27 November. N°. 280. 137e Jaargang. 1894 Dinsdag Middelburg 26 November. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.' Reclames 40 cent per regel. By deze courant behoort een Bijvoegsel. *-»etteren en üunst. ONDERWIJS. EERKNIE U WS 1DDELB11H tOlil Tkermoiaetet. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdabh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonoe, te Krumingen f. v. d. Peul, to ZierikzeeA. c. de Mooij, Aiiyertentlën i avonds nog worden opgenomen. Een heden bij de regeering uit Lombok ontvangsn officieel bericht, dl» Zondag, luidt als volgt: „Alle voorname Poeoggawas, voor zooveel bekend, zijn thans in onderwerping, twee verwanten van den Radja nog niet. Inle vering van wapens vordert goed." Bjj het departement van koloniën is Zaterdag namiddag het volgende telegram van den Gou verneur-generaal van Nederlandsch-Indië ont vangen, dat nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer is medegedeeld. «Telegram van de Koningin-Regentes is door land-en zeemacht met geestdrift begroet. Gisteren doorzocht colonne Zuid-Tjakra-Ne- gara, vergezeld door wjjkhoofden. Nergens te genstand. Bevolking slechtte op eerste aanzegging de kleimuren en de wallen van den Zuidrand. Voorname Baliërs onderwierpen zich in grooter aantal dan vorige dagen." Bljjkens van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië ontvangen telegram zjjn, bjj de verovering van Tjakra-Negara, op 18 dezer, de volgende Europeesche militairen ge sneuveld van de infanterie de sergeanten C. P. W. Brouwer, en J. J. J. van Lithde korporaal H. Vermaakde fuseliers M. de Groot, A. Rommers, J. Hisseld, H. Janssen, E. van der Veer, R. Vinkers, W. Bakker, G. van Bergen Henegouwen, S. J. Sonnen, J. van Stee, B Akkerman, J. Veldhoen, A. Maxveiler, J. Fon- l^eyn, L. Hindriks, H. H. W. Baedge, V. C. Metdepenninghen en J. van Itjjsbergen. Van de artillerie de kannoniers A. van der Burgt en J. Hessel. Van de genie: de sergeant J. H. G. Greven 5"jAan een particulier schrjjven van den veld prediker Rogge aan Het N. v. d. D. is het volgende ontleend «Thans nadert de tjjd, dat ik hoop met verlof te kunnen gaan. Was ik niet naar lichaam en ziel ziek geworden, ik zat nog op Lombok. Doch die overstelpende gemoedsaandoeningen en uitputtende vermoeienissen, en die ver schrikkelijke nachten van 25 en 26 Aug., hadden langzaam, maar zeker, mjjne gezond heid geknakt. De herinnering aan die mensohens1 achting vervult me nog met ontzetting. Het was of de hel was los gebroken. De kogels vlogen me om de ooren en als door een wonder kwam ik behouden terug. Nu doet het mjj leed, dat ik het, zoo ik hoop, schitterend succes niet mag aanschouwen. Maar ik was zoo verzwakt en uitgeput, dat ik niet langer kon en mocht big ven. Daarom verheugt het mjj, dat ds Offerhaus, een krachtige gezonde man, pas van verlof terug, mjj heeft willen vervangen." Dit bericht is gedagteekendSalatiga, 20 Oct. Ds Rogge vertoefde daar tjjdeljjk tot herstel van gezondheid, en hoopte half Nov. weder in staat te zijn, zjjn arbeid in de ge meente te Samarang te hervatten. De te Lombok gesneuvelde overste Frackers was uit Maastricht geboortig, werd 2e-luit. in 1866 en doorliep de verschillende rangen, tot hjj in 1888 tot majoor werd bevorderd. Sedert October 1891 bekleedde hjj zjjn tegenwoordigen rang, vertrok in Juni 1892 naar het moeder land en bracht den tjjd van zjjn verlof te Maastricht door, in den kring zjjner familie. In Juni van dit jaar, toen de verloftjjd was verstreken, is de overste naar Indië terugge keerd, in de hoop binnen twee jaar, met den kolonelsrang gepensioneerd, voorgoed te re- patrieeren. Dadeljjk na zjjn komst in Indië in de eerste dagen van Augustus werd luit.- kol. Frackers benoemd tot plaatselijk com mandant te Samarang. Toen nu na de ramp van 25 Augustus de aanvullingstroepen naar Lombok vertrokken, werd hjj aangewezen als commandant van het 6e bataljon ter vervan ging van den zwaar gewonden overste Bjjle- velt. In de jongste mailberichten werd hjj herhaaldelijk genoemd, o. a. onder de officie ren, die aandeel hadden in de verovering van Mataram. Vermoedelijk stond ook de boven bedoelde colonne, welke tegen Sasari optrok, onder zjjn beproefde leiding, en is hjj daar met krijgsmanseer gevallen aan het hoofd van den troep. In zjjn memorie van antwoord op het voor loopig verslag der Tweede kamer over zjjn be grooting verklaart zooals onze lezers weten de minister van binnenlandsche zaken dat «het geenszins met de wet op het hooger onderwjjs in strjjd ware, aan het ver leunen van subsidiën aan gemeentebesturen de voorwaarde te verbinden, dat manneljjke en vrouweljjke leerlingen op geljjken voet zullen worden toegelaten." Maar niettemin «maakt hjj bezwaar hiertoe over te gaan" om twee redenen voor één. De eerste luidt, dat «het bedenkeljjk is, aan deze subsidiën, die haar grond hebben, in de vroegere toestanden op gymnasiaal ge bied, nieuwe voorwaarden te verbinden." De kracht der tegenwerping ontsnapt onszegt de Amst. Dv. N.), want evenmin als het in 1876, bjj de invoering der wet op het hooger onderwjjs, «bedenkeljjk" werd geacht, vroeger genoten subsidiën slechts te bestendigen voor zoover de scholen overeenkomstig de nieuwe wet werden ingericht, evenmin «bedenkeljjk" kon het toch wel zijn, thans nog een voor waarde op te leggen, die door billjjkheid en algemeen belang gevorderd wordt. Maar bo vendien de bedenking, al ware zjj op zich- zelve juist, kan in allen gevalle slechts gelden voor die gemeenten, die reeds vóór 1876 in het genot van subsidie waren. Dit nu is niet het geval met al de gemeenten in quaestie. Toevalligerwjjze bjj voorbeeld niet met Breda en met Maastricht, waar het geschilpunt ac tueel belang heeft, omdat juist daar het ver zoek om toelating van meisjes tot het gym nasium door den raad is afgewezen. Deze gemeenten hebben eerst na de invoering der wet rjjks-steun ontvangen en voor deze kan dus het beroep op «vroegere toestanden" zeker niet opgaan. Is dan misschien steviger het tweede argu ment, hetwelk de minister voor zjjn zonder linge houding aanvoertbetuigend, dat «het opleggen der toelating aan gemeentebesturen, die er ftegen gekant zjjn en veelal bjj de be volking hunner gemeenten steun vinden, geens zins een gunstig resultaat waarborgt" Wjj hadden den heer Van Houten wel eens willen ;hooren, wanneer hem, toen hjj nog in zjjn oude kracht gezeten was op de banken der Kamer, door een minister zoodanige uit vlucht ware voorgehouden. Ongetwjjfeld zou hjj hebben gezegddit karakter van uitvlucht bljjkt te duideljjker hieruit dat de regeering ten opzichte van rjjks-hoogere burgerscholen niet te rade gaat met de vraag of een gedeelte van de bevolking er tegen gekant is. Hjj zou er klem op hebben gelegd, dat het niet aan gaat, ouders die toegang vragen, voor hun dochters, af te wjj zen omdat andere ouders voor hun zonen van het gezelschap van meis jes niet gediend zjjn. Hjj zou, ten aanzien van Maastricht en Breda in het bjjzonder, een minister, die zich liberaal wilde noemen, voor de voeten hebben geworpen, ge buigt het hoofd voor clericale dwarsdrjjverjj. Hjj zou. Ja, dat alles niet alleen zou de heer Van Houten gedaan hebben vroeger als Kamerlid ook zou hjj thans als minister handelen naar zjjne overtuiging, indien.... hjj zichzelven niet gevangen had gezet in het ministerieele dwangbuis, hetwelk hg met welgevallen heeft aangetrokken. Openhartiger dan met betrekking tot het hierboven behandelde punt, bekent de heer Van Houten dit zelf met hetgeen hg iu zjjn memorie van antwoord schreef ter zake van de lijkverbranding. Want ziehier zijn betuiging «De redenen, die hem weerhouden thans eeD wetsvoorstel betreffend dit onderwerp voor te bereiden, zjjn uitsluitend aan den algemeenen staatkundigen toestand ontleend." Aan den algemeenen staatkundigen toestand ontleend dat wil zeggen ontleend aan de omstandigheid, dat de minister zjjn clericale» vrienden, belangrjjk bestanddeel van de meer. derheid die hem steunt, moet ontzien. Eu in waarheid de aankondiging, in de troonrede van een wetsontwerp betreffend middelbaar onderwjjs voor meisjes, heeft al voldoende storm verwekt bjj de bondgenooten. Nu verder dient voorzichtigheid het consigne te wezen. Eere wien eere toekomt. In dit geval ten minste windt de heer Van Houten er geen doekjes om. De jongste brief uit de hoofdstad in de Arnh. Crt. vangt als volgt aan Een merkwaardig staaltje van Jean qui pleure et Jean qui rit of van de doctoren Tant Mieux en Tant Pis leverden de twee groote dagbladen van 'sGravenhage Donderdagavond op. In het Vaderland werd vermeld dat «uit tal van woningen" de driekleur wapperde (een woord dat bjj de heerschende windstilte juister door uithing ware vervangen,) ter eere van de zegepraal op Lombok. Ook in het Dag blad heet het, dat »van vele particuliere wo ningen het nationaal dundoek werd ontplooid" ge ziet dat de gejjkte, ouderwetsche en om slachtige termen in de: hofstad nog al tjjd in eere worden gehouden. Maar in dezelfde cou rant komt. een noodkreet voor van een vol bloed vaderlander, die, door de stad wande lende om de ontplooide driekleur te gaan tellen, na genoemd dundoek uit eigen woning te hebben doen uitsteken, maar zeer weinig vlaggen uitgestoken vond, «nagenoeg nietB", en dan ook betuigt dat hjj «een echt gevoel van verkilling kreeg bjj zooveel apathie". Nu moet men niet meenen dat de oud-officier, die deze klacht ternederschreef, overdreven heeft, en alleen maar over het ge ring getal vlaggen kon klagen, omdat hjj zjjne verwachting al te hoog gespannen had. Moest ik eene beschrjjving naar waarheid van het aanzien der stad geven, ze zou meer met zjjn indrukken dan met de aangehaalde couran tenberichten strooken, doch ik vind niette min, dat door den oud-strjjder mjjne stadge- nooten niet zeer billjjk beschuldigd worden. Hjj moest niet vergeten, dat dit de tweede maal reeds is dat Lombok veroverd heette die drie maanden geleden wegens de eerste overwinning de vlag hadden uitgehangen, ble ken zich weldra zonder reden te hebben ver heugd. De elementaire wjjsheid, door schade en schan de verkregen, was nu waarschjjnljjk voor velen eene reden tot onthouding. Zjj hebben zich gehouden aan het oud-vadarlandsche spreek woord, dat verbiedt hei 1 te roepen vóórdat men over de brug is. Op Lombok vallen de brug gen ook wel eens in, evenals te Amsterdam. Toch schjjnen de Hagenaars, althans zjj die door dergeljjke overwegingen bewogen zjjn, na een nacht er op geslapen te hebben, van hun pessimisme te zjjn teruggekomen, althans Vrijdagochtend zag men in de winkelstraten, vooral in de Hoogstraat, veel vlaggen en ook in de particuliere 'wjjkS. hier 'en daar de drie kleur uitgestoken. Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot ontv. der. bel.te Elburg K. R. Winkler, te Makkum te Breukelen J. H. Van Barneveld, te Heilote Hattem G. D. L. Rink, te Hasseltte 'sHeeren- berg J. Elainga, te Bellingwoudete Vries Dj Steenhuizen, te Dalfsente Ootmarsum H. Schuurman, te Ittervoort; te Buiksloot B. J.J. M. Timmerman, ontv. der bel. en havengelden, voor het kanaal van Walcheren, te Veerete Ommen N. Van Hamel, sum. te Rotterdam te Rjjp A. L. Boot, sum. te Rotterdam te Dalfsen A. A. Vreede Jz., surnum. te Amsterdam te Hasselt J. B, Van den Dries, surnum. te Arnhem; te Beilen F. P. Wethmar, surnum. te Rotterdamte Duiven 0. Valkhoff, surn. te Arnhemte Leende C. W. Bodenhausen- surnum. te Leeuwarden te Hardenberg J. P, Schippers, surnum. te 's-Hertogenboschte Heilo H. L. J. N. Dufour, surnum. te Rotterdam te Bellingwoude P. J. F. L. Baumann, surnum. te Amsterdamte Goedereede H. J. Koning, 3urnum te Groningen; te Makkum J. Nagte- gaal, surnum. te Leeuwarden. Verder is benoemd tot commies der telegra phic van de 1ste klasse F. Allen, thans direc teur van het telegraafkantoor te Apeldoorn- De leden van de Eerste kamer der Staten. generaal zjjn ter vergadering bjjeengeroepen tegen Maandag den 3den December 1894, des namiddags te half drie uur. De minister van binnenl. zaken heeft f1400 aangevraagd, om prof. A. J. van Pesch op te dragen de bewerking van sterftetafels ter voor bereiding van het opnemen der weduwen en weezen van onderwjjzers in het pensioenfonds voor burgerljj ke ambtenaren. stel voor drie schepen door den minister gehandhaafd. Bjj den aanbouw daarvan is de meerdere bescherming niet opgeofferd aan het streven naar groote snelheid 6n de ministe vertrouwt dat de bouw binnenslands van de geprojecteerde kruisers goed werk zal opleveren. De minister acht nog geen wettel jjke regeling noodig van het onderwjjs bjj de zeemacht, intusschen wordt getracht den abnormalen toestand te verbeteren, die volgt uitdenlang- durigen tjjd, dien de adelborsten 1ste kl. in hunnen rang tot dusver doorbrengen. De opleiding van jongens en van onderof ficieren behoeft volgens den min. niet in éene hand gebracht te wordende regeliDg voor de dek- en onderofficieren betrekkelijk de oefening zal worden herzien. De nieuw opgerichte marine-reserve voldoet zeer goed en het is noodig gebleken om f 17000 meer aan te vragen, waardoor, be halve de thans reeds in dienst gekomenen, zullen kunnen worden aangesteld 48 officieren, 16 machinisten, 30 matrozen en 20 vuurstokers. In het eerstdaags in te dienen wetsontwerp tot regeling van de bevordering en het ont slag van officieren der kon. Ned. marine- reserve zal worden voorgesteld te bepalen dat het ontslag van de officieren in tjjden van oorlog of oorlogsgevaar kan worden afgewezen. Van dienstplichtige reserve-officieren wordt bovendien een verklaring geëischt dat zjj zich voor zes jaren bjj de marine-reserve verbinden. De min. deelt mede dat de Helgoland, waar mede de Deensche prins dezen zomer aan den Hoek van Holland kwam, twee dagen vroeger daar aanwezig was dan volgens de officieele mededeeling kon worden gerekend. Overeen komstig de reglementen werd het saluut, door de Helgoland gegeven, onmiddeljjk door het fort met een geljjk aantal schoten beantwoord. STAATSBEGBOOTIH». Regeeringsantwoorden. De minister van marine ziet geen practisch nut in de instelling van eene commissie van onderzoek voor de inrichting van land- en zeemacht, is bereid de organisatie van de zeemacht en het plan van aanbouw duurzaam te regelen voor de toekomst, maar acht ver betering van het materieel voor het oogenblik onvermjjdeljjk, terwjjl het verband tusschen de doode en de levende strijdkrachten niet ontbreekt. Het oude materiëel moet geleidelijk vervangen worden, aan oude schepen moesten zoo weinig mogeljjk kosten worden besteed Bjj de aanvraag voor nieuwen aanbouw is voldoende op den financiëelen toestand gelet Eerst als omtrent de organisatie der zeemacht gegevens zjjn bijeengebracht, kan worden vastgesteld hoeveel van de voorgedragen sche pen in het geheel noodig zal zjjn en hoe de nieuwe aanbouw in volgende jaren zal zjjn te regelen. Inmiddels wordt het gedane voor I»e nfenwe geweren. Eerlang mag men de debatten over de Oor- logshegrooting tegemoet zien, waarbjj de aan gevraagde som voor nieuwe geweren ongetwjj feld een voornaam punt van overweging zal uitmaken. Wjj meenen daarom onzen lezers geen ondienst te doen door eenige verschillen tusschen het door den minister aangevraagde en het thans in gebcuik zjjnde geweer aan te geven. De projectielen van het nieuwe 6.5 mM geweer dringen op 1200 M. nog door 2 a 3, op 600 M. door 3 H, benedgn dien afstand zelfs door 4 a 5 gelederen, terwjjl het pro jectiel van het tegenwoordige 11 mM. geweer hoogstens, en dan nog op de kleinere afstan den, 2 gelederen doorslaat. Een paar dM. hout, 0.5 M. aarde, eensteens- muren, leveren voor ons geweer dekking, bjj het nieuwe wapen heeft men om gedekt te zjjn 0.5 M. hout, 1 M. aarde en 2 a 3 steens muren noodig I)e trefkans van het nieuwe wapen is drie maal zoo groot als die van het oude. De rook van het buskruit, dat nog in onze patronen voorkomt, vormt een gordjjn, dat het uitzicht belet en juist de plaats aanwjjst, waar het schot wordt afgegeven. Hjj toont dus der tegenpartjj het punt, waarop hjj zjjn vuur moet richteD. Boven de 100 a 200 M. ziet men geen rook bjj het nieuwe kruit. Wanneer de tegenpartjj zich derhalve in struiken of bedekt terrein genesteld heeft, kan hjj ons verliezen toebren gen, zonder dat wjj hem waarnemen en op hem ons vuur kunnen richten. Terwjjl de man thans 94 patronen met zich voert, zou dat getal bjj het geweer van 6.5 mM., zonder gewiebtsvermeedering, tot 160 kunnen worden opgevoerd. Munitiegebrek, een schrikbeeld voor infanterie, is daardoor minder te vreezen. De bestreken ruimte, dat is de afstand waarop de kogel zich niet verder dan de ge middelde lengte van een mensch (1.7 M.) boven den grond verheft, bedraagt bjj ons geweer 350 M., bjj het nieuwe 600 M. Hieruit ziet men, dat, als beneden de 600 M. kalm wordt doorgevuurd, niemand zich binnen dien afstand bewegen kan zonder getroffen te worden bjj ons geweer bedraagt die afataDd, zooals boven gezegd is, ruim 300 M. De vrees dat weldra een wapen van een nog kleiner kaliber zal noodig zjjn, is vol gens deskundigen ongewettigd technische be zwaren en oorlogsgebruik beletten, volgens hen, dat men met de kalibervermindering nog noemenswaard verder gaat. Het Duitsche leger is bewapend met een geweer van 8 mM.. waarvan de eigenschap pen wel wat, doch niet aanzienlek minder zjjn dan die van het bp ons voorgestelde ge weer van 6.5 mM. Wat de uitkomsten zullen moeten zjjn als 2 overigens geljjke afdeelingen, waarvan de een met ons tegenwoordige, de ander, meteen geweer van 8 of 6.5 mM. bewapend, elkaar bestrjjden, zal den lezer na kennisneming van bet bovenstaande niet moeieljjk vallen uit te maken. (Opr. Haarl. Crt.) Vrjjdagavond had te Amsterdam voor een talrjjk en kunstlievend publiek (de Stads schouwburg was tot de laatste plaats bezet), de eerste uitvoering der Wagner- Verteniging in dit seizoen plaats. Bjj die gelegenheid werd die Walkilre uitgevoerd. Dat heerljjk werk bracht, niet het minst door de ongeëvenaard* zuiverheid der muziek, allen in verrukking. De heer Viotta, hoezeer ook bjj het neerlaten van het doek met geestdrift ten tooneele ge roepen, meende zich aan die ovatie te moeten onttrekken. Alleen werd geklaagd dat voor de partjj van Hunding de keuze niet gelukkig was geweest; de heer Ed. Decarli uit Dresden, die haar vervulde, heeft een lang niet fraai getim- breerde stem. Het Walkürenkoor bleef vor beneden dat der dames-dilettanten die verleden den «Ritt" in de Vereeniging hebben gezongen. Aan de mise-en-scéne, de decoratie en costu mes was buitengewone zorg besteed. Te Parjjs is overleden de geschiedschrjjver Victor Duruy, een der weinige ministers onder het keizerrjjk, die zich tot heden de algemeene achting hebben weten te verwerven. Duruy was 83 jaar oud. Beroemd zjjn zjjn werkenHistoire des Ro- mains et des Peuples soumis d leur domination Histoire des Grecs en Histoire universelle. Zondag is te Poissy het gedenkteeken voor Meissonier onthuld, werk van den beeld houwer Frémiet. De minister Leygues hield de inwjjdingsrede. Alexander Dumas, die eveneens het woord zou voeren, had zich wegens ongesteldheid laten verontschuldigen. Keizer Wilhelm heeft de groote gouden medaille verleend aan den dichter Klaus Groth, wiens werken in de Platduitsche taal van zoo algemeene bekendheid zjjn. Zooala reeds gemeld, wordt Anton Rubin stein Woensdag te St. Petersburg begraven op staatskosten, op het kerkhof van het Alexander Newski-klooster. De grootvorstin Alexandra, presidente van de Russische muziek-vereeni- ging, staat aan het hoofd van het comité tot regeling van de begrafenisplechtigheid. Bjj de sectie van het ljjk bleek o. a. een sterke vervetting van het hart. Rubinstein had eenige dagen voor zijn dood een caotate voltooid voor de inwjjding van het nieuwe conservatorium. Zjju Kaïn und Abel is onvol tooid gebleven. Het studeervertrek van den overledene, in de villa te Peterhof, is gesloten en bljjft geheel zooals het is. De schilder Zioglitski heeft een portret van den overledene gemaakt, zooals hjj in de doodkist ligt. Mej. M. C. van Overbeeke te IJ muiden heeft voor hare benoeming tot ondeiwjjzeres aan school 1 te Y erseke bedankt. Tot onderwjjzeres aan de openbare lagere school te Graauw is tegen 1 Jan. met alge meene stemmen benoemd mej. S. A. Grimminck, thans in geljjke betrekking te Hontenisse. De heer Grosjean te Amsterdam heeft het initiatief genomen tot het stichten van eene nieuwe vereeuiging van onderwjjzers, die «niet instemmen met de denkbeelden van den Bond van Nederlandsche onderwjjzers, maar op ordeljjke wjjze, zonder inmenging van politiek, de belangen van het onderwjjs en die der onderwijzers wenschen te beharti gen." De nieuwe vereeniging, De lagere school, zal eene vergadering houden, waartoe allen opgeroepen worden die het beginsel huldigen: «geen politiek in eene onderwjjzersvereeni- giag-" De heer dr J. W. F. Gobius du Sart. predikant te Nieuw- en St Joosland, is beroepen naar Woudrichem. Wekelyksche opgaaf betreffende de Ned. Herv. kerk. Beroepen naarZuidzjjpe D. A. Brinkerink te NeedeMonster P. Bokma te Bruinige Westkapelle J. W. Drost te Biezelinge's Heerenhoek F. G. Moeton, cand.; Oosterlittens J. Mees te BritsnmGoïngarjjp H. Visser, cand.; en naar Steenwjjkerwold W. Voors te Kuinre. Bedankt voorLeiden P. J. van Melle te Nj)kerk Nieuw-Helvoet A. Wunder te Noord- gouwe; Nieuw-Lekkerland G, van Kempen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1