N°. 171. 138e Jaargang. 1895 Dinsdag 23 Juli. Een onderwijszaak van nationaal belang. HIBIIELBlRtiSClIE WOT. Deze courant verschijnt dagelqksj met uitzondering van Zon- en Feestdagen] Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f i Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regels Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 j iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte] Reclames 40 cent per regel. VkernoBetev. Middelburg 22 Juli 8 u. vm. 58 g m. 12 u. 61 gr-, av. 4 u. 65 gr. Verwacht Z. W. wind. Agenten te VTissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooxj, te Tholen: W. A. tan Nieo"wenhuijzen en te Teraenzen: M. de Jongs. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertenaèn aam, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Belies ante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie gémérale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cu., John F. Joheb, opvolger. Advevfeatlëm moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Bij toe oonrent behoort een Bijvoegsel Middelburg 22 Juli. II. 0Slot We komen thans tot de traktementen bp het onderwjjs. Beschouwen we de positie des onderwjjzerB uit een geldeljjk oogpunt, dan hebben we een reden te meer aan de rechtmatigheid zjjner klachten en grieven te gelooven. Eene bezol diging toch van 500 a 600 gulden moge voor een beginnend onderwijzer op 18 of 19jarigen leef tjjd heel aardig zjjn, in latere jaren bjj meerdere geschiktheid voor het vak en drin gender leveneeischen is ze bepaald onvol- doelde te noemen en dat' nog te meer, dewjjl de kans op bijverdiensten hem door gebrek aan tjjd en gelegenheid of door een verbod van hoogerhand nagenoeg geheel benomen is. Men zal ons tegenwerpen, dat hjj door jjvorige, volhardende studie zjjne positie verbeteren kan en het alzoo zjjn eigen schuld is, wanneer hjj niet vooruit komt op de maatschappelijke ladder. Tegen die eerste bewering is zeker niet veel in te brengen, echter zooveel te meer tegen de gevolgtrekking, die men er uit afleidt. Hat zjjn niet altjjd lusteloosheid voor den arbeid, indolentie en gebrek aan geestkracht, die hem van de voortzetting zjjner studie terughouden en hem daardoor reeds aan het begin zjjner carrière doen stuiten. Onwil moge dikwjjls in het spel zjjn, menig- vuldiger nog zjjn de gevallen, waarbjj onmacht of gemis aan hulp en aansporing do oorzaken van die verwaarloozing der studie zjjn. Met uitzondering van hen, die van de kweekscholen en soms zelfs van hoogere burgerscholen af komstig zjjn, heeft het meerendeel der onder- wjjzera eene gebrekkige wetenschappelijke opleiding ontvangen, waarvan de tekortkomin gen zich eerst bjj de voortgezette studie doen gevoelen. Bjj die meer bevoorrechten werd een stevige grondslag gelegd, waarop ze ge makkelijk en desnoods zonder hulp kunnen voortwerkende overigen echter bljjven steun en leiding noodig hebben, vooral wanneer hunne verstandelijke vermogens het middel matige niet te boven gaan of zelfs niet eens bereiken. Toch moeten ze dien steun maar al te vaak ontberen, omdat bjj niet te vinden is of menigmaal boven het bereik hunner financieele krachten ligt. Wanneer we nu nog in aanmerking nemen, dat in de jeugd hunner jaren meer afleiding van de studie dan opwekking en prikkel tot den ar beid ligt, mag het ons niet bevreemden, hoe zoovelen van hen mislukken. Eenigen big ven r eeds in den aanvang stekenanderen doen t enminste nog eene hopelooze poging om v ooiuit te komen en geven den moed eerst op na een of meermalen voor het een of an der examen te zjjn afgewezen, om evenwel dan tot doffe onverschilligheid of groote ontevre denheid van geest te vervallen. Er is voor hen eene hooge mate van ener gie, werk- en wilskracht noodig om met hnnne meer bevoorrechte collega's te kunnen wed- jjveren; en zoo ze ten laatste tot moedeloosheid geraken en hun streven opgeven, hebben ze dat niet altjjd aan zich zeiven te wjjten. Al lerlei invloeden werkten samen om hen te doen worden of liever te doen bljjven, wat ze zjjn ontevreden hulponderwijzers, die hun corps in discrediet brengen. En wanneer we ons voor een oogenblik in hun toestand den ken, kunnen we ons eenigszins hunne ellende voorstellen. Geen hoop in de toekomst, geen uitzicht op bevordering en dan altjjd dat zelfde schrikbeeld voor oogen te hebbendie school, dien kerker! Is er iets vreeseljjkers, iets meer geestdoodens, dan zoo te moeten werken, dienen, zjjn ganschen leven lang?' Geen verwachtingen te kunnen koesteren, geen vooruitzicht te hebben op geldeljjke en dus ook maatschappeljjke verhooging, geen illuziën te mogen bezitten Alle lust sterft weg, alle feu sacré dooft nit en de mensch gaat onder i n ellende en weedom Ook voor hen, die gelukkiger zjjn in het welslagen hunner voortgezette studie dan de vorigen, omdat ze zich onderscheiden door meerdere schranderheid van geest en er opvatting, of omdat ze in alleszins gunstiger conditiën verkeeren, zjjn de bezoldigingen verre van schitterend te noemen en althans zeker niet geëvenredigd aan de diensten, die daarvoor gepresteerd moeten worden, en de uitgebreidheid der studie. De jaarwedden van hoofden van scholen mogen over het algemeen bevredigend zjjn, men vergete evenwel niet, hoeveel moeite het meestal kost en hoeveel jaren er noodig zjjn om zulk eene positie te verwerven. Hoe toch is de verhouding van het aantal mededingers tot dat der vaceerende betrekkingen De meesten zjjn daardoor in den toestand hunner geldeljjke bekrompen heid gedoemd tot een langdurig, soms einde loos wachten. Van zeer nabjj bekend met het onderwjjs in Nederlandsch-Indiè', stellen we ons het veel beter lot van den Indischen collega voor oogen. De onderwijzers daar te lande zjjn verdeeld in drie klassen, waaraan successieveljjk ver bonden zjjn maandeljjksche traktementen van 125, 200 en 250 gulden en bovendien het ge not van periodieke verhoogingen, die voor de derde klas zjjn gesteld op 4 driejaarljjksehe ieder van 25 gulden en voor de eerste en twee de klassen op 6 ieder van 50 gulden's maands. De promotie van derde tot tweede en eerste klas, die geheel volgens rangljjBt geschiedt, eischt het bezit der hoofdakte en het behoeft dus zeker niet gezegd te worden, hoe voor den beginnenden onderwjjzers in de veel schitterender conditiën der beide hoogste klas sen eene krachtige aansporing ligt tot de voortzetting der studie. Intuschen heeft het Indisch gouvernement terecht begrepen, dat het voor den dienst van aanbelang is alleen onderwjjzers met de hoofdakte en soms ook met eene aanteekening voor de Fransche taal te doen uitkomen. Indië toch met zjjn heet afmattend klimaat is niet het land voor langdurige, zware inspanning van den geest. Die klasse-verhoogingen volgens anciënniteit i het genot dier periodieke traktementsver- hoogingen, [waardoor de Indische onderwjjzer eerst tegen het einde van zjjn diensttjjd (na jaar) zjjn baton de maréchal erlangt, hou den den lust voor het vak en den jjver voor den dienst gaande en bewaren hen in verband met nog eenige andere voordeelen, aan zjjne positie verbonden, voor die ontevredenheid: waarmede het corps onderwjjzers in het moe derland is besmet. Wanneer men dan ook het Hollandsch onderwjjs wjjzigde en wat meer regelde op den grondslag, van het Indi sche, zou men daardoor het lot en de positie der onderwjjzers in het algemeen verbeteren, hetgeen ook het onderwjjs rechtstreeks ten goede zon komen door meerdere toewjjding en opgewekter plichtsbetrachting. Ziedaar eenige feiten, die we als de voor naamste oorzaken van het kwaad te beschou wen hebben. We zouden die Ijjst van grie ven en klachten nog met eenige kunnen ver meerderen, doch genoeg daarvan. Elk dier feiten heeft zjjn nasleep van bedenkeljjke gevolgen, die allen te zamen hebben geleid tot dien treurigen staat van zaken, waarvan we aan het begin van dit opstel gewaagden. Eigenljjk hebben we tegeljjk met de opsom ming van de grove misslager, tegenover de onderwjjzers en het onderwjjs begaan, ook de middelen ter verbetering aangegeventoch willen we die hier nog eens resumeeren. Men passé geen dwang toe op de keuze van t beroep. Die dwang een tal van voor beelden heeft dat ons geleerd verwoest het levensgeluk van zoovele jonge mannen, die in andere betrekkingen nuttige en gelukkige menschen zouden geweest zjjn, doet hun het v oorgestelde levensdoel missen en is verderfe: ljjk voor de school. En wanneer ze het onder wjjs kiezen uit eigen, vrjje beweging, onder- zoeke men nauwkeurig of die keuze vaneen ernstigen wil uitgaat en voldoenden waarborg voor school en toekomst geeft. Men late niet na hun met de voor- ook de nadeelen van het beroep te toonen, geljjk men b. v. ook den adspirant-ofScier de keerzjjde der medalje te aanschouwen geeft. Op de opleidingschol en voor onderwjjzers is het de plicht der leermeesters bjj hunne leer lingen den lust en de geschiktheid voor het vak aan te kweeken en te verzorgen, als teere kostbare plantjes in wording. Die taak is niet gemakkeljjk en minstens even moeiljjk, zoo niet moeiljjker, dan zorg te dragen voor de verkrjjging van de vereischte theoretische be kwaamheid. Leerlingen, die voor het onderwjjt niets beloven, èf uit weerzin tegen de school öf omdat ze bl jjken geven daarvoor geen of te weinig practischen aanleg te bezitten, dienen nog bjjtjjde van de scholen verwjjderd te wor den, teneinde hen in de gelegenheid te stellen een andere en gelukkiger keuze te kunnen doen. Eenmaal bjj het onderwjjs opgenomen is die terugkeer schier onmogeljjk geworden Men noeme de toekomstige onderwjjzers eerst dan bekwaam voor de school, wanneer ze vol doende bljjken hebben gegeven daar in alle opzichten op hunne plaats te zullen zjjn. De examen-commissiën moeten niet slechts daar zjjn om het onderwjjs te vrjjwaren voor onkunde en theoretische onbekwaamheid, doch bovenal ook om den toevoer te beletten van jongelui, die geene roeping voor het vak ge voelen, of die om andere redenen voor de school niets beloven. We wenschten de onderwjjzers-examens, zoowel voor de hulp- als voor de hoofdakte, gesplitst te hebben in een theoretisch en een practisch gedeelte en voor beide dezelfde strenge eischen gesteld te zien. In het vervolg wjjze men ook met dezelfde onverbiddelijke gestrengheid voor het laatBte gedeelte af, als waarmede men dit tot nu toe alleen voor bet eerste beeft gedaan. Hierdoor zouden de eischen voor het onderwjjs belangrjjk hooger gesteld zjjn en de kans op welslagen dus aanmerkeljjk dalen en dat zou ongetwijfeld in meerdere of mindere mate a perk stellen aan den dwang van ouders en voogden op hunne kinderen en pupillen. Men zal wellicht willen beweren, dat het treffan van dergeljjke maatregelen een belangrjjk tekort aan onderwjjzers ten gevolge zou hebben en het is waar, dat er velen zouden afvallen. Doch welke Immers alleen zjj, die niet voor de school geboren zjjn, het onderwjjs meer schaden dan bevorderen door hunne ongeschiktheid en den goeden naam er van benadeelen door hunne voortdurende ontevre denheid en eindelooze klachten. Goed be schouwd mag hunne verbanning uit de school dus eene aanwinst, een zegen voor het onder wjjs worden genoemd. Misschien is het wel aan hunne aanwezigheid bjj het onderwjjs te wjjten, dat zoo weinig jongelieden dit beroep vrjjwillig kiezen; en we zouden derhalve mogen verwachten, dat ons zuiverings-proces bjj het jonge geslacht meerderen lust voor de school zou doen geboren worden. Hoe dit echter ook zjj, het is en bljjft een verkeerde stelregel het benoodigde getal onderwjjzers te willen completeeren door de aanneming van allen, die aan de onvolledige eischen van de tegen woordige examens voldaan hebben, onverschillig of ze al dan niet lust en aanleg voor het onderwjjs bezitten. Veel kaf is daardoor onder het koren geslopen en de ondervinding heeft het ons geleerd, dat het hoog tjjd is met dien stelregel te gaan breken. Hebben we er boven op gewezen, hoe het met het oog op de bruikbaarheid der onder wjjzers in de school noodig is aan hunne op leiding eene andere richting te geven, niet minder noodzakeljjk is dit met betrekking tot hunne bruikbaarheid in de beschaafde wereld. Het aanleeren van beschaafde manieren en vormen, van wereldkennis en levenswjjsheid dient aan hunne vorming ondergeschikt ge maakt te worden en minstens geljjken tred te honden met de ontwikkeling van hun geesf. Er is geene opleidingsschool, waar meer naar zoogenaamde educatie gestreefd moet worden, als op die voor aanstaande onderwjjzers, omdat hare leerlingen we hebben het reeds gezegd voor het meerendeel in beschaafde manieren tekort schieten. Verder voere men eene betere traktements regeling voor de onderwjjzers in, niet slechts naar de mate hunner kundigheden, maar ook billijkheidshalve naar het aantal hunner dienst jaren. We willen eene geleidelijke opklimming van salaris voor alle onderwjjzers min of meer op den grondslag, aangegeven in onze verge lijking van het onderwjjs hier te lande met het Indische. Voorts drage men zorg voor de wegneming van alle verdere fouten, die de regeling van het lager onderwjjs aankleven en die we niet opnoemden, omdat we alleen onze hoofdgrieven gaven, maar die niettemin mede als zoovele belemmeringen het lot der onderwjjzers en den goeden gang van het onderwjjs in den weg staan. Men denke b. v. maar eens voor een oogenblik aan de noodzakelijkheid der instel ling van ijjkswege van een weduwen- en weezenfonda voor de onderwjjzers. De aanbrenging van al die noodzakeljjke verbeteringen zou de lagere school een nieuw en veel beter leven inblazen dan al het ge harrewar van partijzucht in de vergaderingen der Staten-generaal. De positie des onderwjj zers zou er een geheel ander aanzien door krjjgen en dit zou rechtstreeks van heilzamen invloed zjjn op de school zelvewant vrucht dragend onderwjjs is alleen te verwachten van een goed en tevreden onderwjjzer. Doch we betwijfelen, of er voor hem in de naaste toekomst wel veel lotsverbetering zal zjjn weggelegd, omdat hjj in dien jarenlangen, onzaligen strijd «ver de school eigenljjk de) Ijjdende partjj is. De school Ijjkt een wegge worpen been, waar de verschillende staatkun dige partgen in Nederland als een troep ver woede honden een eindeloos gevecht om aan gaan. Is er uit dien woeligen stand van zaken eenig heil te verwachten voor den onderwjjzer Men houdt ellenlange redevoeringen en scbrjjft artikel bjj artikel over de neutraliteit van het openbaar lager onderwjjs, over school- bouw, over rjjkssubsidie aan de gemeenten: over het al of niet verplicht stellen van dit of dat vak van wetenschap bjj de examens voor het lager onderwjjs en verder over alles, wat maar in eenig verband staat met het beroemde artikel 194, behalve over het lot van den onderwjjzer zelf. Al dat gepraat en gescbrjjf is dan ook niet veel meer dan partjj geest en strjjd om het bezit »van het been". Elke partjj heeft haar antwoord gereed op de vraag hoe het onderwijs moet wezen, maar hoe en wie eigenljjk de onderwijzers moeten zjjn, daar schjjnt men zich in het geheel niet om te be kommeren, alBof die beide zaken in geenerlei betrekking tot elkander staan. De houding en de verdeeldheid der partgen geven ons recht tot de onderstelling, dat er in de toekomst weinig hoop bestaat op lotsverbetering van de onderwjjzers. Wat b. v. te verwachten van partgen, die er naar streven het onderwjjs weer terug te dringen op de afgelegde baan om de school opnieuw bjj de kerk in te Ijjven De schoolstrgd zal bljjven voortbestaan. Wat de eene opbouwt, zal de andere afbreken, en waar deze vooruitstreeft, zal gene stappen in tegengestelde richting doen. En daarom wan hopen we, of er voor de onderwjjzers een betere tjjd in het verschiet ligt. Volgens onze meening zal het meerendeel hunner uit mopperige, on tevreden lieden bljjven bestaan, tekortgedaan door hen, die over hnnne toekomst hebben beschikt en hun lot in handen hebben, neer gedrukt door de miskenning en de terugzet ting eener meedoogenlooze, ondankbare maat- ppjj. Wel zal men door middel van het gesproken of neergeschreven woord volhouden hunne roeping te verheerljjken en de vruchten van hun arbeid te loven, doch in werkelijk heid zullen ze gebukt big ven gaan onderden vloek, over ben en hun beroep uitgesproken- En daarom zal ook het onderwjjs nooit wor den wat het wezen moet en reeds lang wezen kon. Moge onze profetie intusschen niet be waarheid worden 1 Laten de gevierde mannen op het gebied van het onderwjjs zich aaneensluiten om mede te werken in onzen geest. Hun invloed zal wellicht veel tot stand weten te brengen en elke schrede, voorwaarts gedaan, zal als een dankbare aanwinst beschouwd worden 1 Moge dit schrjjven verder eene opwekking zjjn voor allen, die hart voor bet onderwjjs hebben en het wel meenen met het lot van den onderwjjzer. De erken telg kheid van gansck het korps onderwjjzers zal hun streven loonen, Dat zij zoo! Aardenburg, 11 Juli '95. A. LE CLERCQ. N. B. Het bovenstaande werd grootendeeb geschreven naar aanleiding van het behandelde in de laatstleden gehouden onderwgzersver- gaderingen te Amsterdam, waarvan uitvoerige verslagen voorkwamen in de kolommen van het N. v. d. D. Er is verschenen een ontwerp van wijzigin gen in de statuten van de vereeniging Eigen Hulp, om in eene algemeene vergadering in het najaar te worden behandeld. Daarin wordt o. a. voorgesteld om te doen vervallen de bepaling, dat hjj, die een winkel nering uitotfent, geen lid der vereeniging kan zjjn. Winkeliers zouden, bjj aanneming van dat voorstel, dus ook lid van Eigen Hulp kunnen worden. Door verschillende districten was voorgesteld de organisatie der vereeniging te veranderen, zoodat do districten als onderdeelen van de hoofdvereeniging vervielen en daarvoor zelf standige plaatseljjke afdeelingen in de plaats zouden treden, welke dan ook over de toela ting als lid zouden beslissen. Het hoofdbestuur heeft dit plan niet overgenomen. Het acht, en zeer terecht, de districten een onmisbare schakel in de organisatie der vereeniging, welke niet zonder schade voor de vereeniging zou kunnen vervallen of vervangen worden door de plaatselijke of algemeene afdeelingen. Eenige dagen geleden werd zoo maakt het Keizerljjk gezantschap van Turkjje te 's-Gra- venhage bekend een verzoekschrift, onder teekend door den Boelgaarschen bisschop van Oeskjoeb en ongeveer zestig aanzienlijke Chris tenen, aan den Groot-vizier aangeboden. >De onderteekenaren veroordeelen ten streng ste de kuiperjjen en handelingen der Boel- gaarsche rast verstoorders en leggen getuigenis van hun onbeproefde trouw aan Zjjne Keizerljjke Majesteit den Sultan, wiens recht- aardigheid en liefde voor zjjn volk zjj met dankbaarheid erkennen. Bovendien verklaren dat hun eenige begeerte is, Bteeds te leven onder zjjn vaderljjk schild en dat zjj bereid zjjn, zooveel in hun vermogen is, op te treden ter besfrjjding van de oproerige beweging, aangevuurd door eenige intriganten, die slechts geleid worden door persoonlijke belangen, op gewekt door comité's, die hun zetel in het buitenland hebben. Bjj kon. besluit: is benoemd tot leeraar aan de rjjks- hoogere burgerschool te Winterswjjk M. van den Ende, te Winterswjjk; is de met verlof in Europa aanwezige kap. der inf. van het leger in N.-I. P. Silvergieter Hoogstad, op zjjn verzoek, eervol nit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen, en de O.-ï. ambtenaar met verlof, J. A. C. Ha melton, laafsteljjk waarnemend architect kl. bjj den waterstaat en 's lands burg. openb. werken in N.-I., op zjjn verzoek, wegen? pb3'sieke ongeschiktheid, eervol uit 'slandt dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De SI. Crt. bevat de wet van den 12den Juli >95, tot regeling van lo de bevordering eD bet ontslag van de officieren der koninkljjkf Nederlandsche marine-reserve; 2o de pension- neering van officieren, onderofficieren en min deren der korinkljjke Nederlandsche marine reserve en van hunne weduwen en kinderen. De Eerste kamer der Staten-generaal is zegt men Vrjj dag uiteengegaan met het plan om in dit zittingjaar niet weder te ver gaderen. Het wetsvoorstel des heeren Hartogh, betrekkeijjk het wetboek van burgerljjke rechts vordering, bljjft dus tot het volgende zitting- I jaar liggen. Letteren en Kunst. Het nornmer van deze week van Eigen Hoard bevat een plaat van de uitreiking der Militaire Willemsorde door H. M. de Koningin, met een gedicht van C. Honigh. Voorts een portret van Richard Hol, die den 23sten dezer maand zjjn zeventigsten verjaardag hoopt te vieren, en een afbeelding van »Nereus win nende ploeg bjj de Henley-Regatta." In het Vad. deelt de heer W. A. van Konjjnenburg mee dat de commissie der ten toonstelling van geneeskrachtige en nuttige planten, te 's Hage gehouden, gemeend heeft bet diploma, dat bjj op verzoek voor haar ont wierp, te moeten verbeteren door het aanbren gen van eenige klodders verguldsel. Hjj con stateert dat deze verguldpart-jj door hem niel een verbetering van zjjn ontwerp wordt beschouwd. ONDERWIJS. Tot lid der examencommissie voor on derwjjzer in de land- en tuinbouwkunde iso. a. benoemd de heer I. G. J. Kakebeeke, rjjks- landbouwleeraar te Goes. Voor eene leerares in de Nederlandsche taal, geschiedenis, aardrjjkskunde en schoon- schrjjven in de laagste twee klassen der hoogere burgerschool voor meisjes te 's Hage is de volgende aanbeveling ingezondenme juffrouwen T. J. Jelgersma, onderwjjzeres aan de kweekschool te ArnhemJ. A. Nyland, doctoranda in de Nederl. taal te Njjmegen en J. Nieuwenhuis, onderwjjzeres te Sneek. KERKNIEUWS Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. herv. kerk. Beroepen naarTiel W. A. van der Scheer te Rauwerd en H. A. Ludwig te Helder; Ros- sum D. Zoete te Suawonde en TietjerkMon ster K. W. Vethake te OverachieNieuwerkerk (Duiveland) J. W. Drost te Biezelingeen naar Wedde F. de Boer, cand. Aangenomen naarLongerhouw Oostrom Soede te Kolhamen naar Scherpenzeel A. d. Heide, cand. RECHTSZAKEN De kantonrechter te Rotterdam veroor deelde dezer dagen een bierhuishouder in de Zandstraat aldaar, die beweerde dat zjjne inrichting eene sociëteit was, tot 11 geldboeten van f 15, of 5 dagen hechtenis voor elke boete. De kantonrechter overwoog, dat door de verklaringen der getuigen is bewezen, dat de toegang voor het publiek tot die inrichting

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1