14
ZITTING VAN VRIJDAG 12 JULI 1895.
Staten waar zij deze grenzen aan „het algemeen be-
laDg" stellen ten opzichte van de besprokene aanvrage.
De heer Hammacher. Een enkel woord nog slechts,
mijnheer de voorzitter, om den vorigen spreker te be
antwoorden. Tk had bij het aanhalen van de watering
Cadzand als voorbeeld niet het oog op de hoegrootheid
van het subsidie, maar wilde alleen doen uitkomen dat
deze wegs ver betering eveneens is van algemeen be
lang en ik dus in beginsel de meening van het Gede
puteerd college wensohte te bestrijden.
De heer Heijse. Mijnheer de voorzitter, de ver
schillende beschouwingen hebben, dunkt mij, duidelijk
gemaakt, dat het niet wenschelijk is, om in den geest
van den heer Hennequin de beslissing der vergadering
aan te houden tot de aanstaande najaarszitting. Im
mers nu gebleken is, dat het oordeel over den aard
van dezen weg, of die namelijk al dan niet van secundair
belaDg is, zelfs uiteenloopt, zou mijns inziens de stem
ming zeer onzuiver zijn, gezwegen nog van de om
standigheid, dat men op die wiize zou vooruitloopeu
op de eindbeslissing der vergadeBg over het te wachten
voorstel. Een en ander doet mij meenen, dat het beter
is reeds nu eene bepaalde beslissing uif te lokken over het
voorstel van Gedeputeerde Staten, zooals het daar ligt.
De beer Van Waesberghe Janssens. Ik meen
ook de vergadering te moeten ontraden het voorstel
van den heer Hennequin aan te nemen.
Het college van Gedeputeerde Staten verklaart zich
bereid om het denkbeeld tot het naar vaste regelen
verleenen van rentelooze voorschotten voor de verhar
ding van wegen van secundair belang in overweging te
nemen. Wordt nu reeds besloten het voorstel in zake
deu Oranje-DLerentijdpolder aan te bouden^an vrees
ik dat wij onbillijk worden tegenover andere aanvragen.
Eerst dient het |Aineel uitgemaakt te worden en dan
de som vastgesteld, bijv. hoogstens vijftig duizend gul
den, die jaarlijks in de begrootiog zou kunnen worden
gebracht voor het verleenen van rentelooze voorschot
ten, tot bijvoorbeeld een maximum van vijftig procent,
in de kosten van aanleg voor het verharden van wegen
van secundair belang. Daarna kan een termijn worden
vastgesteld, binnen welke de aanvragen volgens deze
nieuwe regeling moeten worden ingediend.
De voorzitter sluit hierop de beraadslaging.
Het amendement van den heer Hennequin wordt
alsnu in stemming gebracht cn verworpen met 27 tegen
11 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van Deinse, De Jonge,
Den Boer, Van Waesberghe Jansaens, Noordijke, De
Casembroot, Van Rompu, IJsebaert, Van Lynden,
Pompe van Meerdervoort, Van der Meer, Vader van
's Gravenpolder, HejA Kloppers, Huvers, Lucaese, M.
Bolle, Kakebeeke, Moerdijk, Oggel, J. A. Bolle, Van
der Lek de Clercq, Van der Beke Callenfels, Siegers,
Hollestelle, Moes en Van Bnuren.
Voor stemmen de heeren Fruytier, Hennequin,
Snijders, Maas, Hammacher, Van Woelderen, Hombacb,
De Smidt, De Bats, Erasmus en Van Houte.
De voorzitter vraagt of een der leden thans hoofde
lijke stemming over het voorstel zelf verlangt. Daar dit
niet het geval is, wordt het geacht te zijn aangenomen.
De voorzitter stelt aan de orde het algemeen
verslag der afdeelingen betreffende het voorstel van
Gedeputeerde Staten om machtiging tot het aan -
gaan met J* ANeeteson c. s. van eene na
dere overeenkomst tot verbetering der
akte van verkoop van een gedeelte sloot langs
den weg van Sckoondijke naar IJzendijke.
Het voorstel luidt:
Bij akte van 2 Februari 94, geregistreerd te Mid
delburg den 17en dier maand en overgeschreven ten
kantore van hypotheken te Middelburg den 21en dier
maand, is door ons college, krachtens uw besluit van
10 November 1893, goedgekeurd bij koninklijk be
sluit van 21 December 1893 no 9, aan J. A. Neetesou,
A. van Male, Adr. Lutejjn, J. D'hont en Ant. Luteijn,
allen wonende te Schoondijke, en Daniel van Male te
Waterlandkerkje, een gedeelte sloot verkocht, deel uitma
kende van het perceel no 599 van sectie D der gemeente
Schoondijke, ter grootte van 477,5 Ms voor f 71.625.
OA 22 November 1894 deelde de bewaarder der
hypotheken en van het kadaster ods mede, dat bij
opneming te velde gebleken is, dat een gedeelte van
de verkochte sloot over eene lengte van ongeveer 37 M.
sedert meer dan 40 jaren deel uitmaakt van het per
ceel no 878 van sectie D, dat reeds aan J. A. Neete-
son c. s. behoort, zoodafc feitelijk slechts eene strook,
lang ongeveer 154 M. en breed 2.5 M., over kan gaan.
Hij stelde ons mitsdien voor de akte van verkoop,
in overeenstemming met den feitelijken toestand, bij
nadere akte te verbeteren.
Daar uit de eigendomsbewijzen der provincie die
bewering niet kan worden weerlegd en een terrein-
onderzoek door den provincialen waterstaat het ver
moeden wettigt, dat zij juist is, meenen wij, dat aan
het verlangen om verbetering der akte van verkoop
zal moeten worden voldaan.
Ook de koopers zijn bereid daartoe mede te werken
en de helft der kosten van de akte van verbetering
voor hunne rekening te nemen.
Wij hebben daarom de^r u voor te stellen, om
ons te machtigen tot het aangaan met de koopers van
eene nadere overeenkomst tot verbetering der akte
van verkoop van 2 Februari 1894, in dier voege dat
verkocht wordt eene lengte van slechts 154 M., ter
breedte van 2.5 M. en dus eene oppervlakte van 385 Ma
en om den koopprijs daarvan te bepalen op 57.75-
zoodat de koopers eene som van ƒ13.875 uit de provin,
ciale kas terug ontvangen; de kosten van die akte
door beide partijen, ieder voor de helft, te dragen.
Het algemeen verslag der afdeelingen wordt
uitgebracht door den heer »e Smidt.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 39 leden, waaronder 3 leden van Gedep. Staten.
Dit voorstel gaf in geen der afdeeliogen aanleiding
tot eenige bedenkingen.
Alleen werd in een der afdeelingen de opmerking
gemaakt dat in de betaling der kosten, vallende op die
acte, werd afgeweken van den aangenomen regel, dat
de kooper die ten zijnen laste moet nemen, en dus de
Provincie onverplicht de helft daarvan betaalt.
De voorzitter deelt mede dat Gedeputeerde Staten
in dit verslag geene aanleiding hebben gevonden om
wijziging te brengen in hun voorstel.
Tot onmiddelijke behandeling wordt besloten.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
het voorstel aangenomen.
De voorzitter stelt aan de orde het algemeen
verslag der afdeelingen over het voorstel der Gedepu
teerde Staten tot verkoop van toornen langs
de wegen wederzijds Sluis en van Sckoondijke
naar IJzendijke.
Het voorstel is van den volgenden inhoud
Op het gedeelte van den weg wederzijds Sluis,
en ae Belgische grens, staan 383 aan de provincie
behoorende populieren.
Volgens een door den hoofdingenieur van den pro
vincialen waterstaat vaa een ter goeder naam bekend
staande deskundige ingewonnen advies is het wenschelijk
die boomen, welke weinig groeikracht meer bezitten,
te doen rooien en te vervangen door eene beplanting
met harde olmen.