N°. 72. 138* Jaargang. 1895. Dinsdag 26 Maart. KLEIN EYOLF. nniiiclbibi;sim: mant. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco2.- Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager.1 Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 j iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Th ermoneter. Middelburg 25 Mït. 8 u. vio. 40 g m. 12 u. 46 gr-, av. 4 u. 43 gr. 1 Verwacht Z. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KminingonF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. deMooij, i te Tholen; W. A. van Nebuwenitoijzen en te Ternenzent M. de Jonge. Verder nemen aüe postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Diïmab, te Rotterdam, de Gebb. Bedinïanxe, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Asm, te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John F. Jones, opvolger Adverteatiëa moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zfl des avonds nog worden opgenomen Middelburg 25 Maart. Tot pendant der bekende geschiedenis van een dubbeltje kan het volgende strekken. In de gemeente Aduard, provincie Groningen, weigerde zekere koopman te betalen de Bom van tien centen, door hem verschuldigd, als werd beweerd, wegens het geplaatst hebben van een stalletje op de markt. Vellen papier wer den eerst over dit feit volgeschreven en admi- nistratief-rechterlpke geleerdheid bp stroomen over de zaak uitgestort. De justitie werd daarna in den arm genomen en de officicier van jus titie verklaarde zich bereid om de dubbeltjes- quaestie te vervolgen. Maar zietde rechtbank te Groningen ontsloeg den beklaagde van alle rechtsvervolgingNu was het rechtsgevoel van den officier van justitie ten hoogste beleedigd en de Hooge Raad moest dus de tien centen- quaestie beoordeelen, die, onder de handen der geleerden, intusschen tot eene hoogst inge wikkelde rechtsgeleerde vraag was opgegroeid. Pe Hooge Raad overwoog toen in Januari 11. dat bp het vonnis niet was uitgemaakt, of de koopman de tien centen al dan niet »opzetteljjk" had geweigerd, zoodat het vonnis niet naar eisch der wet «met redenen iö om kleed". Pe Hooge Raad verwees dus de tien centen-quaestie naar het gerechtshof te Leeu warden. Waarschjjnljjk komt zjj, na eenige maanden, weder bjj den Hoogen Raad terug om misschien dan haar verdere wandeling langs de rechtscolleges voort te zetten. In het kameroverzicht van den Amst. (D. v. N.), betreffende de zitting van Ponderdag, waarin de motie-Pobbelman in stemming kwam, werd de vraag gedaan of het niet deelnemen aan die stemming door de heeren Kuyper en Lohman, allicht te wijten was aan den toeleg om *op zien komente spelen, Hiertegen merkt dr A. Kuyper op, dat èn de beer Lohman in de Nederlander èn bjj in de Standaard in breed betoog hunne meening over de graanrechten hadden uiteengezet, zoodat van schuilvinkje spelen bjj beiden geen sprake kan zjjn. En voorts was de heer Lohman in zoo wezen leken zin ongesteld, dat hp nog steeds niet uit mag gaan; terwjjl dr Kuyper zelf Ponder dag van 2—4 uur college had, zoodat hp uit Amsterdam niet weg kon. «Tot zulk wegbljjven uit de Kamer zou ik, zegt de heer Kuyper, mg niet gerechtigd achten, indien de kieswet niet op korten termpn, immers nog in deze zitting, ware »Ik zou dan reeds lang een mandaat heb ben neergelegd, dat ik uitdrukkelijk voor de stembus verklaard heb, met het oog op mjjne ambteljjke bezigheden, alleen voor de behan- ling van de kieswet te zullen aannemen". Eenigen tjjd geleden wezen wjj op eenige opstellen in de N. R. Qrt. over de droogmaking der Zuiderzeewaarin dit blad tot een geheel andere conclusie kwam dan in beschouwingen, in 1888 en 1892 geschreven. De heer S. J. Vermaes, hoofd-ingenieur van den provincialen waterstaat in Friesland en lid der voormalige staats-commissie, heeft ge meend tegen de strekking van eerstgenoemde opstellen te moeten opkomen en zond eene be schouwing ter opname aan het Rotterdamaehe blad. Dit weigerde die op te nemenomdat volgens den hoofdredacteur het stuk van den heer Vermaes niet voldeed aan den eisch dat «men niet onwellevend en onhebbelijk zij", wanneer men plaatsing van een ingezonden stuk vraagt. Het dageljjksch bestuur der Zuider zee-ver - eeniging heeft nu gemeend het stuk van den heer Vermaes te moeten openbaar maken en onder de oogen van het Nederlandsche volk, in de eerste plaats onder die van de leden der Zuiderzee-vereeniging, te moeten brengen, daar de mogelijkheid ontstaan zou, dat de gevoelens van de N. R. Ort., een der grootste bladen van ons land, als juist en onwederlegbaar zou den worden beschouwd. Belangstellenden raden wjj de kennismaking met het opstel van den Frieschen hoofd-inge nieur ten zeerste aanzjj kunnen dan tevens oordeelen, in hoever de N. R. Crt. recht had, op grond van het door hare redactie aange geven motief, de plaatsing er van te weigeren. Volgens hetHaagsche Dagblad zou de minister Sprenger van Eyk in beginsel besloten zjjn tot de conversie van /"350 millioen 31/-pCt. Oblig. der staatsschuld in een 3 pCt. fonds. De ramp bjj Lobith geeft dubbele waarde aan een artikel in het weekblad Schuttevaer (van 2 Maart), waarin klachten worden geheven over de lichtzinnigheid, waarmede in Duitsch- land bjj het vervoer van licht ontvlambare stoffen wordt gehandeld. In de eerste plaats wordt herinnerd, dat omstreeks 20 Januari te Lobith 2 vaartuigen aankwamen, beladen met 7500 kisten dynamiet, bestemd voor den doorvoer naar België. Het vervoer van ontplofbare stoffen is in Nederland zoowel als in Duitschland aan verordeningen en reglementen onderworpen. Ambtenaren te Lobith weigerden dit massale transport op grond dier verordeningen en ver langden overlading der stoffen in zeven vaar tuigen, alvorens zjj tot den doorvoer konden worden toegelaten. De Nederlandsche autori teiten handelden in dezen correct, doch van Duitsche zjjde valt te constateeren veronacht zaming van de verordeningen op het vervoer van ontplofbare stoffen, waardoor honderden menschenlevens in gevaar werden gebracht. De redactie wjjst verder op het onheil, dat uit het vervoer van zoo groote hoeveelheid dynamiet had kunnen voortkomen, indien de schepen voor het invallen van den winter nog een veilige haven, b. v. Njjmegen of Tiel, hadden kunnen bereikenin dergeljjke volk- rjjke buurt zou de ramp oneindig grooter zjjn. Zjj vraagt dan ook, of het geen zaak zou we Ik heb Klein Eyolf gezien, 'tWas bjj Cbrispjjn in de Salon des Variétés. In het kleine, eenigszina onoogeljjke kome- dietje. Zonder eenige glans of schittering. Met niet al te veel licht. Zonder muziek. Met niet al te groot publiek. Of ze 't stuk goed gespeeld hebben Ik weet het niet. Ik heb er mg althans geen bjjzondere rekenschap van gegeven. Ik geloof dat Allmers wel wat vaak en veel declameerde, dat Asta wat koel, dat de Rat- tenmamsell uitnemend was, dat Rita, met mooie momenten, zeer voldoende was, evenals Borgheim en Kléin Eyolf zelf. Maar allen speelden, dunkt mg, met warme toewgding, met barteljjke ingenomenheid zoo goed als zg konden en dat gaf aan 't geheel iets aantrek kelijks en moest den toeschouwer in een goede stemming brengen, 't Was er allen bljjkbaai om te doen «kunst" te geven, Ibsen's Klein Eyolf te doen uitkomen, zonder dat zg daarbjj dachten aan iets anders. En ik draag, al ware 't daarom alleen, de Nederlandsche Tooneelvereeniging een goed hart toe. En 't stuk zelf 7 Of het een goed drama is 1 Of het, vergeleken met Ibsen's andere stukken, al of niet belangwekkender is Of het drama, Later hebben de voorstellingen van Ibsen's drama meer en meer belangstelling gewekt en werden zij Arak bezocht. Red. de handeling, niet eigenljjk uit is met het eerste bedrjjf Of niet de twee andere in allerlei rechtstreeks of symbolisch aangeduide bijzonderheden de innerljjke geschiedenis geven van een paar menschen, eenvoudig de uitbeel ding daarvan? Of er niet nog twee, nog vier bedrjjven op konden volgen, die, in denzelfden trant als de vorige, het verder verloop van Allmers en Rita's zielsontwikkeling konden teekenen Het laatste geloof ik wel, maar overigens ik weet het niet. Want aan dit alles heb ik niet gedacht, toen ik schreef «dat ik Klein Eyolf had gezien." Ik bedoel er niet mee dat ik Klein Eyolf heb zien spelenniet dat ik het stuk op 't tooneel heb gezien. Ik bedoel er mee dat ik den zin, de beteeke- nis er van heb gezien met geheel mjjn hart, zoodat mjjn ziel er bjj trilde van ontroering. Wat Ibsen er mee heeft willen zeggen is tot mg gekomen als een reus, met een overmacht, waaraan ik mg niet kon ontworstelen. Bevend en sidderend heb ik de ontrafeling aange staard en aan mjjzelven gevoeld van het in nigst en meest verborgen zieleleven. Gedachten, die men voor zichzelf niet durft uitspreken, heb ik hooren vertolken met een machtig geluid, dat deed opschrikken en den adem deed inhouden, en dat doorklonk door klonk al zou men zjjn ooren er voor dichtstoppen. Ik heb nagespeurd en blootge woeld gezien de diepste roerselen van een menschenleven, van mgn eigen menschenleven e n wat onmerkbaar wegschuilt in de verborgen zen, dat de inspectie op de Rjjnvaart op bet gebeurde de aandacht onzer regeering vestigde en deze langs diplomatieken weg bjj de Duit sche regeering op eerbiediging van de ver ordening op het vervoer van ontplofbare Btof- fen aandrong. In zjjn jongste nommer vraagt hetzelfde blad waarom de doorvoer van dynamiet over Neder- landsch grondgebied niet geheel wordt ver boden Want de doorvoer komt geregeld voor. Waarom, zoo vraagt het, moeten wjj onze veiligheid, have en goed ten believe van onze Zaideljjke en Oosteljjke buren in bestendig gevaar zien gebracht, waar die transporten met vermjjding van ons grondgebied zeer goed over zee plaats kannen hebben Dynamiet is zelfs onder inachtneming der meest mogelijke voorzorgsmaatregelen voor de Rgnvaart geen toe te laten artikel. Toevallig heden niet uitgesloten, mist, storm, hoog of laag water, aanvaring, zinken, breken dei- sleeptros, zelfs de verplichte overlading, maken het voor vervoer langs onze binnenwateren ongeschikt. Kortom, het moest tot den door voer geheel niet worden toegelaten." Thans weer voor een jaar het uitvoerrecht op suiker te schorsen, vindt het Vad. «morsen in het groot," «kleine politiek." Het uitvoer recht is door theorie en practjjk veroordeeld. Het treft, zoo onbilljjk mogeljjk, hen bet zwaarst, die het minst kunnen dragen. Het bezwaart hier de productiekosten in een bedrjjf, dat ook den geringaten onnoodigen last niet dragen kan, dat de concurrentie moet ophou den tegen een onmatig beschermde industrie èn elders èn in het eigen moederland. Daarom moet het uitvoerrecht voorgoed worden afge schaft voor zjjn herstel valt niets te zeggen. De minister verwacht betere tjjden voor de suikerindustriehet blad vraagt of bjj den lagen zilverkoers de op Java bestede prjjzen zullen kunnen stjjgenhet wjjst op de prijs daling, veroorzakende door protectie strggende productie in heel Europa. Het Vad. wil suikerindustrie rechtvaardig belasten. Daartoe doe de Indische regeering herleven de ontworpen definitieve belasting, waaraan de juiste gedachte: evenredige belas ting der winst, ten grondslag lag. De suikerproducenten doen met groote energie alles wat zjj kunnen om aan de moeiljjke tjjden het hoofd te bieden. Zjj hebben dus recht op hulp. Deze worden geboden door afschaffing van het uitvoerrecht en, waar het kan, door verlaging van vrachten. de kapit. t./z. C. H. Cornelissen, H. R. J. J. Thorbecke en W. J. P. van Waning en den gepene. kap.-luit. t./z. tit. J. J. Kraakman, permanent lid van vorengemelde examen-com missie, als leden }kap. t./z. Z, J. Cambier en P^Heyning als plaatsvervangende leden en aan bedoelde commissie als adviseerend lid toegevoegd de kap. t./z. A. P. Tadema; is de kap.-luit. t./z. J. van Scheer6 eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. monitor Matador en deze hoofdofficier op pensioen ge steld, ad f 1800 '8 jaars en eene verhooging van f 975 's jaars zjjn bevorderd; tot kap.-luit. t./z. de luit. t./z. lste kl. J. Cardinaaltot luit. t./z. lste kl., de luit. t.z. kl. L. J. van Heioma, en tot luit. t./z. 2de kl. de adelborst lste kl. E. H. Friderichs en is het bevel over Hr. Mr. monitor Matador op gedragen aan den benoemden kapit,-luit. t./z. J. Cardinaal zjjn in hunnen rang overgeplaatst, bjj het reg. grenadiers en jagers, de kapitein W. R. H. Wakker, van het 2de, en P. A. H. F. Ter- gau, van het 3de reg. inf., zoomede de lste luit. P, Glerum, van het 5de, W. L. Pompeen an Sliedvegt, beiden van het 4de reg. inf. laatstgenoemde gedet. bjj bet dep. van oorlog, en H. W. L. Hofdjjk, adj. bjj het 2de reg. inf. alsook C. M. H. Kroesen, van den staf der inf. werkzaam bjj de K. Militaire Academie. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Dinsdag 26 Maart niet plaatB hebben. Bjj beschikking van den minister van bin- nenlandschen zaken, is met ingang van 1 Mei 1895 Teteringen (bjj Breda) aangewezen als standplaats van den districts-veearts A. J. Montens, thans te Breda. antwoorden tegenover een publiek, dat uiting eeeft aan 7.ïino rfü^Aaii Bjj kon besluit: is Th. Rutgers van der Loeft', te Zuidlaren, benoemd tot schoolopziener in het arr. Borger is bepaald, dat de bjj art. 31 van het regle ment voor het koninkljjk Instituut voor de marine te Willemsoord bedoelde commissie voor het eindexamen van de adelborsten 2de kl. in dit jaar zal bestaan uit den gepens. vice-adm. tit. W. L. A. Gericke, voorzitter der commissie tot het examineeren van zeeofficieren en adelborsten, als voorzitter plooien van ons bestaan bjj vol licht voor mg gezien in de scherpste omljjning. Ik heb, wat daar vóór mjj als doorleefd ge beurde, niet zelf beleefd, althans niet zóo be leefd, en toch het mee doorleefd, wetende dat ik zóo ben, juist zóo ben in andere omstan digheden en in andere levensverhoudingen en ik heb mg even hulpeloos, even jammerlgk en gebroken gevoeld al9 de twee arme men schen daar voor mjj, hulpeloos en radeloos starende op het groote mysterie van hun leven. «Begrjjpt ge de beteekenis van zoo iets?" vraagt Allmers aan Asta, nadat Klein Eyolf verdronken is. En Asta: «Waarvan, meent gjj «Wel, van wat mjj en Rita nu is aangedaan «De beteekenis er van «Ja, ja de beteekenis. Het moet toch iets beteekenen. Het leven, ons bestaan, ons nood lot, het kan toch niet geheel en al zonder zin zjjn «Ach, wie kan daarvan met eenige zekerheid iets zeggen «Ja, je hebt misschien geljjk. Misschien gaat ten slotte alles maar voort op goed geluk. Overgelaten aan zich zelf, als een scheepswrak, voortdrjjvend zonder roer of stuur, 't Is moge ljjk het schjjnt zoo ten minste." Als het eens enkel schjjn was •Zoo Kunt gjj 't mg misschien verklaren Ik kan het niet." Verklaard, ten volle, bevredigend in allen opzichte, doorzichtig tot den diepsten grond neen, zóo verklaard wordt het niet. Er blijft al tjjd over wat onberekenbaar was vóór geeft het Door het Bestuur der Ned. Stenografen- vereeniging Stolze-Wery is aan de Tweede kamer een adres gezonden, waarin het ver zoekt, om bjj de behandeling der wgziging het wetboek van burgerljjke rechtsvorde ring bjj wjj ze van amendement een maatregel in te voeren, waardoor het gebruik maken van stenografen bjj proces-zaken facultatief' kan worden gesteld op kosten van de verlie zende party, mits beide partgen vooraf zulk gebruik hebben gewenscht. Door den min. van oorlog is vastgesteld eene instructie voor den commandant van een eere-escorte te paard tot het begeleiden van een vorsteljjk persoon. Deze instructie, voorschriften bevattende om trent de eerbewjjzen en handelingen van het escorte, besluit met deze bepaling Tot de taak van het eere-escorte behoort ook de zorg, dat de vorsteljjke persoon tegen allen overlast worde beveiligd; de comman dant van het escorte zal dan ook inzonder heid daarvoor behooren te waken. Ruw optreden is evenwel nimmer te ver- het kwam, en wat gjj niet na kunt rekenen, als het gekomen is. Wat u toevallig, rede-' loos, zinloos voorkomt en zoo voor u bljjft. Daar ia altjjd een rest, klein of groot, die ingaande tegen uw wenscben en begeerten, tegen wat gjj uw levensgeluk achttet, en op zichzelf beschouwd, den indruk op u maakt van veroorzaakt te zjjn door een demonische macht, een fatalistische beschikking -. de Rat- tenmamséll, die kleinen Eyolf lokt, voortlokt naar de diepte. Van het licht, dat over het andere voor u is opgegaan, hangt het af, onder wat licht gjj die rest beschouwt. Op dat donkere punt bljjft gjj staren met de wanhoop, de verbjjstering, tenzjj gjj daartegenover uit al het andere hebt opgenomen, wat u brengt tot de stille berusting, die u gjj verkeerdet in den waan, dat gjj met alle religie had gebroken het wezen ontsluiert van het godsdienstig geloof. Over alles wat om die donkere kern heen ligt, werpt Klein Eyolf een hel, een alles ontdekkend licht, 't Is bjj dat licht, dat heel het weefsel van uw zielleven tot in zjjn kleinste en meest verborgen liggende draden door u kan worden nagegaan, heel het weefsel van uw neigingen, uw onuitgesproken wenschen. wenschen die onbewust u dreven; van uw zelfzuchtig begeerenvan uw zinneljjke driften: van uw halfslachtig pogenvan uw onverstand en uw zonde; van uw nog niet weten, uw gebrekkig kunnen, uw half volbrengen uw egoïsme dat u üefde toescheenvan uw traagheid die gjj voor bescheidenheid uitgaaft van -de leugen, waarin gjj leefdet, zonder dat .Viuwj-Djjouuvei een puoneJT, dat uiting aan zjjne gevoelens van gehechtheid aau "ou vorstenhuis of waar het een vreemd vorstenhuis geldt van belangstelling in den vorstelijke» persoon. Opnieuw wordt verzekerd, dat baron Gericke van Herwjjnen, Hr. Ms. gezant te Brussel, het verlangen heeft kenbaar gemaakt den diplo matieken dienst te verlaten. Als opvolgers worden reeds genoemd zjjn zoon baron Gericke, gezant te Madridjhr. Wttewaal van Stoetwegen, gezant te St. Peters burg, en F. graaf Van Bylandt, gezant ter beschikking en lid van de Tweede kamer. Het met de jongste mail ontvangen verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden loopt van 29 Januari tot en met 11 Februari. Daaraan is het volgende ontleend. Op eenige poBten van Groot Atjeh weiden bjjna dageljjks schoten geloBt zonder nadeelige gevolgen en werden onze transporten eeniger mate verontrust. Den 7en Februari maakte een Atjeheramok nabjj Lamjong; de Europeesche fuselier, die met het nazien van de passen was belast, werd door hem doodgestoken en een ander licht verwond, waarop hjj werd neergeschoten. Op het eiland Weh viel niets bijzonders voor. Den 4den dezer had de plechtige erken ning en be vesting plaats van de Radja's van Edi-Besar, Simpang-Olim èn Tjoenda -, bjj die zelfde gelegenheid deed de door het gouver nement sedert 1877 erkende vorst van Simpang- Olim afstand van zjjn gezag. In de Onderhoorigheden kwam, wat de Oostkust en N oordkust betreft, in den politieken toestand geen verandering. In den nacht van 31 Januari op 1 Febr. drongen vier gewapende lieden op den passer te Delaboeh, W estkust, een huis binnen, waar zg een der bewoners doodden en diens vrouw gevaarlgk verwondden. De daders wisten daarop zich uit de voeten te maken. Elders bleef het rustig. De weergesteldheid was drukkend en warm, gepaard met Oosteljjke windennu en dan viel er een weinig regen. De gezondheidstoestand op de zeeposten ter Westkust was minder gunstig, daarentegen ter Noord- en Oostkust wat beterende. In Groot-Atjeh was de toestand over het algemeen gunstiger. Het gemiddelde ziekte- cgfer bedroeg 27 tegen 31 en dat van de b8ri-beri 12 tegen 15 gedurende den vorigen verslagtjjd. Het sterftecjjfer was hooger. I^etteren. enKunst. Inde Huisvrouw wordt het denkbeeld aangegeven om, in plaats van een monument op te richten ter nagedachtenis van de dames Wolff en Deken, hare bustes in het Rjjks- museum te plaatsen en dezelfde welverdiende onderscheiding te bewjjzen aan mevrouw gjj er vermoeden van hadtvan goede opwel lingen, die in haar ontwikkeling bleven steken, of die groeiden in verkeerde richting; van dwaling en misverstand en ongerechtigheid Het weefsel van uw eigen zieleleven, zooals het verwikkeld en ineengevlochten is met dat van anderen in uw nabjjheid, of in een omge ving, rakend aan de uwe. En als dit alles met Klein Eyolf u wordt te zien geven met ontzettende klaarheid, brandt het in uw ziel verantwoordelijkheidvoor u zelf; voor anderen; met elkandergemeenschappeljjke verantwoor delijkheid waarvoor gjj moet bukkendie gjj hebt te aanvaarden, stil en ootmoedig, mt t volvaardigheid; en hebt om te zetten in daden, daden van zelfverloochening en van medeljj- dende liefde Daar zaten twee jonge mannen naast mjj, voor wie dat alles een geheim was en bleef. Dat kon men hooren aan hun averechtsche opmerkingen, aan hun botte aardigheden, die mjj klonken als profanie. Zjj waren «naar de komedie" gegaan en, acb, hier aangeland. Maar zjj konden niet beletten dat mgn ziel zich opgevoerd voelde, hoog omhoog. «Op hooge heuveltoppen." »Dicht bjj de ster ren." »In de groote stilte," waar men fluisterende stemmen hoort. Na den donder van het profetenwoord, voor wie het aanhoorde en liet doordringen in zjjn ziel, heel uit de verte het ruischen van de zachte koeltede stem van den Deus Caritaiis. Zbld. Amst. (D. v. N.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 1