N°. 75.
138e Jaargang.
1895.
Vrijdag
29 Maart.
FESJilLETOi.
ffllDElBtim COMNT.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.-
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
■k eraometei.
Middelburg 28 Mrt. 8u.no. 46 gr.
m. 12 u. 52 srr-, av. 4 u. 51 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VlisBingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boldit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikceeA. C. de Mooi/,
te Tholen: W. A. van NpuwENHuuzEN en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiSn
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Geeb. Bslinianxe, te 's Gravenhage, en A. de La Mak Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daüeb Cie., Joen F. Jones, opvolger,
Adverteatlëa
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Middelburg 28 Maart.
Met enkele woorden maakten wjj melding
van de beschouwing van den heer S. J. Ver-
maes, lid der voormalige Zuiderzee-commissie
en hoofdingenieur van den provincialen water
staat in Friesland, naar aanleiding van de
opstellen, onlangs door de N. B. Crt aan die
belangrijke kwestie gewjjd, en wier inhoud
zoozeer afweek van hetgeen in 1888 en 1892
door dat blad is geschreven.
Billijkheidshalve dienen wjj op te merken dat
in dien tusschentjjd het blad van hoofdredacteur
is veranderd.
Nu ons bleek dat in onze provincie belang
wordt gesteld in die brochure van den heer
Vermaes, willen wjj den hoofdinhoud daarvan
in 't kort weergeven.
Het geldt hierbjj toch een zeer belangrjjk
vraagstuk.
Na op de z. i. zonderlinge tegenstrijdigheid
van het Rotterdamsche blad gewezen te hebben,
toont de schrjjver aan dat de beschouwingen
der N. B. Crt met zjjn afbrekende critiek
overvloeit van technische onjuistheden en
groote woorden. Vooral keurt bjj het af, dat
de onpartijdigheid pan de 28 mannen, die de
staatscommissie vormden, in twjjtel wordt ge
trokken, mannen van verschillende werkkring
en maatschappelijke positie, die zich voor deze
belangrjjke zaak anderhalf jaar lang veel tjjd
en inspanning getroostten.
In de eerste plaats gaat de heer Vermaes
de samenstelling der staatscommissie na en
toont aan dat veelzijdigheid daarbjj op den
voorgrond stond. Dat een erkend bekwaam
aannemer onder de benoemden behoorde ver
heugde menigeen. De minister van waterstaat,
de heer Lely, was president maar niet als
ontwerper van het plan, maar als minister van
waterstaat. Hjj infiuenceerde weinig op de
commissie. Slechts tweemaal vergaderde men
onder zjjn leiding: de keuze der voorzitters
van de afdeelingen geschiedde buiten hem om
en het rapport werd vastgesteld onder leiding
van den onder-voorzitter, mr Mees. Beschul
digingen van optimisme in den boezem der
commissie door het voorzitterschap van den
heer Lely kunnen dus, naar de heer Vermaes
doet opmerken, vervallen.
Hierop volgen eenige herinneringen ter
weerlegging van opmerkingen, van meer per
soonleken aard, en de mededeeling dat hjj,
de heer Vermaes, voor het eerst uit de N. B.
Crt. vernam dat het denkbeeld, in het plan
der Zuiderzee-vereeniging ontwikkeld, van den
heer G. Freislich is, wat z. i, niets ontneemt
aan de waarde van het door alle technici der
staatscommissie erkende goede en nauwkeurig
bekeken plan van den heer Lely, die bjj de
vervaardiging daarvan alleen stond.
Daarop behandelt de schrjjver achtereen vol-
MO ND JE RIS OH,
Uit het Duitsch.
van
LEOPOLD VON SACHER-MASOCH.
»Mjjn leven voor den czaar!" »Dat iB
een mooie leuze; maar wat zou de czaar er
aan hebben als alle zjjne soldaten hun leven
voor hem lieten Is het niet veel beter
wanneer zjj hun leven voor hem behielden
De levenden behalen de overwinningen en
niet de dooden. Is het dus niet verstandiger
en zelfs vaderlandslievender om in den oorlog
zjjn leven te sparen
Zoo daoht Monderisch, de zoon van Abraham
Edelsteen, uit Kamieniz Podolski, toen hjj in
den Tnrkschen oorlog trok. Hjj scheen geen
held te zjjn en toch was hjj geen lafaard.
Wanneer er bjj ;een brand te blusschen viel,
of bjj een overstrooming menschen te redden
waren, had hjj zich nooit tweemaal bedacht.
Hjj was in sommige gevallen moedig, ja zelfs
een held, maar een bezadigde held.
In den veldtocht lette hjj misschien wat al
te nauwgezet op de voorschriften van het
reglement en de bevelen zjjner superieuren.
Daar het hem tot plicht gesteld werd in een
gevecht van alle voordeelen, welke het
terrein opleverde, gebruik te maken en zich
zooveel mogeljjk voor de vjjandige kogels te
dekken, dekte hjj zich in den regel zóo
Wjj vestigen de aandacht erop dat de bekende
ach rijver van dit feuilleton, zooals wij gemeld hebben,
,4>nlangs is overleden. Red.
gens verschillende bedenkingen, door de N.
B. Crt. aangevoerd.
Dat de overstrooming met brak water zoo
veel voordeel oplevert, was den heer Vermaes
geheel nieuw. Dat de djjken toch onderhoud
zullen kosten en er van de besparing weinig
komt, is onjuist en toont den niet-technicus
aan. Die djjken zullen voorloopig bljjven
maar het onderhoud zal veel minder bedragen
daar de hooge zeestanden niet meer voorkomen,
en juist die hoogste zeestanden zjjn het die
gevreesd worden en kosten van onderhoud
veroorzaken. Dat de voordeelen der water-
loozing nul of zelfs negatief zullen zjjn, wordt
beweerd maar niet bewezen. Dat de water-
verversching in Friesland niet bepaald noodig
is en dat het water niet zoo slecht is in droge
"|den, is bepaald dwaas enz. enz.
De vragen, ten slotte in de N. B. Crt. ge
daan:
1° hebben de deskundige leden der com
missie zich niet in meerdere of mindere mate
door het grootsche denbeeld van de droogma
king laten medeslepen, om de bezwaren licht
te stellen, de voordeelen hoog op te voeron en
2° is het zaak, dat de natie zich laat ver
leiden om een onderneming op touw te zetten,
die een »tombeau des millions" zou zjjn, alleen
te vergeljjken met het Panama-kanaal
beantwoordt de heer Vermaes aldus
»Geen der 28 leden, die de staatscommissie
uitmaakten, zal u ooit vergeven, dat hjj in
oog geen zelfstandig mensch is, maar nog
minder, zoo weinig Nederlander, dat hjj wil
lens en wetens heeft medegewerkt een graf
te graven voor het vaderland.
•Een vergeljjking met het Panama-kanaal
uit uwen mond zal iedereen met verbazing
de oogen hebben doen opslaan en, met het
oog op het daarbjj voorgevallene, verachteljjk
de schouders doen ophalen."
Ten slotte staat de heer Vermaes stil bjj
de bedenkingen, die de N. B. C. heeft aan
gevoerd tegen den grooten dam, de gevaren
die daaruit zullen kunnen voortvloeien enz.
bedenkingen, hier door het blad aange
voerd, wjjzen, volgens hem, ten duidelijkste
aan dat hier een niet-deskundige aan het
woord is geweest, terwjjl de praatjes, die wor
den ten beste gegeven over tnogeljjke knoeie
ryen van de aannemers, wel dienen om effect
te maken op de onoordeelkundige lezers, maar
niet op den ernstigen man van 't vak. Wat
in ons land reeds gedaan is op dit gebied,
toont, dat het werk gedaan kan worden als
het ter bekwamen tjjd wordt aangevat.
Verder schryft de heer Vermaes
»U schjjnt te willen werken in den storm-
tjjd. En de heer Lely èn de staatscommissie
willen laten werken alleen in het werkbare
jaargetjjde en weten zeer goed waar zjj werken,
d. i. op plaatsen, waar eb en vloed niet meer
dan 70 cM. in hoogte verschillen, waar het
bjjna altjjd mogeljjk zal zjjn te zinken, omdat
binnengaats de deining ontbreekt, die bjj voor
goed, dat de vjjand hem niet zag, maar ook
hjj den vjjand niet.
Hem was ook ingeprent, in het gelid vlak
achter zjjn voorman te staan, of te loopen,
geen streep rechts of links. Ook hierin was
.jj wel wat al te nauwgezet. Hjj maakte
zich zóo dun dat hjj aan geen van beide kan
ten achter zyn voorman uitstak, om zeker te
zjjn dat iedere kogel, die aangefloten kwam,
eerst zyn krjjgsmakker moest treffen.
Sedert eenigen tjjd stond het leger aan den
Lom, bjjna werkeloos tegenover den vyand.
Er waren niets dan voorpostengevechten en
kleine schermutselingen van de ruitery, een
manier van oorlogvoeren, die Monderisch uit
stekend beviel. »Wjj hebben een goeden ge
neraal", placht hjj te zeggen, »als de Turken
net zoo'n goeden hebben, dan komt het nooit
tot een veldslag."
Zyn overste, een overmoedig officier, uit den
tjjd der bloedige gevechten met de Tscher-
kessen, Behepte minder behagen in deze
taktiek, te meer daar de Turken oneindig beter
geweren hadden en de RuBsen neerschoten op
een afstand, waarop deze nooit konden treffen.
Op zekeren dag op het appèl verkondigde
de overste Baschiroff dat hjj besloten had een
einde aan dien toestand te maken en zyn
soldaten van Turksche geweren te voorzien.
»Maar hoe vroegen de officieren, hem ver
baasd aanziende.
>Zeer eenvoudig", zei de overste, »ieder
soldaat, die my een Turksch geweer, met een
patroontascb en amunitie brengt, krjjgt vjjf
roebels van mjj."
Baschiroff kon zoo iets zeggenwant zyn
vader had hem -een groot fortuin nagelaten
beeld aan den Hoek van Holland en overal
buitengaats wordt waargenomen. En waar in
de commissie, nevens hoofdambtenaren van
's rjjks waterstaat, die op het punt van zin
ken toch mee kunnen tellen, de aannemer
P. A. Bos plaats nam, die zelf, niet als aan
nemer maar als uitvoerder, de zinkwerken uit
voerde, noodig voor de afdamming van deOoster-
Schelde en het Sloe en die later als aannemer
het grootste deel uitvoerde van de dammen
aan den Hoek van Holland, welk lid mede
instemt ja hoofdzakeljjk zelf de samenstel
ling beschreef en die uitvoering mogeljjk achtte
op de aangegeven wjjze niet alleen, maar
meermalen verklaarde, bereid te zyn voor den
aangenomen prjjs en den aangenomen tjjd
het werk en bloc te willen maken en daarbjj
alle risico voor zich te nemen daar ben ik,
met de ervaring, die ik van zinkwerken op
deed bjj den dam aan den Hollandschen oever,
voor de overbrugging aan het Hollandsche
Diep, waar ten slotte een geul gedicht moest
worden van 17 M. diepte en van de uitge
breide bezinking rondom de pylers van het
Hollandsch Diep, bjj ruim 2 M. op-en neer
gang van het water, evenals van de zinkwer
ken, die, hoewel zelden, aan de Friesche kust
voorkomen daar ben ik, zeg ik, zeker, dat de
beschrjjving van den dam van den heer Lely,
en nog te meer de sterkere samenstelling door
de staatscommissie, volkomen te vertrouwen is."
Bjj zulk een taak zullen echter ingenieur
en aannemer te zamen zich met hart en ziel
het werk moeten aantrekken en niet als twee
wachten tegenover elkander staan. Is dit zoo,
dan zal van zulk een flauw bedrog, als vol
gens de N. B. Crt bjj sommige werken wel
is voorgekomen, in geen geval sprake kunnen
De dam zal zich van andere werken
alleen onderscheiden, dat hjj lang wordt en
gevolgoljjk veel geld k. st.
Nadaf de heer Vermaes ten slotte heeft
mgetoond dat particuliere indykingen veel
duurder zullen zyn, eindigt hjj met dezelfde
woorden, die het Rotterdamsche blad in 1892
schreef»een plan, zoo degelyk voorbereid,
zoo goed doordacht, zoo eervol voor den Ned.
naam en zoo veelbelovend voor onze nationale
welvaart, verdient ernstige overweging en
levendige belangstelling."
Zooals in het vorig nommer in het kort is
medegedeeld heeft Woensdag in de Tweede
kamer de heer Staalman gelegenheid gehad
zjjne interpellatie te houden betrekkeljjk het
gebeurde te Naarden.
De heer Staalman vroeg of het waar is, dat
een korporaal te Naarden met een maand ver
lies van avondpermissie gestraft is, omdat hjj
met ongedekte handen de kazerne verliet, na
dat hjj daarop door den schildwacht was at
tent gemaakt dat die straf in 8 dagen provoost
is veranderd dat hjj na 6 dagen is vrjjgelaten,
schoon de straf tot 4 dagen verlaagd was dat
genoemde korporaal vroeger nooit gestraft is
en bovendien was zyn vrouw de dochter van
een millionnair uit Moskou. De soldaten
stieten elkaar met de ellebogen aan en toen
,jj weer in het bivouac lagen, overwoog elk
voor zich hoe bjj het best een Turksch geweer
machtig zou worden ten slotte was iedereen
overtuigd dat het een zeer voordeelige, maar
ook tameljjk gevaarljjke onderneming zou
zyn.
Meer dan eenig ander peinsde Monderisch
over de zaak. Het geweer was bjjzaak voor
hem, maar de vjjf roebelsTien geweren vjjftig
roebels, honderd geweren vyfhonderd roebels,
een klein vermogen. Daarmede kon men al wat
beginnen, een zaakje opzetten. Hjj droomde
verder en thans verscheen er, naast het geweer
en de vjjf roebels, een bont jakje. Welk
een liefelyke verscbyning hier op dien hard-
bevroren grond, terwjjl de vorst met duizend
scherpe punten stak en de sneeuw zich als
een zwaar ljjkkleed over alles wat leefde uit
strekte en iederen warmen ademtocht dreigde
te verstikken. Het was zulk een lief jakje,
van donkerrood fluweel, met zilvergrjjs bont
bezet en gevoerd, zóo zacht, zóo warm. Het
fluweel glom wel een weinig en het bont was
aan de mouwen afgesleten, maar des te onbe-
rispeljjker was het mooie jonge meisje dat
het droeg.
Lewa Davidowiich heette zjj en had slechts
een gebrek, namelyk dat zjj de dochter van
een rjjken veehandelaar uit Kamieniz Podolski
was. Deze veehandelaar was de kwelgeest
van Monderisch.
Deze was ook handelaar geweest, maar in
het klein en telkens wanneer bjj met zyn mars
en zyn el het huis van Gerson Dayidowitch
De minister van oorlog herinnerde, dat de
kommandeerende officier het tenue vaststelt,
en dat dit in Naarden niet goed werd nage
leefd, waarop dit nader in herinnering was
gebracht. De bedoelde korporaal hield zich
daaraan niet, waarop hjj door den schildwacht
werd attent gemaakt op zyn verzuim. Het
gezag van een schildwacht is minstens zoo
groot als dat van een meerdere. De korporaal,
die aan de herbaalde waarschuwing van deD
schildwacht geen gehoor gaf en onbetamelyk
antwoordde, bracht den schildwacht in een
moeiljjk parket. Daar hjj als meerdere een
slecht voorbeeld gaf, oordeelde de komman
deerende officier een strenger straf dan 't ver
lies van avondpermissie noodig. Yan de 8
dagen provoost kreeg hjj afslag tot 4 en werd
op den vjjfden dag vrjjgelaten, terwjjl in zyn
iregister de straf van 4 dagen werd inge
schreven. De korporaal heeft zich niet be
zwaard, en daarmee is de zaak uit. Ten aan
zien der gestelde vragen antwoorde de Min.
nog, dat verlies van avondpermissie geen straf
en dat de korporaal vroeger nooit gestraft was.
De heer Staalman had voor de eer van ons
leger gehoopt, dat de loopende geruchten on
waar waren. Hjj erkende, dat de korporaal
in overtreding was. Maar de straf was veel
streng. De kol.-kommandant was vroeger
al bekend om zyn tyrannisch heerschen en
de zwarte ljjst zjjner onrechtvaardigheden.
De voorzitter verzocht spreker zich te ma
tigen.
De heer Staalman wees er op, dat strenge
koude heerschte en de provoost een onmen-
scheljjke straf is, vergeleken met de straffen
de burgermaatschappjj. De landskinderen
worden gruweljjker gestraft voor een luttel
vergrjjp dan 's lands dieven en moordenaars.
Waar bljjft hier de vaderlijkheid en de menBch-
lievendheid? Spreker vreesde dat die korpo
raal nog wel anders zal gestraft worden. Zoo
werd ook nog dezer dagen een sergeant ge
straft met 4 dagen provoost, omdat hjj in een
ontvankelijk bevonden klacht een ongepaste
uitdrukking bezigde.
De heer Scuaepman verklaarde zich sinds
eenigen tjjd in de Kamer niet meer thuis
ie gevoelen (gelach). Hjj vraagt zich af, of
ijj in een parlement zjj of in een vergade-
in g, waar men van alles ter sprake kan
brengen.
Hjj heeft deze interpellatie met vreeze zien
aankomen en bjj de uiteenzetting heeft hjj
zich afgevraagd, of de heer Staalman wet
voldoende bekend was met het gebruik van
het recht van interpellatie. Het district Den
Helder zal zyn afgevaardigde tjjd moeten
gunnen bekend te worden met de parlemen
taire vormen en plichten.
De heer Staalman heeft zaken te sprake ge.
bracht, dingen, die niet met de zaak te maken
hebben. Hjj heeft een overste aangevallen, die
zich hier niet verdedigen kan.
Een landskind, op wien de zware taak van
voorbjj ging, zat Lewa op de bank voor
de deur, met de handen verstopt in de mouwen
van haar bonten jakje en lachte tegen hem,
want Monderisch was een groote, knappe jon
gen, die alle meisjes aanstond.
Met purimfeest vieren de joden in Polen de
gedachtenis van de mooie verstandige Esther
tevens hun carnaval. De maskarade is
dan een stuk wereldgeschiedenis; koning
Aha8verus stelt tevens koning Casimir van
Polen, den beschermer der joden, voor; Esther
diens morganatische echtgenoot, de jodin Es-
terka en Hainan den hetman Cbimielingki,
den verdelger van den Poolschen adel en der
joden. Met het purimfeest dus, gebruik ma
kende van de vryheid der gemaskerden, was
de arme Monderisch met eenige andere jonge
lieden, als kozakken verkleed, geljjk een
tweede Romeo het huis van den rjjke Dawido-
witoh binnen gedrongeD, had de luidkeels
lachende en gillende meisjes met zyn overoud
vuursteenpistool gedreigd en Lewa genoopt
zich met een kus vry te koopen.
Sedert beminden zjj elkaar en zagen elkaar
dagelyks, als hjj met zyn mars voorbjj kwam
en wisselden teedere woorden, onder de be
scherming der duisternis in het achterhuis,
waar Monderisch, over muren en heggen heen-
klimmende, wist te komen.
Eindeljjk kwam zyn vader, de deftige Abra
ham Edelsteen, bjj den makelaar Wolf Veizel-
boom, die reeds vele, volgenB den Talmud ir
den hemel gesloten, huwelijken op aarde be
klonken had en deze wendde nu alle moge-
ljjke listen van een Hebreeuwschen liefdes
diplomaat aan, om den rjjken Davidorvitch te
ov erreden. Maar die •was er de man niet naar
schildwacht rust, staat op wacht. En nu komt
tot hem een hoogere in rang, een korporaal»
met voldoende ontwikkeling. Hjj, gehoorzamen
de aan zyn consigne, waarschuwt dezen. De
korporaal stoort zich daaraan niet en hjj doet
dit in weinig hoffeljjke termen. Die korporaal
verzaakt zyn plicht; hjj let niet op het voor
schrift zjjns oversten en geeft een voorbeeld
van ongehoorzaamheid.
De interpellatie doet spreker leed. Men moet
overal en altjjd aan de schare eerbied voor
het gezag leeren, en iedereen moet dat doen,
hjj zjj korporaal, of minister van oorlog.
(Bravo'sMen moet in onze dagen eerbied
voor 't gezag inprenten in alle kringen en
tegenover ook den minste, die gezag uitoefent.
De interpellaut, de zaak ter sprake brengende
als hjj het deed, heeft een daad verricht, die
niet kan strekken tot heil des volks en tot
heil van het gezag. (Bravo's van verschillende
zjj den).
De minister sloot zich volkomen hierbjj
inhandhaving van het gezag is ook het
doel van den minister.
De minister beantwoorde nog den heer Staal
man. Hjj zal diens voorbeeld niet volgen en
niet spreken over de opgelegde strafhjj acht
zich daartoe onbevoegd. Het oordeel, dat deze
over den kommandeerenden olficier uitsprak,
deelt de minister niet. De wjjze, waarop dit
oordeel over een geacht officier werd uitge
sproken, laat de minister voor rekening van
den afgevaardigde. De opgelegde straf ont
leent haar grondslag aan onze beproefde mili
taire wetgeving. Van willekeur is geen sprake
geweestde straf is uitgevoerd, zooals zjj werd
opgelegd. Dat de korporaal in den vervolge
ook zou gestraft worden, is een onderstelling,
waarop de minister niet wil antwoorden.
De heer Staalman zeide als Hollandsche
jongen gesproken te hebben; hjj wil zyn
woorden niet bedekken met een parlementair
vernis. Als men Bpr. toevoegt: gjj kunt niet
zeggen wat ge wilt, dan antwoordt spr.indien
dit zoo ware, zou men nog wat anders gehoord
hebben. Tegenover de hier gehoorde bravo's
staan die der landskinderen, toen de korporaal
werd losgelaten.
Hjj heeft niet geageerd tegen de straf, maar
tegen de wjjze, waarop die straf is voltrokken.
Wanneer straffen worden opgelegd, in strjjd
met de humaniteit, wordt de eerbied voor het
gezag verzwakt.
De interpellatie werd daarna gesloten. De
voorzitter dankte de regeering voor het ge
geven antwoord.
In de zitting der Tweede kamer van 15
Maart, beweerde de heer Truyen, afgevaardigde
van Weert, dat in Nederland op elke vjjf
gezinnen er een de openbare liefdadigheid
moet inroepen.
De Liberaal voert hiertegen aan, dat niet
ieder die liefdadigheid inroept arm is, terwjjl
bovendien zy, die liefdadigheid genieten, op
om in de val te loopen. Plotseling verklaarde
hjj den overbluften makelaar vry ruw, dat al
zjjne moeite te vergeefs was, dat hjj zyn
dochter nooit aan een armen drommel zoa
geven, die niet eens van voorname afkomst
was. Ja, als hjj nog van den stam van Levi
ware, zóoals hjj zelf, of een Talmudgeleerde,
maar zoo nooit!"
Monderisch liet zyn neus, die toch al niet
kort was, nog langer hangen, maar Lewa
sprak hem moed in. Zjj beloofde op hem te
zullen wachten, totdat hjj een klein vermogen
bjjeen gegaard had, al moest het ook tien jaar
duren. Gerson Davidorvitch vond het echter
geraden om terstond voor goed een einde aan
de zaak te maken. Een paar goede woorden,
een paar flesschen oude Tokayer en een paar
banknoten deden hun plicht bjj den commis
saris van politie en op zekeren dag werd
Monderisch, onder luid gejammer van alle
Edelsteenen en aanverwante Zilversteenen,
Goudbergen en Bernsteenen, uit Kamieniz
Podolski opgelicht en by een regiment inge-
ljjfd, dat bovendien in Lithauen lag.
Lewa bleef echter onverzettelijk. Zjj schreef
elke week een brief aan Monderisch, die wel
iets te wenschen overliet, wat spelling betrof,
maar niets met het oog op liefde, trouw en
aanhankelijkheid. Zy zond hem eiken roebel,
die zy besparen kon, en wees alle aanbidders af,
die haar vader haar bracht, zoodat eindelijk
geen enkele makelaar in het heele gouverne
ment zich er meer aan wilde wagen.
Zjj weende wel is waar veel toen de oorlog
uitbrak en Monderisch met zyn regiment naar
de Donaulanden trok, maar ook thans hield
zy het hoofd omhoog. Zjj zond haren geliefde