N°. 171.
138e Jaargang.
1895
Dinsdag
23 Juli.
Een onderwijszaak van
nationaal belang.
HIBIIELBlRtiSClIE WOT.
Deze courant verschijnt dagelqksj
met uitzondering van Zon- en Feestdagen]
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f i
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regels Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 j
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte]
Reclames 40 cent per regel.
VkernoBetev.
Middelburg 22 Juli 8 u. vm. 58 g
m. 12 u. 61 gr-, av. 4 u. 65 gr.
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VTissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooxj,
te Tholen: W. A. tan Nieo"wenhuijzen en te Teraenzen: M. de Jongs. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertenaèn
aam, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Belies ante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie gémérale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cu., John F. Joheb, opvolger.
Advevfeatlëm
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Bij toe oonrent behoort een Bijvoegsel
Middelburg 22 Juli.
II.
0Slot
We komen thans tot de traktementen bp
het onderwjjs.
Beschouwen we de positie des onderwjjzerB
uit een geldeljjk oogpunt, dan hebben we een
reden te meer aan de rechtmatigheid zjjner
klachten en grieven te gelooven. Eene bezol
diging toch van 500 a 600 gulden moge voor
een beginnend onderwijzer op 18 of 19jarigen
leef tjjd heel aardig zjjn, in latere jaren bjj
meerdere geschiktheid voor het vak en drin
gender leveneeischen is ze bepaald onvol-
doelde te noemen en dat' nog te meer, dewjjl
de kans op bijverdiensten hem door gebrek
aan tjjd en gelegenheid of door een verbod
van hoogerhand nagenoeg geheel benomen is.
Men zal ons tegenwerpen, dat hjj door jjvorige,
volhardende studie zjjne positie verbeteren
kan en het alzoo zjjn eigen schuld is, wanneer
hjj niet vooruit komt op de maatschappelijke
ladder. Tegen die eerste bewering is zeker
niet veel in te brengen, echter zooveel te
meer tegen de gevolgtrekking, die men er
uit afleidt. Hat zjjn niet altjjd lusteloosheid
voor den arbeid, indolentie en gebrek aan
geestkracht, die hem van de voortzetting zjjner
studie terughouden en hem daardoor reeds
aan het begin zjjner carrière doen stuiten.
Onwil moge dikwjjls in het spel zjjn, menig-
vuldiger nog zjjn de gevallen, waarbjj onmacht
of gemis aan hulp en aansporing do oorzaken
van die verwaarloozing der studie zjjn. Met
uitzondering van hen, die van de kweekscholen
en soms zelfs van hoogere burgerscholen af
komstig zjjn, heeft het meerendeel der onder-
wjjzera eene gebrekkige wetenschappelijke
opleiding ontvangen, waarvan de tekortkomin
gen zich eerst bjj de voortgezette studie doen
gevoelen. Bjj die meer bevoorrechten werd
een stevige grondslag gelegd, waarop ze ge
makkelijk en desnoods zonder hulp kunnen
voortwerkende overigen echter bljjven steun
en leiding noodig hebben, vooral wanneer
hunne verstandelijke vermogens het middel
matige niet te boven gaan of zelfs niet eens
bereiken. Toch moeten ze dien steun maar
al te vaak ontberen, omdat bjj niet te
vinden is of menigmaal boven het bereik
hunner financieele krachten ligt. Wanneer
we nu nog in aanmerking nemen, dat in de
jeugd hunner jaren meer afleiding van de
studie dan opwekking en prikkel tot den ar
beid ligt, mag het ons niet bevreemden, hoe
zoovelen van hen mislukken. Eenigen big ven
r eeds in den aanvang stekenanderen doen
t enminste nog eene hopelooze poging om
v ooiuit te komen en geven den moed eerst
op na een of meermalen voor het een of an
der examen te zjjn afgewezen, om evenwel dan
tot doffe onverschilligheid of groote ontevre
denheid van geest te vervallen.
Er is voor hen eene hooge mate van ener
gie, werk- en wilskracht noodig om met hnnne
meer bevoorrechte collega's te kunnen wed-
jjveren; en zoo ze ten laatste tot moedeloosheid
geraken en hun streven opgeven, hebben ze
dat niet altjjd aan zich zeiven te wjjten. Al
lerlei invloeden werkten samen om hen te
doen worden of liever te doen bljjven, wat ze
zjjn ontevreden hulponderwijzers, die hun
corps in discrediet brengen. En wanneer we
ons voor een oogenblik in hun toestand den
ken, kunnen we ons eenigszins hunne ellende
voorstellen. Geen hoop in de toekomst, geen
uitzicht op bevordering en dan altjjd dat
zelfde schrikbeeld voor oogen te hebbendie
school, dien kerker! Is er iets vreeseljjkers,
iets meer geestdoodens, dan zoo te moeten
werken, dienen, zjjn ganschen leven lang?'
Geen verwachtingen te kunnen koesteren, geen
vooruitzicht te hebben op geldeljjke en dus
ook maatschappeljjke verhooging, geen illuziën
te mogen bezitten Alle lust sterft weg, alle
feu sacré dooft nit en de mensch gaat onder
i n ellende en weedom
Ook voor hen, die gelukkiger zjjn in het
welslagen hunner voortgezette studie dan de
vorigen, omdat ze zich onderscheiden door
meerdere schranderheid van geest en er
opvatting, of omdat ze in alleszins gunstiger
conditiën verkeeren, zjjn de bezoldigingen
verre van schitterend te noemen en althans
zeker niet geëvenredigd aan de diensten, die
daarvoor gepresteerd moeten worden, en de
uitgebreidheid der studie. De jaarwedden van
hoofden van scholen mogen over het algemeen
bevredigend zjjn, men vergete evenwel niet,
hoeveel moeite het meestal kost en hoeveel
jaren er noodig zjjn om zulk eene positie te
verwerven. Hoe toch is de verhouding van
het aantal mededingers tot dat der vaceerende
betrekkingen De meesten zjjn daardoor in
den toestand hunner geldeljjke bekrompen
heid gedoemd tot een langdurig, soms einde
loos wachten.
Van zeer nabjj bekend met het onderwjjs
in Nederlandsch-Indiè', stellen we ons het veel
beter lot van den Indischen collega voor oogen.
De onderwijzers daar te lande zjjn verdeeld
in drie klassen, waaraan successieveljjk ver
bonden zjjn maandeljjksche traktementen van
125, 200 en 250 gulden en bovendien het ge
not van periodieke verhoogingen, die voor de
derde klas zjjn gesteld op 4 driejaarljjksehe
ieder van 25 gulden en voor de eerste en twee
de klassen op 6 ieder van 50 gulden's maands.
De promotie van derde tot tweede en eerste
klas, die geheel volgens rangljjBt geschiedt,
eischt het bezit der hoofdakte en het behoeft
dus zeker niet gezegd te worden, hoe voor
den beginnenden onderwjjzers in de veel
schitterender conditiën der beide hoogste klas
sen eene krachtige aansporing ligt tot de
voortzetting der studie. Intuschen heeft het
Indisch gouvernement terecht begrepen, dat
het voor den dienst van aanbelang is alleen
onderwjjzers met de hoofdakte en soms ook
met eene aanteekening voor de Fransche taal
te doen uitkomen. Indië toch met zjjn heet
afmattend klimaat is niet het land voor
langdurige, zware inspanning van den geest.
Die klasse-verhoogingen volgens anciënniteit
i het genot dier periodieke traktementsver-
hoogingen, [waardoor de Indische onderwjjzer
eerst tegen het einde van zjjn diensttjjd (na
jaar) zjjn baton de maréchal erlangt, hou
den den lust voor het vak en den jjver voor
den dienst gaande en bewaren hen in verband
met nog eenige andere voordeelen, aan zjjne
positie verbonden, voor die ontevredenheid:
waarmede het corps onderwjjzers in het moe
derland is besmet. Wanneer men dan ook
het Hollandsch onderwjjs wjjzigde en wat
meer regelde op den grondslag, van het Indi
sche, zou men daardoor het lot en de positie
der onderwjjzers in het algemeen verbeteren,
hetgeen ook het onderwjjs rechtstreeks ten
goede zon komen door meerdere toewjjding
en opgewekter plichtsbetrachting.
Ziedaar eenige feiten, die we als de voor
naamste oorzaken van het kwaad te beschou
wen hebben. We zouden die Ijjst van grie
ven en klachten nog met eenige kunnen ver
meerderen, doch genoeg daarvan. Elk dier
feiten heeft zjjn nasleep van bedenkeljjke
gevolgen, die allen te zamen hebben geleid
tot dien treurigen staat van zaken, waarvan
we aan het begin van dit opstel gewaagden.
Eigenljjk hebben we tegeljjk met de opsom
ming van de grove misslager, tegenover de
onderwjjzers en het onderwjjs begaan, ook de
middelen ter verbetering aangegeventoch
willen we die hier nog eens resumeeren.
Men passé geen dwang toe op de keuze van
t beroep. Die dwang een tal van voor
beelden heeft dat ons geleerd verwoest het
levensgeluk van zoovele jonge mannen, die in
andere betrekkingen nuttige en gelukkige
menschen zouden geweest zjjn, doet hun het
v oorgestelde levensdoel missen en is verderfe:
ljjk voor de school. En wanneer ze het onder
wjjs kiezen uit eigen, vrjje beweging, onder-
zoeke men nauwkeurig of die keuze vaneen
ernstigen wil uitgaat en voldoenden waarborg
voor school en toekomst geeft. Men late niet
na hun met de voor- ook de nadeelen van het
beroep te toonen, geljjk men b. v. ook den
adspirant-ofScier de keerzjjde der medalje te
aanschouwen geeft.
Op de opleidingschol en voor onderwjjzers is
het de plicht der leermeesters bjj hunne leer
lingen den lust en de geschiktheid voor het
vak aan te kweeken en te verzorgen, als teere
kostbare plantjes in wording. Die taak is niet
gemakkeljjk en minstens even moeiljjk, zoo
niet moeiljjker, dan zorg te dragen voor de
verkrjjging van de vereischte theoretische be
kwaamheid. Leerlingen, die voor het onderwjjt
niets beloven, èf uit weerzin tegen de school
öf omdat ze bl jjken geven daarvoor geen of te
weinig practischen aanleg te bezitten, dienen
nog bjjtjjde van de scholen verwjjderd te wor
den, teneinde hen in de gelegenheid te stellen
een andere en gelukkiger keuze te kunnen
doen. Eenmaal bjj het onderwjjs opgenomen
is die terugkeer schier onmogeljjk geworden
Men noeme de toekomstige onderwjjzers eerst
dan bekwaam voor de school, wanneer ze vol
doende bljjken hebben gegeven daar in alle
opzichten op hunne plaats te zullen zjjn.
De examen-commissiën moeten niet slechts
daar zjjn om het onderwjjs te vrjjwaren voor
onkunde en theoretische onbekwaamheid, doch
bovenal ook om den toevoer te beletten van
jongelui, die geene roeping voor het vak ge
voelen, of die om andere redenen voor de
school niets beloven. We wenschten de
onderwjjzers-examens, zoowel voor de hulp-
als voor de hoofdakte, gesplitst te hebben in
een theoretisch en een practisch gedeelte en
voor beide dezelfde strenge eischen gesteld te
zien. In het vervolg wjjze men ook met
dezelfde onverbiddelijke gestrengheid voor het
laatBte gedeelte af, als waarmede men dit tot
nu toe alleen voor bet eerste beeft gedaan.
Hierdoor zouden de eischen voor het onderwjjs
belangrjjk hooger gesteld zjjn en de kans op
welslagen dus aanmerkeljjk dalen en dat zou
ongetwijfeld in meerdere of mindere mate
a perk stellen aan den dwang van
ouders en voogden op hunne kinderen en
pupillen. Men zal wellicht willen beweren,
dat het treffan van dergeljjke maatregelen een
belangrjjk tekort aan onderwjjzers ten gevolge
zou hebben en het is waar, dat er velen zouden
afvallen. Doch welke Immers alleen zjj, die
niet voor de school geboren zjjn, het onderwjjs
meer schaden dan bevorderen door hunne
ongeschiktheid en den goeden naam er van
benadeelen door hunne voortdurende ontevre
denheid en eindelooze klachten. Goed be
schouwd mag hunne verbanning uit de school
dus eene aanwinst, een zegen voor het onder
wjjs worden genoemd. Misschien is het wel
aan hunne aanwezigheid bjj het onderwjjs te
wjjten, dat zoo weinig jongelieden dit beroep
vrjjwillig kiezen; en we zouden derhalve mogen
verwachten, dat ons zuiverings-proces bjj het
jonge geslacht meerderen lust voor de school
zou doen geboren worden. Hoe dit echter
ook zjj, het is en bljjft een verkeerde stelregel
het benoodigde getal onderwjjzers te willen
completeeren door de aanneming van allen,
die aan de onvolledige eischen van de tegen
woordige examens voldaan hebben, onverschillig
of ze al dan niet lust en aanleg voor het
onderwjjs bezitten. Veel kaf is daardoor onder
het koren geslopen en de ondervinding heeft
het ons geleerd, dat het hoog tjjd is met dien
stelregel te gaan breken.
Hebben we er boven op gewezen, hoe het
met het oog op de bruikbaarheid der onder
wjjzers in de school noodig is aan hunne op
leiding eene andere richting te geven, niet
minder noodzakeljjk is dit met betrekking tot
hunne bruikbaarheid in de beschaafde wereld.
Het aanleeren van beschaafde manieren en
vormen, van wereldkennis en levenswjjsheid
dient aan hunne vorming ondergeschikt ge
maakt te worden en minstens geljjken tred te
honden met de ontwikkeling van hun geesf.
Er is geene opleidingsschool, waar meer naar
zoogenaamde educatie gestreefd moet worden,
als op die voor aanstaande onderwjjzers, omdat
hare leerlingen we hebben het reeds
gezegd voor het meerendeel in beschaafde
manieren tekort schieten.
Verder voere men eene betere traktements
regeling voor de onderwjjzers in, niet slechts
naar de mate hunner kundigheden, maar ook
billijkheidshalve naar het aantal hunner dienst
jaren. We willen eene geleidelijke opklimming
van salaris voor alle onderwjjzers min of meer
op den grondslag, aangegeven in onze verge
lijking van het onderwjjs hier te lande met
het Indische.
Voorts drage men zorg voor de wegneming
van alle verdere fouten, die de regeling van
het lager onderwjjs aankleven en die we niet
opnoemden, omdat we alleen onze hoofdgrieven
gaven, maar die niettemin mede als zoovele
belemmeringen het lot der onderwjjzers en den
goeden gang van het onderwjjs in den weg
staan. Men denke b. v. maar eens voor een
oogenblik aan de noodzakelijkheid der instel
ling van ijjkswege van een weduwen- en
weezenfonda voor de onderwjjzers.
De aanbrenging van al die noodzakeljjke
verbeteringen zou de lagere school een nieuw
en veel beter leven inblazen dan al het ge
harrewar van partijzucht in de vergaderingen
der Staten-generaal. De positie des onderwjj
zers zou er een geheel ander aanzien door
krjjgen en dit zou rechtstreeks van heilzamen
invloed zjjn op de school zelvewant vrucht
dragend onderwjjs is alleen te verwachten van
een goed en tevreden onderwjjzer.
Doch we betwijfelen, of er voor hem in de
naaste toekomst wel veel lotsverbetering zal
zjjn weggelegd, omdat hjj in dien jarenlangen,
onzaligen strijd «ver de school eigenljjk de)
Ijjdende partjj is. De school Ijjkt een wegge
worpen been, waar de verschillende staatkun
dige partgen in Nederland als een troep ver
woede honden een eindeloos gevecht om aan
gaan. Is er uit dien woeligen stand van zaken
eenig heil te verwachten voor den onderwjjzer
Men houdt ellenlange redevoeringen en
scbrjjft artikel bjj artikel over de neutraliteit
van het openbaar lager onderwjjs, over school-
bouw, over rjjkssubsidie aan de gemeenten:
over het al of niet verplicht stellen van dit of
dat vak van wetenschap bjj de examens voor
het lager onderwjjs en verder over alles, wat
maar in eenig verband staat met het beroemde
artikel 194, behalve over het lot van den
onderwjjzer zelf. Al dat gepraat en gescbrjjf
is dan ook niet veel meer dan partjj geest en
strjjd om het bezit »van het been". Elke partjj
heeft haar antwoord gereed op de vraag hoe
het onderwijs moet wezen, maar hoe en wie
eigenljjk de onderwijzers moeten zjjn, daar
schjjnt men zich in het geheel niet om te be
kommeren, alBof die beide zaken in geenerlei
betrekking tot elkander staan. De houding en
de verdeeldheid der partgen geven ons recht
tot de onderstelling, dat er in de toekomst
weinig hoop bestaat op lotsverbetering van de
onderwjjzers. Wat b. v. te verwachten van
partgen, die er naar streven het onderwjjs
weer terug te dringen op de afgelegde baan
om de school opnieuw bjj de kerk in te Ijjven
De schoolstrgd zal bljjven voortbestaan. Wat
de eene opbouwt, zal de andere afbreken, en
waar deze vooruitstreeft, zal gene stappen in
tegengestelde richting doen. En daarom wan
hopen we, of er voor de onderwjjzers een betere
tjjd in het verschiet ligt. Volgens onze meening
zal het meerendeel hunner uit mopperige, on
tevreden lieden bljjven bestaan, tekortgedaan
door hen, die over hnnne toekomst hebben
beschikt en hun lot in handen hebben, neer
gedrukt door de miskenning en de terugzet
ting eener meedoogenlooze, ondankbare maat-
ppjj. Wel zal men door middel van het
gesproken of neergeschreven woord volhouden
hunne roeping te verheerljjken en de vruchten
van hun arbeid te loven, doch in werkelijk
heid zullen ze gebukt big ven gaan onderden
vloek, over ben en hun beroep uitgesproken-
En daarom zal ook het onderwjjs nooit wor
den wat het wezen moet en reeds lang wezen
kon. Moge onze profetie intusschen niet be
waarheid worden 1
Laten de gevierde mannen op het gebied
van het onderwjjs zich aaneensluiten om mede
te werken in onzen geest. Hun invloed zal
wellicht veel tot stand weten te brengen en
elke schrede, voorwaarts gedaan, zal als een
dankbare aanwinst beschouwd worden 1
Moge dit schrjjven verder eene opwekking
zjjn voor allen, die hart voor bet onderwjjs
hebben en het wel meenen met het lot van
den onderwjjzer. De erken telg kheid van gansck
het korps onderwjjzers zal hun streven loonen,
Dat zij zoo!
Aardenburg, 11 Juli '95.
A. LE CLERCQ.
N. B. Het bovenstaande werd grootendeeb
geschreven naar aanleiding van het behandelde
in de laatstleden gehouden onderwgzersver-
gaderingen te Amsterdam, waarvan uitvoerige
verslagen voorkwamen in de kolommen van
het N. v. d. D.
Er is verschenen een ontwerp van wijzigin
gen in de statuten van de vereeniging Eigen
Hulp, om in eene algemeene vergadering in
het najaar te worden behandeld.
Daarin wordt o. a. voorgesteld om te doen
vervallen de bepaling, dat hjj, die een winkel
nering uitotfent, geen lid der vereeniging kan
zjjn. Winkeliers zouden, bjj aanneming van
dat voorstel, dus ook lid van Eigen Hulp
kunnen worden.
Door verschillende districten was voorgesteld
de organisatie der vereeniging te veranderen,
zoodat do districten als onderdeelen van de
hoofdvereeniging vervielen en daarvoor zelf
standige plaatseljjke afdeelingen in de plaats
zouden treden, welke dan ook over de toela
ting als lid zouden beslissen. Het hoofdbestuur
heeft dit plan niet overgenomen. Het acht,
en zeer terecht, de districten een onmisbare
schakel in de organisatie der vereeniging,
welke niet zonder schade voor de vereeniging
zou kunnen vervallen of vervangen worden
door de plaatselijke of algemeene afdeelingen.
Eenige dagen geleden werd zoo maakt het
Keizerljjk gezantschap van Turkjje te 's-Gra-
venhage bekend een verzoekschrift, onder
teekend door den Boelgaarschen bisschop van
Oeskjoeb en ongeveer zestig aanzienlijke Chris
tenen, aan den Groot-vizier aangeboden.
>De onderteekenaren veroordeelen ten streng
ste de kuiperjjen en handelingen der Boel-
gaarsche rast verstoorders en leggen getuigenis
van hun onbeproefde trouw aan Zjjne
Keizerljjke Majesteit den Sultan, wiens recht-
aardigheid en liefde voor zjjn volk zjj met
dankbaarheid erkennen. Bovendien verklaren
dat hun eenige begeerte is, Bteeds te leven
onder zjjn vaderljjk schild en dat zjj bereid
zjjn, zooveel in hun vermogen is, op te treden
ter besfrjjding van de oproerige beweging,
aangevuurd door eenige intriganten, die slechts
geleid worden door persoonlijke belangen, op
gewekt door comité's, die hun zetel in het
buitenland hebben.
Bjj kon. besluit:
is benoemd tot leeraar aan de rjjks- hoogere
burgerschool te Winterswjjk M. van den Ende,
te Winterswjjk;
is de met verlof in Europa aanwezige kap.
der inf. van het leger in N.-I. P. Silvergieter
Hoogstad, op zjjn verzoek, eervol nit den
militairen dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen, en
de O.-ï. ambtenaar met verlof, J. A. C.
Ha melton, laafsteljjk waarnemend architect
kl. bjj den waterstaat en 's lands burg.
openb. werken in N.-I., op zjjn verzoek, wegen?
pb3'sieke ongeschiktheid, eervol uit 'slandt
dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
De SI. Crt. bevat de wet van den 12den Juli
>95, tot regeling van lo de bevordering eD
bet ontslag van de officieren der koninkljjkf
Nederlandsche marine-reserve; 2o de pension-
neering van officieren, onderofficieren en min
deren der korinkljjke Nederlandsche marine
reserve en van hunne weduwen en kinderen.
De Eerste kamer der Staten-generaal is
zegt men Vrjj dag uiteengegaan met het
plan om in dit zittingjaar niet weder te ver
gaderen. Het wetsvoorstel des heeren Hartogh,
betrekkeijjk het wetboek van burgerljjke rechts
vordering, bljjft dus tot het volgende zitting-
I jaar liggen.
Letteren en Kunst.
Het nornmer van deze week van Eigen
Hoard bevat een plaat van de uitreiking der
Militaire Willemsorde door H. M. de Koningin,
met een gedicht van C. Honigh. Voorts een
portret van Richard Hol, die den 23sten dezer
maand zjjn zeventigsten verjaardag hoopt te
vieren, en een afbeelding van »Nereus win
nende ploeg bjj de Henley-Regatta."
In het Vad. deelt de heer W. A. van
Konjjnenburg mee dat de commissie der ten
toonstelling van geneeskrachtige en nuttige
planten, te 's Hage gehouden, gemeend heeft
bet diploma, dat bjj op verzoek voor haar ont
wierp, te moeten verbeteren door het aanbren
gen van eenige klodders verguldsel. Hjj con
stateert dat deze verguldpart-jj door hem niel
een verbetering van zjjn ontwerp wordt
beschouwd.
ONDERWIJS.
Tot lid der examencommissie voor on
derwjjzer in de land- en tuinbouwkunde iso.
a. benoemd de heer I. G. J. Kakebeeke, rjjks-
landbouwleeraar te Goes.
Voor eene leerares in de Nederlandsche
taal, geschiedenis, aardrjjkskunde en schoon-
schrjjven in de laagste twee klassen der
hoogere burgerschool voor meisjes te 's Hage
is de volgende aanbeveling ingezondenme
juffrouwen T. J. Jelgersma, onderwjjzeres aan
de kweekschool te ArnhemJ. A. Nyland,
doctoranda in de Nederl. taal te Njjmegen en
J. Nieuwenhuis, onderwjjzeres te Sneek.
KERKNIEUWS
Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned.
herv. kerk.
Beroepen naarTiel W. A. van der Scheer
te Rauwerd en H. A. Ludwig te Helder; Ros-
sum D. Zoete te Suawonde en TietjerkMon
ster K. W. Vethake te OverachieNieuwerkerk
(Duiveland) J. W. Drost te Biezelingeen
naar Wedde F. de Boer, cand.
Aangenomen naarLongerhouw Oostrom
Soede te Kolhamen naar Scherpenzeel A.
d. Heide, cand.
RECHTSZAKEN
De kantonrechter te Rotterdam veroor
deelde dezer dagen een bierhuishouder in de
Zandstraat aldaar, die beweerde dat zjjne
inrichting eene sociëteit was, tot 11 geldboeten
van f 15, of 5 dagen hechtenis voor elke boete.
De kantonrechter overwoog, dat door de
verklaringen der getuigen is bewezen, dat de
toegang voor het publiek tot die inrichting