Middelburg 23 April.
ao- FEBILLETOM.
De rijke erfgename.
BIJVOEGSEL
VA» DB
Woensdag 24 April 1895, no. 96.
Eendracht maakt maclit.
Onder voorzitterschap van den heer J. J. H.
Doorenbos werd Maandag avond op de boven
zaal der sociëteit de Vergenoêging alhier eene
vergadering gehouden van bovengenoemde
liberale kiesvereeniging alhier.
De vergadering was druk bezochtbij den
aanvang der bijeenkomst wees de presentie
lijst 64 personen aan.
De voorzitter deelde eerst mede dat de heeren
oir E. Fokker, secretaris, en rar K. W. Brevet,
penningmeester, door ziekte verhinderd zjjn de
vergadering bjj te wonen.
Na lezing en goedkeuring der notulen van
het verhandelde in de vorige bjjeenkoinat, werd
overgegaan tot de verkiezing vau een bestuurs
lid ter voorziening in de, met 1 Mei door
periodieke aftreding van den lieer C. L. van
Woelderen, ontstaande vacature. De heer Van
Woelderen is volgens het reglement niet direct
herkiesbaar.
Door het bestuur werden voorgedragen de
heeren L. A. E. van der Ley en H. L. Gerth
van Wijk.
Ingeleverd werden 67 stembiljetten. Gekozen
werd de heer L. A. E. van der Ley met 48
stemmen; op den heer H. L. Gerth van Wjjk
waren 10 stemmen uitgebracht, op den heer
A. M. van Heuveu 5. Een stem was uitge
bracht op den heer Sprenger en 4 briefjes
waren blanco-
Op de vraag van den voorzitter of de geko
zene de betrekking aanneemt, antwoordde deze
dat de Liberale Unie blykens hare laatste
circulaire in zjjn vaarwater gekomen is en
getoond heelt de zaak der democratie te wil
len steunen. Naar het spreker voorkomt is
dat de plicht van iedereen, die het wel meent
met het Nederlandsche volk. Ook op spreker
rust die plicht en waar hem de gelegenheid
wordt geboden dien te vervullen, mag hjj die
gelegenheid niet laten voorbijgaan. Samen
werking is daartoe noodig. Daarom achtte hp
het noodig de leden zjjne politieke gevoelens
kenbaar te maken. Indien hjj zich niet be
driegt is daartegen van den kant van bet
bestuur geen bezwaar. Indien dit bjj de leden
ook het geval niet big kt, is hjj bereid de be
noeming aan te nemen, eene betrekking die
hjj niet heeft begeerd en waarvoor hjj liever
gezien had dat het bestuur de medewerking
had gezocht van iemand, die met do belangen
van het volk meer vertrouwd is dan hij.
De heer Doorenbos merkte, naar aanleiding
van dit gesprokene op dat het bestuur bekend
was met de denkwjjze van den heer Van der
Ley en wenschte der vereeniging geluk met
de keuze van het nieuwe lid van 't bestuur.
Daarna werd overgegaan tot het stellen van
candidaten ter vervulling van zes vacatures in
het college van provinciale staten in Zeeland.
Bljjkens de verzamelljjst der verschillende
atdeelingen van de centrale kies vereeniging
zjjn uitgebracht op de volgende heeren het
achter ieders naam vermeld aantal stemmen
C. J. J. A. vanTeylingen en C. L. van Woel
deren 110, H. P. J. Tutein Nolthenius 97, dr
A. van der Swalme 82, mr F. J. Sprenger 78,
W. H. de Bruyn van Melis- en Mariekerke 50,
A. A. A. Gewin 49, H. Snjjders 21, P. Fak
Brouwer 21, jhr mr A. A. van Doom 16, J. F.
van Dunné 11, mr J. P. F. van der Mieden
van Opmeer 7, P. de Maret Tak 1 stem.
Verder deelde de voorzitter mede dat de
heer Herin. Snjjders voor eene candidatnur be
dankt had en dat de heeren Fak Brouwer, Van
der Mieden van Opmeer en De Maret Tak
kennis hebben gegeven dat zjj niet in aan
merking wenschten te komen.
Aan de heeren, die niet tot eene liberale
Uit het Duitsch.
VAN
MORITZ VON REICHENBACH.
XIX.
Met een deelnemenden blik vroeg Dora:
»Gjj hebt veel te werken, niet waar?"
«Ja, juffrouw, ik heb het zeer druk",
antwoordde Theo.
«Studeert gjj in de rechten
«Ik heb voor een paar weken mjjn can-
didaats gedaan."
«O ja, dat had ik gehoord hoe dom
dat ik dat vergat."
«Ik ben een zoo weinig belangrjjke per
soonlijkheid dat het mjj verwondert dat gjj
van mjjn examen gehoord hebt."
«O, er is dikwjjls over u gesproken en
ook over de Russische lessen, die gjj geeft en
die zeker erg moeieljjk moeten zjjn
»Die lessen vind ik veel aangenamer dan
alle andere privaatlessen."
Geeft gjj er dan nog meer?"
«Nu niet meermaar vroeger heb ik het
gedaan, totdat een gelukkig toeval mjj in
staat stelde alle bepaald nare lessen af te
zeggen."
kiesvereeniging behooren, is een brief gericht,
die door allen is beantwoord.
De voorzitter bracht deze brieven als nu
ter tafel, waarop de heer dr. J. 0. Bolle voor
stelde die in comité-generaal te behandelen.
De voorzitter verklaarde uit een opportuni-
teits beginsel daarmede wel te kunnen instem
men, hoezeer het anders tegen zjjn idee strjjdt.
De heer mr. S. Gratama zou, vóór dat over
dit voorstel werd gestemd, gaarne de redenen
willen weten die den heer Bolle daartoe ge
leid hebben, omdat het bier geen gewoonte
is brieven over eene zaak als deze in comité
te behandelen.
De heer Bolle geloofde dat de heer Gratama
met die vraag wat voorbarig was. Zeer zeker
had spreker motieven voor zjjn voorstel.
Naar het hem voorkomt is de vorm, waarin
de brief aan en door de heeren is geschreven,
de meest gebruikeljjke en uit den aard der
zaak min of meer intiem. De heeren hebben
geantwoord met een royaliteit, die niets te
wenscben overlaat, en hunne brieven geven
totaal weer hunne politieke gevoelens.
Als die brieven echter in de courant komen,
zullen zjj stof tot polemiek kunnen geven,
welke van ernstige beduidenis kan wezen en
waaruit het karakter dezer kiesvereeniging
moeiljjk ongedeerd zal te voorschjjn komen.
Waar hier gehuldigd zjjn ruime begrippen
van liberaliteit, acht spreker het gevaarljjk
het begrip liberaal zoo ragfijn in de courant
uit te apinnen. Bjj sommigen, die deze brieven
a tête reposée lezen, kan allicht de lust opko
men in eene polemiek te treden. Waar het
hier privé begrippen geldt, achtte spreker het
eene gezonde opportuniteit nn eens de candi
daten te bespreken in comité-generaal
De heer Doorenbos maakte de opmerking
dat, als bjj goed ingelicht is, heden avond ook
eene vergadering wordt gehouden door de
Ylissingsche kiesvereeniging. Ook daar komen
deze brieven ter tafel en waar daar misschien
geen geheime vergadering zal gehouden wor
den, komen de brieven toch publiek. Ook te
Veere zal dit waarschjjnljjk het geval zijn,
ofschoon daar misschien geen reporter aan
wezig is.
De heer D. J. H. van Aken meende dat in
Ylissingen zich hetzelfde geval kan voordoen als
hier en voorgesteld kan worden de brieven
niet openbaar te maken. Hjj zou het wen-
scheljjk achten dat de bespreking der candi
daten in gesloten zitting geschiedde, doch dat
de stemming in het openbaar plaats had.
De heer Joh. L. van der Pauwert zou het heel
goed achten, dat do bespreking der candidaten
plaats had in comité-generaal, doch waar in
de vorige zitting zoo afgegeven is op sommige
toen genoemde personen, zou hjj het billjjk
oordeelen, dat zjj de gelegenheid hadden zich
te verdedigen. Men heeft die personen aan
gevallen in het openbaar on wil nu de brieven
geheim houdendat is niet rationeel. De vorige
maal hebben enkele candidaten nog al van
hunne veeren moeten latenzjj hebben het
recht zich daartegenover uit te spreken zjj
hadden bovendien ook de wetenschap, dat
devgeljjke brieven altjjd gepubliceerd zjjn.
De heer Bolle verklaarde daarop zjjn voor
stel in te trekken en wel om reden, dat hjj
niet den schjjn op zich wil laden den candida
ten het recht van verdediging te willen ont
houden, te minder omdat hjj in de vorige
vergadering nog al veeren geplukt heeft.
De heer Doorenbos verklaarde het met den
heer Van der Pauwert eens te zjjn. Het is ook wel
wat gewaagd de brieven geheim te houden, wjjl
men allicht zou zeggenmen durft niet te
melden wat de heeren scbrjjven. Volgens de
meening van dezen spreker zjjn trouwens de
brieven niet van dien aard, dat men, zooals de
heer Bolle deed, ban beweren dat zij aanleiding
kunnen geven tot eene bespreking, waarbjj de
stukken er afvliegen. De meerderheid der kiezers
is volkomen bekend met de meeste der verkla
ringen. Hjj achtte het volstrekt niet kwaad, dat
het geschrevene publiek domein wordt en ieder
beoordeelen kan wat door de verschillende hee
ren gemeld wordt. Misschien had de vereeniging
beter gedaan te trachten meer geavanceerde
candidaten te stellen, maar dat is ook niet al
tijd gemakkeljjk, te minder waar thans de heer
Herrn. Snjjders voor eene candidatnur bedankte
en een vorig maal de heer mr W. A. van Hoek
dat deed.
De heer Van Aken verklaarde zjjn bijval
geschonken te hebben aan het denkbeeld van
den heer Bolle, omdat hjj bet in het belang
Dora dachthjj heeft het niet meer noodig,
nu hjj dat geld gekregen heeften het denk
beeld hem van een last bevrjjd te hebben
deed haar genoegenzjj zou hem geheel vrjj
hebben willen maken.
«Wilt gjj dat Russische onderwjjs ook
niet opgeven vroeg zjj.
«Neen, want dat interesseert mjj en ik
weet dat die lessen mjj niet zullen beletten
om zoo spoedig mogeljjk vooruit te komen."
«Zyt gjj zeer eerzuchtig?"
«Eerzuchtig vroeg hjj met een bitteren
lach. «Daarvoor heb ik nog geen tjjdmaar
ik wil onafhankelijk worden niet genood
zaakt om van iemand, wie het ook zij, iets
aan te nemen. Afhankelijkheid is vreeseljjk
Hjj hield opwant hjj bedacht zich dat dit
jonge meisje ook in een afhankeljjke betrek,
king was, en voegde er bjj«voor een man
ten minste."
«Wanneer men echter alhankeljjk is van
menschen, die het goed met ons meenen, wier
grootste vreugde is ons te helpen
«Gjj moet zonderlinge ervaringen opge
daan hebben als gjj dat voor mogeljjk houdt
«O, ik houd het niet voor mogeljjk, ik
weet het. Ik weet het heel goed."
Hjj schudde het hoofd en zag haar van ter
zjj de aan. Zij leek zoo anders dan alle vrouwen
met wie hjj tot nutoe in aanraking was ge
komen, dat hjj bjjna begrjjpen kon, hoe zjj niets
dan aangename ervaringen opgedaan had.
acht der candidaturen dat zjj in het geheim
worden besproken. Hjj weet van den inhoud
der brieven niets af, maar zou het toch beter
achten die politieke geloofsbelijdenissen onder
de leden te behandelen, hoezeer hjj niet ont
kennen kon dat in de bewering san den heer
Van der Pauwert, dat men den aangevallene
gelegenheid geven moet zich te verdedigen,
zeer veel waars is gelegen.
De heer Doorenbos wees er ten slotte nog
op dat, wanneer de brieven gelezen zjjn en de
vergadering een of andere zinsnede er uit wil
beschouwen als in comité-generaal medege
deeld, dit altjjd nog mogeljjk is.
Aan de verschillende heeren, met uitzonde
ring van de heeren mr F. J. Sprenger en jhr
mr A. A. van Doorn, die lid zjjn van de libe
rale kiesvereeniging, en dr A. van der Swalme,
dis nog onlangs in een brief zjjn gevoelens
uiteenzette, is het volgende schrjjven gericht
door het centraal comité
«WelEdele Heer!
In een of meer der kiesvoreenigingen, welke
deel uitmaken van dö centrale vrjjzinnige kies
vereeniging in het hoofdkiesdistrict Middelburg,
zjjn op u stemmen uitgebracht voor eenecan-
didatuur bij de aanstaande statenverkiezing,
zoodat uw naam voorkomt op een of meer ver
zamel! jjsten.
In eene tweede vergadering der aangesloten
kiesvereenigingen zal nader tot bespreking en
stemming worden overgegaan over al de op
die verzamelljjsten voorkomende personen.
Daar, zoover ons bekend, Gjj niet van een
der aangesloten kiesvereenigingen lid zjjt, ne
men wjj beleefd de vrjjheid, onder mededeeling
van het bovenstaande, n te verzoeken ons te
willen inlichten
1°. of gjj u rekent als tot de liberale partij
te behooren
2°. zoo niet, of, bjj politieke verkiezingen
door de Staten, uwe eventueel als lid dier
Staten uit te brengen stem door sympathie
met de liberale, dan wel door sympathie met
de anti-liberale richting zal worden bepaald,
m. a. w. of, voorbehoudens onoverkomelijke
bezwaren eventueel tegen den van liberale
zjjde gecandideerden persoon, welke afgeschei
den zjjn van diens politieke richting, de libe
rale candidaat eventueel op uw steun zal kun
nen rekenen
3°. of een candidatuur van de centrale vrjj
zinnige kiesvereeniging door u eventueel zal
worden aanvaard."
Van den heer Tutein Nolthenius is hierop
het volgende antwoord ontvangen
«WelEdel Geb. Heeren
In antwoord op uw schrjjven van April jl.
heb ik de eer u te berichten, dat ik mjj tot
nu toe van aansluiting bjj een der politieke
partjjen geheel onthouden heb en ook thans
nog dit standpunt wensoh te bljjven behouden.
Aangezien echter mijne politieke overtuiging
het dichtst bjj die der liberale party komt,
hetgeen wel kan bljjken uit de wijze, waarop
ik tot nu toe het algemeen belang trnchtte te
bevorderen, zoo vermeen ik eene eventueele
candidatuur voor het lidmaatschap der Pro
vinciale staten van Zeeland van de zjjde der
centrale vrjjzinnige kiesvereeniging te mogen
aanvaarden.
In geenen deele tot de anti-revolutionnaire
party behoorende, zoo is myn antwoord op de
tweede vraag dat ik, by het uitbrengen mjjner
stem als lid van de staten by politieke ver
kiezingen, die steeds aan den liberalen can
didaat zal toekennen."
De heer Van Dunné schreef het volgende:
«WelEdele Heeren,
In antwoord op uw geëerd schrjjven dd.
April 1895 (gisteren ontvangen), heb ik de eer
u mede te öeelen, dat ik de sub 1 gestelde
vraag moeiljjk zelf kan beantwoorden. Ik trad
dikwerf genoeg in het openbaar op. Myne
ideeën en mjjne handelingen kunt u beoor
deelen.
Daarbg u definieert niet wat u verstaat
onder liberale party. En nu zjjn er hoofdman
nen, aanvoerders van of in die party, die zeer
scherp Btiften de ljjnen, die buitensluiten ieder,
die hunne stellingen niet blindelings volgt,
die slechts dulden nevens zich willoozen, mits
bruikbaar als werktuigen om 't belang van
een enkele te dienen.
Genoeg dat ik mjjne, vrjjheid van denken
en handelen niet wil leggen aan banden noch
smeden in kluisters, die n. b. onder de leus
«liberaal" het individu zouden verstikken.
Wat betreft uwe vraag sub 2, 't iB een eerljjk
Eensklaps kwam echter de bitterheid weer
boven.
«Het noodlot is niet voor een ieder het
zelfde; my heeft het van jongs af geleerd
dat het vreeselyk is hulp van anderen te
moeten aannemen."
«Maar elk kind is toch afhankeljjk van
de hulp zyner ouders en neemt die even gaarne
aan, als zjj hem verleend wordt."
«Ik geloof niet aan het sprookje van
«banden des bloeds" en de daarmede gepaard
gaande «stem des haxten." Dat alles bestaat
toch niet.
«O hoe treurig, als dit uw overtuiging
is!" riep zy onwillekeurig uit.
«Dat dit zoo is!" herhaalde hjj.
«Neen, neen, dat gjj dit zoo vindt,
want het is niet zoo, zeker niet
«Als gy myn leven kendet zoudt gy wql
anders spreken."
«Maar ik ken uw leven 1" riep Dora uifc.
«Door mjjne bloedverwanten."
«Ja, en gy doet hun onrecht, geloofmy."
«Het schjjnt inderdaad dat ik de Rathens
verkeerd beoordeeld heb," zei Theo zacht,
«maar ik ken hen by na niet en. men is zoo
geneigd ongunstig te oordeelen, wanneer het
leven u zoo mishandeld heeft als my. Ik wil
my echter graag vergiBt Rebbengy zjjt er in
huis en spreekt zoo onbegrjjpeljjk voor my.
Ik ben den heer Von Rathem ook dank ver
schuldigd, maar van hem hajig ik ook niet af
en vry man onwaardig aan te gaan eene ver
bintenis in den zin als hier geëischt. Zulks
doende zou hy bovendien, ingeval hy eens
gekozen werd en de keuze aannam, in conflict
komen met art. 131 der Grondwet, luidende
«De leden der Staten stemmen zonder last
van of ruggespraak met hen die benoemen,"
en bovendien met den geest neergelegd in den
zuiveringseed (art. 129, juncto art. 87 dei-
Grondwet.)
Het antwoord op de vraag sub 3 is eenvoudig
te geven
Ingeval eene candidatuur van me eischt
arbeid en toewjjding, gepaard aan goede trouw,
ik zal ze aanvaarden."
De heer Gewin gaf het volgende antwoord
«WelEdele Heeren,
In antwoord op uw schryven van April 11.,
heb ik de eer U het navolgende mede te
deelen.
De ondergeteekende rekent zich te behooren
tot die party, waarbjj een verlicht Btreven
naar vooruitgang op stofteljjk en op, wat men
noemt, geestelijk gebied, is waar te nemen.
Die party is naar zyne meening deliberate.
Hy verwacht van de zegepraal der liberale
beginselen heil voor Nederland en daarom zal
hy (behoudens het in uw schryven zelf aan
geduide geval) hetzy als gewoon kiezer, hetzy
als lid der staten, steeds zyne stem in het
voordeel der liberale party uitbrengengaan
de verstandelijke overtuiging en sympathie in
caBu by h9m samen.
Hy zal het zich tot eene eer rekenen door
de centrale vry zinnige kiesvereeniging candi
daat gesteld te worden, doch moet opmerken
en zulks met het oog op het liberaal pro
gramma, dat hy, wat kiesrechtuitbreiding be
treft, bepaald van meening is dat alleen het
ontwikkeld gedeelte der natie kiesgerechtigd
mag zyn."
De heer De Bruyn van Melis- en Mariekerke,
antwoordde in dezer voege
«Myne Heeren,
Naar aanleiding van uw geacht schryven
van April 1895, waarin my eenige vragen ge
daan worden betreffende myne politieke ge
voelens, heb ik de eer u het volgende te ant
woorden. Het zy my evenwel vergund die
vragen niet ieder afzonderlijk te beantwoorden,
omdat ik meen dat uit de beantwoording der
eerste ook die der anderen volgt.
Daar ik my tot nu toe nimmer op politiek
terrein bewoog, heb ik my nooit openlyk by
eenige party aangesloten, omdat, waar er zoo
wel by de eene als by de andere veel was
wat my aantrok, er insgelyks by beiden veel
was dat mjj afstootte. Het ware ruy daarom
aangenamer geweest, indien men, waar toch
mjjne politieke inzichten tot op zekere hoogte
als bekend mogen verondersteld worden, my
genomen had zooals ik ben.
Nu evenwel eene verklaring gevraagd wordt,
wil ik u gaarne mededeelen, dat ik beslist
niet tot de anti-revolutionnaire party behoor,
en, eenmaal gekozen zjjnde tot lid der Staten,
bjj eene eventueele verkiezing voor de Eerste
kamer der Staten-generaal eerlyk hoop mede
te werken met hen, die den anti-revolution-
nairen candidaat meenen te moeten weren.
Hieruit volgt evenwel volstrekt niet dat ik
in alle opzichten medega met de liberalen.
Ik ben liberaal in den goeden zin van het
woord, dat wil zeggen, gematigd, zonder even
wel mjj te kunnen vereenigen met de denk
beelden der meer vooruitstrevenden dierpartjj,
en zonder ook geavanceerd genoeg te zjjn om
de beginselen uwer kiesvereeniging zonder
voorbehoud tot de mijne te maken.
Meent uw bestuur na de bovengenoemde
verklaring mjj te kunnen candideeren voor de
aanstaande Statenverkiezing, dan ben ik gaarne
bereid de opdracht uwer vereeniging te aan
vaarden."
De heer Van der Mieden van Opmeer schreef
dat hy geene candidatuur wenschte te aan
vaarden.
Hierop werden de beraadslagingen over de
candidaten geopend.
De heer Bolle wenschte over de correspon-
tie, zoo even voorgelezen, niets te zeggen
wanneer zjj gedrukt zyn zullen de brieven
nog meer tot hun recht komen en een speci
aal licht doen vallen op de verschillende can
didaten. Spreker wilde daarom liever een
candidaat, lid der kiesvereeniging, jhr mr Van
Doorn, die nog niet besproken is, nog even
aanbevelen.
Jhr Van Doorn is destyds door spreker in
doch dat is alles weinig opwekkend, laat
ons over iets anders spreken."
«Ik zou er toch gaarne wel over spreken,
want het spjjt mjj zoo dat gy zoo raar spreekt
over menschen, die u van nabjj aangaan en
die inderdaad goed zyn",
«Spjjt u dat, waarom
«Omdat gy u daardoor ongelukkig moet
gevoelen".
Weö.r zag hjj haar verbaasd aan; de kinde
ren waren vooruitgeloopen en zjj bevonden
zich in een stille laan van den dierentuin;
zij vroeg zacht«Gy zult den moed niet ver
liezen, niet waar? en trachten het vertrouwen
in de menschen te herwinnen? Waarom zou
uw toekomst niet eenmaal schoon worden
«Myn toekomst die moet veel doen
om mjj het verleden goed te maken
«Vertel mjj eens iets van dat verleden
Hjj keek naar een geel blad, dat voor hare
voeten lag, en zei, daarop wyzende «Zoo was
ik, als dit blad, overal te veel, zonder steun,
zonder te huis, met voeten getreden. Geloof
my, myn leven is zoo ellendig geweest, zoo
lang ik denken kan, dat ik het alleen uitge
houden heb, omdat ik een ongeloofelyke dosis
taaiheid en koppigheid bezit, die zich door
miets lieten onderdrukken".
«Nu zyt gy onhillyk jegenB u zeivenhet
was geen stijfhoofdigheid maar moed, volhar
ding en vljjt, die u het hoofd omhoog deden
houden".
deze zelfde kiesvereeniging, misschien tot ver
bazing van velen, verdedigd maar de heer Bolle
deed dit, omdat hjj zich overtuigd had, dat jhr
Van Doorn behoorde tot de liberale party.
Om zich te overtuigen of het gevoelen van
den heer Van Doorn geen verandering onder
gaan had in deze eigenaardige tjjden, heeft
spreker zich andermaal tot hem gewend.
Toen is hem, evenals vroeger, gebleken dat
jhr Van Doorn beslist liberaal is, en zich dat
niet heeft geschaamd, daar bjj zich sinds 1886
by die party aansloot. Hjj deed dat niet om
lid der Staten te worden, want, wanneer hy
zich bjj de tegenpartjj had aangesloten, dan
had hjj reeds lang in bedoeld ooilege een
zetel gehad.
De naam van dezen candidaat wjjst volgens
sommigen uit dat hy zou behooren tot de or
thodoxe party, en waar die party tot nu toe,
lang zal het ook niet meer duren, synoniem is
metantirevolutionnair, is het toch beslist onjuist
dat men jhr. Van Doorn beschouwt als een ver
kapt liberaal.
Naar het spreker voorkomt, geldt het hier een
candidatuur van iemand, die sinds jaren lid ia
van eene liberale kiesvereeniging, van iemand
die, om zoo te zeggen, aanspraak heeft op onze
broedertrouw en daarom hoopte en verwachtte
Bpreker dat het lid der kiesvereeniging te Veere,
de burgemeester dier gemeente, met een groot
aantal stemmen tot definitief candidaat zal
worden gekozen.
De heer Elout van Domburg zeide dat de
brieven van sommige heeren op hem een zeer
pjjnljjken indruk gemaakt hebben. De heeren
Tutein Nolthenius en De Bruyn van Melis-en
Mariekerke kenmerken zich alB conservatie!
liberaal. Dat is een onding, dat spreker nooit
heeft kunnen begrjjpen en de vraag rjjst bjj
hem kannen deze heeren nu door de liberale
kiesvereeniging candidaat gesteld worden Het
antwoord op die vraag wil hy niet geven
maar wel wil hjj zeggen dat hy aan die heeren
zyne stem niet geven zal.
Geen der leden meer het woord verlangende,
werd de discussie gesloten en tot stemming
overgegaan.
Ingeleverd werden 67 stembiljetten en de
verschillende hieronder genoemde heeren
verkregen het bjj hun naam aangeteekend
aantal stemmenDe heer C. J. J. A. van
Tejjlingen en 0. L. van Woelderen ieder 65,
mr. F. G. Sprenger en jhr. mr. A. A. van Doorn
ieder 53, dr. A. van der Swalme 44, W. H. de
Brujjn van Melis- en Mariekerke 37, H. P. J.
Tutein Nolthenius 34, A. A. E. Gewin 28 en
de heer J. F. van Dunné 10 stemmen.
De uitslag der stemming zal aan het bestuur
der centrale kiesvereeniging worden medege
deeld.
Nog deelde de voorzitter mede dat in eene
vergadering van de kiesvereeniging Voomit-
gang19 Augustus te O. en W. Souburg, 21 le
den tegenwoordig waren. Daar werden geko
zen als oandidaten de heeren Van Woelderen,
Van Tejjlingen, Van der Swalme en Sprenger
ieder met 21 stemmen. De heer Tutein Nolthe
nius had er 12 en de heer De Bruin van Me
lis- en Mariekerke 9.
Niets meer aan de orde zjjnde ging de ver
gadering over in eene met gesloten deuren.
Na heropening sloot de heer Doorenbos de
by eenkomst.
landboowT
Wjj ontvingen het verslag der werkzaam
heden van het Rjjks-landbouwproefatation te
Goes over het jaar 1894 door dr A. J. Swaving.
Hieraan is het volgende ontleend
Het afgeloopen jaar toont op duideljjke wjjze
aan, dat de verplaatsing van het proefstation
naar Zeeland een gunstigen invloed op de
uitbreiding der werkzaamheden in die provin
cie zelf uitoefende, terwjjl niettemin de inzen
dingen uit de provincie Noord-Brabant bleven,
toenemen.
Het gebouw, dat voor de uitoefening van
den dienst is ingericht, bljjft, op enkele ge
breken na, die gaandeweg verbeterd zullen
worden, aan de verwachtingen voldoen.
Terwjjl de laboratoria zich in het sousterrain
en geljjkvloers met de vestibule bevinden, is
op de eerste verdieping eene leskamer inge
richt, ruim genoeg om de leerlingen der win-
terschool te bevatten en zeer goed geschikt
voor het onderwjjs in de scheikunde, dat door
den directeur van het proefstation wordt ge
geven.
Het personeel bestond uit de heeren dr A.
«Hoe weet gy dat?"
«Ik weet het niet maar ik geloof het
zeker".
«Gjj zyt nog zoo jong en vol vertrouwen
gjj hebt zeker nog niet veel treurige ervarin
gen opgedaan. Hoe weet gjj dat moed, vljjt
en volharding beloond worden
«Door myn vader, die daardoor zeer veel
moeilijkheden in zyn leven ondervonden heeft."
«Gy ziet er niet uit, alsof gjj met veel
moeilykbeden te kampen hadt gehad."
«Myne ouders hebben mjj zoo lang zy
leefden alles wat moeiljjk en treurig was,
bespaard."
«Zyn zjj dood?"
Dora knikte.
«Dan staan wjj beiden alleen op de wereld."
«Gy hebt toch nog een vader en een
zuster."
«Ik heb niemand."
«O zeg dat niet ik ken uw vader en uw
zuster zeer goed, ik heb beiden lief."
«Gy
«Ja, ik; ja en het zou mjj zeer veel ge
noegen doen als gy mjj een weinig vertrou
wen wildet schenken en ook aan hen, die u
het naast op de wereld zyn."
»U Wat gaan u die menschen aan
Ik begryp u niet
«Zjj zyn toch immers ook myne eenige
verwanten en uw zuster Sefi, die ik bier ge
bracht heb komt van daag ook by de Rathens