderzoek daarentegen tot de uitkomst dat een ontwerp van wet aan de Staten-Generaal behoort te worden aangeboden, dan moeten tal van hoogst belangrjjke vragen door uwe commissie worden beantwoord. De regeering tpreekt den wenach uit en durft de hoop koesteren dat het der commissie gegeven moge zjjn met vrucht de haar opgelegde taak te vervullen. In dit vertrouwen verklaar ik de commissie geïnstalleerd". Nadat de minister van waterstaat zjjn rede had uitgesproken, betuigde de voorzitter van de commissie, mr C, Pjjnacker Hordjjk, aan den minister daarvoor den dank der vergade ring en gaf een overzicht van het merkwaar digste, dat op het gebied der pensioenverzeke ring in het buitenland bestaat. De commissie heeft zich hierop geconstitu eerd en is te 4 uren uiteengegaan. De eerstvolgende vergadering zal vermoede- ljjk op 18 September gehouden worden. Bjj kon. besluit: is de eerste-luit. jhr J. L. Mock, van het 2e reg. huzaren, op zjjn verzoek, op non-activi teit gesteld is aan den directeur van het post- en tele graafkantoor te Sliedrecht, D. Rjjnders, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's rjjks dienst is benoemd tot directeur van het postkan toor te Schiedam J. F. W. van Veeren, thans geljjke betrekking te Harlingen is de O.-I. ambtenaar met verlof mr W. Vincent, laatsteljjk officier van justitie bjj den raad van justitie te Padang, op zjjn verzoek, wegens pbysieke ongeschiktheid eervol uit lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Aanstaanden Donderdag verleen en de minis ters van financiën en van oorlog geen audiën tie, terwjjl Vrjjdag de gewone audiëntie van den minister van koloniën niet zal plaats hebben. Het hof heeft voor den tjjd van acht dagen, ngaande heden, den lichten rouw aangenomen wegens het overig den van H. K. H. mevrouw de erf-Groothertogin van Oldenburg, geboren Prinses van Pruisen. JDe Koninginnen in Overijssel en Drenthe. De verslagen, in de verschillende bladen over het bezoek der koninginnen aan Zwolle, kenmerken zich door geen bjjzonaerheden. Het geheel draagt hetzelfde karakter als el ders. Ontvangst, dejeuner, bezoek der Regentes aan verschillende liefdadigheidsinstellingen, audiëntie, diner, rjjtoer door de stad enz. Zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld, kwamen HH. MM. te elf uren aan, onder het luiden van de klok het gedonder van het geschut, en werden in het station door verschillende autori teiten ontvangen. Na de voorstelling van die heeren door den commissaris der koningin, gingen HH. MM. naar de buiten wachtende rjjtuigen. Volgens den eersten verslaggever deed de menigte buiten het station, toen zjj HH. MM. zag, «daverende hoera's weerklinken" volgens een ander was, zooals destjjds in Middelburg, door den verrassenden indruk, dien de ver- schjjning van de koninkljjke moeder en de aanvallige jeugdige vorstin maakte, »het gt- juicb niet by zonder luid; de dichte menschen- rjjen stonden verbaasd, bleek van geestdrift slechts wuivend, knikkend met het hoofd. Op de balkons der villa's dames met Oranjesjer pen, zwaaiend haar zakdoeken." Toen de koninginnen daarop naar het gou vernementsgebouw reden, weerklonken de toe juichingen luider en aanhoudend uit den mond der dicht opeengepakte menigte. De audiëntie was zeer druk bezocht. Onge veer 500 personen maakten daarvan gebruik. Het enthousiasme steeg ieder oogenblik. Het publiek zong en jubelde dat het een lust was om 't aan te hooren. Als een klein bewjj' voor dit enthousiasme meldt de verslaggever der N. R. Ct. het volgendeToen de konin ginnen binnen waren in bet museum van de Vereeniging tot beoefening van Overijselsch Recht en Geschiedenisbleek de straat te nauw te zjjn voor de rjjtuigen om te keeren. 't "Was een moeiljjk geval. Een van de heeren de eerewacht zei toen schertsend»We moesten de. rjjtuigen maar optillen om ze naar den anderen kant te zetten." En nauwelgks had het omstaand publiek dat geboord of het brak door de linie, vroeg den koetsier de paarden vast te houden, lichtte toen de zware koetsen op en plaatste ze naar den kant van de Groote. Markt. 's Avonds tenegen uren, na het Staten- diner, waar de gebruikeljjke toespraken wer den gewisseld, maakten de Koninginnen een ir door de stad, en het volk drong en juichte en bewonderde dien phantastischen stoet, zoo schrjjft dezelfde verslaggever. Voorop de fiere ruiters, de flikkerende sabels zwaaiend om ruimte te maken, de rennende eere wacht met vliegend vaandelHare Majesteiten in lichte mantels in het rjjtuig met rood ge voerd. Als de vorstinnen na een half uur terugkeeren in het gouvernementBhotel, over het prachtig Ter Pelkwjjkpark, gaan zjj on middellijk naar den tuin, die geheel met lam pions omljjnd is. Over een rustiek bruggetje wandelen zjj naar een eilandje in den stads singel en daar ziet het volk haar in geheim zinnig duister, nu en dan bel beschenen door een vuurpijl, die gloeiend opsist en uit elkaar spat in veelvervige bollen tegen den hemel. Schitterend vuurwerk bood de gemeente den Koninginnen hier aan, vooral mooi in dien kring van verlichte vaartuigen, weerkaatsend in het water in bevende strepen. Dan kon je ook in eens zien, onder het geboomte, de duizenden toeschouwers aan den wal, zwarte silhouetten van Bchepen, een statigen toren met in gloeiend schritt een gekroonde W tegen den trans op den achtergrond. En pglen de menschen joelden groote stuk ken donderden en spoten vuurregens sissend op, terwgl zacht van het plein het Wilhelmus klonkdan in eens spottend gelach om één vonkje van een molen, dat lang wezenloos na bleef draaien. En telkens weer gejuich zal het wel big ven in de stad den ge- heelen nacht een stemming om niet te gaan slapen." Ten raadhuize werd 's middags aan Koningin Wilhelmina het huldeblgk der Zwolsche dames aangeboden. Streng in den laat-gothiéken stjjl gehouden, maar toch zonder slaafsche navolging, in oor spronkelijke vrjjheid van opvatting, is het kunstwerk door den heer J. H. Brom uit Utrecht vervaardigd. Met wjjze soberheid bleef de hoogte van het geheel bepaald op niet meer dan 65 cM., juist dezelfde hoogte als die van het Maastrichteche huldebljjk. Evenals dit werd het Zwolsch monumentje uitgevoerd in verguld-zilver en, als passende tegenhanger van den Maastrichtschen Engel, stelt het.Sint Michaël voor, die, op een hoog voetstuk staande, den helschen draak zege vierend onder zjjn voeten houdt en hem den genadestoot toebrengt. Het voetstuk is geconstrueerd uit de kruis vorm (het stedeljjk wapen); da solid''', maar tevens ranke bouw met zjjn scherpe kanten ljjnen, zgn forsche basementen en fier om hoog strevende pinakels, doet opvallend den ken aan een stadstoren der 15e eeuw, die t-egeljjk een bolwerk en een sieraad voor de veste was. Naar den toenmaligen stjjl rust het voetstuk op acht liggende leeuwende spre kende. symbolen van onverwinbaar sterke wachters bjj de poort. In de basis prjjkt ron dom bet opschrift van het huldeblgk: Aan Rare Majesteit Koningin Wilhelmina, ter ge legenheid van haar bezoek aan Zwolle in September 1895, Haar trouwe Zwolsche burgerij. Verder' ziet men het voetstuk in twee ver diepingen verdeeld. De onderste bestaat uit vier geljjke paneelen. Hierin is het vers aangebracht van dr. Schaepman, den grooten dichter uit Overjjssel. Als uit metaal geklon ken, met dien vollen, regelmatiger» toon van een feesteljjk klokgedreun, zoo luidt het kernachtig gedicht. Sint Michael, die ia het zwaar gevecht Den (lraak doors'eekt Patroon vsn deze Stede, Breugt U, Vorstin, den huldegroet, de bede Yan '"t oude Zwolle, aan 't oude Huis gehecht Regeer uw .volk in vrijheid en in vrede, Zoo geve 't God, de Schutsheer vau Uw recht, Over de vier paneelen in blauw email, zjjn wederom met zilveren letters deze dichtregelen verdeeld, geljjk zjj hier met twee schuine streepjes zjjn aangeduid. Een krachtige Ijjst met fijn bladerwerk scheidt deze onderste étage van de tweede at. De bovenste bestaat alweer naar het plan van een stadstoren uit vier vensterniesen, die i jmet een iond van blauw émail translucide, met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1