N°. 110.
138' Jaargang,
1895
Vrijdag
10 Mei.
HD»ELBWn (MUNT.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f S
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regelj Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
Vh ernometei.
Middelburg 9 Mei 8 u. vm. 66 gr.
m. 12 u, 71 gr-, av. 4 n. 70 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goob A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Moou,
te Tholen: W. A. van Nebuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belineante, te 'a Gravenhage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zijn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parys en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daxjbe Ca., John F. Johbb, opvolger. zg des avonds nog worden opgenomen
Advevteatlën
moeten des namiddags te één uur
Middelburg 9 Mei.
Het zijn toch eigenaardige, of liever on-
eigenaardige menschendie leiders der ultra-
anti-revolutionnaire partij in onze omgeving.
Niet alleen dat zij zich bij voorkeur mengen
in andermans zaken, neen, zij maken zich
daarbij aan schrikbarende inconsequentie
schuldig.
Wanneer aan liberale zijde iemand can-
didaat gesteld wordt, die niet ter kerk gaat,
dan wordt de goê gemeente in schrille
kleuren gemaald, hoe treurig, hoe alkeurens-
waard het is zoo'n ongeloovige, zoo'n ver
schrikkelijk mensch, al is hij anders nog
zoo braaf, te stemmen. Dat mag in geen
geval 1
Wordt daarentegen van vrijzinnigen kant
een man gecandideerd die, uit eerlijke
overtuiging, voor de godsdienstige behoeften
van zijn hart, wel de kerk aanhangt, dan
wordt ach en wee geroepen over de snood
heid der liberalen, die zoo iets durfden bestaan;
en bovendien sparen die leiders, zonder
indachtig te zijn aan hnn roeping, plicht en
ambt, zulk een „geloovig" persoon evenmin.
Hoewel noode, meenden wij hierop even
te moeten wijzeneerstens om duidelijk in
't licht te stellen de juiste waarde, toe te
kennen aan al dat geroep en geklaag van
die zijde, en ten tweede om daardoor nog
eens uitdrukkelijk aan te toonen hoe aan
onzen kant de vrijheid van ieder op het
gebied van kerk- en godsdienst ten volle
geëerbiedigd wordt.
Wij vragen niet naar iemands overtuiging
op dit puntwij laten elk de vrijheid in
deze eene meening te koesteren.
Alleen komen wij er tegen op, wanneer
men iets, wat als een kostbaar kleinood dient
beschouwd te worden, misbruikt als instru
ment om op staatkundig gebied tweedracht
te zaaien en macht uit te oefenen.
Daartoe achten wij den godsdienst te
hoog, te verheven.
En toch geschiedt dit nog steeds, getuige
wat wij dezer dagen weêr ervaren. Wie
weet wat wij nog zullen hooren en kunnen
lezen, want wij zijn nog niet aan het einde.
Zeer waar blijft nog altijd, wat jhrmrA.
A. van Doorn in Maart 1889 verklaarde
„Langzamerhand zijn de leiders dier (n.l.
anti-revolutionnaire) partij er toe gekomen
om staatkunde en christendom zoodanig te
vermengen, dat de godsdienst misbruikt
wordt voor politieke doeleinden Zij
hebben in éen woord, om hun beginselen te
doen zegevieren, elk middel goed geacht, al
werd het vaderland er ook door ten verderve
gevoerd. Strijdende onder heilige leuzen,
beweert die partij thans op te komen voor
de belangen van ons christenvolk" en ver
blindt daarmede de natie, alsof het een strijd
ware vóór of tegen de kerk terwijl de strijd
in werkelijkheid gevoerd wordt om de po
litieke macht der aanvoerders en hunne vrien
den te verzekeren. Met die partij begeerde
ik sedert lang niet meer eenige gemeenschap
te hebben."
Die verklaring meenden wij nog wel eens
te mogen herhalen nu toch van den kant
der tegenpartij wêer dezelfde onverkwikkelijke
strijd tegen dien eerlijken, achtenswaardigen
man is geopend als in 1892.
En wij doen dit vooral ook om enkele on
zer partijgenooten, die nog altijd aarzelen hem
te stemmen, niettegenstaande hij van het
begin van zijn komst in Veere af lid der
liberale kiesvereeniging aldaar is geweest;
en trouw steeds bleef aan ons beginsel.
Hoe gemakkelijk zou het hem gevallen
zijn, stel dat er bij hem kwestie was van
eenigen twijfel, om op dit punt geen party
te kiezenen daardoor het is nog on
langs opgemerkt een plaats te verwerven,
waarvoor hij echter niet transigeeren wil.
Geen eerzucht drijft hem, geen beginsel
loosheid kau hem ten laste gelegd worden,
zooals velen anderen die eenvoudig om een
„zetel der eere" te verwerven naar alle zij
den zich wenden en spartelen als
Ie diable dans vn beneiier.
Hij is een man uit éen stuk, van wien
meu weet wat men aan hem heelt.
En thans stappen wij van dit chapitre af
om nog eens stil te staan bij de meer prac-
tische zijde van de kwestie.
In de jaren dat de heer Van Doorn bur
gemeester van Veere en Vrouwepolder is,
heeft hij zich bemind gemaakt door zijne
kalmte, zijne degelijkheid, zijne humane
ideën en zijne voortvarendheid. Waar het
gold de belangen der gemeenten, wist hij
steeds met takt en beleid te handelen.
Voegt daarbij de kennis, die hij, door zijn
burgemeesterschap van Cadzanaen Zuidzande,
van een ander deel der provincie opdeed
zijn ervaring op Walcheren, waar hij gebo
ren en opgevoed is, dan zal men moeten
erkennen dat hij zeker in de Staten uitste
kend op zijn plaats zal zijn.
Als mannen van de praktijk en kennis
van Zeeland kunnen ook de heeren dr A.
van der Swalme en mr F. J. Spreüger ge
noemd worden.
Beiden zijn, evenals de heer Van Doorn,
geboren Zeeuwen.
De heer dr A. van der Swalme heeft Vlis
singen tot geboorteplaats, waar zijn vader
secretaris was, om later, van 1852 tot aan
zijn dood in 1870, als bekwaam en werk
zaam griffier der Staten van Zeeland der
provincie goede diensten te bewijzen. Na
eene allergewichtigste betrekking in Delft
te hebben vervuld, gevoelde de heer dr A.
van der Swalme zich zoo tot Zeeland aan
getrokken dat hij zich in 1888 metterwoon
in Middelburg vestigde, waar hij als lid van
den raad en in verschillende commissiën ten
nutte van 't algemeen werkzaam is.
Zelf groot grondeigenaar in Zeeland, zijn
hem de belangen van den landbouwenden
stand volstrekt niet vreemd, ja meer dan
eenmaal gaf hij stoffelijke blijken van zijn
belangstelling daarin, terwijl het geen ge
heim is dat hij voor hen, tot wie hij als
bezitter van den grond in nauwe betrekking
staat, zich een welwillend man toont.
Zooals wij in 1893 schreven, heeft de heer
Van der Swalme juist als deskundige op
het gebied der verzorging van arme krank
zinnigen groote verdiensten en kan hij
daardoor in de Provinciale staten veel nut
stichten, hetzij dat de kwestie der oprichting
van een provinciaal gesticht voor die onge-
lukkigen in Zeeland weer aan de orde
mocht komen, hetzij de regeling der verzor
ging van die personen in andere gestichten
weêr ter sprake gebracht wordt.
Den griffier van den polder Walcheren,
den heer mr F. J. Sprenger, kan zeker niet
ontzegd worden bekendheid met den toestand
van WalchereD.
Waar zijn candidatuur dadelijk met zoo
veel bijval werd begroet, blijkt daaruit wel
dat hij als de rechte man op de rechte plaats,
in onze Staten, wordt beschouwd.
Den burgemeester van Vlissingen, den
heer H. P. J. Tutein Nolthenius, zullen velen
zeker zeer gaarne een zetel in de Staten
zien innemen. Met veel tact, veel ijver en
toewijding behartigt hij de belangen van de
stad, aan wier hoofd hij staat. De inge
zetenen daar zullen wel allereerst meewerken,
opdat hij gekozen worde, doch zij bedenken
dat alle tweeslachtigheid hunnerzijds door
b. v. met hem een door de clericale partij
gestelden candidaat te kiezen en daardoor
diens keuze te helpen bevorderen thans
gevaarlijk is en de kracht breekt van een man
als het hoofd hunner gemeente, stelt dat, waar
aan wij niet twijfelen, hij lid der Staten wordt.
Werkt men dus niet mee om alle candi-
daten, die met hem gesteld zijn, gekozen
te krijgen, dan maakt men zijne positie
daar hoogst moeilijk; dan is 't vooral be
zwaarlijk om een man als mr E. Fokker,
die, waar hij kan, steeds warm voor de
belangen van Vlissingen op de bres zich
stel, in de Eerste kamer te behouden.
Geen halfheid das ditmaal! Er staan
thans te hooge belangen op het spel om uit
persoonlijke consideraties te transigeeren.
Over de aftredende leden der Staten,
de heeren C. J. J. A. van Teylingen en C.
L. van Woelderen, hebben wij niets te zeggen.
Hun verleden spreekt voldoende; aan hun
herkiezing zal ieder gaarne meewerken, die
het wel meent met de belangen van ons
gewest.
Maar men verlieze ook hierbij niet uit het
oog dat hun positie in de Staten onmogelijk
wordt, wanneer de meerderheid aan de zijde
van hunne bestrijders isen dat dan
stellig de heer Van Teylingen als lid van
Gedeputeerde staten valt, zoo goed als de
heer Heijse.
Wij hebben uitvoerig stil gestaan bij de
verkiezing op Dinsdag a. in het district
Middelburg, omdat de uitslag daarvan
den geheelen toestand in ons provinciaal
bestuur beheerscht.
Over de andere districten behoeven wij
niet veel in het midden te brengen.
Behalve in Hulst, waar de clericale partij
de heerschende macht uitoefent, al is zij
ook daar verdeeld, zullen de liberalen in de
andere districten hun plicht weten te doen.
Wij houden ons daarvan overtuigd.
In het district Goes heeft men geluk
kige candidaten, mannen van practische
kennis. Moge het daar aan een krachtig
protest niet ontbreken
In de districten Z i e r i k z e e en Tholen
zal men zich wel beijveren om den aftre-
denden leden een eervolle herkiezing te be
zorgen.
Aan de locale bladen en aan den ijver
der besturen van kiesvereenigingen aldaar
zij het overgelaten den strijd aan te wak
keren. Want men zij op zijn hoede. In
Tholen vooral wachte men zich voor
verrassingen.
In het district Sluis, waar de personen
strijd voor een derden candidaat is geëindigd,
zal men wel, zooals gewoonlijk, in groot
aantal opkomen om den aftredenden twee
heeren op eene hun passende wijze een
hernieuwing van hun mandaat te bezorgen
en tegelijkertijd den heer J. Erasmus een
zetel in de Staten te verschaffen.
De Nederlanderhet orgaan van jhr mr A.
F. de Savornin Lohman, heeft ook zich doen
hooren in den strjjd tusschen de Volksstem en
onsmaar is, onzes inziens, daarby niet ge
lukkig en gebleven beneden het talent van
bekwame mannen, die goed kunnen en moesten
onderscheiden.
Wy schreven dan, zooals men weet, datwy
het clericalisme vreezen.
Voor die verklaring ontvangen wy van het
genoemde blad een testimonium van oprecht
heid. Maar daarna verloopt het zich in een
kwestie, die met onze meening niet in het
minBte verband staat.
Het haalt nu het ministerie-Mackay aan,
om te verzekeren dat dit op onpartydige wjjze,
zoowel by benoemingen als in wetgevende
maatregelen, aller recht ontzag en aan alle
partyen het hare gafbehalve, zouden wy
zeggen, aan haar eigen vrienden de zoo
vurig gewenschte graanrechten.
By wyze van uitdaging sommeert de Ne
derlander nu ons een ministerie te noemen,
dat zoo goed handelde, of éen maatregel of
éen woord, waaruit blykt, dat, toen de anti-
revolutionnaire party in verbond met de
Roomsch-katholieke aan het bewind was, zy
andersdenkenden niet heeft kunnen dulden of
heeft bemoeilykt.
Daarentegen verklaart het blad zich bereid
tot het leveren van bewyzen, dat menig libe
raal kabinet zelfs »een stille party" niet heeft
geduld en aan andersdenkenden allen invloed
heeft onthouden.
Nu zouden wy toch willen vragenwat
heeft dat alles met de kwestie, door ons aan
geroerd, te maken?
Dat er toch ook liberale ministeries zijn, die
zeer onpartydig handelden, blykt uit de verze
kering van den Nederlander zelvedat andere
dit wel eens niet deden, is mogelyk doch een
uitzondering bevestigt den regelmaar het
feit dat éen anti-revolutionnair ministerie, dat,
waarvan baron Mackay aan het hoofd stond,
zoo onpartydig was, is nog geen bewys dat
alle kabinetten van die richting hetzelfde zwl-
len doen. Dan zouden er eerst meer minis
teries aan het roer moeten komen van zuiver
ultra-anti-re volutionnair karakter. Want men
verlieze dit niet uit het oog het kabinet-
Mackay was geen Calvinistisch maar een g e-
matigd anti-revolutionnair mi
nisterie en het heeft juist van zyne calvinis
tische aanhangers het meeste last gehad. Als
het niet door de liberalen in de Eerste en
Tweede kamer, ook by de herziening van de wet
op het lager onderwjjs, waarby aan de
grieven der voorstanders van het byzonder is
tegemoet gekomen door de hulp van de onzen
was gesteund, zou zyn leven nog korter
van duur zyn geweest dan nu het geval was.
Dryvers als wylen mr Keuchenius, met al
hunne bekwaamheden, kunnen het is toen
gebleken in ons land als regeeringspersoon
geen macht en invloed uitoefenen.
Wy verwyzen overigens de Nederlander
naar de brochure van den heer P. K. P. J.
van Sloten, die wy onlangs uitvoerig aan
haalden, om zyne redactie dan zelf te laten
oordeelen, in hoever ook baron iE. Mackay
de onpartijdigheid en rechtvaardigheid
alle opziohten heeft betracht; al was zyne
tekortkoming in deze ook een gevolg van de
eigenaardige positie, die hy tegenover de ka
tholieken innam.
Baron Mackay toch had als minister eene
moeilyke taak te vervullen en wy gelooven niet
dat wy onzerzydB dit ooit uit het oog hebben
verloren. Aan hem brachten wy meer dan eens
hulde. En ook op hem hadden wy het oog,
toen wy schreven dat wy voor geloovigen, die
rustig hun geloof belyden, zonder anderen
lastig te vallen, geen vrees koesteren. Hy
behoort niet tot hen, die »in hun kleingeesti-
gen overmoed, dryven en nog eens dryven,
en geen geloof, of wat zy ongeloof noemen,
naast zich dulden."
Daar staat baron .33. Mackay te hoog voor,
is hy te beschaafd, is hy te ontwikkeld, in 't
kort, daarvoor is hy te gentlemanlike. En ge
lukkig zyn er, ook in onze omgeving, nog
zeer velen die op dit punt met hem op
éen lyn staan. Zy allen kunnen onmogelyk
sympathie gevoelen en zich laten regeeren door
personen als die op dit oogenblik hier in stad
en land het gezag willen uitoefenen in de party
Wy herhalen dan ook nog eenB dat de
Nederlander met zyne opmerking alles be
halve gelukkig is geweest, maar wel geheel
buiten de orde.
Natuurlyk zyn allerlei correspondenten en
bladen druk in de weer om geruchten en
praatjes over het nieuwe kieswetontwerp de
wereld in te zenden. Dan heet het dat daarin
kiesdwang is opgenomen, wat nu weer wordt
tegengesproken; thans vertelt men dat het be
talen van eenige .belasting als kenmerk van
welstand is aangenomen en het ontwerp by
den Raad van state niet byzonder gunstig
ontvangen is. Daarby voegt men de mede-
deeling dat er een motie van bedenkingen,
o. a. van den oud-minister Heemskerk, te
verwachten is.
Die oud-minister zal toch geen bezwaar
hebben tegen het bovengenoemde kenmerk?
By kon. besluit is: aan den commies der
telegraphie 4e kl. W. van Hoboken, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend uit 's ryks
dienst en benoemd tot commies der telegraphie
4e kl. J. S. Zylstra, thans telegrafist.
Door de Maatschappij tot bevordering der
bouwkunst zyn als prysvragen in 1895 uitge
schreven
I. het ontwerp voor een Volkshuis, bestemd
hoofdzakelijk voor den ongehuwden werkman,
wien daarin een behoorlyk tehuis zal worden
verschaft
II. het ontwerp voor een eereboog, bestemd
om by gelegenheid van de kroning van H. M.
de koningin te Amsterdam te worden opge
richt aan den hoofdingang tot de stad tegen
over het Centraalstation.
Hl. het ontwerp voor een staldeur.
De bekroningen bestaan uit verguld zilveren,
zilveren en bronzen medailles der maat
schappij. De mededinging in prysvraag I en
II is opengesteld voor alle Nederlanders, in
IH uitsluitend voor leden der My. De jury
bestaat uit de hh. Ed. Cuypers, Henri Evers,
H. P. Berlage Nz., J. A. Mulock Houwer, W.
B. van Liefland.
KERKNIEUWS
Door het provinciaal kerkbestuar van
Zeeland zjjn tot de Evangeliebediening toe
gelaten de heeren E. G. J. Bal, cand. te Rot
terdam, W. C. Mense en C. Ronner Dz., cand,
te Utrecht.
Zondagavond nam de heer A. S. Talma,
predikant by de Ned. herv. kerk te Vlis
singen, afscheid van de gemeente sprekende
over Hebr. 138. De kerk was overvol.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Het tooneelseizoen te Middelburg
wordt Dinsdag a. op eigenaardige wyze ge
sloten, nl. met een jubilé-voorstelling, eene
dus die wy zelden of nooit in ons midden
aanschouwen.
Indertyd trad mevrouw Kleine-Gartman hier
op by haar afscheid van het tooneel, terwyl
mevrouw Beersmans den 14en April 1887 hier
haar 25 jarige tooneelloopbaan herdacht.
Thans geldt het een zeer goeden bekende van
velen, nl. Willem van Zuylen, die gemeend heeft
onze stad, waar hy zoovele bewonderaars telt,
op zyn tournée niet te mogen overslaan.
Overal waar hy in de laatste dagen optrad,
viel hem een zeer druk bezoek ten deel en
wachtten hem hartelyke ovatieB. In Utrecht
o. a. ontving hy Dinsdagavond by de vertoo
ning van Vriend Fritz een fraaien krans van
den senaat van het studentencorps en een van
de schouwburgcommissie.
In ons midden hebben wy in jaren niet het
voorrecht gehad Van Zuylen te zien spelen;
alleen konden wy hem by zyne voordrachten
bewonderen. Waar hy nu ook hier optreedt
in een zyner beste rollen, nl. die van Vriend
Fritz, daar twyfelen wy niet, of ook in onzen
schouwburg zal Dinsdag avond het bewys wor
den geleverd, dat men Willem van Zuylen
waardeert en als acteur hoog stelt.
En in Goes, waar hy Maandag te voren,
in Zierikzee, waar hy Woensdag daarna
optreedt, zal men zeker niet met minder
vreugde en sympathie hem begroeten.
De extra-trein ten dienste van HH. MM.
de koninginnen zal morgen, Vrydag, te 9.40
voormiddag van Vlissingen naar Den
Haag vertrekken en aldaar te 12.22 namiddag
aankomen. De trein zal te Roosendaal te 10.49
voormiddag drie minuten stilhouden.
Te Middelburg passeert de trein te 9.47, te
Goes te 10,5 en te Vlake te 10.13alles
spoortyd.
Naar wy vernemen is door de Onderlinge
brandwaarborgmaatschappy Zeeland alhier
aan de manschappen van de brandspuit te
Grypskerke eene premie van f 15 ge
schonken voor de diensten, bewezen by den
Dinsdagavond aldaar plaats gehad hebbenden
brand.
De spuit, ofschoon geplaatst op ongeveer
een uur afstands van het terrein van den
brand, arriveerde daar binnen het half uur en
kon op de plaats des onheils direct het blus-
schings werk aanvangen en daardoor nog
eenige levende have behouden.
De fontein op de Balans alhier was
heden in werking wat door de week een zeld
zaamheid is en by het fraaie weêr een aan
genaam effect maakte.
De Roomsch katholieke kiesvereeniging
's Heerenhoek en Omstreken beveelt voor de
a. verkiezing van leden der Provinciale Staten
de van liberale zyde gestelde candidaten drin
gend aan.
- De raad van 's Gravenpolder be
sloot den gemeente-veldwachter A. de Kraker
eene gratificatie van twintig gulden te geven
en benoemde tot bezoldigd beambte by de
brandweer Johannes Remjjn, in plaats van
J. Kruys Yoorherge Sr, overleden, die deze
betrekking meer dan vjjftig jaren vervuld had.
Mej. G. J. Batenburg te Noordwelle
is aldaar benoemd tot onderwyzeres aan de
openbare lagere school.
In het oostelyk deel van Flakkee circu
leert het volgend adres aan den minister van
waterstaat
Geven eerbiedig te kennen, de ondergetee-
kenden, allen bewoners van het oostelyk deel
van het eiland Oveiüakkee en Goedereede
dat zy voortdurend met belangstelling ge
volgd hebben de plannen van het tram-comité
op het eiland Schouwen in leven geroepen,
tot het verkrygen van een stoomtram Brou
wershaven, Zierikzee, St Philipsland, Steen
dat toch by de verwezenlijking van die
plannen het belang van het oostelyk deel van
ons eiland ten naaste is betrokkendat wel
aan den noordelijken kant van ons eiland door