N°. 297. 137" Jaargang. 1894 Maandag 17 December. Middelburg 18 December. BETRACHTING. Deze courant verschijnt dagelijks, mei uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco/ 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel.' Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Reclames 40 cent per regel. By deze courant behoort een Bijvoegsel UIT STAD EN PROVINCIE. Het tooneel. M9DELB11GH (MANT. Themometei. Middelburg 15 Dec. 8 u. vm. 46 gr. m. 12 u. 48 gr-, ay. 4 u. 44 gr. F. f$' Verwacht M. W.wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vit Hestdagh Zoos, te GoesA. C. Boltjit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruisingenF. v. d. Feiix, te ZierikzeeA. C. de Mooii, te TholenW. A. van nreuweshuijzes en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Piotterdam, db Gebe. Beuneante, te 's Gravenhage, en A. de La Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cu., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen „Wij naderen het einde der eeuw. Ik heb alle natiën voorgesteld een wapen stilstand, een godsvrede te sluiten tot na de tentoonstelling, waarmede de twintigste eeuw zal geopend worden. Ik ben dankbaar voor vrede tot eiken prijs, omdat ik de hoop voed dat, ais de volkeren eenmaal de weldaden van den vrede hebben genoten, zij alles zullen doen om die te behouden. De wereld kan zich geen denkbeeld meer vormen van de zaligheid van dien toestand na een kwart eeuw van gewapenden vrede, die in werkelijk heid gelijk staat met oorlog." Aldus schreef Jules Simon in The Contem porary Review aan het slot van een lezens waardig opstel over ontwapening. Hij begon dit met te wijzen op den vrede die in Europa heerscht. En toch schreef hg beschouwen wij dit Europa, waar iedereen, van den vorst tot den bedelaar den vrede wenscht, wat meer van nabij, dan zien en hooren wij van niets anders dan oorlog. „Ik neem Frankrijk tot voorbeeldmaar vrat ik van Frankrijk zeg geldt evenzeer voor Rusland, voor de drie volken van het drievoudig verbond en voor alle groote mogendheden, die evenals Engeland het lot van vele volkeren in handen hebben. Het geldt zelfs van kleinere staten en van die welke neutraal verklaard zijn; want blijven zij neutraal, dan zal het de neutra liteit zijn van de bedding eens stortvloeds en trachten zij hun neutraliteit te verdedi gen dan zullen zij verpletterd worden en meegesleept door een der groote mogend heden. Al deze landen, die sidderen zoodra het woord oorlog genoemd wordt, rusten zich met koortsachtige haast tot den oorlog uit. „Frankrijk zendt al zijne kinderen drie jaar onder de wapenen. Eenige weinige uit zonderingen worden toegelaten, maar deze zijn van weinig beteekenis en de meest be gunstigden moeten toch een jaar van hun leven afstaan. Zelfs diegenen, die voor het priesterambt bestemd zijn, moeten het werk van den soldaat leeren en dus een kennis opdoen die zij nooit zullen toepassen. Dit leger, dat alle jonge mannen van Frankrijk in zijne rangen telt, overtreft in vredestijd de zwaarste conscriptiën van het keizerrijk. Gedurende drie jaren van hunne jeugd zijn alle jonge mannen onttrokken aan het huwe lijk, aan de studie, den landbouw en de nijverheid. Worden zij uit den actieven dienst ontslagen, dan blijven zij toch tot het leger behooren, tot de armée territoriale of tot de reserve, zij blijven soldaten tot hun vijf- en dertigste jaar. Men zou denken dat Frankrijk zich voorbereidde om morgen ochtend de wereld te veroveren. „De actieve dienst, waaraan geen burger zich kan onttrekken, is niet alleen maar eene tijdelijke afbreking van de gewone bezig heden een mensch die uit den dienst terug komt is niet meer dezelfde als toen hij ver trok de hand van den kunstenaar heeft haar vaardigheid verloren, de zedelijkheid van den jongen priester is zeker niet voor uitgegaan. Het werk, waarmee niet veel te verdienen valt, dat door vele menschen als kind begonnen wordt en waaraan zij blijven vasthouden uit gewoonte, wordt niet hervat door de gewezen soldaten, die in de gelegenheid zijn geweest om te vergelijken en te oordeelen. Zij gaan niet meer naar hun dorp om het land te bebouwenals plattelandsbewoners gaan zij in dienst maar zij verlaten het leger om stedelingen te worden. De dorpen worden ontvolkt, er is geen volk genoeg om het land te bebouwen en de landbouw wordt bedreigd met een Men zie het October-nommer van de Wetenschappelijke bladen. stijging der loonen, die noodzakelijk een stijging der prijzen tengevolge zal hebben" Men vergete niet, dat Jules Simon over Frankrijk schrijft. Ons moge die schildering sterk gekleurd schijnen, toch is zij zeker wel juist. Ook op den openbaren gezond heidstoestand oefent volgens hem het huidige systeem met zijne jaarlijksehe opkomst gedu rende „acht en twintig dagen" in die na bootsing van den oorlog, waardoor honderd duizenden mannen in kleine ruimten worden bijeengebracht, een zeer nadeeligen invloed uit. De kiemen van allerlei ziekten liggen in de casernes verborgen en de mannen ver spreiden die over het geheele land, in elk dorp, in elke werkplaats. Velen dezer jonge soldaten zijn nog in de jaren van hun groei, juist op den leeftijd, waarin zij het meeste vatbaar zijn voor typhus. „Maai" en dit geldt bovenal vooralle landen „in zijne grootste kracht en in zijn meest onrustbarenden vorm vertoont het euvel zich in zijn invloed op de staatsbe- grooting. Laat ons aannemen, dat voor vermeerdering van het léger, voor kazernen, vestingwerken, provisiën, ammunitie enz. de staat de helft van zijn inkomsten verbruikt. Dit alles zijn uitgaven waar geen inkomsten tegenover staan, daar het doel alleen is om te dooden. Het is alsof de staat zijn in komen jaarlijks in twee gelijke deelen ver deelde en de eene helft in het water gooide; terwijl de andere helft moest dienen om te voldoen aan alle eischen van handel, nijver heid en landbouw, van kunsten, weten schappen en bygiène, en de uitgaven ten behoeve der politie vermeerderd moeten worden om het toenemend aantal moordenaren in bedwang te houden. „Aan den anderen kant zien wij dagelijks de regeering gedwongen om de meest dringende aanvragen met een Non possumus te beantwoorden. „Ik zou wel willen, maar ik kan niet. Er is geen geld. De helft van mijn inkomen wordt besteed voor oorlogs toebereidselen en de rest is onvoldoende voor al datgene wat in vredestijd noodig is." Een of anderen dag zullen wij het resultaat van deze bewonderenswaardige methode waarnemen in onzen strijd met Amerika, dat geen deel hoeft te nemen aan deze zelf- moordende staatkunde en al zijn krachten wijdt aan de bevordering zijner belangen. Alleen Amerika besteedt zijn krachten en geldt op productieve wijze, terwijl de Euro- peesche natiën het bankroet tegemoet snellen." Zoo is de juiste schildering van den huidigen toestand. Waar moet het heen Voor Frankrijk zijn twee wegen open: een oorlog of vrede, een verdelgingsoorlog of ontwapening. En voor kleine staten Een oorlog zou voor hen dolzinnigheid wezen, nog erger misdaad dan voor eene groote mogendheid. Voor hen is geen middel om uit den moeilijken toestand te geraken, tenzij de groote rijken voorgaan. Zoo gaat Europa weêr weldra het Kerst feest vieren, waarbij het „Vrede op aarde" weerklinkt, waarbij als naklank de ernstige tijding zich doet hooren, dat de vrede teer is, duur en verlammend werkt op tal van zaken. Is dat de vrucht der christelijke beschaving? Heeft haar invloed het in al die eeuwen niet verder kunnen brengen dan tot een toestand, dreigend als de zwaarste onweers bui, geld en krachten verslindend 1 Doch, laat ons niet onbillijk zijn. Haast heeft in Europa de engel des vredes een kwart eeuw gezegevierd. Er wordt meer dan vroeger gewikt en gewogen vóór men de verantwoordelijkheid voor een krijg op zich durft laden. En al is 't waar dat dezer dagen een man heen ging, die een waarborg heette voor den vrede, wijl hij gestand deed het eenmaal door hem gesproken woord„Wie het ook zij, die het eerst den oorlog begint, kan er op rekenen dat hij mij tot vijand zal vinden", en die, als hoofd van het groote Russische rijk, gewicht in de schaa' !"<>de de jon geren, die geroepen worden, zullen evenzeer niet zoo lichtvaardig als vroeger durven overgaan tot een oorlog, die menschen en schatten verslindt. Toch zouden wij meer nog kunnen eischen. Wat Jules Simon zich voorstelt is ont wapening. Men zou kunnen beginnen met het onlangs aangegeven idee uit te voeren dat een inter nationale conventie den actieven dienst in alle landen van drie tot een jaar zou terug brengen. Wat eene besparing zou dit geven „Wij zouden langzamerhand terugkomen tot de begrootingen van de jaren vóór den oorlog en ook in vele andere punten zouden wij dan meerdere besparingen kunnen in voeren." Wat zou men voor het volk, voor kunsten en wetenschappen kunnen doen met het geld dat men zou besparen Zeker, bezwaren zijn tegen dit plan in te brengen. De militairen vooral zullen zich beroepen op tal van moeilijkheden van technischen aard Maar als men een regeling van inter nationalen aard tot stand bracht, zouden die van zelf wijken, waar alle volkeren dan op denzelfden grondslag hun militaire aan gelegenheden zouden regelen en de een den ander niet zou kunnen overvleugelen. Jules Simon meent, dat zij gemakkelijk zal vallen de door hem aangegeven vervan ging van driejarigen diensttijd in een van een jaar. „Mogen de vorsten dit alles rijpelijk over wegen 1" zoo schrijft hij ten slotte. En onder die vorsten rekent hij ook Frankrijk's afgevaardigden, omdat in hun hand vrede en oorlog berusten. „Elke dag, die voorbij gaat, vermeerdert den kans op oorlog en maakt daardoor den last hunner verant woordelijkheid zwaarder." Zoo is 't Er dreigt gevaarmaar dit behoefde niet te zijn, wanneer de volkeren zeiven zich wat meer deden hooren wanneer zij, die binnen enkele dagen weêr van alle kansels den lof zullen verkondigen van den vrede, die uit ging van Bethlehem al wordt er uog zoo veel onrust gemaakt, onmenschlievend- heid aan den dag gelegd juist door tal van volgelingen van hem, wiens geboorte de christelijke wereld herdenkt tegen over allen, tegenover grooten in macht vooral, krachtig zich lieten hooren en dezen hunne verantwoordelijkheid meer onder het oog hielden. de boetpredikers, die de vor- zeggen, dat het zoo niet lan- zij, die in een beschaafde, Waar zijn sten durven ger gaat! Waar zijn christelijke maatschappij rondweg durven weigeren de vaandels te zegenen, uit naam van een zelfde wezen, waarvan andere vol keren de zelfde gunst afsmeken Weigeren dat te doen omdat, wanneer die vaandels met lauweren zijn gekroond, er een mensch- onteerend werk is verricht, dat duizenden mannen heeft doen vallen in de kracht van hun leven, duizenden in rouw heeft gedom peld, ellende heeft te weeggebracht en mil- lioenen verslonden Die gedachten, die vragen kwamen bij ons op bjj het lezen van het opstel van Jules Simon. De vervulling van hetgeen hij wil zal nog wel geruimen tijd tot de vrome wenschen behoorenen zijn idee zal menig militair een glimlach ontlokken. Maar zijn stem zal toch naklinken. Een utopie zal de wereldvrede zijnmaar dien nabij komen zullen wij stelligvooral wan neer allen, die daartoe geroepen zijn, den moed hebben, vorsten en afgevaardigden ernstig hunne verantwoordelijkheid op dit punt onder de oogen te brengen, voor al in dagen als die thans ons wachten, waarin de gansche christenheid weer herin nerd zal worden aan de verplichting, die op haar rust: vrede en geluk te brengen over de gansche wereld. En zeker zullen wij, zij 'took langzaam, op dat punt voorwaarts gaan wanneer de democratische strooming, die door de wereld gaat, wint aan kracht en invloed en den volkeren meer en meer gelegenheid geeft zich onomwonden te uiten in de overtuiging dat aan Europa geen grooter weldaad kan bewezen worden dan het te ontlasten van den loodzwaren druk, dien het militairisme het op de schouders legt. In de maand November kwamen in de provincie Zeeland bjj 29 eigenaren 658 gevallen van mond- en klauwzeer voor en bjj 11 eigenaren 11 gevallen van varkensziekte. Tot klerk der posterjjen en telegraphie 2e klasse is o. a. benoemd de heer G. C. den Decker te Hulst en tot brievengaarder te Oostkapelle de heer C. Geldof jr. Eervol is ontslagen de vrouweljjke klerk dar posterjjen 2e kl. A. C. Nanninga te Hulst. Heden (Zaterdag) avond worden met den laatsten sneltrein te Vlissingen ver wacht HH. KK. HH. de hertog en de hertogin Van Connaught, om met de nachtboot Prinses Elisabeth de reis naar Engeland te vervolgen- De zanguitvoering, Donderdag door de oudste koorklassen onder leiding van mejuffr- J. W. Pisuisse te Vlissingen gegeven, heeft, na aftrek van alle daarmede in verband staande onkosten, opgebracht de som van f 123.87, welk bedrag gestort zal worden bjj de centrale commissie van het nationale fonds ter ondersteuning van de nagelaten betrek kingen van militairen, in of door den strijd in Indië gesneuveld of overleden. In de Vrjjdag avond te Zierikzee door de liberale kiesvereeniging gehouden vergadering, waarin 40 leden, onder wie 32 kiezers, aanwezig waren, is, tengevolge van het niet-aannemen zjjner benoeming door den heer G. A. de Looze, met 21 stemmen tot candidaat gesteld voor lid van den raad de heer Johs van SchelveD, voorgesteld door den heer F. O. van der Vliet. De beer J. van Os, voorgesteld door den heer Boone, verkreeg 10 stemmen 1 briefje was blanco. De heer J. van Schelven heeft de candida- tuur aangenomen. Aangenomen het beroep naar de her vormde gemeente te St Maartensdjjk door den heer H. Snel, predikant te Stave- n i s s e. Het was voor ons en wij zjjn overtuigd voor allen die Vrjjdagavond onzen schouwburg, vooral op de eerste en tweede rangen zoozeer vulden eene verademing eens iets eenvou digs, iets in en in natuurlijks, iets waars, iets goeds te aanschouwen. Geen vraagstukken van diepe beteekenis, geen gecompliceerde toestanden vorderden onze volle aandachtneen, wjj zagen ons ver plaatst in een stuk leven, uit eigen ervaring meer of minder bekend personen werden voor ons uitgebeeld van vleesch en bloed, zooals er zjjn in kleinen kring, zooals wjj ze ook aantreffen in grooter omgeving. Wjj durven getuigen dat Van Nouhuys met zjjn In kleinen kring een uitstekend stuk werk beeft geleverdzoo goed zelfs dat hebben wjj bjj zjjne vorige stukken ons niet onthouden ernstige bedenkingen te opperen, die wjj daar tegen, o. a. tegen Eerloos, hadden, trots veel lof voor tal van goede zjjden van zjjn eerste pennevruohten, wjj ditmaal het liefst zjjn tooneelspel in zjjn geheel beschouwen. En dan hebben wjj niets anders dan woor den van waardeering voor de wjj ze, waarop Van Nouhujjs zjjn stof heeft bewerkt, zjjn figuren heeft geteekend. Die berekenende, gemoedeljjke Van Spar- ivijk, die allen om de vingetB windt, nooit zjjn doel uit het oog verliest, zjjn zwakheden, streken en ondeugden zoo goed weet te ver bergen, het was een man naar het leven ge teekend. Die jeugdige predikant, vol illusie, vol jeugdigen jjver om al wat onrecht is recht te maken, misbruiken te keeren welke jaren lang bestonden, maar die toch ten slotte ook door de praatjes van den beheerend kerkvoogd zich laat meeslepen, vooral wanneer de liefde in het spel komt. Die aristocratische Douairière Van Bijstervelt, die gaarne de parvenus wil gebruiken als zjj daarmee haar doel bereikt. De vooral typisch geteekende boeren Derks en Geerligs, de president van de Burger-socie- teit Snel, die allen gaarne dien »goeden," dien »fliaken," dien vaardigen" mynheer Van Spartvijk helpen mits zjj zeiven daarmee ook voordeel kunnen behalen. De deftige, gewichtige dorpsautoriteit Van Asperen met zjjn babbelzieke dochters. De vrooljjke student Hendrikdie zich in een nest als Hoogland schrikbarend verveelt en zijn vader aardig in de kaart ziet. De altjjd stoffende mevrouw Tine, met haar levenslustige dochter Louise. Het zjjn altemaal menschen zooals wg er kunnen aanwjjzen. De zwakste figuur zou men Eva kunnen noemen, al is dit voor een deel misschien te wjj ten aan de vertolking van die rol. Te midden van die natuurljjke menschen, klein dorpsche menschen, was Eva ons al te tragisch. Mevrouw Mulder-Roelofsen maakte die figuur wat al te zwaar, al te theatraal. Toch is het niet ongerjjmd dat een meisje van ontwikkeling, van fijn gevoel, die in net physieke zooveel bjj andere achterstaat, zich ongelukkig gevoelt in zulk een kleinen kring, waar niets-beduidendheid, praatzucht en be krompenheid ten troon zjjn verheven. Haar fijn gevoel wordt geweld gedaan. Zelfs de uitbarsting aan het einde van het stuk, waar over zooveel is geschreven en waarover zoozeer de staf is gebroken, komt ons zeer verklaarbaar voor. Eva had te veel gehoord in die laatste oogenblikkener was haar zooveel geopen baard dat baar tegen de borst stuitte, dat zg zich niet langer bedwingen kon. Zjj, dochter uit een eerste huwelijk en daar door allicht miskend, zag plotseling den eeni- gen, op wien zg nog steunde en dien zjj aan bad, haar vader daar voor zich in al zg ne zwak heid. Dit alles had, dunkt ons, natuurljjker ge schenen wanneer de rol eenvoudiger ware opgevat. En toch mogen wjj mevrouw Mulder niet den lof onthouden, dat zjj vooral tegen over haar vader en bjj het heengaan uit de woning zeer natuurljjk speelde. Het trof ons, hoe dit stuk van het begin tot het einde het publiek pakte en boeidehet beste compliment voor den schrijver, meer nog dan de toejuichingen die, vooral aan het einde, zoo hartelijk, zoo luide weerklonken. Wat is dan toch de reden dat sommige recensenten zoo hard waren in hun oordeel over dit tooneelspel? Wjj durven beweren, dat dit een gevolg is van hun eigen levenservaring, van hunne een- zjjdige beschouwing, die zich bepaalt tot den grooten kring, waarin zij zich bewegenvan hun streven om steeds uitsluitend de zwakke zjjden van een stuk te zoeken, en de goede ervan te verdonkeremanen. Zjj kennen het leven in kleinen kring nietzjj miskennen Van Nouhuys' bedoeling, die een stukwerke- ljjkheid ons ter aanschouwing heeft willen geven. Wjj houden ons dan ook overtuigd dat, wan neer straks de indruk van hunne beoordeelin gen geheel vervlogen is, stel dat die groot is geweest In kleinen kring meer en meer sympathie zal wekken; ja zelfs dat dit jongste stuk van Van Nouhuys, afgerond en eenvou- dig-natuurljjk, in éen woord: waar als het is, nog na jaren boven Eerloos en Het goud- vischje bjj het Nederlandsche publiek eene goede plaats zal innemen. Maar dit dient dan ook geboekstaafd te worden, dat de schrjjver dit succes grooten- deels te danken heeft aan de uitstekende vertolking van zjjn werk. De heer Jan C. de Vos, voor wien wjj ver moeden dat Van Nouhuys hooldzakeljjk zjjn stuk heeft geschreven, leverde een uitstekende, tot het einde toe kranig volgehouden creatie. Goed gedacht was 't, dunkt ons, om dien man, waar hjj zich op het toppunt van zjjne wen schen en zjjn glorie ziet geplaatstgekozen tot lid der Provinciale staten, de zwaarste vernedering te doen ondergaan in eigen kring, alleen door en vóór zgne dochter. Geen andere oogen hebben zgne vernedering aanschouwd, maar gevoeld heeft hg haar zeker des te dieper. Over de andere medewerkenden kan slechts éen roep zjjn. Zelfs de kleinste rollen, o. a. die van Wouter en van den burgemeesterszoon, werden uitstekend gespeeld. Trouwens dit zgn wg gewend by een gezelschap waar aan het ensemble zooveel zorg wordt besteed. En dat de dankbare rollen, zooals er vele in hetBtuk voorkomen, volkomen tot hun rechtkwamen, spreekt van zelf. Het was Vrjj dagavond een zeldzaam goed geslaagde voorstelling, die zeker de meeste, zoo niet alle aanwezigen hoogst voldaan huis waarts deed keeren. Voor het Algemeen Overzichtde Beknopte Mededeelingen, Marktberichten enz. zie men het bijvoegsel

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1