6 Mei.
N°. 108.
138s Jaargang.
1895.
Maandag
De marineslnis en -haven le VMip.
mmHtcsm courant.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel? Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 j
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
Reclames 40 cent per regel.
Vkeraometev. i Agenten te VlissingenP. G. de Yet Mestpagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooiï,
Middelburg 4 Mei 8 u. vm. 52 gr. te Tbolea: w. A. van Njeüwenhüijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën
m. 12 u. 62 gr-, av. 4 m 59 gr. F. evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Ya.x Ditmab, te Rotterdam, M Gebb. Beiihiante, te 's Gravenbage, en A. de La Mar Aan., te Amsterdam.
Verwacht N. o. wind. —^Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicitó ótrangère G. L. Daube Ceb., John F. Jones, opvolger.
Advertenties
moeten des namiddags te één uur
aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel
Middelburg 4 Mei.
Na de herinnering, dezer dagen aan de
hand van een inzender in een Rotterdamscb
blad gedaan, betreffende het bekende geschil
tusschen de gemeente Vlissingen en het rijk
is het, dunkt ons, nuttig nog eens op een
voornaam punt in deze te wijzen, nl. op den
toestand der marinesluis.
Het is toch al weêr zestien maanden ge
leden dat de toenmalige minister van water,
staat in de Eerste kamer, bij gelegenheid
der interpellatie van den heer mr E, Fokker,
waarvan wij te zijner tijd een uitvoerig ver
slag gaven, tot tweemaal toe de bekentenis
aflegde, dat die sluis niet gebruikt kan wor
den, omdat de deuren zijn vastgezet en er
zich bovendien eene dikke sliblaag voor die
deuren gevormd heeft. Dat liet bruikbaar
makeu van die sluis zeer wel mogelijk is
door uitbouwing en wijziging van de haven-
dammen, erkende de minister tevens, maar
hij achtte het niet gewettigd om voor te
stellen daarvoor 350.000 te besteden.
Het mag wel als stellig worden aange
nomen dat sedert dien de toestand van haven en
sluis er niet op verbeterd zal zijn integendeel.
En zoo zal deze voortdurend verergeren-,
terwijl middelerwijl het rijk volhardt bij zijne
houding om de sluis in onbruikbaren toe
stand te laten en zich van zijne verantwoor
delijkheid tegenover Vlissingen, wat de haven
betreft, niets aau te trekken.
Dat de Regeering verplicht is, met het oog
op de overeenkomst van 1857, de haven voor
de scheepvaart in bruikbaren staat te houden
wordt op goede gronden door Vlissingen be
weerd. Wij gaan op deze vraag niet verder
in, daar een rechtsgeleerd betoog hier niet
op zijn plaats is. Doch ook, gesteld dat de
Regeering zich achter een exceptie zou kun
nen verschuilenaangenomen dat de gemeente
een te voeren proces zou verliezen wat
nog volstrekt niet zou bewijzen dat de ge
meente in den grond der zaak ongelijk
heeft zoo vragen wijgaat bet aan dat,
waar Rijk en Gemeente contracteeren, door
het Rijk geweigerd wordt die overeenkomst
n aar de bedoeling te goeder trouw uit te
voeren? Eu dit gaat te minder aan, waar
het Rijk tot vóór weinige jaren heeft erkend
dat het bouwen van de marinesluis noodig
was, niet omdat do drukke scheepvaart een
tweede sluis onmisbaar bad gemaakt, maar
dewijl er een reservesluis moest bestaan,
voor 't geval dat een gebrek aan de sluis
aan de buitenhaven ontstond. De in de
Vlissingsche adressen medegedeelde geschie
denis, met aanhaling van bewijsplaatsen uit
officieele stukken over de jaren 1875 tot
1893, bewijst dit voldingend. Zoo is, om
iets te noemen, telkens wanneer de
Schelde kwam met de vraag om afstand van
de sluis met het doel er een droogdok
van te maken door de regeeriDg geant
woord dat daartegen niet alleen technische
bezwaren bestonden maar ook dat de be
langen van de scheepvaart vorderden het
behoud van die sluis als reserve.
Fraaie behartigers der belangen van die
scheepvaart, die deze reserve geheel onbruik
baar lieten worden!
De eenige verontschuldiging, die de minister
in 1893 wist aan te voeren, was deze dat
de noodzakelijkheid vaneen reservesluis niet
was geblekendat men zelfs in Ymuid9n
zulk een sluis niet had.
Alsof dit een motief ware
Wat baat het den schepen wanneer de
groote sluis te Vlissingen eens niet gebruikt
kan worden, terwijl de vaartuigen uit Veere
even min zee kunnen kiezen, zoodat zij dus
feitelijk opgesloten zijn, of men al weet
dat Ymuiden geen reservesluis heeft Schraal
is zulk een troost.
Wat heeft b. v. de maatschappij de Schelde
aan deze wetenschap
En men vergete daarbij vooral niet dat
in de laatste jaren meer nog dan vroeger
een reservesluis noodig is geworden sedert
groote schepen niet meer aan de andere zijde
langs Veere do zee kunnen bereiken.
De toegang tot de buitenhaven te Veere en
de vaargeul in het Veergat zijn niet meer
voor diepgaande schepen bevaarbaar. Had
men vroeger dus nog eeu nooduitgang langs
Veere, later, nadat die nooduitgang verloren
is gegaan, weigert desniettemin het Rijk om
de reservesluis en de marinehaveu in bruik
baren staat te brengen.
Deskundigen hebben zich in 1875 vergist
dat is een niet te loochenen feit. En nu gaat
het zeker niet aan een gemeente, een gansche
streek als Walcheren, het daaruit ontstaande
nadeel en gevaar voor zijne belangen te doen
dragen. Wij noemen bet met mrE. Fokker
eene groote teleurstelling voor Vlissingen,
dat men zich aan die verplichting onttrekt
en onverantwoordelijke maatregelen nam om
zich zelfs van het gewone onderhoud dier
sluis te bevrijden.
Geen wonder dat de raad der gemeente
Vlissingen zich, na de ontbindingder Twee
de kamer in het vorig jaar, nogmaals tot
dit, toen nieuw samengestelde, college wendde
met verzoek om, onder verwijzing naar het
vroeger ingediende adres, gehoor te geven
aan het daarin uitgedrukt verlangen. En
toen de kamer besloot dat verzoek ter griffie
te depoueeren, heelt het bestuur dier gemeente
in een tweede adres opnieuw al zijn grieven
blootgelegd.
En die bezwaren zijn gesteund door de
kamer van koophandel in Middelburg en de
Provinciale staten van Zeeland.
In een uitvoerig adres heeft die kamer
haar adhaesie betuigd aan het verzoek dei-
gemeente Vlissingenen daarin gewezen op
het feit dat het daarbij een belang geldt
niet alleen van Vlissingen maar ook van
Middelburg.
En de Provinciale staten besloten, in de
najaarsbijeenkomst van 1894, in een request
H. M. de koningin-weduwe, regentes,
de aandacht op den onhoudbaren toestand
te vestigen. Zij wezen er op
„dat, om aan de groote zeeschepen den
toegang te Vlissingen in alle omstandigheden
verzekeren, het noodig is de tot schut
sluis ingerichte voormalige Marinesluis in
bruikbaren staat te brengen, daar ingeval
de groote sluizen aldaar, tengevolge van een
of ander defect, voor het schutten onbruik
baar worden, de vaart in en uit het kanaal
en de binnenhavens te Vlissingen voor die
schepen zal zijn gestremd, waardoor dan
tegelijk de belangrijke werven van de Ko
ninklijke maatschappij de Scheldealsmede
het droge dok te Middelburg van de zee
zullen ziju afgesloten
,dat de toegang tot het kanaal te Veere,
van uit de Zandkreek en den Zuidvliet, voor
de binnenvaart zeer belemmerd en wellicht
spoedig ondoenlijk wordt door den steeds
achteruitgaanden toestand van die vaarwa
ters, waarschijnlijk tengevolge van de uit
oefening op groote schaal van de mosselteelt,
waardoor aanslibbing in sterke mate wordt
bevorderd en de vaargeul verondiept;"
redenen waarom zij dringend verzochten
dat het H. M. mocht behagen „maatregelen
te doen nemen, om .de voormalige Marine
sluis te Vlissingen in bruikbaren staat te
brengen en om een onderzoek te doen in
stellen naar den achteruitgang van het vaar
water in de Zandkreek en den Zuidvliet
tengevolgevan den aanleg van mosselbanken."
De hoofdingenieur van den Provincialen
waterstaat, die al de bezwaren, ten opzichte
van den toestand van de kanaalmond te Veer>
ingebracht, niet deelde, was omtrent de
marinesluis even pessimistisch als velen en
schreef aan het slot van zijn advies
„Dat de Kamer van koophandel en fabrie
ken te Middelburg in deze omstandigheden
met aandraDg steunt het verzoek, door den
raad der gemeente Vlissingen tot de Tweede
kamer der Staten-generaal gericht, om de
voormalige Marinesluis en -haven zoo spoedig
mogelijk in bruikbaren staat te herstellen,
ligt geheel voor de hand en is niet te
misbillijkeD.
„In verband met het hiervoor medege
deelde wil mij toeschijnen, dat het zeer
wenschelijk zou zijn, indien ook van het
Provinciaal bestuur de regeering kon ge
wezen worden op het groote belang dat
bestaat
„1° by het verzekeren van den toegang
uit het kanaal van Walcheren voor de groote
scheepvaart naar zee te Vlissingen, door het
in bruikbaren staat brengen van de tot
schutsluis ingerichte voormalige marinedok-
8luis en
„2" bij het verzekeren van den toegang
voor de binnenvaart door de Zandkreek en
Zuidvliet naar het kanaal van Walcheren te
Veere, en het tegengaan van handelingen,
die de verachtering van het vaarwater op
genoemde stroomen kunnen, wellicht moeten
na zich slepen."
Tegenover al die dringende betoogen,
waarin gewezen wordt op de hooge belangen,
die bij deze kwestie betrokken zijn, volhardt
de regeering bij haar eens ingenomen stand
punt. Want ook van den huidigen minister
van waterstaat valt in deze niet veel te
verwachten. In zijn antwoord op het voor-
loopig verslag der Tweede kamer over zijne
begrooting schreef hij dat hij evenmin als
zijn ambtsvoorganger vrijheid vinden kon
een voorstel te doen om 31/2 ton uit te geven
voor verbetering der Marinesluis, „zoolang
althans de scheepvaartbeweging te Vlissingen
niet zoodanig is toegenomen dat aan meer
dan éen toegang naar de binnenhavens
van het kanaal door Walcheren behoefte
bestaat."
„Ook de meeningzoo schreef de minister
dat de Marinesluis terstond beschik
baar moet zijn als reservesluis voor het
geval, dat de groote schutsluis te Vlissingen
door eeuig ongeval tijdelijk onbruikbaar mocht
worden, kan niet worden toegegeven. Stelde
i toch bij alle groote werken den eisch
dat een deugdelijk reserve-werk aanwezig
moest zijn, dan zouden de kosten der open
bare werken nagenoeg verdubbelen."
Deze redeneering gaat o. i. volstrekt niet
op.
De hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat heeft terecht erop gewezen, dat
volgens de tegenwoordige inzichten omtrent
inrichting van groote scheepvaartkanalen
aan de uitmonding daarvan als eisch gesteld
moet worden, dat ten minste twee sluizen
voor de groote vaart toegang tot de buiten
haven en de zee geven.
Naar die inzichten is men aangevangen met
de tweede sluis te bouwen en men heeft
dien bouw niet begonnen, omdat de drukke
scheepvaart haar noodig maakte. Eu nu
gaat het niet op om te zeggen dat zoo
men hij alle groote werken den eisch van
een deugdelijk reserve werk stelde de
kosten nagenoeg zouden verdubbelen. Dit
kan een reden zijn om een werk niet aan
te vangendit kan weerhouden van het
maken van een begin met het bouwen
van een reservesluis, doch dit de vrees
voor consequentie ten aanzien van andere
werken kan geen reden zijn om het
begonnen werk onvoltooid te laten. Immers,
reeds bij de staatsbegrooting voor 1875 werd
door de vertegenwoordiging besloten de
voormalige Marinehaven en sluis te veran
deren terwijl toen daarbij geen sprake was
de opening daarvan afhankelijk te stellen
van het meerdere of mindere scheepvaart
verkeer.
Hierop is dau ook nog nadrukkelijk ge
wezen in het nader adres, dt. 1 Februari 11.
door den raad van Vlissingen bij de Tweede
kamer ingediend.
Nu beweerde de minister in zijn antwoord
op de interpellatie van den heer Fokkev
tevens dat aan den toestand in den grond
niets is veranderd. Er is een dam gelegd
en die moet, wil de sluis in bruikbaren
staat gebracht worden, eenvoudig opgeruimd
worden gelijk met het veranderen der ha-
vendammen en het wegbaggeren van de
slib in de haven.
Dit alles kan in denzelfden tijd geschieden.
Nu komt die bewering ons vrij zonderling
voor j want aldus voortgaande, zou men den
toestand voortdurend slechter kunnen doen
worden.
In elk geval is niet de gemeente maar
wel het rijk de schuld dat die toestand is
De Tweede kamer zal, naar wij verwach
ten, dit alles in overweging nemen en de
billijkheid inzien vsn het verzoek der ge
meente Vlissingen om „het daarheen te lei
den dat de rechten der gemeente gehand
haafd worden en de Marinehaven en -sluis
zoo spoedig mogelijk in bruikbaren staat
worden gebracht en voor het scheepvaart
verkeer opengesteld."
Het geldt hierbij een kwestie zoowel van
recht als van billijkheid, niet alleen tegen
over Vlissingen maar ook tegenover Middel
burg en geheel Walcheren.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Het bs. Smeroe heeft heden het drooge
dok alhier verlaten.
Mocht de door Patrimonium te Vlis
singen opgerichte vakvereeniging van me
taalbewerkers zich gedurende een jaar in bloei
verheugen, Vrjjdagavond beproefde zjj, op
verzoek van andere vakmannen, ook eene
vakvereeniging voer timmerlieden, model
makers, metselaars en schilders op te
richten. Die poging gelukte, zoodat tot
de oprichting werd besloten en een voor-
loopig bestuur werd gekozen. De afdeeling
Vlissingen is de tweede vereeniging van Patri
monium in ons land, die met succes werkzaam
is tot het bevorderen der opriohting van vak-
vereenigingen.
Tot rijksveldwachter is aangesteld J. C.
de Schutter, ïjjkBveldwachter-jachtopziener te
Veere, die te Vlissingen geplaatst wordt,
terwjjl te Veere geplaatst wordt als rjjks-
veldwachter-jachtopziener J. Troost, gemeente
veldwachter te Zuid-Beierland. Voorts is de
rijksveldwachter N. J. van Garderen verplaatst
van Goes naar Noordwjjk en F. Bardok van
Noordwjjk naar Goes.
In de Vrjjdag middag door ingelanden
van den polder Oud-Noord-Bevéland gehouden
vergadering werd door den ontvanger-griffier
rekening gedaan over het dienstjaar 1894/5-
De ontvangsten bedroegen f 27040.785, de uit
gaven f 24937.95 zoodat er een goed Blot was
van J 2102.835. De begrooting voor den dienst
1895/6 werd in ontvang en uitgaaf vastgesteld
op f 26917.53.
Goedgekeurd werd de aanbesteding vaD
djjksmaterialen en grint; terwjjl werd beslo
ten tot het doen ;van eene steenbestorting op
het oeverwerk.
van Arnemuiden werd
Vrjjdag namiddag aan den hoek van O u wer
ker k aangevaren door een tjalkechip, en
heeech daarop de noodvlag. Dit werd opge
merkt door den kapitein der stoomboot
Zeeland der Zierïkzeesche Stoombootmy, die
terstond assistentie verleende en de hoogaartB
met de opvarenden op sleeptouw heeft geno
men en te Zierikzee heeft binnengebracht.
In de algfmeere vergadering van aan
deel houders der Zierïkzeesche stoombootmaat-
te Zierikzee gehouden,
is de rekening over 1894 goedgekeurd en
besloten geen dividend uit te keeren. Ale
commissaris is herkozen de heer mr H. C.
Moolenburgh.
In de Nutsspaarbank te Zierikzee
hadden gedurende het vorige jaar 1986 inlagen
en 1707 uitbetalingen plaats. De eersten be
liepen te zamen t 144587.93s en de laataten
f 173540.46s.
De inlagen waren verdeeld als van beneden
f 113van f 1 tot beneden f 10 552van 10
tot beneden f 100 1053van 100 tot beneden
f 1000 351en van f 1000 en hooger 17.
Aan rente werd bjjgeschreven f 17169.17s.
De rente bedraagt van alle inlagen 3 percent.
Op het einde des jaars had het kapitaal der
bank een waarde van f 687436.03terwjjl aan de
inleggers slechts verschuldigd was f604499.67;
zoodat er een reservekapitaal is van f 82936.36.
Het getal inleggers was toen 2868, als be
neden fl: 18; van f 1 tot beneden f10152
van f 10 tot beneden f 100:1062; van f 100
tot beneden f 10001550en van f 1000 en
Door de rechtbank te Zierikzee ie
G. J. H., koopman in granen en vee te Tholen,
thans verkeerende in staat van faillissement,
wegens bedriegeljjke bankbreuk veroordeeld
tot 2 maanden gevangenisstraf.
Door de antirevolutionnaire kiesvereeni-
ging voor de eilanden Tholen en St.Phi-
lipsland is voor de aanstaande staten-ver
kiezing als candidaat gesteld de heer jhr. mr,
J. J. Pompe van Meerdervoort, die, zooals men
weet, reeds voor het hoofdkiesdistrict Goes
zitting heeft.
Door den gemeenteraad van St.-An na-
land is met algemeene stemmen tot regent
van de weezen-armen benoemd de heer N.
Brujjnzeel,
Omtrent het zandprofiel van den djjk in
de doorbraak te Strjjen wordt door de Th. en
Yers Ct. gemeld dat het grooteljjks tot de ver-
eischte hoogte opgevoerd is.
De binnenberm is, met uitzondering der aan
sluitingen op de einden, aangereden, met schor-
grond bekleed en bekramd.
Ook de bnitenberm is aangebracht, op het
waterbeloop met schorgrond bekleed, bekramd
en reeds ten dëele met rjjsbeslag verdedigd.
"Weldra zullen de werkzaamheden van de
afsluiting uitsluitend bestaan in het voortzet
ten der kleibekleeding van het waarljjk zware,
nieuwe dakprofiel, te gel pk met het verder
voorzien van het waterbeloop met rjjsbeslag
In den polder worden reeds de wegen her
steld en de slooten tot bevordering der droog
valling van den grond uitgediept.
Door den gemeenteraad van Bruinisse
werd Vrjjdag ontheffing verleend aan Jacob de
Ronde, wegens slepende ongesteldheid, van zjjn
aanslag in den hoofdei, omslag 1894 en af
schrijving verleend aan I. Leuning, over acht
maanden, van zjjn aanslag wegens vertrek uit
De jaarwedde van den doodgraver werd met
f 15 verhoogd.
Besloten werd tot aankoop van grint voor
de voetpaden der gemeente, alsmede tot gun
ning van een gemeente woonhuis aan A. On
derdak, voor een gulden per week.
Aangaande het verzoek van den postdi
recteur om een heining langs een gedeelte van
zjjn tuin, staakten de stemmen, terwjjl op
het verzoek van een bewoner der Stein-
straat om eenige rioolbuizen van de gemeente,
die bjj dan zelf zal doen leggen, gunstig be
schikt werd, en den klerk ter secretarie Visser
op zjjn verzoek ontslag is verleend wegens
zjjn benoeming te Loosduinen, werwaarts hjj
reeds begin Maart vertrokken is.
De surnumerair der dir. belastingen enz.
J. D. Noske uit de inspectie Middelburg is
'te Terneuzen.
Voor het Algemeen Overzicht, de Beknopte
Mededeelingenenz., zie men het bijvoegsel.
Bursjenyü© «tana.
Van 27 April— 4 Mei.
Vlissingen. Ondertrouwd L. F. Geill, jm.
29 j. met P. C. Bujjze, jd. 23 j. A. van Over-
beeke, jm. 23 j. met J. A. de Bakker, jd. 22
j. W. Kloeg, jm. 22 j. met C. F. van Paroelen,
jd. 31 j. J. Prince, jm. 21 j. met M. A. de
Koning, jd. 20 j.
Getrouwd: a. Mejjer, jm. 23 j. met N. A.
Mets, jd. 23 j. L. J. Jansen, jm. 25 j. met C.
Krujjsse, jd. 21 j. A. Dalebout, jm. 23 j. met
M. Florusse, jd. 20 j. P. Roos, jm. 21 j. met
J. van de Velde, jd. 22 j.
Bevallen J. C. Sierevogel, geb. De Leeuwen,
z. A. Kemeling, geb. Hendrikse, z. C. Rorjjs,
geb. De Witte, z. W. F. de Plaa, geb. Schot,
z. C. M. Prince, geb. De Kan, z. S. C. van Os,
geb. Antheunis8en, z. J. Kroon, geb. Üabriëlse,
d. S. T. Teirlinck, geb. Van Opdorp, z. G. Fleur-
baajj, geb. Van Ojjen, d. M. J. Warman, geb.
Macbgeels, d.
Overleden J. C. Bonman, vrouw van W. J.
van Uxem, 30 j. J. G. de Koster, wedr van F.
J. van Heuven, 79 j. H. Maes, wedr van M. J.
P. van Hardenberg, 83 j. G. M. Stevens, wedr
van J. F. Limonard, 79 j.
Goes. OndertrouwdH. Bliek, jm. 26 j.
met J, G. Lindhout, jd. 24 j.
Getrouwd C. W. Linze, jm. 26 j. met. A. G.
van Houten, jd. 29 j. M. Barbier, jm. 23 j. met
E. Geluk, jd. 23 j. F. Maas, jm. 21 j. met L.
van Lindonk, jd. 21 j. P. Zandee, jm. 33 j. met
C. P. Rouw, jd. 22 j. P. I. Somer, jm. 28 j. met
K. Daane, jd. 29 j.
Bevallen A. M. van Hoorn, geb. Van Pien-
broek, z. W. Kamp, geb. Gelok, z. H. Kriekaard,
geb. Van Schaik, d. C. Brusket, geb. Dirkse,
z. P. Bruel, geb. Wisse, d. M. Geene, geb.
Mep er, d.
Overleden J. Leempoel, man van M. Blom-
mers, 73 j. J. M. van der Linde, man van D.
Zweedjjk, 55 j.
Liefdadigheid.
Ontvangen door de Vereeniging Kinder
voeding alhier van het comité der Poppen-
tentoonstelling de netto-opbrengst dier ten
toonstelling met de inmiddels beloopen rente,
samen f 3038.99s