Minus* Courant BIJVOEGSEL va» jyx vam Dinsdag 1 Januari 1895, no. 1. Middelburg 31 December. In zjjn jongste schrijven Uit de residentie maakt de Haagache correspondent der Ztool- sche Crt de volgende zeer juiste opmerkingen Zoo'n rnan als het lid van de Tweede kamer Staalman zou in staat zjjn om je zielwater aan het koken te brengen. De minimis lex non curat, luidt een overbekende en zeer gehul digde reehtsspreuk. Ook in de kamer moet men de ministers en de natie niet bezighouden met onbeduidende zaken, voor dengenen wem est just passiret zeer zeker onaangenaam, maar waarvan de bespreking thuis hoort in een godsdienstige oefening, op een politierapport of in een courant. Het land zal wezenljjk niet uit zjjn voegen raken, wanneer er een paar officieren naar een eafé-chantant gaan, zelfs al behoort tot het partijtje een bejaarde dokter"; ook niet, wanneer een ander officier zich onhousch gedraagt tegen een knappe winkeljuffrouw, die hem later blijkt de vrouw te zjjn van een lid van de Tweede kamer; en wel 't allerminst over wat matrozen aan de bak mopperen van magere soep of onzachte britsen in de provoost. Er is waarljjk wel wat beters te doen dan zulke koffiehuis- en thee- kransjesklap aan te hooren In 't algemeen kan niet getuigd worden dat de nieuwe leden in de Kamer de wel- Bprekendheid op het Binnenhol tot een hooger peil opgevoerd hebben. Onder de oude garde zjjn er nog, die voor de vuist, vlot, helder en verstaanbaar spreken, maar het stamelen, hakkelen, stotteren en zeuren van velen onder de jongeren is vaak droevig om aan te hooren, ja, zou in Btaat zjjn hun den raad te geven, in, wat ze te zeggen hebben, op het voor beeld van den minister van marine e. a., in .hemels naam op papiertje te hebben en voor e lezen. Och, dat voorlezen staat anders zoo onbeholpen, en er gaat zoo heelemaal geen bezieling van uit! Wint die wijze van doen veld, dan zou het overweging verdienen eenige talentvolle mannen, als Van Maurik, Brantsma of Van Zuylen in de Kamers met de voor dracht te belasten. Toen Zaterdagmiddag (22 Dec.) de Kamer op reces ging, zullen velen der in den storm naar huis waaiende leden aanleiding hebben gevon den om bespiegelingen te houden over de inder tijd met onverschilligheid ontvangen waarschu wingen van hun "collega Conrad over den toestand van ons Scheveuingsche strand, en genoemde ingenieur zal den volgenden mor gen, voor Zeerust staande, gaarne toegegeven hebben, dat zjjn stoutste verwachtingen over troffen waren In een mjjner vorige brieven werd in een strandbespiegeling door my het ergste ge- gevreesd van een toevallig samenvallen van een springvloed met een zwaren storm uit het noordwesten. Als dat samentreffen Zaterdag nacht had plaats gegrepen, dan zou dat ver broederingsfeest der verwoesting voorzeker een catastrophe van ongekenden omvang hebben doen intreden. De zee heeft Zaterdag haar laatste waarschuwing aangereikt, en al vast het vonnis over Scheveningen als visschersdorp geveld. Daar ligt de visschersvloot, een hopelooze chaos vaa planken, masten, touwen, zwaarden en rompenWeggeslagen zjjn de trappen die, tegen het duin, naar de hotels leidden, en de rjjweg op halverhoogte van het duin, waar equipages pronkten, en kinder wagentjes met hun inhoud om knappe huzaren vergeten werden, hjj is geheel of voor 3/4 ioor de zee ingepalmd. Een storm op dit ■ogenblik, en de bruinvisschen komen de palingen op onze riviervischmarkt verslinden Wel mochten de hoogheemraden van Delf land op den aanblik der verwoesting de slimme hoofden schuddenZij hadden juist drie zeehoofden willen leggen! Hoe gelukkig dat het noodweer hen vóór is geweest, anders waren de drie hoofden den weg op gegaan van de kurhaushonden Er zal nu wat anders bedacht moeten worden, b.v. een zeedjjk la WeBtkapel van f 6000 de meter Natuur lek dat de reeders een laatste poging doen orn een haven te krygen, om nog wat langer met hun middeneeuwsche bommen te kunnen sollen. Het oogenblik daartoe, nu wjj voor can uitgave staan van drie millioen voor ons rioolstelsel, is slecht gekozenen de vraag is daarbjj geoorloofd, waarom de reeders der verbrijzelde pinken, het voorbeeld hnnner col lega's niet gevolgd hebben en hun vaartuigen niet te Maassluis deden overwinteren. De vloot is 400 pinken sterk, 150 lagen te Scheveningen. De 250 anderen waren veilig. Men kan zeggen een storm als die van Zaterdag is een excep- tioneele, maar moet meuSaan onze kusten niet tegen exceptioneels gebeurlijkheden gewapend zjjn? Het bljjft met dat al een treurig einde des: jaars voor vele brave zeelieden, maar het ljjdt geen twijfel of het cfrukke bezoek gedurende de Kerstdagen zal de harten, en met deze de beurzen openen. De Hagenaars zullen hun »Joejen" niet in de knoei laten Het bericht dat het Dagblad, het radicale blad, onder redactie van de heeren J. de Koo en dr E. D. Pjjzal met 1. Januari zou ein digen, heeft zich bevestigd. In het Zaterdag verschenen nommer neemt d» redactie afscheid van hare lezers. Tot voortzetting van het blad kon men het kapi taal niet vinden. Met instemming laten wjj bier volgen wat het Handelsblad naar aanleiding van dit feit schryft en wjj waardeecen dit te meer omdat juist dat blad zoo dik wjj la de scherpe aan vallen van den heer De Koo heeft te verduren gehad. Na zyn leedwezen betuigd te hebben over het ophouden van het Dagblad, zegt het Hbld »Met oprecht leedwezen en dat wegens meer dan éen reden. Voor het gezonde leven in de staatkundige wereld is een eerljjke, beginselvaste radicale party onontbeerlijk. En voor zulk een party is weder een goed geredi geerd dagblad onontbeerlyk. Zulk een orgaan was De Amsterdammer en nu laatsteljjk Het Dagblad voor de radicale party in Nederland. En dit was in de eerste plaats te danken aan den heer De Koo. Groot verschil van ge voelen en overtuiging bestond steeds tusschen hem en ons, doch niemand kan beter oordee- len over zyn groote verdiensten als schrijver en debater met de pen dan juist wij, wantons blad en onze redactie moesten vaak dieflen als krachtmeter voor zyn slagen. Geen par tijdigheid te zjjnen gunste zal ons dus verwe ten worden, als wjj hem huldigen als een voortreffelijk journalist. Hy schrijft bondig, raakt met de punt van de naald en zeer scherp is die puntde zaak waarom het te doen is aan, is handig en tevens zeer oprecht en beginselvast. Voor de pers zullen die groote gaven en krachten zeker niet verloren gaan, en we wenschen dat we nog vaak die fijne degenstooten zullen te pareeren hebben of uit te roepen hebben touchéMaar het is plicht dezen voortieffeljjken voorvechter van zyn par ty een eeresaluut te brengen nu bij voorloopig retireeren moet. Doch de opheffing van Het Dagblad doet ons nog wegens een andere reden leed. Er is iets onduldbaars ia de gedachte, dat aan den leider van een party, die niet over groote financieels krachten beschikt, dus het beheer van een blad ontnomen kan worden, ;gelyk geschiedde toen de eigenaar van De Amsterdammer de geheele redactie van dat blad noopte ontslag te nemen. Dit scheen en schjjnt ons ergerlyk misbruik van macht. De heer De Koo is de beweegkracht van de radicale party, geljjk dr. Kuyper die is van de antirevolutionaire party. Hem zijn blad afhandig te maken, komt ons even hard en onbehoorlyk voor als het zou zyn, zoo men De Standaard wist te onteigenen. Wij hopen, dat de heer De Koo niettemin zyn groote gaven zal bljjven wijden aan de radicale party en roepen dezen bekwamen beginselvasten tegenstander daarom welge meend een tot wederziens toe." Het Weekblad van het Recht spreekt ook een zeer stellig afkeurend oordeel uit over de houding, door de betrokken ambtenaren der justitie te Zierikzee aangenomen tegen den heer J. Waale. Het blad sluit zich zoo goed als ge heel aan by het betoog van S. in het Paleis van Justitie en van de N. R. Ct, waarvan wy dezer dagen in 't kort melding maakten. De heer Waale zelf deelde in laatstgenoemd blad mee, dat hy zeer goed wist, toen hy het bekende adres verzond, dat de Tweede kamer niet ongedaan kon maken wat hy had onder vonden, maar hy wist ook wel dat een klacht tegen een rechterlijk ambtenaar by den officier van justitie van de rechtbank van dien amb tenaar zeker geen instemming zou hebben. Om nu aan de zaak de grootst mogelyke rucht baarheid te geven, verzond de heer Waale zyn adres aan de Tweede kamer, zond afdrukken aan alle leden en tegelykertyd aan den proc.- generaal bij den Hoogen raad en aan dien by het Hof in Den Haag. »Ik ben geen rechtsgeleerde, schreef de heer W., doch ik wist toch wel, dat de leden van het openb. ministerie misdryven, die hun ter oore komen, ambtshalve moeten onderzoeken en vervolgen. »Tot nu toe heb ik echter van eene vervol ging niets bemerkt." In het tydschrift De Landsverdediging, onder redactie van Investigator es, wordt de meening verkondigd, dat niemand dan de officieels beproevers iets van het nieuwe geweer afweet. In die »officieele beproevers" heeft de redactie van De Landsverdediging niet veel vertrouwen; zjj wijst op vele zaken, die goed gekeurd zyn door de >officieele beproevers" en niet best bleken te zyn. Vóórdat de critiek het vraagstuk onbarm hartig heeft uitgeplozen en »de genomen proeven tot in alle détails publiek domein zyn geworden" mag over het nieuwe geweer niet beslist worden. De redactie betwyfelt boven dien of het geweervraagstuk zoo brandend is, dat het opgelost moet zyn, vóórdat de leger wet en legerorganisatie een feit zyn geworden. En ten slotte meende Investigates, dat er voor den minister van oorlog genoeg te doen is, ook al brengt hij het geweervraagstuk niet tot oplossing, en dat wel zonder eene uitgave van millioenenmet het geld, dat thans wordt uitgegeven, is veel meer te verkrygen. Aan de N. R. Crt schryft men De meening is geuit dat de kooge water stand van 22 Dezember jl. op de rivier van Rotterdam naar Zee, tengevolge waarvan zulke aanzienlijke schade is verooorzaakt, alsmede gevaar voor overstrooming, het gevolg zoude zyn van de meerdere diepte en verruiming dei- rivier, waardoor het water minder belemme ring ondervindt om door te Btroomen. Deze bewering is ten deele waar, doch is de ware oorzaak niet. Deze i8 hoofdzakelijk de tot nu toe, aan den mond van den N. R. Waterweg, hoogst be kende waterstand van 3.28 M. boven N. A. P., zjjnde 52 cM. hooger dan de tot 1889 hoogst bekende stand. Dat deze buitengewone ver hooging van de zee zich ook doet gevoelen aan de hooger lang» de rivier gelegen plaat sen is aan geen twyfel onderhevig. Niet alleen aan den mond van den Waterweg, doch langs de geheele kust van de Noordzee wer den hoogere waterstanden waargenomen dan in 1889, waardoor tal van polders, ook buiten den Waterweg, zyn overstroomd, die echter in 1889 geen nadeel ondervonden, wel een bewjjs dat de hoogere stand der zee hoofdza kelijk de oorzaak is geweest van de hooge rivierstanden. Van wege het departement van binnenl. zaken is, door tusschenkomst van de commis sarissen der Koningin, aan de gemeentebestu ren verzocht, te willen zendeneene opgave van 1°, het aantal bedeelden, sedert twee ja ren of korter binnen het bedeelingsgebied woonachtig, die ondersteund werden door ge meentebesturen en besturen van instellingen van weldadigheid, en 2°. van het aantal dier personen, voor zoover zy gedurende het jaar vóór hun vertrek uit hunne vorige woonplaats aldaar onderstand hebben genoten. Het Hbld. vraagt, of dit in verband staat met de regeling van het kiesrecht By kon. besluit: is Jacob Backer jr., te Amsterdam, met al zjjne wettige zoo mannelijke als vrouweljjke afstammelingen in den Nederlandschen adel verheven, met de praedicaten van jonkheer en jonkvrouw is benoemd tot directeur van de byzondere strafgevangenis voor vrouwen te Govinchem J. Bor, thans cipier van het huis van bewa ring, voorloopig tevens hulpstrafgevangenis, te Tiel; is benoemd tot kantonrechter te Woerden mr J. C. von Briel Sasse, thans griffier by 'het kantongerecht te Zaandam; is benoemd tot commies-chartermeester by 's rjjks archief in Utrecht mr J. G. C. Joosting, thans rechtskundig ambtenaar by het gemeente archief van Utrecht is aan jhr mr W. A. C. de Jonge, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den Raad van state, met dankbetuiging; .zyn benoemd bij het personeel van den ge- neesk. dienst der landmacht, tot off. van ge- zondh. Ie kl. de off. van gezondk. 2e kl. A. P. G. F. Giese en P. A. Ziegeler, van dat per soneel is aan den hoofdcommies by het departement van koloniën J. J. Perk de titulaire rang van referendaris verleend. IM 1894 zyn o. a. overleden B na liet biniienland: Mr J. P. N. Ermerins, archivaris der pro vincie Zeeland; J. Otto Risseenw en mr A. C. B. Thomaes, leden der Provinciale staten van ZeelandH. G. Hartman Jzn, gemeente secretaris van Goes en auteur; A. F. Geill, eerste-luitenant der artillerie; F. L. Geer- ling, gep. vice-admiraal, oud-minister van marine; jhr A. C. van Haeften, gep. schout- bjj-nachtW. J. Knoop, gep. luit.-generaal en oud-lid der Staten-generaalJ. J. Langguth, oud-majoor der infanterieF. J. Pfeiffer, luit.- generaal, inspecteur der infanterieR. F. Jehu, gep. kolonelJ, W. de Ruyter de Wildt, gep. schout-by-nachtP. P. H. van Ham, generaal- inajoor der infanterie O.-I. leger, benevens tal van andere officieren, gesneuveld op Lombok, wier namen nog versch in het geheugen liggen S. F. Land, kapitein-luit. ter zee, lid der Tweede kamermr A. A. F. baron van Panhuys, griffier by het gerechtshof te Leeuwarden; L. M. de Laat de Kanter, burgemeester van Leidenmr A. Six, oud-kantonrechter te Voorburg; P. J. de Fremery, wethouder te LeidenG. H. Tho massen a Thuessink van der Hoop, lid van Gedep. staten van Gelderland; dr A. Vrolik, oud-minister; jhr mr P. J. Bosch vanDraken- stein, commissaris der koningin in Noord- Brabant; jhr mr W. E. van Panhuys, raad adviseur dep. van koloniën; W. J. N.Landré, notarisJan ter Gouw, geschiedschrijverF. Haverschmidt {Piet Paaltjensprof. L. C. van Goudoever; R. Kielstra, ingenieur; E. W. Heineken, predikant by de N. H. gemeente te 's Gravenhage; A. C. Kruseman, uitgever te HaarlemHendrik Veder, secretaris der Academie van Beeldende Kunsten enz. te Rotterdam; Jan Vrolik, kunstschilder; Mart. Njjhoff, uitgever te 's GravenhageCharles Rochussen, kunstschilder; G. ten Brummeler, redacteur en lid van den raad te Amsterdam dr W. J. F. Nuyena, kath. geschiedschrijver jhr J. A. van Heemskerck van Beest, zeeschilder. In Ia et Uaraitemliaaad: Vorstelijke personen: Lobengoela, koning der MatabelenMoeley Hassan, sultan van Marokko Henri van Bourbon, hertog van Sevilla; vorst Hendrik IV van Reusz-Köstritz; aartshertog Wilhelm van Oostenryk; Louis Philippe Albert, graaf van Parjjsczaar Alexander III van RuslandKarl August, erfgroothertog van Saksen-Weimarvorstin Von Bismarck. Staatslieden, militairen, rechts geleerden enz.: baron H. Solvyn, Bel gisch gezant te Londen; William H. Wad- dington, oud-gezant van Frankryk aan het Britsche hof; mgr. Jean Faich, bisschop van Bruggegeneraal Williams, Managua (Noord- Amerika); Francis Viefcte, oud-minister van Frankryk; Lajor Kossuth, Hongaarsch patriot, gest, te Turyn; K. von Schloezer, oud-gezant van Pruisen by het V'atieaanNicotera, Ita- liaansch staatsman; John Duke Colleridge, lord-opperrechter, LondenW. W. Phelps, Amerikaansch staatsmanSadi Gamot, presi dent der Fransche republiek; baron Beyens, Belgisch gezant te Parys; Nunez, president van Venezuela; generaal Ferron,oud-minister van oorlog, LyonVictor Duruy, oud-minister van Frankryk; Burdeau, voorzitter der Fran sche kamer Thompson, minister-president van Canada. Mannen van naam op het gebied yatt kunsten en wetenschappen; dr Heinrich Herz, Bonn; Flobert, uitvinder van het naar hem genoemde geweerEugène Nus, Fransch schrjjver; Frans Ernst, stichter van het zgnd Elberfelder stelsel; Pierre Cave- lier, Fransch beeldhouwerprof. Billroth, chirurg, Weenen; Edmond Fremy, scheikun dige, Parys; Marie DeraiBmes, schryfster; Maxime dn Camp, Fransch schryver; Hans von Biilow, toonkunstenaarPieter Oyens, kunstschilderKarl von Blaas, schilder, Weenen; prof. Brown-Sequatd, physioiooggraaf Von Schack, letterkundige Hermann Baisch, land schapschilder mw Alboni, zangeres; Bruno Pigiheim, schilder; Joseph Hyrtl, anatoom; Leconte de Lisle, dichterHenry Layard, assy- rioloogprof. Helmholtzprof. Brugsch-pacha, Egyptoloog; dr Heinrich Hoffmann {Struwel- peter)prof. Di Rossi, oudheidkundigeFroude, geschiedschrijverDarmestier, auteur; prof. Rudolf Hildebrand, LeipzigJohn Walter, eigenaar van de TimesFrancis Magnard hoofdredacteur van den Figaro; Anton Rubin stein, toonkunstenaarFerdinand de Lesseps Jean Macé, schryver; Robert Stevenson, Engelsch romanschryverOswald W. Brierly, zeeschilder en Jan de Greef, Belgisch Bchilder. TWEEDE: KAKIIÏR, Voorziening in de regeling en het bestuur van de huishouding van Opsterland en Wesistellingwerf. Blykens het afdeelingsverslag werd in de eerste plaats betoogd, dat de regeering, even als indertijd ten aanzien van Hoofdplaat is geschied, op minnelijke wyze had kunnen regelen de toestanden in deze gemeenten, welke tot de indiening van deze ontwerpen hebben geleid. Vele leden waren van oordeel, dat het ge val, bedoeld in het 4e lid van art. 144 der- Grondwet, hier niet aanwezig is. Dit werd toegelicht met de geschiedenis van de betrek kelijke Grondwetsbepaling. Voorts achtte men het geenszins bewezen, en lichtte men in den breede dit gevoelen toe, dat de gemeeente- raden van Opsterland en Weststellingwerf zich zouden hebben schuldig gemaakt aan grove verwaarloozing van de regeling en het bestuur der gemeentelijke huishouding. De gemeenten zelf hebben te oordeelen over de doelmatigheid eener verhooging van eene plaat selijke belasting. In ieder geval kan niet elke weigering van een gemeenteraad tot verhoo ging van een hoofdeljjken omslag als grove verwaarloozing van het bestuur worden aan gemerkt. En nu deden verschillende omstan digheden den twyfel rjjzen, of de houding dei- gemeenteraden wel de blaam verdient, welke door de regeering op die colleges wordt ge worpen. Vele andere leden waren daarentegen van meening dat 't geval, bedoeld in art. 144, wel aanwezig is. Wel erkende men dezerzjjds dat de aanleiding tot het vaststellen van de grond wetsbepaling gelegen was in gevallen van anderen aard, dan zich ten deze voordoen voorts gaf men toe dat, naar het grondwets artikel, de verwaarloozing moet zyn geschied door den Gemeenteraadmaar niettemin was men met den min. van binnenlandsche zaken van gevoelen, dat zulk eene verwaarloozing kan plaats vinden al heeft de Raad gehandeld met de beste bedoelingen. Naar sommiger oordeel was zelfs opzet hier aanwezig. In elk geval meenden vele leden dat de gemeente raden hun plicht hadden verzuimd om behoor lijk in het evenwicht te voorzien tusschen de gemeentelijke inkomsten en uitgaven. In beide gemeenten heeft men geweigerd de begrooting andera sluitend te maken dan door de beschik king over eene Rijkssubsidie. Dit standpunt mag door het hooger bestuur niet worden ge duld. De beschikking over 's Ryks schatkist behoort te bljjven in handen van de regee ring en van uitkeering van Rijksbijdragen, naar gelang van door Gemeentebesturen ge vorderde Bommen, kan wel geen sprake zyn. Daarenboven hadden de leden der gemeente raden collectief hun ontslag genomen, blijk baar met de bedoeling om by de kiezers steun te vinden voor de houding, door de raden, tegenover het hooge bestuur aangenomen. Vele leden waren van oordeel dat by de voorgedragen wetsontwerpen niet op deugde lijke wyze in het bestuur der gemeente woxdt voorzien. Yele andere leden waren van meening dat de grondwetgever vryheid heeft gelaten om partieele maatregelen als de voorgestelde te nemen. Immers de voorgedragen ontwerpen bepalen de wyze waarop in het bestunr der gemeenten zal worden voorzien, en 't is vol- ötrekt niet uitgemaakt dat als gevolg van deze tijdelyke regeling het bestuur der gemeenten op een ander gezag zal worden overgebracht dan dat van den Gemeenteraad. Verschillende denkbeelden werden ten slotte geopperd tot wegneming op andere wyze van de bestaande moeilijkheden. O. a. werd ge wezen op mogelyke wyziging van art. 212 ge meentewet, en op toepassing der artt. 126 en 127 der gemeentewet, welk laatste denkbeeld vrjj algemeen werd verworpen. JU etteren en Kunst. De Daily Tribune, een blad te Chicago, dat wekelijks aan zjjne abonné's olieverf schilderijen als premie schenkt, bevatte in haar nommer van 10 Dec. 11. het volgende omtrent een knaap, geboortig van C o r t g e n e en die eenige jaren te Yerseke woonachtig is geweest. Pieter Yerburg, een vijftienjarige knaap, wiens ouders voor zes jaar uit Holland naar Chicago kwamen, heeft getoond een bjjzon- deren aanleg voor de schilderkunst te bezitten, 's Morgens vóór en 's avonds na school tjjd verkoopt hy de TribuneHy begon daarmee vóór vier jaar. In den laatsten tyd geschiedt dit met het doel om geld te verdienen, ten einde zyne studie voort te zetten. Zyn aanleg voor de schilderkunst bewoog zyn vader hem op eene teekenschool te plaatsen, waar hy spoedig verrassende vorderingen maakte. Maar vooral trekt thans de aandacht van het publiek zyne copie van de schilderij Alleen van Vos berg, eene premie van de Tribune. Pieter maakte die in zyn vrjjen tyd, zonder dat hy by zyne leermeesters nog aan kleur- schilderen gedaan heeft. Ieder roemt de keurige uitvoering en zelfs kenners verklaren, dat het voor een beginner verdienstelijk ge schilderd is en iets goeds voor de toekomst belooft. Wy ontvingen het eerste nommer van De Kroniek, Een algemeen weekblad, onder redactie van P. L. Tab. Uitgever is, zooals men weet, de heer C. M van Gogh, te Amsterdam. Het eerste nommer wordt geopend met een warm en vol gevoel geschreven stukje van den hoofdredacteur, getiteld Nieuwe jaar." Verder bevat het een portret door Jan Vetli van prof. dr C. Winkler in zjjn laboratorium, met een bjjschrift van C. A. Pekelharing, bjj- dragen van Jan Veth, Van Meerderen, A. Diepenbrock, over muziek, en Jan Kalff, over tooneel. Verder lezen wy daarin een opstel over Litteratuur, een feuilleton en komt er nog eene teekening in voor van Antoon Molken- boer, met het opschrift Schoonmaak op handen Het geheel is er zeer onderhoudend en maakt ook uiterljjk een zeer goeden indruk. De heer L. J. Veltman, de bekende too- neelspeler, trad Zaterdagavond in den stads schouwburg te Amsterdam voor het laatst op. Op 77jarigen ouderdom zal hy thans rust nemen, na ongeveer 50 jaar de kunst op waardige wyze te hebben gediend en ook als mensoh aller achting te hebben verworven- De regeering gaf een zeer te waardeeren bljjk van erkenning zjjner verdiensten door hem te benoemen tot ridder van de Oranje- Nassau orde. Met vreugde begroeten wy die benoeming; in den laatsten tyd is er niet een geschied die zoozeer by zeer velen sympathie wekken zal. De vereeniging Eet Nederlandsch tooneel verleende by het laatste optreden van dezen veteraan op het gebied der kunst hare mede werking. Opgevoerd werd De dochter van Roelant van Bornier, vertaald door Alberclingk Thjjm. De stadsschouwburg was op alle rangen dicht bezet, door een publiek dat in zyne vele schakeeringen getuigenis gaf van de groote populariteit welke Veltman geniet in alle kringen der Amsterdamsche burgery. Bij zjjn eerste opkomst als keizer Karei werd Veltman niet door muziekgeschstter ont vangen Het Ned. Tooneel heeft de entre- actemuziek uit den schouwburg verbannen maar het publiek rees ten welkomstgroet als éen man van zyn zetels. Aan ovaties ontbrak het verder den waar- digen man niet. Kransen, bloemstukken en palmen o. a. een groote kruiwagen met bloemen namens zjjne kinderen werden hem overvloedig geschonken. Verder ontving hy de teekening van een gedenkpenning die zoo spoedig ruogeljjk zal worden vervaardigd. Ook zyne kunstbroeders en zusterB lieten het hem niet aan bljjkeu van sympathie ont breken. Veltman is de tweede Nederlandsche acteur, die tot ridder eener Nederlandsche orde be noemd is; de eerste was Tjasink. ONDERWIJS. Bjj kon. besluit van 24 Dec. is bepaald, dat voor de bjjzondere scholen, die over 1893 genoten hebben de rijksbijdrage, be doeld in art. 54bis der wet op het lager on derwijs, en ook over 1894 voor die rjjkebjjdrage in aanmerking komen, indien zy op 1 Januari 1895 niet voldoen aan de voorschriften van art. 2 van het kon. besluit van 18 April 1890 (Staatsbl. n° 54), voor zoover zy ook over 1895 aanspraak maken op eene rjjksbijdrage, gedu rende dat jaar de naleving dier voorschriften niet verplichtend is, mits 1° het aantal kinderen, hetwelk op 15 Ja nuari 1894 als werkeljjk schoolgaande bekend stond, sedert die dagteekening niet is of wordt vermeerderd in zoodanige mate, dat daarvoor vermeerdering van het aantal onderwjjzers ge vorderd wordt, zonder dat in deze vermeerdering is voorzienen 2° het aantal onderwjjzers, op het tjjdstip van het in werking treden van het tegenwoor dig besluit aan elke dier scholen verbonden, niet worde verminderd. De gewesteljjke vereeniging Noord- Holland van het Nederlandsch onderwijzers genootschap herdacht Zaterdag haar vjjftig jarig bestaan. De feestvergadering werd door 49 afgevaardigden bjjgewoond. Door den heèr dr P. H. Ritter werd een rede gehouden over studie. In een Donderdag te Utrecht gehouden ver gadering van gevolmachtigden der gewestelijke besturen van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschapwaarin tien provinciën vertegen woordigd en twee leden, van het hoofdbestuur, de heeren Van der Ley en L. Gerhard, tegen woordig waren, werd besloten a. De besturen der gewestelyke vereeni- gingen van het Ned. Onderw. Gen. constitu- eeren zich alB eene permanente commissie tot het verkrygen eener billyke pensioensregeling van rjjkswege voor de weduwen en weezen der openbare onderwjjzers in Nederland. b. Het gewesteljjk bestuur wjjze eene com missie over elk gewest aan, bestaande uit zooveel leden als noodig wordt geacht. Het gewesteljjk bestuur delegeert een of meer zijner leden in die commissie. c. De centrale commissie, bestaande uit gevolmachtigden van de verschillende provin ciale commi8siën, tracht zich bjj voortduring te verzekeren van den moreelen en denfinan- cieelen steun van het N. O. Gen. en noodigt het hoofdbestuur uit, zich in de commissie te doen vertegenwoordigen. (Dit lid van het hoofdbestuur is ook lid der commissie). De eerste vergadering der centrale commis- siën zal plaats hebben in de eerstvolgende Paaschvaoantie. KERKNIEUWS Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. Herv. kerk. Beroepen naar: Zuidzande 'P. J. Kromzigt te Scherpenisse -, Nieuw-Beierland C. H. Cal- lenbaoh te Dirksland; en naar Zoelmond W. ,G. van Doorne te St. Michiels-Gestel.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1895 | | pagina 5