N°. 72.
138* Jaargang.
1895.
Dinsdag
26 Maart.
KLEIN EYOLF.
nniiiclbibi;sim: mant.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco2.-
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager.1
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 j
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Th ermoneter.
Middelburg 25 Mït. 8 u. vio. 40 g
m. 12 u. 46 gr-, av. 4 u. 43 gr. 1
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KminingonF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. deMooij, i
te Tholen; W. A. van Nebuwenitoijzen en te Ternenzent M. de Jonge. Verder nemen aüe postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Diïmab, te Rotterdam, de Gebb. Bedinïanxe, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Asm, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John F. Jones, opvolger
Adverteatiëa
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zfl des avonds nog worden opgenomen
Middelburg 25 Maart.
Tot pendant der bekende geschiedenis van
een dubbeltje kan het volgende strekken. In
de gemeente Aduard, provincie Groningen,
weigerde zekere koopman te betalen de Bom
van tien centen, door hem verschuldigd, als
werd beweerd, wegens het geplaatst hebben van
een stalletje op de markt. Vellen papier wer
den eerst over dit feit volgeschreven en admi-
nistratief-rechterlpke geleerdheid bp stroomen
over de zaak uitgestort. De justitie werd daarna
in den arm genomen en de officicier van jus
titie verklaarde zich bereid om de dubbeltjes-
quaestie te vervolgen. Maar zietde rechtbank
te Groningen ontsloeg den beklaagde van alle
rechtsvervolgingNu was het rechtsgevoel van
den officier van justitie ten hoogste beleedigd
en de Hooge Raad moest dus de tien centen-
quaestie beoordeelen, die, onder de handen
der geleerden, intusschen tot eene hoogst inge
wikkelde rechtsgeleerde vraag was opgegroeid.
Pe Hooge Raad overwoog toen in Januari
11. dat bp het vonnis niet was uitgemaakt,
of de koopman de tien centen al dan niet
»opzetteljjk" had geweigerd, zoodat het vonnis
niet naar eisch der wet «met redenen iö om
kleed". Pe Hooge Raad verwees dus de tien
centen-quaestie naar het gerechtshof te Leeu
warden. Waarschjjnljjk komt zjj, na eenige
maanden, weder bjj den Hoogen Raad terug
om misschien dan haar verdere wandeling
langs de rechtscolleges voort te zetten.
In het kameroverzicht van den Amst. (D.
v. N.), betreffende de zitting van Ponderdag,
waarin de motie-Pobbelman in stemming kwam,
werd de vraag gedaan of het niet deelnemen
aan die stemming door de heeren Kuyper en
Lohman, allicht te wijten was aan den toeleg
om *op zien komente spelen,
Hiertegen merkt dr A. Kuyper op, dat èn
de beer Lohman in de Nederlander èn bjj in
de Standaard in breed betoog hunne meening
over de graanrechten hadden uiteengezet,
zoodat van schuilvinkje spelen bjj beiden
geen sprake kan zjjn.
En voorts was de heer Lohman in zoo wezen
leken zin ongesteld, dat hp nog steeds niet
uit mag gaan; terwjjl dr Kuyper zelf Ponder
dag van 2—4 uur college had, zoodat hp uit
Amsterdam niet weg kon.
«Tot zulk wegbljjven uit de Kamer zou ik,
zegt de heer Kuyper, mg niet gerechtigd
achten, indien de kieswet niet op korten
termpn, immers nog in deze zitting, ware
»Ik zou dan reeds lang een mandaat heb
ben neergelegd, dat ik uitdrukkelijk voor de
stembus verklaard heb, met het oog op mjjne
ambteljjke bezigheden, alleen voor de behan-
ling van de kieswet te zullen aannemen".
Eenigen tjjd geleden wezen wjj op eenige
opstellen in de N. R. Qrt. over de droogmaking
der Zuiderzeewaarin dit blad tot een geheel
andere conclusie kwam dan in beschouwingen,
in 1888 en 1892 geschreven.
De heer S. J. Vermaes, hoofd-ingenieur van
den provincialen waterstaat in Friesland en
lid der voormalige staats-commissie, heeft ge
meend tegen de strekking van eerstgenoemde
opstellen te moeten opkomen en zond eene be
schouwing ter opname aan het Rotterdamaehe
blad. Dit weigerde die op te nemenomdat
volgens den hoofdredacteur het stuk van den
heer Vermaes niet voldeed aan den eisch dat
«men niet onwellevend en onhebbelijk zij",
wanneer men plaatsing van een ingezonden
stuk vraagt.
Het dageljjksch bestuur der Zuider zee-ver -
eeniging heeft nu gemeend het stuk van den
heer Vermaes te moeten openbaar maken en
onder de oogen van het Nederlandsche volk,
in de eerste plaats onder die van de leden der
Zuiderzee-vereeniging, te moeten brengen, daar
de mogelijkheid ontstaan zou, dat de gevoelens
van de N. R. Ort., een der grootste bladen
van ons land, als juist en onwederlegbaar zou
den worden beschouwd.
Belangstellenden raden wjj de kennismaking
met het opstel van den Frieschen hoofd-inge
nieur ten zeerste aanzjj kunnen dan tevens
oordeelen, in hoever de N. R. Crt. recht had,
op grond van het door hare redactie aange
geven motief, de plaatsing er van te weigeren.
Volgens hetHaagsche Dagblad zou de minister
Sprenger van Eyk in beginsel besloten zjjn tot
de conversie van /"350 millioen 31/-pCt. Oblig.
der staatsschuld in een 3 pCt. fonds.
De ramp bjj Lobith geeft dubbele waarde aan
een artikel in het weekblad Schuttevaer (van
2 Maart), waarin klachten worden geheven
over de lichtzinnigheid, waarmede in Duitsch-
land bjj het vervoer van licht ontvlambare
stoffen wordt gehandeld.
In de eerste plaats wordt herinnerd, dat
omstreeks 20 Januari te Lobith 2 vaartuigen
aankwamen, beladen met 7500 kisten dynamiet,
bestemd voor den doorvoer naar België.
Het vervoer van ontplofbare stoffen is in
Nederland zoowel als in Duitschland aan
verordeningen en reglementen onderworpen.
Ambtenaren te Lobith weigerden dit massale
transport op grond dier verordeningen en ver
langden overlading der stoffen in zeven vaar
tuigen, alvorens zjj tot den doorvoer konden
worden toegelaten. De Nederlandsche autori
teiten handelden in dezen correct, doch van
Duitsche zjjde valt te constateeren veronacht
zaming van de verordeningen op het vervoer
van ontplofbare stoffen, waardoor honderden
menschenlevens in gevaar werden gebracht.
De redactie wjjst verder op het onheil, dat
uit het vervoer van zoo groote hoeveelheid
dynamiet had kunnen voortkomen, indien de
schepen voor het invallen van den winter nog
een veilige haven, b. v. Njjmegen of Tiel,
hadden kunnen bereikenin dergeljjke volk-
rjjke buurt zou de ramp oneindig grooter zjjn.
Zjj vraagt dan ook, of het geen zaak zou we
Ik heb Klein Eyolf gezien, 'tWas bjj
Cbrispjjn in de Salon des Variétés.
In het kleine, eenigszina onoogeljjke kome-
dietje. Zonder eenige glans of schittering.
Met niet al te veel licht. Zonder muziek.
Met niet al te groot publiek.
Of ze 't stuk goed gespeeld hebben
Ik weet het niet. Ik heb er mg althans geen
bjjzondere rekenschap van gegeven.
Ik geloof dat Allmers wel wat vaak en veel
declameerde, dat Asta wat koel, dat de Rat-
tenmamsell uitnemend was, dat Rita, met
mooie momenten, zeer voldoende was, evenals
Borgheim en Kléin Eyolf zelf. Maar allen
speelden, dunkt mg, met warme toewgding,
met barteljjke ingenomenheid zoo goed als zg
konden en dat gaf aan 't geheel iets aantrek
kelijks en moest den toeschouwer in een goede
stemming brengen, 't Was er allen bljjkbaai
om te doen «kunst" te geven, Ibsen's Klein
Eyolf te doen uitkomen, zonder dat zg daarbjj
dachten aan iets anders. En ik draag, al
ware 't daarom alleen, de Nederlandsche
Tooneelvereeniging een goed hart toe.
En 't stuk zelf 7 Of het een goed drama is 1
Of het, vergeleken met Ibsen's andere stukken,
al of niet belangwekkender is Of het drama,
Later hebben de voorstellingen van Ibsen's drama
meer en meer belangstelling gewekt en werden zij
Arak bezocht. Red.
de handeling, niet eigenljjk uit is met het
eerste bedrjjf Of niet de twee andere in
allerlei rechtstreeks of symbolisch aangeduide
bijzonderheden de innerljjke geschiedenis geven
van een paar menschen, eenvoudig de uitbeel
ding daarvan? Of er niet nog twee, nog vier
bedrjjven op konden volgen, die, in denzelfden
trant als de vorige, het verder verloop van
Allmers en Rita's zielsontwikkeling konden
teekenen
Het laatste geloof ik wel, maar overigens
ik weet het niet. Want aan dit alles heb
ik niet gedacht, toen ik schreef «dat ik Klein
Eyolf had gezien."
Ik bedoel er niet mee dat ik Klein Eyolf
heb zien spelenniet dat ik het stuk op 't
tooneel heb gezien.
Ik bedoel er mee dat ik den zin, de beteeke-
nis er van heb gezien met geheel mjjn hart,
zoodat mjjn ziel er bjj trilde van ontroering.
Wat Ibsen er mee heeft willen zeggen is tot
mg gekomen als een reus, met een overmacht,
waaraan ik mg niet kon ontworstelen. Bevend
en sidderend heb ik de ontrafeling aange
staard en aan mjjzelven gevoeld van het in
nigst en meest verborgen zieleleven. Gedachten,
die men voor zichzelf niet durft uitspreken,
heb ik hooren vertolken met een machtig
geluid, dat deed opschrikken en den adem
deed inhouden, en dat doorklonk door
klonk al zou men zjjn ooren er voor
dichtstoppen. Ik heb nagespeurd en blootge
woeld gezien de diepste roerselen van een
menschenleven, van mgn eigen menschenleven
e n wat onmerkbaar wegschuilt in de verborgen
zen, dat de inspectie op de Rjjnvaart op bet
gebeurde de aandacht onzer regeering vestigde
en deze langs diplomatieken weg bjj de Duit
sche regeering op eerbiediging van de ver
ordening op het vervoer van ontplofbare Btof-
fen aandrong.
In zjjn jongste nommer vraagt hetzelfde blad
waarom de doorvoer van dynamiet over Neder-
landsch grondgebied niet geheel wordt ver
boden Want de doorvoer komt geregeld voor.
Waarom, zoo vraagt het, moeten wjj onze
veiligheid, have en goed ten believe van onze
Zaideljjke en Oosteljjke buren in bestendig
gevaar zien gebracht, waar die transporten met
vermjjding van ons grondgebied zeer goed over
zee plaats kannen hebben
Dynamiet is zelfs onder inachtneming der
meest mogelijke voorzorgsmaatregelen voor de
Rgnvaart geen toe te laten artikel. Toevallig
heden niet uitgesloten, mist, storm, hoog of
laag water, aanvaring, zinken, breken dei-
sleeptros, zelfs de verplichte overlading, maken
het voor vervoer langs onze binnenwateren
ongeschikt. Kortom, het moest tot den door
voer geheel niet worden toegelaten."
Thans weer voor een jaar het uitvoerrecht
op suiker te schorsen, vindt het Vad. «morsen
in het groot," «kleine politiek." Het uitvoer
recht is door theorie en practjjk veroordeeld.
Het treft, zoo onbilljjk mogeljjk, hen bet
zwaarst, die het minst kunnen dragen. Het
bezwaart hier de productiekosten in een bedrjjf,
dat ook den geringaten onnoodigen last niet
dragen kan, dat de concurrentie moet ophou
den tegen een onmatig beschermde industrie
èn elders èn in het eigen moederland. Daarom
moet het uitvoerrecht voorgoed worden afge
schaft voor zjjn herstel valt niets te zeggen.
De minister verwacht betere tjjden voor de
suikerindustriehet blad vraagt of bjj den
lagen zilverkoers de op Java bestede prjjzen
zullen kunnen stjjgenhet wjjst op de prijs
daling, veroorzakende door protectie strggende
productie in heel Europa.
Het Vad. wil suikerindustrie rechtvaardig
belasten. Daartoe doe de Indische regeering
herleven de ontworpen definitieve belasting,
waaraan de juiste gedachte: evenredige belas
ting der winst, ten grondslag lag.
De suikerproducenten doen met groote energie
alles wat zjj kunnen om aan de moeiljjke
tjjden het hoofd te bieden. Zjj hebben dus
recht op hulp. Deze worden geboden door
afschaffing van het uitvoerrecht en, waar het
kan, door verlaging van vrachten.
de kapit. t./z. C. H. Cornelissen, H. R. J. J.
Thorbecke en W. J. P. van Waning en den
gepene. kap.-luit. t./z. tit. J. J. Kraakman,
permanent lid van vorengemelde examen-com
missie, als leden
}kap. t./z. Z, J. Cambier en P^Heyning
als plaatsvervangende leden en aan bedoelde
commissie als adviseerend lid toegevoegd de
kap. t./z. A. P. Tadema;
is de kap.-luit. t./z. J. van Scheer6 eervol
ontheven van het bevel over Hr. Ms. monitor
Matador en deze hoofdofficier op pensioen ge
steld, ad f 1800 '8 jaars en eene verhooging van
f 975 's jaars
zjjn bevorderd;
tot kap.-luit. t./z. de luit. t./z. lste kl. J.
Cardinaaltot luit. t./z. lste kl., de luit. t.z.
kl. L. J. van Heioma, en tot luit. t./z. 2de
kl. de adelborst lste kl. E. H. Friderichs en is
het bevel over Hr. Mr. monitor Matador op
gedragen aan den benoemden kapit,-luit. t./z.
J. Cardinaal
zjjn in hunnen rang overgeplaatst, bjj het
reg. grenadiers en jagers, de kapitein W. R.
H. Wakker, van het 2de, en P. A. H. F. Ter-
gau, van het 3de reg. inf., zoomede de lste
luit. P, Glerum, van het 5de, W. L. Pompeen
an Sliedvegt, beiden van het 4de reg. inf.
laatstgenoemde gedet. bjj bet dep. van oorlog,
en H. W. L. Hofdjjk, adj. bjj het 2de reg. inf.
alsook C. M. H. Kroesen, van den staf der inf.
werkzaam bjj de K. Militaire Academie.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Dinsdag 26 Maart niet plaatB
hebben.
Bjj beschikking van den minister van bin-
nenlandschen zaken, is met ingang van 1 Mei
1895 Teteringen (bjj Breda) aangewezen als
standplaats van den districts-veearts A. J.
Montens, thans te Breda.
antwoorden tegenover een publiek, dat uiting
eeeft aan 7.ïino rfü^Aaii
Bjj kon besluit:
is Th. Rutgers van der Loeft', te Zuidlaren,
benoemd tot schoolopziener in het arr. Borger
is bepaald, dat de bjj art. 31 van het regle
ment voor het koninkljjk Instituut voor de
marine te Willemsoord bedoelde commissie
voor het eindexamen van de adelborsten 2de
kl. in dit jaar zal bestaan uit
den gepens. vice-adm. tit. W. L. A. Gericke,
voorzitter der commissie tot het examineeren
van zeeofficieren en adelborsten, als voorzitter
plooien van ons bestaan bjj vol licht voor mg
gezien in de scherpste omljjning.
Ik heb, wat daar vóór mjj als doorleefd ge
beurde, niet zelf beleefd, althans niet zóo be
leefd, en toch het mee doorleefd, wetende dat
ik zóo ben, juist zóo ben in andere omstan
digheden en in andere levensverhoudingen
en ik heb mg even hulpeloos, even jammerlgk
en gebroken gevoeld al9 de twee arme men
schen daar voor mjj, hulpeloos en radeloos
starende op het groote mysterie van hun leven.
«Begrjjpt ge de beteekenis van zoo iets?"
vraagt Allmers aan Asta, nadat Klein Eyolf
verdronken is.
En Asta: «Waarvan, meent gjj
«Wel, van wat mjj en Rita nu is aangedaan
«De beteekenis er van
«Ja, ja de beteekenis. Het moet toch iets
beteekenen. Het leven, ons bestaan, ons nood
lot, het kan toch niet geheel en al zonder zin
zjjn
«Ach, wie kan daarvan met eenige zekerheid
iets zeggen
«Ja, je hebt misschien geljjk. Misschien
gaat ten slotte alles maar voort op goed geluk.
Overgelaten aan zich zelf, als een scheepswrak,
voortdrjjvend zonder roer of stuur, 't Is moge
ljjk het schjjnt zoo ten minste."
Als het eens enkel schjjn was
•Zoo Kunt gjj 't mg misschien verklaren
Ik kan het niet."
Verklaard, ten volle, bevredigend in allen
opzichte, doorzichtig tot den diepsten grond
neen, zóo verklaard wordt het niet. Er
blijft al tjjd over wat onberekenbaar was vóór
geeft
het
Door het Bestuur der Ned. Stenografen-
vereeniging Stolze-Wery is aan de Tweede
kamer een adres gezonden, waarin het ver
zoekt, om bjj de behandeling der wgziging
het wetboek van burgerljjke rechtsvorde
ring bjj wjj ze van amendement een maatregel
in te voeren, waardoor het gebruik maken
van stenografen bjj proces-zaken facultatief'
kan worden gesteld op kosten van de verlie
zende party, mits beide partgen vooraf zulk
gebruik hebben gewenscht.
Door den min. van oorlog is vastgesteld
eene instructie voor den commandant van een
eere-escorte te paard tot het begeleiden van
een vorsteljjk persoon.
Deze instructie, voorschriften bevattende om
trent de eerbewjjzen en handelingen van het
escorte, besluit met deze bepaling
Tot de taak van het eere-escorte behoort
ook de zorg, dat de vorsteljjke persoon tegen
allen overlast worde beveiligd; de comman
dant van het escorte zal dan ook inzonder
heid daarvoor behooren te waken.
Ruw optreden is evenwel nimmer te ver-
het kwam, en wat gjj niet na kunt rekenen,
als het gekomen is. Wat u toevallig, rede-'
loos, zinloos voorkomt en zoo voor u bljjft.
Daar ia altjjd een rest, klein of groot, die
ingaande tegen uw wenscben en begeerten,
tegen wat gjj uw levensgeluk achttet, en op
zichzelf beschouwd, den indruk op u maakt
van veroorzaakt te zjjn door een demonische
macht, een fatalistische beschikking -. de Rat-
tenmamséll, die kleinen Eyolf lokt, voortlokt
naar de diepte. Van het licht, dat over het
andere voor u is opgegaan, hangt het af, onder
wat licht gjj die rest beschouwt. Op dat
donkere punt bljjft gjj staren met de wanhoop,
de verbjjstering, tenzjj gjj daartegenover uit
al het andere hebt opgenomen, wat u brengt
tot de stille berusting, die u gjj verkeerdet
in den waan, dat gjj met alle religie had
gebroken het wezen ontsluiert van het
godsdienstig geloof.
Over alles wat om die donkere kern heen
ligt, werpt Klein Eyolf een hel, een alles
ontdekkend licht, 't Is bjj dat licht, dat heel
het weefsel van uw zielleven tot in zjjn kleinste
en meest verborgen liggende draden door u
kan worden nagegaan, heel het weefsel van
uw neigingen, uw onuitgesproken wenschen.
wenschen die onbewust u dreven; van uw
zelfzuchtig begeerenvan uw zinneljjke driften:
van uw halfslachtig pogenvan uw onverstand
en uw zonde; van uw nog niet weten, uw
gebrekkig kunnen, uw half volbrengen
uw egoïsme dat u üefde toescheenvan uw
traagheid die gjj voor bescheidenheid uitgaaft
van -de leugen, waarin gjj leefdet, zonder dat
.Viuwj-Djjouuvei een puoneJT, dat uiting
aan zjjne gevoelens van gehechtheid aau
"ou vorstenhuis of waar het een vreemd
vorstenhuis geldt van belangstelling in den
vorstelijke» persoon.
Opnieuw wordt verzekerd, dat baron Gericke
van Herwjjnen, Hr. Ms. gezant te Brussel, het
verlangen heeft kenbaar gemaakt den diplo
matieken dienst te verlaten.
Als opvolgers worden reeds genoemd zjjn
zoon baron Gericke, gezant te Madridjhr.
Wttewaal van Stoetwegen, gezant te St. Peters
burg, en F. graaf Van Bylandt, gezant ter
beschikking en lid van de Tweede kamer.
Het met de jongste mail ontvangen verslag
omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het
gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden
loopt van 29 Januari tot en met 11 Februari.
Daaraan is het volgende ontleend.
Op eenige poBten van Groot Atjeh
weiden bjjna dageljjks schoten geloBt zonder
nadeelige gevolgen en werden onze transporten
eeniger mate verontrust.
Den 7en Februari maakte een Atjeheramok
nabjj Lamjong; de Europeesche fuselier, die
met het nazien van de passen was belast,
werd door hem doodgestoken en een ander
licht verwond, waarop hjj werd neergeschoten.
Op het eiland Weh viel niets bijzonders voor.
Den 4den dezer had de plechtige erken
ning en be vesting plaats van de Radja's van
Edi-Besar, Simpang-Olim èn Tjoenda -, bjj die
zelfde gelegenheid deed de door het gouver
nement sedert 1877 erkende vorst van Simpang-
Olim afstand van zjjn gezag.
In de Onderhoorigheden kwam, wat
de Oostkust en N oordkust betreft, in
den politieken toestand geen verandering.
In den nacht van 31 Januari op 1 Febr.
drongen vier gewapende lieden op den passer
te Delaboeh, W estkust, een huis binnen,
waar zg een der bewoners doodden en diens
vrouw gevaarlgk verwondden. De daders
wisten daarop zich uit de voeten te maken.
Elders bleef het rustig.
De weergesteldheid was drukkend en warm,
gepaard met Oosteljjke windennu en dan
viel er een weinig regen.
De gezondheidstoestand op de zeeposten ter
Westkust was minder gunstig, daarentegen
ter Noord- en Oostkust wat beterende.
In Groot-Atjeh was de toestand over het
algemeen gunstiger. Het gemiddelde ziekte-
cgfer bedroeg 27 tegen 31 en dat van de
b8ri-beri 12 tegen 15 gedurende den vorigen
verslagtjjd.
Het sterftecjjfer was hooger.
I^etteren. enKunst.
Inde Huisvrouw wordt het denkbeeld
aangegeven om, in plaats van een monument
op te richten ter nagedachtenis van de dames
Wolff en Deken, hare bustes in het Rjjks-
museum te plaatsen en dezelfde welverdiende
onderscheiding te bewjjzen aan mevrouw
gjj er vermoeden van hadtvan goede opwel
lingen, die in haar ontwikkeling bleven steken,
of die groeiden in verkeerde richting; van
dwaling en misverstand en ongerechtigheid
Het weefsel van uw eigen zieleleven, zooals
het verwikkeld en ineengevlochten is met dat
van anderen in uw nabjjheid, of in een omge
ving, rakend aan de uwe. En als dit alles
met Klein Eyolf u wordt te zien geven met
ontzettende klaarheid, brandt het in uw ziel
verantwoordelijkheidvoor u zelf; voor anderen;
met elkandergemeenschappeljjke verantwoor
delijkheid waarvoor gjj moet bukkendie gjj
hebt te aanvaarden, stil en ootmoedig, mt t
volvaardigheid; en hebt om te zetten in daden,
daden van zelfverloochening en van medeljj-
dende liefde
Daar zaten twee jonge mannen naast mjj,
voor wie dat alles een geheim was en bleef.
Dat kon men hooren aan hun averechtsche
opmerkingen, aan hun botte aardigheden, die
mjj klonken als profanie. Zjj waren «naar de
komedie" gegaan en, acb, hier aangeland.
Maar zjj konden niet beletten dat mgn ziel
zich opgevoerd voelde, hoog omhoog. «Op
hooge heuveltoppen." »Dicht bjj de ster
ren." »In de groote stilte," waar men
fluisterende stemmen hoort. Na den donder
van het profetenwoord, voor wie het aanhoorde
en liet doordringen in zjjn ziel, heel uit de
verte het ruischen van de zachte koeltede
stem van den Deus Caritaiis.
Zbld. Amst. (D. v. N.)