8 FEU ILLETOM.
Verspreide Berichten,
De begrafenis van Savakati.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Neem hierbjj in aanmerking dat de resident,
van nabjj met de hoofden bekend, moest ge
acht tvorden als het best op de hoogte te zjjn
van den geest der bevolking en der hoofden.
b In het binnenland waren de colonnes La-
wick en Bjjleveldt. Door van Tjakra terug
te trekken, bracht men die beide afdeelingen
in groote ongelegenheid, aangezien men niet
anders dan over Tjakra te Ampanam kon
komen.
c Het terugtrekken, zonder een schot te los
sen, was een bljjk vaa vrees en kon wan
neer de aanval niet plaats had hoogst
nadeelig werken op den verderen loop van
zaken.
d Was met geen mogelijkheid de omvang
der ramp te voren te overzien.
4° De generaal Vetter heeft zooveel moge-
ljjk maatregelen genomen om in de eenmaal
ingenomen positie zich te handhaven
a door, voor den aanval, aan beide colonnes
in het binnenland bericht te zenden van een
mogelijke overvalling en die colonnes te ge
lasten met veiligheids-maatregelen te mar-
cheeren. (Latere berichten konden de beide
colonnes niet bereiken).
b door het hoofdkwartier over te brengen
uit het paleis van den vorst naar het bivak.
c door het detacheeren van 1 sectie veld
artillerie en 1 compagnie infanterie van uit
het bivak te Mataram naar dat te Tj akra.
d door het versterken der bewakings-deta-
chementen voor den nacht van 25 op 26
Augustus.
Uit een en ander blijkt mjj zonneklaar, dat
men, na het bekend worden der overvalling,
geen betere voorzorgsmaatregelen had kunnen
nemen."
Wat het militair beleid betreft zegt de
brief schrij ver
«Het valt niet te ontkennen, dat, zoowel
taktisch als strategisch, de plaatsing van de
bivaks veel te wenschen overliet".
Maar hjj laat er op volgen
«Omtrent de taktische ligging kan niemand
ook ik nog niet, die toch in het bezit ben
van goede kaarten en bovendien van het oor
logsterrein vele brieven ontving een oor
deel hebben. Wjj kennen niet alle motieven,
die er toe geleid hebben. Dit alleen is mg
met zekerheid bekend, dat uit een gezond
heidsoogpunt de bivaks niet beter hadden
knnnen gekozen worden. Dit was ook zeker,
met het oog op een maandenlang verbljjf der
troepen ter plaatse, wel een hoofdfactor.
Uit een strategisch oogpunt kwam mg een
sterk hoofdbivak te Kaleh het geschiktst voor.
Maar men vergete niet, dat te Tjakia onder
handeld moest worden, dat aldaar noodzakelijk
dus troepen gelegerd dienden te. worden. Welke
voordeelen had nu een bivak te Kaleh of mis
schien te Sekarbela kunnen opleveren G een
ander dan dit.
Dat men van Tjakra zou hebben kunnen
terugtrekken op Kaleh (waar 1 bataljon in het
bivak ondersteld moet worden) en dus niet
op het strandbivak te Ampanam. Ook zouden
de troepen te Kaleh waarschgnlgk niet zoo
veel verliezen geleden hebben als nu het bivak
te Mataram. Overigens big ven alle omstan.
dierheden vrjjwel geljjk.
Is mjjn vraag nu ongewettigd, of die voor
deelen zooveel grooter zouden zgn geweest
om hierin een motief te zoeken voor schette
ren over een totale absentie aan beleid M.
i. volstrekt niet! En bovendien, vergeten we
niet, dat ik nu après coup redeneer, dat ik de
geheele historie achter mg heb, dat ons allen
thans bekend is, wat te voren onmogeljjk be
kend kon zgn. Napoleon en Wellington, zg
beiden maakten te Waterloo grootere fouten
dan thans gemaakt zgn. Mogen wjj hen hier
om den roem, van groot veldheer te zgn ge
weest, onthouden
Dezelfde correspondent wjjst er verder
op dat, waar de expeditie naar Lombok wel
van langen duur zgn zal en ook op de bui
tenbezittingen gevaren dreigen, Nederland, als
het althans prjjs bljjft stellen op het behoud
zgner bezittingen, zeer zeker aanmei'kelgk
grootere sommen aan het leger en de marine
in Indië moet ten koste leggen dan het nu
doet.
«Doorgaan, schrjjft hg, op den ingeslagen
weg tot verbetering van het bestaande alleen
is niet meer voldoende; de noodzakelijke ver-
Uit het Fransch,
VAN
VIGNE D'OCTON.
Eindeljjk stggt de vlam aan de vierhoeken
van den brandstapel opover het gras, over
de naakte menigte verspreidt zich een rosse
gloed, die de tjjdeljjke ingeslapen geestdrift
der Bramanen, Fakirs en Coudras weer opwekt.
Van alle kanten valt er een regen van bloe
men op het vuur, dat reeds begint in te zakken.
De mooie roode rozende oleanders,
de jasmgnen worden in een oogwenk verteerd,
terwjjl er een welriekende rookwolk opstjjgt;
daarna knetteren de komjjn- en anjjsbloempjes,
welke een sterkeren geur verspreiden.
Midden in den brandstapel liggen de goud
gele stammen der cycafs, die splgten, sissen
en tranen van gom laten vloeiende geurige
hars der cypressen, kamferboomen en ceders
stroomt overvloedigde vruchten der kaneel-
en myrrheboomen barsten open en voeden de
vlammen met de welriekende olie harer bollen.
En de ledematen van den Bramaan wringen
zich, evenals de dunne takjes. Langzaam
vermengen zich de bestanddeelen van zjjn
vergankelijk lichaam met die der bloemen,
die zooeven nog hare sierljjke kronen in den
morgenwind wiegden.
Eensklaps stort met een vervaarlijk gekraak
betering moet gepaard gaan met beduidende
uitbreiding.
«Zondert men zjjn dapperheid en onkreuk
bare trouw uit, dan is in het Indisch leger ver
der alles beneden de middelmaat.
«Het heeft een onvoldoend krachtige infante
rie, onvoldoende artillerie, onvoldoende genie
troepen, zoo goed als geen trein, een onvol
doend werkenden staf, voor den oorlog tegen
den Europeeschen vijand te zwakke cavallerie,
onvoldoende recrutenopleiding en kadervor
ming, onvoldoende applicatorische opleiding
van den officier.
«Het eenige goede, waarop het kan bogen,
is de geneeskundige dienst in tjjd van vrede
en de dienst der militaire administratie, ik zeg
nog niet eens intendance.
«En met zoo'n bloedarm leger doet men nog
zóóveelwat zou men er mee kunnen doen
als dat lichaam eens door goed toegediende
versterkende middelen weer op krachten
werd gebracht
Onder voorzitterschap van den heer D.
A. Dronkers werd heden middag in het pol
derhuis in de Abdjj alhier eene buitengewone
zitting der algemeene vergadering van het
polderbestuur van Walcheren gehouden.
Tegenwoordig waren 21 leden. Afwezig was
de heer Loeff en er is éen vacature.
Na opening der vergadering bracht de voor
zitter ter tafel het voorstel tot wjjziging en
aanvulling der polderbegrooting voor 1894.
Door het dag. bestuur wordt voorgesteld de
inkomsten te verhoogen met ƒ458.695, leening
met de Maatschappij voor gemeentecrediet te
Amsterdam ad 461.000, tegen den koers
van 99y2
Verder stelt het bestuur voor de uitgaven
te vermeerderen met geljjk bedrag van f 458.695
door de aflossing der leening van 1863 a
300.000,oorspronkelijk voorgedragen op ƒ5000,
te brengen op 147.000 en mitsdien te ver
hoogen met 142.000.00, de aflossing der lee
ning van 1876 a ƒ100.000, oorspronkelijk voor
gedragen op ƒ4000, te brengen op 34.000, dus
te verhoogen met ƒ30.000.00; de aflossing der
leening 1877 a 165.000, oorspronkelijk voor
gedragen op ƒ5000,te brengen op ƒ105.000 en dus
te verhoogen met ƒ100.000.00; en de aflossing
den leening van 1881 a ƒ200.000, oorspronke
lijk voorgedragen op 5000, te brengen op
190.000 ergo te verhoogen met 185.000.00
verder voor onkosten leening Maatschappij
voor gemeentecrediet te Amsterdam ingevolge
overeenkomst uit te trekken 1155.50 en den
post voor onvoorziene behoeften en rampen,
oorspronkelijk voorgedragen op 16.975.33,
te brengen op 17.514.83 en mitsdien te ver
hoogen met 539.50.
Het totaal van inkomsten en uitgaven, oor
spronkelijk beraamd op 260.195.05, word*1
door deze wijzigingen 718.890.05.
Algemeene beraadslagingen werden niet
gevoerd en ook de artikelsgewjjze behandeling
gaf geene aanleiding tot discussie.
Met algemeene stemmen werd het voorstel
daarna goedgekeurd,
Vervolgens werd voorlezing gedaan van een
schrjjven van den heer J. G. de Koster, hou
dende dankbetuiging voor het hem verleende
eervol ontslag en pensioen.
Dit schrjjven werd voor kennisgeving aan
genomen.
Door den voorzitter werd nog medegedeeld
dat tengevolge van dit ontslag zgn benoemd
tot commies der Westwatering P. L. Bolier,
onder-commies le kl. te Westkapelle, tot
onder-commies le kl. te Westkapelle K. Min
derhout Az., onder-commies 2e kl., en tot
onder-commies 2e kl. A. van Rooyen te West
kapelle.
Daarop werd de vergadering gesloten.
Omtrent het, gisteren in 't kort gemelde, treu
rige ongeval met de Belgische loodssloep schrjjft
men ons uit Vlissingen het navolgende
Woensdag namiddag ongeveer 2 uur pas
seerde Vlissingen het Eng. stoomschip Spin
drift van Londen naar Gent. Hoewel het hard
woei en er op de reede veel zee stond, was er
toch geen gevaar, op dat oogenblik, om den
gewonen loodsdienst, het afhalen en aan
boord brengen der loodsen, met de daar
toe dienstige, zeer zeewaardige sloepen
de heele brandstapel ineen en de ringduiven
van den tempel vliegen verschrikt weg, ter
wgl de ratten en grjjze apen in de toppen
der arekaboomen vluchten. Maar nu komen
van alle kanten van den gezichteinder kraaien
aanvliegen, aangetrokken door den geur der
lijkverbrandingen er is geen een van de Cou
dras, Fakirs of Bramanen,die niet gelooft
dat zjj gezonden worden door de booze gees
ten, om in de vlucht eenige der in de lucht
zwevende atomen van den ontslapene te ver
zwelgen. Ofschoon Savakati de heiligste on
der de priesters is geweest, moet men vol
gens den ritus het werk dezer kwaadwillige
afgezanten verhinderen. En de twee Brama
nen, de heiligsten van allen de twee
Bramanen met de gele gewaden, werpen hen
met handenvol rjjstballetjes.
Door deze offerande zal de doode beschermd
worden
Het is afgeloopende menigte verwjjdert
zich langs de smalle paden, tusschen de varens.
Aan den oever van het meer is niets
meer overgebleven dan een hoop kolen en
asch en daar boven, heel hoog aan den
helderen blauwen hemel, een klein wit rook
wolkje. Mjjn jongen, wiens weemoedig ge
laat straalt van verrukking, wgst het mg met
zgn vinger. Dat is het lgdt geen twgfel
de ziel van den Bramaan, die zgn geheele
leven doorbracht met het vervullen van gods
dienstplichten, onder de gewgde bananen
onbewegelgk en bleaker dan de lotusbloem
maar het is ook de ziel der rozen, jasmjj-
te verrichten. De Belgische loodssloep, be
mand met den schipper De Munck, de rivier-
loodsen Dumon, Van Fragenhoven en Loevenick
en de roeiers Ureel, Loosberg, Van Houcke,
Doense, De Munck en V. d. Bovenkamp stak
dan ook van wal om bovengenoemd stoomschip
van een rivierloods te voorzien. Tusschen de
Wester- en Nieuwehaven werd de sloep door
de hooge zee tegen het stoomschip geworpen,
of wel daardoor aangevaren, maar in elk geval
zoodanig beschadigd, dat zg onmiddellgk vol
water liep en zonk.
Terwgl van den wal dit vreeselgk schouw
spel gezien werd, spoedden onmiddelgk de in
de haven gereed liggende Nederlandsche en
Belgische loodssloepen zich naar de reede om
de met den dood worstelende mannen ter hulpe
te komen.
Aan de Nederlandsche loodssloep, gevoerd
door den als menschenredder befaamden schip
per E. van Hoepen, gelukte het spoedig een
der schipbreukelingen in het oog te krggen,
die zich aan twee reddingboeien boven
water wist te houden. Met veel beleid
en handig manoeuvreeren wist men hem
te naderen, te grgpen en behouden binnen
boord te krggen, terwgl men aan de Belgische
loodssloep beduidde, pogingen in het werk
te stellen de overige ongelukkigen op te spo
ren en te redden, en men op de Nederlandsche
loodssloep steeds naar lager wal afdreef, op
dat oogenblik zelf handen vol werk hebbende
om van stranding vrg te big ven, en ook niemand
anders der drenkelingen te bespeuren was.
De geredde bleek te zgn de rivierloods
Dumon, die eenigszins aan den voet gekwetst
werd hg bevindt zich overigens zeer wel.
Spoedig daarop spoelden nabg Vlissingen
aan wal de lgken van den helaas verdronken
schipper De Munck en den roeier A. v. d.
Bovenkampde laatste vertoonde nog sporen
van leven, doch het mocht den officier van ge
zondheid der Johan Willem Friso, wiens hulp
werd ingeroepen, niet gelukken de levens
geesten verder op te wekken. Omtrent het
*ot der overige opvarenden verkeerde men nog
n het onzekere, tot des avonds van Terneuzen
itelegraphisch bericht werd ontvangen, dat door
het ss. Spindrift nog gered en aldaar aange
bracht waren de roeiers Ureel, Loesberg, Van
Houcke, Doense en De Munck, welke laatste
inmiddels aan boord overleden was. Hg en de
schipper De Munck waren broeders.
Vermist bleven nog de rivierloodsen Van
Fragenhoven en Loevenick. Alle omgeko
menen zgn gehuwd en laten weduwen en
weezen achter.
Een later bericht, tot aanvulling en recti
ficatie ons gezonden, luidt
De vier geredde roeiers, die voor in de sloep
zaten, klampten zich vast aan een eind touw,
dat hun van de stoomboot Spindrift werd
toegeworpen, en waarlangs zg aan boord daar
van konden komen.
De overledene De Munck had ook dit eind
te pakken, doch schgnr daarin verward te zgn
geraakt, en door het slingeren tegen de stoom
boot te zgn doodgeslagenalthans hg was
overleden, toen men hem met het eind boven
boord haalde.
De roeier A. v. d. Bovenkamp is door de
Belgische loodssloep opgevischt en aan de
Nieuwe haven aan wal gebracht. Hg gaf toen
nog teekenen van leven en werdjopgenomen in
het huis van den machinist der zich daar be
vindende Sirene of misthoorn, waar terstond
alle middelen werden aangewend om hem bg
te brengen, doch vruchteloos.
Het is dus alleen de schipper De Munck
geweest, wiens lgk is aangespoeld.
Verder is na onderzoek gebleken, dat het
ongeluk alleen is veroorzaakt door aanvaring
van de Spindriftde sloep lag met gestreken
zeil het stoomschip op te wachten.
De Vlissingsche loodsschoener No. 8,
schipper W. J. But, liep Woensdag te V e e r e
binnen met gebroken groote zeilboom en wordt
binnendoor naar Vlissingen gesleept. De schip
per werd aan een been gewond.
De looksschoener No. 9, van Vlissingen,
schipper J. Verhazen, die op reis naar het
Engelsche kanaal en gepasseerden Zondag van
Vlissingen vertrokken was, is heden,' Donder
dag, uit zee teruggekeerd met verlies van
ankers en kettingen.
nen en oleanders, wier bloemkronen, met
het lgk de vlammen van den brandstapel
gevoed hebbenen het is ook de ziel der cy-
pressen, der terpentgnboomen die hun
geurig hars en balsamische sappen als
tranen vergoten hebben.
Lang dobbert het wolkje aarzelend aan het
uitspansel als een vogel, die zwevend zgn
richting zoekt. De duiven fladderen er om
heen. Eindelgk komt er een zuchtje en
het zweeft weg, donzig, licht, ver weg, naar
den rooskleurigen gezichteinder van Bénarès
de Heilige, Bénarès, met de duizend tempels,
naar de boorden van den Ganges, waar in een
flora van marmer, de godsdiensten van' Indië,
die zoo oud zgn dat men er van duizelt, bloeien.
En ik sla de oogen neerIk ben alleen
Krappa is naar het dorp gegaan om den pony
te halen. Om mg heen heerscht volslagen
stiltede duiven zgn naar de kroonlgsten
teruggekeerd, maar er zgn geen apen of
eekhorens meer in de takken; op het effen
water openen zich de rooskleurige lotusbloe
men en de nenupharen, in wier hart men de
onze lieve heersbeestjes ziet tintelen en de
blauwe juffertjes trillen,
Het kleine meer is weer ingeslapen, gewiegd
door het eeuwige geruisch der palmen.
Sedert heb ik, tgdens mgn langdurig ver-
blgf in Indië, vele Hindoesche begrafenissen
gezienaan den oever van den Hoogly heb
ik Bramaansche barbiers gezien, die met vrome
nauwgezetheid de lgken der Coudras schoren
terwjjl om hen heen de bloedverwanten van'
Bg beschikking van den minister van
marine is de bronzen medaille voor twaalf
jarigen eerlgken en trouwen dienst toegekend
aan de vuurstokers le kl. R. Schot en N. C.
Pietersen, gedetacheerd als lichtwachters le
klasse aan boord van 's rgks lichtschepen
Schouwenbank en Noord-Hinder.
Morgen, Vrgdag, middag te twee uren
vergadert de gemeenteraad van Vlissingen.
In die zitting is aan de orde de benoeming
van een sluismeester aan de Sluis in de Koop
manshaven, die van binnenvader en moeder
in het gasthuis en die van onderwgzer aan
school C.
Verder komen ter tafel de volgende voor
stellen van burg. en weth.tot het geven van
vergunning aan de Maats, tot exploitatie van
gronden tot het afstaan aan H. J. Ganderheyden
en A. Huson van duingrond tot het bouwen
van vier villa's, tot het opnieuw vaststellen der
besluiten tot heffing en invordering van 55
opcenten op de hoofdsom der personeele be
lasting en tot het goedkeuren der rekening
van den Middelburg-Vlissingschen straatweg.
Woensdag herdacht de heer O. J. Bekker
den dag, waarop hjj vóór 60 jaar benoemd
werd tot stadsmuziekmeester te Vlissingen,
Woensdag is te Oost- e n W e s t-S o u-
burg de nieuwe christelijke school geopend
met 51 leerlingen.
Bg die gelegenheid voerde de heer C. B.
Schoenmakers, predikant aldaar, en het nieuw
benoemde hoofd der school, de heer Van Veen,
alsmede de heeren Littoojj en OosteD,
predikanten te Middelburg, en Hulsebos, pre
dikant te Vlissingen, het woord.
Maandag herdacht de heer J. Welleman
zjjn 1272-jarig burgemeesterschap van H 0 e -
dekenskerke.
Uit vele woningen wapperde hem ter eer de
Nederlandsche vlag en vanwege verschillende
openbare besturen, ingezetenen en den am
bachtsheer der gemeente werd hem als blijk
van toegenegenheid en waardeering een fraai
geschenk aangeboden.
De dag werd verder in gepaste vrooljjkheid
doorgebracht.
Men schrgft ons uit Bruinisse:
Het vermoeden, Dinsdag geuit ten aan
zien van de beide gestrande schepen, is in
tegengestelden zin uitgekomen. De Twee ge
broeders van Holle meende men, met het ge
wapende oog, van hier, op de slikken voor
Oude-Tonge te zien, doch het was een ander
schip, dat in die richting ten anker lag en het
bedoelde schip, dat men toch zeker uit de
Zjjpe heeft zien drgven, was nergens te vinden.
Met dat schip en de lading, 600 balen rjjst,
moet volgens des schippers mededeeling 600
aan contanten verloren gegaan zgn, die hjj
geen tjjd had bjj 't verlaten nog te redden.
De Acht gebroeders van Prins bg den Blinden-
dam voor Bruinisse is niet in de diepte aldaar
gezonken, doch bjj lagere ebbe dan Dinsdag
morgen het geval was, vlot gekomen. Men is
bezig den inventaris daarvan te bergen en wil
trachten het water er uit te pompen om zoo te
beproeven of dit schip vlot worden kan. Die ver
wachting kan bjj eenigszins handzamer weder
denkeljjk wel verwezenlijkt worden, hoe slecht
de kans op 't oogenblik ook staat.
Met ingang van 16 December a. s. is
benoemd tot brievengaarder te Groede de
heer J. Boone, thans in geljjke betrekking te
Helenaveen.-
Te Oostburg bracht de collecte ten
behoeve der nagelaten betrekkingen van hen,
die in en door den strjjd in onze koloniën
zjjn gevallen, na aftrek der kosten, ƒ45.29 op.
Uit de residentie wordt aan De Tijd
van particuliere zjjde gemeld, dat een hoogst
belangrjjke nota van het Tweede Kamerlid
den heer Farncombe Sanders over het tekort
van oorlog is ingediend.
In den aanstaanden zomer zal in het ge
bouw van den Dierentuin te 's-Gravenhage
eene algemeene vergadering worden gehouden
van pharmaceuten in Nederland. Er worden
pogingen aangewend, om bjj die gelegenheid
aldaar eene interessante tentoonstelling te hou
den van geneeskundige kruiden, planten,
den overledene eenstemmig jammerden of op
sleepende wjjze de manthra der voorouders
zongen.
Ik heb in de nabgheid van Delhi Boedha
priesters gezien, bol en bleek, die op de
lichamen der dooden de gewgde uitwerpselen
der koe in brand staken, onder het mompelen
der hymne van Agni. Ik heb lange stoe
ten zien voorbjj trekken, die hunne dooden
onder de vrooljjke muziek van fluiten en gongs
naar den heiligen Ganges droegen.
Ik heb in het Noorden gezien, hoe men de
ljjken begraaft met den mond vol bethel, ge
tooid als afgodsbeelden in den tempel, even
als de Soedaneesche opperhoofden.
En eindeljjk zag ik op het Perzische kerk
hof te Bombay, te midden der asfodillen, der
kaneel- en komjjnbloempjes, ljjken opgestapeld
op torens, waarop de gele reigers bjj honderden
neerstreken, terwjjl onzichtbare priesters door
de stille doodenstad de verzen van Zend-
Avesta galmden. Ik herinner mjj de afschu
welijke vraatzucht der kale gieren op de
slagvelden van Nunez. Maar niets van dat
alles heeft mg de begrafenis van Savakati,
voor dien kleinen tempel, bewoond door de
düivenj aan den oever van dat rustige, vreed
zame meer, bezaaid met bloemen, doen ver
geten. Ik zie nog die groote roode rozen, die
jasmgnen en oleanders zich kronkelen op den
vlammenden brandstapel, vermengd met de
uitgeteerde ledematen van den Bramaan, en
het kleine witte wolkje zweven, ontastbaar,
licht, in de warme lucht, om zich eindeljjk
op te lossen in het schitterend azuur
instrumenten en praoparaten voor genees- en
heelkundige doeleinden.
In zake de bekende kwestie der archie
ven te Roermond is door het Hof beslist, dat
de archieven voorloopig te Roermond bjj den
heer Diepen opgeslagen zullen bljjven, totdat
over het recht daarop uitspraak zal zgn ge
daan of eene overeenkomst zal zgn gesloten,
en dat de kosten van het appèl niet ten laste
der gemeente Roermond komen.
Omtrent de zaak ten 'principale, het recht
nameljjk van de gemeente of den staat op de
archieven, kan toch alleen worden uitspraak
gedaan bjj eene gewone procedure.
Te Amsterdam kwam onlangs iemand
bjj een bankinstelling buitenlandsche bank
biljetten inwisselen. Later bleek, dat hem een
aanzienljjk hooger bedrag was uitbetaald dan
de biljetten in Nederl. geld bedroegen. Een
gerechtelijk onderzoek werd ingesteld, waarbjj
die persoon ontkende meer dan het hem toe
komende te hebben ontvangen. Er schjjnen
echter vermoedens van het tegendeel te be
staan, althans hjj zal eerstdaags terechtstaan
wegens diefstal. De rechtbank zal dan heb
ben te beslissen of gesteld het feit wordt
bewezen op dit geval het artikel van het
wetboek van strafrecht omtrent diefstal toe
passelijk is.
De gewezen gemeente-ontvanger te
Schiedam, W. Beffers, is in staat van kenne
lijk onvermogen verklaard.
De tot zgn opvolger benoemde heer E. Vin
cent, te Enschedé, heeft voor zgn benoeming
bedankt-
Nog worden de volgende Btovmberichten
gemeld
De onlangs in gebruik genomen noodkerk
te Loon-op-zand van de onder die gemeente
nieuw gestichte parochie St. Joachimsmoer is
geheel ingestort, waardoor zoowel aan altaar
als aan de overige kerkmeubelen aanmerkelijke
schade is veroorzaakt.
Te Lottum is de rjjksveerpont op de Maas
Dinsdagnacht door den hevigen storm omge
slagen en gezonken. Gelukkig was er nie
mand op de pont.
Volgens rapport van schipper J. Bakker, van
Tessel te Harderwjjk gearriveerd, pasBeerde
hjj in het Scheurrak eene mastelooze blazer
schuit vol water, waarvan alleen helmstok en
kop van het roer zichtbaar waren en boven
het water kwamen.
Een schipper te 's-Gravenzande, die zich
ongekleed te water begaf om zoo zgn schuit
te bereiken, die door den wind was afgewaaid,
moest zjjne onvoorzichtigheid met den dood
bekoopen.
Woensdagmorgen is de eenige zoon van
een tolbaas, onder de gemeente Diemen, bg het
doorlaten van een schip in het water gevallen.
De ongelukkige, een oppassend jongeling,
werd een uur na het ongeval levenloos bjj zjjn
diepbedroefde ouders binnengebracht.
Te Hillegom is een geval van Aziatische
cholera voorgekomen bjj een tienjarig kind.
Eenige dagen gelegen stierf de moeder aan
dezelfde ziekte.
Een meer dan lage streek is te Meppel
uitgehaald. Bjj eene familie aldaar, van wie
een harer leden dienst doet in het Indische
leger, werd Maandag een bulletin ontvangen,
die de N. Mepp. Ct geregeld verspreidt als
er tjjdingen uit Lombok word en bezorgd
waaronder geschreven was, dat hun bloedver
want en nog twee ander e jongelieden uit die
gemeente gesneuveld waren.
Bjj een uit den aard der zaak ingesteld
onderzoek bleken de uitgevers van niets te
weten.
In het leven van den Belgischen staats
man Frere-Orban speelde eens een kus een
groote rol. Toen hjj nog student was heette
hjj alleen Frere en was arm. Onder de grootste
ontberingen werkte hjj voor zgn examen in
de Rechten. Hjj was verliefd op een meisje
van een aanzienlijke familie, dat wederkeerig
veel van hem hield. De jonge dame heette
juffrouw Orban en sprak met hem af dat, als
"hjj den volgenden dag met glans zgn examen
had gedaan, hjj dan dienzelfden avond inden
schouwburg in de loge moest komen, waarin
zjj met haar ouders zat.
«Zou men mjj daar toelaten," vroeg hjj «Laat
Lang, heel lang daarna heeft dit lichte
vizioen van den dood mjj voor de oogen, zoo
op kleuren verzot, gezweefd. Wanneer ik in
de modderige straten der hoofdstad, onder een
grjjzen herfsthemel, een rjjken ljjkBtoet ont
moette of volgde, hoe vaal leek mjj dan die
doodenpraal, hoe dof klonken die lithurgiën
in onze sombere kerken, hoe droefgeestig
zagen die priesters er uit, in hunne zwarte
soutaneshoe bleek, hoe schamel leken die
bloemen over het zwarte ljjkkleed gespreid 1
Wanneer ik in de steegjes eener voorstad
een ljjkkoets tegen kwam, die schamel en zoo
goed als eenzaam in den regen voort sjokte
naar een afgelegen kerkhof; wanneer, in het
gedrang eener drukke straat, eensklaps de
waggelende gedaanten van eenige dragers
verschenen, die in een vioolkist een kinder
lijkje droegeu, dan behoefde ik slechts de
oogen te sluiten, om de schoone Hindoesche
vrouwen met haar glanzige haren te zien, die
de mathras der voorouders zongen, of de
pondja offerden aan de ziel van den echtge
noot; dan zag ik ook weer het lgk van den
Bramaan, onder de schitterende bloemen,
die prachtige flora van Indië, ik hoorde de
priesters de plechtige hymne van Agni zingen,
met begeleiding der cithers en zag hoe hunne
lange, gele gewaden, als het ware een gouden
spoor op het groene gras achterlieten.
E I K O E|