N°. 44.
138" Jaargang.
1895.
Donderdag
21 Februari.
FEUILLETON.
DE PEETOOM.
HIMLÏIXM COURANT.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.-
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
Theraometer.
Middelburg 20 Febr. 8 u. vm. 30 gr.
m. 12 u- 36 grav. 4 u. 33 gr F
Verwacht verand. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolutt, firma weduwe A. C. de Jonge, te KminingenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooi/,
te TholenW. A. vah Neeuwenhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Ni/gh Van Dithab, te Rotterdam, de Gebb. Bslintante, te 's Gravenhage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen., de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübb Cie., John F. Joner, opvolger
Advertentiën
des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Middelburg 20 Februari.
GRAAWRGCHTEI.
Al vleien wjj ons geen oogenblik de vurige
voorstanders van graanrechten tot andere ge
dachten te brengen, men schrjjve, zooals tegen
woordig, daar nog zooveel tegen in het
algemeen belang, ter voorlichting van weife
lenden, willen wjj toch nogmaals wjj zen op
het oordeel van een deskundige in deze kwestie,
door de voorstanders meer dan ooit op den
voorgrond gesteld.
De groote vraag geldt hier: wil men zich
eenvoudig plaatsen op het standpunt van het
belang van éen categorie van personenof
neemt men ruimer standpunt in en let men
meer op het algemeen belang?
Wie het eerste doet, zal zeker niet luisteren
naar argumenten, hoe klemmend zjj ook zjjn
en het is juist vooral het eigenbelang, dat in
deze zulk een groote rol speelt en velen voor
andere argumenten totaal doof doet zpn.
Op algemeen standpunt plaatst zich de heer
mr C. J. Sickesz, oud-voorzitter van de Gel-
dersch-Overpaselsche maatschappij van land
bouw en indertijd voorzitter van de staats
commissie voor landbouw, wiens gevoelen in
deze wjj meermalen aanhaalden en die nog
onlangs in het Ned. Landbouw Weekblad zpn
standpunt aldus toelichtte
Hp noemde de aanvaarding van beschermen
de rechten een gevaarljjk middel. Dat ge
voelen trouwens velen der voorstellers onwille
keurig zeiven, waar zjj verklaren: öf ondanks
zichzelven de toepassing er van te verlangen,
óf niet anders dan op bescheiden wjjze de
invoering er van te wenschen. Een matig recht
wordt gevraagd, als gevoelde men zelf het
gevaar van een consequente toepassing van
het stelsel. Maar juist daarin schuilt het groote
gevaar, dat, wie het in toepassing brengt, zich
beweegt op een hellend vlak, waarop van
matigen geen sprake meer is. Dat althans
heeft het protectionisme in het buitenland vol
doende geleerd. Bp de invoering van bescher
mende rechten, komt men alras tot de over
tuiging, dat een matig recht niet geeft, wat
men er van verwachtte. Dan wordt op ver
hooging van het recht aangedrongen, met ter
zijdestelling der bezwaren, welke aanvankelpk
slechts bescheidenlek een matig recht hadden
doen vragen. Eerst wordt bescherming van
slechts éen bedrjjf gevraagd, straks komen
meerderen om geljjk recht vragen.
En 'tis wel te denken dat het in ons land
evenzoo gaan zou. Wie eenmaal dien weg op
gaat, ban zpn vaart niet meer stuiten. Het
Frankrjjk dezer dagen, dat zich hoe langer zoo
meer op de wereldmarkt geïsoleerd gaat ge
voelen, is er het sprekend bewjjs van. En
hoe men door het protectionisme wind zaait,
om storm te maaien, dat leert ons Duitschland
met zpn onrustbarende agrarische beweging,
waar tegenwoordig de landbouw en de nijver
heid als twee vjjandige machten tegenover
elkander zpn geplaatst.
VERTELLISG
ERNST WICHERT.
Uit het Duitsch.
Breckenberger overlegde of hp het paartje
niet volgen zouwant toen hp voor de deur
was, zag hp door de glazen deur dat zjj in het
portaal bleven staan om hun gesprek voort te
zetten. Hp ging voorbjj en toen hp terug
kwam waren zjj naar boven gegaan. Hjj liep
nog even op en neder, in de meening dat
de luitenant wel weer heen zou gaan; doch
daar het hem te lang duurde, trok hjj einde-
ljjk aan de schel van den portier.
Hp vergiste zich nietboven gekomen ver
nam hp van het dienstmeisje dat er visite
was en de juffrouw gezegd had dat zp niemand
moest binnen latenmaar mjjnheer is de
«peetoom". Zjj opende dus de deur en diende
.hem aan. Mevrouw Torsten kwam hem ver
welkomen. «Zjjt gjj daar, Breckenberger, kom
binnen,"
»Als ik niet stoor mompelde hjj.
»0, zeker niet; kom binnen als 't u
blieft", maar hjj zag dat ze eenigszins zenuw
achtig was. »De heer Von Stresow onz<
oude huisvriend, de heer Breckenberger, diej
Er is nog een ander gevaar, dat wel mag
worden overwogen, vóór men tot de invoering
van graanrechten met al de gevolgen van dien
overgaat. Men helpt enkelen en brengt velen
nadeel toe. Voor den zandboer, die nu op zjjn
varkens nog wat verdient, is de kans benomen
als de voeder8toflen duur worden.
De heer Sickesz eindigt zpn beschouwing
als volgt«Men meene niet, wanneer ik, bp
den strjjd voor en tegen graanrechten en dus
voor en tegen protectie, welke thans ook bjj
ons gestreden wordt, deze dingen ter ernstige
overweging aanbeveel, dat ik de moeiljjkheden,
waarmede ook onze landbouw te kampen
heeft, onderschat. Daarvoor ben ik te lang
en te dikwpla voor zpn belangen in de bres
gespion gen. Jaren geleden heb ik er reeds
op gewezen, dat de historie van Jozet in
Egypteland een oude geschiedenis is, die altjjd
nieuw bljjft.
Ik heb toen herhaaldelijk gezegd, dat men
goed zoude doen om, evenals die rjjksbeheerder
der oudheid, in de vette jaren zich te wape
nen tegen de kwade die komen zouden. Had
men dit meer gedaan, en hadden regeering en
vertegenwoordiging daartoe meer meegewerkt,
wellicht zoude thans de malaise niet zoo zwaar
worden gevoeld. Maar het verzuim van jaren
laat zich niet in een oogenblik herstellen, en
ook bjj grooter inspanning in vroeger jaren
zou de ongunst van den tegenwoordigen tjjd
niet geheel zpn te bezweren geweest. Hoe 't,
ook zjj, onze landbouw beleeft treurige dagen,
en ik kan mjj voorstellen, dat men er toe
komt, om tot verbetering naar alles te grjjpen
waarvan men heil verwacht. Ik kan mp zelf
tot op zekere hoogte verplaatsen in het denk
beeld van hen, die als laatste redmiddel be
scherming, het heffen vun graanrechten ver
langen. Maar juist de liefde, die ik onzen
vaderlandschen landbouw toedraag, brengt mp
er toe om aan te dringen op bedaard en kalm
overleg, op een behoorljjk onderzoek of wel
licht het aangeprezen middel niet zoude bljjken
erger te zjjn dan de kwaal. Laten wjj ons
spiegelen aan onze naburen. Wie zich aan
een ander spiegelt, spiegelt zich zacht."
Yan een zelfde gevoelen getuigt een opstel
in de Nijverheid. Daarin worden in herinnering
gebracht de woorden van prof. Vissering »Geen
voorstander van bescherming is er dan ook,
die zjjne eischen zoo hoog stelt, dat hjj een
algemeene, volkomene, alomvattende bescher
ming van alle tegenwoordige en toekomstige tak
ken van npverheid zou begeeren". Vervolgens
wordt nader uiteengezet dat graanrechten slechts
een deel van den boerenstand zullen helpen.
De graanbouwers op kleine boerderjjen in
Drenthe, Gelderland, Overpssel en Limburg
hebben granen noodig voor veevoeder of eigen
gebruik. Voorts zpn de in het groot graan-
telende landbouwers nog te verdeelen in eigen-
geërfde boeren en huurboeren of pachters.
Wat deze laatsten betreft, zjj mogen er
tpdelpk eenige voordeelen van trekken, nl.
zoolang de bestaande huurtpd duurt, maar
daarna zal öf door toedoen van den eigenaar
of administrateur, öf door toedoen van de
pachters zelve, 'tzjj bp inschrjjving, 't zjj bp
publieke verhuring, de huur hooger worden en
helaas tegenwoordig een zeldzame verschijning
is", voegde zjj er op schalks ch verwptenden
toon bp. De lange, slanke officier boog met
veel voornaamheid en zei: >0 ik heb
reeds zooveel van u gehoord."
»De heer Von Stresow is zoo vriendelijk
Wanda van de jjsbaan thuis te brengen, daar
bjj toch hier voorbjj moest. Het wordt reeds
zoo vroeg donker en al is er geen gevaar in
de drukke straat door den Thiergarten, ik ben
hem toch zeer dankbaar voor zpn bescherming.
Bp is de zoon van den overste Von Stresow,
die zoo'n groot vriend van mpn man was.
Dat herinnert gp u zeker wel."
«Jawel, jawel", verzekerde Breckenberger,
merkende dat men hem dit bezoek trachtte
te verklaren. Met dien Stresow had bjj juist
niet veel op gehad. Hjj wist dat die het ver
mogen zjjner vrouw opgemaakt en Torsten tot
dolle streken verleid had.
Martha noemde hem zelfs in dien tjjd de
booze geest van haar man. En nu... Wanda
stond aan het raam en streelde haar hondje,
dat op een stoel zat en even den kop ophief,
toen Breckenberger binnen kwam. Hare wan
gen waren waarschjjnljjk door den frisschen
wind erg rood gekleurd en zjj keek onder
hare lange wimperB uit, om te zien hoe oom
deze nieuwe kennismaking zou opnemen.
«Dag Wanda!" zei hjj tot haar.
»Dag oompje! Is de voorstelling afge-
loopen Daarop wachtte ik slechts om u te.
de betrekkelijke voordeelen den grondeigenaar
ten goede komen.
De eigengeërfde boeren zullen er voordeel
van genieten: ja zeker altpd voor zoover zjj
granen verbouwen.
Nu bezit Nederland met zpn ruim vier
millioen inwoners volgens de statistiek in
189196,217 eigengeërfde boeren.
Trek daarvan af allen, die geen granen
verbouwen, dan zpn het restant eigengeërfde
boeren, de lui die voordeel genieten.
Op de vraag, wie zullen de voordeelen ge
nieten bp het heffen van invoerrechten op
granen, zou het antwoord dus luiden: a de
schatkist; b sommige grondeigenaars; c som
mige boeren.
Eigenaardig is deze week de plaat van het
weekblad de Amsterdammer, die als 't ware een
illustratie geeft van dit laatste stukje. Zjj doet
ons den stand van zaken aanschouwen na
de invoering der graanrechten. Men ziet er
de bloeiende Ceres, de godin van den graan
bouw, met een rjjke schoof in den arm. Maar
voor haar staat een zeer mager keuterboertje
met een even schrale koe en een paar hand
werkslieden, wien eveneens het gebrek uit
't gelaat spreekt. De woorden, door hen tot
Ceres gericht, zpn daarmede in overeenstem
ming: »U wordt met den dag vetter en wp
magerder 1"
Naar aanleiding der tegenspraak van den
heer Van der Nagel over den korporaal te
Naarden merkt de heer N. Oosterbaan nog
het volgende op
•Ik schreef, dat de korporaal zonder hand
schoenen de poort was uitgegaan, na daar
over door den schildicacht te zijn aangesproken.
De kapitein Van der Na^el beweert nu, dat
de korporaal den schildwacht onbehoorlijk
bejegende. Een dienBttermJ als ik wel heb.
Ik heb nog eens de zaak onderzocht. En
waarin dat onbehoorlijk bejegenen dan wel
bestaat Hierin, dat de korporaal de kazer
nepoort doorging, (zpn zwager woont in de
buurt) en den schildwacht op diens aanma
ning over de bandschoenen antwoordde»o c b,
om nou!" Meer niets. Dat is het al
De strafbaarheid van den korporaal heb ik
niet ontkend. De kapitein strafte deze over
treding van de voorschriften dan ook met
eene maand verstoken van permissie.
Wist die kapitein dan niet wat hjj deed
De luitenant-kolonel veranderde die straf in
acht dagen provoost. Toch werd de korporaal
eerder ontslagen. Op zpn zakboekje werd aan-
geteekend «vier dagen provoost", hoewel hjj
er reeds zes achter den rug had. Hoogere
autoriteiten dan luitenant-kolonel V. d. Wal
en kapitein Van der Nagel oordeelden dus
met mjj de straf te zwaar. Dit nu doet de
deur dicht.
De heer Van der Nagel schrpft«Omtrent
de zwaarte der straf kan de heer Oosterbaan
niet oordeelen daartoe zpn alleen de militaire
autoriteiten bevoegd." Dat liedeke kent ons
volk. Welnu, militaire autoriteiten hébben ge
oordeeld en veroordeeld. "En zelfs, al was dit
niet geschied, ik bljjf met de Standaard die
straf voor zoo'n vergrpp barbaarsch heeten."
begroeten". Zp liep naar hem toe en gaf hem
een kus. Hjj nam dit als een recht aan en
vroeg, haar op de wang tikkende: «Waarom
laat gp u in het geheel niet meer zien Re
psbaan neemt zeker te veel tjjd in beslag
- «Achzei zjj en draaide het hoofdje
op zjj. Haar blik gleed langs den luitenant
en bleef op het gelaat van mama hang
die haar geen wenk wilde geven.
De luitenant nam spoedig onder heb een of
ander voorwendsel afscheid.
«Leeft de oude nog vroeg Brecken
berger.
«Gepensioneerd in Görlitz", zei mevrouw
Von Torsten. »Hp heeft jaren geleden al zpn
ontslag gekregen."
«Waarom
«O, geheel eervol. Het rjjden was hem
tengevolge zpner jichtaanvallen verboden. Gp
weet, bjj de militairen
«Ja, ja", zei Breckenberger verstrooid.
»Het verbaast mp dat hp het nog zoolang
gehoaden heeft. Hm Wat is die zoon
voor een man
«Ik ken hem nog weinig."
»En toch stelt gp uw huis voor hem
open."
«Hjj heeft Wanda op het ps ontmoet en
or.s een visite gemaakt. Hp is adjudant, dus
schpnt wel het vertrouwen van zpn chef te
genieten."
«Hjj is ook heel knap. oom", viel Wanda
En wp vereenigen ons met de opmerking
van de Standaard, dat, al was het vergrpp
van militair standpunt niet licht, het alleen
maar de vraag was, of de straf aan het vergrpp
geëvenredigd was, nu door de bittere koude
die straf op zoo onmenscheljjke wjjze werd
verzwaard.
Bjj dooiweder zou er geen klacht gevallen
zpn.
De vorst heeft het hem gedaan.
In verband met dit gebeurde wordt aan De
Amsterdammer geschreven
«Met belangstelling las ik dezer dagen in
de verschillende bladen, en ook in het uwe,
wat er te Naarden met den on gehandschoenden
korporaal is geschied. Met belangstelling,
zeg ik, niet zoo zeer omdat mij de aan den
delinquent opgelegde straf, hoe barbaarsch ook,
als eene bjjzonderheid voorkomt («onder dienst"
zpn barbaarschheden en willekeurige hande
lingen alles behalve uitgesloten), maar wel
omdat het mp angstig werd om het hart toen
ik mp afvroeg: Wat zal er nu, na deze publi
citeit, van den armen korporaal, een beroeps
soldaat, terecht komen
Die jongen denkt sergeant, wellicht officier
te wordenzal hem dat nu nog gelukken
Neen, dat gaat nu niet meer, want met
Argusoogen zullen zpne gangen worden nage
gaan en geloof maar, dat hjj het zal «moeten
kannen"in de toekomst wacht hem straf op
straf of er zou geen «donder-systeem" meer
moeten bestaan en als wp den jongen een
raad mogen geven is het dezeZie zoo gauw
mogelpk van dienst af en in burgerljjke be
trekking geplaatst te worden of ge behoort in
minder dan geen tjjd tot de bevolking der
klasse van discipline of tot die der gevangenis.
Het hoofd der school te Naarden, de heer
Oosterbaan, heeft den korporaal wel ,den
allerslechtaten dienst gedaan, die hem be
wezen kan woidende door hem gedane mede-
deelingen aan de nieuwsbladen toch mogen
van weldadigen invloed kunnen zpn op de
behandeling van denBoldaat in het algemeen,
voor den betrokken korporaal zpn zjj doodend
daarvan kan men zeker zpn, tenzjj het oog
der natie en der pers op beide gesignaleerden,
èn op den korporaal, èD op den luitenant
kolonel gevestigd bljjve, wjjl men dan mis
schien niet zal durven, hetgeen men zou
willen.
Dat de korporaal meer bescherming noodig
zal hebben buiten dan binnen de provoost,
kt vastin de gegeven omstandigheden
beginnen voor hem de poppen eerst te dansen
met zpn ontslag uit het «hok", vooral nu dat
ontslag op bevel van «hooger hand" is ver
vroegd.
Men vergete niet, dat een luit.-kolonel, die
zonder blikken of blozen provooststraf toepast
bp buitengewoon strenge koude iets dat
hem bij voorschrift verboden is nog wel
meer aandurft.
;jj kon. besl. zpn op pensioen gesteld de
luit.-kol. E. B. H. Frackers van het le reg.
inf. ad f 1800, de luit.-kol. A. H. L. Badings
van het 8e reg. inf. ad f 1900, de luit.-kol.
F. W. A. baron van Dedem van Driesberg van
met gloeiende wangen in «hjj heeft zooveel
gelezen, wat volstrekt niet tot zpn vak be
hoort zelfs wpsgeerige boeken. Wp spreken
meestal over ernstige onderwerpen."
«Dat kan ik mp voorstellenverdiept
u maar niet al te veel in. Die Stresow's
Hjj hield op en mevrouw bracht het gesprek
op iets anders.
Wanda bedacht zich dat zjj nog een ver-
jaardagabrief moest schrpven en begaf zich
naar haar kamertje. Breckenberger weerhield
haar niet en zei, zjjn stoel dichter bjj de
canapé schuivende«Eigenljjk ben ik bljj dat
wjj een oogenblik alleen zpn. Weet gp wat
mp tot u brengt
«Dus hebt gp een bepaalde reden om te
komen
«Janamelpkmaar gp moet
mp ronduit de waarheid zeggen".
«Beste vriend
«Ziet ge, dat is het. Ik geloof dat wjj
goede vrienden zpn."
«Dat mogen wp wel aannemen."
«Wjj hebben er ook bewpzen voor. Ik
dacht dat er geen misverstand tusschen ons
mogeljjk was."
«En denkt gp er thans anders over
«Dat wil ik niet zeggen; maar het moet
mp toch verbazen dat gp sedert eenigen tjjd
een eenigszins veranderde houding tegen
over mjj hebt aangenomen en dat Wanda
blijkbaar ook
het 3e reg. inf. ad f 1946 en de kapitein L.
F. Leyds van het 3e reg. inf. ad 1567 's jaars.
Aan den luit.-kol. Frackers en den kapitein
Leyds is, te rekenen van den dag waarop hun
pensioen ingaat, respectievelijk de rang ver
leend van kolonel en van majoor;
zgn benoemd bp den generalen staf, tot
luit.-kol., de majoor A. R. Krajjenhoff van de
Leur, van dien stafbjj het wapen der inf.,
tot le-luit. de 2e luits. J. A. van Nieuwland,
gedet. bjj het leger in N.-L, en C. A.
J. Struiken, gedetacheerd bjj de landmacht
in W.-I.bjj het reg. grenad. en jagers, tot
luit.-kol. de majoor W. B. J. Duycker, van
het korps; bjj het le reg., tot majoor de kapt.
W. J. Harms, van het korps; tot kapt. de le-
luits. J. fl. de Wildt, van het 4e reg., gedet. als
leeraar bjj de mil. Bchool, J. C. Koopman, van het
4e reg., H. J. Garjeanne, van het 5e reg., gedet.
bp het kol. werfdepot, alsmede de le-luit.-
adj. C. L. Vinkhuizen, van het reg. gren. en
jagers; tot le-luit. de 2e-luit. J. W. D. Duburg,
van het korpsbp het 2e reg. tot luit.-kol. de
majoors G. J. A. Verstegen, P. F. de Kok en
J. L. A. C. de Bock, allen van het korps; bp
het 3e reg. tot majoor de kapta L. H. A. Bone-
tnejjer, van het 2e reg., en D. Zelverder, adj.
van het 7e reg,; tot kapitein de le luits J. H.
van der Burg en F. G. J. Bosschart, beiden
van het korps; tot le-lnit. de 2e-lnit. C. H.
Smets, mede van het korpsbjj het 4de reg.
tot majoor de kapt. H. T. Chappuis, van hét
5de; tot le-luit. de 2e-luits J. A. Leers, M.
Eyssell en F. J. G. W. Leers, allen van
het korpsbjj het 5e regiment tot luitenant
kolonel de majoor G. van Essen, van het 3de
tot kapitein de le-luit. F. A. Nieuwenhuys,
van het reg. gren. en jagerstot le-luit. de
2e-luits H. de Haan Hugenholtz en J. C. Wag
ner, beiden van het korps; bjj het 6e reg.,
tot kapt. de le-luit. H. F. van Thiel, van het
korps, gedet. bjj het leger in Ned.-I., tot le-
luit. de 2e-luit., J. F. N. Bar, mede van het
korpsbjj het 7e reg., tot kapt. de le luits.
P. G. Weuringh, van den staf der inf., werk
zaam bjj het dep. van oorlog, en J. J. A. Ver-
brugge, van het korps tot le-luit. de 2e-luits.
T. Boekholt en H. Boet, beiden van het korps;
bjj het 8e reg., tot majoor de kapt. J. Klasing,
van het reg. gren. en jagers tot le-luit. de
2eluit. F. J. Backer, van het korps.
kon. besluit is aan eene commissie opge
dragen, advies uit te brengen betreffende de
navolgende vragen: lo. Welke wjjzigingen
zpn, met inachtneming van de eischen van
's lands dienst, gewenscht in de inrichting der
marinebegrooting en in de bjj de wetsontwer
pen dier begrooting behoorende bjjlagen, tot
bevordering eener goede controle van de
volksvertegenwoordiging op het beheer van
het departement van marine 2o. Welke
wjjzigingen zpn, in verband daarmede, noodig
in de administratie van 's rjjks werven 3o.
Zou van invoering dier wjjzigingen uitbreiding
van administratief personeel tot eenig betee-
kenend bedrag het noodwendig gevolg moeten
zpn
Tot lid en voorzitter dier commissie is be
noemd de heer mr G. J. Goekoop, lid van de
Tweede kamer der Staten-generaal en lid van
«Gp vergist u zeker, beste Breckenberger.'
«Neen, neenIk heb u verzocht mp
ronduit de waarheid te zeggen. Gjj zjjt de
eenige niet, die ik veranderd vind. Ik heb
gemerkt doch laten wp dat laten
rusten. Ik wil alleen over u spreken want
dat hindert mp bepaald. Zeg, wat hebt gjj
tegen mp
Hjj legde de hand op de hare en zag haar
doordringend aan. Mevrouw Martha zweeg en
zei toen met een verlegen lachje«Het is
moeilpk om daarover te spreken, mpn vriend."
- «Maar waarom Heb ik u dan ooit iets
kwalpk genomen Kan ik u ooit iets kwaljjk
nemen? Gp zjjt om de een of andere reden
ontevreden over mp. Mag ik niet weten
waarom
«Ontevreden Hoe zou ik dat mogen zpn?
Heb ik het recht uwe handelingen te beoor-
deelen Gp hebt zeker de geldigste redenen
voor hetgeen gjj doet; ik kan mjj slechts
tegenover het fait accompli plaatsenmaar
dan moet gp mjj veroorloven,
«Nu
Zp zag hem vastberaden aan«Gjj vindt
ons gedrag tegenover u veranderdmaar zpn
het niet de veranderde omstandigheden, die
bun dwang uitoefenen
«Veranderde omstandigheden hm 1 Gjj
bedoelt omdat ik mpn nichtje in huis geno
men heb Anders weet ik waarlpk niet
»Dat is hst, en ik geloof -da* dat geveeg