N°. 274, 137s Jaargang. 1804 Dinsdag 20 November. Middelburg 19 November. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, vl 'gels 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters .reien berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel- JLietteren en jc£unst. ONDERWIJS. Tkermometer. Middelburg 19 Nov. 8 u. vrn 47 gr. m. 12 u. 52 gr-, av. 4 u. 48 gr. F. Verwacht Z. wind. Agenten te VlissingenP. G. db Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Botrar, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peiji, te ZierikzeaA. C. db Mooii, te Tholen: W. A, van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiëa aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, db Gbsb. Belïmfante, te 's Gravenhago, en A. de La Mab Ara., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cis., John F. Jokes, opvolger. A dverteotlëa moeten des namiddags te één uur aan hot bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Uit Lombok ontving het Niemvs van den Dag heden bet volgende telegram Vijf bataljona deden een aanval en ver meesterden Tjakra Negara tot en met de poeri van den vorst. De radja werd niet gevonden. De vijand is bij honderdtallen gesneuveld. Aan onze zijde zijn 150 dooden en ge wonden. De verdediging was grootschzelfs vrouwen verleenden bijstand. De schatkist is niet ontdekt. De Nieuwe Rotterdamsche courant schrjjft thans het volgende Het Vaderland meent, naar aanleiding van onze polemiek met de Middelb. Ct., dat wjj de eedkwestie willen begraven. Wjj kunnen daartegenover de eenvoudige verklaring stellen, dat hoe eer ook voor de gemeenteraden de facultatieve eed ondubbelzinnig in de wet wordt erkend, hoe liever het ons zal zjjn. «Overigens herinneren wjj er aan, dat wjj tegen de Middelb. Ct opkwamen, omdat haar artikel ons den indruk gaf, dat zjj aan den minister Van Houten euvel duidde, wjjl hjj het beginsel van den facultatieven eed per soonlek voorstaat, dat hg als interpretator der wet dit beginsel niet deed gelden. Op het onbilljjke van die grief hebben wjj gewezen. »Het Vaderland raakt een ander punt aan, dat nu ook in de Middelb. Ct wordt op den voorgrond gesteld. De minister Van Houten, eene interpretatie ten nadeele van den facul tatieven eed gevende, slaat zjjn verleden, waarin bjj deze bekrompen interpretatie fel bestreed, in het aangezichtzoo luidt de grief. Over die grief hebben wjj ons intus- schen niet uitgelaten, en wjj achten het beter, hier niet te oordeelen voordat de heer Van Houten zelf zjjne beslissing heeft toegelicht. Daartoe zal spoedig genoeg de gelegenheid zjjn, daar de kwestie bjj de staatsbegrooting kan besproken worden. Te meer bestaat er reden om zjjn oordeel op te schorten, als men met Het Vaderland het mogeljjk acht, dat de minister geen beslissing in de vraag van wets- uitlegging heeft genomen, maar zich van inmenging heeft onthouden, omdat de wet hem geen recht van beslissing gaf. »Wjj maken van deze gelegenheid gebruik om de Middelb. Ct onze verontschuldiging aan te bieden voor eene vergissing, die wjj onwillekeurig begingen. Wjj verklaarden gis teren, in een artikel van den heer Van Houten in de Vragen des Tijds van 1881 niet ge vonden te hebben wat de M. C. er in scheen te lezen. Uit de M. C. van gisterenavond bljjkt ons thans welk artikel bedoeld werd, nl. een voorkomende in het nummer van Oc tober 1881. Door voorbjj te zien, dat de jaar gang van de Vragen des Tijds met October en niet met Januari aanvangt, hebben wjj alleen in den ingebonden jaargang gemerkt met 1881, loopende van October 1880 tot September 1881, en niet tevens in dien ge merkt met 1882, gezocht, en daardoor kwam ons het artikel, dat de M. Ct bedoelde, niet onder de oogen." Uit deze ronde verklaring bljjkt tot ons genoegen dat de N. R. Ct. thans beter de be doeling van onze beschouwing, die tot de polemiek aanleiding gaf, heeft begrepen dan in het eerst het geval was. Ook wjj hopen dat de kwestie ter sprake zal komen bjj de behandeling der staatsbe grooting. Zjjn wjj goed ingelicht, dan bestaat daartoe alle kans Men hoort verluiden, zegt de Standaard dat in een dezer dagen gehouden vergadering van de Boomsche Kamerclub besloten zou zjjn het aangevraagde geld voor nieuwe geweren tot eiken prjjs te weigeren. En er wordt nog bjj verteld, dat deze slag, die dan bepaaldelijk den minister van oorlog treffen zou, gemunt zou zjjn op het geheele ministerie, over welks manier van optreden men niet weinig ontstemd schjjnt te wezen Door den minister van binnenlandsche zaken is op een adres van het hoofdbestuur van den Ned, Bond van ondei wijzers, waarbjj deze zich beklagen over de handelwjjze van den burgemeester van Slochteren, die een hoogst ongunstig en naar de Bond meent onjuist oor- 4 eel uitsprak over een onderwjjzer in zjjne gemeente, geantwoord dat er voor tusschen- komst der regeering geen termen bestaan. In de afdeelingen der Tweede kamer is naar aanleiding van bedoeld adres gevraagd, of de minister een onderzoek heeft doen instellen, en zoo de feiten, in het adres ontwikkeld, juist mochten gebleken zjjn, welke maatregelen dan te dien aanzien zjjn genomen. Door andere leden werd opgemerkt, dat. de hier in het bjjzonder ter sprake gebrachte aangelegenheid geheel daargelaten, toch geen inbreuk mag gemaakt worden op de vrjjheid van gemeentebesturen om inlichtingen in te winnen en te geven omtrent onderwjjzers, die voor eene benoeming wenschen in aanmerking te komen. Ook de politieke gevoelens van dezen zullen in zoover niet onverschillig wezen, dat de gemeentebesturen volkomen in hun recht zjjn, wanneer zjj bezwaar hebben een onderwjjzer aan te stellen, van wien zjj vernemen, dat bjj voor revolutionaire denkbeelden jjvert. Niet alleen is een dergelijk persoon zeer weinig geschikt om de jeugd, geljjk de wet wil, tot maatschappeljjke deugden op te leiden, maar ook zou het gemeentebestuur, bljjkens de ondervinding, van een dergeljjk ambtenaar veel last kunnen hebben. deelte der leden vertrokken waren werd, daar men toch geen kans :-yg dien avond tot een vevgeljjk te komen, eené motie aangeno men met 51 tegen 38 stemmen, om de debat ten te Bluiten en de 4 overige punten in eene volgende vergadering te behandelen. Leden, die ter vergadering zjjn geweest-, ver klaren, dat er van geen van de leden uit genomen de volgelingen uit Zetten eene stem opging ten gunste van den heer Yan Dedem of van den heer Pierson. Bjj kon. besluit is benoemd tot commies der tëïegraphie j4de kl. K. Boodzant, thans tele grafist. Naar men meldt, wordt of is reeds bjj het departement van oorlog gereed gemaakt eene voordracht tot wijziging van het koninkljjk besluit van 10 Nov. 1892 (Staatsblad No. 253) betreffende de rjjkskeuring van paarden voor het leger, ten einde de vergoeding van reis- en verblijfkosten van te dier zake gedane of nog te doene reizen ten laste van het Bjjk te oren ge Na overleg met de ambtenaren van het veeartsenjjkundig staatstoezicht is door den minister van binnenlandsche zaken bepaald, dat de bestrjjding van het mond- en klauw zeer, met aanvankelijke handhaving der afge sloten kringen, zoolang dit nog noodzakelijk voorkomt, thans, zooveel doenljjk, zal worden beperkt tot de gewone maatregelen, welke tegen die ziekte krachtens de wet van 1870 en het kon. besluit van 27 Maart 1888 Staats blad no. 67) zjjn voorgeschreven. In verband hiermede zal de belooning van buitengewone gemeente-veldwachters, aange steld voor het merken, beschrjjven en contro- leeren van aan mond- en klauwzeer ljjdend, daarvan verdacht of daarvan hersteld vee, niet meer ten laste van het rjjk kunnen worden gebracht.. Wat wjj verwachtten is geschied het relaas, door den heer H. Pierson van Zetten gegeven van het verhandelde op de vergadering, door de anti-revolutionnaire kiesvereeniging Neder land en Oranje te Benkum gehouden, wordt weersproken. De bekende brievenkwestie werd door de meerderheid geheel anders besproken dan de heer Pierson dat voorstelde. Men vond dat de heer Yan Dedem als christen jde brieven niet op Zondag had mogen opeischen en den beer Van Lonkhuizen, als vriend en medelid der kiesvereeniging, van te voren had behooren te waarschuwen, terwjjl men bovendien weinig gesticht was over het feit dat vóór dien Zondag avond aan den heer v. L. niet om de stukken was verzocht. Voor het eerst geschiedde zulks toen in den vorm van opeisching door den r jj ks veldwachter. Herhaaldeljjk werd beproefd den heer Van Dedem te bewegen, zjjne schuld tegenover den beer v. Lonkhujjzen te bekennen, wat evenwel niet gelukte. De beer De Vlieg deed toen een motie of vraag of, voor het geval geen toenadering kwam, bet niet wenscheljjk was den beer Van Dedem als lid te royeeren op grond van art. I. Vóór de voorstellen van den heer Pierson bjj stemming over door hem voorgestelde candidaten, verklaarden zich 58 van de 131 leden, zoodat hij wel inzag dat de meerder heid niet aan zjjn zjj was. De heer Pierson verklaarde dan ook, dat-, zoo er een motie, van welke strekking dan ook in stemming werd gebracht, hjj onmiddelljjk de vergadering zou verlaten en dat hem dan velen zouden volgen. Die 58 waren waarschjjnljjk bjjna uitsluitend mannen van Patrimonium te Zetten, waavon der, behalve de vele nieuwe leden, reeds dezen zomer ter vergadering gebracht, weer circa 20 nieuwe leden. Toen eindeljjk ten half elf reeds een ge In de Vragen des tijds van October en No vember komt een studie voor, van den beer Bruinwold Riedel, algemeen secretaris der Maatschappij tot Nut van algemeen, over het vraagstuk der werkloosheid. «Daarin komen deze woorden voor«Ret schjjnt mjj een zeer doctrinair standpunt dat a. is aangenomen door Gedeputeerde Staten van Friesland, toen zjj weigerden hunne goed keuring te geven aan de subsidië-n, door de gemeentebesturen van Dantumadeel en Opster land toegezegd aan ter plaatse gevestigde ver- eenigingen tot productieve werkverschaffing door vlasbewerking en landontginning". De heer C. B. Menalda toont thans in de N. R. Ct. door verwjjzing naar gedrukte stuk ken aan, dat zoodanige weigering van Gedeputeerde Staten niet is uitgegaan, dat z jj zich niet principiëel hebben gesteld tegen over raadsbesluiten tot toekenning van aubsi- diën aan vereenigingen tot productieve werk verschaffing, en dat des heeren B. R.'s oor deelvelling op min juiste gronden berust. Het bedoelde raadsbesluit van Dantumadeel beoogde niet slechts subsidiën te doen toeko men aan vereenigingen, instellingen en commis- siën, die zich werkverschaffing ten doel stelden, doch ook aan bjjzondere personen, die een on derneming wenschten aan te vangen, waarvan voldoende zekerheid werd v'rkregen dat daar door aan werkloozen gedurende den wintertijd werk werd verschaft. Tegen deze subsidieering van bjjzondere per sonen opperden Gedeputeerde staten bezwaar. Bepaaldeljjk met het oog op het zeer be- langrjjk aandeel in het risico ad 50 pCt., het welk de gemeente bjj zoodanige ondernemin gen voor hare rekening zou nemen, zou naar hun oordeel op deze wjjze een ingrjjping der gemeente op het gebied der particuliere njj ver heid worden in het leven geroepen, die bjj consequente toepassing tot de schromeljjkste gevolgen zou leiden. Naar hunne zienswjjs is werkverschaffing een aangelegenheid, die zoo veel mogeljjk moet overgelaten worden aan het particulier initiatief, en kan zoodanig initiatief in elk geval alleen dan voor steun gemeentewege in aanmerking komen, wanneer vaststaat dat daarbjj leniging of voor koming van armoede en niet eigenbelang het einddoel is. Daarom verklaarden zjj slechts dan hunne goedkeuring te kunnen hechten het brengen van een post in uitgaaf op de gemeentebegrooting als subsidie voor werk verschaffing, indien daarbjj op den voorgrond werd gesteld dat zoodanige subsidie uitslui tend ten goede kan komen aan instellingen, vereenigingen of commissiën, die werkverschaf fing ten doel hebben alleen in het publiek belang. Zoolang dit beginsel niet duideljjk was uitgedrukt, bestond bjj hen bezwaar bet voorgesteld besluit goed te keuren. De raad weigerde de door Ged. staten in overweging gegeven wjjziging aan te brengen Bjj besl uit van 16 Maart 1893Jwerd aan het aadsbesluit de goedkeuring onthouden, op grond o. a., dat bljjkens de door den gemeen teraad gegeven inlichtingen het tot stand komen van instellingen voor werkverschaffing in het publiek belang op de door Gedeputeerde Staten aangegeven wjjze niet is te verwachten Dit besluit werd gehandhaafd bjj kon. besluit van 1 Sept. 1893, gecontrasigneerd door den minister Tak van Poortvliet". Wat het raadsbesluit van Opsterland aan gaat, daarbjj was van toekenning eener Bub sidie aan een vereeniging tot productieve werkverschaffing in het geheel geen sprake De gemeenteraad wenschte een leening aan te gaan, ten einde voor de gemeente land aan te koopen, en dit van gemeentewege te doen bearbeiden. Zelf wilde hier de gemeente als werkverschaffer, als ondernemer van landbouw njj verheid optreden, ten einde op die wjjze de werkeloosheid te bestrjjden. De heer Menalda wensebt allerminst te treden in eene nadere beoordeeling van dat raadsbesluit, noch in een bespreking van de gronden, welke door den Raad en door Gede puteerde staten zjjn aangevoerd tot staving hunner wederzjjdache, aan elkaar tegenover gestelde zienswjjzen. Zjjn doel was er aan dacht op te vestigen, dat het door den heer Bruinwold Riedel in bescherming genomen raadsbesluit iets ganscb anders beoogt dan door hem wordt verklaard. Wat het opstel van den beer Riedel betreft, bjj geeft daarin drie middelen aan, in het belang der werkloozen buiten eigan schuld 1 het- aanwjjzen van reeds bestaande gelegen heden tot arbeid2 bet verschaffen van nieuwe gelegenheid tot arbeid 3 bet bevorderen van voorzorgsmaatregelen ten bate van ben, aan wie door de sub 1 en 2 aangewende middelen toch nog geen werk kan worden aangeboden. Het aanwjjzen van bestaande gelegenheid tot arbeid geschiedt door de arbeidsbeurzen. Noodig is het allerwege oprichten van arbeids beurzen, zóó ingericht en bestuurd, dat zjj het vertrouwen verdienen zoowel van werkgevers als van werklieden, en alle vereenigd in één centraal bureau, werkende over het geheele land. De staat moet met de gemeenten deze arbeidsbeurzen in 1t leven roepenalleen langs dien weg kunnen zjj voldoende en uni form werken. Intusschen zou men alvast kunnen beginnen de zaak te regelen, wanneer de verschillende vakvereenigingen, met elkaar in onderling verband gebracht door een centraal bestuur, biunen de grenzen der vakken, welke vertegenwoordigen, werkgevers en werk lieden tot elkaar brachten. Bjj 't bespreken der middelen om nieuwe gelegenheid tot arbeid te verschaffen, ten einde de werkloosheid te bestrjjden, wjjst de schrjjver op de wenscbeljjkheid om de opleiding van den werkman daarheen te leiden, dat hjj, ne vens eenigen industrieelen arbeid, ook land werk verstaat en omgekeerd. In streken, waar dit mogeljjk is, is ook de werkloosheid in ge ringere mate dan elders aanwezig. Dat de gemeente en de staat naar nieuwe gelegen heden voor arbeid moeten zoeken, waar het particulier initiatief ontbreekt, of dit moeten steunen waar het aanwezig is, ljjdt volgens den schrijver geen twjjfel. Doch wat er ook voor de werkloozen gedaan worde, de verschillende pogingen om door arbeid in hunne behoeften te voorzien, moeten in elke gemeente met elkaar in verband worden gebracht. Organi satie en centralisatie is, op dit gebied evenzeer als op dat der armenzorg, noodzakeljjk. Eu omdat de zorg voor werkloozen als voorbehoe dende armenzorg is aan te merken, moeten ook de vereenigingen, die met armenzorg zich inlateD, weten, welke hulp aan werkloozen is of zal worden verleend, opdat zjj hun zorg tot dezen niet uitstrekken. Vooral worde ver meden, dat een werklooze èn door werk èn door bedeeling of dat hjj door verschillende corporatiën of personen terzelfder tjjd wordt geholpen. Voor de chronische werkloozen wenscht de schrjjver de oprichting van een centraal-bureau, met onderafdeelingen over het geheele land, ter bevordering van doelmatige emigratie naar die landeD, waar juist die arbeidskrachten noodig zjjn. Maar voor onze landbouwende bevolkiug kan in elk geval ook hier nog veel gedaan worden. De schrjjver wjjst op de po gingen van bjjzondere personen tot heide-ont- ginning; voorts op productieven arbeid, die kan worden verricht tot verbetering vau lan- derjjen en bosschen, van wegen, vaarten, Bloten Groote omvangrjjke plannen tot ontgin ning van woeste gronden zullen wel met verwezenljjkt worden, zonder dat de staat zich mee bemoeit; maar de schrjjver vraagt: ontginning van staatswege en dan van staats wege verhuren of in erfpacht geven van den vruchtbaar gemaakten grond aan flinke arbei ders is dat niet een te verwezenlijken ideaal «De staat, die de eenheid van alle volksbelangen vertegenwoordigt, heeft onge twijfeld tot taak om ook laDgs dezen weg de zwakken onder zjjn burgers te hulp te komen bun strjjd om brood en welvaart. Indien tneergegoeden voov de miodergegoeden kuruen helpen door die tjjden heen te komen, zoj da-« de stoffcljjke ellende ten hemel schreit en de zedelijke kracht van ons volk verslapt. Al zjjn er tegen de werkloosheid en hare na- deelen geen universeele geneesmiddelen te vinden wjj moeten ons aangorden om door samenwerking te bereiken wat bereikt kan worden." Eindeljjk staat de schr. stil bjj de voorzorgs maatregelen ten bate van hen, voor wie langs een der twee eerstgenoemde wegen geen werk te vinden is. De weg van 't verleenen van geldel jj ken steun is z.i. de allerlaatste, die mag worden bewandeldmaar in ieder geval moet die ondersteuning geschieden op andere wjjze en ook door middel van andere vereenigingen, dan die zich met armenzorg in den gewonen zin bezighouden. Een betere weg is de ver zekering tegen werkloosheid, wat daarom boven een tjjdeljjke ondersteuning van werkloozen verre te verkiezen is, omdat zjj moreel werkt en slechts aan de besten ten goede komt. Om die verzekering mogeljjk te maken, ziet de schr. geen anderen uitweg, dan dat de over heid hier ook weer helpend optreedt. „De tegenstanders van staatshulp in dezen ver klaren, dat daarmede gehuldigd wordt de verderfeljjke leer, dat de gemeenschap be stemd en bjj machte is, om in steeds breeder omvang de verantwoordelijkheid van ieder individu voor hare rekening te nemen, doch wjj ontkennen dit, wat ons betreft. Met die leer gaan wjj niet mede, maar wel met deze andere, dat de staat moet te hulp komen waar het particuliere initiatief onvoldoende bljjkten dat voorbehoedende arbeid in mo- reelen en stoffeljjken zin ook voor den staat plicht is, wanneer vooruit is te zien dat daar door stoffeljjk en zedeljjk verval bjj de burgers van den staat wordt voorkomen." in de 630.000 hectaren heidegrond in ons land eens werden ontgonnen, indien onze geldmannen, onder garantie van den staat, daarvoor eens een deel van hun kapitalen wilden geven tegen matige renteindien daardoor aan dui zenden onzer arme, dikwjjls werklooze land- genooten allereerst arbeid en later welvaart kon worden gegeven, zou dat niet een heer ljjke arbeid zjjn Is deze kolonisatie binnen de grenzen van bet eigen land niet in menig opzicht te verkiezen boven de emigratie onzer valide werklieden naar andere landen En indien vrjjwillig de daarvoor noodige gelden niet bjjeenkomen, zou dan het denkbeeld, door mr Andreae uitgesproken, om een gedwongen geldleening uit te schrijven, niet bjj velen bjj val vinden »De tjjden, die wjj beleven, zijn moeiljjk, Alleen bet solidariteitsgevoel, het gemeen schapBbesef, de warme belangstelling van de Omtrent den toestand van den heer Willem van Zuylen meldt men uit Amsterdam aan de N. R. Ct. dat in een herhaling, Vrjj- dag nacht der neusbloeding, aanleiding gevon den werd den raad in te winnen van prof. Nolen uit Leiden, onder wiens behandeling de patient zich vroeger gesteld had. Er had der halve een consult plaats, waarvan de uitkomst zeer geruststellend was. Eenige dagen ïust zjjn den patient echter aanbevolen. Vrjjdag heeft te Njjmegen de eerste op voering plaats, door het gezelschap-De Vos en Van Korlaar, van Van Nouhuys' In kleinen kring, Zaterdag de «première" te Rotterdam. Het Journal de VArt et de la Mode van Parjjs behelst in zjjn jongst verschenen num mer een artikel over onze jeugdige koningin, wier portret er is bjjgevoegd. Het stuk is van de hand van den heer Louis Enault en werd geïnspireerd door de bjjwoDing der feesten bjj t jongste koningkijjk bezoek aan Zeeland. Het nieuwe stuk van Ibsen, in manuscript te Kopenhagen ontvangen, heet Rita Aimers en is in drie bedrjjven. Het echtpaar Aimers bezit één kind, een kleinen knaap, die het geluk van hen uitmaakt. Op zekeren dag valt de knaap, is zwaar gewond en moet van dien tjjd af op krukken loopen. Terwjjl dit ongeluk de liefde vau den vader voor het kind nog vermeerdert, wendt de moeder met afschuw zich van hem af en bierdoor ontstaat bet conflict. In Rita heeft Ibsen weder een van zjjn geheimzinnige demonische vrouwenfiguren ge schilderd. Het stuk verscbjjnttcgeljjktjjd in Duitschland, Franktijk, Engeland en Amerika eu wordt ook in het Italiaansch en Spaansch vertaald. lu den Figaro was keizer Wilhelms Sang an Aegir met de muziek opgenomen. Het blad ontving daarover van een musicuB de volgende opmerking Men vindt in dit stuk Mozart, die ZauberflöteWagner, Lohengrin; Schumann. Het begint als de Marseillaise en het eindigt als het Russische volkslied. »'t Zou heel aardig van den keizer zjjn als hjj dit met opzet zoo had gedaan." Ter benoeming van een onderwjjzer hoofd der openbare lagere school te Kapel- l e b r u g, iB door burgemeester en wethouders van Cl in ge aan den raad dier gemeente eene alphabetische voordracht aangeboden, bestaande uit de heerenG. F. van Eind hoven, onderwijzer te SoestL. de Kok te Yzendjjke; J. F. Penleman te Westdorpe;W. A. te Riele te PrinsenhageG. Stroeeken te Stoppeldjjk en J. F. de Windt te St. Kruis Door de afdeeling Noord-Beveland der vereeniging Volksonderwijs is besloten voor alle hoofden van openbare scholen op

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1