N°. 306, 137s Jaargang. 1894 Zaterdag 29 December. Middelburg 28 December. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco/ 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. ■5! Tk ermoneter. Middelburg 28 Dec. 8 u. vm. 40 gr. m. 12 u. 42 gr-, av. 4 u. 41 gr. F. Verwacht W. wind. j Agenten te VlisaingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolttit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van NpuwENHUiJZEN en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evonals de advertentie-bureau^ van Ni/gh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Belinïante, te *s Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Joneb, opvolger. Adveitentiëa moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen In een beschouwing over de »Resultaten van de begrootingsdiscussie" zegt de Arnh. Ct., na erop gewezen te hebben, boe noodigbetis, met bet oog op onzen financieelen toestand en op de gebleken noodzakelijkheid tot invoe ring van nieuwe belastingen, groote zuinig heid te betrachten En wat is er geschied? Wél geteld zjjner op al de hoofdstukken der begrooting twintig amendementen voorgesteld, waarvan twee tot verbooging strekkende, buiten bespreking kun nen bljjven, van de achttien, die verlaging beoogden, werden er vier ingetrokken, een door de regeering overgenomen, negen ver worpen, vier aangenomen. Door deze aange nomen amendementen verminderden de uit gaven met ruim vier ton, op zichzelf een niet onaanzienlijk cjjfer, doeh onbeduidend gering in verhouding tot het totaal eindcjjfer van ruim 136 millioen. Door het overgenomen amendement onderging de begrooting wederom eene vermindering met f 175.000 voor de verschaffing van drinkwater in de stelling- Amsterdam (bp de vestingbegrooting), doch deze cjjferverandering stelt geen eigenlijke bezuiniging daar, omdat de bedoelde uitgaaf post alleen van de begrooting voor 1895 werd afgevoerd. Later komt hjj, in denzelfden of anderen vorm terug; hier geldt het uitstel, geen bezuiniging. De eenige amendementen van beteekenis, die aangenomen werden, zjjn die tot verwjjdering van den post voor een gerechtsgebouw te 's Gravenhage en dat tot uitstel van de credieten voor nieuw geschut; zjj gaven den minister van financiën alleen aan leiding om zjjne aanvrage tot het uitgeven van schatkistbiljetten of promessen van ruim 8 millioen (het geraamd begrootingstekort) met zes ton te verminderen, maar zullen niet voorkomen dat in een volgend dienstjaar de voor die doeleinden thans afgevoerde sommen weder worden geraamd en toegestaandenke- ljjk zullen wjj ze wel tot een hooger bedrag terugzien, zoodat het uitstel ten slotte nog tot hoogere uitgaven leidt dat is zoo de gewone loop van zaken. De tweede teleurstelling van het begrootings- debat treft ons in ons politiek gevoel dat woord gebezigd in een anderen zin dan dien van de kleine politiek van den dag. Op de natuurljjke incompatibilité d'humeur, die bet naast elkander zitting nemen van eenigen der tegenwoordige ministers niet heeft belet, of schoon zjj zelf gedwongen zjjn geweest te erkennen dat ze eene vruchtbare samenwerking beletten moest, zullen wjj thans niet wjjzen ook niet op den verlammenden invloed dien op de regeering de kamermeerderheid uitoe fent, die mede wordt geplaagd door dezelfde lastige, de vrjje beweging belemmerende kwaal. Wjj betreuren het echter, dat dit begrootings- debat zoo weinig heeft opgeleverd voor de toekomstige wetgeving. Er zjjn, dit weten wjj wel, zeer lange verlangljjsten van wetteljjke regeling gegeven, maar het is gebleken dat de voornemens der regeering, om trouwens wel bekende, hierboven reeds aangeduide goede redenen, tot de hier en daar bestaande verwach tingen niet in verhouding staan. Had de regee ring zich nu strikt bepaald tot dit eigenlijk politiek deel van bare taak, kiesrecht-, perso neel- en gemeente-financiën, daartegen zou niets te zeggen zjjn. Men zou er in moeten berusten, dat wegens »de omstandigheden" vele gewichtige volksbelangen tjjdeljjk rusten blevenmaar bet is niet goed te keuren, dat de regeering slechts op éen enkel punt van de omstandigheden geboden terug houding afwgfi' -S? wel °P het militair gebied. De geweren-kwestie^ voor zich zelve spreken, maar bjj deze begrooting is, trouwens meer voorkomend, doch niettemin zeer bedenkeljjke, vorm van joyeuse entrêe van een nieuw minister, weder ten koste van veel geld een nieuw systeem van oorlog' schepen aangenomen, terwjjl de Tweede kamer, hoewel met eene geringe meerderheid (46 tegen 43 stemmen, door verwerping van bet amendement-Bahlmann op artikel 17 van hoofdstuk VI) aan die kostbare verandering van systeem bare volle goedkeuring heeft verleend Stelden wjj eenigen tjjd geleden aan den minister van koloniën in 't bjj zonder de vraag, of er dan in Indië niets anders te verbeteren en te hervormen is dan in 't financiëele, aan de Nederlandsche regeering in het algemeen kunnen wjj de vraag stellen of er dan alleen op het militair gebied hervormingen noodig sjjn, die belastingschuldigen millioenen bjj jpilliaflnnn zullen kosten en toch, wegens de afwisselende denkbeelden der opvolgende mi litaire ministers, nimmer een goed samenhan gend geheel zullen opleveren. Wie de be- grooting bestudeert, moet tot deze vraag wel komende eenige doeleinden, waarvoor in het jaar 1895 groote sommen uit de schatkist zul len besteed worden, zyn de aanmaak van materiëel voor vloot en leger. Groote resultaten heeft dit debat van vele weken niet gehad: belangrijke onderwerpen, bij deze gelegenheid eene behandeling ten volle waard, werden in den vorm van motiën van orde tot nadere behandeling opgelegd. Zelfs om over eene wjjziging van de bandels- politiek te spreken, daarvoor vond de Kamer in het lange begrootingsdebat met zijne ontel bare kleine onderwerpjes geen tyd. En toch gaf bet aangekondigd voornemen van den Minister van Financieën, om tot versterking van middelen bjj het tarief van invoerrechten heul te zoeken, aanleiding genoeg tot eene principieele en wetenschappelijke gedachten- wisseling over een onderwerp, dat wel eene levensvraag voor de natie genoemd mag worden. In zijne memorie van beantwoording op het verslag der Eerste kamer over het hoofdstuk koloniën der staatsbegrooting zegt de minister Aan het flink en onverschrokken optreden van den Gouverneur-generaal, na de noodlot tige gebeurtenissen op Lombok op 25/26 Au gustus kan ook naar de meening van den mi nister niet genoeg hulde worden gebracht. Niet minder toch dan aan het beleid en den moed der expeditionaire macht, is aan de geest kracht van den landvoogd de gunstige afloop der expeditie te danken. Aan een eigenljjk onderzoek naar de oorza ken van den aanvankelijk op Lombok onder vonden tegenspoed kan eerst gedacht worden als de zaken op het eiland een stabiel karak ter hebben verkregen en zjj, wier tegenwoor digheid thans op Lombok niet kan worden gemist, den Gouverneur-generaal persoonlyk kunnen inlichten omtrent alles wat ophelde ring behoeft. Volgens telegram uit Batavia aan de N. R. Crt. is eene expeditie naar Karang Asem in het begin van Jannari waarschjjnljjk. Dit bericht staat hoogst vermoedeljjk in verband met de weigering van Djilantik om naar Batavia te komen, zonder vooraf onze bedoelingen te kennen. Alweer een expeditie dus Zou dit niet vermeden zyn, wanneer men Djilantik niet had laten vertrekken Het bericht dat de afgezette Badja Silang van Tamiang zich aan ons heeft overgegeven is, volgens het Hbld, van groote beteekenis voor de tabaksondernemingen op de Oostkust van Sumatra, welke in den laatsten tijd telkens bedreigd werden door benden van Atjehers, bjj welke zich van de velerlei hoof den van Tamiang, sommigen, al of niet ge dwongen, hadden aangesloten. Tamiang scheidt de Atjehsche landen van Langkat en Deli, en bestaat uit verschillende rjjkjes, die onderling overhoop liggen. Radja Silang, in het bericht genoemd, is de oudste zoon van den radja van noordelyk Boven-Tami- ang, den kedjoeroeang Karang, en was tevens feitelyk bestuurder van dat gedeelte. Hjj bad zich bjj de Atjehers aangesloten en als voorwaar de van zjjn afscheiding van dezen gesteld dat een ander deel van Tamiang aan hem zou worden afgestaan. Daarin kon niet worden getreden. Anderhalf jaar geleden kwam radja Karang, de vader, te Seroeway, waar de Nederlandscbe controleur is gevestigd, vergiffenis vragen en toen werd als voorwaarde gesteld dat zjjn zoon en een ander hoofd zich eerst moesten onderwer pen. Dit geschiedde echter nietintegendeel werd een ander Tamiangsch hoofd, die zich vrienschappelijk gezind toonde, door toedoen van Silang verraderij; k gedood. ~~5garop is Karang van het bestuur vervallen verklaard, niet uitsluiting ook van zyn afstam melingen, en werd er in overleg met eenige hoofden een ander, Tandil genaamd, tot radja aangesteld. In September 1893 is door een expeditie uit Seroeway radja Silang verdreven en zyn huis verbrand. Sedert heeft hjj een soort van guerilla gevoerd, zonder zich aan ernstige gevechten te wagen. De vorige mail bracht het bericht dat de afgezette radja Karang door luitenant Helders gevangen was genomen. Nu heeft ook de zoon, radja Silang, zich overgegeven. Daardoor bestaat uitzicht dat de rust in Tamiang weldra geheel hersteld zal zyn. De N. R. Crt herinnert er aan, dat dit bericht geen nieuws bevat. Reeds in de Staatscourant yan 18 dezer kwam het volgende bericht voor: «Bljjkens een heden hjj het depai temen f van koloniën ontvangen jelegram van den gouverneur-generaal van hoeder, andsch-Indië, heeft de hoofdleider van het verzet tegen het Nederlands ch gezag in Boven-Tamiang (resi dentie Sumatra's Oostkust), radja Silang, zich met zijnen broeder, radja Oemar, onvoorwaar delijk aan ons bestuur overgegeven". Het verslag omtrent de voornaamste ge beurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 6 tot en met 19 Nov., bevat omtrent G r o o t-A t j e h, de Oost- en Westkust niets belangrijks. Ter N oordkust werd door 3 van de 4 hoofden van het aan Tjoenda onderhoorige landschap Boeloeh aan hunnen vorst de oor log verklaard, uit misnoegen over de door dezen aan het bestuur betoonde medewerking om de door de deserteurs Crawford en Jenne- kens den 25en Juli medegenomen Beaumont- geweren in handen te krjjgen. In den nacht yan 14 op 15 Nov. omsingelden zy de Tjoendasche kampong Bandar en had den zij die ïeeds gedeeltelijk in de asch ge legd, toen zy door den vorst werden terug gedreven. Te Telok Semawé was de toestand gunstig. De politieke toestand bleef over het alge meen zeer bevredigend. De weersgesteldheid was regenachtig, meestal gepaard met Oostelijke winden. De gezondheidstoestand was op de zeeposten ter Westkust beterende; ter Noord- en Oost kust minder goed. In Groot-Atjeh was hy over het algemeen ongunstiger. Het gemiddelde ziektecyfer bedroeg 26 tegen 19 en dat van de beri-beri 14 tegen 9 ge durende den vorigen verslagtjjd. Het sterfteejjfer was hooger. Yolgensbericht uit Tamiang werd aldaar, onder politiegeleide, van Seroewajj aangebracht Radja Oemar, een zoon van T. Karang, broeder van Silang, die indertyd naar de Gajoelanden uitgeweken was. Daar wilde men hem naar het schjjnt niet langer herbergen, en hem bleef dus anders geen uitweg, als ztch aan ons over te geven. Hjj kwam in gezelschap van zjjn moeder en van zjjn twee zusters en is thans onder politietoezicht, tot nader over zyn lot zal zyn beslist. uitzondering noodzakelijk acht en persoonlyk toepast. Bjj kon. besluit is benoemd tot notaris binnen het arrondis sement Winschoten, ter standplaats de gemeen te Winschoten, G. Fontein, candidaat-notaris te Appingedam is met ingang van 1 Jan. aan den luitenant kolonel G. J. Engelen, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit de betrekking van militie- commissaris in het 2de militiedistrict van Lim burg en zyn, met ingang van 1 Jan. a. s., benoemd bjj de koninklijke Nederlandsche marine reserve, tot adelborst der 1ste klasse de heer R. Berkelbach van der Sprenkel, en tot buiten gewoon adelborst de heeren W. Krol en H. Smitt. De Staatscourant van heden bevat het kon. besluit van den 6den dezer Staatsblad no 177) tot regeling van de assimilatie van de rangen der consulaire ambtenaren met die der officie ren der Nederlandsche zeemacht. De Ned. Ver. tot voorkoming van ongeluk ken in fabrieken en werkplaatsen heeft tot de Tweede kamer het verzoek gericht, hjj de regeering aan te dringen op het benoemen van eene staatscommissie, wier taak zou moe ten zyn te onderzoeken, op welke grondslagen eene algemeene pensioenverzekering voor den ouden werkman zou behooren te worden ge vestigd, en tevens er op te willen wjjzen, dat niet mag worden uitgesloten een onderzoek naar de mogelykheid eener geljjkvoudige, en zoo mogeljjk gecombineerde, organisatie voor deze verzekering en voor die tegen de gevol gen van ongelukken, voor zoover deze levens lang drukken, hetzjj op den verzekerde, hetzjj door diens overlyden, op zyn recht-verkry- genden. De minister van binnen! andsche zaken heeft een schrjjven gericht tot Ged. Staten der ver schillende provinciën, waarin gezegd wordt dat bjj het aangaan van nieuwe of bjj het her nieuwen van bestaande overeenkomsten tus- schen de provincie en het bestuur van een krankzinnigengesticht, daarin de bepaling moet worden opgenomen, dat op patiënten zoo min mogeljjk dwangmiddelen aan den ljjve aange wend zullen mogen worden, en in geen geval andere dan de behandelende geneesheer der inrichting veor elk geval in het by zonder bjj RADICALE BOKT». Men schrjjft ons uit Amsterdam: Onder leiding van den heer C. V. Gerritsen werd Woensdag in Odéon alhier de jaarver gadering gehouden van de aigevaardigden van afdeelingen van den. Radicalen bond. Het lezen der notulen van de twee voorgaande vergaderingen en de aanmerkingen, daarop door den heer Treub gemaakt, vereischten een vol uur. Deze zeide nl., dat de motie, door hem op de vergadering te Leeuwarden gesteld, niet juist teruggegeven was, zoodat de be doeling er mede niet duidelyk uitkwam. Hjj zou echter straks wel op de zaak terugkomen. De heer Frowein (Den Helder) wenschte de pers bjj de bespreking van het fusie-denkbeeld niet tegenwoordig te zien, welk idee de voor zitter bestreed, op grond dat de zaak reeds in de pers behandeld was. Uit de mededeelingen aangaande de werk zaamheden des bestuurs in het afgeloopen jaar bleek o. a., dat na veel moeite koninkljjke goedkeuring op de statuten verkregen was. Voorts dat op vele plaatsen des lands, o. a. Zaandam, Winschoten. Schagen, vereenigingen waren opgericht, die, ofschoon onder een anderen naam dan dien van den bond, zyn program öf geheel öf gedeeltelijk hadden overgenomen. Pogingen, door het bestuur aangewend, om op de richting van de Amsterdammer, Dag blad voor Nederland, na 1 October invloed te verkrygen, waren mislukt, welke mededee- ling een kort, tot niets leidend debat uit lokte tusschen de heeren Treub en Van Loenen Martinet eener-, en den voorzitter ander zjj ds- Ook de meöedeeling, dat het program, in de vorige vergadering opgemaakt, aan het oordeel van het referendum onderworpen en vastgesteld was, gaf aanleiding tot een breed voerige discussie. Mr Treub betoogde dat be doeld program niet behoorlyk overwogen of besproken was en stelde als motie voor dat het in eene volgende vergadering zou worden «herzien". Het resultaat van het debat was dat het in eene volgende vergadering opnieuw zal worden «behandeld". De rekening over 't afgeloopen sloot met een batig saldo van f 1.65 tegen een verlies van f 200 in 't vorig jaar. Zjj werd goedge keurd. Als plaats der volgende vergadering werd Den Haag aangewezen. In de plaats der aftredenden niet herkies bare bestuursleden, de heeren Kaptejjn, Stoel en Sampon werden gekozen 6 e heeren W. Tams te Bellingwolde, C. de Goede Hzn te Purmerend en E. Bonsema te Groningen. Mr Z. van den Bergh leidde hierop de be spreking in van het fusie-denkbeeld. Het eerst geopperd in de liberale Nederlander van 12 Mei 11., werd in het nommer van 23, zelfde blad, een grondslag voor ineensmelting der radicale partjj met enkele andere, nog niet ge vormde of georganiseerde groepen aangegeven. Wie de voorstellers waren, en of zy algemeen kiesrecht, beperkt binnen de grondwet, zooals mr Treub, wenschen, wist men niet. Men had dus niet te doen met eene bepaalde party er bleef dus enkel over te spreken van eene pbilosophie van een fusie-denkbeeld. En dan zoo philosopheerende zou men kun nen vragen of de radicale partjj zou kunnen samengaan en samenwerken met enkele ka merleden van den linkervleugel der linkerzjjde met hun aanhang in den lande Het kan niet ontkend worden, daar waren er onder mannen van talent, van gaven en die ook goederen bezaten, die de radicalen onder de liberalen zouden kunnen genoemd worden, en het samengaan en samenwerken van de leiders der radicale partjj met die mannen zou hy wel gewenscht achten, omdat leidende eenheid in de radicale party ontbreekt. Doch voor die samenwerking behoefde geen nieuwe partjj gevormd te worden, daardoor zou men het volk, welks zaak de radicale party voorstaat, van zich afstooten. Gaarne zou bij zien dat die radicalen uit de liberalen naar dezen Bond overgingen, en dien over gang zou hjj hun wel gemakkeljjk willen maken, door b. v. uit het program weg te nemen «afschaffing der Eerste kamer, enz." Ook zou het bestuur ten behoeve der heeren wel willen aftreden, als zjj maar radicalen willen heeten. Maar op die voorwaarde ook alleen. De naam moest behouden bljjven Door den voorzitter werd er uitdrukkeljjk op gewezen, dat de heer Van den Bergh ge heel persoonlyk had gesproken en niet namens het bestuur. Mr Treub hield vervolgens eene lange rede Hy verdedigde bet denkbeeld eener fusie met de mannon als Kerdjjk c. s. Hjj noemde het door den heer Van den Bergh gesprokene van zulk een persoon! jj ken aard, zoo klein dat bjj slechts er op wyzen, niet verder over spreken wilde. Wat z. i. het zich plaatsen op het stand punt van de grondwet betreft, dit werd door den inleider zeer goed teruggeven de herr Treub is tot dit denkbeeld toegetreden, temeer omdat hetgeen door de fractie-Kerdijk i» ge zegd zich volkomen aansluit aan den Radi calen Bond. Niet van onzen kant toch, zeide hy, is op grondwetsherziening aangedrongen, maar wel van de zjjde der conservatieven en nog dezer dagen werd door den heer Lohman, als steun voor zyn conservatieve denkbeelden, geweze* op grondwetsherziening. In die val mogen de radicalen niet loopen. Wanneer zjj zeggen, omdat wjj voorstanders zyn van algemeen praktische sociale politiek, willen wjj daar niet aan beginnen, omdat wjj algemeen kiesrecht willen, dan voert men geen praktische sociale politiek. Dat is nooit het standpunt der radicalen geweest, en waarom is het nu zoo bjjzonder, vroeg de heer Treub, als hjj zegt, dat men algemeen kiesrecht in zyn program kan schrjj ven, zonder echter op grondwetsherziening aan te dringen Indien het blykt dat principieele punten, welke men direct practisoh wil doorvoeren, alleen kunnen geschieden door grondwetsher ziening, dan zou de fusie niet mogeljjk zyn. Maar men dient dan die punten aan te wjjzen. Is te voorzien dat binnen korten tyd grond wetsherziening noodig zal zyn, dan is het iets anders, maar hjj meent dat dit niet het geval is. De nieuwe party zal, zeide de heer Treub verder, geboren worden, wat door de verga dering ook besloten worde men behoeft zich niet te vereenigen met personen, maar zich alleen af te vragen, of de liberale partjj zich zelf niet bewust is geworden van haar ver deeldheid. En wanneer wjj nu in wording zien de splitsing van de liberale party, moeten wjj dan elkander niet afvragen, wanneer het voor het geschil niet anders zyn dan per soonlijke of historische motieven, of het niet beter zal wezen samen te gaan met hen, die principieel op denzelfden bodem staan? Wat zullen de werklieden zeggen, indien men wei gert met dezen samen te gaan. Zjj zullen eenvoudig antwoordendat is krakeel, geea politiek. De heer Treub erkende dat een paar jaren geleden plaats was voor de verwjjten, der geavanceerd liberale partjj toegeworpen; Maar kan men dit nu nog zeggen, na de kiesrechtbeweging? »Mjjne heeren, riep hjj uit, uwe geheele geschil komt daar vandaan, dat gy niet wilt inzien de gevolgen van het kiesrechtontwerp-Tak. Gjj wilt nu niet vragen om langs den besten weg tot het beBte doel te komen, omdat gjj de mannen niet tegemoet wilt komen, die ons, omdat wjj wat scherp en ruw waren, onfatsoenlijk hebben genoemd." Op welk oogenblik men zich moet vereeni gen of afscheiden is een kwestie van voe ling in de politiek. Het standpunt van den heer Van den Bergh houdt men tegenover het volk geen minuut uit. Men kan het niet wjja maken dat die fusie niet gewenscht zou zyn." Wat zou er dan te doen zyn? vroeg de heer Treub. En hjj antwoordde Nu de voor zitter het program een illustratie van art. 1 heeft genoemd, zullen de radicalen onder de liberalen tegen dat program geen bezwaar hebben. De heer Treub ontkende dat hy zelf be paalde personen op het oog heeft gehad, maar wel geavanceerd liberalen. Hjj heeft zelf strjjd tegen dezen gevoerd, zoolang die strjjd moest gevoerd worden. Maar nu de vruchten van den strjjd kunnen geoogst worden, zou het dwaas zyn, niet samen te gaan, vooral ook omdat deze mannen zulk een groot deel der kiezers achter zich hebben. Hebben wjj, radicalen, vroeg hy, niet telkens en telkenB op een nieuwe partyverdeeling aangedrongen De tyd is niet gekomen om een fusie voor te stellen met bepaalde personen, maar wel tot het doen van een voorstel, om, zoodra de linkerzjjde zich afscheidt en ook een program opstelt in democratischen geest, deze voor te stellen om samen te gaan. Uit den bond moet een stem opgaan, die samenwerking beoogt, waar de beginselen het niet verhinderen. De heer Trosé (Utrecht), die na den heer Treub het woord voerde, wenschte »de heeren niet te koopenten koRte van het woord ra dicaal, terwjjl de heer Frowein al bitter wei nig om dat woord gaf. Waar geen principi eel verschil bestaat, moest naar samenwerking worden gestreefd. Nadat de heer Van den Bergh kort gere-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1