N°. 198. 138' Jaargang, 1895 Vrijdag 23 Augustus. MDHMIMSCHI COURANT. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2 Afzonderlijke nummers, met of zonder bjjvoegstl, zijn verkrijgbaar a B cent. Advertentiën: 20 cent per regel.1 Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Reclames 40 cent per regeJ: Middelburg 22 Aug. 8 u. vin. 74 gr. m. 12 u- 91 gr-, av. 4 u. 90 gr. F. Verwacht Z. wind. Agenten te VlissingenP. G-. de Vet Mestdagh tc Zoon, te GoesA. C. Bgluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te ErniningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooi/, te Tholen: W. A. van nreuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-burean's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gbeb. Bbhmtaste, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjje en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daudb Cie., Joh* F. Jones, opvolger. ldrerleatliSi moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen A T J E H. Wij hebben dan toch eindelijk eens een woordje op zijn pas gehoord. Een gewoon sterveling zou anders allicht gaan duizelen door al die verschillende cor respondenties uit Indië, waarvan de meer derheid een zeer oorlogzuchtig karakter draagt. Sinds de Lombok-geschiedenis, waarbij het steeds ontbrak aan eenige waardeering van den vijand, die toch streed voor zijn land, heeft men weêr meer en meer het oog ge vestigd op Atjeh. Daar wordt nog altijd door geschoten. De inwoners houden zich volstrekt niet rustig zij durven nog hier en daar onze troepen aanvallenen zij doen dit bij wijze van guerilla-oorlog. Dat onze voorouders tachtig jaren lang tegen de Spanjaarden vochtendat zij- des tijds die indringers zich van het lijf hielden en tegen hun tirannie zich krachtig verzet ten, dat wordt nog altijd als een heldendaad beschouwd. Maar wanneer een volk hetzelfde doet tegenover ons, dan is er oogenblikkelijk eene partij gereed om te spreken van tuchtigen, krachtig optreden, d. w. z. Al vernielen en verdelgen, wat zich maar even durft roeren. Op dat gebied is de consequentie vaak zoek», vooral waar het geldt koloniale be zittingen. De zich bij uitstek noemende beschaafde of christelijke volkeren hebben, vooral in militaire kringen, tal van personen in hun midden, die van niets anders droomen dan van vechten zij verliezen uit het oog dat het niet aangaat de goeden het met de slechten te doen ontgeldendat alles vernielen niet de weg is om een vol k zachter jegens ons te stemmendat van een zelfstandig volk, hetwelk nog eergevoel beeft en moed en lust om vrij te zijn, niet kan gevergd wor den oogenblikkelijke, stille onderwerping. Eerst langzamerhand moet het leeren be grijpen dat zich te schikken in het onver mijdelijke het verstandigst isen die over tuiging kan zich dan alleen vestigen, wan neer wij zeiven door daden van welwillend heid, van toenadering het vertrouwen weten in te boezemen. Zoo is de roeping van eene koloniale mogendheid, die eenmaal besloot zich te vestigen in een land, dat zij zich wil toe- En allerminst mag zij tot ruw geweld zich laten verlokken, wanneer zij tal van daden van roekeloosheid en vele misslagen op baar debetzijde te boeken heeft. Daartegen waarschuwt dan ook in het Handelsblad een onbekende, die blijkbaar met kennis van zaken schrijft. „Het is niet goed dat aanzetten en ophitsen tot vechten, zoo zegt hij, tot avontuurlijk vechteD, dat het zou moeten worden. Wij achten het een gevaarlijk spel, waartegen wij willen waarschuwen vooral nu nog in den roes der Lombokscbe victorie Het leed is niet te overzien, wanneer wij ons andermaal lieten verlokken op Atjeh dus -te gaan handelen. Het denkbeeld alleen komt ons zóo dwaas voor, dat wij niet kunnen gelooven van eenig ernstig voornemen daaromtrent van de regeering. De zege der onderwerping is d&Lr niet meer met de wapenen te bevechten. Er zijn tijden geweest dat we haar, zooals men dat zegt, voor het grijpen hadden maar es hat nicht sollen sein. Die tijden warenok de goed gelukte landing der tweede expeditie en de onmiddelijk daarop gevolgde nederlaag der Atjehers in de werken van Moesapina den bijna volbrachten tocht van den generaal Pel van Kroeng Paba tot Kroeng Raga; en ten laatste na den marche iriomphale van den generaal Van der Heijden. Maar het noodlot heeft gewild dat het eerste succes zonder beteekenend resultaat zoude blijven, door ons, nu reeds tengevolge van staatkundige over wegingen, met lamheid en werkeloosheid te slaan in de legerplaats van Penajoeng dat het tweede niet voleindigd werd door den dood van den generaal Pelen dat het derde niet vruchtdragend en krach teloos voor de toekomst zou worden gemaakt door een treurspel van menschelijke dwaas heid, waarin voorzeker de afgunst op militair fortuin de hoofdrol vervulde. En sedert gelooven de Atjehers niet meer in ons geluk. Zij wijken bij een treffen, wel is waar, voor onze dappere soldaten, maar zij weten dat Allah den Radja der Kafirs zooals zij kortweg de regeering aanduiden het vertrouwen heeft ontnomen wan kelmoedigheid in zijn hart heeft vastgezet, - waardoor hij geen vruchten van de overwinning kan oogsten. De terugtocht voor de Atjehers een vlucht daarna van onze troepen in de geconcentreerde stel ling, en de zich SDel afwisselende en elkaar afbrekende regeering en stelsels hebben niet kunnen dienen om hen in hun geloof in dit opzicht te doen wankelen. Wij herhalen hetde tijd is voorbij om Atjeh door wapengeweld ten onder te bren gen. De eenige weg om Indische stammen in den kortsten tijd, en daardoor tevens zoo humaan en goedkoop mogelijk, te onderwer- - door hen te vuur en te zwaard met vrees te slaan en voor altijd in hun over winnaars hun meesters te doen eerbiedigen, zooals wij nu op Lombok deden is ons op Atjeh afgesloten voor goed, sedert lang, ja misschien reeds na het nemen van een geheel ledigen Kraton met een in drukwekkende troepenmacht, die, pruttelende, maar op hoog bevel, wachthuisjes bouwende in het bivak van Penajoeng, zooals wij zeiden, de Atjebsche benden kalm in de gelegenheid moest stellen om zich te herstellen van deD schrik van Moesapi. Thans kunnen wij slechts door behendige politiek, met weinig vechten maar steeds ge dachtig aan de woorden van Cromwell„bidt God en houdt je kruit droog", vooral zooais de zaken thans staan, Atjeh gaandeweg nog doen treden in de rij onzer suspecte vrienden en bondgenooten. Maar daartoe moeten wij in de allereerste plaats blijven waar wij zijn. Zoo nu en dan, als de „toenadering" wat al te sterk wordt en niet voldoende kan worden tegengegaan door het vuur der wal len, dan een uitval, een snel en krachtig agressief optreden, dat, op z'n tijd gedaan, ook heel goed kan zijn om de inlevering geleende geweren te bespoedigen of de uitgeholde klapperstammen te vernielen, waaruit 2ij ons onze niet gesprongen gra naten prompt terugzenden. Maar daarna terug. Nooit meer dat vechten om „den keizer z'n baard", zooals het gekscherend werd genoemd, toen men ons telkens deed teruggaangeen herhaling van dai bentings bouwen en bezetten op dagmarseheD van de hoofdstelling, die eenmaal tot niets anders dienden dan op politiek bevel te wor den ontruimd en verbrand; en geen onver- tochten door de sawah's met dat eindeloos gesol van bloedige tandoe's onwaardeerbare daden van volharding en zelf verloochening onzer brave soldaten, doelloos gemaakt door betweterij en kleingeestigeD naijver. Neen, niet meer voor de zooveelste maal het binnenland in, nu men eenmaal niet heeft gewild dat het leger de kroon op het werk zette. Wat zouden wij daar nog doeD nu het Wilhelmus er geen indruk meer maakt Of denkt men daar wellicht het Gulden Vlies te vinden, in den vorm van diamantvelden of goudmijnen, steenkool-lagen of aardolie bronnen Nimmer en uit niets is nog gebleken, dat die natuurproducten er in beteekenende hoe veelheid aanwezig zijnmaar aangenomen zelfs dat dit wèl zoo ware wij kunnen immers toch niet ontginnen dan met een ge heel vredelievende bevolking of met een heel groot leger. Men vergete niet dat Atjeh r is dan Nederland en België. Neen, wij moeten nu den leenw blijven voorstellen die rust, met de klauwen tot uitslaan vaardig. Hadden wij dat maar veel vroeger gedaan in de zaken in het verre Oosten. En de schrijver verklaart dat deze redeneering van i gene is après coup. Hij. is steeds geheel al medegegaan met hen die betoogdeD dat het stelsel van in den Kraton blijven en afwachten, goed en logisch was, en dat het jammer is geweest dat de consequente uitvoering ervan onmogelijk is gemaakt, door de militaire nederzetting, die in 1874 het vertrek der hoofdexpeditionnaire macht d&ar bleef, in zulk een slecht beves tigde stelling achter t- laten dat zij niet kon afwachten maar moest vechten om zich te handhaven in baar positie. En eenmaal weer aan 't kloppenvogue la galère De menschen doen het, helaaszoo graag, en hier vooral was het verleidelijk om te trachten den schrik er weer in te brengen, die er zoo totaal uit was. Maar het denkbeeld van de afwachtende politiek was z. i. goed. Ja, hij heeft bij zichzelven meermalen gevraagdwaarom bleven wij zelfs inden Kraton, nadat die in onze handen was gevallen, enniet meer vechten maar toenadering zoeken, was voorgeschreven Waarom den Kraton toen niet zooveel mogelijk geslecht, in plaats van de oude veste opnieuw in staat van tegen weer te brengen, en ons te Oleh-leh, de embarkementsplaats na de landing, vast- izet 1 In korteren tyd dan er sedert is gewerkt aan Kotta-Radja; aan wellicht honderd bentings ten laatste, maar niet het minst, aan de geconcentreerde stelling, en met besparing van tal van menschenlevens milüoenon, 'had van Oleh-leh een voor een inlandschen vijand onneembare po sitie kunnen maken. Met nog eenige posten aan zee hadden wij de stranden, den handel beheerscht, zooals wij nu toch eindelijk gaan doen, en dan kunnen afwachten zonder ooit onvruchtbaar in het binnenland te vechten. Noch Kotta-Radja, waarvan de vijand de gemeenschap met de zee kon afsnyden, zoo- ook feitelijk in '74 geschiedde noch de honderd bentings, door hun isole ment noch de geconcentreerde stelling, die nooit aan haar doel heeft kunnen beant woorden men denke slechts aan de tijden der hinderlagen en overvallingen vooral in '86 en '87, toen honderden kranige bandieten ons binnen de stelling bevochtengeen van die stelsels noch sterkten hebben ons ooit de toenadeiiDg, hoeveel minder de on derwerping kunnen brengen. En zou men nu nog eens willen beginnen - Op die vraag van den schrijver zal elk bezadigd, ernstig man een ontkennend ant woord geven. Hij deed een goed werk zijn stem eens te laten hooreD. En wij meenden dat het nuttig kon zijn zyn woord te helpen ver spreiden, opdat het ook in den kring van onze lezers bekend wordeen zich onder hen de opinie vestige dat het onverstandig zijn zou het oor te leenen of zich te laten influenceeren door hen, die niets doen dan alarm slaan en, als 't van hen afhing, „het heele Indische leger lieten aantreden: de eene helft linksom naar Atjeh! de andere rechtsom naar Bali Flink, kort en habisch perkara den gesteld en daarmede zou hy de pacifi catie binnen kort tot stand brengen, door toepassing van een verdelgingssysteem, overal waar wy nog tegenstand ontmoeten." Na ons hoofdopstel gelezen te hebben, zal het onzen lezers zeker niet verwonderen, wan neer wy de hoop uitspreken dat dit gerucht alleen bestaat in de phantaisie van den cor respondent. Toch is er, volgens zyn beweren, iets dat aan het verhaal een schyn van waarheid geeft; men verzekerde toch dat generaal Vetter, met het oog op de plannen, die hy met Atjeh koesterde, conferentiën had gehad met gene raal Verspjjck en generaal Van der Hejjden, welken laatste hy te Bronbeek daartoe bezocht. Toen verleden Vrijdag de nieuwe leger-com- mandant van Indië den geheelen dag de gast van den commandant van het Invalidenhuis moet hy vooral zyn plannnen zeer breed voerig hebben besproken. »Ia dit zoo, dan mag men in het volgend jaar een hernieuwing van den Atjeh-oorlog te >et zien. Generaal Vetter vertrekt einde jmber van hierbegin November zyn functiën aanvaardende, zullen er dan nog wel enkele maanden verloopen, voordat men in Atjeh naar zyn instructiën kan optireden. En zulks te meer, omdat men zeker het gunstig gety toch wel voor een eventueelen nieuwen agressieven oorlog afwachten zal." Trots deze toelichting zien wy in deze mededeeling alleen nog liefst de vrucht van het combinatie-vermogen van den briefschrijver. Met hem achten wy het in elk geval gewenscht dat de Staten-Generaal vooraf gehoord worden over een zaak van zoo over wegend hoog landsbelang, waarbjj zeker mil- lioenen schats en misschien ook duizenden menschenlevens gemoeid zyn. By de beantwoording der troonrede of de behandeling der Indische begrooting is er alle gelegenheid om in deze licht te ver- krygen. Middelburg 22 Augustus. Den Haagschen correspondent van de Zaanl. CL is een gerucht ter oore gekomen, waarop hy de aandacht meent te moeten vestigen. Vol gens dat gerucht zou met het optreden van al Vetter, als commandant van het leger in Nederlandsch-Indië, een verandering gepaard gaan in onze Atjeh-politiek. «Het zou een der voorwaarden zyn geweest, waaronder de generaal de benoeming heeft aanvaard, dat de leidel jjke houding, door ons in de laatste jaren in Atjeh aangenomen verlaten en een agressieve taktiek gevolgd zou worden, die met de geheele onderwer ping van het ryk zou moeten eindigen. (Een belangrjjke versterking, zoowel wat troe pen als artilleriematerieel betreft, zon ter beschikking van den legercommandant wor- Het toekennen van den persoonlijken titel van minister-resident geschiedde waarschjjnijjk om zyn optreden tegenover buitenlandsche collega's te vergemakkelijken. Men weet het men doet aan buitenland- sche zaken sterk in »decorum". Voor de afwjjking van den gebruikelykön weg was hier dus oorzaak te over". De Standaard wyst erop dat het bericht, door ons uit het Volksblad overgenomen, omtrent een onderwijzer aan de christelyke school te De Heide, onder Velzen, pertinent is tegen gesproken door de onderwijzers der genoemde school zelf. Door hen werddaarbjj geconstateerd: 1° Dat by niemand hunner een dergeljjk bericht van het bestuur inkwammaar dat zy allen geregeld hun salaris ontvingen. 2° Dat niemand hunner voor de keus ge steld iB van heengaan of zonder salaris bljj- ven, en 3° Dat niemand hunner verlof heeft gekre gen voor zyn salaris te gaan collecteeren. De zaak was alleen dezeDat een der on derwijzers twee jaar geleden zich aanbood om voor de school te gaan collecteeren in zyn vacantietyd. Daar kwam toen niets van, maar omdat hy zich toen aangeboden had, heeft het bestuur hem onlangs gevraagd, of hy ditmaal wilde collecteeren, niet voor zyn salaris maar _voor de behoeften der school. Van verschillende zyden, ook door ons, is er de aandacht op gevestigd dat de bepalin gen in het kiesrechtontwerp van den heer Van Houten nog al eens aanleiding kunnen geven tot het uitsluiten van vele werklieden; ongemerkt, ook ongewild zou men de deur voor den neus van heel wat werkliedenkiezers kunnen toeklappen. •Er is vroeger al op gewezen, dat o. werklieden gevaar loopen, die aan fabrieken werkzaam zyn, maar toch niet tot het vaste personeel behooren. Dit aantal nu zal zoo betoogt B. te S. in de Volksstem niet gering zyn. Hy wyst o. a. op tal van fabrieken, die slechts gedurende een deel van het jaar werken en dus ook slechts in dien tyd haar vol per soneel noodig hebben, b.v. de suikerfabrieken. Dertig dezer fabrieken zyn in ons land ieder jaar werkzaam gedurende enkele winter maanden met duizenden werklieden, die de overige maanden van het jaar in allerlei andere bezigheden, ambachten en bedryven werkzaam zynmoeten deze allen nu, omdat zy geen vol jaar by één firma in dienst zyn en dit nooit kunnen zyn, van het kiesrecht uitgesloten worden, wanneer zy niet krachtens andere bepalingen worden toegelaten De zelfde vraag doet zich voor by het groot ge tal personen, in het gewone boerenbedryf werkzaam. By duizenden zyn ze te tellen, die slechts gedurende enkele weken by den zelfden boer -werken, om dan weder by een anderen tydelyk in dienst te gaan of het hoekje grond te bearbeiden, dat zy zelf in pacht hebbenen dit kan nooit veranderen." In verband met het door onzen Haagschen briefschry ver medegedeelde omtrent de benoe ming van mr. Verkerk Pistorius,schryft men aan het TJ.D. nog het volgende: ïVoor de verhuizing des heeren PistoriuB naar buitenlandsche zaken zyn geldige redenen. Men wenschte de werkkracht van den tegen- woordigen titularis te doen vervangen door eene van grootere quantiteit. Aan dit vereischte voldoet de heer Verkerk Pistorius volkomen. Maar er is meer. By buitenlandsche zaken worden de onder handelingen gevoerd over alles, wat de fiscale rechten betreft, handelsverdragen, uit- en invoer. En 't was de heer Verkerk, die tot hiertoe daarmee was belast. Hy, de man in belastingzaken zoo tehuis, leidde die besprekingen met de buitenlandsche zaakgelastigden of afgezanten, en is het won der, dat, nu eenmaal tot vervanging was beslo ten, dezen steunpilaar vanünanciën verhuizing werd aangeboden? ONDERWIJS. De 17de jaarcolleote voor de scholen met den bijbel bracht op te's-Heer Hendrikskinde ren met Wissekerke 12.43; Poortvliet (Ger. kerk) f 10.07Oost- en West-Souburg met Groote Abeele (Ger. kerk) f 45en te Wemtl- dinge (Herv. kerk) 10.66. By kon. besluit is benoemd tot onderwyzer in het vioolspel en den zang aan de ryka- kweekschool voor onderwijzers te Maastricht. C. Ling, te Nymegen. De heer Faiselj, leeraar aan het gymna sium en de H. B. S. te Nymegen, schrjj- ver van tal van schoolboekjes, is op 50-jarigen ouderdom overleden. UIT STAD EN PROVINCIE By kon. besluit zyn, zooalB nog in eeu deel der oplaag van ons vorig nommer werd medegedeeld, benoemd tot burgemeester van Noordgonwe R. Groeneveld de Kater en van Heinkenszand B. Vermande. By de posteryen is benoemd tot brieven gaarder te t o p p e 1 d y k G. Serrarens, thans postbode aldaar. Verder zyn verplaatst de commiezen der posteryen 3d klasse ten spoor- wegpostkantore no. 2, J. G. van Bruggen van V 1 n g e n (zeepostkantoor) naar Rotter dam en C. Willink van Rotterdam naar Vlissingen (zeepoatkantoor Uit Vlissingen schrjjft men ons Dat de liberalen verheugd waren over da overwinning, Woensdag behaald met hunne candidaten voor den gemeenteraad, na een hevigen stryd, bleek wel uit de wjjze, waarop zy aan hunne bljjdschap uiting gaven. Het bestuur van de vrijzinnige kiesvereeni- ging Algemeen belang bracht des avonds van dien dag met onderscheidene leden dier vèr- eeniging een bezoek aan de gekozenen; ook het muziekgezelschap Ons genoegen bracht hun eene serenade met fakkellicht. Dat het aan hartelyke toespraken niet heeft ontbroken, behoeft niet vermeld te worden, evenmin dat honderden menschen daarbjj tegenwoordig waren. In het Engelsche weekblad Yaxrplay komt een reeks artikelen voor over de stoom vaartdiensten tusschen Engeland en het vaste land van Europa. Hel jongBte nommer behandelt de stoomvaart maatschappij Zeeland en geeft de geschiedenis dier maatschappij van den aanvang tot heden, melding makende van de verbeteringen in den dienst, welke den len October zullen ingevoerd worden, en van de 10 nieuwe locomotieven, door de Exploitatie-Maatschappij by Beyer Peacock Sc Co. te Manchester beBteld. Het artikel gaat dan voort als volgt: »Met hunne nieuwe stoombooten nieuwe ry tuigen en nieuwe dienstregeling doen de Hollanders eene zeer krachtige poging en een kostbare poging om den tegenstand te over winnen, die hunne onderneming zoozeer teis terde. Wat het gevolg zal zyn en of de Maatschappij Zeeland er in zal slagen haar ongunstige financieels positie te verbeteren zal moeten blijken, maar het komt den onbe- vooroordeelden waarnemer voor dat zy eene uiterste poging waagt en dat hare potatie 'bjjj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1