N°. 104, 1389 Jaargang. 1895. Vrijdag 3 Mei. IIBDILBIMBE (BI KIM. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s mei uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.- Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. j Agenten t® YlissingenP. G. de Yet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolott, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peiji, te ZierikzeeA. C. de Mooij, Middelburg 2 Mei 8 u, vm. 52 gr. j te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën "m. 12 u. go gr-, av. 4 u. 62 gr. F. evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmas, te Rotterdam, de Ge3E. Beltsïa.nte, te 's Gravenhage, en A. de La Mae Azn., te Amsterdam. Verwacht N. O. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjja en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Datjes Ciz., Joen F. Jones, opvolger- Advevieatlëa moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Wij kunnen niet zeggen dat de brief wisseling, gevoerd tusschen het bestuur der patroonsvereeniging Bouw/tring te V lissingen en de woordvoerders der 105 werklieden aldaar, die verhooging van loon vroegen, een aangenamen indruk op ons heeft gemaakt Van beide kanten heeft men zich daarbij gewaagd aan bespiegelingen, die weinig ter zake afdoende waren en daarom gerust hadden achterwege kunnen blijven. De ver houding zou daardoor wellicht beter geworden zijn dan zij nu van zelf worden zal of wel licht reeds is. Het is zeker passend en nuttig, wanneer een patroon zijn werklieden, vaD wie hij weet dat zij wel eens meer sterken drank gebruiken dan hun past uit moreel en financieel oogpunt, onder het oog brengt dat het beter is dit na te latenmaar handig is het niet om een verzoek van velen te beantwoorden met verwijten, hoe zacht ook ingekleed, die slechts eenigen raken, en nog onhandiger is het om daarop weer als weder antwoord den patroons eigen tekortkomingen voor de voeten te werpen. Van het oogenblik dat dit plaats heeft ontstaat er een klove, die alle verdere over leggingen bemoeielijkt en zeer bezwaarlijk te overbruggen zal zijn. Dat er werklieden zijn, die een deel van hun verdiend geld aan drank verspillen dat dezen beter deden om, wilden zij al eens een glaasje gebruiken, d;t thuis te doeu, waar zij voor veel minder geld hetzelfde kunnen verkrijgendat zij nog oneindig beter deden hetzelfde geld te besteden voor het welzijn of, als het kan, het gezamenlijk genoegen van vrouw, kinderen en zichzel- ven; dit alles is bekend. Dat er ook patroons zijn, die niet vrij zijn van gebruik, soms misbruik van drank, wie zal het ontkennen Het een is al even verkeerd als het ander en geen der beide partyen kan excuus vinden voor zijn doen en laten in hetgeen de andere verricht of verzuimt. Als men echter met elkaar een kwestie van loon wil regelen, dienen zulke, tot een geheel an der gebied behoorende, zaken niet aangeroerd te worden en zijn dergelijke opmerkingen niet geschikt om het geheel tot eene oplossing te brengen. Dan is alleen de vraagis het loon evenredig aan het werk, dat verricht wordtis het voldoende om in de behoefte te voorzienis het billijk En zoo niet, is het den patroons mogelijk moer loon te geven, zonder nadeel voor zich zeiven, maar ook van hun werklieden Dat men, in plaats van die kwestie aldus te beschouwen, redeneeringen houdt, zooals in Vlissingen is geschied, getuigt van gebrek aan takt, en zeker niet minder de wijze, waarop die gevoelens aan het algemeen oordeel zijn prijs gegeven. Of een werkman zijn geld al minder goed besteedt, doet hoegenaamd niets at aan de vraag, of hij voldoende betaald wordt niet enkel naar zijne behoeften maar naar den loonstandaard en naar de diensteD, die hij verrichten moet. En al doet een werkge ver ook voor zichzelven verkeerde dingen, dit ontslaat den arbeider niet van zijn plicht om dien patroon naar zijn beste krachten met toewijding te dienen; en geeft hem niet het recht om dien patroon van zijn parti culiere daden een verwijt te maken. Elk staat in deze op een eigen vrij standpunt, mits wat zij doen of laten aan hunne ver plichtingen tegenover elkaar niette kort doet. In den laatsten brief der werklieden wordt veel geredeneerd over de plichten, die de patroon heeft te vervullen tegenover zijn personeelmaar omgekeerd dient ook de werkman gedachtig te zijn aan zijn verplich tingen tegenover degenen, wien hij zijn bulp verleent en zijn arbeidskracht schenkt. Men komt echter geen stap verder met daarover veel te redeneeren. Wanneer wij hetgeen te Vlissingen ge schiedde en hetgeen in onze stad plaats heeft gehad tusschen de patroons en de timmer lieden vereeniging eens vergelijken met het gebeurde in het typografen vak te Middel burg, en dan eens nagaan hoe hier het overleg, geleidelijk en met kalmte gepleegd, tot een goed resultaat leidde, wat bleek uit de destijds door ons medegedeelde cor respondentie dan komt men van zelf tot de overtuiging dat men in de zgn, bouw vakken nog lang niet op den goeden weg is om die kwestie van den dag in het juiste spoor te brengen. Daarvoor zijn zeker bijzondere redenen; voortspruitende o. a. uit den verschillenden aard dier vakken, maar een feit blijft het toch. Kan het ook daarin liggen dat door de verwisseling van werklieden, ook al een gevolg hiervan dat er in die bouwvakken niet altijd geregeld en voortdurend vast werk er een minder nauwe band ontstaat tusschen de patroons en de arbeiders In het weekblad de Amsterdammer (de groene) lazen wij juist dezer dagen een eigenaardige beschouwing over het Nieitws- üad van Nederland, waarin onder meer als antwoord op een vraag aan den directeur, of op diens drukkerij enz. ook maatregelen op sociaal gebied voor het personeel ge troffen waren, en of er ook zieken- of andere fondsen waren, het volgende voorkomt >Het personeel weet dat ingeval van ziekte het rekenen kan op uitbetaling van het halve loon, zonder dat het daarvoor iets heeft by dragen. En toen niet lang geleden een der oudsten van het personeel overleed de eerste, dien ik door den dood verloor en het bleek dat hy niet voor een behoorlyke begrafenis had gezorgd, is daarin voorzien en werd aan zjjn weduwe, voor evenveel jaren als hy in dienst was geweest, een weekgeld toegekend, gelyk aan een derde van het loon, dat de overledene had verdiend. Ik mag daarvan melding maken, omdat niet ik het was, van wien dit besluit is uitgegaan, maar wel van de zaak. Maar bepalingen daarom trent bestaan er niet. Het behoeft niet be schouwd te worden als een gunst, het mag ook niet beschouwd worden als een recht het is een stilzwijgend gevolg van eene goede verstandhouding, die natuurlyk maakt dat men elkander in tjjd van nood niet in den steek laat. Die goede verstandhouding be staat meer en meer Ik heb volkomen ver trouwen, dat het personeel mjj evenmin in de steek zal laten als ik het noodig had. Trou wens ik heb daarvan de bewyzen gehad. Toen eenige maanden geleden alle drukkerjjen hier ter stede bij beurten met een werkstaking door haar personeel werden bedreigd, moest ook ik natuurlyk afwachten wat er by ons zou gaan gebeuren. Ik had goed vertrouwen maar zekerheid dienaangaande had ik toch niet. Welnu, er is ten onzent niets gebeurd. Het werk is geregeld blyven voortgaan, geen eisch is vernomen en de onze is nage noeg de eenige courantendrukkery geweest, waar het werk ook niet éen seconde ia onder broken. Natuurlyk heb ik, toen de beweging was afgeloopen, het personeel myn dank be tuigd, voor zyn uitstekende houding, en wel gezorgd dat het, door my rustig ter zyde te bly ven staan, niet in minder gunstige conditie kwam dan anderen die een loonsverhooging hadden afgedwongen. Het spreekt van zelf dat de band tusschen het personeel en my en ook tusschen het per soneel onderling, door zulk een ervaiing, waarin men op elkaar leert steunen, krachtig wordt versterkt. Zjj vertrouwen op my, ik vertrouw op hente zamen beschouwen wy ons als beambten eener zelfde zaak, welke bloei onze welvaart ia. »Want ook by het welslagen der onderne ming heeft het personeel belang; van de winst wordt een tantième onder allen verdeeld; over velen verdeeld was dat tot dusver voor ieder afzonderlijk nog geen aatzienlyk bedrag, maar het werd toch door allen als een welkom bui tenkansje beschouwd. En dan onze zaak is nog jongzy had elk jaar vele uitgaven te doen; het vooruitzicht bestaat, dat ook dit winstaan deel mettertyd stjjgen zal. Zoo blyven allen belangstellen en belang hebben by een bloei der onderneming. Aanvankelijk heb ik er over gedaoht, om dit winstaandeel te bestemmen voor een fonds voor een of ander doel, omdat het iets geheel byzonders is, waarop door niemand kan worden gerekend, daar een dergelyk aan deel ia de winst op geen enkele drukkerjj wordt toegekend. Maar ik ben er van terug gekeerd. Gaan de zaken niet goed, dan be- teekent een klein fonds toch nietsgaan zy I wel goed, dan kunnen wy ook zonder fondsen voor aller belang werkzaam blyven, en zoo'n buitenkansje tegen het najaar onze balans wordt altyd in de tweede helft van September vastgesteld is meer waard, wanneer men het in handen krygt, dan te weten, dat het op eene of andere wyze wordt belegd. »Dit is mjjn opiniemisschien is de uwe anders, misschien dat zulk een belegging elders nuttig is, maar ik ben er trotsch op, dat het by ons niet noodig is. Want als ik het per soneel loven mag als bekwame werklieden, ik mag het ook pryzen als ordelijke menschen, die op hun zaken passen en voor hun gezin zorgen." Dit deze mededeeling blijkt hoe op die drukkerij en zij staat daarin niet alleen een onderlinge band allen bindten deze de grondslag wordt voor een samenwerking) die ook voor het vervolg veel goeds belooft, waar het geldt de wederzijdsche belangen nog meer te verzekeren. Nu zal men eene dergelijke regeling misschien niet in alle vakken kunnen toepassen; maar wij hadden met onze aanhaling hoofdzakelijk tot doel te wijzen op den geest, die er heerscht ter drukkerij van genoemd bladop de goede verstandhouding die er onderling bestaat en die in Vlissingen tusschen de meergenoemde patroons en werklieden schijnt te ontbreken. Wij hebben hierboven erop gewezen, dat bij eene verhooging van loon ook wel dege lijk er op gelet dient te worden, of zij is in het belang der werklieden; wij hebben daarbij het oog niet op het tegenwoordige maar op de toek.mst. In het bouwvak zijn eigenaardige toe standen. Behalve van den ondernemingsgeest van menig patroon, die ook al nauw samen hangt met den bloei en den vooruitgang van een gemeente, hangt het van tal van par ticulieren af, of er steeds voldoende werk zal zijn. Vele bemiddelden, of menscheD die van hun kapitaaltje moeten leven, die èn door belastingen èn door conversies van verschillende leeningen, hoe billijk die ook mogen zijn en hoe zeer ook in het algemeen belang hunne inkomsten zien verminderen, trachtten op deze of gene wijze te bezuinigen. Het ligt verder voor de hand dat een patroon de aan zijn werklieden toegestane verhooging geheel of gedeeltelijk zal moeten vinden op zijn klan ten. En dit alles geeft alleö grond voor de meening dat, waar de klanten bezuinigen willen, zij hoe langer hoe minder zullen be sluiten om uit luxe te laten bouwen. Het gevolg kan dus zijn dat de patroon, die eenmaal loonsverhooging toestond, wel eens in de noodzakelijkheid kan komen dezen of genen werkman gedaan te geven. Met al die eventualiteiten dient rekening gehouden te worden. De kwestie van het loon is niet zoo gemakkelijk op te lossen tal van omstandigheden dienen daarbij over wogen te worden en wie, buiten de partijen staande, daarover oordeelen wil, moet goed op de hoogte te zijn van toestanden en personen. Wat de betrokken partijen zeiven betreft, in plaats van allerlei redeneeringen dienen zij van beide kanten met bewijzen te staven het goed recht op verhooging van loon de mogelijkheid of onmogelijkheid om aan ver zoeken daartoe te voldoen. En verder dient onderling overleg op practischen grondslag plaats te hebben. Die is op dit oogenblik in VlissiDgen vooral verre te zoeken geweest. Wanneer ooit het bewijs geleverd is, hoe nuttig kamers van arbeid zijn, dan is dit wel het geval door hetgeen daar in de laatst® dagen op arbeidsgebied voorviel. Die kamers zijn nuttig, omdat zij patroons en arbeiders tot elkaar brengenelk hun ner in de gelegenheid stellen zijne eigen belangen en ook, naar eigen opvatting, die van de andere partij te bepleiten of aan t® toonen, zooveel mogelijk open kaart te spelen en geschillen langs minnelijken weg te hel pen oplossen. Met instemming nemen wy over wat voor komt in het zeer lezenswaardig rapport, uit gebracht door de heeren J. Belderok, M' C. Roest en Herman Snijders, aan de afdee- ling Middelburg der Vereeniging tot bevorde ring van fabrieks- en handwerksnijverheid in Nederland over de vraag „Hoe is het arbeids contract in onze wetgeving te verbeteren." Daarin lezen wij o. a. over de Kamers van arbeid, op wier instelling de commissie met den meesten nadruk zou willen aan dringen", het volgende„Dat de kamers in ons land nog niet door wet in het leven zijn geroepen, acht de commissie een krachtig bewijs voor de achterlijkheid van onze wet geving op sociaal terrein. Waar de poging om door gebruikmaking van het recht van initiatief door een tweetal leden der Tweede kamer de Kamers van arbeid in te stellen is opgegeven, acht de commissie het zeer gewenscht, dat onze vereeniging op het spoedig tot stand komen eener wet betreffende deze kamers, krachtig aandringe. „Als dan daarna de wettelijke regeling van het arbeids-contract wordt ter hand genomen, zullen deze kamers van arbeid reeds uitnemende gegevens tot voorlichting verschaffen, terwijl, vooral als aan het uit voerend gezag vrijheid van beweging wordt gelaten tot het waarborgen van een behoor lijke toepassing der wetten op het arbeids contract, de arbeidskamers onmisbaar zullen zijn." Juist om al die redenen begroeten wij met ingenomenheid de poging die wordt aangewend om in Middelburg zulk een kamer in 't leven te roepenen wy hopen dat alle corporaties, die uitgenoodigd zyn daartoe mee te werken, aan die uitnoodi- ging zullen gehoor gevenen ook te Vlis singen in dien geest een stap zal worden Dat zal aanleiding kunnen geven tot het in 't leven roepen van eene instelling, die, beter dan thans geschiedt, eene geleidelijke, een voor beide partijen meer waardige op lossing van geschillen tusschen patroons en arbeiders in de hand kan werken. Middelburg 2 Mei. Volgens Het Vad. is een wetsontwerp tot afschaffing van de betaling der gerechtskosten door de veroordeelden in strafzaken by het departement van justitie byna gereed. Het is nog door den minister Smidt bewerkt en is thans met bet advies van den Raad van state teruggekomen en in nadere overweging ge nomen. Er is, zegt men, wederom gehaspel over promotie by bet leger. Thans staat de gansche bevordering stil, omdat er geschil is naar aanleiding van de opschuiving in rang by bet wapen der artil lerie, alwaar de oudste majoor, die dus no. 1 staat voor luitenant-kolonel, adjudant is van de koningin en door den minister van oorlog niet in aanmerking schjjnt te zyn gebracht voor dezen hoogeren rang. Intusscben zyn de infanterie-luitenants 19 jaar in hun inferieuren rang! By kon. besluit: is de luitenant-kolonel op non-activiteit F. de Bas, van het wapen der cavalerie, op zjjne aanvrage op pensioen gesteld ad f 1800 "s jaars en dien hoofdofficier de rang verleend van kolonel is de beer mr. Ch. F. Scbocb, op zyn ver zoek, met ingang van 1 November 1895, eer vol ontslagen uit zyne betrekking van adjunct commies by het Dep. van Koloniën, en h alsmede op zyn verzoek, van 1 Mei tot ultimo October 1895, verlof buiten bezwaar van 's rjjks schatkist verleend is de heer mr. A. Loudon, O.-I. ambtenaar met verlof, laatstelyk voorzitter van de land raden te Pekalongan en Batang, op zyn ver zoek, met ingang van 1 Mei 1895, wegens physieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst in N.-I. ontslagen, met toekenning van pensioen met bepaling dat hy belast bljjft met de waarneming der betrekking van refe rendaris by het Dep. van Koloniën; en zyn de beer mr A. W. C. Verwey, O.-I. hoofd ambtenaar met verlof, laatstelyk president van den raad van justitie te Makasser, en de met verlof in Europa aanwezige dir. officier van gezondh. Ie kl. van het leger in N.-l., A. de Graag, op bun verzoek, eervol uit 's lands dient8 ontslagen, met toekenning van pensioen. JUetteren en Kunst. Met 1 Juli zal de heer W. N. F. Sib- macher Zynen te Utrecht als redacteur der Nieuwe Rotterdammer optredeD. {Vad.) Naar het U. D. verneemt wordt de uit gave van de Nederlander, orgaan van den hoer De Savornin Lobman, eerstdaags gestaakt. Te Arnhem behaalde het gezelachap- Chrispyn Donderdag een grooten triomf met de opvoering van Jeugd: stuk en spel maakten diepen indruk. Het aanwezige publiek riep d« vertooners na het tweede bedrijf tweemaal, na het derde bedryf driemaal terug en stemde door bravogeroep in met een hulde, door de schouwburgcommissie aan bet gezelschap ge bracht. Onder het schetteren der fanfares wer den aan mevrouw Van der Horst—van der Lugt een bouquet, aan den heer Chrispjjn, die terecht het geheele gezelschap in de hem ge brachte hulde deed deelen, een fraaien bloe menkrans aangeboden. Ook mej. Westenberg ontving na het nastukje, dat door haar en den beer Terncoy Apél vlug werd vertolkt, een bouquet. OWBSBWÏJS. Aan het afgenomen eindexamen aan de burgeravondschool alhier hebben deelgeno men 7 leerlingen der derde klasse; aan allen is het getuigschrift uitgereikt kunnen worden te weten aanH. Barto, A. L. J. Goethals, P. van Iren, J. Klaassen, L. Onderdjjk, i. Ver- Btraate en A. Volkers. Als tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwys is aan onderstaande ge meenten in Zeeland een rjjkssubsidie ver leend tot het achter elke plaats gevoegd bedrag: Clinge f 4800Hengstdyk f 750; Overslag f 450 Philippine 1200 St. Jan steen 800Stoppeldjjk f 1750 en Zuiddorpa 825. UIT STAD EN PROVINCIE. De overtocht van H. M. de Koningin van Engeland laatstleden Dinsdag, was naar men ons uit VI i 8 sin gen schryft— heel wat minder voorspoedig dan die van onze Koninginnen. Op 6 mjjlen afstands van het vuurschip der West- Hinder werd het dik van den mist, die bleef aanhouden tot aan het vuurschip der Tongue aan den mond van de Theems. Goede uitkjjk moest dus gehouden wordenbet Trinity Yacht stoomde voor de Victoria and Albert en de beide oorlogschepen Blenheim en Australia aan weerszijden van het koninklyk jacht de mist was echter zóo dik dat de schepen elkan der niet konden zien en elkander slechts door geluidsignalen konden onderscheiden. Groot gevaar heeft er nog bestaan voor aanvaring iet een schoener, die het koninklyk jacht rakelings passeerde en onmiddellijk wêer in den mist verdween. Op de Theems zelve was geen mist. Eerst 's avonds 9.20 was de be stemmingsplaats bereikt. Omtrent de vischsloep A. R. M. 56 uit Arnemuiden, die men meende dat ver mist was, meldt men nog Door slechte vangst genoodzaakt, was door schipper D. van Belzen Rz., van Arnemui den al reeds besloten verder op te gaan visschen en dan Vrjjdag of Zaterdag in den Waterweg van Rotterdam binnen te loopen. Door mist kon dat niet en het was ook geen behoefte, want de sloep had 20 KG. brood aan boord voor 5 man en 1 jongen. A. A. Hendrikse, bewaarder in de straf gevangenis te G o e s, is benoemd tot bewaar der, tevens onderwijzer in het timmeren, aan bet opvoedingsgesticht voor jongens te Ave- reesd by Dedemsvaart. Crt.) De gemeenteraad van Wolfaartsdyk verleende tegen 1 Juni a. eervol ontslag aan den heer M. C. van der Maas, onderwijzer aan de school te Oud-Sabbinge, wegens zyn be noeming te Goes. De raad keurde verder de verpachting van 8 perceelen tuingrond, gele gen om de school te Oud-Sabbinge, goed met eene opbrengst van f 35.50 per jaar. Het jaarverslag over 1894 werd den raad aange boden. De gemeente-ontvanger aldaar zal de ge meentenaren dit jaar een aanslagbiljet in de hoofdelyken omslag kunnen thuissturen, dat ruim 12 lager is, dan in 1894. Het kohier, dat door Gedeputeerde staten is goedgekeurd, bevat 195 contribuanten tot een bedrag van f 4012.306. De hoogste aanslag is f 245.435. Met ingang van 1 Mei 1895 iB de sur numerair J. C. Altorffer benoemd tot ontvan ger a. i. te N i e u w e r k e r k (S.j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1