Middelburg 22 Juni. - FEUILLETON. DB ATALIK, BIJVOEGSEL VAN DE VAM Maandag 24 Juni 1895, no. 146. Kan liet mond- en klauwzeer uit Wederland geweerd worden Het mond- en klauwzeer, liier te lande ook wel muilplaag, pootplaag of tongblaar genoemd, ia eene sedert langen tjjd bekende ziekte; zelfs Grieksche schrpvers maken er in hunne werken over paardenkennis en geneeswpze reeds gewag van. In deze eeuw kwam die ziekte in alle Europeesche staten veelvuldig voor, alsook in Nederland. In de wet van 20 Juli 1870 weid het mond- en klauwzeer niet onder de besmettelijke veeziekten opgenomen, omdat de ziekte gemakkelijk te genezen en het sterftecijfer zeer laag is, en dewjjl ook in andere Staten van Europa de ziekte niet onder de besmettelijke veeziekten werd gerekend. Toen het aan het veeartsenjjkundig staats toezicht door het nemen van krachtige en doortastende maatregelen gelukte, de besmet telijke longziekte in het spoelingdistrict ge heel uit te roeien, wat door velen voor eene onmogelijkheid werd gehouden, begon men weder hoop te krpgen, dat onze zoo bloeiende veehandel op Engeland zou heropend worden. Voor de landbouwers van Holland's Noorder kwartier was dit van groot belang. De Noord- Hollandsche maatschappij van landbouw stelde dan ook alle pogingen in het werk om den invoer van levend vee naar de verschillende markten van Engeland te verkrijgen en ver zocht onze regeering die pogingen kracht dadig te steunen. Spoedig werden door onzen gezant te Londen daarover onderhandelingen met de Engelsche regeering aangeknoopt. Deze bleek echter niet gemakkelijk te bewegen om tot dien stap over te gaan. Immers, er werd eene weigering ontvan gen, op grond dat het mond- en klauw zeer in ons land heerschte. En zoolang dit het geval was en genoemde ziekte niet onder de besmettelijke veeziekten werd opgenomen, kon van eene toelating geen sprake zjjn. De NederlandscUe regeering aarzelde dan ook geen oogenblik om ook deze grieven weg te nemen en het mond- en klauwzeer, benevens het kwaadaardig klauwzeer der schapen werden onder de besmettelijke veeziekten opgenomen. Krasse maatregelen werden genomen in het belang der gezondheid van onzen veestapel en wel met dit gunstig gevolg, dat ons land ge heel vrjj was van mond- en klauwzeer. Weder werd de Engelsche regeering verzocht, den invoer van levend vee uit ons land te willen toestaan. De doorvoer van de Duitsche schapen moest thans dienen als stok om den hond te slaan. Om die belemmeringen uit den weg te ruimen werd dan ook de door voer van Duitsche schapen verboden. Nu wa ren alle hinderpalen, die een weigerend ant woord hadden uitgelokt, uit den weg geruimd. En toch kostte het nog veel moeite, eer En geland zich verwaardigde om Nederland den vrjj en invoer van levend vee naar de Londen- sche markten toe te staan. Het Hollandsch vee werd tegen verbazend hooge prjjzen opge kocht, om naar Engeland vervoerd te worden, wat natuurljjlr tengevolge had, dat de Hol- landsche boeren goede zaken maakten. Niet lang zou echter die gulden-tjjd duren. De rpke landlords zagen het met leede oogen aan, dat veel vee uit Holland naar Engeland werd ingevoerd en daardoor hun vee in prjjs daalde. Niet te verwonderen was het dus, dat deze lieden niet stil zaten en met Argus oogen den Nederland8Cken veestapel gade sloegen, om bg de minste reden van de Engelsche regee ring te eischen den invoer van vee uit ons land te verbieden. Zeer spoedig, maar al te spoedig werd hun wensch vervuld. Een geval van mond- en klauwzeer werd te Vaals in Limburg geconstateerd, een plaatsje aan de, Duitsche grenzen gelegen en waaruit hoege- Uit het Duitsch. VAN A. VON SUTTNEB. VIERDE HOOFDSTUK. In het hoofd van Kabarty liep alles dooreen, alsof hg de koorts had. Ali had zich aan zpne schikking onderworpen en zpn intrek bp Alexy genomen, maar er had een onderhoud tusschen pleegvader en pleegzoon plaats ge had, waarin Ali verklaard had nooit iemand anders dan Zilicka te zullen huwen. Dit denkbeeld alleen deed Kabarty sidderen van angst Hp, die den knaap had op gevoed, die hem had ingewjjd in alle wetten en plichten van zpn stam, die thans om de kroon op zpn werk te zetten, een roof ge pleegd had, die nog erge gevolgen voor hem kon hebben hp zou de schande be leven dat Ali een huwelpk beneden zpn stand deed en dat nog wel met zpn eigen dochter. Daarin lag juist de grootste schan de! Volgens Tscherkessen opvatting was het zelfs een misdaadWie was hp, Kabarty Had lhp het recht zich in te dringen in een geslacht, dat even ver boven hem stond als de Elbrus? In den tpd toen Mehmed Schendars vader nog leefde was bp naamd geen vee naar Engeland wordt vervoerdr Het duurde dan ook niet lang of de invoe van vee naar Engeland werd verboden. Door het nemen van goede voorzorgsmaatregelen bleef de ziekte tot eenen stal beperkt. In Ne derland werden weder ernstige pogingen aan gewend om opnieuw den vrpen invoer van vee naar Engeland te verkrpgen. Dit had eindeljjk tengevolge, dat werd toegestaan het vee levend in te voeren maar alleen dan, wan neer het acht dagen op de boot in quarantaine had gelegen, wat natuurljjk wegens de hooge kosten, die daaraan waren verbonden, gelpk stond met eene weigering. Eindelpk werd de invoer van vee geheel en al verboden, omdat op de Duitsche en Belgische grenzen steeds het mond- en klauwzeer heersohte. Als wp zien, hoe onze regeering steeds al het mogelpke gedaan heeft, om den vrpen in voer van vee op Engeland te kunnen verkrp gen en dien te behouden, en ala wp dan tevens waarnemen, hoe deze moeite beloond wordt, door het zoeken en aanwenden van allerlei uitvluchten om toch de zaak te doen misluk ken, dan zou het dwaasheid zpn er aan te denken, dat voor ons land nog wel ooit de gelegenheid zal worden opengesteld, ons vee levend aan de Engelsche markt te brengen- Dewpl het mond- en klauwzeer steeds op de Duitsche en Belgische grenzen bleef heerschen, en men meende, dat het van daar naar Neder land zou kunnen worden overgebracht, werd er aan de grenzen steeds een waakzaam oog gehouden. De invoer van slachtvee en varkens werd verboden. Deed zich op veertig kilo meter van de grenzen een geval van mond en klauwzeer voor, dan werden onze grenzen gesloten voor het weiden van vee en den in voer van mest. De eerste représaille-maatre gel, door België genomen, was het verbod van invoer van varkens. Intusschen zaten de grens- boeren ook niet stil. Tal van adressen wer den gezonden aan de Kamers en de Provin ciale Staten, den onhoudbaren toestand der grensboeren Bchetsende. De pers trok party voor de grensboeren en door leden van den Senaat en de Tweede kamer werd de toestand aan de grenzen voor den Minister blootge legd. België, dat slechts in 1865 de grenzen heeft gesloten wegens de veepest en sedert altpd voor onzen veehandel open bleef, ook toen bp ons volop de besmettelpke longziekte heerschte, dat zelfde België Bluit in 1892 zpne grenzen voor onB vee, omdat er in Nederland mond- en klauwzeer heerschte. Was vroeger het sluiten der Belgische grenzen slechts een représaille-maatregel, dit jaar schjjnt het maar al te zeer een protectionistische zet te zpn in navolging van Engeland. In bpna alle Belgische couranten leest men tegenwoordig, dat men de grenzen moet gesloten houden, want dat alle gevallen van mond- en klauw zeer, die in België voorkomen, ontstaan zpn, doordien niet besmet Belgisch vee met besmet vee, uit Nederland afkomstig, in aanraking was weest Uit het aangehaalde zal het voor een ieder wel duidelpk zpn, dat het de protectionistische neigingen onzer naburen zpn, die hen aan sporen onder alle omstandigheden den invoer van ons vee te belemmeren. Er blpffc ons alzoo niets anders over, willen wp België, Frankrpk en Duitschland weder geopend zien, dan te trachten door krachtige maatregelen ons van het mond- en klauwzeer te bevrpden en daar om stel ik de vraagKan het mond- en klauw zeer uit Nederland geweerd worden? De ondervinding der laatste jaren heeft ons geleerd, dat het mond- en klauwzeer van tpd tot tpd ook in die landen heerscht, waar alle invoer van levend vee ia verboden, en die door een breeden waterstroom van het vaste land zpn afgesloten, bpv. Engeland, Het mond- en klauwzeer stoort zich noch aan vee-opzichters, noch aan sanitaire cordons; maar breekt dan hiei dan daar uit, zonder dat men maar met eenige zekerheid de oorzaak van het ontstaan der ziekte kan te weten komen. De oorzaak daarvan ia, dat de ziekte niet uitsluitend ont staat door besmetting, zooals nog vele des kundigen meenen, maar dat het mond- en klauwzeer eene miasmatische-contagieuse ziekte is, zoodanig hier slechts sporadisch voorkomt, en als eene ziekte alzoo, die ontstond door tellurische en wellicht nog andere tot hiertoe onbekende invloeden en die ook door smetstof op andere dieren kan worden overgebracht. Het ontstaan der ziekte te verhinderen is alzoo eene onmogelpkheid, wat in de laatste een gewone slaaf geweest, zelfs een van den laagsten rang, tot dat zpn heer hem, als be- looning voor gewichtige diensten, de vrjjheid schonkmaar dit kon toch den onoverkome- lpken scheidsmuur tusschen den vorst en den lpfslaaf niet wegnemen. Onmogelpk! onmogelpk! Mehmed Schendar zou het recht hebben om hem met zpn ge heel en stam te vernietigen. Men had hem een niet genoeg te waardee- ren vertrouwen geschonken, hem boven de edelen uitverkoren, door hem tot Atalik te kiezen en zou hp dat nu op die wpze beloonen Nooit I Hp klemde de tanden op elkaar en liep als een getergde wolf het bosch in. En als hp nu aan het geroofde meisje dacht Hp had zich die oplossing heel anders voor gesteld volgens zpn opvatting had Ali blpde moeten instemmen en regelrecht met hem naar zpn vader gaan, om dezen de heugelpke tpding te brengen, die dan onverwpld een vertrouwde karavaan naar Abschasiën zou zenden, om den vader der geroofde bruid te verzoenen met geschenken, in den vorm van paarden, buffels, schapen, voortbrengselen van den bodem en wapens. Hoe schoon had toch alles kunnen worden en nu had het snoode toeval gewild dat al die heerlpke droomen in rook vervlogen. Wat moest hp nu met dat vreemde meisje beginnen? Hare bloedverwanten zouden zeker alles in het -werk stellen om haar op te sporen, 'tgeen epidemie genoegzaam is geblekenwel kunnen wp door het nemen van goede voorzorgsmaat regelen zorgen dat de ziekte niet epidemisch wordt maar tot enkele stallen beperkt blpft en wel door het nemen van de volgende maat regelen 1°. Tpdige aangifte en opstallen van ge zond en ziek vee en van het vee, dat met het besmette vee is in aanraking geweest. 2°. Berooking van het erf. 3°. Desinfectie der stallen en van het schoeisel bp het verlaten van een besmetten stal of erf, vee-stallingen, markten,.vee-terreinen en vee-wagens. 4°. Schadevergoeding voor het opstallen van gezond en ziek vee. 5°. Keuring van vee door deskundige vee artsen op markten en vee-verkoopingen, alsook op die plaatsen waar vee naar andere plaatsen of provinciën of naar het buitenland wordt vervoerd. De ondervinding der laatste jaren heeft mp geleerd, dat de besmettelpkheid van het mond en klauwzeer in de boeken, welke daarover handelen, zeer wordt overdreven, en dat men door het nemen van bovengenoemde maat regelen bpna steeds de ziekte tot éen stal kan beperken, wat ik door eenige voorbeelden wil staven. In het jaar 1892 constateerde ik het mond en klauwzeer onder het vee van de wed. Yan den Broecke te Koewacht. Sedert een jaar was er geen vreemd vee aangekocht; vreemde kooplui waren niet op het erf geweest. De koeien waren een paar dagen te voren nog in aanraking met vee, dat in een aanpalende weide liep. De varkenshokken stonden in de onmiddellijke nabpheid van den koestalde varkens bleven van de ziekte verschoond, als ook het vee, dat met het besmette vee in aanraking geweest was. In 1894 constateerde ik het mond- en klauwzeer bp den landbouwer Ed. de Yleeschhouwer te Koewacht. Geen vreemd vee was aangekocht; vreemde kooplui waren niet op den stal geweest. Twee dagen vóór het constateeren der ziekte hadden deze koeien en die van de wed. Dierick elkander nog staan likken. De varkenshokken paalden aan den koestal. Ook hier bleef het bp éen koppel en werden de varkens door de ziekte niet aangetast. Een maand later constateerde ik mond- en klauwzeer onder het vee van I. van Hasselt te Zuiddorpe. Oorzaken van het ontstaan der ziekte onbekend. Dit vee was vier dagen voor het constateeren der ziekte nog in aanraking geweest met een honderd stuks Belgisch vee, dat gezamenlpk was naar huis gekomen. Het vee van Fr. de Munck, dat twee dagen daarna met het vee van L van Hasselt was in aan raking geweest, werd besmet. De varkens van Fr. de Munck bleven van de ziekte ver schoond. De varkenshokken stonden aan den overkant van den mestput. Een zeug met biggen van I. van Hasselt kreeg het mond en klauwzeer en wel door de volgende onop lettendheid. Zoodra door mp op eene hoeve het mond- en klauwzeer wordt geconstateerd, geef ik dadelpk order dat meiden of knechts, die met het voederen der varkens belast zpn, in geen geval in het varkenshok mogen komen, tenzp zp schoeisel en handen goed hebben gedesinfecteerd, en dat het eten. der varkens in geen emmer mag worden gedaan, waar de koeien uit gedronken hebben, alsook niet in melkemmers. Als het eenigszins mogelpk is, wordt een persoon met het voederen der var kens belast en deze mag niet in den koestal komen. Dit alles wordt hier stiptelpk ten uitvoer gebracht onder de meest welwillende medewerking der landbouwers. Bp den land bouwer I. van Hasselt was de meid met de verzorging der varkens belast. De baas en nog een persoon behandelden de koeien. Toen hp op zekeren dag daarmede bezig was, be gonnen de biggen der zeug Bchxikbarend te schreeuwen, doordien er een paar onder haar lagen. Onbedacht sprong de baas ter hulp en twee dagen daarna had de zeag mond- en klauwzeer. De biggetjes zpn allen tengevolge der ziekte gestorven. Niettegenstaande er dagelpks een honderd stuks Belgisch vee heen en terug voorby de twee besmette hoeven werden gedreven, bleven ze verschoond van het mond- en klauwzeer. De Belgische regee ring sloot de grenzen niet, alhoewel de twee besmette hoeven in de onmiddelpke nabpheid der grenzen waren gelegen. Nog veel meer dergelpke gevallen zou ik ongetwpfeld binnen kort zou gelukken en dan wee over Kabartyen zelfs over Mehmed Schendar. In den beginne had de Atalik ge tracht zpn pleegzoon te overreden en hem de onmogelpkheid van een huwelpk met Zilicka te doen inzien maar Ali was niet te over tuigen. De pleegvader bewees hem zelfs dat hp met dien roof, niet alleen zpn eigen hoofd, maar ook dat van zpn vorst op het spel ge zet had, doch Ali bleef halsstarrig antwoorden dat hp dit gevaar niet kon afwenden. Waar om had Kabarty hem niet in tpds zpn voor nemen meegedeeld, dan zouden al die onaan genaamheden voorkomen zpn. Ten slotte zocht de Atalik de goden op zpn hand te krjjgen. Drie dagen en nachten achtereen offerde hp en zond gebeden omhoog maar alles te vergeefsOok de hemel wilde zich niet met de zaak inlaten. Nu barstte zpn toorn los. Hp viel zpn dochter hard, wierp haar dreigende blikken toe en plotseling overvielen hem booze gedachten. Als hp Zilicka eens uit den weg ruimde Zpn eigen vleesch en bloed Ja, gaat de plicht van den Atalik dan niet bovendien van den eigen vader Moest hp haar dooden Haar het koude staal in het hart stooten Of haar van een hooge rots in zee werpen In dergelpke gedachten verdiept doolde hp rond, totdat hp eensklaps voor de hut van Alexy stond. De Rus was met behulp van Ali bezig aan een boot, die hp voor het volgende graan- kunnen mededeelen, doch uit de gemelde kan men gerust de gevolgtrekking maken dat het mond- en klauwzeer niet zoo besmettelpk is als men vroeger wel meende. Het speeksel, dat men vroeger zeer werkzaam waande ter verspreiding van de ziekte, bleek bp de proe ven, welke door professor Schiitz te Berlyn zpn genomen, bpna geen virulente eigenschap pen te bezitten. Om dat te weten te komen heeft genoemde professor varkens en runderen met het speeksel en ook met het vocht uit de blazen, welke bp het mond- en klauwzeer op het landvleesch ontstaan, ingeënt. De inen ting met het speeksel had bpna nooit gevolgen. De inhoud der blazen was daarentegen zeer virulent, en de inenting daarmede veroorzaakte steeds het mond- en klauwzeer. Om nu te weten te komen, hoe lang de smetstof der blazen hare giftigheid bleef behouden, nam hp eenige wollen draden, bevochtigde ze met den inhoud der blazen en liet dan de draden in de lucht drogen. Nadat ze gedroogd waren, bond hp een paar draden aan de snptanden van eenige koeien en varkens en geen enkel dier werd door mond- en klauwzeer aangetast. De smet stof van het mond- en klauwzeer kan met zekerheid door een 5 zeep en 5 ruw car- bolzuur-oplossing vernietigd worden. Het ware zeer wenschelpk, dat er in die richting ook eenige proeven in Nederland werden genomen, maar er ontbreekt ons nog steeds een labora torium, bestemd voor nauwkeurige onderzoe kingen naar de oorzaken van voorkomende ziekten onder het vee. Moge het spoedig tot stand komen Dat het mond- en klauwzeer zeer dikwpls zou worden overgebracht door kooplui, be- twptel ik zeer. De varkens van reeds ge noemde landbouwers, welke dieren ook zeer vatbaar zpn voor het mond- en klauwzeer, bleven er van verschoond, niettegenstaande de huisgenooten steeds met elkander in aanra king komen en hunne kleederen voortdurend aan besmetting zpn blootgesteld. De onder vinding heeft nog geleerd, dat, indien men bp het verlaten van een besmetten stal de schoenen en de handen goed desinfecteert, men niet bang moet zpn een niet besmetten stal binnen te treden. Dat het beter is er niet in te komen, als men niet moet, spreekt van zelf. Een koopman zal zich er wel voor wach ten, in een stal te komen waar mond- en klauwzeer heerscht, en nog veel minder zal hp er in worden toegelaten. Heeft hp op zpn stal zelf het mond- en klauwzeer, dan gaat hp met zpne klompen en plunjes, waarmede hp in den stal loopt, niet ter markt. Indien het mond- en klauwzeer kon overgebracht worden door kooplui, dan helpt noch opstallen noch afmakenwant vreemde kooplui kan men wel uit zpne stallen maar niet van de markten weren. Het verspreiden van circu laires door autoriteiten en hoofdbesturen van landbouwersvereenigingen, waarin wordt ge zegd dat men kooplui uit zpne stallen moet weren ter voorkoming van mond- en klauw zeer, is eenvoudig onzin. De oorzaak, dat het mond- en klauwzeer zich in sommige provinciën van ons land steeds uitbreidt, ligt eenvoudig aan de slechte mede werking der boeren en kooplui, die zooveel mogelpk de ziekte trachten geheim te houden en het besmette en verdachte vee verkoopen om schade te voorkomen, niet bedenkende, dat zp door hunne onbezonnen handelwpze de schuld zpn, dat de grenzen weldra zullen wor den gesloten en zp daardoor nog meer schade zullen lp den. Dit alles kan echter voorkomen worden door het geven van schadevergoeding voor het opstallen van vee. Het koninklpk besluit van 17 November 1892, waarbp afma king van het zieke en verdachte vee ban wor den bevolen, moet worden ingetrokken, omdat men even goed door opstallen de ziekte tot een koppel kan beperken. Waar het hierbp eene ziekte geldt, die gemakkelpk geneest en den eigenaar bp eene goede deskundige be handeling weinig schade berokkent, zou afma king tot wetsontduiking leiden, wrevel en verbittering tegen de maatregelen verwekken en meer bp dragen tot uitbreiding der ziekte dan deze tegengaan. Het vee en de varkens van eene besmette hoeve, die nog niet door de ziekte zpn aange tast, kan men mpns inziens gerust zonder eenig gevaar voor besmetting onder politie toezicht per as naar een abattoir later ver voeren. De voorbeelden, die ik boven heb aangehaald, leveren daarvoor een bewps. transport wilde gereed hebben. Daar schoot Kabarty een ander denkbeeld door bet hoofd. »Is dat vaartuig weldra gereed vroeg hp. »Over twee dagen!" »Dat treft goed. Ik wilde naar Suchum varen om nog iets in ontvang te nemen, dat men my voor mpne waren schuldig gebleven is". Ali wierp hem snel een blik toedeze woorden hadden een zweem van hoop bp hem opgewekt. Zou Kabarty voornemens zpn het geroofde meisje weer naar haar land terug te brengen?" Na dit korte gesprek ging de Atalik zpns weegs. Ali had veel over die voorgenomen reis van zpn pleegvader nagedacht en was telkens weer tot de slotsom gekomen: hp zou de geroofde gaan terugbrengen. Sedert de vreemde bp Kabarty was, had Ali trouw vermeden, om een voet over den drempel te zetten doch nu de Atalik zpn voornemen had te kennen gegeven om naar Abohasië te reizen, loerde Ali in den omtrek der woning, om te zien of zpn vermoeden juist was. Alexy had den tweeden dag, na zonson dergang de boot naar de landingsplaats ge bracht en was daarop naar huis gegaan. Waarschpnlpk zou het vertrek dienzelfden nacht of bp het aanbreken van den dag plaats hebben en dus was Ali niet ver van de boot Wordt dit alles toegestaan, dan zal de ont duiking van zelf ophouden. De veearts zal dan niet meer beschouwd worden als een despootje maar als iemand, die komt in het belang der landbouwers en kooplui. Een tweede factor, die veel bp draagt tot uitbreiding van het mond- en klauwzeer, is het onvoldoend veeartsenpkundig toezicht. Gejj deputeerde Staten van Friesland hebben dan ook in dien zin eene circulaire aan de ge meentebesturen in die provincie gezonden. In den regel storen zich gemeentebesturen, als het geld moet kosten, niet veel aan zulke circulaires; zp worden meestal voor kennis geving aangenomen, adres de circulaires be treffende vleeschkeuring. Tot nu toe wordt slechts op de groote markten, zooals Rotter dam, Utrecht enz., het vee door veeartsen onderzocht. Overal, waar vee wordt verkocht of naar markten, tentoonstellingen of andere plaatsen wordt verzonden, ia eene goede keu ring hoog noodig. Deze keuring mag niet bestaan in het bezien der beesten; maar de muil van ieder beest moet, voordat het op de markt wordt toegelaten, open getrokken en goed bekeken wordendan zal het niet meer voorkomen, dat een dertig stuks vee, die door twee veeartsen op verschillende plaatsen waren onderzocht, op de plaatsen van bestemming gekomen, bpna allen besmet bleken te zpn met mond- en klauwzeer. Verder moet er voor gezorgd worden, dat veewagens, veeter reinen en veestallingen goed worden ontsmet, wat dikwpls maar al te veel te wenschen overlaat. Wordt dit nagelaten, dan zpn het broeinesten voor de besmetting. Het is treurig in de verslagen over land- bouwvergaderingen te moeten lezen, dat man nen van naam durven beweren, dat ontsmet ting der stallen niet noodig is en den land bouwers vele moeielpkheden berokkent. Ge lukkig zpn de landbouwers hier van een ander oordeel en stelt men nog zelf mannen aan het werk, opdat de desinfectie spoedig en goed zou worden verricht. Dat de desinfectie der stallen in geen geval mag worden nage laten, kan uit het volgende blpken. Toen het mond- en klauwzeer nog niet onder de besmet telpke veeziekten was opgenomen, kochten de slagers hun vee, als het hier schaarsch begon te worden, op de markt te öent. Muilplaag was daar destpds Bchering en inslag. E8n slager bracht een paar vette beeBten mede lpdende aan mond- en klauwzeer. De beesten werden geslacht maar de stal werd niet gedes infecteerd. Nieuw aangekocht vee werd op den stal geplaatst en kreeg de ziekte. Dit her haalde zich nog een paar maal. Nu werd de stal goed gedesinfecteerd maar dat hielp niets meer. De slager heeft de kribbe moeten uit breken en de beesten, die later op den stal werden geplaatst, bleven vrp van het mond en klauwzeer. Om nog meer licht aangaande de besmettelpkheid van het mond- en klauw zeer te verkrpgen, dient er door de regeering en ook door de hoofdbesturen van de maat- schapppen van landbouw eene deskundige commissie van veeartsen en landbouwers te worden benoemd, die zal hebben na te gaan, in hoeverre wetswpziging noodig is, om in het vervolg het mond- en klauwzeer met goed gevolg te kunnen bestrpden en de grieven der landbouwers weg te nemen, die zich bp de jongste epidemie hebben voorgedaan. J. BAÜWENS, Provinciale Veearts. Axel, 19 Juni 1895. Wp ontvingen het eerste verslag, loopende over het dienstjaar 1894/95, van den toestand der Vereeniging tot opvoeding van half-ver weesde, verwaarloosde of verlaten kinderen, in het huisgezin, gevestigd te Amsterdam. Al moge dit korte overzicht geen jaarver slag zpn, omdat de vereeniging nog slechts ruim een half jaar werkzaam is, met groote voldoening wordt er in geconstateerd dat, dank zp de hulp van velen, de aanvankelpke ar beid met goed gevolg bekroond is geworden. Het zaadje is gelegd, reeds is de jeugdige plant daaruit ontsproten en de wensch wordt geuit, dat zp onder gunstige omstandigheden moge opwassen tot een krachtigen boom, wiens vruchten velen ten goede komen, die zonder krachtdadige hulp dreigen onder te gaan. Uit de bp het verslag behoorende mededee- lingen blpkt dat zpn toegetreden 111 begun stigers, 323 leden, 38 leden-besohermers en 2 in hinderlaag gaan liggen. De hemel was bewolkt, zoodat de maan slechts een flauw schpnsel verspreidde, maar toch altpd licht genoeg om een twaalftal passen voor zich uit te zien. De uren ver liepen met ongeloofelpke traagheid, zoodat Ali tpd in overvloed had om over het verleden en de toekomst na te denken. Het eerste was, met uitzondering der laatste gebeur tenissen, aangenaam genoeg geweest en de toekomst beloofde nu ook naar zpn zin te worden, nu Kabarty tot het inzicht scheen gekomen te zpn, dat hp de zaak haar beloop moest laten. Zoodra dus de vreemde verwp- derd zou zpn, moest hp handelen als een man. Het was te verwachten dat de Atalik zich nog altpd zou verzetten tegen zpn huwelpk met Zilicka en bepaald weigeren de zaak aan Mehmed Schendar voor te dragen, daar hp Ali duidelpk te verstaan had gegeven dat het een groot vergrpp tegen de wetten was en zpn beschermer dientengevolge zpn aartsvpand zou worden. Ali moest dus zelfstandig optreden. Hp kende zpn vader slechts weinig, daar hp hem af en toe bp feestelijke gelegenheden gezien had, maar anders nooit met hem in aanraking was gekomen, eerst na zpn huwelpk mocht hp de vaderlpke woning weer betreden. De eenvoudigste weg was dus om met Zilicka aan de hand voor zpn vader te verBcbpnen en te zeggen >Hier breng ik n een dochter, ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 5