N°. 274,
137s Jaargang.
1804
Dinsdag
20 November.
Middelburg 19 November.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, vl 'gels 1.50
iedere regel meer 0.20. Groote letters .reien berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel-
JLietteren en jc£unst.
ONDERWIJS.
Tkermometer.
Middelburg 19 Nov. 8 u. vrn 47 gr.
m. 12 u. 52 gr-, av. 4 u. 48 gr. F.
Verwacht Z. wind.
Agenten te VlissingenP. G. db Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Botrar, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peiji, te ZierikzeaA. C. db Mooii,
te Tholen: W. A, van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiëa
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, db Gbsb. Belïmfante, te 's Gravenhago, en A. de La Mab Ara., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cis., John F. Jokes, opvolger.
A dverteotlëa
moeten des namiddags te één uur
aan hot bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Uit Lombok ontving het Niemvs van
den Dag heden bet volgende telegram
Vijf bataljona deden een aanval en ver
meesterden Tjakra Negara tot en met de poeri
van den vorst.
De radja werd niet gevonden.
De vijand is bij honderdtallen gesneuveld.
Aan onze zijde zijn 150 dooden en ge
wonden.
De verdediging was grootschzelfs
vrouwen verleenden bijstand.
De schatkist is niet ontdekt.
De Nieuwe Rotterdamsche courant schrjjft
thans het volgende
Het Vaderland meent, naar aanleiding van
onze polemiek met de Middelb. Ct., dat wjj
de eedkwestie willen begraven. Wjj kunnen
daartegenover de eenvoudige verklaring stellen,
dat hoe eer ook voor de gemeenteraden de
facultatieve eed ondubbelzinnig in de wet wordt
erkend, hoe liever het ons zal zjjn.
«Overigens herinneren wjj er aan, dat wjj
tegen de Middelb. Ct opkwamen, omdat haar
artikel ons den indruk gaf, dat zjj aan den
minister Van Houten euvel duidde, wjjl hjj
het beginsel van den facultatieven eed per
soonlek voorstaat, dat hg als interpretator der
wet dit beginsel niet deed gelden. Op het
onbilljjke van die grief hebben wjj gewezen.
»Het Vaderland raakt een ander punt aan,
dat nu ook in de Middelb. Ct wordt op den
voorgrond gesteld. De minister Van Houten,
eene interpretatie ten nadeele van den facul
tatieven eed gevende, slaat zjjn verleden,
waarin bjj deze bekrompen interpretatie fel
bestreed, in het aangezichtzoo luidt de
grief. Over die grief hebben wjj ons intus-
schen niet uitgelaten, en wjj achten het beter,
hier niet te oordeelen voordat de heer Van
Houten zelf zjjne beslissing heeft toegelicht.
Daartoe zal spoedig genoeg de gelegenheid
zjjn, daar de kwestie bjj de staatsbegrooting
kan besproken worden. Te meer bestaat er
reden om zjjn oordeel op te schorten, als men
met Het Vaderland het mogeljjk acht, dat de
minister geen beslissing in de vraag van wets-
uitlegging heeft genomen, maar zich van
inmenging heeft onthouden, omdat de wet
hem geen recht van beslissing gaf.
»Wjj maken van deze gelegenheid gebruik
om de Middelb. Ct onze verontschuldiging
aan te bieden voor eene vergissing, die wjj
onwillekeurig begingen. Wjj verklaarden gis
teren, in een artikel van den heer Van Houten
in de Vragen des Tijds van 1881 niet ge
vonden te hebben wat de M. C. er in scheen
te lezen. Uit de M. C. van gisterenavond
bljjkt ons thans welk artikel bedoeld werd,
nl. een voorkomende in het nummer van Oc
tober 1881. Door voorbjj te zien, dat de jaar
gang van de Vragen des Tijds met October
en niet met Januari aanvangt, hebben wjj
alleen in den ingebonden jaargang gemerkt
met 1881, loopende van October 1880 tot
September 1881, en niet tevens in dien ge
merkt met 1882, gezocht, en daardoor kwam
ons het artikel, dat de M. Ct bedoelde, niet
onder de oogen."
Uit deze ronde verklaring bljjkt tot ons
genoegen dat de N. R. Ct. thans beter de be
doeling van onze beschouwing, die tot de
polemiek aanleiding gaf, heeft begrepen dan
in het eerst het geval was.
Ook wjj hopen dat de kwestie ter sprake
zal komen bjj de behandeling der staatsbe
grooting.
Zjjn wjj goed ingelicht, dan bestaat daartoe
alle kans
Men hoort verluiden, zegt de Standaard
dat in een dezer dagen gehouden vergadering
van de Boomsche Kamerclub besloten zou zjjn
het aangevraagde geld voor nieuwe geweren
tot eiken prjjs te weigeren.
En er wordt nog bjj verteld, dat deze slag,
die dan bepaaldelijk den minister van oorlog
treffen zou, gemunt zou zjjn op het geheele
ministerie, over welks manier van optreden
men niet weinig ontstemd schjjnt te wezen
Door den minister van binnenlandsche
zaken is op een adres van het hoofdbestuur
van den Ned, Bond van ondei wijzers, waarbjj
deze zich beklagen over de handelwjjze van
den burgemeester van Slochteren, die een hoogst
ongunstig en naar de Bond meent onjuist oor-
4 eel uitsprak over een onderwjjzer in zjjne
gemeente, geantwoord dat er voor tusschen-
komst der regeering geen termen bestaan.
In de afdeelingen der Tweede kamer is naar
aanleiding van bedoeld adres gevraagd, of de
minister een onderzoek heeft doen instellen,
en zoo de feiten, in het adres ontwikkeld, juist
mochten gebleken zjjn, welke maatregelen dan
te dien aanzien zjjn genomen.
Door andere leden werd opgemerkt, dat. de
hier in het bjjzonder ter sprake gebrachte
aangelegenheid geheel daargelaten, toch geen
inbreuk mag gemaakt worden op de vrjjheid
van gemeentebesturen om inlichtingen in te
winnen en te geven omtrent onderwjjzers, die
voor eene benoeming wenschen in aanmerking
te komen.
Ook de politieke gevoelens van dezen zullen
in zoover niet onverschillig wezen, dat de
gemeentebesturen volkomen in hun recht zjjn,
wanneer zjj bezwaar hebben een onderwjjzer
aan te stellen, van wien zjj vernemen, dat bjj
voor revolutionaire denkbeelden jjvert. Niet
alleen is een dergelijk persoon zeer weinig
geschikt om de jeugd, geljjk de wet wil, tot
maatschappeljjke deugden op te leiden, maar
ook zou het gemeentebestuur, bljjkens de
ondervinding, van een dergeljjk ambtenaar
veel last kunnen hebben.
deelte der leden vertrokken waren werd,
daar men toch geen kans :-yg dien avond tot
een vevgeljjk te komen, eené motie aangeno
men met 51 tegen 38 stemmen, om de debat
ten te Bluiten en de 4 overige punten in eene
volgende vergadering te behandelen.
Leden, die ter vergadering zjjn geweest-, ver
klaren, dat er van geen van de leden uit
genomen de volgelingen uit Zetten eene
stem opging ten gunste van den heer Yan
Dedem of van den heer Pierson.
Bjj kon. besluit is benoemd tot commies der
tëïegraphie j4de kl. K. Boodzant, thans tele
grafist.
Naar men meldt, wordt of is reeds bjj het
departement van oorlog gereed gemaakt eene
voordracht tot wijziging van het koninkljjk
besluit van 10 Nov. 1892 (Staatsblad No. 253)
betreffende de rjjkskeuring van paarden voor
het leger, ten einde de vergoeding van reis-
en verblijfkosten van te dier zake gedane of
nog te doene reizen ten laste van het Bjjk te
oren ge
Na overleg met de ambtenaren van het
veeartsenjjkundig staatstoezicht is door den
minister van binnenlandsche zaken bepaald,
dat de bestrjjding van het mond- en klauw
zeer, met aanvankelijke handhaving der afge
sloten kringen, zoolang dit nog noodzakelijk
voorkomt, thans, zooveel doenljjk, zal worden
beperkt tot de gewone maatregelen, welke
tegen die ziekte krachtens de wet van 1870
en het kon. besluit van 27 Maart 1888 Staats
blad no. 67) zjjn voorgeschreven.
In verband hiermede zal de belooning van
buitengewone gemeente-veldwachters, aange
steld voor het merken, beschrjjven en contro-
leeren van aan mond- en klauwzeer ljjdend,
daarvan verdacht of daarvan hersteld vee, niet
meer ten laste van het rjjk kunnen worden
gebracht..
Wat wjj verwachtten is geschied het relaas,
door den heer H. Pierson van Zetten gegeven
van het verhandelde op de vergadering, door
de anti-revolutionnaire kiesvereeniging Neder
land en Oranje te Benkum gehouden, wordt
weersproken.
De bekende brievenkwestie werd door de
meerderheid geheel anders besproken dan de
heer Pierson dat voorstelde. Men vond dat de
heer Yan Dedem als christen jde brieven niet op
Zondag had mogen opeischen en den beer
Van Lonkhuizen, als vriend en medelid der
kiesvereeniging, van te voren had behooren
te waarschuwen, terwjjl men bovendien weinig
gesticht was over het feit dat vóór dien Zondag
avond aan den heer v. L. niet om de stukken
was verzocht. Voor het eerst geschiedde zulks
toen in den vorm van opeisching door den
r jj ks veldwachter.
Herhaaldeljjk werd beproefd den heer Van
Dedem te bewegen, zjjne schuld tegenover den
beer v. Lonkhujjzen te bekennen, wat evenwel
niet gelukte. De beer De Vlieg deed toen
een motie of vraag of, voor het geval geen
toenadering kwam, bet niet wenscheljjk was
den beer Van Dedem als lid te royeeren op
grond van art. I.
Vóór de voorstellen van den heer Pierson
bjj stemming over door hem voorgestelde
candidaten, verklaarden zich 58 van de 131
leden, zoodat hij wel inzag dat de meerder
heid niet aan zjjn zjj was.
De heer Pierson verklaarde dan ook, dat-, zoo
er een motie, van welke strekking dan ook
in stemming werd gebracht, hjj onmiddelljjk
de vergadering zou verlaten en dat hem dan
velen zouden volgen.
Die 58 waren waarschjjnljjk bjjna uitsluitend
mannen van Patrimonium te Zetten, waavon
der, behalve de vele nieuwe leden, reeds dezen
zomer ter vergadering gebracht, weer circa 20
nieuwe leden.
Toen eindeljjk ten half elf reeds een ge
In de Vragen des tijds van October en No
vember komt een studie voor, van den beer
Bruinwold Riedel, algemeen secretaris der
Maatschappij tot Nut van algemeen, over
het vraagstuk der werkloosheid.
«Daarin komen deze woorden voor«Ret
schjjnt mjj een zeer doctrinair standpunt dat
a. is aangenomen door Gedeputeerde Staten
van Friesland, toen zjj weigerden hunne goed
keuring te geven aan de subsidië-n, door de
gemeentebesturen van Dantumadeel en Opster
land toegezegd aan ter plaatse gevestigde ver-
eenigingen tot productieve werkverschaffing
door vlasbewerking en landontginning".
De heer C. B. Menalda toont thans in de
N. R. Ct. door verwjjzing naar gedrukte stuk
ken aan, dat zoodanige weigering van
Gedeputeerde Staten niet is uitgegaan, dat
z jj zich niet principiëel hebben gesteld tegen
over raadsbesluiten tot toekenning van aubsi-
diën aan vereenigingen tot productieve werk
verschaffing, en dat des heeren B. R.'s oor
deelvelling op min juiste gronden berust.
Het bedoelde raadsbesluit van Dantumadeel
beoogde niet slechts subsidiën te doen toeko
men aan vereenigingen, instellingen en commis-
siën, die zich werkverschaffing ten doel stelden,
doch ook aan bjjzondere personen, die een on
derneming wenschten aan te vangen, waarvan
voldoende zekerheid werd v'rkregen dat daar
door aan werkloozen gedurende den wintertijd
werk werd verschaft.
Tegen deze subsidieering van bjjzondere per
sonen opperden Gedeputeerde staten bezwaar.
Bepaaldeljjk met het oog op het zeer be-
langrjjk aandeel in het risico ad 50 pCt., het
welk de gemeente bjj zoodanige ondernemin
gen voor hare rekening zou nemen, zou naar
hun oordeel op deze wjjze een ingrjjping der
gemeente op het gebied der particuliere njj ver
heid worden in het leven geroepen, die bjj
consequente toepassing tot de schromeljjkste
gevolgen zou leiden. Naar hunne zienswjjs is
werkverschaffing een aangelegenheid, die zoo
veel mogeljjk moet overgelaten worden aan
het particulier initiatief, en kan zoodanig
initiatief in elk geval alleen dan voor steun
gemeentewege in aanmerking komen,
wanneer vaststaat dat daarbjj leniging of voor
koming van armoede en niet eigenbelang het
einddoel is. Daarom verklaarden zjj slechts
dan hunne goedkeuring te kunnen hechten
het brengen van een post in uitgaaf op
de gemeentebegrooting als subsidie voor werk
verschaffing, indien daarbjj op den voorgrond
werd gesteld dat zoodanige subsidie uitslui
tend ten goede kan komen aan instellingen,
vereenigingen of commissiën, die werkverschaf
fing ten doel hebben alleen in het publiek
belang. Zoolang dit beginsel niet duideljjk
was uitgedrukt, bestond bjj hen bezwaar bet
voorgesteld besluit goed te keuren.
De raad weigerde de door Ged. staten in
overweging gegeven wjjziging aan te brengen
Bjj besl uit van 16 Maart 1893Jwerd aan het
aadsbesluit de goedkeuring onthouden, op
grond o. a., dat bljjkens de door den gemeen
teraad gegeven inlichtingen het tot stand
komen van instellingen voor werkverschaffing
in het publiek belang op de door Gedeputeerde
Staten aangegeven wjjze niet is te verwachten
Dit besluit werd gehandhaafd bjj kon. besluit
van 1 Sept. 1893, gecontrasigneerd door den
minister Tak van Poortvliet".
Wat het raadsbesluit van Opsterland aan
gaat, daarbjj was van toekenning eener Bub
sidie aan een vereeniging tot productieve
werkverschaffing in het geheel geen sprake
De gemeenteraad wenschte een leening aan te
gaan, ten einde voor de gemeente land aan
te koopen, en dit van gemeentewege te doen
bearbeiden. Zelf wilde hier de gemeente als
werkverschaffer, als ondernemer van landbouw
njj verheid optreden, ten einde op die wjjze
de werkeloosheid te bestrjjden.
De heer Menalda wensebt allerminst te
treden in eene nadere beoordeeling van dat
raadsbesluit, noch in een bespreking van de
gronden, welke door den Raad en door Gede
puteerde staten zjjn aangevoerd tot staving
hunner wederzjjdache, aan elkaar tegenover
gestelde zienswjjzen. Zjjn doel was er aan
dacht op te vestigen, dat het door den heer
Bruinwold Riedel in bescherming genomen
raadsbesluit iets ganscb anders beoogt dan
door hem wordt verklaard.
Wat het opstel van den beer Riedel betreft,
bjj geeft daarin drie middelen aan, in het
belang der werkloozen buiten eigan schuld
1 het- aanwjjzen van reeds bestaande gelegen
heden tot arbeid2 bet verschaffen van nieuwe
gelegenheid tot arbeid 3 bet bevorderen van
voorzorgsmaatregelen ten bate van ben, aan
wie door de sub 1 en 2 aangewende middelen
toch nog geen werk kan worden aangeboden.
Het aanwjjzen van bestaande gelegenheid
tot arbeid geschiedt door de arbeidsbeurzen.
Noodig is het allerwege oprichten van arbeids
beurzen, zóó ingericht en bestuurd, dat zjj het
vertrouwen verdienen zoowel van werkgevers
als van werklieden, en alle vereenigd in één
centraal bureau, werkende over het geheele
land. De staat moet met de gemeenten deze
arbeidsbeurzen in 1t leven roepenalleen
langs dien weg kunnen zjj voldoende en uni
form werken. Intusschen zou men alvast
kunnen beginnen de zaak te regelen, wanneer
de verschillende vakvereenigingen, met elkaar
in onderling verband gebracht door een centraal
bestuur, biunen de grenzen der vakken, welke
vertegenwoordigen, werkgevers en werk
lieden tot elkaar brachten.
Bjj 't bespreken der middelen om nieuwe
gelegenheid tot arbeid te verschaffen, ten einde
de werkloosheid te bestrjjden, wjjst de schrjjver
op de wenscbeljjkheid om de opleiding van
den werkman daarheen te leiden, dat hjj, ne
vens eenigen industrieelen arbeid, ook land
werk verstaat en omgekeerd. In streken, waar
dit mogeljjk is, is ook de werkloosheid in ge
ringere mate dan elders aanwezig. Dat de
gemeente en de staat naar nieuwe gelegen
heden voor arbeid moeten zoeken, waar het
particulier initiatief ontbreekt, of dit moeten
steunen waar het aanwezig is, ljjdt volgens den
schrijver geen twjjfel. Doch wat er ook voor
de werkloozen gedaan worde, de verschillende
pogingen om door arbeid in hunne behoeften
te voorzien, moeten in elke gemeente met
elkaar in verband worden gebracht. Organi
satie en centralisatie is, op dit gebied evenzeer
als op dat der armenzorg, noodzakeljjk. Eu
omdat de zorg voor werkloozen als voorbehoe
dende armenzorg is aan te merken, moeten
ook de vereenigingen, die met armenzorg zich
inlateD, weten, welke hulp aan werkloozen is
of zal worden verleend, opdat zjj hun zorg tot
dezen niet uitstrekken. Vooral worde ver
meden, dat een werklooze èn door werk èn
door bedeeling of dat hjj door verschillende
corporatiën of personen terzelfder tjjd wordt
geholpen.
Voor de chronische werkloozen wenscht de
schrjjver de oprichting van een centraal-bureau,
met onderafdeelingen over het geheele land,
ter bevordering van doelmatige emigratie naar
die landeD, waar juist die arbeidskrachten
noodig zjjn. Maar voor onze landbouwende
bevolkiug kan in elk geval ook hier nog veel
gedaan worden. De schrjjver wjjst op de po
gingen van bjjzondere personen tot heide-ont-
ginning; voorts op productieven arbeid, die
kan worden verricht tot verbetering vau lan-
derjjen en bosschen, van wegen, vaarten, Bloten
Groote omvangrjjke plannen tot ontgin
ning van woeste gronden zullen wel met
verwezenljjkt worden, zonder dat de staat zich
mee bemoeit; maar de schrjjver vraagt:
ontginning van staatswege en dan van staats
wege verhuren of in erfpacht geven van den
vruchtbaar gemaakten grond aan flinke arbei
ders is dat niet een te verwezenlijken
ideaal «De staat, die de eenheid van alle
volksbelangen vertegenwoordigt, heeft onge
twijfeld tot taak om ook laDgs dezen weg de
zwakken onder zjjn burgers te hulp te komen
bun strjjd om brood en welvaart. Indien
tneergegoeden voov de miodergegoeden kuruen
helpen door die tjjden heen te komen, zoj
da-« de stoffcljjke ellende ten hemel schreit en
de zedelijke kracht van ons volk verslapt. Al
zjjn er tegen de werkloosheid en hare na-
deelen geen universeele geneesmiddelen te
vinden wjj moeten ons aangorden om door
samenwerking te bereiken wat bereikt kan
worden."
Eindeljjk staat de schr. stil bjj de voorzorgs
maatregelen ten bate van hen, voor wie langs
een der twee eerstgenoemde wegen geen werk
te vinden is. De weg van 't verleenen van
geldel jj ken steun is z.i. de allerlaatste, die mag
worden bewandeldmaar in ieder geval moet
die ondersteuning geschieden op andere wjjze
en ook door middel van andere vereenigingen,
dan die zich met armenzorg in den gewonen
zin bezighouden. Een betere weg is de ver
zekering tegen werkloosheid, wat daarom boven
een tjjdeljjke ondersteuning van werkloozen
verre te verkiezen is, omdat zjj moreel werkt
en slechts aan de besten ten goede komt. Om
die verzekering mogeljjk te maken, ziet de
schr. geen anderen uitweg, dan dat de over
heid hier ook weer helpend optreedt. „De
tegenstanders van staatshulp in dezen ver
klaren, dat daarmede gehuldigd wordt de
verderfeljjke leer, dat de gemeenschap be
stemd en bjj machte is, om in steeds breeder
omvang de verantwoordelijkheid van ieder
individu voor hare rekening te nemen, doch
wjj ontkennen dit, wat ons betreft. Met die
leer gaan wjj niet mede, maar wel met deze
andere, dat de staat moet te hulp komen
waar het particuliere initiatief onvoldoende
bljjkten dat voorbehoedende arbeid in mo-
reelen en stoffeljjken zin ook voor den staat
plicht is, wanneer vooruit is te zien dat daar
door stoffeljjk en zedeljjk verval bjj de burgers
van den staat wordt voorkomen."
in
de 630.000 hectaren heidegrond in ons land eens
werden ontgonnen, indien onze geldmannen,
onder garantie van den staat, daarvoor eens
een deel van hun kapitalen wilden geven
tegen matige renteindien daardoor aan dui
zenden onzer arme, dikwjjls werklooze land-
genooten allereerst arbeid en later welvaart
kon worden gegeven, zou dat niet een heer
ljjke arbeid zjjn Is deze kolonisatie binnen
de grenzen van bet eigen land niet in menig
opzicht te verkiezen boven de emigratie onzer
valide werklieden naar andere landen En
indien vrjjwillig de daarvoor noodige gelden
niet bjjeenkomen, zou dan het denkbeeld, door
mr Andreae uitgesproken, om een gedwongen
geldleening uit te schrijven, niet bjj velen
bjj val vinden
»De tjjden, die wjj beleven, zijn moeiljjk,
Alleen bet solidariteitsgevoel, het gemeen
schapBbesef, de warme belangstelling van de
Omtrent den toestand van den heer
Willem van Zuylen meldt men uit Amsterdam
aan de N. R. Ct. dat in een herhaling, Vrjj-
dag nacht der neusbloeding, aanleiding gevon
den werd den raad in te winnen van prof.
Nolen uit Leiden, onder wiens behandeling de
patient zich vroeger gesteld had. Er had der
halve een consult plaats, waarvan de uitkomst
zeer geruststellend was. Eenige dagen ïust zjjn
den patient echter aanbevolen.
Vrjjdag heeft te Njjmegen de eerste op
voering plaats, door het gezelschap-De Vos en
Van Korlaar, van Van Nouhuys' In kleinen
kring, Zaterdag de «première" te Rotterdam.
Het Journal de VArt et de la Mode van
Parjjs behelst in zjjn jongst verschenen num
mer een artikel over onze jeugdige koningin,
wier portret er is bjjgevoegd. Het stuk is
van de hand van den heer Louis Enault en werd
geïnspireerd door de bjjwoDing der feesten bjj
t jongste koningkijjk bezoek aan Zeeland.
Het nieuwe stuk van Ibsen, in manuscript
te Kopenhagen ontvangen, heet Rita Aimers
en is in drie bedrjjven. Het echtpaar Aimers
bezit één kind, een kleinen knaap, die het
geluk van hen uitmaakt. Op zekeren dag
valt de knaap, is zwaar gewond en moet van
dien tjjd af op krukken loopen. Terwjjl dit
ongeluk de liefde vau den vader voor het
kind nog vermeerdert, wendt de moeder met
afschuw zich van hem af en bierdoor ontstaat
bet conflict.
In Rita heeft Ibsen weder een van zjjn
geheimzinnige demonische vrouwenfiguren ge
schilderd.
Het stuk verscbjjnttcgeljjktjjd in Duitschland,
Franktijk, Engeland en Amerika eu wordt ook
in het Italiaansch en Spaansch vertaald.
lu den Figaro was keizer Wilhelms Sang
an Aegir met de muziek opgenomen. Het blad
ontving daarover van een musicuB de volgende
opmerking Men vindt in dit stuk Mozart,
die ZauberflöteWagner, Lohengrin;
Schumann. Het begint als de Marseillaise en
het eindigt als het Russische volkslied.
»'t Zou heel aardig van den keizer zjjn als
hjj dit met opzet zoo had gedaan."
Ter benoeming van een onderwjjzer
hoofd der openbare lagere school te Kapel-
l e b r u g, iB door burgemeester en wethouders
van Cl in ge aan den raad dier gemeente
eene alphabetische voordracht aangeboden,
bestaande uit de heerenG. F. van Eind
hoven, onderwijzer te SoestL. de Kok te
Yzendjjke; J. F. Penleman te Westdorpe;W.
A. te Riele te PrinsenhageG. Stroeeken te
Stoppeldjjk en J. F. de Windt te St. Kruis
Door de afdeeling Noord-Beveland
der vereeniging Volksonderwijs is besloten
voor alle hoofden van openbare scholen op