LAATSTE BERICHTEN. watergang niet gedolven had en er dus on nut werk zou verricht worden. De heer Pouwer verbaast zich wel dat er strjjd komt tegen het voorstel van het bestuur om verbetering te brengen in de suatie en vooral dat deze strjjd komt van de zjjde dee heeren Snjjders, die steeds voor zulke verbetering ie. Deze spreker stelt het nut tan de voorge stelde werken in het breede in het licht. Het bestuur heeft alles nauwkeurig onder zocht en werd daar bij ter zjjde gestaan door een hoofdambtenaar, die in den dienst is vergrjjsd. Waar ook de overige ambtenaren bekwaam zjjn, acht spreker het onnoodig dat nog een deskundig adviseur worde in den arm genomen om over de suatie te rapporteeren. Dat zon geld wegwerpen zjjn. Verder wjjst de heer Pouwer erop dat del ven, zooals de heer Snjjders wenscht, van oever tot boom niet kan plaats hebben. De heer Snjjders wjjst erop dat hjj aan den heer Pouwer inlichtingen gevraagd heeft, die deze hem niet heeft gegeven. In hoever de heer Pouwer daarmee aan zjjn eed en plicht als commissaris van Walcheren heeft voldaan zal spreker niet beoordeelen. De heer Snjjders neemt aan dat de voorzitter niet wist dat er schotbalken in de bewuste heul stonden en neemt hem dat niet kwaljjk, maar dat doet hjj wel den raad Pouwer; die diende het te weten. De heer Snjjders big ft persisteeren bjj zjjn voorstel. De heer Snjjders herinnert dat in het besluit van 1882, genomen op voorstel van het dag. bestuur, gesproken wordt van een rapport omtrent gebreken in de suatiemen erkende dus dat er gebreken waren. De heer Pouwer beweert wel dat de zaak in orde is, maar spreker is het niet daarmee eenser staat in de bewuste heul nog drie palm sljjk. De heer Pouwer zegt dat, toen de heer SnjjderB bjj hem geweest is, hjj hem, naar hjj meent, medegedeeld heeft dat hjj in het dag. bestuur voorstellen zou doen ter verbetering. De schotbalken in de heul gelooft hjj niet dat veel belemmering zullen teweeggebracht hebben. De voorzitter vestigt er de aandacht op dat door het bestuur sedert 1882 steeds verbete ringen in de suatie zjjn gebracht. Vooral de binnenboezem te Vlissingen, die zeer goed werkt voor den afvoer van polderwater, dient daatbjj genoemd. Volmaakt is de toestand niet; zoo wordt er over gedacht de Vlissings-Koukerkschen sprink in een watergang te veranderen maar dit werk zou een f 40 a f 50.000 vorderen. Als dit te bereiken was, zou al het mogeljjke gedaan zjjn. Het bestuur had gehoopt dit werk dit jaar voor te stellen maar de storm van December heeft dit plan in duigen doen vallen, wgl de vrijkomende gelden door de schade werden verslonden. Verder zal de voorzitter in overweging nemen om de Poppendamsche heul bjj de Westwate- ring in te deelen, wgl de commies van die watering meer tjjd heeft dan die voor de Noordwatering, daar de laatste zeer veel werk te verrichten heeft. De heer Kodde vraagt of er aan de Poppen damsche heul nog andere belemmeringen zjjn geweest dan de schotbalken. In den winter heeft spreker een voorwerp in het water geworpen om te zien, hoe de strooming was, die was toen zeer miniem thans is goede verbetering merkbaar, wat aan het opruimen der hindernis geweten wordt. De heer Pouwer geeft nog eenige technische inlichtingen; bjj bljjft bjj zjjn bewering dat de schotbalken zooveel niet hinderden. De heer jhr L. Schorer vraagt of het besluit van 1882 ooit is herroepen. De voorzitter antwoordt dat, voor zoover hem bekend ia, dit niet het geval ia. De heer Schorer meent dat dan ook dat be sluit dient uitgevoerd, Er moet du3 een rap port komen van een ingenieur. Om de zaak tot duideljjkheid te brengen vraagt de heer Schorer, of het nog wenacheljjk is het besluit van 1882 te handhaven. Eerst wanneer deze vraag is beantwoord, komt men in een zuive ren toestand. Hjj doet dus hèt voorstel die vraag door de vergadering te doen beant woorden. De heer D. J. Dronkers heeft met belang stelling de motieven van den heer Snjjders aangehoord en brengt hem hulde voor zjjn jjver en werkzaamheid. Spreker heeft ook klachten vernomen, maar hjj wjjst erop dat er onder de ingelanden verschil van meening is de een acht het water te hoog, de ander te laag. Waar de voorzitter, wiens kunde door spre ker wordt geroemd, op technische gronden het gesprokene van den heer SnjjderB heeft weerlegd en zich ernstig verzet tegen de be noeming van een deskundig rapporteur, zou spreker het wenscheljjk vinden dat het besluit van 1882 worde vernietigd. Spreker toch is van meening dat een rapport veel geld koBten zal en de uitgave daarvoor niet in verhouding is tot het nut. De heer Snjjders meent dat een deskundig advies ten gevolge zal hebben dat niet de een of de ander moet tegemoet gekomen maar allen geholpen worden. De heer Van der Swalme acht het op dit oogenblik niet noodig nog een advies in te winnen. De ambtenaren van den polder kun nen de moeiljjkheden beter oplossen dan een ingenieur, omdat zjj volkomen op de hoogte van den polder zgn. Buitendien zal het rap port ook veel geld kosten, zonder nut op te leveren. De heer Schorer zal zich verklaren tegen het wenscheljjke van het vragen van advies aan een deskundigedat kan in 1882 dringend noodig geweest zgn, maar dit is het thans, naar spreker meent, niet meer. De heer D, J. Dronkers neemt zgn voorstel terug, omdat door het voorstel-Schorer ook zgn doel bereikt kan worden. Hierna wordt het voorstel-Schorer in stem ming gebracht Met 15 tegen 8 stemmen verklaart de ver gadering alsnu het besluit van 1882 te niet te doen. V 6 o r handhaving van het besluit stemden de heeren Snjjders, Van den Broeke, Koene, Kodde, Franse, Coppoolse, Cjjsouw en Corré. Daarna wordt de zitting een poos geschorst. De vergadering heropend zjjnde, komt de artikels gewjjze behandeling der begrooting aan de orde. Er wordt begonnen met de uitgaven. Bjjj de behandeling van art. I van Hfdst. II, kosten der Eoordwatering, wordt over den post «verwjjden en vernieuwen van heulen en duikers," door den heer Snjjders stemming ge vraagd. De post wordt aangenomen met alge- meene stemmen op vier na, nl. die van de heeren Snjjders, Koene, Kodde en Franse. Van art. 84 vraagt de heer Snjjders splitsing. Het eerste deel, het uitdiepen van het ge deelte Middelburg8che-Domburgsche water gang en verbreeding van die watergang, op voorstel van den voorzitter met ƒ500 verhoogd, wordt aangenomende vier evengenoemde heeren verklaren zich er tegen. Het tweede deel, het afsnjjden van een bocht in die watergang, geeft den heer Snjj ders aanleiding te vragen of het niet wen scheljjk is, dien post te doen vervallen. Hg acht die uitgave nog al weelderig. De voorzitter acht het werk noodig. De heer Schorer vraagt, of het werk dringend noodig is of dat het gedaan wordt ter verbe tering der suatie. De voorzitter en de heer Pouwer geven in lichting en toonen op ter vergadering aanwe zige kaarten aan wat door het werk zal worden bevorderd. De bocht is heel leeljjk, houdt de strooming van 't water tegen en geeft aanlei ding tot een verzameling van vuilnis. De post wordt met 18 tegen 10 stemmen goedgekeurd. Tegen stemmen de heeren Snjjders, Allaart, Koene, Van Westen, Kodde, Franse, Melis, Coppoolse, Cysouw en Corré. De post voor de Noordwatering wordt, ten gevolge der genomen besluiten, f 141.085.07, Bjj de raming voor de OoBtwatering wordt bjj post 15, vervangen van heul no. 61 in den Platteweg, door den heer Snjjders stemming gevraagd. De post wordt goedgekeurdalleen de heeren Snjjders en Van den Broeke ver klaren zich er tegen. Ook vraagt de heer Snjjders stemming over post 16, vernieuwen van den steenen duiker no. 68 in den Middelburg-Veerschen straatweg. De post wordt met algemeene stemmen, be halve die van den heer Snjjders, goedgekeurd. Ook over post 19, uitdiepen van de kleine Veersche watergang, vraagt de heer Snjjders stemming. Met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snjjders, wordt de post goedgekeurd. Bjj de raming voor de Zuiiwatering vraagt de heer Snjjders stemming over post 8, uit diepen van 870 M. van de Arnemuiden-Veer sche watergang. Met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snjjders, wordt de post aangenomen. Bjj post 20, op de raming van de West watering, vernieuwen der heulen 12,13 en 18, vraagt de heer Snjjders inlichtingen omtrent de ligging van de laatste heul. De voorzitter geeft die. De heer Snjjders vraagt daarna over dien post stemming. De heer Corré vraagt of die heulen heulen bljjven, waarop de voorzitter antwoordt, dat alle drie bruggen worden. Met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snjjders, wordt de post goedgekeurd. Het totaal van boofdst. II wordt nu f 194.644.13 Bjj hoofdst III art. 6, regularisatie van stormschaden in 1894 en 1895, uitgetrokken op f 35000, deelt de voorzitter mede dat nadere berekeningen hebben doen zien dat de post op f 33134.835 moet worden vastgesteld. D§ post voor onvoorziene uitgaven wordt aangehouden. Daarna worden de ontvangsten be handeld. Het gewoon djjkgeschot wordt bjj art. 5 van Hfdst. III bepaald op f 13.50 per hectare schotbaar en f 5.30 per hectare vrgland. Het buitengewoon djjkgeschot wordt bepaald op f 2 per hectare. Bjj hoofdst. VI art 20 wordt besloten tot eene tgdelgke geldopneming van f 50.000 bjj de Maatschappij voor gemeentecrediet te Am sterdam tegen eene rente van 31/-» en a pari. De inkomsten besommen 341.646.37 Daarop wordt hfdst. VI der uitgaven vast gesteld op f 62832.46 en de post voor onvoor ziene uitgaven op 11246.47. De uitgaven beloopen f 341.646.37. De begrooting, daarop in stemming gebracht, wordt vastgesteld met 20 tegen 3 stemmen, die van de heeren SnjjderB, Koene en Coppoolse. Bjj het voorlezen van het besluit tot heffing van buitengewoon djjkgeschot verklaart de heer Coppoolse tegen dat besluit te zgn. Aangezien dit besluit echter reeds is geno men bjj de begrooting heeft die opmerking geen nut. Hierna worden de gewone machtigingen aan het dag. bestuur verleend. Vervolgens komt ter tafel een voorstel van het dag. bestuur tot vervanging van de heulen n°. 117 in de Noordwatering en n°. 48, 77 en 82 in de Westwatering door Engelsche aarden buizen. Dit wordt goedgevonden met algemeene stemmen behalve die van den heer SnjjderB. Thans wordt mededeeling gedaan van het preadvies van het dagelgkscb bestuur in zake het voorstel-Cooppoolse betreffende het schoonmaken van waterleidingen. Dit strekte om in de sprinken en watergangen jaarljjku in Mei alleen de baggers te doen verwjjderen en die in Augustus en October te doen schoon maken. In de eerste plaats vestigt het bestuur er de aandacht op dat, terwjjl de sprinken tegen woordig tweemaal worden schoongemaakt, dit met de watergangen driemaal geschiedt, zoo dat door de aanneming van het voorstel, voor wat betreft de watergangen, de polder in slechter conditie zoude komen dan tegen woordig, wat met het oog op de ondervinding, opgedaan in den regenachtigen zomer van 1894, zeker minder gewenscht is en ook ver- moedeljjk wel niet in de bedoeling des voor stellers gelegen zal zgn. Meent het dag. bestuur dus, voorwat betreft de watergangen, zeer stellig het aannemen, van het voorstel te moeten ontraden, ook wat de sprinken aangaat kan het niet inzien dat de aanneming van het voorstel in het belang der suatie wenscheljjk zoude zgn. Waar voorzeker de belemmeringen door den plantengroei in Augustus grooter zullen zgn, dan in Mei, Btuit een schoonmaak in Augustus af op het feit dat alsdan nog vele vruchten te velde staan en in dien tjjd alle arbeidskrachten noodig zgn voor het landbouwbedrjjf, waardoor door velen niet of met groote moeite aan de verplichting tot schoonmaken zal worden vol daan. Mocht inderdaad de plaatseljjke toestand van eenige sprink van dien aard zgn, dat het schoonmaken in Augustus voor de suatie on ver mjjdeljjk is, zoo ia het polderbestuur vol gens het tegenwoordig politiereglement vol komen bevoegd om ook buiten de gewone schouwingen het schoonmaken te gelasten. Het polderbestuur adviseert op deze gronden het voorstel niet aan te nemen. De heer Koene geeft aan het dag. bestuur in overweging de Zwanenburgsche heul over te brengen naar de Limietsprink. De voorzitter wjjst erop dat dit niet aan de orde is. Daarna wordt de behandeling van het prae- advies van het dag. bestuur voortgezet. De heer Melis verklaart het volkomen daar mede eens te zgn. De ongelegen tjjd, door den heer Coppoolse in zgn voorstel aangegeven, wordt door spreker verder in het licht gesteld. Den heer Coppoolse spjjt het dat zgn voor stel niet wordt aanbevolen. Hg is van oor deel dat de tjjd, door hem genoemd, zeer ge schikt is voor den schoonmaak, en vrjj wat beter dan Meiwanneer er geen groei in de sprinken iB. De heer Van Westen is het ten deele eens met den heer Coppoolse. Hjj acht Augustus wel wat laat doch vindt de schouwing in 't begin van Mei te vroegbjj zou liever zien dat die ten minBte op einde Mei werd gesteld. De voorzitter wjjst erop dat de schouwing wel in 't begin van Mei begint maar uit den aard der zaak eenige dagen vordert. De heer Snjjders vraagt of het per sé nood- zakeljjk is dat een termjjn bepaald wordt. Kon dat niet aan hetdag.bestuur worden overgelaten? De heer Coppoolse verklaart zicb door eigen aanschouwing overtuigd te hebben dat er nog geen riet in de sprinken gevonden wordt. De heer Corré vraagt of de termjjn niet op einde Juni kan worden gesteld. De voorzitter acht dit ook bezwaarljjk. De heer D. J. Dronkers vraagt, of het be stuur niet zoo dikwjjls, als het dit noodig oordeelt, buitengewone schouwingen kan ge lasten. De voorzitter antwoordt toestemmend. De heer Dronkers acht dan aanneming van het voorstel-Coppoolse onnoodig. Daarop wordt dat voorBtel in stemming ge bracht en verworpen met 17 tegen 5 stemmen, die van de heeren Snjjders, Van den Broecke, Koene, Coppoolse en Cysouw. Met het oog op het te heffen buitengewoon djjkgeschot Btelt de voorzitter voor de verval dagen te bepalen op 29 Mei, 1 Juli, 1 Oct. en 21 December. Hiermede vereenigt de vergadering zich. Overgelegd wordt nog een adres van land bouwers, waarin zy verzoeken het reglement te herzien in dien zin dat niet alleen van on gebouwde eigendommen maar ook van alle gebouwde eigendommen dgkgeschot zal gehe ven worden. Op voorstel van den voorzitter wordt tot dadeljjke behandeling besloten, ofschoon het stuk niet op de agenda voorkomt. De voorzitter stelt voor aan adressanten te berichten dat de stukken zgn gezonden aan het dag. bestuur om daarop te letten bjj de voorbereiding dezer zaak. De heer Schorer vraagt, of het] niet wen scheljjk zgn zou van het dag. bestuur een preadvies te vragen. De voorzitter merkt op dat bjj het dag. bestuur het plan bestaat om door hem of door eene commissie op het adres preadvies uit te brengen, maar wjjst erop dat het moeiljjk is een tjjd daarvoor te bepalen. Conform het voorstel van den voorzitter wordt besloten en daarna de vergadering opgeheven. Brieven uit Italië. Rome, April '95. Meer dan eenige andere stad, meer dan Parjjs, gezocht om zgn scabreuse vermaken, is Rome de hoofdstad der wereld. Van Seneca af tot Björnaterne Bjömaon toe, die op dit oogenblik hier vertoeft, heeft iedere man en vrouw, die in de wereldgeschiedenis beteekenis had, de schreden hierheen gericht om in de stad, door bet martelaarschap van Petrus en Paulus gewjjd, zich in dadeljjker geestes- verband te gevoelen met het oorspronkelijke Christendom, de bron onzer beschaving, dat, in Jeruzalem ontloken, hier tot bloei en tot kracht is gekomen. De stille week is voorbjj, stil hier alleen in naam, rumoerig in werke lijkheid. Want van alle vier de windstreken komen tegen Paschen de vreemdelingen naar Rome om er de kerkelijke feesten bjj te wo nen, die er met grooten luister worden ge vierd. Gjj ziet ze rjjden en rossen, die En- gelschen, die Duitschers, die Skandinaviërs, die Nederlanders met het roode Baedeker- boekje in de band; gjj kunt nergens komen of gjj ontmoet ze en de wjjding van het heer lijke feest van de overwinning des doods wordt door die massa onverschillige, uitgaande men- schen niet grooter. Maar Rome big ft al tjjd de hoofdstad der wereld. Nero, of Julius II, of Leo XIII, of Ümberto moge in de Eeuwige Stad ten troon zitten, zjj is niet minder de »Urbs," het cen trum der wereld en de Sint Pieter is daarvan het middenpunt. Geen woorden kunnen de heerljjkheid beschrjjven van deze basiliek, die na de Aya Sofia te Konstantinopel de grootste tempel der wereld is, 't zjj dat op haar altaren, op Palmzondag, de palmen worden gewjjd en straks aan de geloovigen verdeeld, 't zjj dat van een harer balkons de relieken worden tentoongesteld op Witten Donderdag of de voetwassching plaats heeft op een der altaren, 't zjj dat in een krans van bloemen en licht het heilige Sepulcre wordt aangebeden op Goeden Vrjjdag of den Paaschdag de mis der opstanding wordt gezongen. En niet enkel naar de Sint Pieter, maar naar alle groote kerken der stad stroomen de geloovigen toe en knielen er veor de processies die rondgaan en bidden, terwjjl de klagende stemmen der Passiezangers afwisselen met de eentonige litanieën der priesters. Ik ben vele kerken van Rome rondgegaan deze weekik heb ze gezien in hare rouwduisterheid en er geluisterd naar de warme muziek der oud-Italiaansche meesters en opnieuw gevoeld, dat het geloof een won dere en groote kracht is, die in dezen tjjd, die de stemmen der wereld luider en heftiger dan ooit hoort spreken, niets van haar ver mogen heeft verloren. Maar nu is de opstanding een voldongen feit. De lente is teruggekomen, de natuur glimlacht opnieuw in jeugd en schoonheid; zoo ooit een overwinning volkomen is, dan is het die der natuur, die ons telken jaren met haar ontloken bloemen een nieuwe hoop geeft op het leven. Dat ontluiken der bloemen doet mg denken aan de Romeinsche bedelaars. Zjj zgn weer opgekomen, nu de wintersneeuw en de winterregen hen niet meer teisteren, en zjj volgen mg weer dageljjks op mjjn weg naar het Postkantoor vice-versa dat is twintig minuten. Dat begint al op den hoek van mjjn straat, een oudje dat haar gerimpelde hand uitstrekt en «meneertje" bidt liefdadig heid te plegen. Zjj loopt niet zoo snel als ik, zoodat zjj mg moet laten gaan en ik tien huizen ver vrjj van geleide ben; dan komt een gore vrouw met een bind op den arm en houdt mjj een halve straat bjj, om mjj over te geven aan een gebrekkigen jongen. Deze draagt mg af aan een klein, vuil meisje met een brutaal gezicht dat mjj een straat lang vergezelt, tot aan den volgenden post, een armen blinde met een zienden stomp-arm. In 't voorbjj gaan van dezen ben ik nog een paar kreupelen voorbjj gekomen, die maraudeeren op het jachtveld van hun collega's. Als een dier bedelaars wist, dat ik ook maar een zjj- ner collega's wat gegeven had, zou ik in heel Rome geen oogenblik zonder gezelschap zijn en als ik, naar de post gaande, 's morgens begon met aan den eersten een aalmoes te ge ven en aan den tweeden enz., zou ik, aan mjjn bestemming gekomen, zelf kunnen gaan bedelen. En al die lieden stellen hun lompen en hun stompen en hun narigheden ten toon op een indecente manier. De zaak is dat de Romeinsche bedelaars talrjjker zgn dan in eenige stad ter wereld. Op honderden manieren spreken zjj of duis teren zjj u van hun armoede, van den honger dien zjj hebben. Ik geloof niet, dat al die lieden bedriegers zgn. Een deel van het Italiaansche volk is altjjd zeer arm geweest ook omdat men 't gemakkelijker vond in den zonneschjjn, gedurende den winter, en in de schaduw, tjjdens den zomer, te lanterfanten en ho fame te zeggen, dan te arbeiden. Buitendien, de Italianen zjjn grif in het geven van aalmoezen. Maar heel winstgevend kan het vak toch niet zgn, omdat er te veel con currentie in is. Want in Italië is bedelen een vak, en een volstrekt niet geminacht vak. Men is bedelaar, zooals een ander hoedenma ker, of een derde journalist, of meneer Crispi Eerste minister van Italië is. In sommige streken van dit land bedelt zelfs ieder vreemdelingen zgn overal te herkennen en Inglesi, zooals hier de vreemden genoemd worden, worden verondersteld zeer rjjk te zgn, anders zouden zjj niet kunnen reizen. Welnu, in de Italiaansche dorpen komt ieder op u af om u een soldo of een baiocco te vragen, dat is een bezigheid als de andere en wel gekleede vrouwtjes fluisteren u zacht toe. dat zjj 't heel lief van u zouden vinden, in dien gjj een baiocco geeft en frische, gezonde stevige moeders zenden hun kleuters op u toe, onder het zeggen: «ga die mgnheer een soldo vragen." Hier is 't bedelen minder het werk der mannende Italiaansche fierheid komt daartegen op, maar dat hunne vrouwen of hun kinderen bedelen, dat ia wat anders. En dikwjjls zjjn de bebelaars te Rome of eldejfi in Italië niet voor een kleintje bang. Gevaar- ljjk zgn ze niet, behalve in drift of onder de drjjfkracht van een veete, zjjn de Italianen het zachtmoedigste volk van de aarde. Maar zjj gelooven aan Onzen Lieven Heer, vooral aan de Madonna en weten, dat zjj in de He* melsche Rechtvaardigheid een woordje mee te spreken hebben. Daarom, indien gjj hun niets geeft, voorspellen zjj u de gerechte straffen, die u te wachten staan voor uw hardvochtig heid. Üw huwelijk of gjj gehuwd zjjt of niet doet minder ter zake zal kinderloos big ven) gjj zult het vagevuur nooit of te nimmer kunnen verlaten; gjj zult uw leven sljjten als Job op den mesthoop en voor 't minst zjjt gjj een maledettoeen vervloekte. En omdat zjj zelf aan de kracht van hun verwensebingen, ge looven, moet dat crediet, dat zjj op het »He- melsche Gerecht" hebben, hun een stille troost zjjn voor de teleurstelling, dat gjj hun in *t voor bjj gaan niets geelt. Niettemin, behalve hun ver= wen3chingen, weten zjj u nog wel andere karakteristieke antwoorden te geven, als gjj hun, in plaats van een aalinoeB, een paar woor den toevoegt. Onlangs zei mjj een oude bedelaar, dat hjj arm en ik daardoor zedeljjk verplicht was hem bjj te staan Eh, caro mio. sono povero anchioantwoordde ik hem. «Welnu, meneertje, liet hij op mjjn zeggen volgen neem dan dezen baiocco van mg." Rome zou Rome niet zgn en Florence niet Florence, zonder de bedelaars. Zjj behooren tot de attributen der «Urbs". Gjj geniet door alle straten het vrjjgeleide van bedelaars en als gjj een der monumenten of museums wilt belqjken, kost 'tu altjjd eenige moeite u door de bedelaars heen te werken. Maar 'tergBte is nog, als de Heilige van een der kerken zgn dag beeft. Er is dan gewoonlijk een groote toevloed van vreemdelingen om het kerkeljjk feest bjj te wonen, en aan den ingang van het heiligdom bunt gjj u eerst goed voorstel len, wat de bedelarjj te Rome zeggen wil. Yoor de kerkdeur staan de heeren en dames en de kinderen in 't gelid, met uitgestoken han den of met hun krukken vooruit, zoo dat gjj er bjjna over valt, en over de schouders der eerste rjj-staanders heen, steken die van de tweede en derde rg u hun handen of bakjes toe, zoo dat ik laatst een Engelsche dame hoorde zeggen: «ik wist niet, dat er zooveel bedelaars op een klein plekje konden staan." Eindeljjk zjjt gjj binnen; maar dan, uit alle nisBen, van achter alle pilaren, duiken ze op, die oudjes, die u op zachten toon zeggen, dat gjj gebenedjjd zjjt, mits gjj hun liefdadigheid bewjjst. Hinderljjk is die bedelarjj te Rome niet zeer, te minder omdat gjj er dra aan gewend zjjt, maar ver velend wel, omdat zjj u in de kerken der Eeuwige Stad de edelste indrukken bederft, die gjj er van de onsterfelijke kunst kunt genieten of van dien schoonen kerk-godsdienst, die het Katholicisme genoemd wordt. Vriendlief, ik ben zelf arm." Goes. Heden werd geveild de hofstede Zoutershof te Yerseke. De perceelen werden verkocht dooreen tegen f 1000 per hectare. *8 dravenliage. De koninginnen ver trokken heden te twee uren naar Amsterdam, aan het station opgewacht door een talrjjke, juichende menigte en uitgeleide gedaan door verschillende autoriteiten, onder anderen de ministers Roëll, Van Houten, Yan der Kaay en Bergsma, den vice-president van den Raad van state, den president der Eerste kamer enz. Op zgn verzoek is eervol ontslagen de heer A. J. Fokker, ontvanger te OoBtburg, onder dankbetuiging voor zjjn vyftigjarigen trouwen dienst. Amsterdam. Zooals gewoonljjk vroeger bjj de aankomst der vorsteljjke familie het geval was, heerschte er ook heden namiddag weder eene buitengewone drukte op den Dam, om de Koninginnen met jubelkreten te be groeten. Meer dan een vol uur vóór de aan komst der vorstinnen was het zwart van nieuws gierigen, in de omgeving van het paleis niet alleen, maar ook langs heel den weg van het station daarheen. Toen de expreBBe-trein, begeleid door inspec teurs van vervoer en beweging der H. IJ.S., te vjjf minuten over drieën binnen stoomde, waren, behalve de burgemeester, vele andere militaire en civiele autorieteiten aanwezig om HH. MM. het welkom in de hoofdstad toe te roepen. In de koninkljjke wachtkamer, die als ge woonlijk rjjk met bloemen, groen en draperieën versierd was, werden enkele autoriteiten aan HH. MM. voorgesteld, waarna de vorstinnen in open hofrjjtuigen, gevolgd door de talrjjke hofhouding, eveneens in open rjj tuigen en geëscorteerd door cavallerie en politie, zich naar 't Paleis begaven. Allerwege werden de hooge bezoeksters met bigde jubelkreten be groet, ter wgl overal langs den weg de natio nale driekleur wapperde. Slechts enkele oogenblikkennadat de vorstinnen de bekende Mozes-zaal in 't Paleis hadden bereikt, verschenen HH. MM. op het balcon, en werden aldaar door duizenden harteljjk begroet, welke hulde-bljjken door buigingen en wuiven werden beantwoord. Des namiddags is er diner ten hove, waaraan deelnemen de commissaris der Ko ningin iu Noord-Holland, de burgemeester van Amsterdam, de wethouders, de commandanten van stad en marine enz. en enkele leden der hofhouding. Morgen wonen HH. MM. in de Nieuwe kerk de godsdienstoefening bjj, onder gehoor van den predikant Schuller tot Peursem, die met de gewone gasten aan 't diner genoodigd is. Even voor de aankomst der vorstinnen heb ben een aantal socialisten opstootjes verwekt. Vier hunner, die maskers en blonde pruiken droegen, terwjjl een als politieagent was ge kleed, reden rond, doch werden voor den politiepost op de Oudebrug door een aantal agenten tot staan gebracht en gearresteerd. Hierbjj ontstond een groote volksoploop voor de drukkerjj van Recht voor Allenwaar Do- mela Nieuwenhuis c. s. honderden stroobillet- ten over de menigte heenwierpen. Daarbjj had weder een opstootje plaats. Door de po litie werden geduohte slagen met stokken en sabels uitgedeeld; en werden vele personen gearresteerd, Het volgende medisch-natuurkundig congres zal in Delft worden gehouden. Brussel. De Moniteur meldt dat tot nadere beschikking verboden is het invoeren of doorvoeren van runderen en schapen, af komstig uit Nederland, welk verbod niet toepasselijk is op vee, afkomstig uit andere landen eu direct aangevoerd zonder over* lading op spoorwegen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 2