N°. 306,
137s Jaargang.
1894
Zaterdag
29 December.
Middelburg 28 December.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco/ 2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
■5!
Tk ermoneter.
Middelburg 28 Dec. 8 u. vm. 40 gr.
m. 12 u. 42 gr-, av. 4 u. 41 gr. F.
Verwacht W. wind.
j Agenten te VlisaingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolttit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te Tholen: W. A. van NpuwENHUiJZEN en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evonals de advertentie-bureau^ van Ni/gh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Belinïante, te *s Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Joneb, opvolger.
Adveitentiëa
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
In een beschouwing over de »Resultaten
van de begrootingsdiscussie" zegt de Arnh. Ct.,
na erop gewezen te hebben, boe noodigbetis,
met bet oog op onzen financieelen toestand
en op de gebleken noodzakelijkheid tot invoe
ring van nieuwe belastingen, groote zuinig
heid te betrachten
En wat is er geschied? Wél geteld zjjner
op al de hoofdstukken der begrooting twintig
amendementen voorgesteld, waarvan twee tot
verbooging strekkende, buiten bespreking kun
nen bljjven, van de achttien, die verlaging
beoogden, werden er vier ingetrokken, een
door de regeering overgenomen, negen ver
worpen, vier aangenomen. Door deze aange
nomen amendementen verminderden de uit
gaven met ruim vier ton, op zichzelf een niet
onaanzienlijk cjjfer, doeh onbeduidend gering
in verhouding tot het totaal eindcjjfer van
ruim 136 millioen. Door het overgenomen
amendement onderging de begrooting wederom
eene vermindering met f 175.000 voor de
verschaffing van drinkwater in de stelling-
Amsterdam (bp de vestingbegrooting), doch
deze cjjferverandering stelt geen eigenlijke
bezuiniging daar, omdat de bedoelde uitgaaf
post alleen van de begrooting voor 1895 werd
afgevoerd. Later komt hjj, in denzelfden of
anderen vorm terug; hier geldt het uitstel,
geen bezuiniging. De eenige amendementen
van beteekenis, die aangenomen werden, zjjn
die tot verwjjdering van den post voor een
gerechtsgebouw te 's Gravenhage en dat tot
uitstel van de credieten voor nieuw geschut;
zjj gaven den minister van financiën alleen aan
leiding om zjjne aanvrage tot het uitgeven
van schatkistbiljetten of promessen van ruim
8 millioen (het geraamd begrootingstekort)
met zes ton te verminderen, maar zullen niet
voorkomen dat in een volgend dienstjaar de
voor die doeleinden thans afgevoerde sommen
weder worden geraamd en toegestaandenke-
ljjk zullen wjj ze wel tot een hooger bedrag
terugzien, zoodat het uitstel ten slotte nog
tot hoogere uitgaven leidt dat is zoo de
gewone loop van zaken.
De tweede teleurstelling van het begrootings-
debat treft ons in ons politiek gevoel dat
woord gebezigd in een anderen zin dan dien
van de kleine politiek van den dag. Op de
natuurljjke incompatibilité d'humeur, die bet
naast elkander zitting nemen van eenigen der
tegenwoordige ministers niet heeft belet, of
schoon zjj zelf gedwongen zjjn geweest te
erkennen dat ze eene vruchtbare samenwerking
beletten moest, zullen wjj thans niet wjjzen
ook niet op den verlammenden invloed dien
op de regeering de kamermeerderheid uitoe
fent, die mede wordt geplaagd door dezelfde
lastige, de vrjje beweging belemmerende kwaal.
Wjj betreuren het echter, dat dit begrootings-
debat zoo weinig heeft opgeleverd voor de
toekomstige wetgeving. Er zjjn, dit weten wjj
wel, zeer lange verlangljjsten van wetteljjke
regeling gegeven, maar het is gebleken dat de
voornemens der regeering, om trouwens wel
bekende, hierboven reeds aangeduide goede
redenen, tot de hier en daar bestaande verwach
tingen niet in verhouding staan. Had de regee
ring zich nu strikt bepaald tot dit eigenlijk
politiek deel van bare taak, kiesrecht-, perso
neel- en gemeente-financiën, daartegen zou
niets te zeggen zjjn. Men zou er in moeten
berusten, dat wegens »de omstandigheden"
vele gewichtige volksbelangen tjjdeljjk rusten
blevenmaar bet is niet goed te keuren, dat
de regeering slechts op éen enkel punt van
de omstandigheden geboden terug
houding afwgfi' -S? wel °P het militair gebied.
De geweren-kwestie^ voor zich zelve
spreken, maar bjj deze begrooting is,
trouwens meer voorkomend, doch niettemin
zeer bedenkeljjke, vorm van joyeuse entrêe
van een nieuw minister, weder ten koste
van veel geld een nieuw systeem van oorlog'
schepen aangenomen, terwjjl de Tweede kamer,
hoewel met eene geringe meerderheid (46
tegen 43 stemmen, door verwerping van bet
amendement-Bahlmann op artikel 17 van
hoofdstuk VI) aan die kostbare verandering van
systeem bare volle goedkeuring heeft verleend
Stelden wjj eenigen tjjd geleden aan den
minister van koloniën in 't bjj zonder de vraag,
of er dan in Indië niets anders te verbeteren
en te hervormen is dan in 't financiëele, aan
de Nederlandsche regeering in het algemeen
kunnen wjj de vraag stellen of er dan alleen
op het militair gebied hervormingen noodig
sjjn, die belastingschuldigen millioenen bjj
jpilliaflnnn zullen kosten en toch, wegens de
afwisselende denkbeelden der opvolgende mi
litaire ministers, nimmer een goed samenhan
gend geheel zullen opleveren. Wie de be-
grooting bestudeert, moet tot deze vraag wel
komende eenige doeleinden, waarvoor in het
jaar 1895 groote sommen uit de schatkist zul
len besteed worden, zyn de aanmaak van
materiëel voor vloot en leger.
Groote resultaten heeft dit debat van vele
weken niet gehad: belangrijke onderwerpen,
bij deze gelegenheid eene behandeling ten
volle waard, werden in den vorm van motiën
van orde tot nadere behandeling opgelegd.
Zelfs om over eene wjjziging van de bandels-
politiek te spreken, daarvoor vond de Kamer
in het lange begrootingsdebat met zijne ontel
bare kleine onderwerpjes geen tyd. En toch
gaf bet aangekondigd voornemen van den
Minister van Financieën, om tot versterking
van middelen bjj het tarief van invoerrechten
heul te zoeken, aanleiding genoeg tot eene
principieele en wetenschappelijke gedachten-
wisseling over een onderwerp, dat wel eene
levensvraag voor de natie genoemd mag worden.
In zijne memorie van beantwoording op het
verslag der Eerste kamer over het hoofdstuk
koloniën der staatsbegrooting zegt de minister
Aan het flink en onverschrokken optreden
van den Gouverneur-generaal, na de noodlot
tige gebeurtenissen op Lombok op 25/26 Au
gustus kan ook naar de meening van den mi
nister niet genoeg hulde worden gebracht.
Niet minder toch dan aan het beleid en den
moed der expeditionaire macht, is aan de geest
kracht van den landvoogd de gunstige afloop
der expeditie te danken.
Aan een eigenljjk onderzoek naar de oorza
ken van den aanvankelijk op Lombok onder
vonden tegenspoed kan eerst gedacht worden
als de zaken op het eiland een stabiel karak
ter hebben verkregen en zjj, wier tegenwoor
digheid thans op Lombok niet kan worden
gemist, den Gouverneur-generaal persoonlyk
kunnen inlichten omtrent alles wat ophelde
ring behoeft.
Volgens telegram uit Batavia aan de N. R.
Crt. is eene expeditie naar Karang Asem in
het begin van Jannari waarschjjnljjk.
Dit bericht staat hoogst vermoedeljjk in
verband met de weigering van Djilantik om
naar Batavia te komen, zonder vooraf onze
bedoelingen te kennen.
Alweer een expeditie dus
Zou dit niet vermeden zyn, wanneer men
Djilantik niet had laten vertrekken
Het bericht dat de afgezette Badja Silang
van Tamiang zich aan ons heeft overgegeven
is, volgens het Hbld, van groote beteekenis
voor de tabaksondernemingen op de Oostkust
van Sumatra, welke in den laatsten tijd
telkens bedreigd werden door benden van
Atjehers, bjj welke zich van de velerlei hoof
den van Tamiang, sommigen, al of niet ge
dwongen, hadden aangesloten.
Tamiang scheidt de Atjehsche landen van
Langkat en Deli, en bestaat uit verschillende
rjjkjes, die onderling overhoop liggen. Radja
Silang, in het bericht genoemd, is de oudste
zoon van den radja van noordelyk Boven-Tami-
ang, den kedjoeroeang Karang, en was tevens
feitelyk bestuurder van dat gedeelte. Hjj bad
zich bjj de Atjehers aangesloten en als voorwaar
de van zjjn afscheiding van dezen gesteld dat
een ander deel van Tamiang aan hem zou worden
afgestaan. Daarin kon niet worden getreden.
Anderhalf jaar geleden kwam radja Karang,
de vader, te Seroeway, waar de Nederlandscbe
controleur is gevestigd, vergiffenis vragen en
toen werd als voorwaarde gesteld dat zjjn zoon
en een ander hoofd zich eerst moesten onderwer
pen. Dit geschiedde echter nietintegendeel
werd een ander Tamiangsch hoofd, die zich
vrienschappelijk gezind toonde, door toedoen
van Silang verraderij; k gedood.
~~5garop is Karang van het bestuur vervallen
verklaard, niet uitsluiting ook van zyn afstam
melingen, en werd er in overleg met eenige
hoofden een ander, Tandil genaamd, tot radja
aangesteld. In September 1893 is door een
expeditie uit Seroeway radja Silang verdreven
en zyn huis verbrand. Sedert heeft hjj een
soort van guerilla gevoerd, zonder zich aan
ernstige gevechten te wagen.
De vorige mail bracht het bericht dat de
afgezette radja Karang door luitenant Helders
gevangen was genomen. Nu heeft ook de
zoon, radja Silang, zich overgegeven. Daardoor
bestaat uitzicht dat de rust in Tamiang weldra
geheel hersteld zal zyn.
De N. R. Crt herinnert er aan, dat dit
bericht geen nieuws bevat. Reeds in de
Staatscourant yan 18 dezer kwam het volgende
bericht voor:
«Bljjkens een heden hjj het depai temen f
van koloniën ontvangen jelegram van den
gouverneur-generaal van hoeder, andsch-Indië,
heeft de hoofdleider van het verzet tegen het
Nederlands ch gezag in Boven-Tamiang (resi
dentie Sumatra's Oostkust), radja Silang, zich
met zijnen broeder, radja Oemar, onvoorwaar
delijk aan ons bestuur overgegeven".
Het verslag omtrent de voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh en
onderhoorigheden, loopende van 6 tot en met
19 Nov., bevat omtrent G r o o t-A t j e h, de
Oost- en Westkust niets belangrijks.
Ter N oordkust werd door 3 van de
4 hoofden van het aan Tjoenda onderhoorige
landschap Boeloeh aan hunnen vorst de oor
log verklaard, uit misnoegen over de door
dezen aan het bestuur betoonde medewerking
om de door de deserteurs Crawford en Jenne-
kens den 25en Juli medegenomen Beaumont-
geweren in handen te krjjgen.
In den nacht yan 14 op 15 Nov. omsingelden
zy de Tjoendasche kampong Bandar en had
den zij die ïeeds gedeeltelijk in de asch ge
legd, toen zy door den vorst werden terug
gedreven.
Te Telok Semawé was de toestand gunstig.
De politieke toestand bleef over het alge
meen zeer bevredigend.
De weersgesteldheid was regenachtig, meestal
gepaard met Oostelijke winden.
De gezondheidstoestand was op de zeeposten
ter Westkust beterende; ter Noord- en Oost
kust minder goed.
In Groot-Atjeh was hy over het algemeen
ongunstiger.
Het gemiddelde ziektecyfer bedroeg 26 tegen
19 en dat van de beri-beri 14 tegen 9 ge
durende den vorigen verslagtjjd.
Het sterfteejjfer was hooger.
Yolgensbericht uit Tamiang werd aldaar,
onder politiegeleide, van Seroewajj aangebracht
Radja Oemar, een zoon van T. Karang, broeder
van Silang, die indertyd naar de Gajoelanden
uitgeweken was. Daar wilde men hem naar het
schjjnt niet langer herbergen, en hem bleef
dus anders geen uitweg, als ztch aan ons over
te geven. Hjj kwam in gezelschap van zjjn
moeder en van zjjn twee zusters en is thans
onder politietoezicht, tot nader over zyn lot
zal zyn beslist.
uitzondering noodzakelijk acht en persoonlyk
toepast.
Bjj kon. besluit
is benoemd tot notaris binnen het arrondis
sement Winschoten, ter standplaats de gemeen
te Winschoten, G. Fontein, candidaat-notaris
te Appingedam
is met ingang van 1 Jan. aan den luitenant
kolonel G. J. Engelen, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend uit de betrekking van militie-
commissaris in het 2de militiedistrict van Lim
burg en
zyn, met ingang van 1 Jan. a. s., benoemd
bjj de koninklijke Nederlandsche marine
reserve, tot adelborst der 1ste klasse de heer
R. Berkelbach van der Sprenkel, en tot buiten
gewoon adelborst de heeren W. Krol en H.
Smitt.
De Staatscourant van heden bevat het kon.
besluit van den 6den dezer Staatsblad no 177)
tot regeling van de assimilatie van de rangen
der consulaire ambtenaren met die der officie
ren der Nederlandsche zeemacht.
De Ned. Ver. tot voorkoming van ongeluk
ken in fabrieken en werkplaatsen heeft tot
de Tweede kamer het verzoek gericht, hjj de
regeering aan te dringen op het benoemen
van eene staatscommissie, wier taak zou moe
ten zyn te onderzoeken, op welke grondslagen
eene algemeene pensioenverzekering voor den
ouden werkman zou behooren te worden ge
vestigd, en tevens er op te willen wjjzen, dat
niet mag worden uitgesloten een onderzoek
naar de mogelykheid eener geljjkvoudige, en
zoo mogeljjk gecombineerde, organisatie voor
deze verzekering en voor die tegen de gevol
gen van ongelukken, voor zoover deze levens
lang drukken, hetzjj op den verzekerde, hetzjj
door diens overlyden, op zyn recht-verkry-
genden.
De minister van binnen! andsche zaken heeft
een schrjjven gericht tot Ged. Staten der ver
schillende provinciën, waarin gezegd wordt
dat bjj het aangaan van nieuwe of bjj het her
nieuwen van bestaande overeenkomsten tus-
schen de provincie en het bestuur van een
krankzinnigengesticht, daarin de bepaling moet
worden opgenomen, dat op patiënten zoo min
mogeljjk dwangmiddelen aan den ljjve aange
wend zullen mogen worden, en in geen geval
andere dan de behandelende geneesheer der
inrichting veor elk geval in het by zonder bjj
RADICALE BOKT».
Men schrjjft ons uit Amsterdam:
Onder leiding van den heer C. V. Gerritsen
werd Woensdag in Odéon alhier de jaarver
gadering gehouden van de aigevaardigden van
afdeelingen van den. Radicalen bond. Het
lezen der notulen van de twee voorgaande
vergaderingen en de aanmerkingen, daarop
door den heer Treub gemaakt, vereischten een
vol uur. Deze zeide nl., dat de motie, door
hem op de vergadering te Leeuwarden gesteld,
niet juist teruggegeven was, zoodat de be
doeling er mede niet duidelyk uitkwam. Hjj
zou echter straks wel op de zaak terugkomen.
De heer Frowein (Den Helder) wenschte de
pers bjj de bespreking van het fusie-denkbeeld
niet tegenwoordig te zien, welk idee de voor
zitter bestreed, op grond dat de zaak reeds
in de pers behandeld was.
Uit de mededeelingen aangaande de werk
zaamheden des bestuurs in het afgeloopen jaar
bleek o. a., dat na veel moeite koninkljjke
goedkeuring op de statuten verkregen was.
Voorts dat op vele plaatsen des lands, o. a.
Zaandam, Winschoten. Schagen, vereenigingen
waren opgericht, die, ofschoon onder een
anderen naam dan dien van den bond, zyn
program öf geheel öf gedeeltelijk hadden
overgenomen.
Pogingen, door het bestuur aangewend, om
op de richting van de Amsterdammer, Dag
blad voor Nederland, na 1 October invloed
te verkrygen, waren mislukt, welke mededee-
ling een kort, tot niets leidend debat uit
lokte tusschen de heeren Treub en Van Loenen
Martinet eener-, en den voorzitter ander zjj ds-
Ook de meöedeeling, dat het program, in
de vorige vergadering opgemaakt, aan het
oordeel van het referendum onderworpen en
vastgesteld was, gaf aanleiding tot een breed
voerige discussie. Mr Treub betoogde dat be
doeld program niet behoorlyk overwogen of
besproken was en stelde als motie voor dat
het in eene volgende vergadering zou worden
«herzien". Het resultaat van het debat was
dat het in eene volgende vergadering opnieuw
zal worden «behandeld".
De rekening over 't afgeloopen sloot met
een batig saldo van f 1.65 tegen een verlies
van f 200 in 't vorig jaar. Zjj werd goedge
keurd. Als plaats der volgende vergadering
werd Den Haag aangewezen.
In de plaats der aftredenden niet herkies
bare bestuursleden, de heeren Kaptejjn, Stoel
en Sampon werden gekozen 6 e heeren W.
Tams te Bellingwolde, C. de Goede Hzn te
Purmerend en E. Bonsema te Groningen.
Mr Z. van den Bergh leidde hierop de be
spreking in van het fusie-denkbeeld. Het
eerst geopperd in de liberale Nederlander van
12 Mei 11., werd in het nommer van 23, zelfde
blad, een grondslag voor ineensmelting der
radicale partjj met enkele andere, nog niet ge
vormde of georganiseerde groepen aangegeven.
Wie de voorstellers waren, en of zy algemeen
kiesrecht, beperkt binnen de grondwet, zooals
mr Treub, wenschen, wist men niet. Men had
dus niet te doen met eene bepaalde party
er bleef dus enkel over te spreken van eene
pbilosophie van een fusie-denkbeeld.
En dan zoo philosopheerende zou men kun
nen vragen of de radicale partjj zou kunnen
samengaan en samenwerken met enkele ka
merleden van den linkervleugel der linkerzjjde
met hun aanhang in den lande Het kan
niet ontkend worden, daar waren er onder
mannen van talent, van gaven en die ook
goederen bezaten, die de radicalen onder de
liberalen zouden kunnen genoemd worden,
en het samengaan en samenwerken van de
leiders der radicale partjj met die mannen
zou hy wel gewenscht achten, omdat leidende
eenheid in de radicale party ontbreekt.
Doch voor die samenwerking behoefde geen
nieuwe partjj gevormd te worden, daardoor
zou men het volk, welks zaak de radicale
party voorstaat, van zich afstooten. Gaarne
zou bij zien dat die radicalen uit de liberalen
naar dezen Bond overgingen, en dien over
gang zou hjj hun wel gemakkeljjk willen
maken, door b. v. uit het program weg te
nemen «afschaffing der Eerste kamer, enz."
Ook zou het bestuur ten behoeve der heeren
wel willen aftreden, als zjj maar radicalen
willen heeten. Maar op die voorwaarde ook
alleen. De naam moest behouden bljjven
Door den voorzitter werd er uitdrukkeljjk
op gewezen, dat de heer Van den Bergh ge
heel persoonlyk had gesproken en niet namens
het bestuur.
Mr Treub hield vervolgens eene lange rede
Hy verdedigde bet denkbeeld eener fusie met
de mannon als Kerdjjk c. s. Hjj noemde het
door den heer Van den Bergh gesprokene van
zulk een persoon! jj ken aard, zoo klein dat bjj
slechts er op wyzen, niet verder over spreken
wilde.
Wat z. i. het zich plaatsen op het stand
punt van de grondwet betreft, dit werd door
den inleider zeer goed teruggeven de herr
Treub is tot dit denkbeeld toegetreden, temeer
omdat hetgeen door de fractie-Kerdijk i» ge
zegd zich volkomen aansluit aan den Radi
calen Bond.
Niet van onzen kant toch, zeide hy, is op
grondwetsherziening aangedrongen, maar wel
van de zjjde der conservatieven en nog dezer
dagen werd door den heer Lohman, als steun
voor zyn conservatieve denkbeelden, geweze*
op grondwetsherziening. In die val mogen de
radicalen niet loopen. Wanneer zjj zeggen,
omdat wjj voorstanders zyn van algemeen
praktische sociale politiek, willen wjj daar niet
aan beginnen, omdat wjj algemeen kiesrecht
willen, dan voert men geen praktische sociale
politiek.
Dat is nooit het standpunt der radicalen
geweest, en waarom is het nu zoo bjjzonder,
vroeg de heer Treub, als hjj zegt, dat men
algemeen kiesrecht in zyn program kan schrjj
ven, zonder echter op grondwetsherziening
aan te dringen
Indien het blykt dat principieele punten,
welke men direct practisoh wil doorvoeren,
alleen kunnen geschieden door grondwetsher
ziening, dan zou de fusie niet mogeljjk zyn.
Maar men dient dan die punten aan te wjjzen.
Is te voorzien dat binnen korten tyd grond
wetsherziening noodig zal zyn, dan is het iets
anders, maar hjj meent dat dit niet het geval is.
De nieuwe party zal, zeide de heer Treub
verder, geboren worden, wat door de verga
dering ook besloten worde men behoeft zich
niet te vereenigen met personen, maar zich
alleen af te vragen, of de liberale partjj zich
zelf niet bewust is geworden van haar ver
deeldheid. En wanneer wjj nu in wording
zien de splitsing van de liberale party, moeten
wjj dan elkander niet afvragen, wanneer het
voor het geschil niet anders zyn dan per
soonlijke of historische motieven, of het niet
beter zal wezen samen te gaan met hen, die
principieel op denzelfden bodem staan? Wat
zullen de werklieden zeggen, indien men wei
gert met dezen samen te gaan. Zjj zullen
eenvoudig antwoordendat is krakeel, geea
politiek. De heer Treub erkende dat een paar
jaren geleden plaats was voor de verwjjten,
der geavanceerd liberale partjj toegeworpen;
Maar kan men dit nu nog zeggen, na de
kiesrechtbeweging? »Mjjne heeren, riep hjj
uit, uwe geheele geschil komt daar vandaan,
dat gy niet wilt inzien de gevolgen van het
kiesrechtontwerp-Tak. Gjj wilt nu niet vragen
om langs den besten weg tot het beBte doel
te komen, omdat gjj de mannen niet tegemoet
wilt komen, die ons, omdat wjj wat scherp en
ruw waren, onfatsoenlijk hebben genoemd."
Op welk oogenblik men zich moet vereeni
gen of afscheiden is een kwestie van voe
ling in de politiek. Het standpunt van den
heer Van den Bergh houdt men tegenover het
volk geen minuut uit. Men kan het niet wjja
maken dat die fusie niet gewenscht zou zyn."
Wat zou er dan te doen zyn? vroeg de
heer Treub. En hjj antwoordde Nu de voor
zitter het program een illustratie van art. 1
heeft genoemd, zullen de radicalen onder de
liberalen tegen dat program geen bezwaar
hebben.
De heer Treub ontkende dat hy zelf be
paalde personen op het oog heeft gehad, maar
wel geavanceerd liberalen. Hjj heeft zelf
strjjd tegen dezen gevoerd, zoolang die strjjd
moest gevoerd worden. Maar nu de vruchten
van den strjjd kunnen geoogst worden, zou
het dwaas zyn, niet samen te gaan, vooral
ook omdat deze mannen zulk een groot deel
der kiezers achter zich hebben. Hebben wjj,
radicalen, vroeg hy, niet telkens en telkenB op
een nieuwe partyverdeeling aangedrongen
De tyd is niet gekomen om een fusie voor
te stellen met bepaalde personen, maar wel
tot het doen van een voorstel, om, zoodra de
linkerzjjde zich afscheidt en ook een program
opstelt in democratischen geest, deze voor te
stellen om samen te gaan. Uit den bond moet
een stem opgaan, die samenwerking beoogt,
waar de beginselen het niet verhinderen.
De heer Trosé (Utrecht), die na den heer
Treub het woord voerde, wenschte »de heeren
niet te koopenten koRte van het woord ra
dicaal, terwjjl de heer Frowein al bitter wei
nig om dat woord gaf. Waar geen principi
eel verschil bestaat, moest naar samenwerking
worden gestreefd.
Nadat de heer Van den Bergh kort gere-