Middelburg 23 April. ao- FEBILLETOM. De rijke erfgename. BIJVOEGSEL VA» DB Woensdag 24 April 1895, no. 96. Eendracht maakt maclit. Onder voorzitterschap van den heer J. J. H. Doorenbos werd Maandag avond op de boven zaal der sociëteit de Vergenoêging alhier eene vergadering gehouden van bovengenoemde liberale kiesvereeniging alhier. De vergadering was druk bezochtbij den aanvang der bijeenkomst wees de presentie lijst 64 personen aan. De voorzitter deelde eerst mede dat de heeren oir E. Fokker, secretaris, en rar K. W. Brevet, penningmeester, door ziekte verhinderd zjjn de vergadering bjj te wonen. Na lezing en goedkeuring der notulen van het verhandelde in de vorige bjjeenkoinat, werd overgegaan tot de verkiezing vau een bestuurs lid ter voorziening in de, met 1 Mei door periodieke aftreding van den lieer C. L. van Woelderen, ontstaande vacature. De heer Van Woelderen is volgens het reglement niet direct herkiesbaar. Door het bestuur werden voorgedragen de heeren L. A. E. van der Ley en H. L. Gerth van Wijk. Ingeleverd werden 67 stembiljetten. Gekozen werd de heer L. A. E. van der Ley met 48 stemmen; op den heer H. L. Gerth van Wjjk waren 10 stemmen uitgebracht, op den heer A. M. van Heuveu 5. Een stem was uitge bracht op den heer Sprenger en 4 briefjes waren blanco- Op de vraag van den voorzitter of de geko zene de betrekking aanneemt, antwoordde deze dat de Liberale Unie blykens hare laatste circulaire in zjjn vaarwater gekomen is en getoond heelt de zaak der democratie te wil len steunen. Naar het spreker voorkomt is dat de plicht van iedereen, die het wel meent met het Nederlandsche volk. Ook op spreker rust die plicht en waar hem de gelegenheid wordt geboden dien te vervullen, mag hjj die gelegenheid niet laten voorbijgaan. Samen werking is daartoe noodig. Daarom achtte hp het noodig de leden zjjne politieke gevoelens kenbaar te maken. Indien hjj zich niet be driegt is daartegen van den kant van bet bestuur geen bezwaar. Indien dit bjj de leden ook het geval niet big kt, is hjj bereid de be noeming aan te nemen, eene betrekking die hjj niet heeft begeerd en waarvoor hjj liever gezien had dat het bestuur de medewerking had gezocht van iemand, die met do belangen van het volk meer vertrouwd is dan hij. De heer Doorenbos merkte, naar aanleiding van dit gesprokene op dat het bestuur bekend was met de denkwjjze van den heer Van der Ley en wenschte der vereeniging geluk met de keuze van het nieuwe lid van 't bestuur. Daarna werd overgegaan tot het stellen van candidaten ter vervulling van zes vacatures in het college van provinciale staten in Zeeland. Bljjkens de verzamelljjst der verschillende atdeelingen van de centrale kies vereeniging zjjn uitgebracht op de volgende heeren het achter ieders naam vermeld aantal stemmen C. J. J. A. vanTeylingen en C. L. van Woel deren 110, H. P. J. Tutein Nolthenius 97, dr A. van der Swalme 82, mr F. J. Sprenger 78, W. H. de Bruyn van Melis- en Mariekerke 50, A. A. A. Gewin 49, H. Snjjders 21, P. Fak Brouwer 21, jhr mr A. A. van Doom 16, J. F. van Dunné 11, mr J. P. F. van der Mieden van Opmeer 7, P. de Maret Tak 1 stem. Verder deelde de voorzitter mede dat de heer Herin. Snjjders voor eene candidatnur be dankt had en dat de heeren Fak Brouwer, Van der Mieden van Opmeer en De Maret Tak kennis hebben gegeven dat zjj niet in aan merking wenschten te komen. Aan de heeren, die niet tot eene liberale Uit het Duitsch. VAN MORITZ VON REICHENBACH. XIX. Met een deelnemenden blik vroeg Dora: »Gjj hebt veel te werken, niet waar?" «Ja, juffrouw, ik heb het zeer druk", antwoordde Theo. «Studeert gjj in de rechten «Ik heb voor een paar weken mjjn can- didaats gedaan." «O ja, dat had ik gehoord hoe dom dat ik dat vergat." «Ik ben een zoo weinig belangrjjke per soonlijkheid dat het mjj verwondert dat gjj van mjjn examen gehoord hebt." «O, er is dikwjjls over u gesproken en ook over de Russische lessen, die gjj geeft en die zeker erg moeieljjk moeten zjjn »Die lessen vind ik veel aangenamer dan alle andere privaatlessen." Geeft gjj er dan nog meer?" «Nu niet meermaar vroeger heb ik het gedaan, totdat een gelukkig toeval mjj in staat stelde alle bepaald nare lessen af te zeggen." kiesvereeniging behooren, is een brief gericht, die door allen is beantwoord. De voorzitter bracht deze brieven als nu ter tafel, waarop de heer dr. J. 0. Bolle voor stelde die in comité-generaal te behandelen. De voorzitter verklaarde uit een opportuni- teits beginsel daarmede wel te kunnen instem men, hoezeer het anders tegen zjjn idee strjjdt. De heer mr. S. Gratama zou, vóór dat over dit voorstel werd gestemd, gaarne de redenen willen weten die den heer Bolle daartoe ge leid hebben, omdat het bier geen gewoonte is brieven over eene zaak als deze in comité te behandelen. De heer Bolle geloofde dat de heer Gratama met die vraag wat voorbarig was. Zeer zeker had spreker motieven voor zjjn voorstel. Naar het hem voorkomt is de vorm, waarin de brief aan en door de heeren is geschreven, de meest gebruikeljjke en uit den aard der zaak min of meer intiem. De heeren hebben geantwoord met een royaliteit, die niets te wenscben overlaat, en hunne brieven geven totaal weer hunne politieke gevoelens. Als die brieven echter in de courant komen, zullen zjj stof tot polemiek kunnen geven, welke van ernstige beduidenis kan wezen en waaruit het karakter dezer kiesvereeniging moeiljjk ongedeerd zal te voorschjjn komen. Waar hier gehuldigd zjjn ruime begrippen van liberaliteit, acht spreker het gevaarljjk het begrip liberaal zoo ragfijn in de courant uit te apinnen. Bjj sommigen, die deze brieven a tête reposée lezen, kan allicht de lust opko men in eene polemiek te treden. Waar het hier privé begrippen geldt, achtte spreker het eene gezonde opportuniteit nn eens de candi daten te bespreken in comité-generaal De heer Doorenbos maakte de opmerking dat, als bjj goed ingelicht is, heden avond ook eene vergadering wordt gehouden door de Ylissingsche kiesvereeniging. Ook daar komen deze brieven ter tafel en waar daar misschien geen geheime vergadering zal gehouden wor den, komen de brieven toch publiek. Ook te Veere zal dit waarschjjnljjk het geval zijn, ofschoon daar misschien geen reporter aan wezig is. De heer D. J. H. van Aken meende dat in Ylissingen zich hetzelfde geval kan voordoen als hier en voorgesteld kan worden de brieven niet openbaar te maken. Hjj zou het wen- scheljjk achten dat de bespreking der candi daten in gesloten zitting geschiedde, doch dat de stemming in het openbaar plaats had. De heer Joh. L. van der Pauwert zou het heel goed achten, dat do bespreking der candidaten plaats had in comité-generaal, doch waar in de vorige zitting zoo afgegeven is op sommige toen genoemde personen, zou hjj het billjjk oordeelen, dat zjj de gelegenheid hadden zich te verdedigen. Men heeft die personen aan gevallen in het openbaar on wil nu de brieven geheim houdendat is niet rationeel. De vorige maal hebben enkele candidaten nog al van hunne veeren moeten latenzjj hebben het recht zich daartegenover uit te spreken zjj hadden bovendien ook de wetenschap, dat devgeljjke brieven altjjd gepubliceerd zjjn. De heer Bolle verklaarde daarop zjjn voor stel in te trekken en wel om reden, dat hjj niet den schjjn op zich wil laden den candida ten het recht van verdediging te willen ont houden, te minder omdat hjj in de vorige vergadering nog al veeren geplukt heeft. De heer Doorenbos verklaarde het met den heer Van der Pauwert eens te zjjn. Het is ook wel wat gewaagd de brieven geheim te houden, wjjl men allicht zou zeggenmen durft niet te melden wat de heeren scbrjjven. Volgens de meening van dezen spreker zjjn trouwens de brieven niet van dien aard, dat men, zooals de heer Bolle deed, ban beweren dat zij aanleiding kunnen geven tot eene bespreking, waarbjj de stukken er afvliegen. De meerderheid der kiezers is volkomen bekend met de meeste der verkla ringen. Hjj achtte het volstrekt niet kwaad, dat het geschrevene publiek domein wordt en ieder beoordeelen kan wat door de verschillende hee ren gemeld wordt. Misschien had de vereeniging beter gedaan te trachten meer geavanceerde candidaten te stellen, maar dat is ook niet al tijd gemakkeljjk, te minder waar thans de heer Herrn. Snjjders voor eene candidatnur bedankte en een vorig maal de heer mr W. A. van Hoek dat deed. De heer Van Aken verklaarde zjjn bijval geschonken te hebben aan het denkbeeld van den heer Bolle, omdat hjj bet in het belang Dora dachthjj heeft het niet meer noodig, nu hjj dat geld gekregen heeften het denk beeld hem van een last bevrjjd te hebben deed haar genoegenzjj zou hem geheel vrjj hebben willen maken. «Wilt gjj dat Russische onderwjjs ook niet opgeven vroeg zjj. «Neen, want dat interesseert mjj en ik weet dat die lessen mjj niet zullen beletten om zoo spoedig mogeljjk vooruit te komen." «Zyt gjj zeer eerzuchtig?" «Eerzuchtig vroeg hjj met een bitteren lach. «Daarvoor heb ik nog geen tjjdmaar ik wil onafhankelijk worden niet genood zaakt om van iemand, wie het ook zij, iets aan te nemen. Afhankelijkheid is vreeseljjk Hjj hield opwant hjj bedacht zich dat dit jonge meisje ook in een afhankeljjke betrek, king was, en voegde er bjj«voor een man ten minste." «Wanneer men echter alhankeljjk is van menschen, die het goed met ons meenen, wier grootste vreugde is ons te helpen «Gjj moet zonderlinge ervaringen opge daan hebben als gjj dat voor mogeljjk houdt «O, ik houd het niet voor mogeljjk, ik weet het. Ik weet het heel goed." Hjj schudde het hoofd en zag haar van ter zjj de aan. Zij leek zoo anders dan alle vrouwen met wie hjj tot nutoe in aanraking was ge komen, dat hjj bjjna begrjjpen kon, hoe zjj niets dan aangename ervaringen opgedaan had. acht der candidaturen dat zjj in het geheim worden besproken. Hjj weet van den inhoud der brieven niets af, maar zou het toch beter achten die politieke geloofsbelijdenissen onder de leden te behandelen, hoezeer hjj niet ont kennen kon dat in de bewering san den heer Van der Pauwert, dat men den aangevallene gelegenheid geven moet zich te verdedigen, zeer veel waars is gelegen. De heer Doorenbos wees er ten slotte nog op dat, wanneer de brieven gelezen zjjn en de vergadering een of andere zinsnede er uit wil beschouwen als in comité-generaal medege deeld, dit altjjd nog mogeljjk is. Aan de verschillende heeren, met uitzonde ring van de heeren mr F. J. Sprenger en jhr mr A. A. van Doorn, die lid zjjn van de libe rale kiesvereeniging, en dr A. van der Swalme, dis nog onlangs in een brief zjjn gevoelens uiteenzette, is het volgende schrjjven gericht door het centraal comité «WelEdele Heer! In een of meer der kiesvoreenigingen, welke deel uitmaken van dö centrale vrjjzinnige kies vereeniging in het hoofdkiesdistrict Middelburg, zjjn op u stemmen uitgebracht voor eenecan- didatuur bij de aanstaande statenverkiezing, zoodat uw naam voorkomt op een of meer ver zamel! jjsten. In eene tweede vergadering der aangesloten kiesvereenigingen zal nader tot bespreking en stemming worden overgegaan over al de op die verzamelljjsten voorkomende personen. Daar, zoover ons bekend, Gjj niet van een der aangesloten kiesvereenigingen lid zjjt, ne men wjj beleefd de vrjjheid, onder mededeeling van het bovenstaande, n te verzoeken ons te willen inlichten 1°. of gjj u rekent als tot de liberale partij te behooren 2°. zoo niet, of, bjj politieke verkiezingen door de Staten, uwe eventueel als lid dier Staten uit te brengen stem door sympathie met de liberale, dan wel door sympathie met de anti-liberale richting zal worden bepaald, m. a. w. of, voorbehoudens onoverkomelijke bezwaren eventueel tegen den van liberale zjjde gecandideerden persoon, welke afgeschei den zjjn van diens politieke richting, de libe rale candidaat eventueel op uw steun zal kun nen rekenen 3°. of een candidatuur van de centrale vrjj zinnige kiesvereeniging door u eventueel zal worden aanvaard." Van den heer Tutein Nolthenius is hierop het volgende antwoord ontvangen «WelEdel Geb. Heeren In antwoord op uw schrjjven van April jl. heb ik de eer u te berichten, dat ik mjj tot nu toe van aansluiting bjj een der politieke partjjen geheel onthouden heb en ook thans nog dit standpunt wensoh te bljjven behouden. Aangezien echter mijne politieke overtuiging het dichtst bjj die der liberale party komt, hetgeen wel kan bljjken uit de wijze, waarop ik tot nu toe het algemeen belang trnchtte te bevorderen, zoo vermeen ik eene eventueele candidatuur voor het lidmaatschap der Pro vinciale staten van Zeeland van de zjjde der centrale vrjjzinnige kiesvereeniging te mogen aanvaarden. In geenen deele tot de anti-revolutionnaire party behoorende, zoo is myn antwoord op de tweede vraag dat ik, by het uitbrengen mjjner stem als lid van de staten by politieke ver kiezingen, die steeds aan den liberalen can didaat zal toekennen." De heer Van Dunné schreef het volgende: «WelEdele Heeren, In antwoord op uw geëerd schrjjven dd. April 1895 (gisteren ontvangen), heb ik de eer u mede te öeelen, dat ik de sub 1 gestelde vraag moeiljjk zelf kan beantwoorden. Ik trad dikwerf genoeg in het openbaar op. Myne ideeën en mjjne handelingen kunt u beoor deelen. Daarbg u definieert niet wat u verstaat onder liberale party. En nu zjjn er hoofdman nen, aanvoerders van of in die party, die zeer scherp Btiften de ljjnen, die buitensluiten ieder, die hunne stellingen niet blindelings volgt, die slechts dulden nevens zich willoozen, mits bruikbaar als werktuigen om 't belang van een enkele te dienen. Genoeg dat ik mjjne, vrjjheid van denken en handelen niet wil leggen aan banden noch smeden in kluisters, die n. b. onder de leus «liberaal" het individu zouden verstikken. Wat betreft uwe vraag sub 2, 't iB een eerljjk Eensklaps kwam echter de bitterheid weer boven. «Het noodlot is niet voor een ieder het zelfde; my heeft het van jongs af geleerd dat het vreeselyk is hulp van anderen te moeten aannemen." «Maar elk kind is toch afhankeljjk van de hulp zyner ouders en neemt die even gaarne aan, als zjj hem verleend wordt." «Ik geloof niet aan het sprookje van «banden des bloeds" en de daarmede gepaard gaande «stem des haxten." Dat alles bestaat toch niet. «O hoe treurig, als dit uw overtuiging is!" riep zy onwillekeurig uit. «Dat dit zoo is!" herhaalde hjj. «Neen, neen, dat gjj dit zoo vindt, want het is niet zoo, zeker niet «Als gy myn leven kendet zoudt gy wql anders spreken." «Maar ik ken uw leven 1" riep Dora uifc. «Door mjjne bloedverwanten." «Ja, en gy doet hun onrecht, geloofmy." «Het schjjnt inderdaad dat ik de Rathens verkeerd beoordeeld heb," zei Theo zacht, «maar ik ken hen by na niet en. men is zoo geneigd ongunstig te oordeelen, wanneer het leven u zoo mishandeld heeft als my. Ik wil my echter graag vergiBt Rebbengy zjjt er in huis en spreekt zoo onbegrjjpeljjk voor my. Ik ben den heer Von Rathem ook dank ver schuldigd, maar van hem hajig ik ook niet af en vry man onwaardig aan te gaan eene ver bintenis in den zin als hier geëischt. Zulks doende zou hy bovendien, ingeval hy eens gekozen werd en de keuze aannam, in conflict komen met art. 131 der Grondwet, luidende «De leden der Staten stemmen zonder last van of ruggespraak met hen die benoemen," en bovendien met den geest neergelegd in den zuiveringseed (art. 129, juncto art. 87 dei- Grondwet.) Het antwoord op de vraag sub 3 is eenvoudig te geven Ingeval eene candidatuur van me eischt arbeid en toewjjding, gepaard aan goede trouw, ik zal ze aanvaarden." De heer Gewin gaf het volgende antwoord «WelEdele Heeren, In antwoord op uw schryven van April 11., heb ik de eer U het navolgende mede te deelen. De ondergeteekende rekent zich te behooren tot die party, waarbjj een verlicht Btreven naar vooruitgang op stofteljjk en op, wat men noemt, geestelijk gebied, is waar te nemen. Die party is naar zyne meening deliberate. Hy verwacht van de zegepraal der liberale beginselen heil voor Nederland en daarom zal hy (behoudens het in uw schryven zelf aan geduide geval) hetzy als gewoon kiezer, hetzy als lid der staten, steeds zyne stem in het voordeel der liberale party uitbrengengaan de verstandelijke overtuiging en sympathie in caBu by h9m samen. Hy zal het zich tot eene eer rekenen door de centrale vry zinnige kiesvereeniging candi daat gesteld te worden, doch moet opmerken en zulks met het oog op het liberaal pro gramma, dat hy, wat kiesrechtuitbreiding be treft, bepaald van meening is dat alleen het ontwikkeld gedeelte der natie kiesgerechtigd mag zyn." De heer De Bruyn van Melis- en Mariekerke, antwoordde in dezer voege «Myne Heeren, Naar aanleiding van uw geacht schryven van April 1895, waarin my eenige vragen ge daan worden betreffende myne politieke ge voelens, heb ik de eer u het volgende te ant woorden. Het zy my evenwel vergund die vragen niet ieder afzonderlijk te beantwoorden, omdat ik meen dat uit de beantwoording der eerste ook die der anderen volgt. Daar ik my tot nu toe nimmer op politiek terrein bewoog, heb ik my nooit openlyk by eenige party aangesloten, omdat, waar er zoo wel by de eene als by de andere veel was wat my aantrok, er insgelyks by beiden veel was dat mjj afstootte. Het ware ruy daarom aangenamer geweest, indien men, waar toch mjjne politieke inzichten tot op zekere hoogte als bekend mogen verondersteld worden, my genomen had zooals ik ben. Nu evenwel eene verklaring gevraagd wordt, wil ik u gaarne mededeelen, dat ik beslist niet tot de anti-revolutionnaire party behoor, en, eenmaal gekozen zjjnde tot lid der Staten, bjj eene eventueele verkiezing voor de Eerste kamer der Staten-generaal eerlyk hoop mede te werken met hen, die den anti-revolution- nairen candidaat meenen te moeten weren. Hieruit volgt evenwel volstrekt niet dat ik in alle opzichten medega met de liberalen. Ik ben liberaal in den goeden zin van het woord, dat wil zeggen, gematigd, zonder even wel mjj te kunnen vereenigen met de denk beelden der meer vooruitstrevenden dierpartjj, en zonder ook geavanceerd genoeg te zjjn om de beginselen uwer kiesvereeniging zonder voorbehoud tot de mijne te maken. Meent uw bestuur na de bovengenoemde verklaring mjj te kunnen candideeren voor de aanstaande Statenverkiezing, dan ben ik gaarne bereid de opdracht uwer vereeniging te aan vaarden." De heer Van der Mieden van Opmeer schreef dat hy geene candidatuur wenschte te aan vaarden. Hierop werden de beraadslagingen over de candidaten geopend. De heer Bolle wenschte over de correspon- tie, zoo even voorgelezen, niets te zeggen wanneer zjj gedrukt zyn zullen de brieven nog meer tot hun recht komen en een speci aal licht doen vallen op de verschillende can didaten. Spreker wilde daarom liever een candidaat, lid der kiesvereeniging, jhr mr Van Doorn, die nog niet besproken is, nog even aanbevelen. Jhr Van Doorn is destyds door spreker in doch dat is alles weinig opwekkend, laat ons over iets anders spreken." «Ik zou er toch gaarne wel over spreken, want het spjjt mjj zoo dat gy zoo raar spreekt over menschen, die u van nabjj aangaan en die inderdaad goed zyn", «Spjjt u dat, waarom «Omdat gy u daardoor ongelukkig moet gevoelen". Weö.r zag hjj haar verbaasd aan; de kinde ren waren vooruitgeloopen en zjj bevonden zich in een stille laan van den dierentuin; zij vroeg zacht«Gy zult den moed niet ver liezen, niet waar? en trachten het vertrouwen in de menschen te herwinnen? Waarom zou uw toekomst niet eenmaal schoon worden «Myn toekomst die moet veel doen om mjj het verleden goed te maken «Vertel mjj eens iets van dat verleden Hjj keek naar een geel blad, dat voor hare voeten lag, en zei, daarop wyzende «Zoo was ik, als dit blad, overal te veel, zonder steun, zonder te huis, met voeten getreden. Geloof my, myn leven is zoo ellendig geweest, zoo lang ik denken kan, dat ik het alleen uitge houden heb, omdat ik een ongeloofelyke dosis taaiheid en koppigheid bezit, die zich door miets lieten onderdrukken". «Nu zyt gy onhillyk jegenB u zeivenhet was geen stijfhoofdigheid maar moed, volhar ding en vljjt, die u het hoofd omhoog deden houden". deze zelfde kiesvereeniging, misschien tot ver bazing van velen, verdedigd maar de heer Bolle deed dit, omdat hjj zich overtuigd had, dat jhr Van Doorn behoorde tot de liberale party. Om zich te overtuigen of het gevoelen van den heer Van Doorn geen verandering onder gaan had in deze eigenaardige tjjden, heeft spreker zich andermaal tot hem gewend. Toen is hem, evenals vroeger, gebleken dat jhr Van Doorn beslist liberaal is, en zich dat niet heeft geschaamd, daar bjj zich sinds 1886 by die party aansloot. Hjj deed dat niet om lid der Staten te worden, want, wanneer hy zich bjj de tegenpartjj had aangesloten, dan had hjj reeds lang in bedoeld ooilege een zetel gehad. De naam van dezen candidaat wjjst volgens sommigen uit dat hy zou behooren tot de or thodoxe party, en waar die party tot nu toe, lang zal het ook niet meer duren, synoniem is metantirevolutionnair, is het toch beslist onjuist dat men jhr. Van Doorn beschouwt als een ver kapt liberaal. Naar het spreker voorkomt, geldt het hier een candidatuur van iemand, die sinds jaren lid ia van eene liberale kiesvereeniging, van iemand die, om zoo te zeggen, aanspraak heeft op onze broedertrouw en daarom hoopte en verwachtte Bpreker dat het lid der kiesvereeniging te Veere, de burgemeester dier gemeente, met een groot aantal stemmen tot definitief candidaat zal worden gekozen. De heer Elout van Domburg zeide dat de brieven van sommige heeren op hem een zeer pjjnljjken indruk gemaakt hebben. De heeren Tutein Nolthenius en De Bruyn van Melis-en Mariekerke kenmerken zich alB conservatie! liberaal. Dat is een onding, dat spreker nooit heeft kunnen begrjjpen en de vraag rjjst bjj hem kannen deze heeren nu door de liberale kiesvereeniging candidaat gesteld worden Het antwoord op die vraag wil hy niet geven maar wel wil hjj zeggen dat hy aan die heeren zyne stem niet geven zal. Geen der leden meer het woord verlangende, werd de discussie gesloten en tot stemming overgegaan. Ingeleverd werden 67 stembiljetten en de verschillende hieronder genoemde heeren verkregen het bjj hun naam aangeteekend aantal stemmenDe heer C. J. J. A. van Tejjlingen en 0. L. van Woelderen ieder 65, mr. F. G. Sprenger en jhr. mr. A. A. van Doorn ieder 53, dr. A. van der Swalme 44, W. H. de Brujjn van Melis- en Mariekerke 37, H. P. J. Tutein Nolthenius 34, A. A. E. Gewin 28 en de heer J. F. van Dunné 10 stemmen. De uitslag der stemming zal aan het bestuur der centrale kiesvereeniging worden medege deeld. Nog deelde de voorzitter mede dat in eene vergadering van de kiesvereeniging Voomit- gang19 Augustus te O. en W. Souburg, 21 le den tegenwoordig waren. Daar werden geko zen als oandidaten de heeren Van Woelderen, Van Tejjlingen, Van der Swalme en Sprenger ieder met 21 stemmen. De heer Tutein Nolthe nius had er 12 en de heer De Bruin van Me lis- en Mariekerke 9. Niets meer aan de orde zjjnde ging de ver gadering over in eene met gesloten deuren. Na heropening sloot de heer Doorenbos de by eenkomst. landboowT Wjj ontvingen het verslag der werkzaam heden van het Rjjks-landbouwproefatation te Goes over het jaar 1894 door dr A. J. Swaving. Hieraan is het volgende ontleend Het afgeloopen jaar toont op duideljjke wjjze aan, dat de verplaatsing van het proefstation naar Zeeland een gunstigen invloed op de uitbreiding der werkzaamheden in die provin cie zelf uitoefende, terwjjl niettemin de inzen dingen uit de provincie Noord-Brabant bleven, toenemen. Het gebouw, dat voor de uitoefening van den dienst is ingericht, bljjft, op enkele ge breken na, die gaandeweg verbeterd zullen worden, aan de verwachtingen voldoen. Terwjjl de laboratoria zich in het sousterrain en geljjkvloers met de vestibule bevinden, is op de eerste verdieping eene leskamer inge richt, ruim genoeg om de leerlingen der win- terschool te bevatten en zeer goed geschikt voor het onderwjjs in de scheikunde, dat door den directeur van het proefstation wordt ge geven. Het personeel bestond uit de heeren dr A. «Hoe weet gy dat?" «Ik weet het niet maar ik geloof het zeker". «Gjj zyt nog zoo jong en vol vertrouwen gjj hebt zeker nog niet veel treurige ervarin gen opgedaan. Hoe weet gjj dat moed, vljjt en volharding beloond worden «Door myn vader, die daardoor zeer veel moeilijkheden in zyn leven ondervonden heeft." «Gy ziet er niet uit, alsof gjj met veel moeilykbeden te kampen hadt gehad." «Myne ouders hebben mjj zoo lang zy leefden alles wat moeiljjk en treurig was, bespaard." «Zyn zjj dood?" Dora knikte. «Dan staan wjj beiden alleen op de wereld." «Gy hebt toch nog een vader en een zuster." «Ik heb niemand." «O zeg dat niet ik ken uw vader en uw zuster zeer goed, ik heb beiden lief." «Gy «Ja, ik; ja en het zou mjj zeer veel ge noegen doen als gy mjj een weinig vertrou wen wildet schenken en ook aan hen, die u het naast op de wereld zyn." »U Wat gaan u die menschen aan Ik begryp u niet «Zjj zyn toch immers ook myne eenige verwanten en uw zuster Sefi, die ik bier ge bracht heb komt van daag ook by de Rathens

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 9