LAATSTE BERICHTEN.
watergang niet gedolven had en er dus on
nut werk zou verricht worden.
De heer Pouwer verbaast zich wel dat er
strjjd komt tegen het voorstel van het
bestuur om verbetering te brengen in de
suatie en vooral dat deze strjjd komt van
de zjjde dee heeren Snjjders, die steeds voor
zulke verbetering ie.
Deze spreker stelt het nut tan de voorge
stelde werken in het breede in het licht.
Het bestuur heeft alles nauwkeurig onder
zocht en werd daar bij ter zjjde gestaan door
een hoofdambtenaar, die in den dienst is
vergrjjsd.
Waar ook de overige ambtenaren bekwaam
zjjn, acht spreker het onnoodig dat nog een
deskundig adviseur worde in den arm genomen
om over de suatie te rapporteeren. Dat zon
geld wegwerpen zjjn.
Verder wjjst de heer Pouwer erop dat del
ven, zooals de heer Snjjders wenscht, van oever
tot boom niet kan plaats hebben.
De heer Snjjders wjjst erop dat hjj aan den
heer Pouwer inlichtingen gevraagd heeft, die
deze hem niet heeft gegeven. In hoever de
heer Pouwer daarmee aan zjjn eed en plicht
als commissaris van Walcheren heeft voldaan
zal spreker niet beoordeelen.
De heer Snjjders neemt aan dat de voorzitter
niet wist dat er schotbalken in de bewuste
heul stonden en neemt hem dat niet kwaljjk,
maar dat doet hjj wel den raad Pouwer; die
diende het te weten. De heer Snjjders big ft
persisteeren bjj zjjn voorstel.
De heer Snjjders herinnert dat in het besluit
van 1882, genomen op voorstel van het dag.
bestuur, gesproken wordt van een rapport
omtrent gebreken in de suatiemen erkende
dus dat er gebreken waren. De heer Pouwer
beweert wel dat de zaak in orde is, maar
spreker is het niet daarmee eenser staat in
de bewuste heul nog drie palm sljjk.
De heer Pouwer zegt dat, toen de heer
SnjjderB bjj hem geweest is, hjj hem, naar hjj
meent, medegedeeld heeft dat hjj in het dag.
bestuur voorstellen zou doen ter verbetering.
De schotbalken in de heul gelooft hjj niet dat
veel belemmering zullen teweeggebracht hebben.
De voorzitter vestigt er de aandacht op dat
door het bestuur sedert 1882 steeds verbete
ringen in de suatie zjjn gebracht. Vooral de
binnenboezem te Vlissingen, die zeer goed
werkt voor den afvoer van polderwater, dient
daatbjj genoemd.
Volmaakt is de toestand niet; zoo wordt er
over gedacht de Vlissings-Koukerkschen sprink
in een watergang te veranderen maar dit werk
zou een f 40 a f 50.000 vorderen. Als dit te
bereiken was, zou al het mogeljjke gedaan zjjn.
Het bestuur had gehoopt dit werk dit jaar
voor te stellen maar de storm van December
heeft dit plan in duigen doen vallen, wgl de
vrijkomende gelden door de schade werden
verslonden.
Verder zal de voorzitter in overweging nemen
om de Poppendamsche heul bjj de Westwate-
ring in te deelen, wgl de commies van die
watering meer tjjd heeft dan die voor de
Noordwatering, daar de laatste zeer veel werk
te verrichten heeft.
De heer Kodde vraagt of er aan de Poppen
damsche heul nog andere belemmeringen
zjjn geweest dan de schotbalken.
In den winter heeft spreker een voorwerp
in het water geworpen om te zien, hoe de
strooming was, die was toen zeer miniem
thans is goede verbetering merkbaar, wat aan
het opruimen der hindernis geweten wordt.
De heer Pouwer geeft nog eenige technische
inlichtingen; bjj bljjft bjj zjjn bewering dat de
schotbalken zooveel niet hinderden.
De heer jhr L. Schorer vraagt of het besluit
van 1882 ooit is herroepen.
De voorzitter antwoordt dat, voor zoover
hem bekend ia, dit niet het geval ia.
De heer Schorer meent dat dan ook dat be
sluit dient uitgevoerd, Er moet du3 een rap
port komen van een ingenieur. Om de zaak
tot duideljjkheid te brengen vraagt de heer
Schorer, of het nog wenacheljjk is het besluit
van 1882 te handhaven. Eerst wanneer deze
vraag is beantwoord, komt men in een zuive
ren toestand. Hjj doet dus hèt voorstel die
vraag door de vergadering te doen beant
woorden.
De heer D. J. Dronkers heeft met belang
stelling de motieven van den heer Snjjders
aangehoord en brengt hem hulde voor zjjn
jjver en werkzaamheid. Spreker heeft ook
klachten vernomen, maar hjj wjjst erop dat
er onder de ingelanden verschil van meening is
de een acht het water te hoog, de ander te laag.
Waar de voorzitter, wiens kunde door spre
ker wordt geroemd, op technische gronden
het gesprokene van den heer SnjjderB heeft
weerlegd en zich ernstig verzet tegen de be
noeming van een deskundig rapporteur, zou
spreker het wenscheljjk vinden dat het besluit
van 1882 worde vernietigd.
Spreker toch is van meening dat een rapport
veel geld koBten zal en de uitgave daarvoor
niet in verhouding is tot het nut.
De heer Snjjders meent dat een deskundig
advies ten gevolge zal hebben dat niet de
een of de ander moet tegemoet gekomen maar
allen geholpen worden.
De heer Van der Swalme acht het op dit
oogenblik niet noodig nog een advies in te
winnen. De ambtenaren van den polder kun
nen de moeiljjkheden beter oplossen dan een
ingenieur, omdat zjj volkomen op de hoogte
van den polder zgn. Buitendien zal het rap
port ook veel geld kosten, zonder nut op te
leveren.
De heer Schorer zal zich verklaren tegen
het wenscheljjke van het vragen van advies
aan een deskundigedat kan in 1882 dringend
noodig geweest zgn, maar dit is het thans,
naar spreker meent, niet meer.
De heer D, J. Dronkers neemt zgn voorstel
terug, omdat door het voorstel-Schorer ook zgn
doel bereikt kan worden.
Hierna wordt het voorstel-Schorer in stem
ming gebracht
Met 15 tegen 8 stemmen verklaart de ver
gadering alsnu het besluit van 1882 te niet
te doen.
V 6 o r handhaving van het besluit stemden
de heeren Snjjders, Van den Broeke, Koene,
Kodde, Franse, Coppoolse, Cjjsouw en Corré.
Daarna wordt de zitting een poos geschorst.
De vergadering heropend zjjnde, komt de
artikels gewjjze behandeling der begrooting
aan de orde.
Er wordt begonnen met de uitgaven.
Bjjj de behandeling van art. I van Hfdst. II,
kosten der Eoordwatering, wordt over den
post «verwjjden en vernieuwen van heulen en
duikers," door den heer Snjjders stemming ge
vraagd. De post wordt aangenomen met alge-
meene stemmen op vier na, nl. die van de
heeren Snjjders, Koene, Kodde en Franse.
Van art. 84 vraagt de heer Snjjders splitsing.
Het eerste deel, het uitdiepen van het ge
deelte Middelburg8che-Domburgsche water
gang en verbreeding van die watergang, op
voorstel van den voorzitter met ƒ500 verhoogd,
wordt aangenomende vier evengenoemde
heeren verklaren zich er tegen.
Het tweede deel, het afsnjjden van een
bocht in die watergang, geeft den heer Snjj
ders aanleiding te vragen of het niet wen
scheljjk is, dien post te doen vervallen. Hg
acht die uitgave nog al weelderig.
De voorzitter acht het werk noodig.
De heer Schorer vraagt, of het werk dringend
noodig is of dat het gedaan wordt ter verbe
tering der suatie.
De voorzitter en de heer Pouwer geven in
lichting en toonen op ter vergadering aanwe
zige kaarten aan wat door het werk zal worden
bevorderd. De bocht is heel leeljjk, houdt de
strooming van 't water tegen en geeft aanlei
ding tot een verzameling van vuilnis.
De post wordt met 18 tegen 10 stemmen
goedgekeurd.
Tegen stemmen de heeren Snjjders, Allaart,
Koene, Van Westen, Kodde, Franse, Melis,
Coppoolse, Cysouw en Corré.
De post voor de Noordwatering wordt, ten
gevolge der genomen besluiten, f 141.085.07,
Bjj de raming voor de OoBtwatering wordt
bjj post 15, vervangen van heul no. 61 in den
Platteweg, door den heer Snjjders stemming
gevraagd. De post wordt goedgekeurdalleen
de heeren Snjjders en Van den Broeke ver
klaren zich er tegen.
Ook vraagt de heer Snjjders stemming over
post 16, vernieuwen van den steenen duiker
no. 68 in den Middelburg-Veerschen straatweg.
De post wordt met algemeene stemmen, be
halve die van den heer Snjjders, goedgekeurd.
Ook over post 19, uitdiepen van de kleine
Veersche watergang, vraagt de heer Snjjders
stemming.
Met algemeene stemmen, behalve die van
den heer Snjjders, wordt de post goedgekeurd.
Bjj de raming voor de Zuiiwatering vraagt
de heer Snjjders stemming over post 8, uit
diepen van 870 M. van de Arnemuiden-Veer
sche watergang.
Met algemeene stemmen, behalve die van
den heer Snjjders, wordt de post aangenomen.
Bjj post 20, op de raming van de West
watering, vernieuwen der heulen 12,13 en 18,
vraagt de heer Snjjders inlichtingen omtrent
de ligging van de laatste heul.
De voorzitter geeft die.
De heer Snjjders vraagt daarna over dien
post stemming.
De heer Corré vraagt of die heulen heulen
bljjven, waarop de voorzitter antwoordt, dat
alle drie bruggen worden.
Met algemeene stemmen, behalve die van
den heer Snjjders, wordt de post goedgekeurd.
Het totaal van boofdst. II wordt nu f 194.644.13
Bjj hoofdst III art. 6, regularisatie van
stormschaden in 1894 en 1895, uitgetrokken
op f 35000, deelt de voorzitter mede dat
nadere berekeningen hebben doen zien dat de
post op f 33134.835 moet worden vastgesteld.
D§ post voor onvoorziene uitgaven wordt
aangehouden.
Daarna worden de ontvangsten be
handeld.
Het gewoon djjkgeschot wordt bjj art. 5 van
Hfdst. III bepaald op f 13.50 per hectare
schotbaar en f 5.30 per hectare vrgland. Het
buitengewoon djjkgeschot wordt bepaald op
f 2 per hectare.
Bjj hoofdst. VI art 20 wordt besloten tot
eene tgdelgke geldopneming van f 50.000 bjj
de Maatschappij voor gemeentecrediet te Am
sterdam tegen eene rente van 31/-» en a pari.
De inkomsten besommen 341.646.37
Daarop wordt hfdst. VI der uitgaven vast
gesteld op f 62832.46 en de post voor onvoor
ziene uitgaven op 11246.47.
De uitgaven beloopen f 341.646.37.
De begrooting, daarop in stemming gebracht,
wordt vastgesteld met 20 tegen 3 stemmen,
die van de heeren SnjjderB, Koene en Coppoolse.
Bjj het voorlezen van het besluit tot heffing
van buitengewoon djjkgeschot verklaart de
heer Coppoolse tegen dat besluit te zgn.
Aangezien dit besluit echter reeds is geno
men bjj de begrooting heeft die opmerking
geen nut.
Hierna worden de gewone machtigingen
aan het dag. bestuur verleend.
Vervolgens komt ter tafel een voorstel van het
dag. bestuur tot vervanging van de heulen
n°. 117 in de Noordwatering en n°. 48, 77 en
82 in de Westwatering door Engelsche aarden
buizen.
Dit wordt goedgevonden met algemeene
stemmen behalve die van den heer SnjjderB.
Thans wordt mededeeling gedaan van het
preadvies van het dagelgkscb bestuur in
zake het voorstel-Cooppoolse betreffende het
schoonmaken van waterleidingen. Dit strekte
om in de sprinken en watergangen jaarljjku
in Mei alleen de baggers te doen verwjjderen
en die in Augustus en October te doen schoon
maken.
In de eerste plaats vestigt het bestuur er
de aandacht op dat, terwjjl de sprinken tegen
woordig tweemaal worden schoongemaakt, dit
met de watergangen driemaal geschiedt, zoo
dat door de aanneming van het voorstel, voor
wat betreft de watergangen, de polder in
slechter conditie zoude komen dan tegen
woordig, wat met het oog op de ondervinding,
opgedaan in den regenachtigen zomer van
1894, zeker minder gewenscht is en ook ver-
moedeljjk wel niet in de bedoeling des voor
stellers gelegen zal zgn.
Meent het dag. bestuur dus, voorwat betreft
de watergangen, zeer stellig het aannemen,
van het voorstel te moeten ontraden, ook wat
de sprinken aangaat kan het niet inzien dat
de aanneming van het voorstel in het belang
der suatie wenscheljjk zoude zgn.
Waar voorzeker de belemmeringen door den
plantengroei in Augustus grooter zullen zgn,
dan in Mei, Btuit een schoonmaak in Augustus
af op het feit dat alsdan nog vele vruchten te
velde staan en in dien tjjd alle arbeidskrachten
noodig zgn voor het landbouwbedrjjf, waardoor
door velen niet of met groote moeite aan de
verplichting tot schoonmaken zal worden vol
daan.
Mocht inderdaad de plaatseljjke toestand
van eenige sprink van dien aard zgn, dat het
schoonmaken in Augustus voor de suatie on
ver mjjdeljjk is, zoo ia het polderbestuur vol
gens het tegenwoordig politiereglement vol
komen bevoegd om ook buiten de gewone
schouwingen het schoonmaken te gelasten.
Het polderbestuur adviseert op deze gronden
het voorstel niet aan te nemen.
De heer Koene geeft aan het dag. bestuur
in overweging de Zwanenburgsche heul over
te brengen naar de Limietsprink.
De voorzitter wjjst erop dat dit niet aan de
orde is.
Daarna wordt de behandeling van het prae-
advies van het dag. bestuur voortgezet.
De heer Melis verklaart het volkomen daar
mede eens te zgn. De ongelegen tjjd, door den
heer Coppoolse in zgn voorstel aangegeven,
wordt door spreker verder in het licht gesteld.
Den heer Coppoolse spjjt het dat zgn voor
stel niet wordt aanbevolen. Hg is van oor
deel dat de tjjd, door hem genoemd, zeer ge
schikt is voor den schoonmaak, en vrjj wat
beter dan Meiwanneer er geen groei in de
sprinken iB.
De heer Van Westen is het ten deele eens
met den heer Coppoolse. Hjj acht Augustus
wel wat laat doch vindt de schouwing in 't
begin van Mei te vroegbjj zou liever zien
dat die ten minBte op einde Mei werd gesteld.
De voorzitter wjjst erop dat de schouwing
wel in 't begin van Mei begint maar uit den
aard der zaak eenige dagen vordert.
De heer Snjjders vraagt of het per sé nood-
zakeljjk is dat een termjjn bepaald wordt. Kon
dat niet aan hetdag.bestuur worden overgelaten?
De heer Coppoolse verklaart zicb door eigen
aanschouwing overtuigd te hebben dat er nog
geen riet in de sprinken gevonden wordt.
De heer Corré vraagt of de termjjn niet op
einde Juni kan worden gesteld.
De voorzitter acht dit ook bezwaarljjk.
De heer D. J. Dronkers vraagt, of het be
stuur niet zoo dikwjjls, als het dit noodig
oordeelt, buitengewone schouwingen kan ge
lasten.
De voorzitter antwoordt toestemmend.
De heer Dronkers acht dan aanneming van
het voorstel-Coppoolse onnoodig.
Daarop wordt dat voorBtel in stemming ge
bracht en verworpen met 17 tegen 5 stemmen,
die van de heeren Snjjders, Van den Broecke,
Koene, Coppoolse en Cysouw.
Met het oog op het te heffen buitengewoon
djjkgeschot Btelt de voorzitter voor de verval
dagen te bepalen op 29 Mei, 1 Juli, 1 Oct. en
21 December.
Hiermede vereenigt de vergadering zich.
Overgelegd wordt nog een adres van land
bouwers, waarin zy verzoeken het reglement
te herzien in dien zin dat niet alleen van on
gebouwde eigendommen maar ook van alle
gebouwde eigendommen dgkgeschot zal gehe
ven worden.
Op voorstel van den voorzitter wordt tot
dadeljjke behandeling besloten, ofschoon het
stuk niet op de agenda voorkomt.
De voorzitter stelt voor aan adressanten te
berichten dat de stukken zgn gezonden aan
het dag. bestuur om daarop te letten bjj de
voorbereiding dezer zaak.
De heer Schorer vraagt, of het] niet wen
scheljjk zgn zou van het dag. bestuur een
preadvies te vragen.
De voorzitter merkt op dat bjj het dag.
bestuur het plan bestaat om door hem of door
eene commissie op het adres preadvies uit te
brengen, maar wjjst erop dat het moeiljjk is
een tjjd daarvoor te bepalen.
Conform het voorstel van den voorzitter
wordt besloten en daarna de vergadering
opgeheven.
Brieven uit Italië.
Rome, April '95.
Meer dan eenige andere stad, meer dan
Parjjs, gezocht om zgn scabreuse vermaken, is
Rome de hoofdstad der wereld. Van Seneca af
tot Björnaterne Bjömaon toe, die op dit
oogenblik hier vertoeft, heeft iedere man en
vrouw, die in de wereldgeschiedenis beteekenis
had, de schreden hierheen gericht om in de
stad, door bet martelaarschap van Petrus en
Paulus gewjjd, zich in dadeljjker geestes-
verband te gevoelen met het oorspronkelijke
Christendom, de bron onzer beschaving, dat,
in Jeruzalem ontloken, hier tot bloei en tot
kracht is gekomen. De stille week is voorbjj,
stil hier alleen in naam, rumoerig in werke
lijkheid. Want van alle vier de windstreken
komen tegen Paschen de vreemdelingen naar
Rome om er de kerkelijke feesten bjj te wo
nen, die er met grooten luister worden ge
vierd. Gjj ziet ze rjjden en rossen, die En-
gelschen, die Duitschers, die Skandinaviërs,
die Nederlanders met het roode Baedeker-
boekje in de band; gjj kunt nergens komen
of gjj ontmoet ze en de wjjding van het heer
lijke feest van de overwinning des doods wordt
door die massa onverschillige, uitgaande men-
schen niet grooter.
Maar Rome big ft al tjjd de hoofdstad der
wereld. Nero, of Julius II, of Leo XIII, of
Ümberto moge in de Eeuwige Stad ten troon
zitten, zjj is niet minder de »Urbs," het cen
trum der wereld en de Sint Pieter is daarvan
het middenpunt. Geen woorden kunnen de
heerljjkheid beschrjjven van deze basiliek, die
na de Aya Sofia te Konstantinopel de grootste
tempel der wereld is, 't zjj dat op haar altaren,
op Palmzondag, de palmen worden gewjjd en
straks aan de geloovigen verdeeld, 't zjj dat
van een harer balkons de relieken worden
tentoongesteld op Witten Donderdag of de
voetwassching plaats heeft op een der altaren,
't zjj dat in een krans van bloemen en licht
het heilige Sepulcre wordt aangebeden op
Goeden Vrjjdag of den Paaschdag de mis der
opstanding wordt gezongen. En niet enkel
naar de Sint Pieter, maar naar alle groote
kerken der stad stroomen de geloovigen toe
en knielen er veor de processies die rondgaan
en bidden, terwjjl de klagende stemmen der
Passiezangers afwisselen met de eentonige
litanieën der priesters. Ik ben vele kerken van
Rome rondgegaan deze weekik heb ze gezien
in hare rouwduisterheid en er geluisterd naar
de warme muziek der oud-Italiaansche meesters
en opnieuw gevoeld, dat het geloof een won
dere en groote kracht is, die in dezen tjjd,
die de stemmen der wereld luider en heftiger
dan ooit hoort spreken, niets van haar ver
mogen heeft verloren.
Maar nu is de opstanding een voldongen
feit. De lente is teruggekomen, de natuur
glimlacht opnieuw in jeugd en schoonheid;
zoo ooit een overwinning volkomen is, dan is
het die der natuur, die ons telken jaren met
haar ontloken bloemen een nieuwe hoop geeft
op het leven.
Dat ontluiken der bloemen doet mg denken
aan de Romeinsche bedelaars. Zjj zgn
weer opgekomen, nu de wintersneeuw en de
winterregen hen niet meer teisteren, en zjj
volgen mg weer dageljjks op mjjn weg naar
het Postkantoor vice-versa dat is twintig
minuten. Dat begint al op den hoek van
mjjn straat, een oudje dat haar gerimpelde
hand uitstrekt en «meneertje" bidt liefdadig
heid te plegen. Zjj loopt niet zoo snel als ik,
zoodat zjj mg moet laten gaan en ik tien
huizen ver vrjj van geleide ben; dan komt
een gore vrouw met een bind op den arm en
houdt mjj een halve straat bjj, om mjj over
te geven aan een gebrekkigen jongen. Deze
draagt mg af aan een klein, vuil meisje met
een brutaal gezicht dat mjj een straat lang
vergezelt, tot aan den volgenden post, een
armen blinde met een zienden stomp-arm. In
't voorbjj gaan van dezen ben ik nog een paar
kreupelen voorbjj gekomen, die maraudeeren
op het jachtveld van hun collega's. Als een
dier bedelaars wist, dat ik ook maar een zjj-
ner collega's wat gegeven had, zou ik in heel
Rome geen oogenblik zonder gezelschap zijn
en als ik, naar de post gaande, 's morgens
begon met aan den eersten een aalmoes te ge
ven en aan den tweeden enz., zou ik, aan
mjjn bestemming gekomen, zelf kunnen gaan
bedelen. En al die lieden stellen hun lompen
en hun stompen en hun narigheden ten toon
op een indecente manier. De zaak is dat de
Romeinsche bedelaars talrjjker zgn dan in
eenige stad ter wereld.
Op honderden manieren spreken zjj of duis
teren zjj u van hun armoede, van den honger
dien zjj hebben. Ik geloof niet, dat al die
lieden bedriegers zgn. Een deel van het
Italiaansche volk is altjjd zeer arm geweest
ook omdat men 't gemakkelijker vond in den
zonneschjjn, gedurende den winter, en in de
schaduw, tjjdens den zomer, te lanterfanten
en ho fame te zeggen, dan te arbeiden.
Buitendien, de Italianen zjjn grif in het geven
van aalmoezen. Maar heel winstgevend kan
het vak toch niet zgn, omdat er te veel con
currentie in is. Want in Italië is bedelen
een vak, en een volstrekt niet geminacht vak.
Men is bedelaar, zooals een ander hoedenma
ker, of een derde journalist, of meneer Crispi
Eerste minister van Italië is. In sommige
streken van dit land bedelt zelfs ieder
vreemdelingen zgn overal te herkennen
en Inglesi, zooals hier de vreemden genoemd
worden, worden verondersteld zeer rjjk te
zgn, anders zouden zjj niet kunnen reizen.
Welnu, in de Italiaansche dorpen komt ieder
op u af om u een soldo of een baiocco te
vragen, dat is een bezigheid als de andere en
wel gekleede vrouwtjes fluisteren u zacht toe.
dat zjj 't heel lief van u zouden vinden, in
dien gjj een baiocco geeft en frische, gezonde
stevige moeders zenden hun kleuters op u toe,
onder het zeggen: «ga die mgnheer een soldo
vragen." Hier is 't bedelen minder het werk
der mannende Italiaansche fierheid komt
daartegen op, maar dat hunne vrouwen of hun
kinderen bedelen, dat ia wat anders. En
dikwjjls zjjn de bebelaars te Rome of eldejfi
in Italië niet voor een kleintje bang. Gevaar-
ljjk zgn ze niet, behalve in drift of onder de
drjjfkracht van een veete, zjjn de Italianen
het zachtmoedigste volk van de aarde. Maar
zjj gelooven aan Onzen Lieven Heer, vooral
aan de Madonna en weten, dat zjj in de He*
melsche Rechtvaardigheid een woordje mee te
spreken hebben. Daarom, indien gjj hun niets
geeft, voorspellen zjj u de gerechte straffen,
die u te wachten staan voor uw hardvochtig
heid. Üw huwelijk of gjj gehuwd zjjt
of niet doet minder ter zake zal kinderloos
big ven) gjj zult het vagevuur nooit of te nimmer
kunnen verlaten; gjj zult uw leven sljjten als Job
op den mesthoop en voor 't minst zjjt gjj een
maledettoeen vervloekte. En omdat zjj zelf
aan de kracht van hun verwensebingen, ge
looven, moet dat crediet, dat zjj op het »He-
melsche Gerecht" hebben, hun een stille troost
zjjn voor de teleurstelling, dat gjj hun in *t voor
bjj gaan niets geelt. Niettemin, behalve hun ver=
wen3chingen, weten zjj u nog wel andere
karakteristieke antwoorden te geven, als gjj
hun, in plaats van een aalinoeB, een paar woor
den toevoegt. Onlangs zei mjj een oude bedelaar,
dat hjj arm en ik daardoor zedeljjk verplicht
was hem bjj te staan Eh, caro mio. sono
povero anchioantwoordde ik hem. «Welnu,
meneertje, liet hij op mjjn zeggen volgen
neem dan dezen baiocco van mg."
Rome zou Rome niet zgn en Florence niet
Florence, zonder de bedelaars. Zjj behooren
tot de attributen der «Urbs". Gjj geniet door
alle straten het vrjjgeleide van bedelaars en
als gjj een der monumenten of museums wilt
belqjken, kost 'tu altjjd eenige moeite u door
de bedelaars heen te werken. Maar 'tergBte
is nog, als de Heilige van een der kerken zgn
dag beeft. Er is dan gewoonlijk een groote
toevloed van vreemdelingen om het kerkeljjk
feest bjj te wonen, en aan den ingang van
het heiligdom bunt gjj u eerst goed voorstel
len, wat de bedelarjj te Rome zeggen wil.
Yoor de kerkdeur staan de heeren en dames
en de kinderen in 't gelid, met uitgestoken han
den of met hun krukken vooruit, zoo dat gjj er
bjjna over valt, en over de schouders der eerste
rjj-staanders heen, steken die van de tweede
en derde rg u hun handen of bakjes toe, zoo
dat ik laatst een Engelsche dame hoorde zeggen:
«ik wist niet, dat er zooveel bedelaars op een
klein plekje konden staan." Eindeljjk zjjt gjj
binnen; maar dan, uit alle nisBen, van achter alle
pilaren, duiken ze op, die oudjes, die u op
zachten toon zeggen, dat gjj gebenedjjd zjjt,
mits gjj hun liefdadigheid bewjjst. Hinderljjk
is die bedelarjj te Rome niet zeer, te minder
omdat gjj er dra aan gewend zjjt, maar ver
velend wel, omdat zjj u in de kerken der
Eeuwige Stad de edelste indrukken bederft, die
gjj er van de onsterfelijke kunst kunt genieten
of van dien schoonen kerk-godsdienst, die het
Katholicisme genoemd wordt.
Vriendlief, ik ben zelf arm."
Goes. Heden werd geveild de hofstede
Zoutershof te Yerseke. De perceelen werden
verkocht dooreen tegen f 1000 per hectare.
*8 dravenliage. De koninginnen ver
trokken heden te twee uren naar Amsterdam,
aan het station opgewacht door een talrjjke,
juichende menigte en uitgeleide gedaan door
verschillende autoriteiten, onder anderen de
ministers Roëll, Van Houten, Yan der Kaay
en Bergsma, den vice-president van den Raad
van state, den president der Eerste kamer enz.
Op zgn verzoek is eervol ontslagen de heer
A. J. Fokker, ontvanger te OoBtburg, onder
dankbetuiging voor zjjn vyftigjarigen trouwen
dienst.
Amsterdam. Zooals gewoonljjk vroeger
bjj de aankomst der vorsteljjke familie het
geval was, heerschte er ook heden namiddag
weder eene buitengewone drukte op den Dam,
om de Koninginnen met jubelkreten te be
groeten. Meer dan een vol uur vóór de aan
komst der vorstinnen was het zwart van nieuws
gierigen, in de omgeving van het paleis niet
alleen, maar ook langs heel den weg van het
station daarheen.
Toen de expreBBe-trein, begeleid door inspec
teurs van vervoer en beweging der H. IJ.S.,
te vjjf minuten over drieën binnen stoomde,
waren, behalve de burgemeester, vele andere
militaire en civiele autorieteiten aanwezig om
HH. MM. het welkom in de hoofdstad toe te
roepen.
In de koninkljjke wachtkamer, die als ge
woonlijk rjjk met bloemen, groen en draperieën
versierd was, werden enkele autoriteiten aan
HH. MM. voorgesteld, waarna de vorstinnen
in open hofrjjtuigen, gevolgd door de talrjjke
hofhouding, eveneens in open rjj tuigen en
geëscorteerd door cavallerie en politie, zich
naar 't Paleis begaven. Allerwege werden de
hooge bezoeksters met bigde jubelkreten be
groet, ter wgl overal langs den weg de natio
nale driekleur wapperde.
Slechts enkele oogenblikkennadat de
vorstinnen de bekende Mozes-zaal in 't Paleis
hadden bereikt, verschenen HH. MM. op het
balcon, en werden aldaar door duizenden
harteljjk begroet, welke hulde-bljjken door
buigingen en wuiven werden beantwoord.
Des namiddags is er diner ten hove,
waaraan deelnemen de commissaris der Ko
ningin iu Noord-Holland, de burgemeester van
Amsterdam, de wethouders, de commandanten
van stad en marine enz. en enkele leden der
hofhouding.
Morgen wonen HH. MM. in de Nieuwe kerk
de godsdienstoefening bjj, onder gehoor van
den predikant Schuller tot Peursem, die met
de gewone gasten aan 't diner genoodigd is.
Even voor de aankomst der vorstinnen heb
ben een aantal socialisten opstootjes verwekt.
Vier hunner, die maskers en blonde pruiken
droegen, terwjjl een als politieagent was ge
kleed, reden rond, doch werden voor den
politiepost op de Oudebrug door een aantal
agenten tot staan gebracht en gearresteerd.
Hierbjj ontstond een groote volksoploop voor
de drukkerjj van Recht voor Allenwaar Do-
mela Nieuwenhuis c. s. honderden stroobillet-
ten over de menigte heenwierpen. Daarbjj
had weder een opstootje plaats. Door de po
litie werden geduohte slagen met stokken en
sabels uitgedeeld; en werden vele personen
gearresteerd,
Het volgende medisch-natuurkundig congres
zal in Delft worden gehouden.
Brussel. De Moniteur meldt dat tot
nadere beschikking verboden is het invoeren
of doorvoeren van runderen en schapen, af
komstig uit Nederland, welk verbod niet
toepasselijk is op vee, afkomstig uit andere
landen eu direct aangevoerd zonder over*
lading op spoorwegen.