N°. 299.
137° Jaargang.
1894
Woensdag
19 December.
Middelburg 18 December.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Een roepstem tot velen*
HIDDELBlltn COURANT.
ïhermometer.
Middelburg 18 Dec. 8 u. vra 46 gr."
m. 12 u 47 gr-, av. 4 u. 45 gr. F.
Verwacht Z. W.wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bomm, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te Tholen: W. A, van Nieuwenhuijzen en le Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgm Van Ditmab, te Rotterdam, db Gebb. Belinjante, te 's Gravenbage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Ces., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan bet bureau bezorgd ijjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
In het Concertgebouw te Amsterdam waren
Woensdag 16 Mei van dit jaar uit alle
deelen des lands weer mannen saaragekomen,
afgevaardigd door de verschillende departe
menten der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen.
De j larlijksche samenkomst werd, gebrui
kelijker wij ze, geopend met eene belangrijke
rede, ditmaal gehouden door den heer mr
J. A. Levy.
Daar klonken uit zijn mond ernstige
woorden, die verdienden niet alleen gehoord
maar vooral overwogen te worden.
Hij sprak over het kind, het te straffen
of gestrafte, het verwaarloosde kind.
Onze berechtingsmethode van strafwaar
dige kinderen behoeft naar zijne meening
in hoofd en ledematen hervorming.
En bij de bespreking der grondgedachte,
waarvan die hervorming moet uitgaan, stelde
hij op den voorgrond, dat men behoort te
komen tot het klare inzicht, dat bet straf
waardige kind, als regel, niets is dan een
species van een veel grooter geheel. Dit
geheel heet verwaarloosdezedelijk verlaten,
in letterlijken en figuurlijken zin, aan eigen
lot overgelaten kinderen.
En zoo zulk een verwaarloosd kind op de
bank der beschuldigden plaats neemt, zijn
in dit feit oorzaak en gevolg even aanwijs
baar. Gelijk ledigheid des duivels oorkus
sen is, is verwaarloozing de bron van schier
ieder noemenswaard kinderlijk vergrijp. Men
bedenke echter dat onder verwaarloozing niet
enkel een laten maar ook, maar al te vaak
een doen moet verstaan worden. „Het kind,
dat zonder toezicht langs straten of velden
zwerft, vormt zich gereedelijk tot bedelaar
of landlooper. Maar ontstentenis van toe
zicht is niet de eenige vorm van plichts
verzaking jegens het kind. Dat verzuim
heeft ernstiger afmeting, wanneer moedwillig
stilzwijgen, opzettelijk gedoogen, goedkeu
rende ophitsing, kwaadaardige africhting
in het spel komt. Tegen zoodanige ex
ploitatie van het kind is de strafwet, die
de mededader, den medeplichtige slechts
treft, machteloos."
De strafwet voorkomt niet, zij straft.
„Ons daarentegen zeide mrLevy is
het om de hoogere wet te doen, en krachtens
deze treft de ouders de verantwoordelijkheid
in alle zoodanige gevallen, waar verwaarloo
zing is de aanwijsbare bron der kinderlijke
wandaad.
„Hier in dezen eenvoudigen regel schijnt
mij het steunpunt gelegen der beoogde her
vorming. Bemoeit u voorshands niet met
het strafwaardige kind. Vestigt den blik
slechts, ja uitsluitend op de gedragingen
der ouders."
Herziening van ons strafrecht moet dus
plaats hebben. Thans mag de ontzetting
van de vaderlijke macht, gelijk van ieder
ander, niet hebben een blijvend karakter.
Mr Levy wil die ontzetting uit het straf
wetboek doen verdwijnen, teneinde haar aan
den burgerlijken rechter, en dan voor haren
geheelen duur, over te laten.
Op het voetspoor der Fransche wet moest
ook ten onzent mogelijk zijn dat ontzet
werden: „vader en moeder, die, door ge
stadige dronkenschap, bekend schandelijk
levensgedrag, of mishandeling, hetzij de ge
zondheid, hetzij de veiligheid, hetzij de zede
lijkheid hunner kinderen in gevaar brengen."
Stelt echter dat wij zoover reeds waren
dat zulk eene hervorming reeds tot stand
was gebracht, dan, vroeg mr Levy, toch
ook„kunnen wij Han met betrekking tot
het kind, slachtoffer van zoodanige bejege
ning, de handen berustend in den schoot
leggen? Zullen wij met de wetenschap, dat
de kantonrechter voorziet in de voogdij, wan
neer beide ouders ontzet zijn van de vader
lijke macht, Gods water over Gods akker
laten loopen Zullen wij het kind, behoeftig
in den regel, verwijzen naar het toezicht
Zullen wij daarmede ons solidariteitsgevoel
bevredigd, onze verantwoordelijkheid gedekt,
ons plichtbesef voldaan achten Of zal niet
veeleer onze gedragslijn worden bepaald door
dit eenvoudige richtsnoerzoovele kinderen
wij onttrekken aan verderfelijken invloedzoo
veel nuttige burgers behouden wij voor den
Staat."
mr Levy met
maar heeft zij
Die ernstige vraag deed
het oog op de toekomst
ook niet recht van bestaan voor het heden
Wij zouden zeggen: voorzeker.
De toekomst kan nog verre zijn maar
het heden levert genoeg stof op om tot het
beset te komen van de gulden waarheid
der laatste opmerkiag, door den voorzitter
der algemeene Aars-vergadering zijn gehoor
onder het oog gebracht.
De feitelijke toestand op dit oogenblik,
die zooveel verbetering behoeft, is dat d©
ouders, die hun kinderen verwaarloozen,
ongestraft blijvendat zij geen vrees be
hoeven te koesteren, die tot betere plichts
betrachting hen aanspoortdat er zelfs
geen prikkel voor hen bestaat om, als de
kinderen wêer tot hen keeren, anders, beter
te handelen dan voorheen.
En bovendien tal van halve weezen, ver
laten kinderen zijn er, die voor de gevan
genis opgroeien.
Door jhr. mr. Rethaan Maearé werd dan
ook bij de opening der 69ste algemeene ver
gadering van het Nederlandsch Genootschap
tot zedelijke verbetering van gevangenen er op
gewezen dat in 1892 bijna 5000 kinderen
beneden den leeftijd van 16 jaar, 868 door
de rechtbanken en 3455 door de kantonge
rechten veroordeeld waren114 werden
naar een rijksopvoedingsgesticht opgezonden.
Op die kinderen rust reeds de vloek van
den eersten stap. Vrij zeker en zonder
overdrijving mag men aannemen dat 3500
hunner ten slotte kennis maken met de
gevangenissen, want bij deze kinderen is
de schrik voor de rechtzaal en de gevan
genis verdwenen en een groote factor bi) de
opvoeding verloren gegaan.
Op die kinderen diende het oog gevestigd
ter wille der maatschappij in de eerste, ter
wille van hen zeiven in de tweede plaats.
Of wil men het omgekeerd, ons nog
liever.
Zeker ware het wenschelijk dat zij, die
aan hunne verwaarloozing schuld hebben,
konden gestraft worden.
Maar wat zou dit dien kinderen nog baten
Het is een cirkel, waarin men draait
doch het beste is, dunkt ons, toeh nog dat
men de kinderen behoede om even slecht
te worden als zij, die voor hen moesten
waken. Dan voorkomt men kwaad.
Die kinderen kunnen in een verbeterings
gesticht worden opgevoed, zal men opmerken.
Zeer goed mogelijk, hoewel wij niet weten
of daar altijd termen voor te vinden zijn;
maar dan nog zijn wij het met mr Levy
eens: „bij de opvoeding in een Rijks gesticht,
staat het gesticht aan de opvoeding in den
weg." Een onuitwisbaar vooroordeel, de
verwarring van zulk een gesticht met een
gevangenis, drukt op hen, die daaruit komen,
een noodlottig stempel.
Voorkomen, redden uit een slechten kting,
zietdaar wat het hoofddoel moet zijn, wan
neer men tegenover die verwaarloosde kin
deren nu reeds zijn plicht wil betrachten.
Kon dit hand aan hand gaan met een
krachtig optreden tegenover hen, die hun
plicht jegens die kinderen verzuimen, het
ware betermaar waar dit nog niet mogelijk
is, behoede men zooveel men kan de maat
schappij voor meerderen ballast, die kinderen
voor een diepen val.
In die richting nu wil werkzaam zijn eene
nieuwe vereeniging onder den naam van Veree-
niging tot opvoeding van half verweesde, ver
waarloosde of verlaten kinderen in het huisgezin
van wier oprichting dezer dagen wij met
enkele woorden reeds melding maakten.
Zij wil trachten voor die ongelukkigen
iets te doenzij wil hen uit het slechte
orde, reii:heid en zedelijkheid inprenten,
arbeidzaamheid leer en en hen opvoeden tot
nuttige leden der maatschappij, tot goede
burgers van deu staat.
Het is voorzeker geen lichte taak, die de
mannen, welke aan het hoofd staan van die
vereeniging, op zich nemen. Zij zal veel
toewijding, veel arbeid, veel tijd vorderen.
Maar dit alles zal gemakkelijk vallen,
wanneer zij bij velen zedelij ien en stoffe-
lijken steun vinden.
Veel geld is er noodig voor dit doelmaar
ook veel warmte, veel sympathie, veel werk
kracht.
De ongelukkigen, waarop men het oog
heeft, vullen jaarlijks de groote legers van
ontucht, misdaad en drankmisbruik. Dat
getal te verminderen is menschenplicht. Men
wil dat doen, volgens art. 2 der statuten
van die Vereeniging, door half-verweesde,
verwaarloosde of verlaten kinderen te steunen
en hunne opvoeding lichamelijk en zedelijk
te verbeteren door eene plaatsing, hetzij in
een doorgangshuis, hetzij (zooveel mogelijk
tegen billijke vergoeding) in huisgezinnen,
wier hoofden geschikt en geneigd zijn het
hun toe te vertrouwen kind, overeenkomstig
zijn aanleg, op te leiden tot eene maat
schappelijke betrekking.
De Vereeniging voorziet in de behoeften
der kinderen, behoudens uitzonderingen, tot
deze hun achttiende levensjaar voleindigd
hebben. Na dit tijdstip strekt zich de zorg
der Vereeniging voor hen slechts nit tot
het houden van toezicht en het geven van raad.
Die Vereeniging is natuurlijk geschoeid
op de gewone leestmen kan medestichter
(medestichtster), lid, begunstiger of bescher
mer worden, al naar gelang men een kleiner
of grooter som per jaar of in eens wil geven
tot een minimum van een gulden.
Zal deze vereeniging met haar edel doel
levensvatbaarheid hebben, nuttig werkzaam
kunnen zijn
Zeker wel, mits haar veler steun ten deel
valle, vooral van de zijde der vrouwen, die
ook in deze een nuttigen werkkring kunnen
vinden.
Maar hoe hoog wij individuëelen steun
ook stellen, in deze is vooral onze hoop
gevestigd op de hulp van vereenigingen eD
maatschappijen en in de eerste plaats van
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Mr Levy eindigde den 16 Mei zijne be
langrijke rede met deze woorden „Niet aan
inkrimping, maar aan uitbreiding van het
arbeidsveld moet uit den aard der zaak
worden gedacht. Nog steeds staat de Maat
schappij tot Nut van het Algemeen overeind
als waakzame wachteres bij al hetgeen het
verstandelijk, zedelijk, maatschappelijk peil
van ons volk verhoogen kan. Welnu, M.H.,(
gestadig meer waarneembaar klopt het ver
waarloosde kind aan de poort. Zou onze
Maatschappij niet trouw zijn aan hare oude
en beproefde roeping, zoo zijbescherming
n het kind neerschreef in haar statuut
Groote zaken behoeven machtigen steun.
Groote nooden eischen onafgebroken toewij
ding. Groote belangen vragen mannen vaD
goeden wil. Dit alles is hier op zijn plaats
In dien ouden kring, in die achtbare rij
treedt thans uw tijdelijke voorzitter, met de
bede, aan een vraagstuk van overwegende
beteekenis uwe aandacht mede te willen
schenken.
„Welk lot deze poging verdiene, van éene
zaak ben ik zeker, verontschuldiging behoeft
zij niet.
„Gij allen immers zult op u zelf willen
toepassen het schoone woord van den be
roemden physioloog Benedikt: les erreurs des
philantropes valent mieux que les vérités des
égoistes".
Het pad voor dien nieuwen koers, voor een
van een even behoeftigen voogd, naar een midden, waarin zij opgroeiden, overplaatsen
burgerlijk armbestuur, naar de gemeentezorg in eene andere omgeving, hnn zucht tot
Men wende zich daartoe tot een der
heeren: L. P. Walburgh Schmidt, arts, ge
neesheer in de gevangenis, voorzitter; Joh
J. F. Dietz, koopman, Marnixstraat 366, secre
taris en J. H. Numan, fabrikant, Heeren
gracht 5, penningmeester, alle drie te Am
sterdam,
nieuwen, nuttigen werkkring is thans voor
de Maatschappij als 't ware geëffend. Zij
steune de jeugdige vereeniging met alle
macht. Zij helpe haar krachtig in haar
edel streven.
De Maatschappij kan nog over voldoende
middelen beschikken om zulk een goed doel
te helpen bevorderen.
Niet alleen de algemeene kas, ook som
mige departementen hebben of kunnen
gelden beschikbaar maken voor een dergelijk
streven.
Het Bossche departement bracht een flink
offer op het altaar van het neutraal onder
wijs als men in andere departementen eens
beproefde bij zijne kinderende spaarban
ken, die thans, nu de rijkspostspaarbank
in het leven is geroepen, niet meer zoo
in de behoefte voorzien als weleer, geld
los te krijgen in 't belang der Vereeniging
tot opvoeding van half verweesden, verwaar'
loosde of verlaten kinderen, in het huisge-
i, desnoods onder voorwaarde dat het
hoofdbestuur van het Nut toezicht en in
vloed op die vereeniging kon uitoefenen
dan deed men een werk, dat der algemeene
samenleving ten nutte zou komen en een
schoone toepassing zijn zou op mr. Levy's
rede.
En wanneer dan andere vereenigingen,
wier doel het is ten nutte van het algemeen
werkzaam te zijn, hetzelfde deden, elk naar
hare krachten, dan zou de nieuwe vereeni
ging op hechten grondslag worden opge
bouwd en met flinke hand haar nuttigen
arbeid kunnen aanvangen.
sing uit te stellen en het vraagpunt met het
preadvies van het hoofdbestuur te verzen
den naar de afdeelingen der Maatschappij.
Tot hoofdbestuurders zjjn benoemd de heeren
Waller ran Anna Paulowna en E. van Lim
burg Stirum van Den Haag.
Bjj kon. besluit is de heer W. van derPjjl,
lid der Algemeene Rekenkamer van Neder-
landsch-Indië, thans met verlof hier te lande,
op zjjn verzoek, gerekend van ultimo Januari
1895, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met
toekenning van pensioen en is aan den ge
pensioneerden lste-luitenant der infanterie van
het leger in Nederlandsch-Indië, N. Tierie, de
titulaire rang van kapitein verleend.
Door de rechtbank te Utrecht is, ter vervul
ling van de vacature van kantonrechter te
Woerden, opgemaakt de navolgende alphabe-
tische ljjst van aanbeveling: mr. F. C. van der
Dussen en mr. J. C. von Briel Sasse, griffiers
bjj de kantongerechten te Kampen en Zaan
dam, en mr. P. H. Smits, substituut-griffier bjj
de arrondissements-rechtbank te 's Hertogen
bosch.
De ministers van financiën en oorlog
verleenen Donderdag geen audiëntie.
Bljjkens een Maandag bjj het departement
van koloniën ontvangen telegram van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indie,
heeft de hoofdleider van het verzet tegen het
Nederlandsch gezag in Boven-Tamiang (resi
dentie Sumatra's Oostkust), radja Silang, zich
met zjjn broeder radja Oemar onvoorwaardelijk
aan ons bestuur overgegeven.
Moet bjj een gesubsidieerde bjjzondere
school, om in het bezit te bljjven der rijks
subsidie, het bp koninklgk besluit voorgeschre
ven getal onderwyzers reeds aanwezig zpn op
1 Januari, of is het voldoende, indien de
aanvulling vóór 1 Mei geschiedt
Op deze hem gestelde vraag antwoordde de
minister Van Houten in de Kamerzitting van
Vrpdag 11.»Op de vraag van den heer Ver
meulen, hoe de bepaling van regeeringswege
plaats heeft van het tpdstip van ingang van
de vermeerdering, welke wordt geëischt, kan
ik een voor hem bevredigend woord geven.
»Na onderzoek van de vraag heb ik ge
meend dat, wanneer er op lo Januari vermeer
dering van personeel volgens de wet noodig
is, dat men dan die nieuw te vermelden plaatsen
moet beschouwen als vacatures, voor welker
vervulling men den normalen tjjd van vier
maanden had."
De Gemeentestem stemt met het Weekbl'
van het recht in, dat de gemeenteraad niet
bevoegd is alle sociëteiten aan beperkende
bepalingen te onderwerpen. Zp herinnert
echter, dat er een arrest van den Hoogen raad
bestaat, dat den gemeentebesturen een ge
ducht wapen in handen geeft. Het arrest na-
melpk van 19 Febr. 1883, waarbp is beslist
dat, wanneer in een verordening op het slui
tingsuur der tapperpen is bepaald dat onder
het woord »tapperpen" zpn begrepen alle hui
zen waarin het bedrjjf van tapper wordt uit
geoefend, daaronder ook valt een sociëteit, die
in een bpzondere zaal van een tapperp ge
houden wordt.
Zulk een bepaling, zegt De Gemeentestem
is in de politieverordening van vele gemeenten
opgenomen en is een uitstekend middel tot
wering van gefingeerde sociëteiten in tappe
rijen.
In de Maandag gehouden 60e algemeene
vergadering van de Hollandsche maatschappij
van Landbouw werd, zooals nog in een deel
der oplaag van ons vorig nommer onder
Laatste berichten werd medegedeeld, o. a.
besloten van de regeering eene commissie van
deskundigen te vragen tot wegneming dei-
bezwaren tegen de maatregelen met betrek
king tot mond- en klauwzeer.
Ten aanzien van het door de meeste afge
vaardigden bestreden voorstel-Haarlemmermeer
ten guDste der graanrechten, adviseerde het
hoofdbestuur te handhaven de uitspraak dat
het heffen van beschermende rechten is Btrp-
dig met 's lands belang, maar aan te dringen
op anderen regeeringssteun voor den landbouw
in den grooten strpd om het bestaan.
Door de vergadering is besloten de beslis-
In de Maandagavond door de Tweede
kamer gehouden zitting heeft de minister
van marine het door hem gevraagde crediet
voor drie nieuwe schepen gekregen.
De heer Ane Smit had voorgesteld art. 12
der begrooting uitrusting enz.) te verminderen
met 210.000, met 't doel om uit te maken,
dat de geprojecteerde kruisers zullen gemaakt
worden met eene snelheid van niet minder
dan 23 mpl.
Uit het daarover gevoerd debat bleek, dat
men, zoowel om de technische vraag als om
dat de kwestie van den bouw op 's rpks werf
aan het amendement verbonden was, eene
onzuivere beslissing vreesde. Het amendement
werd verworpen met 58 tegen 27 stemmen,
na door den minister ook principieel te zpn
bestreden op het vraagstuk der snelheid.
Bp artikel 13 kwam het amendement-Bahl-
mann in behandeling, strekkende om dien post
met f 450.000 te verminderen, met 't doel om,
in plaats van drie kruisers, slechts twee te
bouwen. Wanneer drie schepen noodig zpn,
behoort de minister, zeide de voorsteller, het
derde schip te bouwen voor koloniën en te
brengen bjj de Indische militaire marine. Voor
de Indische marine moet niet uit de staatsbe-
grooting betaald worden.
De meerderheid der commissie van rappor
teurs bestreed, bp monde van den heer Goe-
koop, ten ernstigste het amendement, op de
gronden, door den minister en den heer Guyot
bp de algemeene beraadslagingen ontwikkeld.
Ook de heer Rutgers van Rozenburg en de
minister verklaarden zich nadrukkeljjk tegen
het amendement, zoowel uit 't oogpunt der
defensie als omdat de motieven, ontleend aan
hetgeen voor den-Indischen dienst op de staats-
begrooting niet behoort voor te komen, strpden
met het koninklpk besluit van 1866 en het
rapport der commissie van 1889. Dat kon.
besluit kan worden gewpzigddit zal in
overweging worden genomen, maar inmiddels
mag hieromtrent geen incidenteele beslissing
worden genomen.
Het amendement werd verworpen met
46 tegen 43 stemmen.
Y o o r stemden de heeren Evers, Yeegensi
Heldt, Lambrechts, Michiels, De Ram, Truyen,
Sanders, Harte, Scbaafsma, d'Ansembourg,
Yiruly, Roessingh, Tak, Houwing, Willinge,
Borgesius, Rink, Zpp, Smits van Oyen, Ger
ritsen, Haffmans, Smeenge, Van Berkel, Mut-
saers, Van der Kun, Tydens, De Boer, Zplma,
Van Vlpmen, De Ras, Schepel, Lieftinck,
Bahlmann, Lely, Staalman, Kerdpk, Van Bas
ten Batenburg, Dobbelmann, Drucker, Hartogh,
Knijft en Travaglino.
Tegen de heeren Bastert, Rutgers, Conrad,
De Beaufort (Wpk), Goekoop, Pyttersen, Kolk
man, Van Gpn, Guyot, Plate, Van Stirnm,
Van Gennep, Cremer, Hintzen, Van Deinse,
Tydeman, Borret, Ppnacker Hordpk, Schimmel-
penninck, Lucasse, Thooft, Lohman, Schaep-
man, Vermeulen, Royaards, De Lange, Mackay,
Van Bylandt (Gouda), Ferf, Beelaarts, Henne-
quin, Seret, Van Kerkwpk, Van Karnebeek,
Mees, A. Smit, Van Bylandt (Apeldoorn), A