N°. 284. 137e Jaargang. 1894 Zaterdag 1 December. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 1—7 regels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 30 November, HIDDIill! Ii(,S Iheraometet. Middelburg 30 Nov. 8 u. vm. 41 gr. m. 12 n, 42 gr-, av. 4 u. 42 gr. F. Verwacht N. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vit Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boldit, firma weduwe A. C. de Joh ge, te KroiningenP. y. d. Peijd, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van nreuwenhunzen en te Ternenzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, db Gebb. Beunt ante, te 's Gravenhage, en A. de La Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pnblicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. De heer Richard Hol te Utrecht zendt ons ter opname een zeer uitvoerig stuk, waarin hjj warm aanbeveelt bet oprichten van muziekcorpsen in alle gemeenten. Hoe wel in Zeeland bjjna elke plaats zulk een gezelschap heeft, is het gevoelen van een man als de heer Hol van te veel gewicht om daar van niet mededeeling te doen. Dit toch kan o. a. zjjn nut hebben bjj voorko mende gelegenheden, wanneer er soms een beroep moet gedaan worden op aller hulpvaardigheid om bestaande gezelschappen in 't leven te houden. En wjj doen dit te liever, omdat wjj in de meening van een deskundige als de heer R. Hol een niet genoeg te waardeeren steun vinden voor eigen gevoelen. Na erop gewezen te hebben dat in Noord- Brabant en Limburg de muziekbeoefening zoo algemeen is, ter wjj 1 in de Noordelijke provin ciën slechts bjj uitzondering hier en daar zanggezelschappen,harmonie- en fanfare-corpsen worden aangetroffen, de provincie Noord- Holland maakt hierop evenwel een gunstige uitzondering, schrjjft de heer Hol: »Nu weet ik wel, dat vele hoogaangeschreven kunstenaars en dilettanten, vooral in de steden, met eene hooge minachting neerzien op al wat zjj dilettanten-getoeter gelieven te noemen ik weet echter bjj ervaring wat de kunst op het volk vermag. Een voorbeeld uit velen. Niet ver van de hoofdstad des rjjks ligt een klein plaatsje, waar de ruwe bevolking van visschers en boeren berucht was, om de wei nig beleefde wjj ze, waarmede zjj een bjj toeval verdwaalde vreemdeling soms ontvingen voor weinige jaren wordt er een fanfare-corps op gericht en wat werkte dat geblaas en dilet tanten-getoeter uit? Dat er een geheel andere geest in de men- schen gevaren isze zjjn voorkomender, be schaafder geworden; 'tis alsof de genius der kunst hun ook een deel van zjjn bezielenden adem heeft ingeblazen Ik houd het er voor, dat het hier van toepassing is, >onbekend maakt onbemind" en dat er geenszins van een meer of minderen muzikalen aanleg bjj het volk sprake kan zjjn. Juist door dat onbekende ziet men dan ook minder of wel in 't geheel niet het nut dezer soort van vereenigingen in. Ik ga niet verder dan tot een feest, in de kleinste gemeente. Onmogeljjk zich zulks voor te stellen zon der muziekAl is er dan ook maar een draaiorgel of harmonica bjj, muziek moet er Tentoonstelling van ScHilderijen. Als een zachte herinnering aan Middelburgs ingezetenen, dat zjj een kunstmuseum in hun midden hebben; als een kleinen wenk aan de velen, die nog achterwege bleven om hun steun te schenken aan deze instelling; als een teeken van leven van den kunstzin in onze omgeving, zoo mogen wjj ongetwjjfeld wel beschouwen de huishoudeljjke tentoon stelling van schildergen, sedert acht dagen geopend in het Schuttershof alhier. Eenige kunstliefhebbers waren vriendelijk genoeg e nkele stukken, in hun bezit, welwillend voor dit doel ter beschikking te stellen, terwjjl eenige daartoe uitgenoodigde kunstschilders niet achterwege bleven om deze collectie aan te vullen. Enkele der geëxposeerde stukken en de meeste in den catalogus genoemde artisten mogen zich hier in goede bekendheid en groote waardeering verheugen. Als voorbeeld wjjzen wjj op het groote doek van BourceStil, hij kust ze, dat te zjjn er tjjd alhier verbazende furore maakte en zelfs een Middelburgsch poëet een ontboezeming in gebonden sty 1 ontlokte. Maar wjj wenschen niet nommer voor nommer van het geëxposeerde hier op te noemen, te minder wjjl het sommigen eigenaars misschien niet aangenaam is de kunstschatten, die zjj zamelden, in de »krant" besproken te vinden. Smaak, ook kunstsmaak is een subjectief iets, maar nog ietsmet schildergen gaat het als met menschen. Ontmoet men we der na jaren oude kennissen, vrienden, dan Btaat men met enkelen weder spoedig op den vroegeren prettigen voet, anderen heb hen iets vreemds, iets over zich verkregen, dat ons maar niet doet begrjjpen, waarom we ze voorheen zoo aardig en zoo goed vonden Ze ljjken ons thans zoo ouderwetsch, zoo ge heel buiten het kader vallend, van wat wjj nu wezen, anders zou er immers geen feesttoon zjjn." Hieraan verbind ik een paar aanhalingen die mg van vroeger voor den geest zweven. Wil het volk zjjne feestvreugde uiten, 'tzjj bjj vaderlandsche-, gemeente- of wel familie feesten, de muziek alleen moet er den stem pel aan geven viert men een kerkelj)k feest, het indrukwekkende van de plechtigheid wordt insgeljjks door de muziek verhoogd. Niet minder geheime kracht bezit zjj bjj treurplech- tigheden of begrafenissen. Verwekt zjj eene bjjzondere treurigheid, toch ook legt zjj als 't ware een zalf op de wonde, die ons hart beroert, een troost op ons benauwd en gedrukt gemoed. Hier komt men niet minder tot de overtuiging, wat de muziek vermag. De plaatsen, van een muziekvereeniging verstoken, zjjn als 't ware te beklagen want zjj missen het noodige voor een feest of eene plechtigheid. Wat geeft de muziek niet een genot bv. in den zomer wanneer de bloemen en het groen 't gezicht streelen, dan wandele men slechts in een park of lommerrijke plaats, waar muziek wordt gemaakt. Juist dan heeft zjj een dub bele aantrekkingskracht. De grootste pessi mist zal dan opgeruimd te moede worden. De muziek trekt oud en jong naar zulke plaatsen. Het gehoor wordt gestreeldhet hart tot dankbaarheid gestemd. 'k Weet wel, dat er andersdenkenden zjjn, die de natuur liever zonder muziek genieten en zelfs heb ik wel eens een slecht stemmend harmoniecorps ontvloden, om de reine natuur met volle teugen in mjj op te nemen, maar hier heb ik in hoofdzaak den beschavenden invloed op 't oog, welke de kunst op de min der bevoorrechte standen der maatscbappjj uit oefent, waaronder men geen geblaseerden vindt geljjk in de hoogere standen der maatschappjj. Afgezien van al die opgesomde voordeelen heelt de muziek nog een ernstigen plicht te ver vullen. Behalve dat, bevordert zjj ook de be schaving, houdt zjj ook hare beoefenaars van verleidingen terug en doet hen een af schuw krjjgen van die plaatsen, welke zoo vaak den mensch ontsieren. De ledige uren worden nuttig besteed aan de beoefening der muziek. Zjj brengt de werkende klasse met de hoogere standen in aanraking, waardoor zjj in alle opzichten intellectueel vooruitgaat. Ruwe taal maakt plaats voor fijnere vormen en de plompe houding wordt van hare ruwheid ont daan. In alles volgt de mindere den meerdere na, zoowel in taal als manieren. Overweegt men nn deze beschouwing nog nader, dan beseft men dat juist plattelands gemeenten niet verstoken mogen blijven van lief hebben in onze vrienden en waarom wjj ze bewonderen. Erger wordt dit nog, wanneer wjj naast hen een nieuwen vrii nd zien met schitterende eigenschappen, met gloeiende geestdrift voor het tegenwoordige. Naast hem ljjken de anderen alledaagsch. Misschien schudden wjj droevig het hoofd over onze veranderde gevoelens, en toch is het ons warm om 't harte, omdat hetgeen wjj in onzen nieuwen vriend zien ons zoo mooi ljjkt, zoo hoog verheven; omdat het ons treft en aandoet, en iets in ons doet tintelen, wat wjj voorheen niet gevoelden en dat ons hoog stemt. In 't kort, sommige schildergen, die ons vroeger aantrokken, kunnen ons dikwerflater niet meer hekooren. Wij hebben anders leeren zien; wjj hebben anders leeren begrjjpen,wat kunst is. Van dat andere, het ontbreekt hier niet. Zoo is o. a. de heer Hejjse de gelukkige be zitter van een doek van Breitner, Veldar tillerie, dat wjj vrjjmoedig de kroon der ex positie mogen noemen. Van dezen machtigen kleurenteovenaar zagen wjj hier te Middel burg nog te weinig. Het gelukkig toeval wil, dat er thans tegel jjkerljjd drie doeken van hem binnen onze muren onder de oogen van het publiek komen, twee op de kunstbeschou wing van den heer C. H. J. van Benthem Jutting, waarvan het eene Manoeuvres in Brabant zich zeker weder aan onze herinne ring opdringt als wjj voor Breitner's Veldar tillerie hier in het Kunstmuseum staan. Als men de zaal binnen treedt, dadeljjk wordt het oog geboeid en vastgehouden door Breitner's werk. Het fascineert u en ge kunt het niet meer loslaten. Welk een kracht van kleur en licht straalt er uit dit schjjnbaar donkere doek; het tintelt van licht, op den kop en den hals van den vos, op zjjn beide achterheenen onder den bruine door, en deze I laatste met zjjn schimmelachtigen huid, het zulke nuttig werkende vereenigingen; juist daar weten de jofig^J-Jen hunne vijje uren 't minst nuttig te bestedenjuist hier is men van muziek beroofd. Beeft men feest, dan moet een korps van elders met veel geld geënga geerd worden. De steden hebben overal in ons land een groot voorrecht, daar is nergens ge brek aan muzikaal leven, op de dorpen is dit echter anders Mijns inziens moesten zjj, die er over ge steld zjjn, het stoffeljjk en zedeljjk welzjjn hunner gemeentenaren te bevorderen, zoowel burgerljjke als geesteljjke overheden hunne aandacht hieraan wjjdenook hebben de hoefden der scholen en onderwjjzers hierin een gewichtige taak te vervullen. Men werpt mjj wellicht tegen, dat, als er sprake is van intrumentaal en niet van zang- vereenigingen, de kosten der aanschaffing der benoodigde instrumenten te bezwarend zjjn heeft men hier evenwel niet het voorbeeld van vele plaatsen, waar zoo menig kunstgezinde inwoner het zjjne bjjdroeg ter bereiking van dat doel Geen burgemeester (of 't moest die van IJlst zjjn), geen gemeenteraadslid zal eene bjjdrage uit de gemeentekas weigeren ter op richting van zulk eene vereeniging. Zjj moe ten wel voorstanders er van zjjn. Men neme een voorbeeld aan de steden, waar jaarlijks duizenden guldens voor de mu ziek wordt uitgetrokken. Ik zou steden kun nen aanwgzen van 20.000inwoners die/"20.000 per jaar aan een muziekcorps besteden. Een plaatsje in Noord-Holland met 3000 zielen geeft eene jaarlgksche subsidie aan zjjn Harmoniecorps van 300. Zelfs las ik dezer dagen dat het dorpje Geulle met zjjn 1000 in woners ook een Fanfare-corps oprichtte en f 300, hiervoor uit de gemeentekas werd bjj- gedragen enz., enz. Dit zjjn gewis navolgingswaardige voorheel den, om tot het goede doel te geraken. Andere bezwaren als daar zjjn het vinden van een dirigent of muziekonderwijzer en het aanlee- ren van blaasinstrumenten, behoeven niet luchtig opgevat te worden, maar zjjn toch dikwjjls met succes overwonnen, geljjk mjj bjj concoursen en festivals is gebleken. Het spreekt van zelf, dat vele vereenigin gen slechts aan bescheiden eischen voldoen kunnen, en dus maar zeldzaam met een kun stenaars-corps zich kunnen meten. En nu het kardinale punt nog eens aangeroerd. Hoe kom ik aan een kapelmeester of diri gent Voor een dertigtal jaren zou ik die vraag onmogeljjk te beantwoorden gevonden hebben. De ondervinding van den laatsten tjjd heeft mjj echter geleerd, dat menig muziekonder wijzer, vele verdienstelijke dilettanten en bruin en het rood van de paarden, het blauw van manteljas en mantelzak op hun zadels, het geel van de uniform der artilleristen tegen het groen van het bosch, ieder, op zich zelf intens, hoe smelt dit alles tot een kleuren- accoord in warmen zonneschjjn ineen. Hoe mooi is hier in kleur rust uitgedrukt en toch leven, Wat pootig staat er niet het paard links, met den artillerist in gang. Wjj kwamen op verschillende dagen op de tentoonstelling, bjj helder en donker weer op een somberen dag ziet men eerst recht welk een licht en kleur in dit doek is opge sloten, het tart als 't ware met zjjn donkere tinten de lichte bloemen daarnaast en over wint in den strjjdhet licht behoeft er niet van buiten opgebrachthet straalt er uit als een juichkreet. Hier is niets extravagants, geen verwaar- loozing van de buitenzjjde der dingen, wat men Breitner anders wel eens verwjjt. Dank aan den heer Hejjse, dat hg dit heerljjk werk van den machtigen impressionist ons tjjdeljjk te genieten geeft en wjj hopen voor niet te korten tjjd. Nieuw voor ons was het werk van mej. Jo Koster uit Brussel vergissen wjj ons niet toch een Nederlandsche van geboorte. Van deze jonge kunstenares zijn op de tentoonstelling vier werken aanwezig twee portretten, een figuurstuk en een bloemstuk. In alle vier toont mej. Koster zich een schilderes van veel aanleg. Het portret van den heer S. bezit, wat teekening, kleur en lichtverdeeling aan gaat, tal van goede kwaliteiten, maar het komt ons voor of de artiste nog wat al te vast zit in het academische. Als zjj zich van de strenge regelen der officieele kunstleer meer heeft losgemaakt en er naar streeft meer en meer zichzelf te zjjn, dan zal, meenen wjj, haar kn'appe werk van thans ook pakkend kunnen worden. Meer karakter dan uit het schoolonderwijzers deze betrekking met meer of minder talent vervullen. Spoor- en tramverbindingen maken liet ook mogeljjk, van andere plaatsen een leider te laten komen. Geschikte methodes zjjn voor de blaasinstrumenten geschreven. Bovendien kan men zich mede in ons land van degeljjke muziekinstrumenten voorzien. Ten slotte kom ik tot de conclusie, dat het noodig en in de meeste gemeenten van ons vaderland mogeljjk is, muziekkorpsen op te richten." Met den wensch dat zjja schrjjven daartoe iets moge bjjdrage, wat hem zeer aangenaam zjjn zal, eindigt de heer Richard Hol zjjne mededeelingen. De heer Van Vljjmen had in de courant gelezen en vertelde verleden week in de Kamer »dat op de Key-eilanden, waar in den laatsten tjjd het Christendom nog al uitgebreid is, bjj gelegenheid van de inwjjding van een kerk, het doopen van vjjf-en-dertig inlanders en de in stallatie van een inlandsch hoofd, den Orang Kaja, geïnviteerd zjjn de con troleur en enkele zee-officieren, die daar toevallig met hun schip lagen. Zjj hebben die uitnoodiging aangeno men en de plechtigheid in gala-kos tuum bjj gewoond. Die heeren hebben niets gezegd, maar de plechtigheid eenvoudig met hun tegenwoordigheid vereerd." Aan welke mededeeling de heer Van Vljjmen toevoegde»Ik geloof, dat het goed kan zjjn, in dien geest eenige wenken aan de ambte naren te geven." Dat »zjj hebben niets gezegd", in verband met hun verschjjnen »in gala kostuum", was zeer naïef. Want och, de inlander heeft geen toespraak noodig om de beteekenis te begrjj pen van het feit, dat die groote blanke heeren hun ambtsgewaad aanleggen ten einde offi cieele wjjding te geven aan een Christeljjke- godsdienstige plechtigheid. Eu dit begrjjpend, doet de inlander van tweeën één. Of hjj neigt er toe om, overeenkomstig den bljjkbaren wensch van den toewan basar te Buitenzorg, zich ook maar te laten opnemen in de kudde der Christenen. Of hg schenkt zjjn oor aan zjjn ophitsenden priester, die hem inblaast, dat hjj nu zelf ziet, hoe het gouvernement het mee aanlegt op den ondergang van zjjn godsdienst. Verwacht zou men dan ook hebben, dat de minister van koloniën wjjzend niet alleen in het algemeen op den onthoudingsplicht van gouvernementsambtenaren als zoodanig in za ken van godsdienst, maar ook in het bjjzonder óp de verhoogde omzichtigheid, die ten deze geschilderd portret spreekt er voor ons uit het pastelportret, dat wij qua kunst hooger Btel- len. Met veel flair, met zekeren chic zjjn de beide andere stukken geschilderd. Deze jeug dige kunstenares heeft ongetwjjfeld, als zjj haar talent zelfstandig bljjft ontwikkelen en flink bljjft doorstudeeren en zelf zoeken, een goede toekomst voor zich. Aangenaam verrast waren wij te zien, dat het groote Wintergezicht van Apol eigendom van het Kunstmuseum is. Dit mag een goede aanwinst heeten, want het is een fraai stuk, goed van kleur en met veel licht, waar, zooals wjj er in den laatsten tjjd weinig meer van Apol zagen. Een groot zonnig Landschap uit het Over- ijsselschev an W. J. van den Berghe bewjjst dat onze ruim zeventig-jarige Middelburgsche kunst schilder het werken nog niet heeft opgegeven en dat zjjn liefde tot de natuur en tot onze vriendeljjke landschappen nog niet ia ver flauwd. Dit is een kunstenaar, die het zich niet gemakkeljjk heeft gemaakt met zjjn kunst en door zjjn werkkracht menig jongere be schaamt. Met een Herfst en een aardig Lichteffect in het duin is de heer C. J. W. Nuys alhier vertegenwoordigd. Mej. Marie de Man zond een Stilleven in, dat door zjjn levendigheid van kleur en licht bjjna een parodie op den stereotiepen kunst term levert. Het is een intieme kleurensimfonie, mooi, ja geestig van schikking, die kokette Romeinschen traan- of olievaasjes met het an tieke lampje als in nederige naïeve bewonde ring voor het groote deftige perkamenten boek. Het lichte glanzige kalfsvel en de roode zegels doen zeer mooi tegen het blauwe tafelkleed en het donker gordgn. Van den heer W. J. Schütz zal het kleinere Tusschen het riet voor velen door het innige en rustige groote aantrekkelijkheid hebben, maar in Indië geboden is verwacht zou men heb ben, dat de minister, wel verre van in te stemmen met des heeren Van Vljjmen's wensch, integendeel had verklaard, tegen eene herha ling van het gebeurde te zullen waken. Maar jawel, fluks verrees hg van zjjn zetel, betuigend »dat hjj gaarne aan den wensch wilde voldoen, om de aandacht van den Gouver neur-generaal op dit punt te vestigen." Goed, dat men het weet uit zóo betrouwbare bron als het Handelsblad: de minister Bergs- sma is een vertegenwoordiger van »de vooruit strevende koloniale richting Zjjn bereidverklaring zal wel alléén dóArom zonder protest gebleven zjjn, in de kamer, omdat de leden zaten te praten in plaats van te luisteren. Nu, dat is te vergeven bjj een zóo taai en tam debat, als ditmaal over de Indische hegrooting werd gevoerd Maar jam mer is het toch. Jammer ook, dat de heer Van Houten niet meer op de groene banken zat om zoodanig protest uit te brengen. Wat zou degeen, die nu zjjn ambtgenoot is, er van langs hebben gekregen De bovenstaande, o. i. zeer juiste, opmerking maakt de Amst. (D. v. N.) onder het opschrift »In ambtsgewaad" Volgens het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 9 tot en met 22 October, viel er, zooals wjj gisteren in 't kort meldden, weinig belangrjjks voor. In G root-A tjeh werden eenige posten een enkele maal beschoten, zonder dat ons eenig nadeel berokkend werd. Den lOen October werd een troep gewapende lieden van T. Djohan Pohalawan nabjj Seno- lop beschoten, waardoor een hunner licht ge wond werd. Den lien d. a. v. rukte van Anagaloeng een patrouille uit naar Sibreuw waar zich, met het doel om de bevolking te berooven, eenige kwaadwilligen ophielden, die, bjj het doorzoeken van de kampong, op de vlucht gingen. Nabjj de versterking teruggekomen, vielen uit Gliëng eenige schoten op het deta chement, dat echter ongedeerd bleef. In den namiddag van 17 October werd van Senelop een patrouille uitgezonden om een nieuw aangelegde, maar op dat oogenblik niet bezette vjjandelijke versterking te slech ten. Na ongeveer een half uur daarmede bezig te zjjn geweest, kreeg men vuur uit de kampong Sibang en Klieng, waarop het werk werd gestaakt. Door een zelfden kogel werden daarbjj 2 artistieker is voorzeker zjjn groot doek Storm. Met veel uitdrukking is in het voorste deel van het groenachtige water de voortdurende beweging, het rustelooze element uitgedrukt, maar minder gelukt schjjnt ons op den ach tergrond het woeste, het aangrjjpende van die vreeseljjke, die meedoogenlooze groote zee in haar heftigste beroering weergegeveu. Maar niet alle zeeschilders behoeven Mesdag's te zjjn en onze talentvolle Middelburger levert ook hier weer werk, waarin men den man van het kunnen en het willen herkent. Onder de kleinere schilderjjen vestigen wjj nog de aandacht op een Herfst (n° 67) van den heer Vlamings en het atmosferische Strand van Gudin. Ook de heer J. H. van der Harst alhier zond twee landschappen in. Bedriegt ons geheugen ons niet, dan zagen wjj het Wintergezicht te Amsterdam van Wjj s- muller reeds vroeger, of een dergeljjk doek, geljjk van onderwerp en behandeling- Het is een mooi, impressief schilderjjtje, waarop men zich nooit moe tuurt. Frisch en krachtig opgevat, zooals Theoph. de Bock's kunst ons sympathiek is, is diens kleine Op het Erf, met die forsche hooischelven en die flinke ruimte in zoo'n klein stuk. Beide laatstgenoemde, evenals de fraaie, typische Henkes In de re- gentenbank, een van de mooiste die wjj ooit van hem zagen, zjjn met den heerljjken Breit ner het eigendom van den heer Hejjse. Ten slotte een verzoek aan hen, die deze tentoonstelling organiseerdenZou er geen mogeljjkheid bestaan om haar gedurende de weken, die zij nog bljjft, op Zondagen koste loos of tegen een zeer laag entree voor de volksklassen open te stellen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1